Lesbrief
Maarten Mus
Beste Leerkracht, Voor u ligt het educatiemateriaal behorende bij de voorstelling ‘Maarten Mus vliegt er op uit’. ‘Maarten Mus vliegt er op uit’, gaat over een jonge mus Maarten, die op een dag besluit op zoek te gaan naar de Victoria Amazonica, een zeldzame bloem die bloeit in Zuid-Amerika. Maartens vader is dood, daarom is moeder Mus erg verdrietig. Het nest is saai en somber. Maarten Mus wil de bloemblaadjes plukken om zijn moeder te troosten en het nest op te vrolijken. In de voorstelling zien we Maarten Mus die de wereld overvliegt op zoek naar de Victoria Bloem. De voorstelling wordt verteld door twee spelers: Arend en Merel, die het verhaal van Maarten Mus vertellen met oude media. Sommige kinderen hebben nog nooit een theatervoorstelling gezien en anderen al wel. Dit educatiemateriaal is bedoeld om de kinderen voor te bereiden op en tevens nieuwsgierig te maken naar de voorstelling. Het educatiemateriaal bestaat uit verschillende opdrachten: gespreksstof, maak- en knutsel opdrachten en drama oefeningen en spelletjes. Deze opdrachten staan allemaal in het teken van de voorstelling. Veel plezier en tot ziens bij de voorstelling! Annemiek Funneman namens DJT de Reus PS. Hierna volgt luchtpost van Maarten Mus voor de kinderen.
Luchtpost Maarten Mus heeft een brief geschreven voor de kinderen. Print de volgende drie pagina’s, vouw de enveloppe en stop daar de brief en de foto in. Het adres van de school kun je er eventueel ook nog op schrijven.
Lieve kinderen, Dit is luchtpost speciaal voor jullie... Dodo de duif heeft deze brief naar jullie school gevlogen.. Hoe gaat het met jullie? Met mij gaat het goed. Ik wilde even wat zeggen: wat leuk dat ik jullie binnenkort zie bij de voorstelling ‘Maarten Mus vliegt er op uit...’ Ik heb er zo’n zin in! Ik kan eigenlijk niet wachten, daarom deze brief van mij voor jullie! Die voorstelling, ‘Maarten mus vliegt er op uit’, die gaat over mij... Mijn naam is Maarten, Maarten Mus. Willen jullie zien, hoe ik er uit zie ? (Laat foto Maarten Mus zien)
Stoer he?! Ik heb op de foto net mijn veren opgezet om te gaan slapen. Mijn moeder heeft deze foto gemaakt in ons nest. Ik woon bij een boerderij in een nestje in een bosje naast het huis van de boer. Het nest waar ik woon is somber en saai... Mijn moeder is een beetje zielig en verdrietig. Weet je waarom? Mijn vader, Herman Mus, is dood. Dat is echt niet leuk. Ik wil mijn moeder opvrolijken en een bloemblaadje plukken van de Victoria Amazonica, de mooiste bloem van de wereld. Maar die is heel ver weg. Straks vind ik de weg niet terug... Ik wacht nog maar even tot jullie komen kijken, misschien dat ik dan durf. Doei doei, Maarten Mus Oh ja, ik heb nog wat leuke dingen verzonnen om te doen in de klas samen met de juf/meester (die gaan over verdwalen, verdrietig zijn, over de boerderij (waar ik woon!), over de dieren ... leuk he) Nou stop ik echt, mijn inkt is op. Doei!
