Lesbrief: Dansen op blote voeten Nicole Derycker
1
1. Auteur: Nicole Derycker Nicole Derycker groeide op in Oostende. Ze behaalde een regentaat Frans-Geschiedenis en Engels in Brugge. Na haar opleiding stond ze enkele maanden in het onderwijs, daarna ging ze in een boekhandel werken. Daar kon ze naar hartelust grasduinen in de boeken die haar het meest interesseerden:
werken
over
psychologie
en
spiritualiteit. De grote filosofische stromingen binnen het
hindoeïsme
trokken
meer
en
meer
haar
aandacht. Twee reizen naar India volgden. Toen ze in Mumbai een optreden Zuid-Indiase tempeldans bijwoonde, was ze zo gefascineerd door de combinatie van dynamische kracht en verfijnde sierlijkheid die van deze dansvorm uitgaat dat ze besloot om zelf een Bharata Natyamopleiding te volgen. De meeste Bharata Natyamdansen brengen een ode aan de hindoegoden en –godinnen en Nicole raakte meteen gefascineerd door de intrigerende verhalen die over hen worden verteld. Naast het dansen werd het vertellen van deze verhalen aan jongeren en volwassenen een van haar activiteiten. Omdat schrijven een andere grote liefde van haar is, kon een jeugdboek waarin de klassieke Zuid-Indiase tempeldans en de godenverhalen een voorname rol spelen niet uitblijven.
2
2. Inhoud Rani is een vrolijk, impulsief meisje van dertien. Toen ze zes maanden oud was, werd ze door haar Indiase moeder afgegeven in een kindertehuis. Later werd ze door Belgische ouders geadopteerd en kwam ze samen met hen naar België. Daar herinnert Rani zich niets meer van en ze is ook niet bijster geïnteresseerd in haar Indiase achtergrond. Dat verandert als ze zich inschrijft voor een zomerstage Zuid-Indiase tempeldans (Bharata Natyam) waar ze de veertienjarige Bram leert kennen. Bram is net terug van een vierjarig verblijf in India en als hij Rani voor het eerst ziet, is hij ervan overtuigd dat hij haar kent uit een vorig leven, een leven waarin ze een Indiase tempeldanseres was. Zijn interesse voor haar en voor haar geboorteland brengen Rani ertoe de pijn om haar verloren mama te durven voelen. Via een fotoboek en een boek vol aantekeningen van haar Belgische moeder komt ze een en ander te weten over zichzelf. Door haar contact met Bram en zijn ouders leert ze een boel over hoe het is om in India te leven. Ze blijft ook na de stage dansen – wat ze heerlijk vindt – en ze verdiept zich steeds meer in het lot van de tempeldanseressen. Alles komt in een stroomversnelling als Rani in de kerstvakantie voor het eerst ongesteld wordt. Terwijl Bram in Chennai op onderzoek trekt naar het kindertehuis waar ze als baby werd afgegeven, ontdekt Rani waarom er altijd een enorme spanning heerst tussen haar overbezorgde moeder en haar kordate grootmoeder. Kort daarop krijgt ze een brief in handen van haar Indiase mama. Eindelijk weet ze waarom die haar zomaar afgaf aan vreemden en nooit meer iets van zich liet horen. Als Rani haar veertiende verjaardag viert, is ze een stuk volwassener.
3
3. Bespreking Doelgroep 13+ (eerste - derde jaar secundair onderwijs). Dit is een boek voor jonge lezers die geïnteresseerd zijn in andere culturen, graag nadenken over grote levensvragen en graag lezen over vriendschap- en familierelaties.
