LESVORM ALGEMEEN Hoe om te gaan met het Douanewetboek?

LESVORM – ALGEMEEN Hoe om te gaan met het Douanewetboek? In deze lesvorm wordt de (douane)wetgeving die in Nederland van toepassing is, uiteengezet. Het doel is de cursist inzicht te geven in de structuur van het douanewetboek en deze wat ‘minder eng’ te maken, zodat de cursist zelf ook gaat en leert zoeken in de wetgeving. Zodat hij in zijn verdere carrière een vraag tegenkomt, hij zelf de tools heeft om het antwoord te vinden. Benodigdheden: Voor iedere cursist, of per tweetal een set Wetgeving (bij voorkeur op papier). De links naar deze wetgeving zijn tevens te vinden onder “Links” op de website. o CDW en Inhoudsopgave CDW o TVo.CDW, incl. bijlagen en Inhoudsopgave CDW o ADW, ADR, ADB o Vrijstellingen o Richtlijn 2008/118 inzake accijns, Wet op de Accijns o Uitvoeringsregeling accijns. Uitvoeringsbesluit accijns o Wet OB Eventueel de oefeningen op papier (je kunt dit ook online laten zien op de beamer), zie onderaan deze lesvorm een verwijzing naar online casussen en vragen. Voor iedere cursist de inhoudsopgave CDW en TVo.CDW geprint Bij voorkeur een pc per cursist of per tweetal zodat ze zelf ook online kunnen zoeken. Tijdsduur: Een les van 3 uur Soort opdracht: Uitleggen van de srtuctuur Directe toepassing van de opgedane kennis Leerdoel: De structuur van de wetgeving leren kennen zodat ze hun antwoorden kunnen vinden De verhouding tussen de wetgevingen zodat bekend is waar welke informatie is Het Handboek Douane als naslagwerk kunnen gebruiken in combinatie met de wetgeving. Begrippen: De betreffende wetgeving Benodigde voorkennis: JCC

© KGH Douaneopleidingen Online: http://douaneopleidingen.nl

Samenvatting les: De les bestaat uit de volgende onderdelen. uitleggen waarom het van belang is met de wetgeving te kunnen werken; daarna het waarom van het bestaan van de wetgeving en het systeem van douanetoezicht; je laat ze ervaren hoe ze erachter kunnen komen welke wetgeving van toepassing is op een douaneaangifte die zij doen; bespreek de verhouding tussen de verschillende wetgeving; vervolgens zoom je nader in op het CDW en TVo.CDW en leren ze de structuur te zien; je sluit af met een aantal (controle)vragen.


Opzet les Vóór de les Zorg dat iedereen de benodigdheden heeft of (online) ter beschikking. De lesintroductie Het is van belang dat cursisten met de wetgeving leren werken, omdat ze daarin altijd handvaten kunnen vinden om douanevragen te beantwoorden. Tijdens de gehele opleiding wordt verwacht dat je zelf kunt zoeken in de wetgeving. Tijdens de examens kan worden gevraagd naar artikelen die niet in je lesmap staan, maar die je door de kennis die je hebt opgedaan wel zelf kunt vinden in de wetgeving. Waarom In dit deel is het van belang dat de cursisten inzien waarom de (douane)wetgeving bestaat. Hier kun je ook de voorkennis herhalen met betrekking tot het systeem van douanetoezicht. Je kunt dit onderdeel introduceren door plaatjes te tonen van smokkel, titels van fraudezaken en voorbeelden van bedrijven die ongewenst in aanraking zijn gekomen met smokken en fraude. Mogelijk kun je bespreken: Ontstaan EU Taken van de Douane Ontwikkeling in deze taken van de Douane Huidige ontwikkeling naar gebruikmaking van IT systemen en extra controles die hierdoor mogelijk zijn (bijvoorbeeld “profielen”). Let op: ieder douaneaangiftesysteem is gebaseerd op het Enig Document, wat je terugvindt in het CDW en TVo.CDW! Hier kun je tevens het systeem van douanetoezicht bespreken:


Systeemvan douanetoezicht Douanegebied EG Vrij verkeer EG Uitgaan aangifte onvoll. aangifte vereenv. aangifte

Uitvoer Passieve veredeling

Vervoer

andere dom proc

Systeemvandouanetoezicht Binnen brengen

DouanegebiedEG Vrij verkeer Douane Sum maang. bestem m ing

andere

Douane regeling

aangifte

Vrij verkeer onvoll. Actieve aangifte veredeling Tijdelijke vereenv. invoer Behandeling onder aangifte douanetoezicht Vervoer dom proc Douane-entrepot


