LESBRIEF
BEROEPENORIËNTATIE
LESBRIEF
BEROEPENORIËNTATIE
TOELICHTING LESBRIEF De website Beroepen in Beeld.nl is een initiatief van de Kenniscentra voor Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven. Op deze website staat informatie alle beroepen waarvoor het MBO opleidt. Zo zijn er per beroep beschrijvingen te vinden, filmpjes en zie je de kansen op de arbeidsmarkt. Leerlingen kunnen op drie verschillende manieren op zoek gaan naar hun droombaan. Deze lesbrief geeft de docent handvatten om een les in te richten om de leerlingen te leren werken met de website.
HET IDEE VAN DE LESBRIEF: DE LESBRIEF ALS EEN GEREEDSCHAPSKIST De lesbrief is bedoeld als gereedschapskist voor jou als docent. Je vindt in deze kist enerzijds inspiratie voor werkvormen om je les te vullen. Anderzijds vind je er concrete opdrachten waarmee je je leerlingen aan het werk kunt zetten. Omdat de gereedschapskist rijkelijk gevuld is, heb je alle vrijheid om die elementen eruit te pakken die passen bij jouw manier van lesgeven of die jij voor jouw leerlingen geschikt acht. De lesbrief is dus geen gedwongen format; je bepaalt zelf hoe je je les inricht!
INSPIRATIE VOOR DE DOCENT De inspiratieopdrachten zijn klassikale opdrachten. Hierbij leren de leerlingen van en met elkaar. Deze opdrachten zijn vooral bedoeld om leerlingen na te laten denken over hun toekomst en het maken van bewuste keuzes. Opdracht 1. Droomberoep gevonden? 2. Website verkennen 3. Stellingen 4. Bekend beroep? 5. Inspiratie 6. Eigen loopbaan 7. Bijbaantjes
Wat gaan de leerlingen doen? Bespreken welke droomberoepen ze gevonden hebben. Kennismaken met de website. Discussiëren over beroepskeuze en beroepen. Kennismaken met een aantal onbekende beroepen. Een oud-leerling vragen stellen over het verloop van zijn of haar beroepskeuze. Luisteren naar de beroepskeuze van de docent. Aan de hand van bijbaantjes bespreken wat ze belangrijk vinden aan hun toekomstige beroep.
OPDRACHTEN VOOR LEERLINGEN De opdrachten voor de leerlingen kun je direct uitdelen, de leerlingen kunnen hier zelfstandig mee aan de slag. Bij een aantal opdrachten geven de leerlingen antwoord op vragen, de uitwerking kunnen ze in hun portfolio bewaren. Opdracht 1. Advies geven aan je klasgenoot 2. Zelfstandig website verkennen 3. Beroepsdossier maken 4. Droomberoep 5. Onbekend beroep? 6. Kaartspel: Ik kan iets
TOELICHTING
Wat gaan de leerlingen doen? Een klasgenoot adviseren over een passend toekomstig beroep. Aan de hand van opdrachten de website bekijken. Informatie verzamelen over hun droomberoep. Uitvinden wat hun droomberoep is. Nieuwe (onbekende) beroepen leren kennen. Erachter komen welk beroep past bij waar ze goed in zijn.
5
7. Kaartspel: Ik wil iets 8. Beroep gevonden? 9. Beroep gevonden? Vertel het je klas! 10. Beroepen vergelijken
Erachter komen welk beroep past bij wat ze leuk vinden om te doen. Met een klasgenoot bespreken waarom hij/zij vindt dat een beroep bij hem/haar past. Korte presentatie geven over een beroep. Twee beroepen met elkaar vergelijken samen met een klasgenoot.
PORTFOLIO Bij verschillende opdrachten wordt gerefereerd aan het portfolio. In het portfolio verzamelen de leerlingen de uitwerkingen van hun opdrachten. Vertel aan het begin van de les dat de leerlingen allerlei informatie gaan verzamelen over verschillende beroepen en dat ze alle uitwerkingen van de opdrachten bundelen in het portfolio. Vertel de leerlingen ook of ze dit portfolio digitaal aanmaken, of dat het een papieren versie wordt.