Opbouw Het boek telt 164 pagina’s en is onderverdeeld in 5 hoofdstukken: 1. Bharata Natyam 2. Over moeders en dochters 3. Het lot van de tempeldanseressen 4. Rani wordt vrouw 5. Rakhizusje
Voornaamste thema’s:
Het verlangen van adoptiekinderen om de biologische ouders te kennen
Broer-zuster gevoel, vriendschap en verliefdheid, eerste erotische fantasieën
De eerste menstruatie
Moeder-dochter verhouding via de relatie tussen Rani en haar (adoptie)moeder + die tussen Rani’s (adoptie)moeder en haar grootmoeder
Kennismaking met nieuwe cultuur
Reïncarnatie
Kastensysteem
Personages De hoofdpersonages in het boek zijn Rani en Bram. Rani werd door haar ouders geadopteerd en stelde zich weinig vragen bij haar verleden. Daar komt verandering in door haar ontmoeting met Bram. Bram laat haar kennis maken met India waardoor Rani steeds meer interesse krijgt in haar geboorteland en wil weten waar ze vandaan komt. Rani en Bram brengen steeds meer tijd met elkaar door, en gaandeweg het verhaal worden ze verliefd op elkaar. De nevenpersonages zijn de ouders van Bram, en de ouders en de oma van Rani. Ook zij hebben een invloed op de gebeurtenissen in het leven van Rani. Daarnaast is er ook sprake van Juf Sallie. Zij is de danslerares van Rani die haar de Bharata Natyamdansen aanleert.
4
Vertelperspectief Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van Rani en is geschreven in de derde persoon. Hoewel er geen gebruik wordt gemaakt van ik-vorm, is het verhaal toch erg meeslepend en geraak je snel sterk betrokken bij de gebeurtenissen die Rani meemaakt. Soms wordt er doorheen de tijd gesprongen en ben je enkele weken verder in het verhaal.
5
4. Lessuggesties 4.1 Inleiding Fragment uit de film ‘Slumdog Millionaire’, kan een goed beeld geven over het leven in India. Het kan zorgen voor meer inleving in het verhaal en kan interesse opwekken bij de leerlingen. Leerlingen laten kijken naar de kaft en thema proberen afleiden:
Titel? Zegt iets over dansen + op blote voeten (welke culturen dansen/leven/bidden op blote voeten?)
Afbeelding? Afkomst meisje? Indiaas meisje + Dansvloer
Thema: Dansen + India Daarna het thema/plot van het boek uitleggen.
4.2 Behandeling van de verschillende thema’s in het boek Fragment individueel of klassikaal laten lezen. Daarna vragen oplossen en bespreken. Kan in groepjes of klassikaal.
4.2.1 Hindoeïsme – Indiase cultuur Fragment 1: Rani tijdens de cursus Zuid-Indiase tempeldans ‘Bharata Natyam’. De juf tikt ongeduldig met haar stok op de houten blok die voor haar ligt. Snel stellen ze zich in vier horizontale lijnen op. Onmiddellijk hun posities innemen, was een van de eerste dingen die ze leerden. De stenen vloer is koud onder hun blote voeten. Rani staat helemaal vooraan, dat heb je als je klein bent. Wel lastig, vindt ze. Als ze een fout maakt, heeft iedereen het gezien en zelf kan ze nooit eens kijken hoe een ander het doet. ‘Eerst de groet aan de aarde,’ beveelt de juf. Rani stampt eenmaal met de rechtervoet op de grond en eenmaal met de linker. Soepel hurkt ze, raakt de grond aan, dan haar ogen. Als ze weer rechtop staat, groet ze achtereenvolgens met gevouwen handen alle goden, alle leraren en alle mensen. Oef, het valt nog mee, die stijfheid. ‘Teeja, te,’ beveelt de juf. Ze nemen de beginpositie aan – de tenen naar buiten draaien, door de gespreide knieën zakken - en acht keer afwisselend met rechter- en met linkervoet stampen. Traag klopt de juf de maat met de stok. ‘De maat van een normale hartslag,’ zegt ze. Rani probeert de romp
6
goed in het midden te houden. Dan tikt de juf twee maal zo snel. Daarna drie maal. Rani hoort dat niet iedereen in de maat is. ‘Taka dimi.’ Dit is een nieuwe. De juf gaat staan en doet hem voor. ‘Blijf door de knieën zakken,’ roept ze als het hun beurt is, ‘demi-plié voor wie ballet volgt.’ ‘Nu dubbel ritme! Driedubbel!’ Zo gaat het door tot ze acht basispassen geoefend hebben. ‘Tijd voor de handhoudingen.’ Ze gaan hijgend en bezweet in een grote kring zitten. De juf somt de handhoudingen op en samen met haar voeren ze die uit. Er zijn achtentwintig hasta’s voor één hand en vierentwintig voor de twee handen samen. Rani kent ze nog lang niet uit het hoofd. ‘Ik stel voor dat jullie elk om beurten iets vragen of zeggen met de hasta’s die je al kent,’ zegt de juf. Zelf begint ze. ‘Waarom vliegen de vogels in de lucht?’ vraagt ze met de handen. Het meisje naast haar moet even nadenken. ‘Waarom zwemmen de vissen in het water?’ gebaart ze dan. ‘Wat zeg ik?’ vraagt een ander meisje. Nog een ander zegt dat ze niet van slangen houdt. En weer een ander dat er een halsketting in een pakje zit. Nu is het Bram zijn beurt. Ik zie een mooi meisje, gebaart hij met een korte blik op haar. An heeft het gezien en maakt het teken voor verliefd zijn: de twee pinken in elkaar gehaakt. Snel kijkt ze van Rani naar Bram. Rani bloost en weet helemaal niets te bedenken. Stomme An ook, jaloers zeker? Wist ze maar hoe je “jaloers” kunt uitdrukken met handgebaren. Het meisje naast Rani kan ook niets verzinnen. ‘Oké,’ knikt de juf. ‘We houden ermee op. Een kwartier pauze.’ Vragen:
Wie kent Bharata Natyam of andere Indiase dansen? Wie heeft er ooit al van gehoord?
