LELYSTAD AIRPORT BEELDREGIEPLAN TERMINAL e.o.
GGau
Güller Güller architecture urbanism Rotterdam.Zürich
GGau
Güller Güller architecture urbanism Rotterdam.Zürich
© Rotterdam, 26 oktober 2015 Opdracht en begeleiding: Pieter van der Ham (Lelystad Airport), Gé Smit (Schiphol Group), Maurits Schaafsma (Schiphol Group), Pieter-Jan de Bruijn (Schiphol Group), Erik Alfrink (Schiphol Group) Ontwerp en onderzoek: Güller Güller architecture urbanism i.s.m. RoyalHaskoningDHV Mathis Güller (GGau), Jacques Beljaars (GGau), Xiao-Wei Chiu (GGau) Hein Veldmaat (RHDHV), Nanko Dolman (RHDHV), Peter Nijhout (RHDHV) Güller Güller architecture urbanism Westblaak 53, 3012 KD Rotterdam, Netherlands tel. 0031-10-27 09 500 mail.
[email protected] www.ggau.net
INHOUD
Beeldregieplan
1.0. Plangebied / Relatie met omgeving
1.1. Visie op de nieuwe luchthaven
p5
p6
1.2. Beleving automobilist en voetganger
p7
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) p8
Overzichtkaart deelgebieden / elementen p8 A. De “kleurrijke” driehoek van de voorrijstrook p9 B. Terminal (beeldkwaliteit buiten) p11 C. Randzone bomen/water/ paviljoens op het water p14 D. Plaza p16 E. Flexibele ‘groene’ barrière p18 F. Voetgangersstroken p20 G. Verharding parkeerterrein p23 H. Watermanagement p26 I. Samenhang in het geheel van elementen volgens een overkoepelend thema. p28
1.4. Doorkijk integratie RDW-terrein (fase N3)
Annex Ontwikkelingsplan landzijde Lelystad Airport
p30
BEELDREGIEPLAN
Beeldregie
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P4
BEELDREGIEPLAN
1.0 Plangebied / Relatie met omgeving
Deelgebieden uit Beeldkwaliteitsplan LA 2013:
Het Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport is een aanvulling op het Beeldkwaliteitsplan Lelystad Airport 2013, mede ingegeven door de eventuele mogelijkheid het huidige RDWterrein bij de toekomstige ontwikkeling van de luchthaven te kunnen betrekken. Omwille van de onderlinge samenhang vervangt het Beeldregieplan hiermee de inhoud van het Beeldkwaliteitsplan met betrekking tot deelgebied 10.
R
D
W -te
rre
in
Inhoudelijk gaat het Beeldregieplan uit van de eventuele mogelijkheid om in een fase N3 het huidige RDW-terrein bij het luchthavenareaal te betrekken. De planelementen zijn zodanig ontworpen, dat zij zowel functioneel als esthetisch aansluiten bij de behoeften in iedere afzonderlijke planfase. Om de beeldkwaliteit en de regie hiervan per plangebied/element slagvaardig en begrijpelijk te kunnen beschrijven, is uitgegaan van een doorkijk naar het eindbeeld in fase N3. De beschreven richtlijnen en criteria zijn gericht op een gelijkmatige groei van de luchthaven en derhalve op iedere fase van toepassing, waarin de doorkijk naar eindfase N3 steeds als achterliggende streefbeeld in acht wordt genomen. Formeel gezien gaat dit Beeldregieplan uit van een ontwikkeling van de luchthaven tot en met fase N2, welke op het huidige areaal van de luchthaven ontwikkeld kan worden, aangegeven op het kaartje hiernaast.
Deelgebieden Beeldkwaliteitsplan LA 2013
Formele plangebied Beeldregieplan Terminal e.o. LA 2015, ontwikkelingsfase N1/N2 Mogelijk te verwerven gebied t.b.v. ontwikkelingsfase N3 Lelystad Airport
huidige RDW-terrein
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P5
BEELDREGIEPLAN
1.1. Overkoepelend beeld 1.1. Visie op de nieuwe luchthaven Het concept voor de nieuwe luchthaven van Lelystad zou eenvoudig beschreven kunnen worden als “back to the roots”. Dit omvat een dubbele ambitie: enerzijds het realiseren van een zo direct en comfortabel mogelijke reis-ervaring met minimale middelen (“lage kosten concept”) en anderzijds het herleven van de fascinatie van het vliegen. Niet de beperkingen en onoverzichtelijkheid van de functionele doorstroomdesigns die veel luchthavens typeren, maar de sensatie van vrijheid en mogelijkheden. Kortom, een luchthaven die de essentie van het reizen hervat. Daarbij zoekt het overkoepelend beeld voor de nieuwe luchthaven van Lelystad ook aansluiting bij de openheid van de Flevopolder, om met deze uitbreiding van Lelystad Airport een unieke luchthaven-identiteit te realiseren. De nieuwe luchthaven wordt ervaren als weidse vlakte, met op de horizon een indrukwekkend terminaldak. Daarmee wordt de generositeit van het vliegen in pionierstijden herleefd, gecombineerd met het beeld van de grote landschapkamers die typisch zijn voor de Flevopolder. Dit beeld contrasteert sterk met de relatief kleine percelen en de ruimtelijke fragmentatie aan de zuidkant van de runway.