In gesprek Inleiding In de voorstelling krijgt Maarten Mus veel te maken met verdwalen: hoe kun je de weg terug vinden en wie kan je daarbij helpen? Ook krijgt Maarten te maken met troosten: hoe vind je troost? Hoe kun je iemand troosten? a) Een gesprek over verdwalen - Wat is verdwalen? − Ben je wel eens verdwaald geweest? − Hoe vind je de weg weer terug? − Wat kun je het beste doen als je verdwaalt? − Is verdwalen leuk? Waarom wel/niet? b) Een gesprek over troosten - Wat is troosten? - Hoe doe je dat? - Wanneer troost mama of papa je? − Heb je zelf wel eens iemand getroost? Wie dan? − Waar word je blij/vrolijk van? Waarom? Extra gespreksonderwerp: Maarten Mus woont bij de boerderij en de kinderen krijgen die omgeving en de dieren ook te zien in de voorstelling. Veel kinderen zijn nog nooit op een boerderij geweest, vandaar een gesprek over de boerderij. c) Een gesprek over de boerderij -
Wat voor boerderijdieren zijn er? Waar wonen deze dieren? Welke kleur hebben de dieren? Wat voor geluid maken de dieren? Wat eten de boerderijdieren? Waar slapen ze het liefst? Welk dier heb je wel eens in het echt gezien? Ben je wel eens op een boerderij geweest? Kun je daar wat over vertellen?
Tijdsduur: 15 minuten per onderwerp
Knutsel- en speelopdrachten De weg van school naar huis Inleiding Maarten Mus gaat op zoek naar de Victoriabloem. De Victoriabloem ligt helemaal in ZuidAmerika en dat is heel ver weg. Maarten Mus is alleen nog maar een klein stukje van huis weggeweest... Het beginnetje weet hij wel. Zijn nest zit in het bosje vlakbij de boerderij. Onder het nest is het grasveld van de boer en daarnaast staan zonnebloemen en dan is er de kippenschuur, maar verder weet hij het niet... Inhoud Opdracht voor de kinderen: maak een tekening van wat je tegen komt als je van je huis naar school toe gaat. Wanneer ieder kind een tekening heeft gemaakt, kunt u ze nabespreken. Materialen tekenpapier krijt/potlood Tip Bespreek, voordat u met de eigenlijke opdracht begint, eerst waar de kinderen zouden kunnen verdwalen op de weg van school naar huis en wat het mooiste/engste is wat ze tegen komen op hun weg. Tijdsduur 30/45 min.
Een eigen nest is goud waard Inleiding Maarten Mus woont in een somber, saai nest. Zijn vader is dood en daarom is moeder Mus erg verdrietig. Maarten wil het nest mooier maken met bloemblaadjes van de Victoriabloem. Inhoud De kinderen gaan een eigen vogelnest maken. Maak eerst het nest zelf en daarna kunnen ze het nest opvrolijken met kleurrijke materialen. Materialen stro/hooi karton bloemblaadjes nep (o.a. te koop bij Action of Blokker) versiersels: slingers, kleurpapier, wol etc. Tips Deze opdracht kan ook getekend worden. Tijdsduur 30/60 min.
Zelf een vogelpop maken Inleiding Maarten Mus ontmoet tijdens zijn reis een grote vogel. Hij weet niet precies wat voor vogel het is, maar erg groot is ie zeker... Deze vogel, genaamd Goegel, weet overal de weg en helpt Maarten om niet te verdwalen. Bovendien brengt Goegel Maarten een heel eind verder tot aan het oerwoud in ZuidAmerika. Inhoud Goegel is een pop en wordt bespeeld door een van de spelers. In deze opdracht gaat ieder kind zijn of haar eigen vogel maken. Eerst tekenen ze een vogel (wat voor één dat mogen ze zelf kiezen) op karton. De leerkracht knipt de vogel uit en maakt een stok(je) aan de achterkant van de vogel vast, zodat de kinderen met de vogels kunnen spelen. Hieronder de noodzakelijke materialen. Materialen (dik) karton potloden verf schaar plakband stokken (bij bouwmarkt of knutselwinkel verkrijgbaar) evt. lapjes, wol voor haar, gekleurd papier, lijm, glitter ... Tips Laat de kinderen vrij in het maken van de pop. Als het toch ineens een ander beest wordt is dat ook goed. Wanneer de kinderen de vogelpop af hebben, willen ze er uiteraard graag mee spelen. Laat de kinderen om de beurt of in kleine groepjes in het midden van de kring met de vogelpop spelen. Vraag de kinderen of ze de pop kunnen laten vliegen, laten zitten op de arm of op het hoofd van de juf of meester. Laat de pop bang/blij/boos zijn etc. Als er een poppenkast is kan deze goed gebruikt worden. Tijdsduur 30/60 min.