Hoe te weten welke regels van toepassing zijn In dit deel is het van belang dat de cursisten inzien welke wetgeving kan komen kijken bij het doen van een douaneaangifte en hoe je hier achter komt. Je kunt dit deel introduceren door ze de vragen met welke wetgeving ze in aanraking komen bij de volgende douaneaangiftes. Je kunt hierbij vragen stellen als: hoe kom je hierachter? (in het online gebruikstarief, inclusief gebruik van het filter. Als ze geen laptop en/of internet ter beschikking hebben kun je ze vragen hoe ze dit antwoord gaan opzoeken en vervolgens dat klassikaal doorlopen. Let er daarbij op dat de cursisten aangeven wat je moet doen en je het niet zelf al gaat invullen): je wilt een aangifte doen voor het product 06029070 uit Costa Rica. Met welke wetgeving krijg je te maken? je wilt een aangifte doen voor het product 44152020 van de populier uit de USA. Met welke wetgeving krijg je te maken? je wilt een aangifte doen voor het product 2402 uit Turkije. Met welke wetgeving krijg je te maken? je wilt een aangifte doen voor het product 8501 uit Turkije. Met welke wetgeving krijg je te maken? je wilt een aangifte doen voor het product “stro” uit Turkije. Met welke wetgeving krijg je te maken? (dit betreft goederencode: 1213000090) Het is van belang dat de cursisten zien dat ze alle voetnoten goed en helemaal moeten lezen! Kortom, naast de douanewetgeving kan ook andere wetgeving van toepassing zijn! Je kunt ze de tip geven dat, mochten ze meer informatie over een onderwerp willen, ze altijd naar het Handboek Douane kunnen omdat daar heel veel informatie ook op staat. Tenslotte kun je checken of de cursisten nog meer weten: “Welke wetgeving of andere regels kunnen komen kijken bij het doen van een douaneaangifte?” Deze antwoorden kun je allemaal op het bord schrijven, want de meeste zullen goed zijn. Bij een niet zo voor de hand liggend antwoord of een afkorting (als CDIU) kun je de gever van het antwoord vragen dit nader uit te leggen voor de andere cursisten. Verhouding In dit deel is het van belang dat de cursisten zien hoe de eerder genoemde wetgeving zich tot elkaar verhoudt. Dit kun je bespreken door een boom-structuur van de eerder genoemde wetgeving te maken, waarbij je op het hoogste niveau begint: EU. Bespreek hierin bijvoorbeeld: 1. Europese wetgeving – dit is online te vinden op EUR-LEX en onze website natuurlijk  Verordening Rechtstreeks van toepassing in al haar onderdelen b.v.: Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Unie van 12 oktober 1992


b.v. een formulier dat gebruikt moet worden voor het vervoer van accijnsgoederen > in alle lidstaten van de EU hetzelfde formulier gebruikt. o o o o

CDW (Raad van de Europese Unie) TVo.CDW (Europese Commissie en is een nadere uitwerking van het CDW) Gemeenschappelijk Douanetarief (tevens: indelingsverordeningen) Definitieve vrijstellingen bij invoer

Richtlijn Geeft het doel aan dat de lidstaten vóór een bepaalde datum moeten bereiken (meeste omgezet in Verordeningen). b.v. Het hele BTW-stelsel is gebaseerd op een aantal EU-richtlijnen. o Richtlijn 2008/118 inzake accijns Beschikking Verbinden voor degene tot wie ze is gericht (lidstaat of particulier) b.v. Als een inwoner of de overheid van een lidstaat bij de EU een uitspraak t.a.v. een probleem vraagt, wordt een beslissing hierop door de EU gegeven in de vorm van een Beschikking. Vrijstellingen Daar waar de communautaire wetgeving/bepalingen niet in voorziet, is er ruimte voor lidstaten om hun eigen wetgeving te ontwikkelen. 2. Nationale wetgeving Algemene wetgeving o Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR); o Invorderingswet 1990. Douanewetgeving o Algemene Douanewet (ADW); o Algemeen Douanebesluit (ADB); o Algemene Douaneregeling (ADR). Bestuurswet o Algemene wet Bestuursrecht (AWB) – o.a. m.b.t. het belastingrecht o Fiscale Strafbeschikking (FSB). Omzetbelastingwetgeving (Wet OB 1968) Accijnswetgeving o Wet op de Accijns o Uitvoeringsregeling accijns o Uitvoeringsbesluit accijns Pseudo-wetgeving o Handboek Douane; o Handboek VGEM; o Handboek Strategische goederen. Overige Wetgeving o Wet Wapens en Munitie (WWM); o Sanctiewet 1977; o Opiumwet en Geneesmiddelenwet © KGH Douaneopleidingen Online: http://douaneopleidingen.nl

o o o o

Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) Wet voorkoming misbruik chemicaliën (WVMC)) Verordening (EG) nr. 1891/2004 (intellectuele eigendomsrechten - IER) Wet Strategische Goederen en Diensten

