DE PROFEET EZECHIËL EN BEVRIJDINGSPASTORAAT Lessen uit Ezechiël 16:1-14
DE PROFEET EZECHIËL EN BEVRIJDINGSPASTORAAT
“Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt” (Ef. 4:1) Het volk Israël werd na 400 jaar slavernij verlost uit Egypte (de machtige invloed van de toenmalige wereld), bevrijd uit de slavernij van zonde en afgodendienst en geheiligd om een Koninklijk priesterdom voor God en de naties te zijn. De geschiedenis van dat volk blijkt echter in feite een soort blauwdruk van ons leven als wedergeboren en bevrijde christenen te zijn (1 Kor. 10:11; Rom. 15:4). Voordat we daarom met de studie van Ezechiël 16 beginnen moet er gezegd worden dat het altijd weer een vreugde voor het hart van wedergeboren christenen is wanneer ze horen of zien hoe de Heere Jezus door Zijn Woord en Geest weer nieuw leven aan een dode zondaar heeft gegeven. We herkennen dat nieuwe leven doordat er vooraf zondebewustzijn, berouw, belijdenis en erkenning van eigen onmacht en doodsstaat was (Ef. 2:1; Kol. 2:13-15). Maar zulke pasgeboren geestelijk baby’s hebben herderlijke zorg nodig, reiniging, voeding, melk, vaste spijs (1 Pet. 2:2,3). Alleen op deze wijze kunnen ze, na onderwijs, reiniging en heiliging toegevoegd worden als “levende stenen” in een geestelijke tempel, het huis van God (1 Pet. 2:5). Leden van Christus zijn ze al, het lichaam is reeds een “tempel van de heilige Geest”, maar om te kunnen functioneren in het “huis van God” is er onderwijs nodig hoe men in dat geestelijke huis behoort te functioneren (1 Tim. 3:14,15; 2 Tim. 2:20-23).
C.B. Beekhuizen e.a.
P Prro offeettiiee een nb beevvrriijjd diin ng g vvaan nh heett vveerrlleed deen n
Index
58
Inleiding; verlossing, bevrijding en heiliging
5
Hoofdstuk 1 Stagnatie in de geestelijke groei Terugval van discipelen De begeleiding naar geestelijke volwassenheid Geleid door Gods Geest en Woord De doop met de Heilige Geest Gods stem op de berg Uitgaan in de kracht van Gods Geest Met Christus in Zijn doop gedoopt Een gemiste ervaring?
6
Hoofdstuk 2 Niet geleid door intellect of emoties De reiniging van zonden en een kwaad geweten De reiniging van een vroegere levenswandel Geloofsgehoorzaamheid Nodig
10
Hoofdstuk 3 De praktische betekenis van Ezechiël 16 De betekenis van “windsels” Bescherming tegen “wereldgeesten” De gevolgen van een tekort aan herderlijke zorg
12
Hoofdstuk 4 De aflegging van de “oude mens” Het effect van handoplegging Het overdragen van een vloek of verkeerde geest Een nieuwe aanraking van Gods Geest Géén nieuwe “Geestesdoop” nodig Vrijwillige heiliging en overgave Kracht en moed om te getuigen De vrijmaking van de macht der zonde Een hernieuwd bewustzijn van Gods genade Een waarschuwing voor onze tijd Samenvatting van Ez. 16:1-14
17
3
Hoofdstuk 5 Proclamatie voor bevrijding (J.Bax) Geloofsverklaring Kenmerken van demonische belasting De gezindheid van de nazorger(s) Oorzaken van machteloosheid
26
Hoofdstuk 6 Van occultisme tot bevrijding (A.v.d. Sande) Hoe de wapenrusting van God eruit ziet Wat we biddend kunnen doen Waarschuwing voor misleiding Hedendaagse gevaren New Age Het herkennen van occultisme Een ernstige waarschuwing
30
Hoofdstuk 7 Occult besmet of bezet? Kenmerken van een occulte bezetting Bevrijding van bezetting door demonische machten Kan een wedergeboren gelovige gebonden of besmet zijn?
38
Hoofdstuk 8 Occultisme en Bijbelse voorlichting Twee dingen die er moeten gebeuren Belangrijke Bijbelteksten Wat we moeten realiseren in de strijd tegen Satan Bewuste overgave aan Jezus Christus als Heer nodig Radicale breuk noodzakelijk Begeleiding is nodig Niet experimenteren op occult terrein! Geen handen opleggen op gebonden mensen! Ga geen onderhoud aan met demonen, ze liegen! Tongentaal, je eigen moedertaal Bidden in je eigen taal doe je tot God, niet tot mensen of demonen Schreeuwen tegen demonen is niet nodig, ze zijn niet doof!
44
D
© 2009 C.B. Beekhuizen & A.v.d. Sande
[email protected] www.adullam.nl; www.zielzorg.nl
4
57
Waarschuwing: Bidt vooral dat het gebed door de Heilige Geest geleid wordt. Vraag of de Heilige Geest een goed gebed in ons hart wil leggen. * Satan is de overste van deze wereld. Wij zijn vreemdelingen op deze aarde. Wij zijn burgers van het Hemelse Rijk. De Heere beschermt ons. We leven wel in bezet gebied, daarom is er ook een geestelijke strijd. Gods Geest doet Zijn werk op deze aarde. Gods Almacht is groot en werkt!!!! * Zijn Almacht werkt overal in door, ook al zien we dat niet altijd, Gods plan met deze wereld gaat door. Zijn Almacht werkt in: de politiek, de medische wereld, de psychische wereld enz. * Als er een Bijbel ligt, bijvoorbeeld bij een alternatief genezer, dan betekent dat niet dat de genezer een wedergeboren mens is. Satan gebruikt dit ook als een list. * Een magnetiseur is altijd occult, hij of zij is geen wedergeboren mens. Die mens heeft bekering, genade en wedergeboorte nodig * Gebedsgenezing is een apart onderwerp. Gebedsgenezing ligt dicht bij Gods Woord. Het onderscheid hierbij tussen licht en duisternis is zeer moeilijk. Onderzoek altijd de bron. Vraag je verder altijd af, waar gaat de eer naar toe. Naar de gebedsgenezer, naar het wonder, naar de genezing? Het zit niet in het gebed of in de genezer. Genezing ligt altijd bij en in God. De genezing moet als doel hebben het vrucht dragen.
VERLOSSING, BEVRIJDING EN HEILIGING IN HET BOEK EZECHIËL Lessen uit Ezechiël 16:1-14 INLEIDING “Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt” (Ef. 4:1) Het volk Israël werd na 400 jaar slavernij verlost uit Egypte (de machtige invloed van de toenmalige wereld), bevrijd uit de slavernij van zonde en afgodendienst en geheiligd om een Koninklijk priesterdom voor God en de naties te zijn. De geschiedenis van dat volk blijkt echter in feite een soort blauwdruk van ons leven als wedergeboren en bevrijde christenen te zijn (1 Kor. 10:11; Rom. 15:4). Voordat we daarom met de studie van Ezechiël 16 beginnen moet er gezegd worden dat het altijd weer een vreugde voor het hart van wedergeboren christenen is wanneer ze horen of zien hoe de Hee-re Jezus door Zijn Woord en Geest weer nieuw leven aan een dode zondaar heeft gegeven. We herkennen dat nieuwe leven doordat er vooraf zondebewustzijn, berouw, belijdenis en erkenning van eigen onmacht en doodsstaat was (Ef. 2:1; Kol. 2:13-15). Maar zulke pasgeboren geestelijk baby’s hebben herderlijke zorg nodig, reiniging, voeding, melk, vaste spijs (1 Pet. 2:2,3). Alleen op deze wijze kunnen ze, na onderwijs, reiniging en heiliging toegevoegd worden als “levende stenen” in een geestelijke tempel, het huis van God (1 Pet. 2:5). Leden van Christus zijn ze al, het lichaam is reeds een “tempel van de heilige Geest”, maar om te kunnen functioneren in het “huis van God” is er onderwijs nodig hoe men in dat geestelijke huis behoort te functioneren (1 Tim. 3:14,15; 2 Tim. 2:20-23).
Garderen, 9 januari 2009
[email protected]; www.adullam.org.in
56
5
HOOFDSTUK 1 Stagnatie in de geestelijke groei De geestelijke groei wordt echter helaas vaak gestagneerd door verkeerd voedsel en/of te weinig onderwijs. Hierdoor ontstaat scheefgroei, geestelijke stilstand en handicaps en een kinderlijke onrijpe afhankelijkheid van sterkere persoonlijkheden die vaak jong bekeerden manipuleren met hun kennis of emoties en krachten van de menselijke ziel en filosofie (Ef. 4:14; Kol. 2:8,18; 2 Tim. 3:13). De apostel Paulus waarschuwde hier herhaaldelijk voor (Gal. 4:1-5; Ef. 3:14; 1 Kor. 3:1-9). Het blijkt steeds weer dat valse leraars zich daar vertonen waar de Heere God door Zijn Heilige Geest en Woord Zijn levendmakende werk aan het doen is (Joh. 6:63). “En de dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Heere! hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid? En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; En de akker is de wereld; en het goede zaad, zijn de kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen des bozen” (Mat. 13:27, 37,38). Terugval van discipelen Door de verkondiging van het Goede Nieuws komen mensen tot overtuiging van zonde en bekeren velen zich, worden navolgers van Christus, discipelen. Maar een feit is dat velen van deze discipelen door ongehoorzaamheid, eigenliefde en gebrek aan overgave aan Gods heilige wil, vaak terugvallen in het oude leven, soms zelfs “vijanden van het kruis” worden (Joh. 6:66; 7:13; Flp 3:18) “Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn.” Velen vallen terug in het oude leven of worden wereldgelijkvormig of raken verstrikt (en betoverd) in een wettisch systeem van werken der wet. Hierdoor worden harten verhard en een geest van kritiek en jaloezie neemt de overhand terwijl het ongeloof gevoed wordt. Meestal worden dit soort “discipelen” slaven van mensen, sterke persoonlijkheden die hen “gevangen nemen”, afhankelijk maken en emotioneel beïnvloeden, soms door “wonderen en tekenen der leugen” (Joh. 6:66; 12:42; 2 Pet. 2:1-3, 1720; 1 Tim. 6:3-10;, 20,21; 1:18-20; 2 Thes. 3:1-6; 2:11; Fil. 3:1,2,18,19; 2 Kor. 11:2-4, 13-15; 2 Kor. 11:13-15; 12:20,21).
6
Demonische machten schreeuwen. Wij hoeven niet te schreeuwen, wij hoeven alleen maar te bidden in de Naam van de Heere Jezus Christus om demonen uit de drijven. Tot slot; * Paranormale gaven hebben altijd te maken met occultisme. Mensen kunnen gaven hebben van God, maar altijd ter verheerlijking van God. * Profetie is van God, maar er zijn ook valse profeten. Als God ons een profetie geeft dan doet Hij dat regelrecht aan onszelf. Hij doet dat niet via een ander. * Occulte belasting uit het voorgeslacht kan een zegen in de weg staan. Ga echter nooit in het pastoraat zitten wroeten in het verleden, om te zien of er misschien occulte belasting in het voorgeslacht is geweest. Als je het vermoeden heb, dat er iets dergelijks aan de hand is, vraag dan de Heere of Hij het wil openbaren. Pastoraat altijd in het heden houden. * Als je bang bent dat er bij jezelf een gebondenheid of besmetting is. Wees dan open naar God en vraag Hem of er onbewuste zonden zijn, waardoor je gebonden kunt zijn. Vraag Hem ook of er een onbewuste besmetting kan zijn. Als je aan Hem vraagt of Hij je het wil openbaren, dan zal Hij dat doen. Lees ook nog eens Psalm 139, en dan vooral de laatste verzen van die Psalm. Als wij de Heere vragen of Hij ons hart wil doorgronden, onze gedachten enz., dan zal Hij alles openbaren, ook als we op een heilloze weg zijn. Dan zal Hij ons door het Woord van de Heere Jezus weer leiden op de eeuwige weg en ons reinigen van alle ongerechtigheid! * We kunnen bidden voor iemand die besmet of bezeten is en er zelf niet van bevrijd wil worden. In de Naam van de Heere Jezus kunnen we bidden. Het gebeurt niet altijd dat er (direct) een reiniging of bevrijding plaats vindt. Wel zal de persoon het er moeilijk mee krijgen, dan werkt het omdat er iets gaande is. God kan dat gebruiken om de persoon bij de voet van het kruis te brengen.
55
door de geest naar eenzame streken gedreven. En Jezus vroeg hem: Wat is uw naam? Hij zeide: Legioen; want vele geesten waren in hem gevaren. En zij smeekten Hem, dat Hij hun niet gelasten zou in de afgrond te varen. Nu werd op de berg een talrijke kudde zwijnen gehoed; en zij smeekten Hem, dat Hij hun zou toestaan daarin te varen. En Hij stond het hun toe. En de geesten voeren uit de mens en voeren in de zwijnen en de kudde stormde langs de helling het meer in en verdronk.”
De begeleiding naar geestelijke volwassenheid Het is uiterst belangrijk dat wij geestelijk pasgeborenen op herderlijke wijze begeleiden naar volwassenheid, zodat ze niet meer “als kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen” (Ef. 4:14).
