Lesbrief
Bronks 2009-2010
Beste leerkracht, Binnenkort bezoekt u met uw klas de voorstelling ‘Ajar’ van BRONKS jeugdtheater. Met deze lesbrief willen wij u graag op weg helpen om van het theaterbezoek een geslaagde en zinvolle uitstap te maken. ‘Ajar’ is een beeldende voorstelling op de grens van werkelijkheid en fantasie. Het is een kijkstuk, geïnspireerd door het levensgevoel en de karakters uit het werk van Emile Ajar, één van de pseudoniemen van de Franse schrijver Romain Gary. Tekst is in deze voorstelling van ondergeschikt belang. Er wordt wel gesproken maar geen lineair verhaal verteld. ‘Ajar’ beschrijft 24 uur van gebeurtenissen op een open plek ergens in het midden van een grote stad. Het lijkt er doodgewoon. Enkele figuren, jong en oud, blijken er vaak te komen. Bij de meeste mensen krijg je slechts te zien wat er aan de buitenkant ligt. Maar wat als we nu eens dieper zouden graven? Volgens Romain Gary zitten er verschillende personen verscholen in het lichaam van één mens. In ‘Ajar’ kruipen de spelers diep in de huid van een aantal personages in de grootstad. De voorstelling wordt gespeeld door 2 volwassen acteurs, 7 jongeren en 2 kinderen. Regie: Bart Danckaert Dansadvies: Lenneke Rasschaert Spel: Thomas Deknop, Shade De Meester, Marij De Nys, Sarah Di Benedetto, Beatriz Klewaiz, Paul Kokibali, Frédéric Lubansu, Yousri Mekroum, Amel Moyersoen, Audrey Vandenhaute en Anne Vanderelst. Vormgeving: Jan De Brabander Muziek: Wim Lots Kostuum: Katrijn Baeten Speladvies: Jo Jochems In deze lesbrief vindt u enkele suggesties om voor of na de voorstelling aan de slag te gaan met uw klas. De voorstelling speelt voor leerlingen uit de laatste jaren van het lager onderwijs maar ook voor jongeren uit het secundair onderwijs. In deze lesbrief maken wij echter geen onderscheid in aanpak. U haalt er uit wat u bruikbaar en/of nodig acht voor uw groep. In bijlage vindt u nog enkele suggesties voor een prettig verloop van het theaterbezoek (bijlage 1) alsook een interview met Bart Danckaert (bijlage 2). Weldra vindt u op onze website ook persberichten en meer interviews over “AJAR” Wij wensen u een prettige voorstelling! Met vriendelijke groeten, Het educatief team van BRONKS.
1. Een minimale voorbereiding Het is belangrijk dat de leerlingen voor het theaterbezoek nieuwsgierig gemaakt worden naar de voorstelling. Wanneer ze weinig of geen theaterervaring hebben is het zinvol hen te wijzen op een aantal conventies in een theaterzaal (zie bijlage) en op de tekentaal in een voorstelling. Dit laatste kan gemakkelijk door de vergelijking te maken met film of televisie waar men doorgaans over veel meer technische mogelijkheden beschikt om een plaats, een tijd of een sfeer op te roepen. In het hedendaagse theater gaat men veel meer werken met de suggestie dan met een precieze benadering van de werkelijkheid. Daardoor zijn vele elementen in het decor of de kostuums symbolen voor inhoudelijke thema’s. U kan aan uw leerlingen de opdracht meegeven om tijdens de voorstelling een aantal van die symbolen te zoeken en ze te verklaren. Ze kunnen bijvoorbeeld letten op de kostuums: Welke kleuren/materialen werden er gebruikt? Wat vertellen die aan het publiek? Wat zien ze in het decor? Worden er verschillende locaties/sferen opgeroepen? Hoe doen ze dat? Dit kan u achteraf in de klas bespreken. Het grootste verschil met televisie en film is uiteraard het ‘live’-aspect van een theatervoorstelling. Iedere voorstelling is anders, mede door de aanwezigheid van een ander publiek. U kan uw leerlingen laten nadenken over de invloed van een publiek op een voorstelling. Reageren volwassenen anders dan kinderen? Reageren kinderen anders dan pubers? En kan je dat verklaren? Het is belangrijk dat kinderen hun eigen smaak leren ontwikkelen bij het kijken naar theater. Ze hebben het recht om een voorstelling goed of slecht te vinden. Het is wel belangrijk dat u hen probeert bij te brengen hun uitgesproken mening te bewaren tot na de voorstelling, dit om de goede orde in de zaal te bewaren. Wij zijn ook altijd erg benieuwd naar hun reacties. De leerlingen kunnen ze altijd kwijt op onze website, u ook trouwens! 2. Op het eerste gezicht Bekijk met uw klas de affiche of de flyer. Wat kan je eruit afleiden? Wat roept het beeld op? Wat kan je afleiden uit de namen van de acteurs die meespelen? Wat roept de titel op? Aan de hand van deze vragen kan je ingaan op enkele aspecten van de voorstelling. De titel ‘Ajar’ is afkomstig van Emile Ajar, één van de pseudoniemen van de Franse schrijver Romain Gary, ook wel ‘le caméléon’ genoemd. Volgens hem zitten er veel verschillende personen verscholen in het lichaam van één mens. Op verschillende tijdstippen van de dag of nacht komen er verschillende aspecten van iemands persoonlijkheid naar boven.
