Les 1. wat is weervisserij? Aan het begin van deze les krijgt elke leerling een boekje met daarin vragen en opdrachten die te maken hebben met de weervisserij. De leerlingen beginnen met het invullen van de quiz op de eerste twee pagina’s. Dit doen ze individueel. Ze krijgen hier ongeveer 10 minuten de tijd voor. Als de tijd voorbij is worden de antwoorden klassikaal besproken. De docent is hierin de gespreksleider. Het is vooral belangrijk dat er een gesprek ontstaat. De docent vraagt de leerlingen waarom ze gekozen hebben voor bepaalde antwoorden, zo proberen ze er samen achter te komen wat het juiste antwoord is. Met elk goed antwoord verdient de leerling een punt. In het boekje kunnen de leerlingen noteren hoeveel punten ze in totaal gescoord hebben. Voorbeeld: Het woord ansjovis wordt genoemd, in het boekje staan er bij dit woord drie plaatjes van vissen. De leerling kruist aan welke van de drie vissen een ansjovis is. Als alle woorden besproken zijn kunnen de leerlingen individueel aan de slag met de rest van de opdrachten in het boekje. Alleen de eindopdracht ‘’artikel schrijven’’ kan pas in de derde les gemaakt worden. Opmerkingen: Een uitgebreide uitleg over de weervisserij is te vinden in de bijlage. De antwoorden op de vragen zijn te vinden in de bijlage.
2
Les 2. Op het water. Tijdens de tocht naar het weer krijgen de leerlingen een korte uitleg over de verschillende vissen die in de Oosterschelde zwemmen. Op die manier krijgen ze een breder beeld van de Oosterschelde en kunnen ze de vissen die de weervissers in hun fuik vangen herkennen en benoemen. Ook zal er tijdens de tocht een filmpje worden afgespeeld die de groep gezamenlijk bekijkt en wordt er uitleg gegeven over de weervisserij.
“LET OP: ELKE LEERKRACHT VAN DE DEELNEMENDE GROEPEN IS VERPLICHT OM EEN PROEFVAART VOORAF TE DOEN. TIJDENS DEZE VAART WORDEN DE VEILIGHEIDSASPECTEN DOORGENOMEN, HOE OVER TE STAPPEN, ETC..”
3
Les 3. Een artikel schrijven. Tijdens de laatste les is er ruimte om te werken aan de resterende opdrachten in het boekje en gaan ze aan de slag met de eindopdracht. Deze opdracht bestaat uit het maken van een krantenartikel over hun beleving van de vaartocht naar het weer. Wat hebben ze gezien? Hoe hebben ze het ervaren? Ook deze opdracht wordt gemaakt in het opdrachtenboekje. Het beste artikel zal geplaatst worden op de website Stichting Behoud Weervisserij en indien mogelijk geplaatst in de Bergse Bode. De docent kiest het beste artikel van de klas en mailt dit naar de Stichting Behoud Weervisserij (
[email protected]). Zij maken een keuze uit de ingezonden stukken.
4
Extra info weervisserij. Weervisserij, wat is dat? Wie Bergen op Zoom kent denkt allereerst aan vastenavond en aan de kermis. En in één adem noemt hij de drie A's : aardbeien, asperges en ansjovis, sinds jaar en dag de specialiteiten van de stad. En van die drie A's nemen ansjovis en de ansjovisvisserij wel een heel bijzondere plaats in. Daar is een aantal redenen voor: De traditie Ten eerste is er sprake van een heel lange traditie. De visserij is het oudste officieel bekende ambacht van de stad: reeds in 1314 is in een der stadskeuren (een onderdeel van het stadsrecht) sprake van vissers. Het oudste gilde zou dat der schippers zijn. Zij worden in 1327 vermeld in diezelfde keuren. En zoals iedereen in Bergen op Zoom ook weet: schippers en vissers horen bijelkaar. Of er in 1314 echter alsprake was van ansjovisvisserij mag betwijfeld worden. Het allereerste begin zal altijd in raadsels gehuld blijven. De opkomst van de ansjovisvisserij hangt waarschijnlijk samen met ecologische veranderingen, namelijk het ontstaan van ondiepe baaien inde Oosterschelde in de zestiende eeuw. Een kenmerk van de ansjovis is dat deze ondiepe, dus in verhouding warme gedeelten langs de kust opzoekt als paaiplaats. In de zestiende eeuwis tijdens een aantal stormvloeden polderland aan de golven prijsgegeven. De stad Reimerswaal, die een rol speelt in de visserijgeschiedenis van Bergen op Zoom, is op deze manier verloren gegaan. Op dit ondergelopen land, “verdronken land” genoemd, wordt volgens de uit later tijden overgeleverde bronnen ansjovis gevangen. Sinds 1530, het jaar dat de eerste stormvloed plaatsheeft, worden ansjovisvissers toegevoegd aan de schippers en vissers. Ook op de Westerschelde wordt ansjovis gevangen, maar niet in die mate als op de Oosterschelde.