TONGENTAAL Geleid door Gods Geest en Woord * Tongentaal (je eigen geboortetaal) is uitsluitend op God gericht. Hij verstaat je geboortetaal goed. * Onverstaanbare klanken zijn niet bedoeld om demonen uit te drijven. * Tongentaal (je geboortetaal) moet als gebed op God gericht zijn, niet op de mensen (of demonen) om je heen. Alleen in de Naam van de Heere Jezus Christus kunnen demonen uitgedreven worden. * Alleen in Jezus Christus, Gods Zoon, is er verlossing en bevrijding. * Efeziërs 1:7, ”En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade.” * Kolossenzen 1:13-14, ”Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden.” * Corinthiërs 1:30, ”Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing.” * Titus 2:14, ”de Zich voor ons heeft gegeven om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken.” * Bid met hen een gelovig gebed van bevrijding. Geschreeuw is niet nodig, demonen zijn niet doof! Als je bidt voor bevrijding, hoef je niet te schreeuwen. Als demonische machten de Heere Jezus zagen, schreeuwden zij, niet de Heere Jezus! 54
Christenen behoren in hun geestelijke, verstandelijke en emotionele groei niet in de eerste plaats geleid te worden door emoties, wonderen en tekenen, intellect of sterke persoonlijkheden, maar door Gods Woord dat door de Heilige Geest toegepast wordt op hart en leven. Alleen op deze wijze krijgt Christus Gestalte in het leven van gelovigen en wordt de vrucht van de Geest openbaar. “Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Want de vrucht des Geestes is in alle goedigheid, en rechtvaardigheid, en waarheid” (Gal. 5:22; Ef. 5:9). Zoals de Heere Jezus door de Geest geleid werd in de woestijn om van Satan verzocht te worden, zo worden Geestvervulde christenen ook door de Heilige Geest en Gods Woord geleid om over Satan, zonde en wereld te overwinnen (1 Joh. 2:13, 14, 20, 26-28; 3:5-8; 4:45:4-6; Rom. 6:11-14). De christelijke doop tot de naam van de Heere Jezus drukt deze overwinning uit en vraagt daarom naar een goed en gereinigd geweten (1 Pet. 3:21; Heb. 9:14; 10:22,23; 12:14). De doop met de Heilige Geest De doop met de Heilige Geest zoals die op de Pinksterdag gebeurde, is een doop tot dat ene lichaam van Christus en gebeurt in onze tijd tegelijk met de wedergeboorte en het ontvangen van de Heilige Geest. Zonder die Geest behoren we Christus nog niet toe. “En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont” (Ef. 1:13; Rom. 8:8,9). 7
Iemand heeft ooit in een dagstukje van Leidraad (08.01.2009) het volgende over deze ervaring geschreven: In vergelijking met de andere evangelisten besteedt Lucas maar heel weinig woorden aan de doop van Jezus in de rivier de Jordaan. Het lijkt erop dat Jezus slechts een van de velen is op die dag. Maar wat er meteen nà zijn doop gebeurt, is wel bijzonder. Er is wat te zien en te horen. De hemel gaat open, de Heilige Geest daalt in de gedaante van een duif op Jezus neer, tot toerusting van zijn messiaanse taak, en er klinkt een stem. Toch is het de vraag of veel mensen er iets van meegekregen hebben. Jezus was aan het bidden en leek er niet opuit te zijn om de aandacht op Zichzelf te vestigen. Johannes de Doper heeft alles in elk geval goed gezien en ervan kunnen getuigen. Jezus Zelf zal de stem duidelijk gehoord hebben, want zijn Vader sprak tot Hem. God wees zijn eigen Zoon aan als de Messias, die men op grond van o.a. Psalm 2:7 verwachtte.
Marcus 16:17-18, ”Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken.” * Sta in het geval van gebondenheid nooit alleen voor het pastoraat. * Begin nooit ongewapend en nooit ongedekt aan zo’n strijd Zorg ervoor dat je altijd de wapenrusting Gods aanhebt. Efeze 6:10-20. Wees je bewust dat je mag schuilen achter het eenmaal gestorte bloed van de Heere Jezus. Als satan ons niet kan bereiken dan probeert hij het met de mensen die dicht rondom ons zijn, bijvoorbeeld partner, kinderen enz. Maak alle betrokkenen bekend met de strijd die je te voeren hebt. Bidt dus ook om de bescherming van de mensen die dicht om je heen staan. Heb geen onderhoud met demonen.
Als God hoorbaar spreekt, dan horen de omstanders vaak alleen maar donder. Zo zou het later in Jeruzalem zijn, kort na de intocht van Jezus daarin. De mensen die hadden staan luisteren, dachten dat het gedonderd had. Toen de HERE aan Mozes verscheen op de berg Sinaï, waren er donderslagen en bliksemflitsen, die van ver te horen en te zien waren. Volgens het boek Openbaring zal ook in de nabije toekomst de hemel vol bliksemflitsen, gerommel en donderslagen zijn.” Gods stem op de berg Alleen op de berg waarop Jezus verheerlijkt werd, klinkt Gods stem verstaanbaar, maar dan wel voor een uitverkoren gezelschap, voor Petrus, Jakobus en Johannes: Zij hoorden Gods stem; "Dit is mijn uitverkoren Zoon; luister naar Hem.” Dit woord was dan ook rechtstreeks tot de Heere Jezus en Zijn discipelen gericht. De schrijver vervolgde: “Het is maar goed dat God meestal met een 'zachte' stem tot ons spreekt. Hij wil niet overdonderen, maar roepen. Hij heeft tot ons gesproken door zijn Zoon. Hij spreekt tot ons in zijn Woord en door zijn Geest. En als iemand die stem hoort en de deur opent, zal Hij bij hem binnenkomen, en met elkaar zullen ze aan tafel gaan om samen te eten - een beeld van een intieme relatie tussen Hem en de individuele gelovige.”
8
Er zijn momenteel voorgangers die, bij een bevrijding van demonische machten, de naam vragen van de demon. Dat helpt niets, demonische machten kunnen andere namen geven, omdat het leugenaars zijn. Dat de Heere dit soms deed, betekent niet dat wij dat mogen doen. We weten immers dat demonen leugenaars zijn? De apostelen vroegen ook niet naar hun namen. Handelingen 16:16-18, ”en het geschiedde, toen wij naar de gebedsplaats gingen, dat een zekere slavin, die een waarzeggende geest had, ons tegenkwam, welke aan haar eigenaars, met waarzeggen veel voordeel aanbracht. Deze liep Paulus en ons achterna, luid roepende: Deze mensen zijn dienstknechten van de allerhoogste God, die u de weg tot behoudenis boodschappen. En dit deed zij vele dagen lang. Maar toen dit Paulus verdroot, wendde hij zich tot de geest en zeide: Ik gelast u in de naam van Jezus Christus van haar uit te gaan. En hij ging uit op datzelfde uur. Lucas 8:27-33, ”Toen Hij aan land gegaan was, kwam Hem een man uit de stad tegemoet, die door boze geesten bezeten was, en sinds lang had hij geen mantel meer aan en woonde niet in een huis, maar in de graven. Toen hij nu Jezus zag, stiet hij een kreet uit en hij viel aan zijn voeten en sprak met luider stem: Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek U , dat Gij mij niet pijnigt. Want Hij gaf de onreine geest bevel van de man uit te varen. Want meningmaal had de geest hem met geweld medegesleurd, en om hem te bewaken werd hij met ketenen en voetboeien geboeid, maar hij brak de boeien stuk en werd 53
Efeziërs 6:10-20, gaat over de geestelijke wapenrusting, die we in gehoorzaamheid en waakzaamheid dienen aan te trekken (en aan te houden). Niet experimenteren met pastoraat op occult gebied! Het is echt noodzakelijk dat pastoraat aan occult belaste mensen wordt gedaan door ervaren christenen, er is geestelijke rijpheid voor nodig. In het begin mee gaan met een ervaren pastoraal werker op dit gebied. Als je mee gaat kun je biddend aanwezig zijn. Handelingen 19:13-18, ”En ook enige van de rondreizende Joodse geestenbezweerders waagden het over hen, die zulke boze geesten hadden, de naam van de Here Jezus te noemen met de woorden: Ik bezweer u bij de Jezus, die Paulus predikt. Het waren nu zeven zonen van een zekere Skevas, een Joodse overpriester, die dit deden. Maar de boze geest antwoordde en zeide tot hen: Jezus ken ik en van Paulus weet ik, maar wie zijt gij? En de mens, in wie de boze geest was, sprong op hen af, overweldigde hen tezamen en bleek zoveel sterker dan zij, dat zij zonder kleren en gewond uit dat huis moesten vluchten. En dit werd bekend aan allen, Joden en Grieken, die te Efeze woonden, en vrees overviel hen allen, en de naam van de Here Jezus werd grootgemaakt; en velen van hen, die gelovig geworden waren, kwamen hun schuld belijden en uitspreken wat zij bedreven hadden.”
Uitgaan in de kracht van Gods Geest Laten we daarom onze oren en de ogen van ons hart en verstand goed openhouden, want ook wij hebben zo’n “bewijs” van omhoog nodig om uit te kunnen gaan in de kracht van de Heilige Geest! Op de pinksterdag gebeurde datgene wat de Heere Jezus beloofd had. Hoewel zij reeds in Johannes 20:22, na de opstanding van de Heere Jezus dus, de Heilige Geest hadden ontvangen hadden zij als het ware de zalving van die Geest tijdens de Pinksterdag nodig om hen te bekrachtigen voor de dienst des Heeren. In hun geval ook om hen van de menselijke vrees die zij tot dan toe nog kenden te verlossen (Joh. 20:19; Luk. 1:74). Met Christus in Zijn doop gedoopt Gelovigen die zich geroepen weten de Heere God te dienen ervaren de kracht van Gods Geest in hun getuigenis, vaak nadat zij zich gehoorzaam hebben laten dopen tot de naam van de Heere Jezus. In feite hebben zij zich in geloof laten onderdompelen in Zijn dood (Rom. 6:4), zo dat zij ook het opstandingsleven van de Heere Jezus ervaren. Op deze wijze bekrachtigt de Heilige Geest hen tot de dienst des Heeren om Gods wil uit te voeren. Wanneer we beseffen dat we door die Heilige Geest gedoopt zijn tot één Lichaam, het lichaam van Christus met de vele leden, dan gaan we vrijmoedig getuigen van Jezus’ lijden op het kruis voor de zonden en Zijn dood en opstanding. Dat is in feite de kern van het Evangelie van de genade Gods zoals Paulus het predikte (Hand. 20:24).
Geen handen opleggen op gebonden personen! Een gemiste ervaring? Nooit handen opleggen of laten opleggen in gevallen van occulte bindingen of bezetenheid. De Heere Jezus legt de zieken de handen op! De Heere Jezus drijft geesten uit, Hij legde daarbij NOOIT de handen op! Als wij iemand de handen opleggen die occult besmet of bezeten is, kunnen we besmet raken. Dan moeten we zelf gereinigd worden door het bloed van de Here Jezus Christus. Als wij besmet zijn en onze handen weer op een ander leggen, kunnen we op die manier de ander weer besmetten. Dit is een grote waarschuwing in het pastoraat aan occult besmette of bezette mensen. Nooit de handen opleggen bij occult besmette of bezette mensen, en bij mensen waarbij we het vermoeden hebben. 1 Timoteüs 5:22, Leg niemand overijld de handen op, heb ook geen deel aan de zonden van anderen, houd u rein.” 52
Het kan gebeuren dat gelovigen die lange tijd onder de prediking van de wet verkeerd hebben, zoals de dopelingen van Johannes, zo’n ervaring missen, omdat ze niet geheel doordrongen zijn van hun lid zijn van Christus’ lichaam met de vele leden. Het kan ook zijn dat hen nog nooit verteld is wat de komst en het werk van de Heilige Geest teweeg heeft gebracht in de wereld. Verkondiging van het “volle Evangelie” en de rijkdom van Gods genade is dan het antwoord op vele vragen. Handoplegging kan dan plaatsvinden om deze gelovigen te erkennen als leden van het Lichaam van Christus, nadat zij dat “Evangelie van genade” hebben begrepen, geloofd en persoonlijk aanvaard. Blijdschap en een vrijmoedig getuigen in de eigen landstaal van de zekerheid van geloof is dan het gevolg (Hand. 19:1-6; 8:35-40).