VOORBEREIDINGSOPDRACHT Het is wenselijk om de leerlingen voorafgaand aan de les de voorbereidingsopdracht te laten maken. Deze opdracht voor de leerlingen vind je in deze lesbrief. Als je de leerlingen de voorbereidingsopdracht laat maken, start je les dan even met een korte terugblik op de opdracht.
MOGELIJKE LESINVULLINGEN In het volgende hoofdstuk vind je een aantal voorbeeldlessen. Er worden suggesties gegeven voor lesinvullingen, maar deze hoef je uiteraard niet op te volgen. Bij de inspiratieopdrachten staan vaak ook tips voor bepaalde combinaties genoemd van opdrachten genoemd, welke je helpen een les te vullen. Hieronder staan mogelijke lesinvullingen voor lesuren van 50 minuten. Uiteraard zijn opdrachten inwisselbaar en is het ook mogelijk om meer dan één lesuur aan dit onderwerp te besteden. Onderstaande lesinvullingen zijn slechts suggesties.
LESUUR 1 ■■ S tart met de opdracht ‘Zelfstandig website verkennen’. Na deze opdracht weten de leerlingen hoe de site werkt en welke mogelijkheden de site heeft. Deze opdracht duurt ongeveer 15 minuten. ■■ Laat de leerlingen nu verder gaan met de opdracht ‘Droomberoep’. De leerlingen gaan op zoek naar hun droomberoep. De opdracht duurt 10 ongeveer minuten. ■■ Als vervolg kunnen de leerlingen verder met de opdracht ‘Beroep gevonden?’. Hierbij gaan ze dieper in op het beroep dat ze aanspreekt. Deze opdracht duurt ongeveer 15 minuten. ■■ Sluit deze les af met de opdracht ‘Beroepsdossier maken’. De leerlingen beantwoorden vragen over hun beroep en leggen een dossier aan. Deze opdracht duurt ongeveer 10 minuten.
TOELICHTING
6
LESUUR 2 ■■ S tart deze les met de opdracht ‘Website verkennen’. De leerlingen leren de website kennen doordat je ze wegwijs maakt op de site en ze de mogelijkheden laat zien. Deze opdracht duurt ongeveer 10 minuten. ■■ Ga verder met de opdracht ‘Inspiratie’. Een oud-leerling komt vertellen over zijn of haar loopbaan. Daarna gaan de leerlingen aan de slag met de kenmerken die zij belangrijk vinden in hun toekomstige baan. Deze opdracht duurt ongeveer 15 minuten. ■■ Laat de leerlingen de opdracht ‘Kaartspel: Ik kan iets’ uitvoeren. De leerlingen weten welk beroep bij hen past vanuit wat ze leuk vinden, maar met deze opdracht komen ze er ook achter welk beroep bij hen past vanuit waar ze goed in zijn. Deze opdracht duurt ongeveer 10 minuten. ■■ Sluit deze les af met de opdracht ‘Stellingen’. Hierbij gaan de leerlingen met elkaar in discussie over een aantal stellingen. Deze opdracht duurt ongeveer 15 minuten.
LESUUR 3 ■■ S tart met de opdracht ‘Zelfstandig website verkennen’. Na deze opdracht weten de leerlingen hoe de site werkt en welke mogelijkheden de site heeft. Deze opdracht duurt ongeveer 15 minuten. ■■ Laat de leerlingen verder gaan met de opdracht ‘Onbekend beroep’. Hierbij leren ze meer over onbekende beroepen. Deze opdracht duurt ongeveer 10 minuten. ■■ Als vervolg kunnen de leerlingen de opdracht ‘Kaartspel: Ik wil iets’ uitvoeren. De leerlingen leren welke beroepen aansluiten bij wat ze leuk vinden. De opdracht duurt ongeveer 10 minuten. ■■ Eindig deze les met de opdracht ‘Droomberoep gevonden’. Met deze opdracht reflecteren de leerlingen op hun gevonden droomberoep(en). Deze opdracht duurt ongeveer 15 minuten.
7
EIGEN AANTEKENINGEN
8
INSPIRATIE
VOOR DE DOCENT
9
1. DROOMBEROEP GEVONDEN? Bespreek klassikaal de droomberoepen die de leerlingen gevonden hebben.
De opdracht duurt 15 minuten.