Tekenopdracht Inleiding In de voorstelling komen veel verschillende dieren voor: boerderijdieren, bosdieren, wilde dieren... Maar hoe zien deze dieren er eigenlijk uit in de ogen van de kinderen? Inhoud De leerkracht kopieert de geleverde staarten op de volgende pagina en deelt ze uit. De kinderen mogen de tekeningen verder afmaken. De kinderen kunnen alle vijf de dieren tekenen of laat ze één staart kiezen om dat dier afmaken. Materialen vijf tekeningen van staarten om te kopiëren voor de klas kleurpotloden krijt verf Tips Vijf voorbeelden van staarten: krulstaart (varken) verenstaart (vogel) pluimstaart (eekhoorn) zwartwitte staart (koe) gestreepte staart (wasbeer) Tijdsduur 30 min.
Flanellen Inleiding In de voorstelling wordt het verhaal van Maarten Mus verteld met oude media. Er zijn projecties te zien en het verhaal wordt verteld mede door middel van een flanelbord. Tegenwoordig zien we het flanelbord niet meer in de klas, maar deze is gelukkig goed na te maken: beplak een houten plaat of het schoolbord met molton en knip kleine stukjes vilt uit als plakkertjes voor de plaatjes. Inhoud De kinderen gaan zelf spelen met oude media. Eerst gaat de klas plaatjes verzamelen van dieren (mag ook van mensen, dingen etc.). Elk kind mag een aantal plaatjes verzamelen. Dit kan uit tijdschriften, van foto’s of zelf tekenen. De leerkracht lijmt de stukjes vilt aan de plaatjes. Daarna kan er gespeeld worden met het flanelbord. Deze opdracht kan naar eigen invulling worden uitgevoerd, maar hier zijn wat suggesties: - Twee kinderen mogen steeds naar voren komen met de plaatjes en mogen ze plakken en er mee spelen. De leerkracht kan vertellen wat er zoal gebeurt. - Vanuit het voorleesboek plaatjes namaken en het verhaal opnieuw uitspelen. - Een collage maken van alle plaatjes. - Vanuit de info over Maarten Mus plaatjes maken, bijvoorbeeld ieder hun eigen bijzondere bloem/plant (Victoriabloem) en daarmee samen een tuin aanleggen op het bord. Materialen molton + houten plaat vel vilt bestaande flanelplaatjes (als u die nog heeft) tijdschriften foto’s tekeningen krijt/potloden/stiften schaar plakband/lijm Tips Kijk wat er ontstaat bij de kinderen en ga daarmee aan de slag. Laat het flanelbord in de klas staan en laat de kinderen er steeds wat bij plakken. Flanelbord kan meerdere keren gebruikt worden. Tijdsduur 30/60 min.
Spel- en dramaopdrachten Riedeltje: dag mus Inleiding In de voorstelling ontmoet Maarten Mus verschillende dieren die hij de weg vraagt, want hij wil niet verdwalen. Hij vraagt dit steeds op dezelfde manier, zoals in onderstaand tekstje. Inhoud Onderstaande tekst kan met leerlingen vanaf groep 2 geoefend en uitgespeeld worden. Alle leerlingen leren de onderstaande basistekst. Één leerling begint als Maarten Mus en één als schaap. Degene die Mus speelt verzint alvast naar welk dier hij op zoek is, bijvoorbeeld de beer. Als hij naar de beer vraagt, dan mag degene die het schaap speelt iemand uit de klas kiezen die de beer wordt. Hij wijst deze dan aan (Mus, de beer is daar!). Mus gaat naar de beer op zoek naar het volgende dier. Er kan worden afgewisseld tussen wie Maarten speelt en wie de dieren. Mus: Schaap: Mus: Schaap: Mus: Schaap: Mus:
Dag schaap Dag mus Ik ben Maarten, Maarten Mus en ik ben op zoek naar de __________ Mus, de _________ is daar! Schaap dankjewel! Dag mus Dag schaap
Materialen verkleedkleren Tips Laat de kinderen eerst oefenen en maak het tekstje zo nodig eenvoudiger. De dieren kunnen variëren. Andere dieren die Maarten Mus tegenkomt tijdens zijn zoektocht zijn: koeien, kippen, varkens, een vos, een rups, een uil en mieren. Laat de dieren hun eigen geluid maken. Tijdsduur 30 min.