9
HOOFDSTUK 2 Niet geleid door intellect of emoties Het is dus noodzakelijk dat we erkennen dat wij als volwassen christenen niet in de eerste plaats geleid worden door intellect of emoties, maar door Gods Woord en Geest alleen (Rom. 8:14-17; 2 Kor. 10:1-6; Kol. 2:6-15, 18-23; 1 Kor. 14:20; Ef. 4:14; 1 Kor. 4:14,21; 3:1,2). De zorgen waarover zowel Paulus als Petrus schreven waren zeker terecht, gezien de afdwalingen van die tijd. Als God Zijn huis bouwt, is Satan nadrukkelijk aanwezig met zijn bouwsel er naast en zo mogelijk, via de z.g. “leer van Bileam” die vermenging van beginselen voorstond, zelfs binnen het huis van God te bouwen! Het gevolg is dat er helaas vaak gebouwd wordt met “hout, hooi en stoppelen” en dat de gouden en zilveren vaten in Gods huis onherkenbaar worden vervuild met de modder van deze wereld, het z.g. “aardse slijk”, vaak de macht van het geld. “Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen, en is naar Thessalonica gereisd; Krescens naar Galatië, Titus naar Dalmatie” (1Tim. 3:3; 6:5; 2Tim 4:10; Opb.2:4,14; 1Kor. 3:10-21). De reiniging van zonden en een kwaad geweten Toen het volk Israël na 70 jaar ballingschap uit genade terug mocht keren naar Jeruzalem en de altaardienst in de (verwoeste) tempel, stelde Nehemia als stadhouder “de wacht der reiniging” in (Neh.12:45). Dat was uiterste noodzaak omdat de geschiedenis hem had geleerd dat gebrek aan (geestelijke) reiniging uiterst nare gevolgen kon hebben. Zelfs in een tijd van opwekking, zoals onder koning Hizkia, had gebrek aan fundamentele Bijbelkennis, heiliging en reiniging tot gevolg dat mensen ziek werden, zoals dat ook het geval was onder de oppervlakkige en wereldgelijkvormige Korintiërs. Daarom was er een speciale belijdenis en een ootmoedig, gelovig gebed voor nodig om herstel van zwakheden en ziekte te ontvangen (zie ook Jak. 5:15; 2 Kron. 29:20; 2 Pet. 1:9; Heb.9:14; 10:22; Jes. 1:16; 52:2; Jak. 4:8; 1 Joh. 1:7-9; 1 Joh. 3:3). “Want een menigte was in die gemeente, die zich niet geheiligd hadden; daarom waren de Levieten over de slachting der paaslammeren, voor iedereen, die niet rein was, om die den HEERE te heiligen. velen van Efraim en Manasse, Issaschar en Zebulon, hadden zich niet gereinigd, maar aten het pascha, niet gelijk geschreven is. Doch Jehizkia bad voor 10
Deuteronomium 7: 25-26, “De gesneden beelden van hun goden zult gij met vuur verbranden; het zilver en het goud daaraan zult gij niet begeren en u niet toe-eigenen, opdat gij daardoor niet verstrikt wordt, want het is een gruwel voor de HERE, uw God. En gij zult geen gruwel in uw huis brengen, zodat gijzelf evenzo onder de ban zoudt komen; gij zult het ten sterkste verfoeien en verafschuwen, want het ligt onder de ban.” Deuteronomium 12:2-3, “Gij zult alle plaatsen volkomen vernietigen, waar de volken, wier gebied gij in bezit neemt, hun goden gediend hebben, op hoge bergen en op heuvels en onder elke groene boom. Gij zult hun altaren afbreken, hun gewijde stenen verbrijzelen, hun gewijde palen met vuur verbanden, de gesneden beelden van hun goden omhouwen en hun naam van die plaats doen verdwijnen.” Efeziërs 4:27, “en geeft de duivel geen voet.” 2 Timotheüs 2:19b, “Een ieder, die de naam des Heren noemt, breke met de ongerechtigheid.” BEGELEIDING Pastoraat aan occult belaste mensen nooit ALLEEN doen. Het is beter het met twee mensen te doen, daarnaast een groep mensen vragen of ze willen bidden tijdens het pastorale gesprek. Pastoraat aan occult belaste mensen is zeer zwaar. Daar is veel gebed om heen voor nodig. Spreuken 18: 10, “De naam des HEREN is een sterke toren; de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar.” 1 Petrus 5:8-10, “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenstander, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof, wetende, dat aan uw broederschap in de wereld hetzelfde lijden wordt toegemeten. Doch de God van alle genade, die u in Christus geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u, na een korte tijd van lijden, volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten.” Jacobus 4:7, “Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden.”
51
1 Petrus 1:13-16, “Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus. Voegt u, als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerten uit de tijd uwer onwetendheid, maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig.” Radicale breuk is nodig Voorbeeld: Een vrouw was radicaal tot een levend geloof in de Heere Jezus gekomen. Een week later belde ze op en vertelde dat ze niet wist wat er was, ze was onrustig, er moest iets zijn waardoor ze gebonden bleef. Ze kwam voor een gesprek. Aad stelde de vraag of ze in het verleden wel eens met occulte zaken in contact was gekomen. Misschien een magnetiseur of iets dergelijks. De vrouw vertelde dat ze vroeger inderdaad bij een magnetiseur was geweest en dat ze een foto had moeten geven van zichzelf. Ze had gebroken met de magnetiseur al weer lange tijd geleden. Ze had echter niet de foto terug gekregen. Aad adviseerde de foto terug te vragen. De vrouw belde de magnetiseur. Deze was zeer vriendelijk en beloofde de foto terug te sturen. Na 14 dagen was de foto echter nog niet teruggestuurd. De vrouw belde weer, de magnetiseur zei dat hij de foto niet terug kon vinden in het bestand. Aad heeft toen zelf gebeld en gezegd dat de foto terug moest komen en legde ook uit waarom. De magnetiseur ontstak in grote woede en begon te vloeken. Aad drong aan en zei de foto wel te willen komen ophalen. Twee dagen later was de foto toegestuurd aan de vrouw. Daarna kwam er ruimte in het leven van de vrouw.
hen, zeggende: De HEERE, die goed is, make verzoening voor dien. Die zijn ganse hart gericht heeft, om God den HEERE, den God zijner vaderen, te zoeken, hoewel niet naar de reinigheid des heiligdoms. En de HEERE verhoorde Jehizkia, en heelde het volk.” De apostel Paulus bevestigde dit noodzakelijke principe van heiliging door zelfonderzoek: “Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen. Want indien wij onszelven oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden. Maar als wij geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden” (2 Kron. 29:4-18; 30:18-20; 1 Kor. 11:30-32). De reiniging van de vroegere levenswandel In de tijd van Israëls ballingschap in Babel (betekent verwarring) kreeg de priester/profeet Ezechiël de opdracht om de ballingen en ook wel hen die reeds waren teruggekeerd naar Jeruzalem, te herinneren aan hun afkomst. Gods volk mocht niet vergeten dat ze niet anders of beter waren dan hun buurvolkeren. Ook zij waren afgodendienaars geweest en moesten daarvoor boeten. Ze moesten beseffen dat ze uit genade waren uitverkoren om Gods volk te zijn, maar dat ze als zodanig gefaald hadden in hun getuigenis en zij daarom in verwarring waren geraakt! Hun denken was verontreinigd en de gevolgen van hun afdwalingen moesten ze zelf dragen, zoals Paulus later de Romeinen moest aanzeggen (Rom. 1:18-32). Geloofsgehoorzaamheid nodig In Ez. 16:1-14 lezen we hoe de profeet als een trouwe wachter zijn volk waarschuwt voor verdere afdwalingen. Hij herinnert zijn tijdgenoten eraan dat ze ooit uit genade verlost waren uit afgodendienst en slavernij (Ez. 2:1-8; 3:17; 33:7).
Handelingen 19:19-20, Gaat over de zonen van Skevas, rondreizende Joodse geestenbezweerders. ”En enigen van degenen, die toverkunsten hadden uitgeoefend, brachten hun boeken bijeen en verbrandden ze ten aanschouwen van allen. En men berekende de waarde ervan en stelde die vast op vijftigduizend zilverstukken. Zo wies het woord des Heren krachtig en het werd sterker.”
De bedoeling van deze waarschuwingen was dat ze zich voortdurend zouden reinigen van verkeerde gewoonten, zondige neigingen en afgoderij, zodat ze hun positie die God voor hen had bedoeld in geloofsgehoorzaamheid zouden innemen, een heilig koning- en priesterdom (zie ook 1 Pet. 1:14-17; 2:5; 2 Pet. 1:3,4; Opb. 1:6).
Deuteronomium 7:5, “Maar aldus zult gij met hen doen: hun altaren zult gij afbreken, hun gewijde stenen verbrijzelen, hun gewijde palen omhouwen en hun gesneden beelden met vuur verbranden.”
Alles wat ons dus kan afleiden van onze positie, of scheiding zou kunnen brengen tussen God en hun ziel, moet worden geoordeeld als afgoderij en ongehoorzaamheid (Ez. 22:29,30; 2 Kor. 6:14; 7:1).
50
11
Zo schreef de profeet: “Want weerspannigheid is een zonde der toverij, en wederstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat gij des HEEREN woord verworpen hebt, zo heeft Hij u verworpen, dat gij geen koning zult zijn” (1 Sam. 15:23). De praktische betekenis van Ezechiël 16 voor onze tijd We willen vers voor vers nagaan welke praktische en geestelijke lessen we uit dit Schriftgedeelte kunnen leren: Vs. 1 Een ware profeet spreekt altijd vanuit de tegenwoordigheid van God en weet zijn eigen gedachten gevangen te nemen en onder de gehoorzaamheid van Christus te brengen (2 Kor. 10:5; 2Pet. 1:21; 1 Kor. 14:29-33; 1 Pet. 4:11).
belijdenissen komen voor. Het is beslist geen gemakkelijk pastoraat, er is ook veel geduld voor nodig. Numeri 5:6-7ª, ”Spreek tot de Israëlieten: Wanneer iemand, man of vrouw, een of andere zonde doet, die mensen begaan, en daardoor ontrouw wordt tegenover de HERE, zodat hij een schuld op zich laadt, dan zullen zij de zonden belijden, die zij begaan hebben.” Psalm 32:3-5, ”Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg onder mijn gejammer de ganse dag; want dag en nacht drukte uw hand zwaar op mij, mijn merg verdroogde als in zomerse hitte. Mijn zonde maakte ik u bekend en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de HEERE mijn overtredingen belijden en Gij vergaaft de schuld mijner zonden.”
Vs. 2 Gods Geest overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel (m.b.t. ons ongeloof vooral). Profeten zeggen dit oordeel Gods volk en de wereld aan, zodat men zich bewust wordt van het gevaar waarin men leeft. Ongehoorzaamheid brengt oordeel met zich mee, maar belijdenis, berouw en bekering stelt dat oordeel uit of neemt het weg (Ez. 16:49-52; 20:5-12; Joh. 3:15,16,36; 5:24; 7:17; 16:8; Hand.2: 37,38; 3:14,15; Mat. 3:3-6; Luk. 3:9-14; Rom. 8:1; Kol. 2:13,14).
Spreuken 28:13, “Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming.”
Vs. 3 Gods Geest laat óók zien dat we “in zonden en ongerechtigheid geboren zijn”. De zonde(n) van voorouders werken door in het nageslacht en zijn of worden helaas vroeg of laat zichtbaar in de kinderen, vooral in de puberteit. Vaak kijken ouders dan in een spiegel… Wanneer er niet radicaal gebroken wordt met die aangeboren (vaak zondige) karaktertrekken, door erkenning en belijdenis van zonden en neigingen, moeten de gevolgen gedragen worden. De nakomelingen zijn dan zelf verantwoordelijk en kunnen de ouders of voogden niet de schuld geven van hun afdwalingen (Ez.18:19-32; Ps. 51:5-9; Job 14:4; Rom. 3:10,19,20; 4:3-8; 7:7-26). Daarom is grondig dooponderwijs zo uiterst noodzakelijk vóórdat iemand deelneemt aan het avondmaal. Anders loopt zo´n iemand gevaar onder het oordeel van God of kerkelijke tucht te vallen.
