Les 3: Wie is Jezus?
Intro Vandaag gaan we het hebben over wie Jezus is. We gaan kijken naar de regel uit de geloofsbelijdenis “Ik geloof in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Here”. Allemaal namen? We hebben allemaal een naam. De een is best tevreden met zijn naam... de ander zou hem eigenlijk wel willen veranderen. We hebben allemaal een naam gekregen bij onze geboorte. De meesten van jullie ook een doopnaam. Meestal was dit een naam die jullie ouders mooi vonden. Soms ook of juist omdat die naam van jullie opa en/of oma is geweest. De meeste namen hebben een mooie betekenis. Vraag : Wat is jouw volledige naam? Wat betekent die naam? Namen van Jezus. “What 's in the name” is een bekende uitspraak van de engels schrijver William Shakespeare. Volgens hem zegt een naam niet zo veel over de persoon die hem draagt. Tegenwoordig klopt dat ook wel. Maar eigenlijk is dat helemaal niet zoals de mensen in de tijd van de bijbel er over dachten. De meeste namen drukken een wens uit van de vader of moeder. Zo betekent betekent Daniel “God is mijn rechter” en Jesaja “JaHWeH heeft gered”. Jeremia betekent “JaHWeH zal verhogen”. Soms krijgen kinderen een naam van God. Denk maar aan Johannes de Doper, Adam etc. Maar ook aan Jezus. Lees Vraag
: Mattheus 1: 18-25 : Wat betekent de naam Jezus? Wat zegt dit jou?
De naam Jezus zegt eigenlijk precies Wie Hij was en wat Hij op aarde kwam doen. Een andere andere naam van Jezus is Christus. Dit is niet Zijn achternaam maar een bijzondere aanduiding. Lees Vraag Vraag
: Mattheus 16: 13-17 : Wat betekent Christus? : Als jij je christen noemt... wat zeg je daar dan mee?
Jezus is Heer? Het bijbelboek Openbaring is geschreven aan de eerste christenen in het romeinse rijk. Zij noemden zich christenen om zich te onderscheiden van de joden. Ze onderscheiden zich door hun belijdenis “Jezus is Heer”. Hiermee gingen ze lijnrecht in tegen de keizercultus. De keizercultus betekende dat je de romeinse keizer als een god ging aanbidden. Je aanbad de keizer omdat hij voor voorspoed, welvaart en rust zorgde in het romeinse rijk. In veel romeinse steden was daarom een tempel aan de keizer gewijd. De Openbaring aan Johannes werd geschreven ten tijde van keizer Domitianus, 81 – 96 na Chr. Deze keizer stelde er prijs op om met “onze heer en god” aangesproken te worden. Er werden jaarlijks feesten georganiseerd die niet alleen gekenmerkt werden door afgodendienst maar vaak ook door grote immoraliteit. Van iedereen werd verwacht dat hij meedeed en een bijdrage leverde aan de kosten van de feesten. Als christenen aan dit alles niet deel namen werden ze als ondankbaar en trouweloos beschouwd. Het volgende bijbelgedeelte gaat over keuzes maken Lees Vraag
: Mattheus: 6: 24 : Welke Heer dien jij? Hoe ga je met geld om?
Bovenstaande tekst vraagt om een keuze. De volgende tekst gaat hier op door. Lees Vraag
: Mattheus 7: 21-23 : Wat staat hier? Leg dit uit in je eigen woorden!
Wat geloof je in de kerk ! 1. Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde. 2. En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Here; 3. die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; 4. die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, 5. neergedaald in de hel; op de derde dag opgestaan uit de doden; 6. opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; 7. van daar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden. 8. Ik geloof in de Heilige Geest. 9. Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen; 10. vergeving van de zonden; 11. opstanding van het lichaam; 12. en een eeuwig leven. Amen
Paul verklaring: Van Lat. paul(l)us `klein, gering'. Reeds een Romeinse familienaam in de gens (d.i. familie, geslacht) Aemilia. Het is de naam van de apostel, die hij als Romeinse burger had (in `Handelingen' verschijnt de naam Paulus voor het eerst bij het bezoek van Paulus en Barnabas aan Cyprus). Voordien vinden we de naam Saulus (zie Saul). De figuur van Paulus kennen we goed door de beschrijving van zijn zendingsreizen (`Handelingen') en door zijn brieven (zie ook Rom. 15, 24 en 28). Verschillende r.k. feestdagen zijn aan hem gewijd: 25 jan.: bekering van Paulus; 29 juni: Petrus en Paulus; 30 juni. Er zijn nog verschillende andere heiligen met deze naam, bijv. Paulus van Thebe, kluizenaar in de Thebaïsche woestijn; gest. 341; kerk. feestdag: 15 jan. Hij wordt beschouwd als de eerste monnik. Verder Paulinus, bisschop van Trier in 349; gest. 358; kerk. feestdag: 31 aug. Relikwieën bevinden zich in de St.-Paulinuskerk in Trier. De naam kwam al vroeg in gebruik: bij Socin al in de 9e eeuw; Rijnland (Littger) Paulus 765 (West-Frank.), Paulus Diaconus, vóór 880 (Langobard aan het hof van Karel de Grote); in Vla. sinds de 12e eeuw (Leys, Substitution 7); oudste voorb. in Holl.: 1228, in Dordt 1284-1287 zes maal Pauels (SRD). Vr. vormen: in Kortrijk ca. 1400 (Debrabandere): Pauwelijnne, Pauwelijnkin; Paweline, Ze. 1333; Paulyne, Breda 1532 (Ned L. 1966, 382), Paulina, 1661 (Ned L. 1955, 177). Zie ook Paula.