Suggestie 1: gesprek Zoek samen met de leerlingen een aantal voorbeelden: Iemand die overdag loodgieter is kan zich ’s avonds ontpoppen tot een volleerd charmezanger. Een bloemenverkoopster is ’s nachts misschien wel de ster van de dansvloer. Of wie weet staat je eigen leerkracht wel iedere dag voor dag en dauw op om te trainen voor de marathon van New York? Laat hen voorbeelden zoeken uit hun eigen omgeving. Koppel het gesprek terug naar de leerlingen: Ook jij speelt veel verschillende rollen, afhankelijk van de situatie waarin je je bevindt. In de jeugdbeweging toon je een andere kant van je persoonlijkheid dan aan je ouders of in de klas. Welke verschillende personages zitten er zo in jou
verborgen? Wanneer en hoe zou je ze een stem willen geven? Welke van die personages zullen een echte invloed hebben op het verdere verloop van je leven?
Suggestie 2: verbeeldingsoefening Benodigdheden: tekenpapier, kleurpotloden, eventueel wat verkleedkledij De leerlingen kunnen een tekening maken van de personages die ze allemaal kunnen of willen zijn. Ze mogen best knotsgek en uitvergroot worden. Indien er de plaats of de mogelijkheden voor bestaat kunnen ze die personages ook uitbeelden of spelen. Ze kunnen elkaars personage interviewen en ze zo laten zien aan de rest van de klas.
Suggestie 3: Speloefening De namen die vermeld staan op de flyer en de affiche spreken zeker tot de verbeelding. U kan uw leerlingen vragen ze hardop te lezen. Aan de hand van deze namen kunnen ze proberen na te gaan hoeveel verschillende nationaliteiten er op de scène zullen staan. Hoeveel verschillende talen zullen er gesproken worden? Voor de creatie van ‘Ajar’ werden jongeren afkomstig uit heel Brussel geselecteerd. Ze hebben stuk voor stuk hun eigen verhaal in de grootstad, hun eigen achtergrond. In de voorstelling worden verschillende talen gesproken. Toch hoeft dat niks af te doen aan de verstaanbaarheid van de situaties. Het is niet zo belangrijk om ieder woord te kunnen verstaan dat er wordt gezegd. Door de bewegingen, composities op de scène, emoties in stem enzovoort zal duidelijk zijn wat er aan de hand is. De personages uit de boeken van Ajar/Gary zijn vaak dolende zielen in een grote stad. Ze zijn op zoek naar een identiteit of een thuis, ze kennen een fundamentele eenzaamheid ook al worden ze omgeven door duizenden anderen. U kan met uw leerlingen spreken over wat het betekent om op te groeien in de grootstad. Vraag hen naar hun eigen situatie: Welke talen worden er gesproken in hun directe omgeving? Welke nationaliteiten leven er allemaal samen? Wat kunnen die nationaliteiten van elkaar leren? Waar loopt het soms mank? Welke invloed hebben deze nationaliteiten op een buurt? Hebben ze op vakantie al eens een vriendje/vriendinnetje gehad dat een andere taal sprak? Hoe communiceerden ze met elkaar?
