www.cos-online.nl
Lopend Leren:
leren binnen en buiten de schoolmuren 260 leerlingen van vier basisscholen in Den Haag en Dordrecht gaan de komende tijd met hun eigen handcomputer op pad. Ze doen mee aan het project Lopend Leren: leren binnen én buiten de muren van de school. Theo Louwers De Personal Digital Assistent (pda) is in korte tijd gemeengoed
buiten de school lerend met een zakcomputer, interessant
geworden. Was het in eerste instantie vooral een digitale
om de mogelijkheden ervan te onderzoeken.
agenda, de mogelijkheden breidden zich al snel uit. Het is nu
Projectleider Koos Eichhorn: ‘We hebben in Engeland
een soort alleskunner, een computer in zakformaat. Ook het
ervaren hoe kinderen met een pda kunnen werken. Het was
onderwijs zag de mogelijkheden van de pda. Kinderen in en
fantastisch om te zien hoe de kinderen ermee omgingen.
>>
COS JAARGANG 19 NUMMER 4 – 2007
31
www.cos-online.nl Lopend Leren
MOBILITEIT EN ACTIEF LEREN
Het project Lopend Leren wordt financieel mogelijk gemaakt
Na de nodige voorbereiding ging onder grote belangstelling van
door de Kennisrotonde van Ict op School. Ict op School
zowel de landelijke als de lokale pers het project Lopend Leren
ondersteunt via de Kennisrotonde projecten die kennis
op 13 maart op basisschool De Bras officieel van start. Het
opleveren en die ook van belang zijn voor andere scholen
Jeugdjournaal opende er die dag zelfs de uitzending mee.
in Nederland. Microsoft ondersteunt het project met raad
Sietske de Spaey, directeur van De Bras, vertelde dat voor
en daad vanuit het Partners in Learning-programma. Met
haar een droom in vervulling is gegaan. In haar openings-
dit programma ondersteunt Microsoft besturen en
woordje benadrukte zij dat leren op De Bras gelijk staat met
instellingen, die hun onderwijs willen innoveren.
begrippen als mobiliteit, actief leren en zelfverantwoordelijk-
Studenten van de Universiteit Leiden en de pabo van Hoge-
heid. ‘De Verkenner is een hulpmiddel dat het leren van de kin-
school INHOLLAND doen eveneens mee. Zij maken materi-
deren ondersteunt en zowel bij kinderen als ouders veel
alen waar de kinderen houvast aan hebben en analyseren
enthousiasme wekt’, aldus De Spaey.
en beschrijven de toegevoegde waarde van de Verkenner.
Op De Bras werken de kinderen al met een digitaal leerling-
In totaal worden 260 pda’s ingezet. Eind van dit jaar vindt
portfolio. De Verkenner is een prima aanvulling daarop.
de eindrapportage plaats.
Ronald van Rooden, directeur Belangenbehartiging van stichting Kennisnet Ict op School, noemde als belangrijkste pluspunt dat de leerling centraal wordt gesteld. Hij wees daarbij op
Onderwijs innoveert, verbetert door de inzet van dit soort tech-
de razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van ict en com-
nieken. De pda, in ons project Verkenner genoemd, is een mid-
municatie, die voor volwassenen sneller lijkt te gaan dan voor
del, verbetering van onderwijs het doel.’
kinderen. ‘Kinderen die meedoen met dit project kunnen het
Het werken met de handcomputers is volgens Eichhorn uniek
antwoord vinden met hun Verkenner’, zei Van Rooden. ‘En dat
in Nederland. Vier scholen doen mee met het project. ‘Vier
is nu precies waar de projecten van de Kennisrotonde voor zijn
totaal verschillende scholen’, vertelt Eichhorn. ‘Ze verschillen
bedoeld. Kennis ontwikkelen ‘De Verkenner is een hulpmiddel dat het leren van de
over het gebruik van de
in schoolontwikkeling, school-
kinderen ondersteunt en zowel bij kinderen als ouders veel
moderne ict-middelen en toe-
systeem, onderwijsvisie, leer-
enthousiasme wekt.’
passingen als ondersteuning
lingpopulatie en de wijze waar-
van het onderwijs. Haal de
op ze de Verkenner gaan inzetten. Voor de ene school is het
middelen waar kinderen nu mee opgroeien de school in. Laat
een leeshulp, bij de andere school even onmisbaar als pen en
niet elke school daarbij zelf het wiel uitvinden. In dit project
papier. Dit laat straks goed zien waar scholen de Verkenner
wordt kennis ontwikkeld die van belang is voor alle
allemaal voor kunnen gebruiken.’