5
Een unieke lekkernij Ten tweede is de ansjovis in Bergen op Zoom altijd uniek geweest. Dit heeft zijn oorzaken. Ansjovis is een lekkernij, die alleen in Bergen op Zoom bij voorkeur versgebakken gegeten wordt. Tot en met WO II is ansjovis uitsluitend ingelegd in zout gegeten. Pas na WOII wordt de vis vers gegeten. Uit armoede ging men de vis direct eten en achtte niet eerst acht maanden de rijping in zout af. Het wispelturige gedrag van de ansjovis zelf is oorzaak van het feit dat de vis tot een luxe schaars goed gerekend moet worden. De wijze waarop deze vis gevangen wordt, door middel van weren, vindt nergens anders ter wereld plaats. Zij wordt daarom weervisserij genoemd. Een wispelturige vis Het wispelturige gedrag van de vis resulteert in sterk wisselende vangsten van jaar tot jaar. Deze jaarlijks wisselende vangsten komen speciaal voor bij ansjovis; in de visserij op andere soorten vis is dit niet gebruikelijk. De reden hiervoor is de grote invloed van de temperatuur op het paaigedrag van de vis. Hoe hoger de temperatuur hoe groter de visaanwas. Bovendien bestaat de vangst veelal uit eenjarige dieren wat ook uniek is voor deze vissoort. Een extra afhankelijkheid van toevallige omstandigheden zoals voedselschaarste voor de larven maakt de vangstkans nog meer onzeker. Op de vangst van ansjovis mag dan ook niet gerekend worden, zo blijkt uit de cijfers. Van 1852 tot 1912 varieert het aantal gevangen tonnen van 1 ( !; in 1899) tot 450 (in 1906). Dit brengt een extra spanning met zich mee, zowel voor de vissers voor wie de ansjovis een goed inkomen kan betekenen als voor de burgers. De gevoeligheid van de ansjovis voor temperatuur is verantwoordelijk voor het feit dat Bergen op Zoom en niet een vissersplaats in Zeeland, wat men logischerwijze mag verwachten, bekendheid krijgt met ansjovisvangsten. De vis zoekt warme ondiepe gedeelten op om te paaien en de warmste plaatsen zijn te vinden langs de kust. Langs de Schelde ligt een heuvelachtig gebied met een steile rand, de “Brabantse Wal” genoemd. Het water voor deze wal is warmer dan de rest van de Oosterschelde. Hier, in het verdronken land van het markizaat, zijn de visgronden van de Bergse vissers.
Bron: Goesche Courant van 1/6/1899
6
Bron: Middelburgsche Courant van 9/7/1906
Een luxe product De belangstelling van de inwoners van Bergen op Zoom voor dit luxe schaars goed (de dichte scholen van Korringa vormen een goed jaar!) is in diverse archiefstukken te lezen. In 1649 levert Tanneke Thomasschotels ansjovis aan het stadhuis, aldus bewaard gebleven rekeningen in het Stadsarchief. Het bestuur van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen besluit in 1799 aan connecties “volgens ouder gewoonte een geschenkjen ansjovis te doen afzenden”. Het exclusieve karakter van de ansjovis is ook bekend buiten Bergen op Zoom en zelfsin het buitenland. De vis wordt al in 1696 geroemd in de “Nieuwe Cronyk van Zeeland” van M. Smallegange. A. van Overstraten dicht in zijn “Eerkrans voor Bergen op den Zoom” uit 1788: “Wat visch kan na den lof van Bergsche anschovis
7
dingen”. In 1809 schrijft P.A. Mennig in zijn dagboek dat Bergen op Zoom “wegen seiner Anschovis sehr berühmt ist” en dat de vis via Amsterdam naar o.a. Berlijn, Hamburg en Parijs uitgevoerd wordt. Het “Woordenboek van de Nederlandse Taal” neemt onder ansjovis op: “De Bergsche ansjovis wordt bij ons voor de beste gehouden”. De vismethode De vismethode met weren of waarden, vandaar de naam weervisserij, is uniek in Nederland. Niet in de laatste plaats vanwege de grootte, want kleine botweren zijn er genoeg. De weren bestaan uit houten staken die in een V-vorm in de bodem van de Oosterschelde gestoken worden. De punt van de V wordt gevormd door het fuikgat. De brede kant van de V-vorm ligt op ondiep gebied, de punt grenst aan een geul. De staken kunnen wel 5 meter lang zijn. Een weer is soms zelfs meer dan een kilometer lang. De ansjovis zoekt bij hoog water ondiepe gedeelten van de Oosterschelde op, wil bij laagwater terugzwemmen naar dieper water en komt in het weer terecht. Bij laag water zetten de vissers een fuik en drijven te voet de vis de fuik in. Werking van de weervisserij Een weer, ook bekend onder de term visweer, kan worden toegepast overal waar stroming is; in rivieren, estuaria (riviermondingen) en zeearmen (getijdengebieden). De visweren op de Oosterschelde maken gebruik van de werking van de getijden. Het verschil tussen eb en vloed is hier 2,5 tot 4 meter. De Oosterschelde staat via een afsluitbare stormvloedkering (Oosterscheldekering) in verbinding met de Noordzee. In de oostelijk kom van de Oosterschelde ligt een aantal zandplaten die bij eb gedeeltelijk droog