Sabine verklaring: Zie voor de betekenis bij Sabinus. Van de stam der Sabijnen(= volk in Italie). Sabina, martelares, volgens de legende ca. 126 in Umbrië of in Rome onthoofd. Kerk. feestdag: 29 aug. De vr. vormen van de naam komen in Ndl. wel voor, vooral in Ze. Het gebruik van de naam is al oud: Sabina bij Socin al ca. 1000; Savena, Keulen 1187/1200 (Littger; de naam kan volgens hem aangepast zijn aan een Germ. naam met saw-; vgl. Förstemann 1302: Savina). Sabina van Beieren (1528-`78) huwde in 1544 met Lamoraal, graaf van Egmond. De naam kwam hier in gebruik in de loop van de 16e/17e eeuw. Oude voorbeelden zijn Byn = Sabina, Bommelerwaard ca. 1500; Sabyna, Axel 1636 (Ned. L. 1976, 31).
Maarten De kleine krijgshaftige verklaring: De bekendste variant is Maarten. De naam is van oorsprong een Oudlatijns cognomen (Lat. bijnaam, toenaam), vnl. van slaven, later vooral van martelaren. Het is de verkleinvorm van Martius `van Mars', de god van de oorlog (Gri. Ares). De naam Mars hangt samen met Gri. marnamai `ik strijd' en Arm. mart `strijd' (zie ook Marcus). De naam werd in de middeleeuwen buitengewoon populair door St.-Maarten, geb. ca. 316. Waarschijnlijk was hij de zoon van een Romeins tribuun uit Pavia. Hij stichtte de abdij van Marmoutier, waar hij als bisschop van Tours (ca. 371) leefde. Op de verbeelding van het volk werkte vooral het verhaal over de helft van zijn mantel die hij, toen hij nog Romeins soldaat was, aan de stadspoort van Amiens aan een bedelaar gaf. Hij werd dé nationale heilige van Fra.; gest. ca. 397 en begraven in de St.-Maartensbasiliek in Tours; kerk. feestdag: 11 nov. Vele volksgebruiken herinneren nog aan zijn grote populariteit in de middeleeuwen. Ook verschillende plaatsnamen herinneren aan hem: St.-Maarten, St.Maartensdijk, Maartenshoek. De Utrechtenaren werden vroeger St.-Maartensmannen genoemd.
Casper Schatbewaarder verklaring: Caspar is de legendarische naam van een der drie Wijzen uit het Oosten (Drie Koningen, zie ook Balthazar en Melchior). De betekenis is onzeker, de naam wordt wel verklaard uit Perz. kandschwar `schatbewaarder'. Kerk. feestdag: 6 jan. Opmerkelijke combinatie van namen: Caspar Melchior Balthazar Sutherland, geb. in Ndl. 1791, Ned. L. 1972, 300). Zie ook Jasper.
Robert Schitterend door roem verklaring: Tweestammige Germ. naam uit Rod-, Hrôth- `roem' (zie roe(d)-) en -bert `glanzend, stralend, schitterend' (zie -brecht-). De naam betekent dus ongeveer `schitterend door roem'. De eigenlijke Du. vorm is Rupprecht; Robert is Nederduits en Ndl. en waarschijnlijk oorspr. ook Noordfrans (tal van namen herinneren daar nog aan een oorspr. Germ. bevolking). Door de Normandiërs kwam de vorm Robert althans naar Eng., waar het een van de populairste namen werd. Vanuit Eng. kreeg hij ook weer grotere populariteit op het vasteland. De Du. vorm was geliefd bij verschillende vorstenhuizen, waardoor de naam daar steeds frequent in gebruik bleef. Heiligennaam: 1) Robert, abt van Molesme, geb. ca. 1027 in Champagne. Hij stichtte in 1075 voor de kluizenaars in het woud Colan de abdij Molesme; gest. 1111; kerk. feestdag: 29 apr.; 2) Robert, stichter en abt van Chaise-Dieu; gest. 1067; kerk. feestdag: 24 apr.; 3) Robert van Arbrisset (Arbresec), geb. 1055 à `60 in Arbresec in Bretagne. In 1069 werd hij aartspriester in Rennes. Hij stichtte verscheidene kloosters. Waarschijnlijk gest. 1117; 4) Robert, abt van Newminster (Eng.); gest. 1159; kerk. feestdag: 7 juni; 5) Roberto, abt van Soleto (Sala), geb. 1272. Hij is de stichter van 14 kloosters; gest. 1341; kerk. feestdag: 18 juli; 6) Rupert van Bingen, hij ligt begraven in het kerkje bij de samenvloeiing van Nahe en Rijn (Rupertsberg); kerk. feestdag: 15 mei; 7) Rupert (Hruodperht, Ruodpert, Hrodpert, Ruprecht), eerste bisschop van Salzburg, gest. 718 (?). Kerk. feestdagen: 27 maart en 24 sept. (Herbstruperti). Het is een volksheilige, vooral vereerd in Oostenrijk en Beieren (vgl. Rupertiwinkel tussen Inn en Salzburg). In Schotland is de naam mede populair door Robert de Bruce (Schots: Raibeart Brus; zie ook Bruce).