Nederlandse scholen. Op de Kennisrotonde kan deze kennis worden gedeeld.’
KENNISROTONDE
Na de officiële woorden ging www.lopendleren.nl de lucht in.
Aanleiding voor het Lopend Leren-project was een vraag van
Op deze website is al het nieuws rond het project te volgen.
basisschool De Bras in Den Haag, die werd neergelegd bij de
Leerlingen van de andere drie projectscholen gaven met film-
Kennisrotonde. Op De Bras staat het kind met zijn ontwikkelings-
pjes een indruk hoe zij de Verkenner gebruiken. Daarna namen
vragen centraal. De kinderen leren en werken in hun eigen tempo
de leerlingen van De Bras genodigden en pers onder hun
en niveau. Het leermateriaal, de indeling van de werkruimtes en
hoede. De kinderen beantwoordden vragen en lieten zien hoe
het onderwijzende personeel zijn afgestemd op de ideeën van
zij de wereld verkennen met hun eigen Verkenner.
orthopedagoog Luc Stevens. Voor het pedagogische concept van de school vormen drie basisbehoeften het fundament: grip krijgen op de wereld om je heen, waardering voelen van anderen en eigen verantwoordelijkheden dragen. De school heeft geen jaarklassen, maar familiegroepen van 4 tot 12 jaar. Kinderen zoeken zelf hun werkplekken, de ruimtes binnen de school zijn als atelier ingericht. Alle mentoren zijn verantwoordelijk voor de leerprocessen van alle leerlingen. Zij hebben een begeleidende en coachende functie. De manier van leren en werken zoals die op De Bras wordt toegepast, vraagt van de leerlingen een grote mate van mobiliteit. Van allerlei bronnen en plaatsen wordt informatie vergaard, die samengevoegd wordt tot nieuwe kennis. Vanuit die visie werd bij de Kennisrotonde de vraag neergelegd: wat is de meerwaarde van handheld technologie (pda’s) bij het vormgeven van onze onderwijsambitie? Kan een pda de kinderen de mogelijkheden bieden om optimaal te leren binnen de school en waar heeft dit technische middel een didactische meerwaarde?
32
COS JAARGANG 19 NUMMER 4 – 2007
De gekozen pda’s zijn robuust en kindvriendelijk.
www.cos-online.nl Kinderen zijn enthousiast over de mogelijkheden van de Verkenner. ‘Je kunt er alles in opslaan wat je nodig hebt. Ik heb hem steeds bij me. Ik kan geluiden opnemen, aantekeningen maken, internetten, foto’s maken en nog veel meer. Als ik een vraag heb, neem ik mijn Verkenner mee naar school en bespreek het met mijn leerkracht’, reageerde een van hen.
TECHNIEK De keuze voor een geschikte pda was niet gemakkelijk. Een pda voor intensief gebruik door kinderen moet immers aan een aantal eisen en wensen voldoen. Robuustheid en kindvriendelijkheid stonden bovenaan bij de keuze voor het apparaat. De pda, die voor het project is gekozen, is iets groter dan een telefoon en heeft een groter scherm. De Verkenner heeft een draadloze WiFi-verbinding. Daarnaast is het een alleskunner: een apparaat waarmee de kinderen kunnen fotograferen, geluid vastleggen, een kort filmpje maken, surfen op internet en gegevens en bestanden met elkaar uitwisselen. De pda is klein, maar met een zo groot mogelijk beeldscherm, makkelijk te hanteren en overal te gebruiken. De accu kan een hele schooldag mee. De Verkenner is standaard uitgerust met een aantal Microsoft Mobile-applicaties, zoals: PowerPoint, Excel en Word. Daarnaast bevat het apparaat een fotobewerkingsprogramma, een paar spelletjes en TomTom. Dat laatste is specifiek voor projecten buiten de school waar leerlingen bijvoorbeeld historische gebouwen onderzoeken. Alle Verkenners krijgen voor dit project een softwarebundel die RedHalo heet. Dit pakket is speciaal ontwikkeld voor gebruik in het onderwijs. Het bevat een eenvoudiger internetbrowser, een mindmapping-pro-
Kinderen kunnen met een pen aantekeningen op het display van
gramma, een animatieprogramma voor het maken van teken-
de Verkenner schrijven.
filmpjes en een Nederlandstalig programma waardoor kinderen aantekeningen met een pen op het display kunnen schrijven.