Bewuste overgave aan Christus nodig
Vs. 4a Vaak vergeten pastoraal werkers, opzieners of ouderlingen voldoende herderlijke zorg aan pasgeboren geestelijke baby’s te geven. De eerste handeling die namelijk verricht moet worden is het afsnijden van de navelstreng, die het jonge leven nog met het oude leven, de “moederkoek” verbindt. Geestelijk gezien is dit wat de profeet bedoelde
12
1 Johannes 1:8-9, “Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”
Bewust of hernieuwde overgave van geest, ziel en lichaam is altijd nodig, zowel voor de hulpverlener als voor de hulpvrager. Romeinen 12:1-2, “Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.” 1 Corinthiërs 6:13, “Het voedsel is voor de maag en de maag voor het voedsel, en God zal zowel het een als het ander teniet doen. Maar het lichaam is niet voor de hoererij, doch voor de Heere en de Heere voor het lichaam.” 1 Corinthiërs 6:20, “Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.” 49
De vraag die we eerder stelden moeten we natuurlijk op de eerste plaats aan onszelf stellen. Maar in het pastoraat aan mensen die met occultisme in aanraking zijn geweest, moeten we die vraag altijd stellen. We willen het nog eens herhalen; Occult belaste mensen moeten bevrijd worden als ze bezet zijn door demonische machten. Ze moeten gereinigd worden als ze besmet zijn door occulte zaken. We moeten ze echter altijd de vraag stellen of ze werkelijk bevrijd willen worden. Dat is heel belangrijk. Als je de vraag stelt: Wil je bevrijd worden, dan zal men meestal zeggen: ja, graag. Maar ze moeten het wel oprecht willen. Mensen die te maken hebben gehad met occultisme hebben die dingen vaak als een muur rondom hun hart gemaakt. Ze hebben de grootste moeite bij het horen spreken over het reinigen van het bloed van Christus, of over bevrijding in de Naam van Christus. Soms willen de mensen verlost worden van het occultisme. Maar als het er op aan komt, zien ze op tegen de strijd die het gaat kosten. Soms worden de mensen ook kwaad als de bevrijding dicht bij komt. Dan moet jij blijven pleiten op het bloed van Christus. Een pastoraal werker kan soms meer dan 1,5 uur met mensen op de knieën, de strijd is hevig. Soms kan je het niet volhouden, maar God houdt de werker dan op de knieën, hij moest blijven bidden en pleiten. De macht van satan kan bij sommige mensen zo vast zitten, maar we moeten blijven pleiten op het bloed van Christus. Hij staat aan onze kant, Hij strijdt met ons mee. We hoeven niet bang te zijn, we zijn als we in Christus zijn, onaantastbaar voor satan. We zijn altijd, als we in Christus zijn, overwinnaar in Hem en door Hem. Hij heeft de Satan overwonnen! Maar er gaan wel een aantal zaken aan bevrijdingspastoraat vooraf. We herhalen: 1. ERNSTIG ZELFONDERZOEK 2. GRONDIG PASTORAAT Bedenk dat het een pastoraat is waar vaak meerdere gesprekken voor nodig zijn. De belijdenissen komen vaak gedoseerd, meerdere
48
met de “besnijdenis van het hart”, wat herhaald wordt door Paulus (Jer. 4:4; Rom. 6:3-6; Gal. 2:20; 6:14-16; Kol. 2:11-15). “Besnijdt u den HEERE en doet weg de voorhuiden uwer harten, gij mannen van Juda en inwoners van Jeruzalem! opdat Mijner grimmigheid niet uitvare als een vuur, en brande, dat niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen…” “In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus; Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden, en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende;Uitgewist hebbende het handschrift, dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende; En de overheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld, en heeft door hetzelve over hen getriomfeerd.” Vs. 4b Ook wij hebben de “wassingen met het water van Gods Woord” nodig. Een dagelijkse noodzaak om het geweten en onze wandel in deze wereld rein te bewaren (Ef. 5:26;1 Pet. 1:22; 3:21). Vs. 4c Met zout ingewreven betekende dat de Heilige Geest de pasgeborene wil bewaren voor het bederf dat in deze wereld ons allen omringt en bedreigt. Wij mogen onszelf – in de navolging van Christus – zowel als een spijsoffer als een Gode welaangenaam brandoffer aan de Heere aanbieden. Het duidt op een totale toewijding en overgave van hart, ziel, verstand, wil en leven. Alleen dàn leren we Gods wil voor ons leven kennen (Rom. 12:1,2; Lev. 13-16; 2 Kon. 2:21; Mat. 5:13; 9:49; Kol. 4:6). Vs. 4d Met “windselen” omwonden duidt op de noodzakelijke bescherming van het pasgeboren nieuwe leven van Christus. Het ziet op de Heere Jezus Zelf, die de Gestalte van een mens aangenomen heeft om Zich in ons leven in te leven, maar zonder zonde. “Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen. Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen. Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde” (Heb. 2:18; 4:15). 13
De betekenis van “windsels”
Jes. 55:1 O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!”
gij van de HEERE, uw God, gevraagd hebt op de Horeb, op de dag der samenkomst, toen gij zeidet: Ik wil niet langer de stem van de HEERE, mijn God, horen en dit grote vuur niet langer zien, opdat ik niet sterve. Toen zeide de HEERE tot mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben; een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied. De man, die niet luistert naar de woorden welke hij in mijn naam spreken zal, van die zal Ik rekenschap vragen. Maar een profeet, die overmoedig genoeg is om in mijn naam een woord te spreken, dat Ik hem niet gebood te spreken, of die in de naam van andere goden spreekt – die profeet zal sterven. Wanneer gij nu bij uzelf mocht zeggen: Hoe onderkennen wij het woord dat de HEERE niet gesproken heeft? – als een profeet spreekt in de naam des HEEREN en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit, dan is dit een woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; in overmoed heeft de profeet het gesproken, gij zult voor hem niet vrezen.”
1 Kor. 3:2 “Ik heb u met melk gevoed, en niet met vaste spijs; want gij vermocht toen nog niet; ja, gij vermoogt ook nu nog niet.”
Dit Bijbelgedeelte gaat over waarzeggerij en profetie. Lees het ook eens in de vertaling van Het Boek.
Heb. 5:12 “Want gij, daar gij leraars behoorde te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node, dat men u lere, welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, als die melk van node hebben, en niet vaste spijze.”
Wat we moeten realiseren in de strijd tegen Satan;
Heb. 5:13 “Want een iegelijk, die der melk deelachtig is, die is onervaren in het woord der gerechtigheid; want hij is een kind.”
* Johannes 19:30, ”Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zeide Hij: Het is volbracht!”
1Pet. 2:2 “En, als nieuwgeborene kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen;”
* 1 Johannes 3:7 en 8, ”Kinderkens, laat niemand u misleiden. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is; wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginnen. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbeken zou.”
Ook de Heere Jezus was in een kribbe in “windselen” gelegd en ontving zorg van Jozef en Maria, zoals geestelijk pasgeborenen dat van hun geestelijke vaders en moeders behoren te ontvangen. De voogden en verzorgers (Gal. 4:1-3) zijn verantwoordelijk voor het verschonen van hun geestelijke kinderen. Zij geven het juiste en aangepaste voedsel, de “redelijke, onvervalste melk” en later, bij het volwassen worden, de “vaste spijs”. Jes. 28:9, “Wien zou Hij dan de kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden van de melk, den afgetrokkenen van de borsten?”
Bescherming tegen de “wereldgeesten” Wedergeboren jonge gelovigen dienen beschermd te worden tegen de invloeden van de wereldgeesten en de verleidingen van valse leraars, maar behoren ook gewaarschuwd te worden tegen de begeerten van het eigen vlees en hoe ze daarmee behoren om te gaan. Het vlees staat immers tegenover de Geest, zodat we vaak niet doen wat we in gehoorzaamheid aan Christus willen doen (Rom. 7:14,15). Gal. 5:17 “Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wilde.” 14
* De Heere Jezus Christus heeft aan het kruis de volkomen overwinning behaald.
* Kolossenzen 2:13-15, ”Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen. Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.”
47
Een ander voorbeeld: Aad moest spreken op een conferentie op Curaçao voor evangelisten. Zijn lezing ging over de machten en krachten van het rijk van Satan. Aad is de nacht voor de lezing aangevallen door gedrochten. Het was afschuwelijk, maar hij ervoer heel sterk de kracht, bescherming van genade van de Heere Jezus Christus tijdens deze aanval. Alles ging mis tijdens deze conferentie. Er waren van de hele conferentie geluidsbanden opgenomen. De band van de lezing over het occultisme was niet gelukt, de reden kon men niet achterhalen. Alle computers deden het niet tijdens deze lezing, alles moest handmatig door de evangelisten worden genotuleerd. Er was een duidelijke grote geestelijk strijd gaande. Satan wilde niet dat de dingen van zijn rijk werden ontmaskerd. De Heere is overwinnaar, de conferentie was een grote zegen. Dit zijn voorbeelden om bang van te worden. Dat is niet nodig, want in al deze situaties ervoer Aad de bescherming, genade en kracht van de Heere Jezus. De Heere Jezus Christus staat altijd tussen Zijn volgelingen en satan in de geestelijke strijd. Er is wel strijd, maar in Christus zijn we meer dan overwinnaar. Want Christus heeft de machten en krachten openlijk tentoongesteld. Hij is de overwinnaar over Satan. Vervolgens zegt God wat Hij van ons wil. De teksten Leviticus 19:4a tot en met 1 Johannes 5:21. Ezechiël 14:7. De Heere roept ons hier op heel bewust alle occulte zaken bewust de rug toe te keren. We moeten ons daar nooit mee inlaten. Deuteronomium 18:9-22, ”Wanneer gij gekomen zijt in het land dat de HEERE, uw geven zal, dan zult gij niet leren doen naar de gruwelen van die volken. Onder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar, geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet, is de HERE een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de HEERE, uw God, hen voor u weg. Gij zult onberispelijk staan tegenover de HEERE, uw God; want deze volken, die gij verdrijven zult, luisteren naar wichelaars en waarzeggers, maar u heeft de HEERE, uw God, dit niet toegestaan. Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de HEERE, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren. Juist zoals 46
Gal. 5:24 “Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden.” Gal. 6:8 “Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien.” Ef. 2:11 “Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werd van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt…” Fil. 3:3 “Want wij zijn de besnijding, wij, die God in den Geest dienen, en in Christus Jezus roemen, en niet in het vlees betrouwen.” Het vlees (in feite onze “oude mens” met zijn werken) moet dus niet gevoed worden met allerlei begeerlijkheden van deze wereld. We mogen van de aardse dingen genieten, maar ons er niet door laten afhouden van de dienst aan de Heere Jezus (Rom. 13:14; Gal. 5:16,24; Ef. 4:22; 1 Tim. 6:9; 2 Tim. 2:22; 3:6; 4:3; Tit. 3:3; 1 Pet. 1:14; 2:11; 4:2,3; 2 Pet. 2:18; 3:3; Judas vs 16,18; 1 Joh. 2:16,17). Vs. 5 Medelijden en bewogenheid openbaart zich door het beoefenen van herderlijke zorg aan geestelijke zuigelingen. Deze geestelijke verzorgers en voogden hebben tot taak de pasbekeerde te leren hoe hij/zij het verleden achter zich kan laten om vooruit te kijken naar de toekomst van en met de Heere Jezus (Heb. 12:2-5; Fil. 3:14). Juist omdat er zo weinig herderlijke zorg is, voelen jonge mensen die de Heere Jezus echt willen volgen, zich in de kou staan (laat het maar “overwinteren en overzomeren”, wordt er vaak gezegd in “zware” kringen). Hierdoor lopen deze jongeren gevaar af te glijden in gelijkvormigheid aan de wereld of ten prooi vallen aan een kritische en wettische werkheiligheid. Het kenmerk hiervan is vaak een zeer kritische geest en een gebrek aan zelfkennis. Bovengenoemde gevaren kunnen voorkomen worden door de Heere Jezus te vragen naar de gave van de “onderscheiding der geesten”. Die gave ontwikkelt zich echter alleen wanneer we onze zintuigen oefenen door Bijbelstudie en Godsvrucht (Gal. 5:1-13; 6:3-5; Ef. 4:14,15; Heb. 5:11-14).
15
De gevolgen van een tekort aan herderlijke zorg Het gevolg van een tekort aan herderlijke (pastorale) zorg is dat met name jonge gelovigen vaak trots en ongezeglijk worden en veel te vroeg verantwoordelijkheid op zich nemen of krijgen, waardoor satan voordeel kan behalen (1Tim.3:6; 2Tim.3:2-5). Men vraagt raad aan jongeren, terwijl de raad van ouderen, meer wijze mensen, wordt genegeerd (2Kron. 10:13,14). Dit leidt meestal tot onrust en scheuring onder gelovigen en vaak is het een invalspoort voor verkeerde geesten, een andere Jezus, Geest en Evangelie (2Kor.11:3; Kol.2:8; 20-23; Jes.58:1-4; Luk.18:12; Mat.9:14). Dit gebrek aan zorg voor de ziel en geest, wil en verstand, gevoel en rede, leidt vaak tot valse zielservaringen, dromen, visioenen. Dat komt doordat de ziel niet meer onder de tucht van de Heilige Geest en Gods Woord staat (1Thes.5:23). Hierdoor bevinden deze gelovigen zich op woestijngrond en kunnen te maken krijgen met schorpioenen, slangen en allerlei ander geestelijk ongedierte. Zonder de Heere Jezus is er geen verlossing uit deze strik. Alleen als het Woord weer centraal komt te staan is er bevrijding, zoals de Heere Jezus in die woestijnverzoeking heeft getoond (Mat. 4:1 vv; Mrk. 1:12; 1 Kor. 10:10; Hos. 4:9-12; 4:4-7). Vs. 6 Daarom zendt God, temidden van al die verzoekingen, verwarring en gebrek aan geestelijke zorg, Zijn Zoon, onze Heere Jezus, in de woestijn van ons dagelijks leven. Door middel van Godsgezanten als Ezechiël en andere profeten, herders, evangelisten en Bijbelgetrouwe leraars, worden tobbende gelovigen gediend, gevoed, gewassen en van het verleden bevrijd. In de prediking en pastorale zorg worden het vlees en alle gedachten die zich verheffen tegen Gods Woord en Geest, onder en op het kruis gebracht. Dat gebeurt dan ook in dit vers. De betekenis van de doop en de “wassingen van het water door het Woord” mogen bij dit onderwijs niet vergeten worden, want de handeling is het antwoord op de vraag naar een goed geweten voor God.
te doen. Als wij ons hiervoor beschikbaar stellen, zal de Heere ons ook geschikt maken. We moeten hiervoor verbonden zijn en blijven met de ware wijnstok, de Heere Jezus. Belangrijke Bijbelteksten Lees de genoemde Bijbelteksten goed door! * Johannes 8:31-32. Als we in Christus blijven en Zijn woord onderzoeken, dan zijn wij Zijn discipelen en dan zullen we Zijn waarheid verstaan. Zijn waarheid maakt vrij. Daar mogen we op vertrouwen. We mogen de Heere steeds weer vragen of Hij door zijn Geest de waarheid in Zijn Woord aan ons wil openbaren. * Deuteronomium 17:3-4. We mogen de zon, de maan en de sterren niet als een god verheerlijken. We mogen ook geen andere dingen als God gaan aanbidden. Dit moeten we ernstig onderzoeken. Denk hierbij ook aan hangertjes met sterrenbeeld. Ga het huis eens door en kijk of er afgodsbeeldjes in huis staan, soms gekocht op een markt, uitheemse kunst bijvoorbeeld. Zonder dat we het weten kunnen we daarmee het occulte in ons huis halen. Deze dingen staan ons geestelijk leven in de weg. Wijs er ook andere wedergeboren mensen op, met het Woord van God. * In Psalm 119:29,30, 119 en 130 en in Efeziërs 5:11 worden we gewezen op onze eigen verantwoordelijkheid. De Heere verwacht dit van Zijn discipelen. * Psalm 119:130. God laat ons door Zijn Woord zien waar we te maken krijgen met dingen van de duisternis. Wat een zegen, dat te weten . * Efeziërs 5:11. Als we de dingen van de duisternis gaan ontmaskeren, dan begint de geestelijke strijd. Satan wil niet dat we dingen van de duisternis ontmaskeren en aan het licht brengen. Voorbeelden:
1Pet.3:20,21 “Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, als de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water. Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is van de vuiligheid van het lichaam, maar die een vraag is ener goede consciëntie tot God, door de opstanding van Jezus Christus.”