Zijn er danser(essen) in de klas? Zou je geïnteresseerd zijn in deze manier van dansen? Waarom wel/niet?
Filmpje laten zien op YouTube van Bharata Natyam
Uitleg over Bharata Natyam Bharata Natyam is één van de oudste dansvormen uit India. Het werd meer dan 2000 jaar lang beoefend in de tempels in Zuid-India. Bharata Natyam werd vroeger overgedragen van moeder op dochter binnen het Devadasi systeem waarin vrouwen jonge meisjes opgedragen werden aan de tempels om de goden te dienen. Vandaag wordt Bharata Natyam niet langer in de tempels gedanst maar in theaters en op de podia van grote hotels en dit over de hele wereld. De dans heeft een breed gamma
7
bewegingen en houdingen. en bestaat uit een mengeling van ritmische en mimische aspecten. Fragment 2: Bram over reïncarnatie Mijn lieve, kleine rakhizusje, Je kent mijn mening, maar voor het geval je die vergeten bent: Jonge kinderen die iets heel bijzonders kunnen, hebben dat volgens mij in een vorig leven geleerd. Ik denk trouwens dat wij allemaal alleen maar allerlei dingen kennen en kunnen omdat we dat in een vorig leven leerden. Dat we ons niets meer van vorige levens herinneren, is geen bewijs dat we die niet hebben beleefd. Weet jij nog iets over je verblijf in dat kindertehuis in Chennai? Toch heb je daar bijna anderhalf jaar gewoond. Gelukkig zijn er foto’s om dat te bewijzen. Buiten is het plots hevig beginnen waaien. Enkele dode bladeren dwarrelen over de haag heen het grasplein over. Mussen schieten alle kanten op. De toppen van de populieren zwaaien heen en weer als rietstengels. Tegelijk gaat de storm in zijn hoofd liggen. Waarom was hij eigenlijk zo kwaad? Omdat dat kleine zusje van jou je terecht gewezen heeft, maat! En daar kan jij niet goed tegen, macho die je bent. Ha! Zijn kleine zusje wordt groot. Nog even en ze zijn aan elkaar gewaagd, dat doemeisje en hij. Zou hij haar vertellen… Ach waarom eigenlijk niet. Zo ziet hij meteen of hij haar kan vertrouwen. “Denk als een krijger, voel als een krijger, handel als een krijger,” zou zijn kalaripayatleraar zeggen. Hij herleest zijn laatste zin: Gelukkig zijn er foto’s om dat te bewijzen. Wel, ik heb een foto van jou in mijn geest. Een uit een vorig leven. Toen heb ik je in een Indiase tempel zien dansen, gekleed als tempeldanseres. Niet dat je er helemaal uitzag zoals nu, maar het was toch jij. Zoals je dat wel eens in dromen hebt: je ziet iemand die absoluut niet op een vriend van je lijkt, maar toch weet je zeker dat het die vriend is. Dat beeld van jou kwam in me op toen ik je voor het eerst zag in de stage. Is dat een bewijs dat reïncarnatie bestaat? Voor mij wel. Ik heb het alvast niet verzonnen. Ik zag je en hops, dat beeld kwam voor “ mijn geestesoog”, zoals ze dat zo mooi zeggen. Nu tevreden? Bram P.S. Wil je nu dat ik naar dat tehuis ga of niet? Indien wel, graag foto! Vragen:
Wat weet je over reïncarnatie? Na je dood terugkomen als mens of dier, naargelang je al dan niet goed hebt geleefd op de aarde in je vorig leven. Welke godsdienst heeft het over reïncarnatie? Hindoeïsme
8
Geloof je in reïncarnatie? Waarom wel/niet? Indien niet: wat geloof je dan wel?