De opdracht is klassikaal.
Deze opdracht kan als vervolg op de leerlingenopdracht ‘Droomberoep’.
BESPREEK DE ZOEKRESULTATEN De leerlingen hebben een droomberoep gevonden. Bespreek nu klassikaal met de leerlingen de volgende vragen: ■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
Hoe zijn jullie bij dit beroep terecht gekomen? Wat vinden jullie van het beroep dat eruit gekomen is? Is het ook wat jullie verwacht hadden, of hadden jullie vooraf een heel ander beeld? Waar moet je goed in zijn om dit beroep uit te kunnen oefenen? Is hier makkelijk werk in te vinden? Wat ga je doen, nu je weet dat dit je droomberoep is? Bijvoorbeeld: welke opleiding zou je kunnen volgen?
OP ZOEK NAAR ALTERNATIEVEN Het kan zo zijn dat een leerling niet helemaal tevreden is met het beroep dat uit de zoekresultaten naar voren is gekomen, of juist wel helemaal tevreden is. In beide gevallen is het goed om ook naar alternatieven te kijken. Vraag bijvoorbeeld welke kenmerken de leerling leuk vindt aan het beroep, als hij/zij deze kenmerken invult bij ‘ik wil iets’ komen er misschien ook nog andere beroepen naar voren die hij interessant vindt. Stimuleer de leerlingen om niet gelijk genoegen te nemen met het resultaat. Door ze kennis te laten maken met meerdere (onbekende) beroepen, komen ze er steeds meer achter wat ze wel en niet willen.
INSPIRATIE VOOR DE DOCENT
10
2. WEBSITE VERKENNEN Doorloop met de leerlingen de site.
De opdracht duurt 10 minuten.
De opdracht is klassikaal.
Dit is een goede eerste opdracht, omdat de leerlingen hierna zelfstandig met de site aan de slag kunnen.
VOORBEREIDING Voer deze opdracht uit in het computerlokaal en zorg dat je op de docentstand werkt, zodat de leerlingen kunnen zien wat jij op de computer doet. Mocht de docentenstand niet kunnen, zorg dan voor een voor een beamer die op de computer is aangesloten. Zo kunnen de leerlingen op groot scherm volgen wat je op de computer doet.
DOORLOOP DE WEBSITE Je kunt de leerlingen laten zien welke mogelijkheden de site heeft door op de startpagina te laten zien welke drie zoekmanieren ze op de site kunnen gebruiken: ■■ z e kunnen gelijk een beroep invoeren bij ‘ik weet wat ik wil’; ■■ ze kunnen via ‘ik wil iets’ invoeren wat ze leuk vinden om te doen; ■■ ze kunnen via ‘ik kan iets’ invoeren waar ze goed in zijn. Laat de leerlingen alle drie de manieren van zoeken zien en vertel ze onderstaande: Bij alle drie de manieren van zoeken kom je op een pagina terecht waarop een beroep staat dat het meest voldoet aan de zoekopdracht. Rechtsbovenin het scherm staat een percentage dat aangeeft in hoeverre het beroep matcht met de zoekopdracht. In sommige gevallen staan er ook nog andere beroepen genoemd met hun matchpercentage. De leerlingen kunnen door op de knop ‘meer info’ te klikken, meer informatie over het beroep lezen. Bij sommige beroepen is het ook mogelijk om een filmpje te bekijken.
INSPIRATIE VOOR DE DOCENT
11
3. STELLINGEN Je gaat het gesprek aan met de leerlingen over beroepen en beroepskeuze aan de hand van stellingen.
De opdracht duurt 15 minuten.
De opdracht is klassikaal.
DOEL De leerlingen gaan met elkaar discussieren over verschillende stellingen. Het doel van deze opdracht is dat de leerlingen hun visie verbreden op leren en werken. Leg de leerlingen de stelling voor en laat ze dan kiezen of ze het eens of oneens zijn met de stelling. Vervolgens gaan de twee groepen die zijn ontstaan met elkaar in discussie.