16
Hij werd deze ochtend wakker uit een benauwde, angstige droom. Dat heeft hij nooit. Hij is op zijn knieën gegaan en heeft de Heere gevraagd waarom hij zo angstig had gedroomd. Ineens kwam in zijn gedachten dat hij vanavond de les over occultisme moest door geven.
45
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 4
Occultisme en Bijbelse voorlichting
De aflegging van de “oude mens met zijn werken”
Het is noodzakelijk voor een pastoraal werker om de achtergronden, vormen en gevolgen van ’t occultisme te leren kennen, opdat men weet:
Israëls geschiedenis en de aan hen gegeven wet is voor ons christenen een soort spiegel van ons eigen geestelijk en praktisch leven (Jak. 1:22-25). Die geschiedenis heeft alles te maken met “het afleggen van de oude mens met zijn werken”. Alleen dan kan er sprake zijn van “handoplegging”. Dat gebeurt nadat iemand bekendheid heeft gekregen vanwege zijn of haar toewijding aan Christus. We zien dat in het leven van Jozua, Timotheus, Paulus etc. (zie o.a. de functie van handoplegging in zowel het Oude- als het Nieuwe Testament).
* Wat de persoon die je begeleidt moet belijden * Waarvan de persoon die je begeleidt zich moet afwenden * Maar ook waarom deze twee bovenstaande dingen gebeuren moeten Handelingen 26:18, “Om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God.”
Het effect van handoplegging Er moeten twee dingen gebeuren: * Bekering uit de duisternis tot het licht. * Bevrijding van demonische machten gaat vooraf aan Gods bescherming. Mensen die tot bekering zijn gekomen, worden door de genade van God wedergeboren mensen. Als we Christus leren kennen worden we andere, vernieuwde mensen. Efeze 4:20, “Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen.” Hoe we anders moeten zijn staat in Efeze 4:17-32, wat gaat over de nieuwe levenswandel. We moeten ons oude leven, met zijn zonden en gewoonten en andere zaken afleggen en de dingen van de nieuwe mens aandoen. Ook als wedergeboren mensen kunnen we gebonden blijven aan de macht van satan als we de oude mens niet afleggen. In de groei van ons geestelijk leven laat de Geest van God ons steeds weer zien welke dingen we nog moeten afleggen. Welke oude zonden, gewoonten enz. We kunnen het ook lezen in Gods Woord. Als satan merkt dat een mens hem ontglipt, zal hij alles doen om de mens weer bij hem terug te krijgen. Hij zal steeds weer proberen ons te verleiden tot de dingen van ons oude leven. Hij zal proberen ons gebonden te houden aan de dingen van ons oude leven. Als we in Christus zijn dan zal Hij ons helpen ons oude leven af te leggen. Wij moeten daartoe bereid zijn, ons beschikbaar stellen. We moeten het diepe verlangen hebben onze oude mens af te leggen en de nieuwe mens aan 44
Soms is het effect van die handoplegging dat men met meer vrijmoedigheid gaat getuigen van Gods genade in Christus. Op andere momenten heeft het de betekenis van (h)erkenning en vereenzelviging, zodat men met meer autoriteit kan spreken en dienen of om aan te geven dat er inderdaad een roeping was om als geroepen arbeider in Gods wijngaard uit te gaan (Hand. 13:3; Gal. 2:9; 1Tim. 4:14; 5:22; 2 Tim. 1:6). Num. 27:23. “En hij legde zijn handen op hem, en gaf hem bevel; gelijk als de HEERE door den dienst van Mozes gesproken had.” Deut. 34:9 “Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van den Geest der wijsheid; want Mozes had zijn handen op hem gelegd; zo hoorden de kinderen Israëls naar hem, en deden gelijk als de HEERE Mozes geboden had.” Num. 27:18 “Toen zeide de HEERE tot Mozes: Neem tot u Jozua, den zoon van Nun, een man, in wien de Geest is; en leg uw hand op hem…” 1Tit. 4:14 “Verzuim de gave niet, die in u is, die u gegeven is door de profetie, met oplegging der handen des ouderlingschaps.” 2Tim. 1:6 “Om welke oorzaak ik u indachtig maak, dat gij opwekt de gave Gods, die in u is, door de oplegging mijner handen.” Heb. 6:2 “Van de leer der dopen, en van de oplegging der handen, en van de opstanding der doden, en van het eeuwig oordeel.”
17
Het overdragen van een vloek of verkeerde geest Handoplegging kan echter ook gevaar opleveren, omdat op die manier ook een voorouderlijke vloek of een verkeerde geest kan overgedragen worden! Dat leren we o.a. uit Lev. 24:14, waar de vloeker zijn gedachten verontreinigd had maar, wanneer anderen erbij waren en door de omgang met hen, ook de individuele leden van Gods volk verontreinigd konden worden (Lev. 5:1). Door deze schuld, moest er een schuldoffer gebracht worden zodra men zich van de schuld bewust was geworden. De aanwijzingen vanuit het Oude Testament zien we ook gerelateerd met het Nieuwe Testament, o.a. in Mat. 18:17,18. “Breng den vloeker uit tot buiten het leger, en allen, die het gehoord hebben, zullen hun handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering stenigen”, en in het Nieuwe testament geldt: …”hij zei u tot een heiden en tollenaar…” De “woorden van Geest en leven” die de Heere Jezus heeft uitgesproken en nog steeds door Zijn Woord en Geest tot ons spreekt tijdens het lezen van de Bijbel en in onze gedachten en herinnering, reinigen, herstellen en brengen de relatie met God en mensen in harmonie met Gods wil. Dat Woord zorgt ervoor, onder de werking van Gods Geest, dat we als “kinderen van het licht” wandelen in deze donkere wereld (Joh. 6:63; Ef. 5:1,1,8,11-21).
De Heere Jezus heeft de macht om mensen van de dood in het leven te brengen. Hij roept: Lazarus kom naar buiten, Hij roept Lazarus terug uit de dood in het leven. Zo reinigt de Heere Jezus met Zijn bloed de mensen van occulte besmetting en bevrijdt Hij ze in Zijn Naam van demonische machten. Hij zegt echter tegen de mensen die er bij zijn: Rol de steen weg. Een steen wegrollen kunnen wij zelf. Wat wij zelf kunnen, moeten we ook doen. Als Lazarus uit het graf komt, kan hij niet veel beginnen, zijn voeten en handen zijn gebonden en er is een zweetdoek voor zijn gelaat. Jezus zegt: Maak hem los. Zo mogen wij ook mensen die gebonden zijn, pastoraal begeleiden. We mogen ze helpen de dingen waardoor ze gebonden zijn los te maken. We mogen ze wijzen, met behulp van Gods Woord, op de dingen uit hun oude leven, hun oude zonden, het wettisch denken enz. We mogen ze pastoraal begeleiden om die dingen af te leggen en nieuwe dingen, de dingen van de Heere aan te doen. Wanneer er besmetting is van occulte zaken dan moeten deze mensen altijd gereinigd worden door het bloed van de Heere Jezus Christus. Hier kunnen we biddend achter komen, de Geest van God zal het ons openbaren.
Vs. 7a Deze herderlijke zorg wordt in feite door de Heere Jezus Zelf verricht, zij het dat Hij daarvoor “profeten, herders, leraars en evangelisten” gebruikt (Ef. 3:8; 4:11-13; 1 Tim. 4:15,16). Maar deze arbeid betekent niet dat er geen stagnatie in de geestelijke groei kan zijn. Er moet op toegezien worden dat de gelovige “bekleed wordt met Christus”, of zich ervan meer bewust gaat worden dat dit zo is. Christus woont in hem/haar na het ontvangen van de Heilige Geest (Ef. 1:13), maar er is gebed voor nodig om dat in praktijk te laten functioneren, zodat het hele levenshuis ook echt helemaal onder controle van de Heere Jezus staat (Ef. 3:14-21). Wanneer dat (nog) niet het geval is, loopt men gevaar hoogmoedig te worden en de eerste liefde te verlaten, waardoor de kandelaar van het getuigenis dreigt weggenomen te worden, ondanks het bezitten van de gave van onderscheiding van geesten! (Opb. 2:1-5). De volle blijdschap zal in dat geval verdwijnen en een hardvochtige en kritische levenshouding komt ervoor in de plaats (Jes. 9:2; Gal. 4:19,20; 5:4,7,8,12-15).
18
43
Bij dit zelfonderzoek krijgen de bevrijde mensen vaak schuldgevoelens. Dan is het zaak dat we in het pastoraat wijzen op de vergeving die er is in Christus voor alle onze zonden. We mogen de bevrijde mens met zijn ballast brengen bij de voet van het kruis. Kan een wedergeboren gelovige gebonden of besmet zijn? * Een wedergeboren mens kan ook besmet raken als hij zich inlaat met occulte zaken. Denk aan magnetiseurs, acupunctuur, Yoga en vormen van alternatieve geneeswijze enz. enz. De rust en de vrede van God zal verdwijnen uit het hart.
Vs. 7b Wanneer er in dit vers gesproken wordt over het groeien van haar en het vast worden van de borsten, duidt dat op geestelijke volwassenheid. Men wordt in staat geacht ook anderen te onderwijzen, van voedsel te voorzien. Maar toch ontbreekt een echt intieme relatie tot Hem Die tot deze geestelijke volwassenheid heeft gebracht. Zo was het in de geschiedenis van Israël onder het leiderschap van Mozes, Jozua en later onder de Richters en koningen. De meesten van Gods volk openbaarden geen diepe relatie met de Heere God, zoals veel christenen dat vandaag de dag door teveel afhankelijkheid van “voogden en verzorgers” ook missen. Een nieuwe aanraking van Gods Geest
* Er komt onrust. Van deze besmetting kunnen wedergeboren mensen gereinigd worden door het bloed van de Heere Jezus Christus. De Heere altijd vragen of Hij met Zijn Geest duidelijk wil maken of er occulte besmetting heeft plaatsgevonden. Als we in Christus zijn dan zal Hij het altijd openbaren!
Er is vaak een nieuwe aanraking van God en Zijn Heilige Geest nodig om tot een (hernieuwd) besef te komen dat men lange tijd “benedenmaats” heeft geleefd. Er is het gevoel dat men niet aan het plan dat God met ons heeft beantwoordt.
* Een mens die tot bekering komt en door genade wordt wedergeboren, kan nog besmet zijn door occulte zaken uit het oude leven. Ook hiervan vindt de reiniging plaats door het bloed van de Heere Jezus. Soms weten mensen niet of er in het verleden een occulte besmetting heeft plaatsgevonden. Ook hier de Heer vragen of Hij met Zijn Geest duidelijk wil maken of er in het verleden een besmetting heeft plaatsgevonden.
Gelovigen moeten leren beseffen dat ze de “bruid van Christus” zijn. Met name de gelovige vrouw mag in haar lange haar de kracht laten zien van de afhankelijkheid van genade en zorg en in haar kleding de toewijding aan Christus. Dat kan gestalte krijgen in o.a. het wandelen in de “goede werken die tevoren bereid zijn” door de Heere Jezus (Ef. 2:10; Tit. 2:1415; 3:8; Opb. 19:6-10).
* Een wedergeboren mens kan gebonden zijn door dingen uit het oude leven, oude zonden, oude gewoontes, het slavenjuk zoals beschreven in de Gelaten brief (wettisch denken) enz. Dit is een binding van satan.
Vs. 8 Historisch gezien, maar wat ook zichtbaar is in het leven van al Gods kinderen, gaat het er de Heere Jezus om dat Zijn heerlijkheid in ons leven gezien wordt. Het gaat erom dat de Heere Jezus “Gestalte in ons krijgt” door de heerlijkheid die Hij op ons legt en naar buiten zichtbaar wil maken. Wanneer we ons meer bewust worden van Gods bedoeling met ons leven, zal er een intiemere relatie met Christus ontstaan.
In Johannes 11:1-44 lezen we over de opwekking van Lazarus. In Johannes 11:39ª staat geschreven: ”Jezus zeide: Neemt de steen weg!” En in Johannes 11:41-44; ”Zij namen dan de steen weg. En Jezus sloeg de ogen opwaarts en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij verhoord heb. Zelf wist Ik, dat Gij Mij altijd verhoort, maar ter wille van de schare, die rondom Mij staat, heb Ik gesproken, opdat zij geloven, dat Gij Mij gezonden hebt. En na dit gezegd te hebben, riep Hij met luider stem: Lazarus, kom naar buiten! De gestorvene kwam naar buiten, de voeten en de handen gebonden, met grafdoeken, en er was een zweetdoek om zijn gelaat gebonden. Jezus zeide tot hen: Maak hem los en laat hem heengaan.”