De Repelaer worden de Verkenners ingezet bij het aanvankelijk leesonderwijs in groep 3. Lezen, schrijven, luisteren en spre-
INZET
ken zijn belangrijke elementen in het leesonderwijs. Met de
Behalve basisschool De Bras doen nog drie andere scholen
Verkenner worden die elementen gecombineerd en ontwikkeld.
mee aan het Lopend Leren-project: basisschool voor speciaal
De Haagsche Schoolvereeniging (HSV) verzorgt Engelstalig en
onderwijs De Octaaf en De Haagsche School Vereeniging, alle-
Nederlandstalig onderwijs. De Verkenners worden ingezet om
bei in Den Haag, en basisschool de Repelaer in Dordrecht. In
het curriculum van de internationale afdeling te versterken. Het
welk tempo en op welke manier de Verkenner wordt ingezet,
gaat op deze afdeling vaak om kinderen die tijdens hun basis-
bepaalt elke school zelf.
schooljaren meerdere keren
De Octaaf is een basisschool
‘Je kunt alles in de Verkenner opslaan wat je nodig hebt.
voor speciaal onderwijs in Den
Ik heb hem steeds bij me. Ik kan geluiden opnemen, aanteke-
Haag. Zelfstandig leren is op
ningen maken, internetten, foto’s maken en nog veel meer.’
De Octaaf een belangrijk speer-
verhuizen naar een ander land. Internationale scholen willen een standaard in het onderwijs vastleggen en zoeken naar con-
punt. Leren wordt er gezien als een continu proces: van het
tinuïteit voor het kind bij de verhuizing. Daarom wordt gebruikge-
opstaan tot het weer naar bed gaan. Om die reden krijgen de
maakt van het International Primary Curriculum. De Verkenner
leerlingen van De Octaaf de Verkenner na schooltijd mee naar
wordt ingezet voor langer lopende projecten. De leerlingen gaan
huis. Na de introductieperiode gaan de leerlingen met de
er zelfstandig mee aan de slag en bouwen een digitaal archief
Verkenner aan de slag in het Winkelproject. Dit project speelt
op van hun werk. Dat archief nemen ze makkelijk mee naar een
zich voor een groot deel buiten de school af. Interviews met
andere school, zodat ze daar dan aan dezelfde type opdrachten
winkeliers, plaatsbepaling van de winkel met gps, informatie
verder kunnen werken.
opzoeken over de producten die verkocht worden, prijsvergelij-
Behalve in de internationale afdeling worden de Verkenners
king: alles gebeurt met de Verkenner.
ook ingezet in de parallelklas van de Nederlandse afdeling, ook
De Repelaer is een christelijke basisschool in Dordrecht. Er
om te kijken of er verschillen ontstaan.
wordt op deze school gewerkt volgens het leerstofjaargroepen-
Kortom, iedere school zet de Verkenners naar eigen behoefte
systeem, waarbij veel aandacht is voor adaptief onderwijs. Op
in en daarin ligt precies de kracht van het project. <<
COS JAARGANG 19 NUMMER 4 – 2007
33
Leerstof op locatie NRC 27 april 2007 tekst Jacqueline Kuijpers, foto's Luciana Caputo In Den Haag en Dordrecht hebben leerlingen van vier basisscholen een handcomputer om ‘lopend’ mee te leren. Ufuk (13) is de tovenaar van de klas als het gaat om computers. Hij is dan ook in zijn nopjes met het nieuwste project op school: Lopend Leren. Op De Octaaf, school voor speciaal basisonderwijs in Den Haag, hebben de leerlingen in de hoogste groepen allemaal een handcomputer gekregen. Een hip en hightech hulpmiddel, waarmee volgens Ufuk nog véél te weinig gedaan wordt. “We zijn een keer met de TomTom‐functie naar het winkelcentrum hier in de buurt gelopen”, vertelt hij, terwijl hij met zijn pennetje (stylus) in razend tempo de functies laat zien van de ‘Verkenner’, zoals de PDA (Personal Digital Assistant) op school gedoopt is. “En verder doen we wel dingen naar elkaar verzenden, net als foto’s of muziek.” Maar daarmee doet Ufuk zichzelf en zijn klasgenoten tekort. Want al pratend blijkt bijvoorbeeld dat hij samen met Alex (13) spontaan een reportage heeft gemaakt van het klasse‐uitje naar