Liedje Inleiding: Tijdens de voorstelling worden er verschillende liedjes gezongen als onderdeel van het verhaal. In deze opdracht kunnen de kinderen alvast een paar daarvan leren. Inhoud: Het eerste liedje zingt Maarten Mus wanneer hij het onbekende tegenkomt. Het tweede zingt hij met Goegel onderweg naar Zuid-Amerika. De tekst van de liedjes is te vinden op de volgende pagina. Materialen: tekst van de liedjes (kopiëren voor de klas zo nodig) liedjes (te downloaden via www.sttprodukties.nl onder noemer lesbrief) Tips: Van ieder lied zijn twee versies: één melodie versie en één tekst versie. Tijdsduur: 60 min.
Liedjes Maarten Mus:
Ben bang: Ik ben bang om te verdwalen Ik ben bang, zo bang Ik ben bang om te verdwalen Ik ben zo alleen. Papa papa papa papa Mama mama papa Ik ga
Voort! Wij gaan Wij gaan Wij gaan Wij gaan
voort voort voort voort
van het zuid tot het noord vliegen voort van het zuid naar het noord vliegen voort van het zuid naar het noord voort voort voort
Wij vliegen voort van het zuid naar het noord Wij vliegen voor van het zuid naar het noord Voort . . . Wij Wij Wij Wij
gaan gaan gaan gaan
voort voort voort voort
van het zuid tot het noord vliegen voort van het zuid naar het noord vliegen voort van het zuid naar het noord voort voort voort
Spelletje: 5 dieren, 5 landschappen Inleiding Maarten Mus komt op zijn reis een heleboel dieren tegen. Hij vliegt van hot naar her en komt daarbij op heel veel verschillende plaatsen. Zijn reis begint bij de boerderij, dan vliegt hij naar het bos en later vliegt hij over de Zuidpool, door de woestijn en door de jungle. Door zijn reis komt Maarten Mus erachter op welke plekken al die dieren wonen en hoe groot de wereld is. Inhoud In de lesbrief volgen 5 foto’s van verschillende dieren en 5 foto’s van verschillende landschappen. Zoek met de kinderen de juiste dieren bij de juiste landschappen. De grote vraag is dus: wie woont waar? Materialen foto’s dieren en landschappen uit lesboek piranha - water pinguïn - ijsschots varken – varkenstal uil – boom kameel – woestijn Tips Maak er een spel van. De leerkracht kan de foto’s ophangen aan het bord of steeds 2 combineren en vragen of het goed is of niet. Tijdsduur 20 min.
Omgekeerde wereld Inhoud De omgekeerde wereld is een dramaoefening en uitermate geschikt voor kinderen. De leerkracht geeft bevelen aan de kinderen en de kinderen doen alles net even anders. Elk bevel begint met: ‘als ik zeg ja, zeggen jullie nee’ en dat bevel kan dus ook andersom werken. Hieronder voorbeelden van bevelen: Als ik zeg vliegen, gaan jullie kruipen Als ik zeg lachen, gaan jullie huilen Als ik zeg zitten, gaan jullie staan Als ik zeg knorren, gaan jullie loeien Oefen eerst bovenstaande voluit, daarna kan de leerkracht alleen zeggen, ‘vliegen’ (dan kruipen de kinderen), ‘ja’ (nee) etc. Tips Gebruik een lege vloer en voldoende ruimte voor de kinderen om te vliegen, kruipen en zitten. Begin met 2 bevelen, dan langzaam alle voorbeelden doornemen, zodat de kinderen tijd krijgen om het te onthouden. Tijdsduur 20 min.
Informatie en boekingen: STT_produkties www.sttprodukties.nl
[email protected] tel: 0570564681