Anne Genadig/lieflijk
Susan verklaring: Van Hebr. sjoesjanah `lelie', vgl. de naam van de burcht Susa(n), enkele malen vermeld in het O.T. (Neh. 1, 1; Est. 1,2; Dan. 8,2), de residentie van de Perzische koningen (`stad der leliën'?). In Luc. 8,3 is Susanna de naam van een vrouw die Christus met haar bezittingen dient. Verder bestaat er de geschiedenis van Susanna en Daniël, een toevoeging aan het boek Daniël (vgl. Händels oratorium `Susanna'). Heiligennaam: Susanna, Romeins martelares uit onbekende tijd. Kerk. feestdag: 11 aug. Een Arm. martelares Susanna (Susanik) stierf in 482 à `84; kerk. feestdag: 13 dec. De naam kwam al vroeg voor in deze streken; in Rijnland in de 12e eeuw (Littger ziet eventueel nog Germ. invloed van Sus-, variant van Germ. swas); vgl. Förstemann 1379. In Vla.: Susanna, weduwe van Arnulf II van Vlaanderen, vermeld in 988 (Mansion 12). Zij kwam uit It. en heette ook wel Rozala. Pas in de 15e/16e eeuw werd de naam populairder: Zan = Suzanna, Den Bosch vóór 1462; Susanna de Lannooy, geb. Middelburg 1577 (Ned. L. 1955, 139); Suzanna de Croock, Brugge 1583 (Schouteet 42); Sanna, Susanna Pietersdr. Diephorst, Gouda 1595 (Ned. L. 1959, 41) enz. In de 17e eeuw frequenter, vooral bij Hervormden.
Johan: Jahweh is genadig verklaring: Hebr. Johanan `Jahweh is genadig'. Voor de populariteit van de naam komt in de eerste plaats in aanmerking Johannes de Doper (Luc. 1,15v. en Matt. 3 e.e.), geboortefeest op 24 juni (zie ook Baptist). Vervolgens noemen we de discipel van Christus, broeder van Jacobus (Marcus 1,19 e.e.), vanaf de 4e eeuw wordt hij `de theoloog' genoemd; kerk. feestdag: 27 dec. Aanvankelijk was de naam Jo(h)annes vooral in de Oosterse Kerk populair, maar met de Kruistochten begon de naam in het Westen door te dringen. Daar werd het in alle landen al vroeg de meest voorkomende naam. Aanvankelijk werd de naam in de Lat. vorm Joannes gebruikt (de Gri. vorm is Ioannes). De vorm Johannes (onder invloed van het Hebr.) is sinds de Renaissance en Hervorming de meest gebruikelijke geworden. Vele heiligen hebben de positie van de naam nog versterkt, we noemen hier slechts enkelen: Joannes Chrysostomus, een van de belangrijkste Oosterse kerkvaders, geb. ca. 354 in Antiochië, aanvankelijk monnik en kluizenaar, in 398 patriarch van Constantinopel; gest. in 407; kerk. feestdag: 27 jan. Tot de ouderen behoort ook Joannes van Damascus, in 675 geb. in Damascus. Hij is bekend door zijn dogmatische geschriften; gest. 749; kerk. feestdag: 27 maart; Joannes van Nepomuk, hij werd van belang voor de Kerk in Oost-Europa, martelaar in 1393; kerk. feestdag: 16 mei (zie Nepomuk). In Du. kwam de naam op in de 8e eeuw: Johannes, Meerbach 730 (Socin); in Zuid-Ndl. in de 9e eeuw: Iohannus, in het jaar 829 getuige in Gent (Mansion). Het was een van de zeven chr. namen in de 9e eeuw in West-Vla. en in de 10e eeuw kwam hij zeven maal voor op 35 chr. namen (Leys 1958, 4). In Noord-Ndl. dateren de oudste voorbeelden uit de 12e eeuw: Iohannes, deken in Utrecht, 1116; Johannes de Hancvorde, cijnsplichtige in Berg, 1142/5 enz. (Gysseling 1966, 10). Zie ook Johanna, Hans en Jan.
Wilma
De wilskrachtige beschermer