Vergelijking met andere godsdiensten. Vb.: wat geloven de Christenen over het leven na de dood? Vb.: Christenen geloven in de hemel en hel.
Fragment 3: Het kastensysteem in India ‘Ik vroeg Bram net of het kastensysteem nog altijd even diep verankerd is in de Indiase samenleving.’ ‘Helaas wel,’ zucht Armand. ‘Het is nu al meer dan een halve eeuw officieel afgeschaft, maar dat heeft weinig of niets veranderd aan de feitelijke toestand. De kaste waartoe je behoort, bepaalt nog steeds wat je mag eten en met wie, welk beroep je mag uitoefenen, waar je woont, met wie je mag trouwen en nog zoveel meer.’ ‘Taratata,’ trompettert ma terwijl ze met een hand de keukendeur openzwaait, een dienblad vol glazen bekers op de andere balancerend. ‘Tijd voor een nagerechtje!’ Rani vindt het wel leuk dat ma zo vrolijk doet, dat is ze niet van haar gewend. Het dessert ziet er aantrekkelijk uit: een crèmekleurige pudding met bovenop stukjes pistache, gedroogde abrikozen en amandelschijfjes. Oma laat zich niet afleiden. ‘Proberen de leden van de laagste kaste dan niets aan hun levensomstandigheden te veranderen? En de onaanraakbaren? Voor hen is het kastensysteem niet bepaald mals, heb ik begrepen.’ ‘Dat is niet zo eenvoudig, je mag niet vergeten dat hun voorouders al eeuwenlang volgens dat systeem leven. Het voelt een beetje als verraad om daar verandering in te brengen.’ Oma knikt. ‘Dat begrijp ik. Bepaalde toestanden verdwijnen maar na lange tijd. Kijk maar hoe het er vijftig jaar geleden bij ons nog aan toe ging. Toen werden jonge mensen ook nog vaak verplicht te trouwen met iemand van dezelfde stand. Gelukkig is die tijd voorbij. Al zijn er nog altijd lieden die vinden dat je bij je eigen soort volk moet blijven.’ Rani verstijft. Ze durft ma niet aan te kijken. Er valt een eigenaardige stilte. Karen lijkt te voelen dat er iets niet klopt. ‘Daar doen wij niet aan mee, hé,’ zegt ze. ‘Bij ons is het enige criterium of iemand zijn of haar hart op de juiste plaats heeft.’ Vragen:
Vergelijk het kastensysteem in India met de Belgische samenleving. In België wordt geen kastensysteem toegepast. Dus iedereen leeft op gelijke voet en wordt gelijk behandeld? Neen, hoewel er geen sprake is van een kastensysteem, is er toch ongelijkheid door onzichtbare mechanismen die ingebed liggen in onze samenleving (vb. buitenlanders worden in de ogen van Westerse mensen nog steeds gezien als
9
dieven, agressievelingen, herrieschoppers, luieriken die op de kap van andere mensen leven, … veel mensen handelen nog steeds volgens hun vooroordelen).