Speloefening Benodigdheden: eventueel wat verkleedkledij U kan aan uw leerlingen de opdracht geven om per twee een situatie te improviseren waarbij alleen in beweging mag duidelijk gemaakt worden wat er aan de hand is. Ze mogen hierbij géén taal gebruiken. Een andere opdracht kan zijn om hen een monoloogje in het ‘gibberisch’ (een zelf uitgevonden, niet bestaande taal) te laten improviseren. Ze moeten echter heel goed weten waar ze het over hebben, en kunnen dat slechts communiceren door gebruik te maken van emoties, verschillende stemvolumes, verschillende toonhoogtes etc.. Nadien raden de andere leerlingen wat er werd gezegd.
3. En verder.. Wanneer u inhoudelijk op een aantal thema’s dieper wil ingaan kan u het interview van Veerle Vogelaere met regisseur Bart Danckaert (zie bijlage) lezen. U zal daarin verschillende suggesties vinden om achtergronden en/of randinformatie op te zoeken.
De personages uit het stuk zijn vaak een combinatie van de personages uit de boeken van Ajar en observatieoefeningen. Wanneer u graag op voorhand op een speelse manier naar de voorstelling wil toewerken kan u zo’n observatie gemakkelijk met uw klas doen:
Speloefening Laat de leerlingen door elkaar heen door het lokaal lopen. Zeg hen dat ze ongemerkt een medeleerling moeten observeren: hoe beweegt hij/zij? Hoe staan de voeten? De schouders? Hoe is de blik in de ogen? Wat doet hij/zij met de armen en handen? Laat hen nadien op ‘de catwalk’ één voor één de revue passeren. Ze mogen elkaars eigenaardigheden best uitvergroten, maar wel met de onderliggende boodschap dat er niet wordt uitgelachen. Laat hen raden wie wie heeft geobserveerd en nagebootst.
Observatieoefening Trek met uw klas naar een pleintje in de buurt. Geef hen de opdracht gedurende 15 minuten iemand nauwkeurig te observeren en/of te volgen. Laat hen erbij fantaseren waar die persoon vandaan komt en naartoe gaat. Op basis van die observatie kan je achteraf in de klas de personages verder uitwerken door hen een heden, een verleden en een toekomst te geven. Ze kunnen ook met elkaar in dialoog gaan in improvisatieoefeningen. 4. U wenst meer informatie? Die vindt u onze website www.bronks.be Een making-of vindt u terug op youtube: http://www.youtube.com/watch?v=yVWGyY3e5fk
Bijlage 1
Enkele tips voor een prettig verloop van het theaterbezoek. Als uw klas weinig of geen ervaring heeft met theaterbezoek is het gunstig hen te wijzen op hun rol als publiek. Kennen ze de codes die gangbaar zijn in een theaterzaal? Hier even de belangrijkste op een rij: -
Theaterbezoek begint niet pas als de lichten doven in de zaal. Zeker niet in schoolverband.
-
Een goede voorbereiding in de klas maakt de leerlingen nieuwsgierig. Het helpt hen om met een open blik de voorstelling bij te wonen.
-
Voor het bijwonen van een theatervoorstelling gelden niet dezelfde codes als bij bijvoorbeeld de cinema.: de acteurs staan live op scène en ondervinden hinder van ongepast gedrag in de zaal.
-
Eten en drinken in de zaal kan enorm storen en wordt bijgevolg niet toegestaan.
-
Als de leerlingen een GSM hebben is het best hen er vlak voor het binnengaan nog even eraan te herinneren deze volledig uit te zetten.
-
Bij aankomst geven de kinderen de jassen (meestal) af in de vestiaire. Rugzakken en schooltassen worden meestal ook daar achtergelaten.
-
Zodra alle kinderen plaats genomen hebben doven de lichten in de zaal: een moment voor het publiek om tot rust te komen en de zintuigen aan te scherpen.