STELLINGEN Onderstaande stellingen kun je gebruiken: ■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
et volgen van een opleiding is belangrijk voor het vinden van een baan. H Het volgen van een opleiding is zonde van mijn tijd. Bij het kiezen van een beroep is dat wat je leuk vindt om te doen is het allerbelangrijkst. Bij het kiezen van een beroep is dat waar je goed in bent het allerbelangrijkst. Bij het kiezen van een beroep is hoeveel je gaat verdienen het allerbelangrijkst. Voor het kiezen van een opleiding moet je je in verschillende beroepen hebben verdiept.
INSPIRATIE VOOR DE DOCENT
12
4. BEKEND BEROEP? De docent laat de leerlingen kennismaken met relatief onbekende beroepen.
De opdracht duurt 15 minuten.
De opdracht is klassikaal.
BEROEPEN BENOEMEN Noem een beroep en laat de leerlingen vertellen wat ze al weten over dit beroep. Hieronder staat een aantal voorbeelden genoemd: ■■ Servicemonteur installatietechniek: hiervoor moet je niet alleen heel handig zijn, je komt ook bij de mensen thuis. Daar moet je kunnen achterhalen wat het probleem is en als je het probleem hebt opgelost, moet je ook uit kunnen leggen wat je hebt gedaan. Goed kunnen communiceren speelt hier dus een belangrijke rol. ■■ Medewerker sociale zekerheid: voor dit beroep moet je goed met verschillende mensen kunnen omgaan, maar je moet het ook leuk vinden om met wetten en regels te werken en dingen uit te zoeken. Je hebt soms te maken met klanten die veel problemen hebben. Om hier goed mee om te kunnen gaan moet je stevig in je schoenen staan. ■■ Analist: Als analist doe je allerlei tests in een laboratorium. Je kunt als analist bijvoorbeeld helpen om mensen of dieren beter te maken. In ziekenhuizen doe je in opdracht van artsen allerlei tests om te kijken of een behandeling helpt. Je kunt ook werken aan het verbeteren van producten, of je kunt nieuwe producten onderzoeken. ■■ Operator: een operator houdt productieprocessen in fabrieken in de gaten. Dit gebeurt vaak vanuit de controlekamer. Dat is een grote kamer vol computers waarmee alle processen gevolgd en bediend kunnen worden. Als operator zorg je dat de productieprocessen goed lopen en storingen worden opgelost.
ZELF OP ZOEK Als de leerlingen hebben verteld wat ze weten over het beroep, gaan ze het beroep vervolgens op de site bekijken. Is het heel anders dan ze in hun hoofd hadden? Vertel de leerlingen ter afsluiting van deze opdracht dat er een heleboel onbekende beroepen zijn en dat het dus de moeite waard is om je hierin te verdiepen. Wellicht zit er iets tussen wat ze heel erg leuk vinden en waar ze helemaal geen weet van hebben.
INSPIRATIE VOOR DE DOCENT
13
5. INSPIRATIE Een oud-leerling komt vertellen over het verloop van zijn beroepskeuze.
De opdracht duurt 15 minuten.
De opdracht is klassikaal.
Dit is een leuke opdracht om de les mee te beginnen.
BEROEPSKEUZE OUD-LEERLING Laat een oud-leerling 15 minuten vertellen over het verloop van zijn of haar beroepskeuze. Onderstaande vragen kunnen aan bod komen: ■■ Hoe is de oud-leerling tot zijn studie- en beroepskeuze gekomen? ■■ Waarom vindt de oud-leerling zijn werk leuk/niet leuk? ■■ Hoe heeft de oud-leerling het begin van de opleiding ervaren, en hoe was de overgang met de middelbare school? ■■ Laat de leerlingen vragen stellen aan de oud-leerling.
INSPIRATIE VOOR DE DOCENT
14
6. EIGEN LOOPBAAN De docent vertelt over zijn eigen loopbaan.
De opdracht duurt 10 minuten.
De opdracht is klassikaal.
Dit is een leuke opdracht om de les mee te beginnen.
BEROEPSKEUZE DOCENT Vertel de leerlingen hoe jouw eigen loopbaan tot nu toe eruit heeft gezien. Hoe ben je tot het beroep van leraar gekomen? Wist je toen je van de middelbare school afging al welk beroep je later wilde uitoefenen? Waarom heb je bepaalde keuzes gemaakt? Wat kan je de leerlingen voor tips meegeven?