4.2.2 Adoptie Fragment 4: over de adoptie van Rani en haar vragen naar haar afkomst ‘En ze trouwden en leefden nog lang en gelukkig,’ grinnikt Bram zijn vader. ‘Inderdaad,’ valt pa hem bij, ‘alleen kregen we geen kindjes en dat wilden we toch heel graag. Op zijn minst eentje, en dan liefst een meisje, en nog het allerliefst een Indiaas meisje. En dat is ons gelukt.’ Hij slaat een arm om Rani’s schouders en drukt haar dicht tegen zich aan. Haar moeder kucht. Doet ze altijd als ze een beetje zenuwachtig is. ‘Is dat moeilijk, een kind uit het buitenland adopteren?’ vraagt Bram. Pa slaat zijn ogen naar het plafond. ‘Een echte lijdensweg! Je wilt het zo graag en liefst meteen, maar er gaat een enorme papiermolen aan vooraf. Je moet ook cursussen volgen en aan allerlei voorwaarden voldoen. Er gaan gemakkelijk twee à drie jaar overheen. Maar als het eindelijk zover is, als je mag vertrekken naar het tehuis waar je kind op je wacht, dan is dat allemaal vergeten. En als je dat kind dan eindelijk in de armen neemt …’ Weer drukt hij Rani tegen zich aan. ‘Hebt u daar ook Rani’s echte ouders ontmoet?’ ‘Bram, zo is het wel genoeg!’ Zijn vaders stem klinkt streng. ‘Sorry,’ mompelt Bram, ‘ik wou niet…’ ‘Geeft niet, Bram,’ sust ma. ‘Nee, de zusters vertelden ons alleen dat Rani’s mama een ongehuwde moeder was die niet meer zelf voor haar kind kon zorgen. Ze bracht Rani naar het tehuis toen ze zes maanden oud was. Anderhalf jaar later kwam ze bij ons.’ Er zijn momenten dat Rani haar moeder hartgrondig verwenst en dit is zo’n moment. Waar haalt ma het recht om haar grootste geheim te verklappen! En dan nog aan Bram! Aan Bram die ze wijsmaakte dat haar ouders dood zijn. Ze werpt hem een snelle blik toe. Hij kijkt alsof hij blij is, erg blij. Waar bemoeit die gast zich eigenlijk mee! Met een ruk schuift ze haar halfvolle bord van zich af. Gelukkig maakt niemand daar een opmerking over. Als ze van tafel gaan wil ze niet nog een keer met Bram mee naar zijn kamer. Ze blijft liever stilletjes bij de koffiedrinkende volwassenen zitten in de salon. Bij het afscheid durft ze hem nauwelijks aan te kijken.
(…)
10
Ik ben wel dertien, denkt ze. Dertien en een half. Haar ogen vullen zich met tranen. Ze begint te snikken, te snikken, het lijkt wel of ze nooit meer zal kunnen ophouden. Ze voelt zijn grote warme hand op haar hoofd. Daar moet ze nog meer van huilen, ze kan nauwelijks adem krijgen en moet rechtop gaan zitten. Pas als ze een beetje bedaart, kan ze horen wat hij de hele tijd tegen haar zegt: ‘Huil maar meid, huil het er maar eens allemaal uit. Huil maar.’ Hij reikt haar een papieren zakdoekje uit het doosje op haar nachttafel en gaat naast haar op bed zitten, zijn arm om haar schouders. Ze laat haar hoofd tegen zijn sterke lichaam rusten. En dan zegt ze iets waar ze zelf van schrikt als ze het hoort. ‘Ik wil mijn mama,’ zegt ze, ‘mijn echte mama.’ Prompt begint ze weer te huilen. Heel zachtjes nu. Pa antwoordt niet. Hij drukt haar alleen nog wat steviger tegen zich aan. Zo zitten ze een hele tijd. De tranen blijven komen, zonder geluid. Alsof er diep in haar iets opengebarsten is en al het verdriet dat zich daar heeft opgehoopt naar buiten stroomt. Als een bergriviertje. Ze probeert niet om het tegen te houden. Het is veilig hier in haar eigen kamer, de gordijnen dicht, de deur dicht. Samen op bed met pa zijn armen om zich heen. Ze haalt diep adem en snuit nog eens flink haar neus. Het riviertje is gestopt met vloeien. ‘Ik heb je wat te vertellen, meid,’ zegt pa zacht. ‘Wil je eventjes naar me luisteren?’ Ze knikt. Hij legt de donsdeken over haar heen en gaat tegenover haar in de bureaustoel zitten. ‘Ma en ik wisten dat dit eerstdaags zou gebeuren’, begint hij. ‘Eigenlijk hadden we het al eerder verwacht. We hebben je al die jaren zoveel mogelijk verteld over het land waar je vandaan komt, over hoe de mensen daar leven en over hoe ze over het leven en de wereld denken. Maar nu wil je meer weten en dat kan. Je ma heeft een fotoboek voor je bijgehouden. Er staan foto’s in vanaf het moment dat je in het kindertehuis kwam tot nu. Ze hield ook een soort dagboek bij waarin ze opschreef wat je allemaal uitspookte hier, bij ons. Als je dat wilt, brengt ze die straks alle twee naar je kamer. Dan kan je erin kijken en lezen wanneer je er zin in hebt. Wat denk je? Is dat een goed begin? ‘Een goed begin? Een begin van wat?’ ‘Van de zoektocht naar je mamma. Want dat is toch wat je echt wil, hé? Je mamma terugvinden?’ Vragen:
Is er iemand geadopteerd? Ken je iemand die geadopteerd werd?