Bijlage 2
Bart Danckaert over 'Ajar' Met 'Ajar' maakt Bart Danckaert een voorstelling met en voor jongeren. Op scène staan 7 jongeren tussen 14 en 19 jaar, 2 volwassen acteurs en 2 kinderen, allemaal met heel diverse achtergronden. Als inspiratiebron gebruiken ze de romans van de Franse schrijver Emile Ajar en hebben het onder andere over identiteit, een problematisch gegeven in de hedendaagse samenleving. Bijzonder, en tegelijk een gevolg van dat identiteitsgegeven, is dat de voorstelling zowel door Nederlands- als Franstaligen te volgen is. Je hebt al heel wat ervaring in het werken met jongeren. Wat boeit je daar in ? Onmiddellijk nadat ik afstudeerde als regisseur in Amsterdam heb ik bij HETPALEIS een voorstelling voor jongeren gemaakt : 'Woyzeck'. Ik had toen nog weinig ervaring met jongeren, maar ben me er nadien in gaan verdiepen bij de Toneelschuur in Haarlem. Ik werkte daar met professionele acteurs én met jongeren. Die legden een parallel parcours af, waarbij de voorstelling die de jongeren maakten een maand na de voorstelling met professionele acteurs in première ging. Ik heb daar ontdekt dat ik het soms plezanter werken vind met spelers die geen ervaring hebben. Hen begeleiden als ze hun eerste stappen op scène zetten, resulteert soms in heel pure ervaringen. Na een jaar of 5 ben ik dan opnieuw naar Brussel verhuisd en wilde ik dat werk met jongeren verderzetten. Ik ben beginnen lesgeven aan jongeren en kon bij BRONKS The Club opstarten. Met een groep jongeren kwamen we wekelijks bij elkaar en werkten we vooral rond film, omdat dat medium hen het meest boeide. The Club heeft iets meer dan twee jaar bestaan. Daarna vroeg BRONKS me om met jongeren intensief in een theatercontext te werken en daar is 'Ajar' nu het resultaat van. Wat is het verschil in werken met jongeren en professionelen of is er geen verschil ? Het grote verschil is natuurlijk het gebrek aan ervaring bij jongeren. Ze hebben geen opleiding of hebben misschien nog niet zo veel theater gezien. Je kan hen dingen aanbieden waar zij in eerste instantie niet aan zouden denken. Anderzijds komen zij met elementen aan waar een professionele acteur nooit mee zou aankomen. Dingen die óók heel interessant zijn om op scène te zetten. Maar of je nu met jongeren of professionelen werkt, het is natuurlijk de grote uitdaging om iedere keer op zoek te gaan naar puur materiaal, zelfs met acteurs die al 50 jaar bezig zijn. Inspiratiebron voor deze voorstelling is Emile Ajar. Wie is hij precies en hoe ziet zijn werk eruit ? Emile Ajar is een pseudoniem van de Franse schrijver Romain Gary. Toen hij een jaar of 65 was, voelde hij zich niet meer au sérieux genomen door de Frans literaire wereld en besloot zijn volgende manuscript op te sturen vanuit Brazilië onder een andere naam en te kijken hoe daar op gereageerd werd. Iedereen wilde weten wie die nieuwe, jonge, mysterieuze schrijver was. Hij heeft drie boeken geschreven die mij nauw aan het hart liggen. Ze beschrijven een soort levensgevoel dat het leven in een grote stad weerspiegelt. Zijn werk dateert uit de jaren '70, maar de blik van een eenzame ziel die door de straten loopt en eigenlijk op zoek is naar echt contact, is nog altijd heel herkenbaar. Wat mij boeit, is ten eerste dat pseudoniem, je voordoen als iemand anders om je plek in de wereld op te eisen. En ten tweede het levensgevoel én de zeer aandoenlijke personages die