INSPIRATIE VOOR DE DOCENT
15
7. BIJBAANTJES De leerlingen nemen hun bijbaantjes onder de loep.
De opdracht duurt 20 minuten.
De opdracht is klassikaal.
BIJBAANTJES Ga met de leerlingen het gesprek aan over bijbaantjes. Neem hier ongeveer 10 minuten de tijd voor. Je kunt onder andere de volgende vragen aan de klas stellen: ■■ ■■ ■■ ■■
Wie heeft er een bijbaantje? Wat maakt dit baantje aantrekkelijk, leuk of juist niet leuk? Waarom hebben ze een bijbaantje? Vinden ze het belangrijk dat het er gezellig is en dat ze het leuk werk hebben, of doen ze het vooral om wat extra geld te verdienen? ■■ Welk bijbaantje zouden de leerlingen het liefst hebben en waarom? ■■ Zouden de leerlingen dit later ook willen doen?
BEROEPSLEVEN LATER Maak nu de koppeling met het beroepsleven later. Laat de leerlingen nadenken over de volgende vragen: ■■ ■■ ■■ ■■
Zouden de leerlingen later bij een echte baan dezelfde keuzes maken, of spelen er dan andere motieven? Wat zien ze als belangrijkste kenmerken van een baan later? Hebben ze het gevoel dat ze nog veel moeten leren, of zouden ze liever gelijk gaan werken? Kijken ze bij het kiezen van een opleiding naar hoe groot de kans is om werk te vinden in die sector, of speelt dat geen rol? ■■ Vinden de leerlingen het belangrijk dat ze veel geld gaan verdienen?
INSPIRATIE VOOR DE DOCENT
16
VOORBEREIDINGS
OPDRACHT
17
VOORBEREIDINGSOPDRACHT Binnenkort volg je een les over beroepen. In deze les ga je op zoek naar je droomberoep en kom je erachter welk beroep bij je past. Ter voorbereiding op deze les, maak je drie opdrachten. De uitwerking van deze opdrachten neem je mee naar de les. Je hebt ongeveer 15 minuten nodig voor het maken van deze opdrachten. Succes!
OPDRACHT 1 Geef antwoord op onderstaande vragen: 1)
Stel je komt ’s morgens op school en al je lessen vallen uit. Je bent dus de rest van de dag vrij. Wat ga je die dag doen?
2)
Welk(e) vak(ken) vind je het leukst op school? Waarom vind je dat vak/die vakken leuk?
3)
Waar ben je goed in buiten school?
4)
Welk werk zou je later willen doen?
5)
Welk van de volgende beroepsgroepen spreekt je het meest aan? Waarom?
■■ Economie en handel ■■ Groen ■■ Techniek ■■ Zorg en Welzijn
VOORBEREIDINGSOPDRACHT
18
OPDRACHT 2 Omcirkel welk van de twee het best bij je past: Ik ben graag buiten / Ik ben graag binnen Ik wil met mijn hoofd ideeën uitwerken / Ik wil met mijn handen dingen maken Ik werk graag met mensen samen / Ik werk graag individueel Ik wil iets moois maken / Ik wil carrière maken Ik houd van afwisseling / Ik wil graag zekerheid hebben
OPDRACHT 3 Vraag aan je ouders en aan twee vrienden/vriendinnen hoe ze jou zien. Welke goede eigenschappen vinden ze dat jij hebt? Waar ben je goed in volgens hen? Welk werk vinden ze bij je passen? Schrijf je bevindingen hieronder op.
VOORBEREIDINGSOPDRACHT
19
EIGEN AANTEKENINGEN
20
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
21
1. ADVIES GEVEN AAN JE KLASGENOOT Geef je klasgenoot advies over het beroep dat je echt bij hem of haar vindt passen!
Voor deze opdracht heb je 10 minuten de tijd.
Je voert de opdracht samen met een klasgenoot uit.
STAP 1: BEROEP ZOEKEN ■■ Bedenk waar je klasgenoot heel goed in is. ■■ Vul deze kenmerken in bij ‘ik kan iets’. ■■ Kijk of daar beroepen uitkomen die je bij je klasgenoot vindt passen. Je kunt ook nog op een andere manier naar beroepen zoeken: ■■ Bedenk wat je klasgenoot leuk vindt om te doen, wat zijn of haar hobby is. ■■ Vul deze kenmerken in bij ‘ik wil iets’. ■■ Kijk of daar beroepen uitkomen die je bij je klasgenoot vindt passen.