het Museon. Ufuk heeft foto’s gemaakt en Alex kreeg de ingeving om de gids van het Museon te interviewen. En omdat hij zijn ‘Verkenner’ in zijn rugzak had kon hij dat “effe opnemen”. Terug op school werden beeld en geluid samengevoegd op de computer: klaar. Lopend Leren is het initiatief van AB‐ZHW, een samenwerkingsverband van Stichting Confessioneel Onderwijs Lucas, de Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden en de Hogeschool INHOLLAND. Projectleider Koos Eichhorn raakte enthousiast toen hij in Engeland zag hoe kinderen er mee werkten, vertelt hij. “Alles zit er op: Internet, Blue Tooth, Word, rekenprogramma’s, mindmapping, een animatieprogramma. Leerlingen kunnen op locatie leerstof binnenhalen en draadloos uitwisselen. Een speeltje waar je ongelofelijk veel mee kan.” Het project is vorige maand officieel van start gegaan op vier basisscholen met een looptijd van ruim twee jaar. Het doel is te onderzoeken of en hoe de handcomputer kinderen kan ondersteunen bij het leren. Elk van de vier basisscholen heeft daarom een eigen aandachtsgebied: van zelfstandig leren tot de mogelijkheden van de handcomputer bij het leren lezen. Het proces wordt gevolgd door een stuurgroep. Rob Martens, hoogleraar Onderwijsvernieuwing aan de Universiteit Leiden is daarbij betrokken. Een interessante onderzoeksvraag is wat de invloed is op het leren van kinderen als dat niet langer plaats‐ en tijdgebonden is. Want met de PDA heb je als kind altijd je eigen vraagbaak bij je. Benedict Hal, directeur van De Octaaf, verwacht daar veel van, vertelt hij. “De grote bulk van hun tijd brengen kinderen buiten school door. Daar communiceren ze zich rot.
Maar op school houdt het meteen op. De school is een museum: daar moet het mobieltje meteen uit en is de computer een uurtje per dag beschikbaar. Ik vind dat de school als een facilitair bedrijf kinderen in staat moet stellen om over de nieuwste apparatuur te beschikken. Dit apparaatje mag mee naar huis en slaat zo een brug tussen school en de vrije tijd. Ik hoop het de leerlingen uitdaagt tot kennis vergaren en kennis delen.” De Octaaf heeft speciaal voor de handcomputer een ‘winkelproject’ bedacht. Leerlingen gaan naar het winkelcentrum om klanten en winkeliers te interviewen over voeding. Ze gaan ook vergelijkend warenonderzoek doen bij verschillende supermarkten. Weer op school kunnen ze die informatie eenvoudig uitwisselen. Zo worden vaardigheden (samenwerken, interviewen) gecombineerd met kennis vergaren en uitwisselen (hoe ziet een passievrucht eruit – foto!‐ en hoeveel duurder is een pond gehakt bij de slager dan bij de kiloknaller?). Of de handcomputer werkelijk ingeburgerd zal raken in het onderwijs is volgens Koos Eichhorn geen kwestie van ‘als’ maar van ‘wanneer’. Er zijn echter nog wel wat hobbels voor het zover is. Als eerste het apparaat zelf. De Ipaq RX 5935 is niet echt ‘kids‐proof’. Eichhorn: “Je kunt op het lcd‐schermpje echt schrijven. Kinderen doen dat intensief en daar is het niet voor gemaakt.” En de prijs: 450 euro per apparaat. De proef wordt betaald door Kennisrotonde (ICT op School), terwijl Microsoft het ondersteunt vanuit het Partners in Learning‐programma. Maar hoe gaat dat aan het eind van het project? “Het kan een inconvenient succes worden”, beaamt Benedict Hal. Vooralsnog richt hij zich op het heden. Want ook de didactiek moet veranderen, met de Verkenner in de klas. “Dit is het leergereedschap van de toekomst. Daar moet je mee om leren gaan. In Engeland liep het gebruik ervan spaak in klassen waar de leerkracht zei dat het apparaat moest worden opgeborgen na de les.” Dus de PDA blijft aan. Maar wat als de leerlingen niet opletten en muziekjes gaan downloaden en uitwisselen? “Ja, wat dan?” repliceert Benedict Hal. “Dan is de leerkracht niet boeiend genoeg!”