Romain Gary als Emile Ajar in zijn boeken heeft gestoken. Met die twee elementen ben ik met de jongeren aan de slag gegaan. Hoe heb je met dat materiaal gewerkt ? Hebben de jongeren die boeken ook gelezen ? Sommigen, maar anderen hebben dan weer een gigantische weerstand tegen lezen. Ik lanceer af en toe flarden van verhalen of stukjes tekst of ik vertel over de personages naar aanleiding van een scène die de jongeren zelf hebben verzonnen. Om dan op die manier samen een nieuw personage te creëren dat zij plezant vinden om op scène te zetten. Ik vind het belangrijk dat het van twee richtingen komt als je met jongeren werkt, dat ik hen voed en dat zij ook met dingen komen aanzetten die zij plezant vinden om te doen. Hun inbreng is groot. Waarom zou je anders met jongeren werken, als je niets van hen verwacht ? Hun energie op zich is al een belangrijk element. Ieder voor zich, soms bewust, soms onbewust, kiezen ze voor wat ze willen spelen. Dan probeer ik dat te koppelen aan wat ik interessant vind om naar te kijken. Daar kunnen we dan over praten. Naast de jongeren spelen ook twee geroutineerde acteurs mee, Marij De Nys en Frédéric Lubansu. Die zijn een generatie ouder en coachen de jongeren mee van op de vloer. Ze hebben al heel wat ervaring in werken met jongeren en kunnen dat perfect combineren met het ontwikkelen van hun eigen rollen. Daarnaast is er een team artistieke medewerkers dat vanuit verschillende hoeken meedenkt. Zo geeft Lenneke Rasschaert dansadvies en denkt Wim Lots vanuit grafischmuzikale hoek. De wereld van de jongeren wordt dus geconfronteerd met de iets geroutineerdere wereld van de theatermakers. Er staan ook 2 kinderen op scène. Dat is niet evident, maar wel belangrijk. We zouden het verhaal willen laten zien vanuit een kind. In de bekendste roman van Emile Ajar, ‘La vie devant soi’, die ook verfilmd werd, wordt het hele verhaal verteld vanuit het standpunt van een jongetje. Het lijkt ons interessant om het publiek vanuit dat standpunt naar de voorstelling te laten kijken. De jongen en het meisje die meespelen, kunnen in en uit de wereld op scène stappen en op die manier het publiek begeleiden in het kijken. In die roman van Emile Ajar is een jongetje op zoek naar een nieuwe moeder. We willen die verhaallijn overnemen. De voorstelling zou een zoektocht kunnen zijn naar een nieuwe moeder en/of vader voor de twee kinderen. Elke figuur die ze tegenkomen wordt gewikt en gewogen en er wordt gekeken in hoeverre die voldoet aan wat een moeder / vader moet zijn. Maar wie is een goede moeder ? Misschien is een goede moeder juist wel diegene waar niemand een goede moeder in vermoedt. Dat is een ander thema uit de romans van Ajar : dat niemand is wat hij lijkt. Bij één mens kan je je veel verschillende levens fantaseren. Door wie ze zijn, zorgen de jongeren die meespelen ervoor dat je je een bepaalde indruk vormt als ze binnenkomen. Dat is ook waar al te veel mensen heel erg mee bezig zijn : iemand onmiddellijk beoordelen op basis van hoe hij of zij eruit ziet. Ik vind het dan net interessant om met die vooroordelen te spelen. De figuur die er het gevaarlijkst uitziet, is eigenlijk de meest lieve kerel die je je kan voorstellen. Hoe tegenwoordig over het identiteitsgegeven gesproken wordt, vind ik heel problematisch. Je identiteit is hoe je eruit ziet of waar je vandaan komt of welke taal je spreekt. Bij de jongeren in 'Ajar' zit dat allemaal veel complexer in elkaar. Ik vind hen zelfs de mensen van nu én van de toekomst. In vergelijking met hen beschouw ik mezelf als iemand van het verleden. Die jongeren spreken van thuis uit verschillende talen en bewegen zich met een vanzelfsprekendheid tussen al die talen. Ik vind dat ze een zeer mooie manier hebben om in het leven te staan. In die zin is er iets utopisch aan deze groep mensen.