3. Internationale regelingen en verdragen Oorsprongsprotocollen 4. Jursiprudentie 5. Individuele overeenkomsten Incoterms 6. Gebruik en gewoonte Bespreek eventueel ook of ze weten welke organisaties, instanties of personen betrokken zijn bij het opstellen van deze wetgeving (zoals WTO, WCO, Belastingdienst, Douane, NVWA, …). Let op, hier is nog geen afbeelding of schema van, maar mocht je die ontwikkelen, laat het even weten of maak er een foto van en mail, dan zetten wij het in een afbeelding . Nader inzoomen op CDW en TVo.CDW In dit deel is het van belang dat de cursisten zien hoe het CDW en TVo.CDW zijn opgebouwd omdat zij met die wetgeving het meest zullen werken. Je kunt dit deel bijvoorbeeld introduceren door ze zelf aan het werk te zetten met het CDW en TVo.CDW door ze bij de eerder getoonde plaatjes van het Systeem van Douanetoezicht de artikelnummers erbij te laten zetten. Vervolgens kun je de structuur van het CDW en TVo.CDW bespreken aan de hand van de inhoudsopgaven, die de volgende structuur hebben: Deel o Titel - Hoofdstuk  Afdeling  Onderafdeling  Artikel Toelichting op de delen: Het inleidende deel; Titels I t/m III • Dit deel heeft betrekking op toepassingsgebied en basisdefinities, rechten en plichten van personen m.b.t. deze wetgeving, recht van vertegenwoordiging, tarief, waarde en oorsprong van goederen. Het centrale deel; Titel IV • Dit deel heeft betrekking op de douanebestemmingen, dus alle douaneregelingen. Het laatste deel; Titel V t/m IX • Dit deel heeft betrekking op douaneschuld, betaling en terugbetaling,alsmede enkele globale bepalingen over de mogelijkheid tot beroep.


Dat betekent, dat als je over een bepaald onderwerp iets zoekt in de wetgeving, je eerst naar de delen kijkt, dan naar de titels, hoofdstuk, etc. En ook, dat je wanneer je een antwoord zoekt, alle artikelen betreffende dat onderwerp (die allemaal bij een bepaald hoofdstuk horen), dus even controleert of er elders nog nadere informatie staat die op jou vraag van toepassing is. Let op: Leer de cursisten hoe ze een artikel opschrijven: b.v. art. 794 bis TVo.CDW (dus altijd de wetgeving erbij zetten en niet ‘wetboek’). Lid alleen noemen als hierom gevraagd wordt. Controlevragen Tijdens de les of na afloop van deze uitleg kun je een aantal controle vragen stellen. Dit kunnen feitelijke vragen zijn, of praktische vragen. Je kunt denken aan vragen die gaan over onderwerpen, begrippen of situaties die vaak denkfouten oplevert (zoals ‘aangever’). Omdat de JCC opleiding veronderstelt wordt, kun je aansluiten bij de kennis die ze hebben opgedaan tijdens de JCC opleiding. Hieronder staan drie mogelijke insteken genoemd. Eventueel kun je de cursisten vragen hoe ze het hebben aangepakt om de informatie te vinden. Let op, wellicht komt niemand eruit! Je kunt ze dan helpen door tips te geven als: welke wetgeving ze de antwoorden kunnen vinden, welke ‘range’ van artikelen of dat ze wellicht iets kunnen vinden door via de PC het PDF bestand van de wetgeving te raadplegen en dan te zoeken met CTRL+F. “De EU heeft 27 lidstaten.” (art. XX CDW) “Een van de douanebestemmingen is een douaneregeling.” (art. XX CDW) “Het model van het Enig Document” (Bijlage XX TVo.CDW) “Vliegveld Eelde en Haven Vlissingen zijn geen toegewezen locaties waar een vliegtuig en schip binnen mag komen” (art. XX ADR) De aangever is de vertegenwoordigde Wanneer een vertegenwoordiger geen DV contract heeft, is hij aangever. Directe vertegenwoordiging is mogelijk voor een EU ingezetene bij invoer. Wat is een aangifte? De cursisten denken wellicht direct aan een douaneaangifte, maar er bestaan ook: o Douaneaangifte o Belastingaangfite o Aangifte bij de politie van inbraak o Summiere aangifte. Let op, de summiere aangifte bestaat weer uit: - Summiere aangifte Binnenkomen (ENS) - Summiere aangifte Tijdelijke Opslag (SAL) - Summiere aangifte Uitgaan - Summiere aangifte persoonlijke bezittingen en scheepsvoorraad (IMOFAL 3 en 4) Wat is het verschil tussen kantoor van uitgang en kantoor van uitvoer? Wie heeft het formulier van het ED bedacht? Tevens kun je gebruik maken van de online vragen en casussen die bij Algemeen en Wetgeving gebruikt kunnen worden. Zie hiervoor de website. Tenslotte Stimuleer de cursisten om eigen voorbeelden in te brengen waar ze tegenaan lopen! Verbeteringen? Mail ze naar: [email protected]! © KGH Douaneopleidingen Online: http://douaneopleidingen.nl

LESVORM ALGEMEEN Hoe om te gaan met het Douanewetboek?

Recommend Documents