Wat vind je van de eerste reactie van Rani? Waarom zou ze tegen Bram gelogen hebben over de dood van haar biologische moeder?
Zou jij meer willen weten over je afkomst? Waarom wel/niet?
11
Vind je het een goed idee dat de moeder van Rani een fotoboek en een dagboek voor haar heeft bijgehouden? Waarom wel/niet? Denk je dat het Rani helpt bij de zoektocht naar zichzelf?
Hoe zou jij omgaan met je geadopteerde zoon/dochter? Hoe zou jij de situatie aanpakken? Zou jij ook een fotoboek of iets dergelijks maken? Waarom wel/niet? Vb. kennis laten maken met land van afkomst door ernaar op vakantie te gaan, contact met andere adoptiekinderen met dezelfde afkomst,…
4.2.3 Relatie met ouders + abortus Fragment 5: ruzie tussen Rani en haar moeder Rani zit wrokkig voor zich uit te staren. Ze wilde gewoon met de trein gaan, maar nee, ma moet en zal haar brengen. De hele rit zegt ze geen woord. Ma ook niet. Lastig is dat. Ma is altijd de eerste om een ruzie tussen hen bij te leggen. De stilte werkt op haar zenuwen. Ze kijkt vluchtig opzij. Haar moeder is bleek, haar ogen zien rood. Zou ze vanmorgen weer gehuild hebben? Wat is er toch aan de hand? ‘Ik hoop maar dat we dicht bij de studio kunnen parkeren,’ zegt ma. ‘Heeft juf Sallie daar niets over gezegd?’ ‘Nee.’ ‘En jij hebt er natuurlijk niet aan gedacht haar dat te vragen!’ ‘Nee.’ Rani’s thermometer komt stilaan in het rood te staan. ‘Als jij maar aan de deur wordt afgezet, ik moet verder mijn plan maar trekken!’ Dat is erover! ‘Ik wilde helemaal nergens afgezet worden!’ schreeuwt ze. ‘Ik wou met de trein gaan! Maar dat mocht natuurlijk weer niet. Straks word ik nog aan de leiband gelegd!’ Tot haar schrik begint ma te snikken. Ze klemt het stuur zo hard vast dat haar kneukels wit worden. ‘Ma, hou op, straks verongelukken we nog!’ Ze ziet hoe haar moeder vecht om weer controle over zichzelf te krijgen en een paar keer diep ademhaalt. ‘Geen schrik,’ snuift ze, ‘we zijn er,’ en ze parkeert de auto langs de stoep. Parkeerplaatsen zat! Rani kijkt naar de huisnummers. Juf Sallies studio is aan de overkant. Ze blijft zitten, weet niet wat gezegd of gedaan. Ma snuit haar neus. ‘Sorry,’ zegt ze, ‘maar het wordt me allemaal een beetje teveel.’ ‘Wat is er dan, ma?’ Voorzichtig legt ze haar hand op haar moeders knie. ‘Ach, mijn dochter wordt groot en daar kan ik niet zo goed tegen. En met oma had ik gisteren weer ruzie. Niets ernstig,’ voegt ze er gauw aan toe, ‘het komt alleen een beetje ongelegen.’ ‘Ruzies komen altijd ongelegen.’ ‘Vind jij dat ook? Zullen we er dan maar een eind aan maken?’ ‘Graag!’ Opgelucht geeft ze ma een zoen. ‘Tot binnen anderhalf uur?’ vraagt ze. ‘Tot binnen anderhalf uur. Veel plezier!’