42
“Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft, om te geven verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus” (2 Kor. 4:6). 2Kor. 3:7 “En indien de bediening des doods in letteren bestaande, en in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzo dat de kinderen Israëls het aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien, om de heerlijkheid zijns aangezichts, die te niet gedaan zou worden.”
19
2Kor. 3:13 “En doen niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht leide, opdat de kinderen Israëls niet zouden sterk zien op het einde van hetgeen te niet gedaan wordt.” Geen nieuwe doop met de Geest nodig! Na het ontvangen van Gods Geest bij de wedergeboorte, want zonder die Geest ben je nog “in het vlees” en behoor je Christus nog niet toe (zie Rom. 8:8,9), kan het zijn dat iemand bemoedigd, of “gezalfd” moet worden om bekrachtigd te worden om van de Heere Jezus te getuigen. Dat kan gebeuren door de rechterhand der gemeenschap of door handoplegging, maar ook door een innerlijke en uiterlijke bevestiging van bovenaf die voor iedereen zichtbaar is, zoals op de Pinksterdag gebeurde. Dat is dan geen nieuwe doop met of in de Geest, want dat gebeurde reeds bij de wedergeboorte, maar een nieuwe bemoediging en bekrachtiging.
* Paranormale gaven bezitten * Vaak aan te geven wanneer het begonnen is Wanneer deze kenmerken aanwezig zijn, dan is het haast altijd zeker dat we te maken hebben met occulte bezetting. Deze bezetting moet verbroken worden in de Naam van de Heere Jezus Christus. Bevrijding van bezetting door demonische machten In de eerste plaats moet er bij de mensen die bezet zijn het verlangen zijn om van deze bezetting af te komen. Niet alleen een verlangen, maar ook een WILLEN. Mensen die bezet zijn geven wel aan dat ze bevrijd willen worden, maar op het moment van bevrijding, willen ze het (soms) niet.
Er moet ook een verlangen zijn om de Heere Jezus aan te nemen, dus het verlangen naar bekering. Dan pas kunnen we overgaan tot het bevrijden van de demonische machten in Naam van de Heere Jezus Christus.
Nadat de bevrijding heeft plaatsgevonden is het van het grootste belang dat de persoon pastoraal begeleid wordt. De bevrijde mens is in een ruimte gekomen, waarmee ze niet weten om te gaan. De ruimte is te groot. Vaak jarenlang hebben ze in de gevangenschap verkeerd van de bezetting door de demonische machten. De vrijheid die ontstaat na de bevrijding is te groot, daar weet men geen raad mee. We moeten dus niet denken dat met de bevrijding van demonische machten het werk af is. Het begint dan pas.
Er moet bekering plaatsvinden. De bevrijde mens moet een persoonlijke keuze maken voor de Heere Jezus als Heer van het leven. We kunnen daarin pastoraal begeleiden. De bekering is en blijft echter een persoonlijke zaak.
Er moet met de bevrijde mens aan zelfonderzoek gedaan worden. We moeten samen met de bevrijde mens uitzoeken welke dingen afgelegd moeten worden.
Op het moment dat iemand wedergeboren wordt, in feite opgenomen wordt in Gods familie, dan is hij of zij “gedoopt tot één Lichaam”, dat van de Heere Jezus, Zijn Gemeente (1 Kor. 12:13). Die nieuwe bekrachtiging is dan niets anders dan een hernieuwd bewustzijn van de hoge roeping die de Gemeente als bruid heeft en elk lid in het bijzonder als priester en koning. Een hernieuwd bewustzijn dat er in het huis van de Vader een plaats bereid is en de gelovige christen een erfgenaam van de belofte is. Vrijwillige heiliging en overgave Dit bewustzijn creëert automatisch een hogere mate van heiliging en overgave, niet wettisch, maar vrijwillig. De heerlijkheid die men dan in zo’n iemand gaat zien, is een bewijs dat er een diepere gemeenschap met de Heere Jezus, de Vader en de heilige Geest is ontstaan. Vaak is men zich van deze diepere heiliging niet eens bewust, totdat men er iets van zegt, zoals dat bij Mozes het geval was. Ex 29:43. “En daar zal Ik komen tot de kinderen Israëls; opdat zij geheiligd worden door Mijn heerlijkheid.” Num. 27:20 “En leg op hem van uw heerlijkheid, opdat zij horen, te weten de ganse vergadering der kinderen Israëls.”
20
Vaak zijn er boeken, CD’s, grammofoonplaten, afgodsbeeldjes, amuletten enz. in huis, die nog te maken hebben met het oude. De boeken niet meegeven met het oud-papier, ze moeten verbrand worden. Ook deze dingen niet brengen naar de Kringloopwinkel, ze moeten vernietigd worden!!!!!! 41
bloed van de Heere Jezus Christus. Als er geen reiniging plaatsvindt dan is er sprake van bezetting, daar lopen we dan vanzelf tegenaan. Laat je hierin altijd biddend leiden door de Geest van God. Onthoudt goed dat het 9 van de 10 keer gaat om besmetting. Voorbeeld 2: Er kwam een vrouw bij hem die het verlangen had de Heere Jezus te aanvaarden als Heiland en Heer. Aad zag dit verlangen ook in de ogen van de vrouw. Na een intensief gesprek, waarin het verlangen duidelijk naar voren kwam en waarin Aad haar had verteld wat ze moest bidden om de Heere in haar hart toe te laten, gingen ze beiden op de knieën. Op het moment dat de vrouw de woorden wilde uitspreken, stond ze op en zei dat ze het niet kon. Ze wilde het zo ontzettend graag, dat verlangen bleef zichtbaar in haar ogen. Opnieuw gingen ze op de knieën, en weer op het moment dat de vrouw de woorden wilde uitspreken of de Heere in haar hart wilde komen, sprong ze op en zei dat ze het niet kon. De derde keer gebeurde hetzelfde. Ze wilde het zo graag, maar ze kon de woorden niet over haar lippen krijgen. Aad sprak met de vrouw af dat ze een andere keer terug zou komen. Toen de vrouw de deur uitliep, ging de telefoon en haar moeder meldde zich. De moeder zei tegen Aad: “Mijn dochter heeft de Heere Jezus niet aangenomen, dat weet ik.” Aad vroeg hoe zijn dat zo kon weten. De vrouw vertelde dat haar moeder een medium was en haar dochter als baby had opgedragen aan satan. Aad is hier intens voor gaan bidden. Hij heeft de vrouw weer opgebeld. Het verlangen om de Heere Jezus aan te nemen was in haar stem te horen. Er werd een afspraak gemaakt en tijdens het gebed heeft Aad in de Naam van de Heere Jezus de demonische machten verbroken. De vrouw werd bevrijd van deze machten en daarna is ze tot het geloof in de Heere Jezus gekomen. Bij bezetting is altijd bevrijding nodig! Kenmerken van occulte bezetting * Problemen met Bijbellezen * Problemen met bidden * Problemen in de samenkomst aanwezig te zijn 40
Ef.1:17 “Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis…” Ef. 1:18 “Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen.” Ef. 3:13 “Daarom bid ik, dat gij niet vertraagt in mijn verdrukkingen voor u, hetwelk is uw heerlijkheid.” Ef. 3:16 “Opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendige mens.” Kracht en moed om te getuigen Deze (hernieuwde) ervaring van Gods heerlijkheid en genade geeft nieuwe kracht in de bediening. Het geeft een intense vreugde om Christus als Heere te dienen, te volgen en te gehoorzamen. Door toewijding en gebedsleven worden zondige neigingen in de kracht van de Heilige Geest beheerst en Gods Geest geeft leiding aan de eigen geest door middel van het denken en willen. De emoties staan onder controle en hebben niet meer de leiding en het vlees is onderworpen aan Gods Geest en staat niet meer tegenover Gods aanwijzingen en begeren. De vrijmaking van de macht der zonde De menselijke wil is bij een totale overgave aan Christus in principe vrijgemaakt van de macht der zonde, maar niet uitgeschakeld of gebroken, maar vrijwillig, door een daad van overgave, onderworpen aan Gods goede en heilige wil (Rom. 12:2; Fil. 2:13; 3:8-16). Vs. 9a Na die hernieuwde arbeid van Gods Geest is er dus een dieper bewustzijn van de positie waarin we gebracht zijn, die van een bruid tegenover haar bruidegom. Wederzijdse liefde straalt er aan alle kanten vanaf, zodat het iedereen opvalt dat er iets wezenlijks veranderd is in het leven van Gods kind. Dit alles werd tot stand gebracht door “het badwater van het Woord” (niet de waterdoop of besprenkeling), zodat we ons bewust zijn dat we “geworteld zijn in de liefde van Christus” (1 Pet. 1:22; Ef. 5:26; Kol. 1:23; 2:2; 3:16; Ef. 4:17-19; Joh. 15:3-7;14-17).
21
Vs. 9b Het is nodig dat ook wij ons meer bewust worden van het feit dat we, evenals die bruid in Ezechiël 16, bij onze wedergeboorte zowel “verzegeld als gezalfd” zijn met Gods Geest (2 Kor. 1:21; Ef. 1:13). Het ontvangen van die Geest gebeurt door de inblazing van God in ons leven, en is het werk van de God de Vader en God de Zoon tezamen. Het is een Goddelijk werk wat bij ons geloofsgehoorzaamheid en toewijding aan Christus bewerkt, wat als kenmerk heeft dat we in staat gesteld worden zelfs vijanden te vergeven en voor hen te bidden (Joh. 20:21-23; Rom. 12: 14-21). Mrk. 11:25 “En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien gij iets hebt tegen iemand; opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, ulieden uw misdaden vergeve.” Mrk. 11:26 “Maar indien gij niet vergeeft, zo zal uw Vader, Die in de hemelen is, ook uw misdaden niet vergeven.” Joh. 20:23 “Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden.” 2Kor.2:10 “Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want zo ook iets vergeven heb, dien ik vergeven heb, heb ik het vergeven om uwentwil, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan over ons geen voordeel krijge;” Vs.10,11 “Eenmaal gezalfd met vreugdeolie en sieraad ontvangen voor as, Jes. 61:3 “Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikenbomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.”, volgt de wil “om te leven waardiglijk de roeping waarmee we geroepen zijn.”
Voorbeeld 1: Een 7 jarige meisje was ineens erg onrustig en angstig geworden en had nachtmerries. De ouders, vrienden van Aad, belden hem hierover op. Aad vroeg wanneer een en ander was begonnen. De ouders vertelden dat het was begonnen na een vakantie, waarbij ze met iemand van huis hadden geruild. Uit het gesprek kwam het vermoeden naar voren dat er sprake kon zijn van een occulte besmetting, door dingen die te maken hadden met het “ruilhuis”. De ouders kwamen met het kind bij Aad. Hij heeft de Heere gevraagd om inzicht en ook de juiste benadering, want het ging om een kind van 7 jaar. Het kind vond het heerlijk om bij ome Aad op visite te komen en had haar mooiste jurk aan. De Heere God gaf Aad in het hart, hoe het kind benaderd kon worden. Aad zei tegen het meisje: “Wat heb jij een prachtige jurk aan, stel je nu eens voor dat je buiten gaat spelen en in een grote plas valt.” Het kind schrok daarvan en zei: “Maar dan wordt mijn jurk helemaal vies.” Aad zei toen: “Dan moeten we mama maar vragen of ze de jurk wil wassen, dan wordt de jurk weer helemaal schoon.” Het kind was daardoor gerustgesteld. Aad zei toen tegen het meisje: “Weet je waarom je ineens bang bent en zulke nare dromen hebt? Dat komt omdat jouw hartje in het vakantiehuis vies is geworden. Zullen wij de Heere Jezus gaan vragen of Hij jouw vieze hartje wil schoon wassen, net zoals mama een vieze jurk van jou kan schoonwassen.” Het kind wilde dit graag. Aad heeft toen in gebed het kind laten reinigen door het bloed van de Heere Jezus. Het meisje was daarna verlost van haar angst, onrust en nachtmerries!
Ef. 4:1 “Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt;”
Bij besmetting van occulte dingen is er alleen REINIGING nodig door het bloed van Christus.
Fil. 1:27 “Alleenlijk wandelt waardiglijk het Evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen, dat gij staat in een geest, met een gemoed gezamenlijk strijdende door het geloof des Evangelies;”
Occult bezet.
Kol. 1:10 “Opdat gij moogt wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behaaglijkheid, in alle goede werken vrucht dragende, en wassende in de kennis van God;”
Het is niet makkelijk om er zeker van te zijn wanneer er sprake is van besmetting en wanneer van bezetting. Eerst bidden en toetsen of er sprake is van een psychische zaak. Ga er vervolgens altijd eerst vanuit dat er sprake is van besmetting. Begin te bidden voor de reiniging door het
22
Bij bezetting hebben we altijd te maken met demonische machten. Deze machten moeten worden uitgedreven in de Naam van de Heere Jezus.
39
HOOFDSTUK 7
1Th. 2:12 “En betuigden, dat gij zoudt wandelen, waardiglijk Gode, Die u roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid.”