12 tekst: annemarie breeve/fotografie: raymond trippe
PDA’s in het onderwijs: leuke gadget of echte meerwaarde? Vier basisscholen in Nederland onderzoeken anderhalf jaar lang de mogelijkheden van werken met PDA’s in de klas. Hoe pakken de kinderen het op? Verandert leren door nieuwe hulpmiddelen? Met 280 handhelds - of Verkenners zoals de kinderen ze noemen - moet eind 2007 een duidelijk antwoord komen op die vragen. Het project draait inmiddels een half jaar. Een rondje langs de scholen levert enthousiasme op, maar ook startperikelen. De scholen die meedoen aan het project, verschillen in grote mate van elkaar. De Dordtse basisschool de Repelaer is de meest traditionele van het viertal. De Haagse Schoolvereniging [HSV] is daarentegen de meest internationaal georiënteerde. De meer in een volksbuurt gelegen Octaaf is een school voor speciaal onderwijs. De Bras - initiatiefnemer van het project - is landelijk voorloper op het gebied van adaptief onderwijs en gelegen in een Vinex-wijk. Ook betrokken bij ‘Lopend Leren’ is de stichting Kennisnet Ict op school, die het project financiert. Daarnaast staat het Partners in Learning-programma van Microsoft de projectpartners met raad en daad terzijde. Onderzoekers van de Universiteit Leiden bekijken de invloed van de PDA op het leren. Eind volgend jaar komt er dus een gedegen antwoord op de centrale vraag: leuke gadget of echte meerwaarde? De eerste reactie op alle scholen is er één van trots en enthousiasme. Dat dit project op hún school mag draaien, vinden zowel schoolleiders als leerkrachten en ict-coördinatoren bijzonder. “Dit is uniek in Nederland”, glimlacht Ruurd Bijlsma, directeur van de Repelaer. “Ik vind het prachtig dat we het hier mogen uitproberen. Het is leuk om te werken met nieuwe media, het is goed om te onderzoeken wat je ermee kunt. We hebben ook nog eens de jongste groep kinderen die ermee werkt. Ik ben heel benieuwd naar de resultaten.”
“Je kunt met de PDA de leeromgeving interessanter maken” Leervragen formuleren De eerste verwachtingen zijn nog niet uitgekomen, zo blijkt tijdens de schoolbezoeken. Dat mag de pret niet drukken, maar is wel reden tot bijstelling van de ideeën. “Tot nu toe zie ik nauwelijks een toename van het buitenschools leren door de inzet van de PDA”, stelt Benedict Hal, directeur van de Octaaf. “Onze groep leerlingen komt niet zelfstandig tot het formuleren van leervragen, ze moeten dat heel gestructureerd aangeboden krijgen. Wij hadden verwacht dat ze met de PDA hun wereld buiten de school meer zouden onderzoeken en die kennis de school in zouden brengen. Die stap maken ze niet. Wel zie ik dat je met de PDA de leeromgeving interessanter kunt maken. We gaan ons daar dan ook meer op richten.” Motief voor de Octaaf om deel te nemen, was juist het aantal uren dat kinderen buiten de school leren. “Kinderen brengen een
vijfde van de uren die ze wakker zijn door op school”, aldus Hal. “Buiten schooltijd leren ze dus enorm veel.” Stootvast Op de andere scholen heeft de aanloopfase van het project evenmin geleid tot het verwezenlijken van de verwachtingen. Waar ligt dat aan? André de Best, directeur van de Nederlandse afdeling van de HSV, wijt dat deels aan het apparaat. “We hebben niet de PDA’s gekregen die we voor ogen hadden. Dit is een prachtig apparaat, maar je kunt er geen beeld mee vastleggen. En dat blijkt in de praktijk wel een beperking. Kinderen lopen nu met twee apparaten, moeten er speciaal aan denken de camera mee te nemen, en er is niet voor elk kind een camera.” De ideale PDA moest aan nogal wat eisen voldoen: kindvriendelijk, stootvast en met tal van functiemogelijkheden en applicaties. Binnen het spectrum van beschikbare apparaten is uiteindelijk gekozen voor een PDA zonder camera, die wel aan