12
Fragment 6: Vader van Rani vertelt waarom haar moeder en oma op gespannen voet leven. Het is een lang verhaal, dat van ma en oma.’ Hij kijkt haar zo teder aan, dat ze er verlegen van wordt. Dan begint hij te vertellen. ‘Ik was al vijfentwintig toen je ma voor het eerst mijn boekhandel binnenstapte. Ik was meteen verliefd op haar. Ze zag er zo fris uit, zo écht, zo begerig om te weten ook en ze was heel mooi. Je hebt geen idee hoe mooi ze was.’ Pa droomt even weg. Was ik haar kind, dan zou ik nu vragen of ik op haar lijk, denkt Rani, en ze voelt zich weer verdrietig. Gelukkig merkt pa het niet. Hij neemt een slokje thee en kijkt dromerig voor zich uit. ‘Ik heb wel heel erg mijn best moeten doen om haar voor me te winnen, bij haar was het duidelijk geen liefde op eerste gezicht. Maar het is me gelukt! Een jaar later trouwden we met elkaar.’ ‘Was oma blij dat je met ma wou trouwen?’ vraagt ze. ‘Ach, je kent oma, nuchter als altijd. Ze was niet bijster enthousiast maar ze was er ook niet tegen. Je opa mocht me heel graag en dat was wederzijds.’ Rani schrikt op. Dat is waar ook, haar opa leefde toen nog! Ze kan zich maar met moeite voorstellen dat oma ooit getrouwd was en kinderen had. Twee dochters. Er was vroeger meer leven in huis bij oma dan hier. Ma is een gelukzak, denkt ze. Die had iemand van ongeveer haar eigen leeftijd om mee te spelen. Ik zit hier al al die jaren moederziel alleen. Weer heeft ze ontzettend medelijden met zichzelf. Er schiet haar een nieuwe vraag te binnen, ze bloost. Bijna niemand merkt het als ze bloost, dat is het voordeel van een donkere huidskleur. Pa wel. ‘Wat?’ vraagt hij. ‘Eh, niks, ik…’ ‘Komaan meid, voor de dag ermee!’ Ze aarzelt nog steeds, dan spuwt ze het eruit: ‘Hebben ma en jij gevrijd voor jullie trouwden?’ Pa schiet in de lach. ‘Wat een geweldige dochter heb ik toch! Daar wou ik net over beginnen, maar ik durfde niet goed. En nu effen je zomaar de weg voor me.’ Hij kijkt haar hoofdschuddend aan, dan wordt hij weer ernstig. ‘Wel, ik wilde dat maar al te graag, maar ma hield al die tijd de boot af. Hoe dichter onze huwelijksdatum naderde, hoe zenuwachtiger ze werd. Drie maanden voor we zouden trouwen, vertelde ze me eindelijk wat er aan de hand was.’ Hij pauzeert even en neemt nog een slokje thee. Rani durft niet te bewegen, zo bang is ze dat hij niet meer verder zal gaan. Maar dat doet hij wel. ‘Het gebeurde op het verjaardagsfeestje van een vriendin. Ma dronk er iets teveel alcohol en vrijde nadien met een jongen die ze niet eens zo goed kende. Een tijdje nadien merkte ze dat ze zwanger was. Ze was pas vijftien toen en ze durfde het niet aan haar ouders te vertellen. Ze was vooral bang voor oma haar reactie en ergens kan ik dat wel begrijpen.’