Occult besmet of bezet? Een hernieuwd bewustzijn van Gods liefdevolle genade Mensen kunnen besmet raken nadat ze met occulte zaken in aanraking zijn geweest. Mensen kunnen bezet zijn door demonische machten. Mensen kunnen denken dat ze besmet of bezet zijn. Deze dingen moeten we goed leren ONDERSCHEIDEN. Dit kan alleen door gebed. Men kan denken dat men besmet of bezet is, we kunnen het ook denken van iemand. Het kan helemaal niet gaan om een besmetting of een bezetting, het kan een psychische zaak zijn. Mensen die bijvoorbeeld manisch-depressief zijn, kunnen dingen doen die LIJKEN op demonische bezetting. In het geval van een manisch-depressieve patiënt heeft het niets te maken met occultisme, het is psychisch.
Wanneer we dit hernieuwde bewustzijn van Gods genade en heerlijkheid weer beleven, dan hebben we de verantwoordelijkheid er ons ook naar te kleden, zodat we in geen ding een aanstoot zijn. Rom. 14:13 “Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft.” Rom. 14:20 “Verbreek het werk van God niet om der spijze wil. Alle dingen zijn wel rein; maar het is kwaad den mens, die met aanstoot eet.” 1 Kor.8:9 “Maar ziet toe, dat deze uw macht niet enigerwijze een aanstoot worde dengenen, die zwak zijn.”
Helaas komt het in het pastoraat voor dat manisch-depressieve mensen behandeld worden als bezeten mensen. Dan wordt er grote schade aangericht.
1 Kor. 10:32 “Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken, en der Gemeente Gods.”
Mensen die angst neuroses hebben zijn vaak niet bezet of besmet, bijvoorbeeld een Fobiepatiënt, ook dan gaat het om een psychische zaak.
2 Kor. 6:3 “Wij geven geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening niet gelasterd worde.”
Als deze mensen horen dat ze niet besmet of bezeten zijn dan is het een geruststelling, vaak een bevrijding. De angst neurose en de fobie kan daar zelfs door verdwijnen!
Fil. 1:10 “Opdat gij beproeft de dingen, die daarvan verschillen, opdat gij oprecht zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus;”
Occult besmet. Er is een onderscheid tussen occult besmet en occult bezet zijn. Wanneer iemand occult besmet is, dan behoeven er geen demonische machten uitgedreven te worden. Mensen kunnen besmet raken, verontreinigd raken omdat ze met occulte zaken in aanraking zijn geweest. Dan is er geen sprake van bezetting, maar van besmetting. Iemand de occult besmet is, moet gereinigd worden van deze besmetting door het bloed van de Heere Jezus Christus. Ze moeten als het ware gewassen worden door het bloed van Christus, de vuiligheid van de besmetting van het occulte moet er uit.
38
Vs. 12,13 Deze geestelijke groei, vernieuwing en reiniging zal niet onopgemerkt worden. Toen Israël uit slavernij werd bevrijd, zagen alle volkeren Gods heerlijke kracht en Goddelijkheid. En zo is het ook met Gods kinderen hier en nu. Wanneer we leven in overeenstemming met Gods bedoelingen, Zijn plan met ons ontdekken, dan valt dat op. Er kan vijandschap ontstaan (2 Tim. 3:12, maar ook respect (Hand. 4:32; Hand 5:13), “En van de anderen durfde niemand zich bij hen voegen; maar het volk hield hen in grote achting.” Op deze wijze gaat er een aantrekking- of afstotingskracht van ons uit, voor sommigen is ons getuigenis dan een reuke des levens en voor anderen een reuke des doods ten dode.
23
2 Kor. 2:14-6 “En Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triomferen in Christus, en den reuk Zijner kennis door ons openbaar maakt in alle plaatsen. Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus, in degenen, die zalig worden, en in degenen, die verloren gaan; Dezen wel een reuk des doods ten dode; maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam?” Ef. 5:2 “En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft, en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.” Vs. 14 Wanneer wij met Israël in de eindtijd de Heere Jezus als Koning zien terugkomen om zowel te oordelen als te zegenen en te herstellen, verheugen wij ons wanneer de Heere Jezus alom gevreesd, gediend en geëerd zal worden. De Joden die Hem, hun Messias dus, samen met de volkeren zullen aanschouwen, zullen schrikken en Gods uitverkoren volk zal zich bekeren en met berouw erkennen dat zij hun Heiland en Verlosser hebben gekruisigd (Opb.1:7). Zijn heerlijkheid zal dan opnieuw op Zijn berouwvol volk gelegd worden, zodat alle naties naar de Godsstad Jeruzalem zullen komen om hun gezalfde Koning te huldigen en eer te bewijzen. De vrucht van Gods Geest zal alom zichtbaar worden en vanuit Israël en uit de herbouwde tempel te Jeruzalem in het bijzonder zullen “stromen van levend water” komen. De boom des levens zal tot genezing zijn van de volkeren die God zullen erkennen als Schepper en Heer. Het “eeuwig Evangelie” zal gehoord worden, gepredikt door 144000 Joodse evangelisten. De profetie van Ezechiël zal worden vervuld. Halleluja! Waarschuwing voor onze tijd. Helaas is het met Israël als natie niet gegaan als God gewild had. Die mooi getooide bruid van Ez. 16 wordt ná vers 14 gezien als een bruid die haar Bruidegom is vergeten, ontrouw is geworden! Goddelijke tucht moest er voor zorgen dat ze weer met berouw en boetedoening terugkeert tot haar Bruidegom. De profeet Hosea beschrijft die terugkeer.
Het is genade van onze God dat Hij dingen in het verborgene houdt! Wij hoeven NIETS te weten van het VERBORGENE, omdat we genoeg hebben aan hetgeen de Heere ons heeft GEOPENBAARD, het zichtbare. Wat is geopenbaard door God: * De dingen in de schepping * Zijn Woord Wat is verborgen door God: * Het rijk van satan * De occulte wereld We mogen ons als wedergeboren mensen alleen verdiepen in de dingen van God. We moeten afblijven en ook wegblijven van de dingen van het rijk van satan. Er is op dit moment veel Occultisme in de wereld. Er is een tijdschrift “Koorddanser”, daarin wordt in een nummer beschreven dat er op dit moment 250 soorten occultisme zijn in de wereld. Het is goed te weten wat occultisme is. Het onderscheiden van dingen die met het occultisme te maken hebben is moeilijk. Voor de een zal het occult zijn, de ander vindt het iets onschuldigs. We moeten daar niet krampachtig over doen. We moeten hier biddend mee bezig zijn. De Heere vragen of Hij het aan ons laat zien, of Hij Zijn licht er over wil laten schijnen. Als we in Hem blijven dan zal Hij het ons ook openbaren! We moeten ons nooit laten binden door de dingen van het occultisme!
Geve de Heere God, door de genade van onze Heere Jezus Christus, dat wij zullen voldoen aan onze hoge roeping en niet terugvallen in een leven dat tot oneer van onze Heiland en Verlosser is. Hij heeft ons gekocht met Zijn dierbaar bloed. Laten we dat nooit vergeten. Gered uit de duisternis, getrokken met koorden van liefde tot Zijn wonderbaar licht.
24
37
Deze beweging wil een wereldeenheid, inclusief de kerk. Deze beweging is gericht op RESULTAAT. Er is inmiddels al heel veel resultaat.
Dit staat haaks op wat de BIJBEL zegt: geen RESULTAAT maar VRUCHT. Het herkennen van Occultisme: Op dit moment zijn er in de wereld veel samenkomsten, gericht op gebedsgenezing. Waar gaat het in deze diensten om: * Het resultaat van de genezing? * Het resultaat van de wonderen? * OF gaat het om het VRUCHT DRAGEN! Tegenwoordig is gezondheid een doel op zichzelf geworden. Er bestaat een hele gezondheidscultus. Helaas is dat ook doorgedrongen in de gemeenten van de Heere. Daarom zijn er ook zoveel diensten gericht op gebedsgenezing. Als wedergeboren mens moeten wij een hoger doel nastreven: * God verheerlijken in ons leven * Veel vrucht dragen in ons leven Het wonder van de genezing moet als doel het vrucht dragen hebben en niet als doel genezing. Een ernstige waarschuwing: Veel genezingen gebeuren onder invloed van Occultisme. Gericht op het resultaat van de genezing. We moeten altijd biddend ons afvragen uit welke bron het voortkomt, we moeten het nooit beoordelen op het resultaat van de genezing.
Samenvatting van Ezechiël 16:1-14 vs. 1 Inzicht en zelfkennis verkrijgen wij als we Gods Woord beluisteren en gehoorzamen. vs. 2 Gods Geest ontdekt aan zonden, gerechtigheid en oordeel, maakt nederig (Mat. 7:1; Rom. 14:10). vs. 3 Het kennen van je familiegeschiedenis bewerkt zelfkennis en ootmoed (1 Kor. 10:12; Gal. 6:1) vs. 4 De besnijdenis van hart en vlees blijkt uiterst nodig, maar wordt vaak niet gedaan of geleerd vs. 5 Het gevolg is gebrek aan (zelf)respect en gevoelens van verwerping en eenzaamheid vs. 6 Een geestelijke (her)beleving blijkt nodig en God wil dat geven op gebed en erkenning van schuld vs. 7 Geestelijke groei is het gevolg van de werking van Gods Geest (Fil. 2:13,15; Ef. 4:12-16). vs. 8 Dit wordt soms ervaren als een 2e ontmoeting met God die volle geloofszekerheid bewerkt (Rom.8:15,16) vs. 9 Reiniging van een kwaad geweten gebeurt door water (Gods Woord) en olie (Gods Geest ), zie Heb. 10:22) vs.10 Na dit diepere werk van Gods Geest leren we “Christus aan te doen” (Rom. 13:10-14; Kol. 3:12,14) vs.11 In zulke momenten beleven we de betekenis van “sieraad voor as” (Jes. 61:3) vs.12 Oren worden geopend om Gods wil te verstaan en te doen (Ex. 21:5,6; Jes. 50:5; Gal. 2:20) vs.13 Meelbloem (totale overgave), linnen (heiliging), honig (verlichting) en olie (werk van de Geest) vs.14 Zo krijgt de Heere Jezus Gestalte in ons leven en wordt Zijn heerlijkheid op ons gelegd (Gal. 5:22) vs.15 Maar onszelf centraal stellen bewerkt oordeel en vervallen van de genade (Gal. 5:4-6) Laten we ons dat steeds bewust zijn is mijn bede!
Helaas worden mensen vaak lichamelijk genezen, maar geraken geestelijk in grote nood. Het verborgene is namelijk van GOD: Deuteronomium 29:29, “De verborgen dingen zijn voor de HERE, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen.” 36
25
HOOFDSTUK 5
Ben ik dan al onervaren in het spreken, in kennis ben ik het niet, maar wij hebben die alleszins en in alle opzichten bij u openbaar gemaakt.”
Proclamatie voor bevrijding (J. Bax) Deze Proclamatie kan niet zomaar te pas en te onpas gebruikt worden. Eerst is het nodig dat de betrokkene bereidt is om alle zonden te belijden en te breken met alle ongerechtigheid en Jezus Christus als Heer te willen belijden om Hem te volgen in zijn /haar persoonlijke leven. Opdat duidelijk blijkt dat dit het werk is van de Heilige Geest. (Joh.16:8-9).
Lees dit Bijbelgedeelte ook eens in de vertaling van Het Boek. Paulus waarschuwt hier de gemeente te Korinthe voor de dwaalleraars die een andere Christus prediken, een andere geest en een ander evangelie. Paulus heeft namelijk geconstateerd dat de gemeente te Korinthe hun oren naar deze dwaalleraars laten hangen. Hedendaagse gevaren
Dit is een proclamatie lijst die ik soms toepast in de hulpverlening als ondersteuning aan gebonden mensen daar waar gebondenheid of bezetenheid openbaar komt. Belangrijk is ook dat dit geen “toverformulelijst” is en dat dit wordt gebruikt daar waar waarachtig geloof en toewijding gevonden wordt bij de hulpverleners en, dat zij bevonden worden in een wandel met de Heere Jezus. De letter dood maar de Geest maakt levend (2Kor.3:6). Zie ook het gevaar zoals het gebeurde in Hand. 19:12-17.
Binnen onze gemeenten in Nederland, maar ook wereldwijd, sluipt heden ten dage ook veel binnen. Veel mensen laten ook nu hun oren hangen naar dit valse evangelie. We zullen altijd moeten toetsen aan Gods Woord, of het ware evangelie binnen onze gemeenten wordt verkondigd, de blijde boodschap van het verlossingswerk van Christus.
Verklaring:
Ook nu wordt een andere Jezus verkondigd, een ander evangelie en een andere geest. We moeten het Woord van God en de Heere Jezus goed kennen, om het ware van het onware te kunnen onderscheiden. Wij zijn dus gewaarschuwd!
1. Ik erken dat er maar één ware levende God is (Ex 28:2-3) die bestaat als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. En dat Hij als Schepper en Onderhouder, het Begin en het Einde van alle dingen, alle eer, lof en glorie waard is. ( Op.4:11; 5:9 Jes.43:1,7,21).
Met een andere geest, wordt de geest van satan bedoeld. Dit is een imiterende geest, die de Bijbelteksten verdraait op een listige manier. Als we in Christus zijn en blijven dan wordt het voor ons zichtbaar. Satan is de grote verleider ook in onze tijd.
2. Ik erken Jezus Christus als Heer en ik geloof dat God hem uit de doden heeft opgewekt (Rom10:9),
New Age:
3. Ik geloof dat Hij is gekomen om de werken van de duivel te verbreken (1Joh. 3:8) dat Hij de overheden en machten heeft ontwapend, hen openlijk heeft tentoongesteld en zo over hen heeft getriomfeerd. (Kol.2:15).