vallen. Het temperatuurverschil in de ondiepe delen lokt de vis bij opkomend water naar dit gebied. Een ideale plaats, voor met name de ansjovis, om te paaien en om die reden dáár de weervisserij uit te oefenen. Een visweer bestaat uit twee rijen vleugels, vleuken genaamd, van houten staken die over een lengte van wel 800 tot 1.000 meter in een V-vorm in de zeebodem zijn gestoken. Het einde van de V wordt gevormd door het fuikgat die aan de rand van de plaat ligt en waar bij eb altijd water in blijft staan. Het hout van de 4 à 5 meter lange staken wordt dicht bij elkaar in de bodem van de zandplaat gestoken. Naarmate men het fuikgat nadert komen de staken steeds dichter bij elkaar te staan. In het fuikgat zelf worden aan de staken netten aangebracht die ervoor zorgen dat de vis niet meer kan ontsnappen. Bij hoog water steekt het weerhout nauwelijks boven het water uit. Bij laag water vallen de uiteinden van de vleuken droog. De vis die bij hoog water de ondiepe delen van de Oosterschelde opzoekt, gelokt door de iets hogere watertemperatuur boven de ondergelopen platen, raakt binnen het houtwerk van de vleuken. Als de vis bij afgaand tij van de ondergelopen plaat zwemt wordt deze geweerd door de vleuken van de weervisserij. Zo wordt de vis naar het fuikgat, welke op een diepere plaatst staat, gedreven en daar opgevangen. Bij laag water zet de weervisser een fuik voor het fuikgat en haalt de hor weg. Vervolgens drijven twee vissers met een sleepnet de zich in het fuikgat van het weer ophoudende vis naar de fuik. Hierna sluit men het fuikgat af en kan de vis aan boord genomen worden. Indien zich nog meer vis in het fuikgat bevindt herhaalt men deze procedure. In Nederland wordt deze unieke vismethode alleen nog in de oostelijke kom van de Oosterschelde toegepast.
8
Fuik
Fuikgat
Door de eeuwen heen is in Bergen op Zoom de weervisserij beoefend. In de gemeentelijke archieven zijn hiervan bewijzen terug te vinden, op diverse plaatsen en vaak onvolledig. Van de momenten waarop de overheid meent te moeten ingrijpen in de altijd aanwezige onderlinge conflicten is veelal verslag gedaan. Het wekt verbazing dat deze traditionele bedrijfstak zich staande heeft kunnen houden door de eeuwen heen. Zeker gezien het onzekere karakter door de wisselende vangsten. De vismethode blijft, op het gebruik van de dieselmotor en een elektrische grondboor na, die ingevoerd werden na 1914, al die tijd ongewijzigd. Ook gedurende de periode 1850 - 1914, de tijd van de industrialisatie, blijft de weervisserij met haar traditionele methode bestaan. Dit terwijl veel, vooral kleine ambachtelijke bedrijfstakken verdwijnen wanneer de moderne industrie opkomt. In 1947 bestaan er nog steeds 18 weervisserijen. De traditionele manier van werken kan nauwelijks op tegen de moordende concurrentie. Iedereen weet dat ansjovis geïmporteerd wordt uit Zuid-Europa. Die import begint in 1906 en betreft vis van inferieure kwaliteit. Nederlandse vissers hebben in ZuidEuropa het zoutingsproces uitgelegd en sindsdien is de Zuideuropese vis een serieuze concurrent! Daarnaast werden de twee ansjovisssoorten ook wel in een anker gemengd, wat de kwaliteit niet ten goede kwam en ook de naam van de Nederlandse ansjovis niet.Sinds El Nino de ansjovisvisserij in Peru verstoort, weten wij dat daar ansjovispasta vandaan komt. Ansjovis uit Bergen op Zoom?... voortaan een lokale aangelegenheid. De weervisserij houdt stand als cultuurhistorisch erfgoed. Een cultuurhistorisch erfgoed Het unieke karakter van de weervisserij leidt in 1997 tot de oprichting van de “Stichting tot Behoud van de Weervisserij”. Deze stichting stelt zich twee doelen, het instandhouden van wat men zelf noemt, het ambacht weervisserij en het bevorderen van de weervisserij als cultuurhistorisch erfgoed voor Bergen op Zoom en omstreken. Er zijn nog twee weervissers met drie weren in 2000. Door het vak als een ambacht te zien brengt men het onder bij de folklore rond alle andere bijna verloren vaardigheden die nogal eens ten onrechte tezamen gebracht worden onder de term ambacht. Bron: De ontwikkeling van de weervisserij in Bergen op Zoom van 1850 tot 1914 Scriptie Maatschappijgeschiedenis, juni 2000 Erasmusuniversiteit RotterdamFaculteit der historische en kunstwetenschappen Docent: Mw.Dr. L.A. van der ValkStudent: C.H.M. in ’t Groen (133192)
9
Antwoorden boekje. Quiz: Oosterschelde: 2. Is een zeearm in de provincie Zeeland. Ansjovis: Nummer 1 Fuik: Nummer 1 Aalscholver: 2. Een vogel. Vul het juiste woord in: 1. Het is vandaag heel mooi WEER. 2. Is het WEER zover? 3. De ansjovissen zitten vast in het WEER. Zandplaat: 1. Droogvallend, uit zand bestaand, vlak gedeelte van de bodem.