alle andere eisen voldeed. De software leverde tot de zomer ook een beperking op, zo blijkt uit verhalen van alle vier de scholen. André de Best: “Het is allemaal nog zo nieuw. Er is weinig software beschikbaar. Eigenlijk moet je eerst laten zien dat het een succes is vóór fabrikanten er in willen investeren. We moeten veel zelf uitvinden, en je merkt tijdens het project dat het lastig is om dingen voor elkaar te krijgen. Mensen moeten er enthousiast voor gaan worden. We weten nu wél beter wat we willen.” Ook Ruurd Bijlsma ziet de software als een cruciale factor: “Ik verwacht dat er meer software gaat komen. Daarmee heeft het apparaat zeker toekomst. De meerwaarde is toch echt dat je op andere manieren en op andere plaatsen met leerstof bezig kunt zijn.” Echt lopend leren vindt dus nog maar beperkt plaats, al hopen de scholen dat de nieuwe software tot een nieuwe impuls leidt. “Deze fase hebben we de mogelijkheden verkend en de obstakels in kaart gebracht”, vertelt Koos Eichhorn van AB-ZHW, specialist in de combinatie van ict en onderwijsinnovatie. “Nu kunnen we een heel schooljaar ermee gaan werken. De software schoot echt tekort. Daarom zijn we op zoek gegaan naar toepassingen die kunnen worden ingezet. Het gaat om mobiel leren, dus we zoomen nu in op de onderwijskundige mogelijkheden van de GPS-functie. Daarnaast weten we nu ook dat de leerkracht zich gesteund moet voelen
door zijn collega’s en dat de leerkracht tijd nodig heeft voor het kunnen inzetten van de PDA. Het is goed om tegen die zaken aan te lopen. Dat leidt tot bewuste deskundigheid; van daaruit kun je dan weer verder ontwikkelen.” Bubblebreaker De kinderen pakken het gebruik wél op, zo stelt De Best. “Een groep kinderen van onze school heeft een eigen website gestart om te laten zien hoe ze met de apparaten werken. Er staan beelden van het werk van de kinderen op.” De Best ziet wel een grote toekomst voor het gebruik van PDA’s in het onderwijs. “Je haalt de leeromgeving van buiten de school naar binnen. Er zijn kinderen die ermee laten zien hoe hun kamer eruit ziet, of hoe thuis pannenkoeken worden gebakken. Huis & Thuis is bijvoorbeeld een project binnen ons curriculum, daar zijn de apparaten ideaal voor.” Alexander [10] en Tal [9] zitten op de HSV en hebben hun PDA’s bij de hand. Als eerste noemen ze de TomTom die op het apparaat zit. “Bij mijn ouders in de auto is dat heel handig”, vertelt Alexander. “Dan toets ik in waar we heen gaan en dan krijgen we de route.” Op de vraag of ze meer leert dan voorheen, antwoordt Tal met een lach: “Ik heb dit jaar iets heel belangrijks geleerd. Bubblebreaker!” Terwijl Tal uitlegt wat Bubblebreaker is, doet Alexander snel voor hoe je met de PDA kunt skypen. De behendigheid zit er bij de kinderen overduidelijk in. Het plezier ook. Of de kinderen daadwerkelijk méér leren - waar de HSV op inzet met de PDA’s - is echter moeilijk vast te stellen. Wie goed is in Bubblebreaker, een site kan opzetten en gratis kan bellen via
13
internet, beschikt daarentegen wél over bepaalde uitstekende vaardigheden.
waren. En nu zijn ze onmisbaar. Dat voorzie ik voor de PDA ook.”
Leren lezen Op de Repelaer is de PDA vooral ingezet bij het aanvankelijk leesonderwijs in groep drie. Alle projectpartners keken juist om die reden uit naar het verloop op de Repelaer. “Het is natuurlijk heel bijzonder om zoiets te proberen met de allerkleinsten”, vertelt Bas Zevenhoven, ict-coördinator. “Iedereen was het erover eens: als het met deze groep kinderen kan op een relatief traditionele school als de onze, dan kun je de PDA overal inzetten.” Ook het leesonderwijs leent zich volgens Zevenhoven goed voor de PDA. “Bij leren lezen maak je gebruik van spraak en geluid. De kinderen kunnen daar de PDA prima voor inzetten.”