13
Rani probeert het zich voor te stellen: oma, jonger, misschien nog kordater dan nu en ma, een meisje nog, ma, die zelfs nu de felle reacties van oma nauwelijks aankan. ‘Dus zocht ma hulp bij een oudere vriendin die haar ergens bracht waar ze de foetus wegnamen,’ vervolgt pa. ‘Naar een abortuskliniek?’ ‘Helaas niet. Abortus was toen nog niet wettelijk toegestaan, enkele uitzonderingen daar gelaten. Je moeders vriendin bracht haar bij een vrouw die kort daarvoor ook bij haar een abortus had uitgevoerd. Alles was toen prima verlopen. Maar bij je moeder was dat niet het geval. Ze begon hevig te bloeden en haar vriendin belde tegen de zin van de vrouw een ambulance. Gelukkig maar. Je moeder werd in allerijl naar het ziekenhuis gebracht. Daar hebben ze de bloedingen kunnen stoppen en zo haar leven gered.’ ‘Maar zo kwam oma het toch te weten, natuurlijk.’ ‘Inderdaad. En sindsdien is het nooit meer echt goed gekomen tussen ma en oma.’ Rani zwijgt. Wat pa haar net vertelde, overrompelt haar. Zoveel gedachten in haar hoofd. Ook pa zwijgt. Zo zitten ze een tijdje stil bij elkaar. Ze staart naar de lichtjes in de kerstboom. ‘Wat ik me afvraag,’ zegt ze tenslotte, ‘is waarom ma niet met jou wou vrijen. Jij had haar toch niet zwanger gemaakt?’ ‘Dat weet ik niet precies. Waarschijnlijk was het moeilijk voor haar om nog een man te vertrouwen na wat er gebeurd was. Maar ik moet bekennen dat ik me toen ook dezelfde vraag stelde. De situatie was helemaal anders. Ik hield van haar, wou met haar samenleven, een gezin stichten.’ Er glijdt een pijnlijke trek over zijn gezicht, een trek die ze nog nooit bij hem gezien heeft. Haar oorspronkelijke vraag schiet haar weer te binnen. Niet meer belangrijk, denkt ze, maar ze stelt hem toch. ‘Hebben jullie dan toch nog gevrijd voor jullie trouwden?’ Pa lijkt weer ontspannen en plagerig. ‘Dat hang ik lekker niet aan dat mooie neusje van je, nieuwsgierig Aagje! Dat is iets tussen je moeder en mij.’ ‘Hé, wat flauw!’ pruilt ze. En opeens boos: ‘Als ik ooit met een jongen naar bed ga, vertel ik je er lekker ook niets over.’ Vragen:
Kan je begrijpen dat de moeder van Rani het er moeilijk mee heeft dat Rani haar echte familie wil gaan zoeken? Waarom wel/niet?
Hoe is de relatie met je ouders? Waarom vind je een goede band met je ouders (niet) belangrijk? Vind je het belangrijk dat je met hen over alles kan praten? Of zal je eerder met vrienden of vriendinnen praten over ‘gevoeligere’ thema’s’ zoals bijvoorbeeld seksualiteit?
14
Vind je dat de vader van Rani goed kan omgaan met haar vragen? Hoe zou jij hierover met je ouders willen praten?
Vind je dat de moeder van Rani de juiste beslissing heeft genomen met de abortus? Waarom is de oma van Rani boos op haar moeder? Ze is niet onmiddellijk boos vanwege de abortus, maar door het feit dat Rani’s moeder alles verzwegen heeft. Aan de meisjes: zouden jullie hierover durven/kunnen praten met je moeder en/of vader? Waarom wel/niet?
4.3 Keuze uit creatieve opdrachten
Schrijf een brief naar Rani. (Wat zijn je vragen aan haar? Wat wil je zelf vertellen?)
Schrijf een recensie over het boek (Wat vond je goed/slecht? Welke elementen zijn voor verbetering vatbaar? Wat zou jij aanpassen in het verhaal?, …)
Schrijf een ander einde aan het verhaal
Maak een visuele voorstelling van het verhaal of van een passage uit het verhaal (een tekening, schilderwerk, collage,…)
Breng enkele voorwerpen in verband met het boek. Noteer welke voorwerpen je hiervoor gekozen hebt en waarom jij ze belangrijk vindt voor het boek en welke thema’s/ passages/ gevoelens/… ze vertegenwoordigen.
Maak een fotoboek over je eigen afkomst.
Speel een scène uit het boek na met enkele klasgenoten voor de klas.
4.4 Conclusie/ ter afsluiting
Zou je op basis van bovenstaande fragmenten geïnteresseerd zijn om het boek te lezen? Waarom wel/niet?
Waarop baseer jij je als je beslist om een boek al dan niet te lezen?
Had je verwacht dat deze thema’s aan bod zouden komen, dat het boek hierover zou handelen?
Hoe denk je dat het verhaal eindigt? Rani gaat alleen met haar ouders naar India, zonder Bram. Bram is naar Londen verhuisd en Rani heeft minder contact met hem. Op haar verjaardagsfeestje voor haar veertiende leert ze Cor kennen…
15