Gebruik je die verschillende talen ook op scène ? Ja. Dat hele taalkluwen in grote steden wordt vaak als een belemmering gezien, zeker in onderwijssituaties. Ik zie vooral de mogelijkheden van het feit dat er verschillende talen naast elkaar gesproken worden en dat kinderen dit vanzelfsprekend vinden. Misschien kunnen we iets leren van elkaar. Als ik over straat loop in Brussel, hoor ik verschillende talen. Sommige begrijp ik, andere niet, van nog andere denk ik dat ik ze begrijp. Ik vind het interessant om een gesprek te volgen en er iets bij te fantaseren. Als je bereid bent om te luisteren, kan je boeiende verhalen horen, denk ik. Op scène gebruiken we verschillende talen en zelfs neptalen. Maar de essentiële informatie zal zowel door Nederlands- als Franstaligen te begrijpen zijn. Het wordt ook geen talige, maar eerder een beeldende voorstelling. Elke zin zal meer een kleur of een sfeer zijn dan inhoud. Dat is niet altijd makkelijk. Mensen willen altijd alles verstaan wat er gezegd wordt. Maar ik zou het plezant vinden als er naar de muziek of de melodie van een taal wordt geluisterd. Want dat vertelt ook iets, los van de woordenschat. Er zullen ook dingen verteld worden aan de hand van beweging. Laat ons zeggen dat 'Ajar' een bastaardje wordt, maar wel een heel lief. Wat is de bindende factor tussen al de personages ? De plek waar ze samenkomen of passeren. Is het nu een braakliggend terrein, het dak van een parkeergarage met uitzicht over de stad, een leegstaand gebouw of een doodlopend steegje... Dat kan allemaal. Het is in elk geval een plek in het hartje van de stad die iets afgelegens heeft. Ik denk dat iedereen wel dat soort plekken kent. Sommige mensen willen er zo snel mogelijk weg omdat de sfeer een beetje groezelig is. Anderen voelen zich juist aangetrokken door die sfeer. Een aantal personages komt graag op die plek omdat ze er even weg kunnen zijn van iedereen of omdat ze hopen er iemand te ontmoeten. Het is een komen en gaan van mensen gedurende een volledige dag. Het zal heel belangrijk zijn om de sfeer die van die plek uitgaat juist neer te zetten. Zo'n plek in de stad is natuurlijk heel anders 's ochtends dan om 12 uur 's nachts. Wim Lots maakt daarom een soort soundtrack en hij is ook als tekenaar bij de voorstelling betrokken. Jullie hebben met de hele groep ook een week in Marseille gerepeteerd. Dat klopt. Tijdens de herfstvakantie van vorig jaar heb ik een workshop met een aantal jongeren gedaan waarin we al een paar thema's hebben uitgespit die nu in de voorstelling zitten. Een paar jongeren zijn overgebleven en er zijn er andere bij gekomen. We hebben dan een week gewerkt in de paasvakantie en zijn de repetities tijdens de zomervakantie begonnen met een week Marseille. We wilden ergens werken waar we dag en nacht konden zijn omdat dat qua incubatietijd wel gezond is als je met jongeren werkt. Er zijn zoveel dingen in het leven van iemand van 16, 17 jaar die hem of haar volledig kunnen opslorpen, dat het goed is om ergens naartoe te gaan waar je enkel kan bezig zijn met de voorstelling. Dat is dan Marseille geworden omdat BRONKS daar heel goeie contacten heeft met Théâtre Massalia. Bovendien leek Marseille ook een heel interessante plek om met de thema's van 'Ajar' aan de slag te gaan en dat is ook gebleken. We hebben er veel geobserveerd, geluiden geregistreerd, gefilmd, foto's gemaakt. We hebben de stad als het ware geabsorbeerd. De meeste personages en verhalen in de voorstelling zijn daar trouwens ontstaan. Waarom heb je je voorstelling naar de schrijver genoemd ? Ik heb veel bewondering voor mensen die al schrijvend een hele wereld op papier kunnen zetten. Dat is iets magisch. Ik vind het plezant om van een geschreven wereld te vertrekken voor het
maken van een theatervoorstelling. Iedereen mag weten op welk materiaal de voorstelling gebaseerd is, ook al is het niet de bedoeling een van de romans van Emile Ajar te ensceneren. Zie het tegelijk ook als een soort eerbetoon. Bovendien vind ik 'Ajar' ook een interessant woord. Romain Gary heeft net die naam gekozen omdat hij veel vragen opriep, het is een heel mysterieuze naam. Sommigen dachten dat het misschien een Libanese of Algerijnse bommenlegger was die daarom anoniem wilde blijven of dat het iemand was die in een psychiatrisch instelling zat met een zware identiteitscrisis. Bovendien betekent 'ajar' in het Engels 'op een kier'. Dat is ook weer interessant. En 'le jar' is in het Frans dan weer een soort geheimtaal. Het is op zich een krachtig woord dat hopelijk de juiste vragen oproept. Brussel, 2 september 2009 tekst : Veerle Vogelaere voor : BRONKSfestivalbrochure -