STAP 2: ADVIES GEVEN ■■ V ertel je klasgenoot welk(e) beroep(en) je bij hem of haar vindt passen. ■■ Leg uit waarom je dit beroep bij hem/haar vindt passen. ■■ Draai nu de rollen om, welk beroep heeft je klasgenoot voor jou uitgekozen?
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
22
2. ZELFSTANDIG DE WEBSITE VERKENNEN Leer de website BeroepeninBeeld.nl kennen.
Voor deze opdracht heb je 15 minuten de tijd.
Je voert de opdracht individueel uit.
OPDRACHT 1 ■■ G a naar de website www.beroepeninbeeld.nl. ■■ Vul bij ‘ik weet wat ik wil’ een beroep in dat je leuk vindt. ■■ Je krijgt nu automatisch het beroep te zien dat het meest overeenkomst met je zoekopdracht. Hoe hoger het percentage, hoe meer het beroep overeenkomt met je zoekopdracht. ■■ Klik op ‘meer info’. ■■ Zoek op waar je goed in moet zijn voor het uitoefenen van dit beroep.
OPDRACHT 2 ■■ ■■ ■■ ■■
Vink bij ‘ik kan iets’ drie dingen in waar je goed in bent. Klik nu op het derde beroep in het rijtje. Bekijk (als het aanwezig is) het filmpje over het beroep. Klik bij ‘hier moet je goed in zijn’ op een van de eigenschappen om daar meer over te weten te komen.
OPDRACHT 3 ■■ Vul bij ‘ik wil iets’ vier dingen in die je het meest aanspreken. ■■ Je krijgt nu automatisch het beroep te zien dat het meest overeenkomst met je zoekopdracht. Hoe hoger het percentage, hoe meer het beroep overeenkomt met je zoekopdracht. ■■ Klik op ‘meer info’. ■■ Klik bij ‘meer weten’ op de site die je meer vertelt over dit beroep en bekijk die site.
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
23
3. BEROEPSDOSSIER MAKEN Verzamel zoveel mogelijk informatie over je droomberoep!
Voor deze opdracht heb je 10 minuten de tijd.
Je voert de opdracht individueel uit.
DROOMBEROEP GEVONDEN Je gaat nu een dossier maken waar je alle informatie over het beroep dat je het meest aanspreekt in verzamelt. Op de site staat een heleboel informatie over verschillende beroepen en je kunt ook nog de website bekijken die staat onder het kopje ‘meer weten’. Je hebt twee manieren om het dossier aan te maken. Kies zelf voor dossier 1 of dossier 2, tenzij de docent al voor je heeft gekozen.
DOSSIER 1 Je maakt een digitaal dossier. Beantwoord onderstaande vragen en sla de antwoorden op in een document. ■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
at houdt het beroep in? W Waar moet je goed in zijn voor dit beroep? Wat zijn belangrijke kenmerken van dit beroep (‘dit is iets met’) Wat ga je ongeveer verdienen? Welke opleiding(en) kan je volgen voor dit beroep? Waar kun je deze opleiding(en) volgen?
DOSSIER 2 Je maakt een papieren dossier. Hieronder staan een aantal vragen, de antwoorden op deze vragen stop je in je dossier. ■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
at houdt het beroep in? W Waar moet je goed in zijn bij dit beroep? Wat zijn belangrijke kenmerken van dit beroep (‘dit is iets met’) Wat ga je ongeveer verdienen? Welke opleiding(en) kan je volgen voor dit beroep? Waar kun je deze opleiding(en) volgen?
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
24
4. DROOMBEROEP Kom erachter welke beroepen bij je passen.
Voor deze opdracht heb je 10 minuten de tijd.
Je voert de opdracht individueel uit.
De uitwerking van deze opdracht komt in je portfolio.