Lopend leren Rob Martens van de Universiteit Leiden onderzoekt het project samen met collega Kees de Brabander. “Wij kijken voor ons onderzoek naar vier zaken. Hoe is het voor de leerkrachten? Hoe is het voor de ouders? Hoe gebruiken de kinderen de apparaten? Kunnen we iets zeggen over de effecten op leren en motivatie? In september gaan we met vragenlijsten en interviews gegevens verzamelen.” De uitkomst van dat onderzoek is dan in december 2007 bekend. Kunnen er dan ook al conclusies worden getrokken? “Het is lastig meteen iets over effecten te zeggen. Je kunt wel kijken of iets op korte termijn effect heeft op het leren, bijvoorbeeld omdat een kind effectief meer woorden kent. Maar dat zegt niets over onderliggende effecten, over het informeel leren. We willen wel kijken of we aanbevelingen kunnen geven over mogelijkheden met het
“De kinderen zijn hulpvaardiger, computervaardiger, flexibeler, maar vooral werken ze veel meer uit zichzelf samen. Ze leggen elkaar dingen uit, vragen elkaar om hulp”, vertelt Edith Schuurman, leerkracht van groep 3 op de Repelaer. Bas Zevenhoven voegt daaraan toe: “Ik vind deze klas heel stabiel geworden. De kinderen zijn rustiger, zoeken hulp bij elkaar als ze dat nodig hebben en het is meer een echte groep.” Speurtocht “Zaken als samenwerken en flexibiliteit zit bij ons in de kern van het onderwijssysteem”, vertelt Sietske de Spaey, directeur van de Bras. “Ook het zelf plannen en elkaar dingen uitleggen hoort bij ons onderwijs. Juist daarom zijn we benieuwd of de PDA daar een rol bij kan spelen. De oudere kinderen hebben onlangs met de PDA voor de jongere kinderen een speurtocht gemaakt. Ik vind dat prachtig!” De Spaey vindt de PDA nu nog een gadget, maar ziet met meer variatie in toepassingen wel toekomst voor het apparaat. “Kijk maar naar de televisie, video, pc, mobieltje. Allemaal dingen waarvan we ooit zeiden dat het ongeschikte hulpmiddelen
De vier scholen De Nederlandse afdeling van de Haagse Schoolvereniging [HSV] is een reguliere basisschool en telt 230 leerlingen. Daarnaast heeft de HSV een internationale tak. Bijzonder is de inzet van het International Primary Curriculum [IPC] en de afdeling voor kinderen met dyslexie. De HSV heeft in haar visie een focus op leren verwoord. Kijk voor meer informatie op www.hsvdenhaag.nl. De Octaaf is een school voor speciaal basisonderwijs in het Haagse stadsdeel Loosduinen. Zelfstandig leren is op de Octaaf een belangrijk speerpunt. Op de Octaaf wordt veel geïnvesteerd in ict-hulpmiddelen. Kijk ook op www.octaafsbo.nl. De Bras is één van de meest innovatieve scholen in Nederland als het gaat om adaptief onderwijs. Deze school, gelegen in een Vinex-wijk, werkt bijvoorbeeld niet met jaarklassen, maar met familiegroepen. Het ethosprincipe van Luc Stevens is uitgangspunt op de school. Kijk op www.scolucas. nl/rkbsdebras. De Repelaer is een relatief traditionele, christelijke basisschool in Dordrecht. De school werkt met het leerstof-jaargroepensysteem, waarbinnen ruim aandacht is voor adaptief onderwijs. Kijk op www.repelaer.nl.