4. Ik geloof dat God hierin zijn liefde voor mij heeft bewezen dat toen ik nog een zondaar was, Christus voor mij is gestorven (Rom.5:8).
5. Ik geloof dat Hij mij bevrijd heeft uit de macht van de duisternis en mij overgebracht heeft in het koninkrijk van de Zoon van zijn liefde, in wie ik de verlossing heb, de vergeving van zonden (Kol.1:13-14).
26
Er is op dit moment een beweging in de wereld. Het is geen organisatie. Er is geen leider. Deze beweging heet: NEW AGE. Deze beweging is doortrokken met aspecten van het OCCULTISME. Deze beweging vertoont geen griezelig beeld, het is geen brullende leeuw. Deze beweging is heel menslievend. Deze beweging heeft maar een doel voor ogen: EENHEID en WAARHEID.
De EENHEID onder alle mensen staat voorop. Dit gaat altijd ten koste van de WAARHEID. Dit staat haaks op wat de BIJBEL zegt: LIEFDE EN WAARHEID. 35
Maar ook de volgende factoren zijn belangrijk:
Zelf geloofwaardig zijn; Je bekleden met het harnas der gerechtigheid: Geloof in de Liefde van Christus; De voeten geschoeid met de bereidvaardigheid voor de verkondiging van het evangelie; Het schild des geloofs ter hand nemen: Het Geloof en Zijn woord als bescherming; De helm des heils: onze gedachten laten beschermen en reinigen door Hem en onze gedachten stellen onder Zijn gehoorzaamheid; Het zwaard des Geestes hanteren: Zijn Woord op de juiste wijze gebruiken, geleid door Zijn Geest;
Wat we biddend kunnen doen: Efeze 6:18-20, “En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen. Ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekent te maken, waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken.” Laten we ons aansluiten bij de bemoediging en opdracht van Paulus. Laten we voor onszelf en voor elkaar bidden, opdat we de vrijmoedigheid en de woorden krijgen om het geheimenis van het evangelie op de juiste wijze te verkondigen. Zodat we een gezant van de Heere mogen zijn, Zijn discipelen. Waarschuwing voor misleiding: 2 Corinthiërs 11:1-6, “Och, verdroeg gij een weinig onverstand van mij! Maar dat doet gij ook. Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen. Maar ik vrees, dat misschien zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige (en loutere) toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden. Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel. Ik acht toch volstrekt niet te hebben ondergedaan voor die onvergelijkelijke apostelen. 34
6. Ik geloof dat ik nu een kind van God ben (1Joh.3:1-3) en dat ik samen met Christus in de Hemelse gewesten zit. (Ef.2:6). 7. Ik geloof dat ik door Gods genade gered ben, door het geloof, een gave van God en niet het resultaat van mijn werken. (Ef.2:8). 8. Ik besluit sterk te zijn in de Heer Jezus en in de sterkte van zijn macht. (Ef.6:10) Ik stel mijn vertrouwen niet op het vlees (Fil.3:3), want de wapens van onze strijd zijn niet vleselijk, .maar krachtig voor God, tot afbreking van bolwerken (2Kor.10:4). 9. Ik doe de hele wapenrusting van God aan (Ef.6:10-20) en ik besluit sterk te staan in het geloof om de boze te weerstaan (Jak.4:8). 10. Ik geloof dat de Heer Jezus alle macht heeft in hemel en opaarde (Math.28:18) en dat Hij het Hoofd is van alle overheid en macht. (Kol.2:10). 12. Ik geloof dat satan en zijn demonen geen enkele macht of recht over mij hebben, ook zij zijn onderworpen aan Christus. (Ef.1:19-23). 13. Daarom gehoorzaam ik het gebod de duivel te weerstaan (Jak.4:7). 14. Ik geloof dat ik gekocht en betaald ben door het kostbaar bloed van Jezus Christus. 15. Ik erken, dat ik zonder Jezus Christus niets kan doen (Joh.15:5). 16. Daarom verklaar ik mij geheel afhankelijk van Hem. 17. Ik wil in Christus blijven om veel vrucht te dragen om Hem te verheerlijken. (Joh.15:8). 18. Tegenover de satan en al zijn demonen verklaar ik dat Jezus Christus alleen mijn Heer is (Filip.2:10-11). 19. Ik verwerp alle valse gaven of werken van satan en zijn demonen in mijn leven (2kor.10:4-6).
27
evangelieschoenen hebben harde neuzen! Een bereidvaardige evangelieverkondiger is ook niet zo snel op zijn tenen getrapt. * Het schild des geloofs ter hand nemen, om de brandende pijlen van de boze te kunnen doven * Een schild is ter bescherming. Ons geloof is onze bescherming tegen de brandende pijlen van satan. Ons geloof wordt versterkt als we lezen in Gods Woord. Zijn Woord dient ons eveneens ter bescherming. * Als we geloven, in Zijn Woord lezen en blijven, kunnen we de aanvallen van satan aan. Ons geloof en Zijn Woord geven ons de kracht, onderscheiding en genade om de pijlen van satan te weerstaan. KENMERKEN VAN DEMONIE 1. Gebondenheid, Luk.9:39;Jes.8:19-22 2. Zwijgzaamheid Mark. 9:39
* De helm des heils aannemen Een helm zet je op om je hoofd te beschermen. Onze gedachten worden dagelijks verontreinigd door de dingen van de wereld. Onze gedachten kunnen ons zo dwars zitten, soms gaan ze een kant op die wij helemaal niet willen. Ze zijn vaak zo moeilijk stil te zetten.
3. Verscheurdheid Mark. 9:18,26 4. Ondoordringbaarheid Mark. 9:25
* We moeten dagelijks de Vader vragen of Hij onze gedachten wil beschermen en reinigen door het bloed van de Heere Jezus Christus en onze gedachten onder Zijn gehoorzaamheid stellen.
5. Jeugdtrauma Mark. 9:21 Het heil is onze hoop en zaligheid. 6. Epilepsieverschijnsel Mark. 9:20 7. Zelfmoordgedachten Mat. 17:15
* De hoop dat Hij altijd bij ons is. * De zaligheid van de reiniging door Zijn bloed.
8. Verpletterend gevoel Luk. 9:39
Het is dus een hoofdzaak iedere dag de helm van dat heil op te zetten.
9. Onbeheerst roepen Luk. 9:39
10.Wanhoop Mark. 9:18 11.Verdorringsverschijnselen Mark.9:18 12.Onreine gevoelens Luk. 9:42 13.Zwaar lijden Mat. 17:15
28
Het zwaard des Geestes hanteren Met een zwaard kun je doden. Het zwaard des Geestes is het Woord van God. Het Woord van God brengt leven! Wij moeten het Woord van God op de juiste wijze gebruiken. We moeten op de goede manier omgaan met de dingen van God. Ons gebed moet zijn, dat we daarvoor door Zijn Geest worden geleid. Om veilig te zijn tegen de aanvallen van satan, moeten we ons elke dag bekleden met de wapenrusting Gods. Omgorden met de waarheid: De waarheid van het evangelie 33
Dan worden we beschermd voor de aanvallen van satan. Dit is in de tijd waarin wij leven noodzakelijk. De wereld zit vol vuiligheid, die door satan wordt gebruikt, om ons te verleiden.
Gezindheid van de nazorger(s)
Hoe de wapenrusting Gods eruit ziet
2. Geloof in Gods macht, Mat17:20,Luk.9:41; 1 Kor. 12:9,10
Efeze 6: 14-17, “Stelt u dan op uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.”
3. Autoriteit in Gods Naam, Mat 17:18, onderscheidt ziel en geest
1. Innerlijke ontferming, Mark 9:22
4. Bidden en vasten, Mat 17:21; Luk.9:42 5. Kinderlijk geloof en nederigheid, Mat. 18:4 Oorzaken van machteloze gevoelens
* De lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid
1. Ongeloof en onoplettendheid, Mark.6:6 ;Mark.7:52a; Mark.7:52b
* We moeten de waarheid omgorden. De waarheid van het evangelie. De waarheid dat de Heere Jezus Gods Zoon is, dat Hij de enige weg is tot de Vader, dat Hij voor onze zonden aan het kruis is gegaan. Daarbij moeten we zelf ook geloofwaardig zijn, onze woorden moeten in overeenstemming zijn met onze daden.
2. Geestelijke blindheid, Mark.8:34;Luk.9:23;Mark.9:38,39;Ez.34:8
* We moeten ons bekleden met het harnas der gerechtigheid. Dat heeft te maken met ons geloof en de liefde van Christus. Het geloof zit in ons binnenste, daar moeten wij uit leven. Dan kunnen we ook krachtig zijn in de Heere en in de sterkte zijner macht, zoals in vers 10 staat. De liefde van Christus moet zichtbaar zijn in ons, dat zit aan de buitenkant. Zijn liefde moet door ons heen uitstralen naar de ander. De ander moet in ons Christus weerspiegelt zien.
5. Zelfingenomenheid en jaloezie, Mark.9:5
* De voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes. We moeten bereid zijn te gaan waar de Heere ons wilt hebben. Dat kan ook op plaatsen zijn waar we niet zo graag zijn, dingen die we moeilijk vinden, bijvoorbeeld pastoraat aan occult gebonden mensen.
9. Twistziekte, Luk. 9:62 Luk.11:19
3. Zelfzucht, Mark. 6:6 Mark. 7:52a Mark. 7:52b 4. Geen zelfverloochening, Mark.8:34;Luk.9:23;Ez.34:8,4 Mark.8:38
6. Onoprechtheid, mensenvrees, Mark.9:22; Ez. 34:21; Mark. 9:14 7. Afgoderij met mensen, Luk. 9:46 8. Gebrek aan liefde, Luk. 9:55; Ez.34:8
10. Eerzucht, Luk. 11:24, Ez. 34:4 11. Hardheid en vleselijke ijver,
* We moeten altijd bereid zijn het evangelie te verkondigen als de Heere ons daartoe roept. Dus ook aan mensen, die er niets van willen weten. Mensen die ons bedreigen als we het evangelie brengen. De Heere vraagt hier bereidvaardigheid, dat betekent dat we ons beschikbaar moeten stellen, met al onze angst en zwakheid. Hij zal ons geschikt maken. Als wij de schoenen van de bereidvaardigheid aan trekken, zal de Heere ons de kracht geven om te lopen! De neuzen van de 32
12. Wereldzin, besluiteloosheid, 13. Geen onderscheidingsvermogen, 14. Gebrek aan pastorale nazorg, Mark.6:6 Mark.7:52a
29
HOOFDSTUK 6
Dan pas zullen we de brandende pijlen van satan ervaren. Dan openbaart de tegenstander zich ten volle.
VAN OCCULTISME EN BEVRIJDING (Aad v.d. Sande) Inleiding Mattheüs 28:16-20; “En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus hen bescheiden had. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij, maar sommigen twijfelden. En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende:”Mij is gegeven alle macht in de hemel en op (de) aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopthen in de naam des Vaders en des Zoons en des heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.” De Here Jezus zegt hier dat Hij de macht heeft in de hemel, maar ook op de aarde. Hij kan dat zeggen omdat: * Hij de zoon van God is * Hij alles heeft overwonnen Hij heeft alle machten en krachten overwonnen en ontwapend, Kolossenzen 2:15, ”Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.” Hij heeft dus:
Alle machten en krachten ontwapend. Satan is ontwapend, Hij heeft over hem gezegevierd.
We kunnen ons dan afvragen waarom er zo veel strijd in ons leven is. 30
Op de eerste plaats moeten we weten dat we vaak een strijd leveren tegen ons vlees. Tegen onze zwakheden, onze zonden. De strijd tegen onze eigen IK. We krijgen pas een geestelijke strijd als we gaan leven en strijden voor de Heere Jezus. Als we gaan spreken over Zijn verlossingswerk, als we gaan proclameren dat Hij de overwinnaar is. Als we bewogen raken met zielen die dreigen verloren te gaan.
Satan is ontwapend op het kruis op Golgotha. Satan heeft zichzelf echter tot een wapen gemaakt: 1 Petrus 5:8, “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.” Satan kan brullen als een leeuw. Hij schreeuwt het uit. We zien dat in de Bijbel bij mensen die bezeten zijn van demonische machten. We zien dat ook nu bij mensen die bezeten zijn. Het is angstaanjagend om mee te maken te krijgen, het is om bang van te worden. 2 Corinthiërs 11:14, ”Geen wonder ook! Immers, de Satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.” Satan manifesteert zich niet alleen met brullen en schreeuwen. Hij komt ook op een andere wijze. Heel subtiel en op een listige wijze. Hij openbaart zich als een engel van het licht. Het wordt dan heel moeilijk om te onderscheiden of het van de Heere komt of van satan. We moeten dan ook steeds bidden of de Heere ons, door Zijn Geest, de dingen laat onderscheiden: dat wat van het LICHT en dat wat van de duisternis is, want van God en wat van Satan is. Ook hier kunnen we bang van worden. We moeten echter niet bang worden, we mogen weten dat de Heere alles heeft overwonnen. Om bestand te zijn tegen de aanvallen van satan moeten we ons bekleden met de Wapenrusting Gods: Efeze 6:10-13, ”Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.” We moeten ons daar elke dag bewust mee bekleden. ’s Morgens beginnen in ons gebed met het aantrekken van deze wapenrusting. 31