TOEKOMSTIGE BAAN ■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
Probeer je eens voor te stellen hoe je leven er over tien jaar uitziet. Wat voor werk doe je? Wat vind je het allerbelangrijkste aan je baan? Wat wil je dat het werk je oplevert (bijvoorbeeld contacten, nieuwe kennis of vaardigheden, geld etc). Welke kenmerken moet je werk absoluut hebben? Wat wil je absoluut niet doen? Schrijf op welke kenmerken dit toekomstige werk heeft.
NIEUWE BEROEPEN ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
a naar de website ‘ www.beroepeninbeeld.nl’. G Koppel wat je net hebt bedacht aan de kenmerken die staan bij ‘ik wil iets’. Kijk nu welke beroepen met die kenmerken matchen. Beantwoord onderstaande vragen. Stop dit formulier in je portfolio.
Zitten er beroepen bij die je aanspreken?
Zijn deze beroepen heel anders dan de toekomstige baan die je voor ogen had?
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
25
5. ONBEKEND BEROEP? Leer nieuwe beroepen kennen!
Voor deze opdracht heb je 10 minuten de tijd.
Je voert de opdracht individueel uit.
De uitwerking van deze opdracht komt in je portfolio.
NIEUWE BEROEPEN ■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
Vul bij het onderdeel ‘ik wil iets’ in wat je in de toekomst wil doen. Je krijgt nu een lijst met matchende beroepen te zien. Kies er drie uit de lijst die je nog niet zo goed kent. Lees op de site meer informatie over deze beroepen. Beantwoord onderstaande vragen. Stop dit formulier in je portfolio.
Zijn dit beroepen die je aanspreken?
Waarom past het wel of niet bij je?
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
26
6. KAARTSPEL: IK KAN IETS Welk beroep past bij jouw kwaliteiten?
Voor deze opdracht heb je 10 minuten de tijd.
Je voert de opdracht individueel uit.
De uitwerking van deze opdracht komt in je portfolio.
TOP VIJF ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
Je krijgt van je docent 20 kaartjes met dingen waar je goed in kan zijn. Maak hiervan de top 5 van dingen waar je goed in bent. Vul deze kenmerken in op de site bij ‘ik kan iets’. Beantwoord onderstaande vragen. Stop dit formulier in je portfolio.
Welke beroepen komen hieruit?
Zitten er beroepen bij die goed bij jou passen?
Welk beroep uit dit rijtje spreekt jou het meest aan?
De kaartjes zijn terug te vinden in Bijlage 1.
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
27
7. KAARTSPEL: IK WIL IETS Welk beroep past bij wat jij leuk vindt om te doen?
Voor deze opdracht heb je 10 minuten de tijd.
Je voert de opdracht individueel uit.
De uitwerking van deze opdracht komt in je portfolio
TOP VIJF ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
Je krijgt van je docent 17 kaartjes met dingen die je leuk kan vinden in een beroep. Maak hiervan de top 5 van dingen die je graag zou willen in je werk. Vul deze kenmerken in op de site bij ‘ik wil iets’. Beantwoord onderstaande vragen. Stop dit formulier in je portfolio.
Welke beroepen komen hieruit?
Zitten er beroepen bij die goed bij jou passen?
Welk beroep uit dit rijtje spreekt jou het meest aan?
De kaartjes zijn terug te vinden in Bijlage 2.
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
28
8. BEROEP GEVONDEN? Heb je een leuk beroep gevonden? Zoek uit waar je goed in moet zijn voor dit beroep en bespreek dit met je klasgenoot.
Voor deze opdracht heb je 15 minuten de tijd.
Je voert de opdracht samen met een klasgenoot uit.
STAP 1: BEROEP GEVONDEN? ■■ B edenk één beroep dat je leuk vindt en waar je jezelf in de toekomst ziet werken. ■■ Zoek bij ‘ik weet wat ik wil’ informatie over dit beroep. ■■ Bekijk het kopje ‘hier moet je goed in zijn’ en schrijf dit op.
STAP 2: BEN IK HIER GOED IN? Bij stap 1 heb je hebt voor één beroep opgeschreven waar je goed in moet zijn. ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
ertel je klasgenoot welk beroep jij hebt gekozen en waar je dan goed in moet zijn. V Vertel je klasgenoot of je denkt dat je goed bent in deze punten. Wat vindt je klasgenoot? Vindt hij/zij ook dat je goed bent in deze punten? Vind je dat dit beroep goed bij jou past? Wat vindt je klasgenoot? Draai nu de rollen om. Welk beroep heeft de ander uitgekozen? Waar moet je dan goed in zijn?