“Je moet niet over het apparaat nadenken, maar over toepassingen” apparaat. Leren met een computer is nogal statisch; je zit achter een tafel met een pc. De Verkenner of PDA doorbreekt dat. Het kan echt lopend leren zijn. Actiever. Dat trekt mij wel aan in dit project.” De scholen hebben duidelijk veel geleerd van hun eerste ervaringen met de PDA’s. Ondanks de aanloopproblemen zien alle scholen wel een functie voor het apparaat in het onderwijs. De deelnemers zijn unaniem in de gedachte dat de PDA wel zal blijven. “Dit is een opstapje naar verandering”, stelt
Bas Zevenhoven. “Bovendien, de maatschappij is zo veranderd. Je kunt de kinderen niet meer zomaar afleveren, ze moeten mee kunnen in wat er om hen heen is als ze van school afkomen.” Wanneer blijkt dat de PDA onmisbaar is in het onderwijs, komen scholen voor een dilemma te staan. “De kosten zijn heel hoog. Dit is voor scholen onbetaalbaar. En de leerkracht moet er zeker in het begin heel veel tijd in steken”, zegt Ruurd Bijlsma. De Dordtse directeur ziet nog een obstakel: “Kennistekort en angst bij leerkrachten zou een probleem kunnen zijn. Dit is iets wat je echt moet willen en waar je je echt voor moet inzetten. Enthousiasme van de leerkracht is cruciaal.” Dat laatste beaamt Benedict Hal. “Je moet mensen in je team hebben die dit willen doen. Zeker in de onderzoeksfase waarin we nu zitten. Het einddoel is open, dat is lastig voor mensen in het onderwijs. Je moet niet over het apparaat nadenken, maar over toepassingen. Ik vind dat wel heel fris eigenlijk. Normaliter ga je van een visie naar iets concreets. Hier zijn we iets aan het onderzoeken om er een mening over te kunnen vormen.” Ouderbetrokkenheid Op de HSV is de ouderbetrokkenheid vergroot. De Best: “We hebben een site waarop we ouders informeren en het werk van de kinderen laten zien. We kunnen huiswerkopdrachten via de PDA doorsturen naar de kinderen. Ouders kunnen zelf zien wat het huiswerk van hun kind is en of de kinderen er mee bezig zijn.” Ook op de Repelaer vindt men dat ouders beter weten wat hun kind op school leert. De andere twee scholen merken daar minder van. Voor de Bras geldt dat ouders al een dusdanig bewuste keuze moeten maken voor de onderwijssoort, dat de betrokkenheid er vanaf het begin is. De Spaey ziet dan ook geen toename daarin. Benedict Hal van de Octaaf vindt dat de ouderbetrokkenheid nog wel iets beter uit de verf kan komen. “We hebben een ouderavond gehad en er zijn ouders die wel
14
meekijken met het apparaat, maar er zijn ook ouders die niet willen dat hun kind met zo’n duur ding rondloopt.” Op de Bras werd een onderscheidende manier gevonden om de PDA’s uit te delen. De kinderen op deze school zijn over leeftijden heen verdeeld in familiegroepen, er zijn dus geen jaargroepen zoals op de reguliere basisschool. Besloten werd de PDA’s te verloten, zodat alle groepen over één of meer PDA’s zouden beschikken. “We zien eigenlijk meteen dat het vanaf acht jaar heel leuk is om mee te werken. De kinderen gaan er enthousiast mee aan de slag. De kinderen die jonger zijn, redden het eigenlijk niet om er mee te werken. Wij wilden kijken in hoeverre kinderen zelf bedachten waar ze het apparaat voor in konden zetten. Dat gebeurt onvoldoende. Ze willen het werken met de PDA toch meer gestructureerd aangeboden krijgen. Vanaf volgend jaar zullen we dat ook in de opdrachten gaan aangeven”, vertelt Sietske de Spaey. “Ik geloof in de PDA’s, maar als dit een succes wordt weet ik nog niet hoe ik het moet gaan bekostigen. Ik weet dat sommige ouders wel bereid zijn deels mee te betalen aan de aanschaf, maar niet iedereen kan dat betalen. Wat mij betreft is het een succes als de kinderen hun apparaat niet meer kwijt willen, omdat ze vinden dat ze hem echt nodig hebben.”
AB-ZHW en de Kennisrotonde AB-ZHW is de afdeling voor ICT & onderwijsvernieuwing van scholenbestuur SCO Lucas uit Voorburg. Onder het bestuur van de SCO Lucas vallen 42 scholen voor basisonderwijs, 6 speciale scholen voor basisonderwijs, 3 expertisecentra, 7 scholen voor voortgezet onderwijs en 1 school voor speciaal voortgezet onderwijs. In de scholen werken zo’n 3300 personeelsleden, die de zorg hebben voor meer dan 29.000 leerlingen. Kijk ook op www.abzhw.nl. De Kennisrotonde is een programma van Kennisnet Ict op school. De Kennisrotonde zoekt antwoorden op vragen van scholen en zorgt ervoor dat de opgedane kennis en ervaring beschikbaar is voor alle scholen. Als er geen antwoord te vinden is, kunnen scholen een projectplan indienen. Lopend leren is hiervan een voorbeeld. Kijk voor meer informatie op www.kennisrotonde.nl.
Meer weten? Kijk voor meer informatie over het project, het apparaat, het onderzoek en ervaringen van de scholen op www. lopendleren.nl.