10
Kaart:
11
Herken de vis Je ziet op de andere bladzijde een aantal verschillende vissen die in de Oosterschelde zwemmen. Verbind de namen met de juiste vissen.
Extra informatie vissen: Ansjovis. De ansjovis trekt in april naar het noorden en komt langs de kust van België en Nederland om zich voort te planten.. Bergen op Zoom heeft een oude traditie waar de vis met traditionele weervisserij wordt gevangen. Ze bereikt gemiddeld een lengte van zo'n 20 centimeter, heeft een afgeronde snuit en een korte onderkaak. Het voedsel bestaat uit dierlijk plankton.
Geep. De geep is een trekkende zeevis die voorkomt het oosten van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. De vis houdt zich op in de bovenste waterlaag waar hij jaagt op kleine vissoorten zoals jonge haring en kabeljauwachtigen. De vis kan 93 cm lang en 1,3 kg zwaar worden; maar is gemiddeld 45 cm lang. Zij leven 's winters in scholen in open water, ten westen van GrootBrittannië en trekken in maart, april de Noordzee in waar zij in ondiep water paaien in de maanden mei en juni. De eitjes worden met een soort draden aan planten bevestigd.
Makreel. De makreel is een schoolvis die dicht bij het wateroppervlak zwemt. In de zomer komen de vissen dicht bij de kust en trekken dan naar het noorden. In de winter bevinden ze zich in diepere wateren. Het voedsel bestaat uit kreeftachtigen en kleine vissen en wordt aan de wateroppervlakte gezocht.
12
Zandhaai. Zandhaai of ook wel genoemd de Gladde haai. Gladde haaien zijn ongevaarlijk. Ze hebben zelfs geen scherpe tanden, maar platte 'maaltanden'. Met die maaltanden malen ze hun eten (krabben, schelpdieren en vis), lekker fijn voordat ze het doorslikken. Ze leven dicht onder de kust. Langs de Nederlandse kust zijn ze zeldzaam. Afmetingen: tot 165 centimeter, gewicht: tot 15 kg, leeftijd: tot ongeveer 24 jaar, vijanden: andere haaien.
Paling. De paling kan meer dan een meter lang worden en heeft een bruine tot grijze kleur en een zeer langwerpig lichaam met een lage rugkam en zonder (zichtbare) schubben. De paling is door de karakteristieke lichaamsbouw gemakkelijk van andere vissen te onderscheiden.
Antwoorden Grafiek: Gegevens: JAAR 2006 2007 2008 2009 2010 2011
TEMPERATUUR (gemiddeld in april) 11 18 12,5 15 14 19
VANGST 2,5 ton 7,7 ton 3,5 ton 1 ton 1 ton 7,5 ton
20 18 16 14 12 temperatuur
10
vangst
8 6 4 2 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
De cijfers aan de linkerzijde staan voor de temperatuur en de vangst (aantal ton), de cijfers aan de onderkant staan voor de jaren. 1. Er is een overeenkomst te zien tussen de temperatuur en de vangst. Alleen in de jaren 20092010 lopen de vangst en de temperatuur niet met elkaar gelijk. 2. Deze vraag hoeft niet beantwoord te worden. De Oosterschelde kering werd gebouwd tussen 1969 en 1986 en werd geopend in 1968. De gegevens van de vangst en temperatuur zijn helaas niet beschikbaar.
13