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
29
9. BEROEP GEVONDEN? VERTEL HET JE KLAS! Vertel je klas waarom jij dit beroep zo goed bij jezelf vindt passen!
Voor deze opdracht heb je 15 minuten de tijd.
Dit is een klassikale opdracht.
STAP 1: WAAROM IS DIT BEROEP ZO LEUK? ■■ Kies één beroep dat je heel leuk vindt en dat je goed bij jezelf vindt passen. ■■ Schrijf 4 punten op waarom dit beroep zo goed bij jou past. ■■ Schrijf ook op wat je zo leuk vindt aan dit beroep.
Beroep: Dit beroep past bij mij omdat…. 1.
2.
3.
4.
Dit vind ik leuk aan dit beroep:
STAP 2: VERTEL HET JE KLAS! ■■ Vertel je klas in 2 minuten waarom dit beroep zo goed bij jou past en wat je er zo leuk aan vindt. ■■ Gebruik hiervoor de punten die je in het schema hebt ingevuld.
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
30
10. BEROEPEN VERGELIJKEN Vergelijk het beroep dat je leuk vindt met het beroep dat twee klasgenoten hebben gekozen.
Voor deze opdracht heb je 15 minuten de tijd.
De opdracht is in drietallen.
STAP 1: INFORMATIE VERZAMELEN ■■ Kies één beroep dat je leuk vindt en bij jezelf vindt passen. ■■ Zoek bij ‘ik weet wat ik wil’ informatie over dit beroep. ■■ Vul de belangrijkste punten in dit schema in.
Beroep: Wat moet je leuk vinden?
Waar moet je goed in zijn?
STAP 2: BEROEPEN VERGELIJKEN ■■ W aar moet je goed in zijn? Vertel alle drie waar je bij jouw beroep goed in moet zijn. ■■ Moet je in dezelfde dingen goed zijn? ■■ W at moet je leuk vinden? Vertel alle drie wat je bij jouw beroep leuk moet vinden. ■■ Moet je dezelfde dingen leuk vinden? ■■ V ind je jouw eigen beroep het best bij jezelf passen? Of heeft een klasgenoot een beroep gekozen dat beter bij jou past? ■■ Wat zijn de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de drie beroepen?
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
31
BIJLAGE 1: KAARTJES IK KAN IETS DOORZETTEN
ANDEREN OVERTUIGEN
ANDEREN HELPEN BIJ HUN WERK
MET GELD OMGAAN
EERLIJK EN RESPECTVOL ZIJN
CONCLUSIES TREKKEN & OPLOSSINGEN VERZINNEN
CREATIEF ZIJN
VRIENDEN MAKEN
DINGEN UITLEGGEN
LEIDING GEVEN AAN ANDEREN
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
32
INFORMATIE VERZAMELEN
NIEUWE DINGEN LEREN
NAAR ANDEREN LUISTEREN
PLANNEN EN REGELEN
MEZELF AANPASSEN BIJ VERANDERINGEN
VERSLAG UITBRENGEN
OMGAAN MET STRESS
REKENING HOUDEN MET KLANTEN
BESLISSINGEN NEMEN EN
ONDERNEMEND ZIJN
UIT MEZELF AAN NIEUWE DINGEN BEGINNEN
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
33
BIJLAGE 2: KAARTJES IK WIL IETS BINNEN
EIGEN BAAS ZIJN
CIJFERS
CARRIERE MAKEN
DOEN
IETS BETEKENEN VOOR ANDEREN
DENKEN
INTERNATIONAAL
DIEREN
IETS MOOIS MAKEN
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
34
IETS REPAREREN
BUITEN
NOG KUNNEN DOORLEREN
MENSEN
VEEL AFWISSELING
ZEKERHEID HEBBEN UITERLIJK
OPDRACHTEN VOOR DE LEERLINGEN
35
Uitgave © Colo oktober 2010 Deze lesbrief is als digitale versie terug te vinden op: docent.beroepeninbeeld.nl