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
Tegelijkertijd wordt met dit beeld een grote eenvoud en eenduidigheid in de ervaring van de luchthaven nagestreefd: in plaats van elke functie een gebouwd object of elke parkeerterrein een eigen veld, is de nieuwe luchthaven niet meer en niet minder dan een groot dak wat het aankomen op de luchthaven en het vertrekken met het vliegtuig met elkaar verbindt en onder dit dak een minimale terminal met maximale comfort aanbiedt. Ondersteund wordt dit beeld door van het oprijden naar de terminal een groot gebaar te maken, door middel van een genereuze oprijlaan. Als ook door de voetganger bij de auto op te halen en naar de terminal toe te begeleiden door middel van autovrije loopstroken die vormgegeven zijn als “lineaire oasen”. In aansluiting op de karakteristieke landschapkamers van de Flevopolder, wordt de nieuwe luchthaven van Lelystad rondom omgeven door een poreus kader, vormgegeven door boomgroepen - vierkant – en een waterpartij, die een voortzetting vormen van de boomcoulisse langs het RDW terrein. Hierdoor ontstaat er een soort “interieur”, terwijl het zicht op terminal van buitenaf toch open blijft. De nieuwe luchthaven van Lelystad combineert een weidse vlakte (refererend aan de polder) met de intimiteit van een “interieur”, vormgegeven middels een begrenzing met boomcoulissen en de kombaan van het RDW-terrein: de luchthaven als “vertrekpunt” en “bestemming” tegelijk.
P6
BEELDREGIEPLAN
1.2. Beleving automobilist en voetganger 1.2 Beleving automobilist en voetganger Het aankomen op de luchthaven (arriving at the airport) Dit gevoel van “back to the roots” begint bij het binnenrijden op de luchthaven. Het op de terminal afrijden wordt geënsceneerd als een groot, emotioneel gebaar - een brede oprijlaan, vormgegeven als een elegant slingerende, driehoekige lus voor het openbaar vervoer, kiss&ride, taxi’s en de parkeerterreinen. De meerwaarde van deze slingerende lus tegenover een oprijsysteem met meerdere rechte bochten is evident: de oriëntatie wordt gemakkelijk (geen meerdere rechte hoeken) en het hele oprijden wordt ook functioneel veel soepeler. En door alle vervoersmiddelen in het begin te bundelen ontstaat er grote eenvoud in de oriëntatie. Bovendien heerst een gevoel van een zekere exclusiviteit door na het passeren van de boomcoulissen over de ruime oprijlaan een “landgoed” te betreden, een interieur met aan de horizon de naderende terminal. De slingerende lus is niet alleen functioneel, maar vooral ook een “emotioneel design”. Hij is bij voorkeur fel gekleurd: hij is de poort van de luchthaven, zoals dit Barragans “Towers of Satellite City” zijn voor Mexico City 1.“Er zijn zo weinig mogelijk borden” – het teveel ervan is een typische euvel op een luchthaventerrein - omdat de materialisatie en kleur van de slingerende lus een signaleringsfunctie overneemt. Iedere verkeersdeelnemer zijn eigen kleur, zijn eigen “rode loper” naar de terminal en de parkeervelden toe.
Het uitstappen uit de auto (Stepping out of a car) Een parkeerveld van duizenden auto’s is al snel een groot labyrint. Dezelfde exclusiviteit als het oprijden naar de terminal wordt aan de voetganger toegekend die uit de auto stapt. Zeker in de beginjaren van de nieuwe luchthaven zou dit een grote meerderheid van de passagiers zijn. De passagier wordt bij zijn auto afgehaald door een “rode loper” voor de voetganger. Zij zijn de kortste route, garanderen overzichtelijkheid en comfort en ontvangen de automobilist vroeg op het luchthaventerrein en niet pas aan de voordeur van de terminal. Deze voetgangerspaden zijn vormgegeven als “lineaire oase” of tuin, door het betrekken van de restvakken van het doorkruiste parkeerterrein: daardoor worden deze voetgangerspaden onderdeel en het verlengde van de “huiskamer” van de terminal. Uitstappen uit het vliegtuig (Stepping out of a plane) De voetgangerspaden en de slingerende lus begeleiden de aankomende reiziger ook in omgekeerde richting. Geen verloren gevoel tegenover van het infrastructuurgeweld van een luchthavenvoorterrein, geen zoektocht naar de auto of de uitrit, geen hectische opeenvolging van uitritborden of waarschuwingen voor eenrichtingsverkeer. “Daar naar terug waar je aan het begin van je reis vandaan kwam”… of van begin tot eind begeleid. 1. Zie The Towers of Satellite City, Mexico City (1957), by Luis Barragán and Mathias Goeritz
The Towers of Satellite City, Mexico City Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P7
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) 1.3 Deelgebieden / elementen
Overzichtskaart deelgebieden / elementen A. De “kleurrijke” driehoek B. Terminal C1-2. Randzone: bomen/water/ paviljoens op het water D. Plaza E. Flexibele ‘groene’ barrière F1-2. Voetgangersstroken (zonder en met droogloop) G. Verharding parkeerterrein H. Watermanagement
C1
C1
C1 kombaan / circuit RDW
H
G G
C1
C1
G
F1
A
C2
F2
E G
F1
D D
G
B
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P8
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) 1.3 Deelgebieden / elementen A. De “kleurrijke driehoek”
De “kleurrijke driehoek” is een lineaire functionele ontsluitingslus voor het landzijdig verkeer, waarbij door middel van onderscheidende materialisatie en/of kleuren van de bestrating de verschillende verkeersstromen worden georganiseerd, als alternatief voor toepassing van verkeersborden. Een bepaalde kleur of materiaal van een rijstrook of -baan staat voor een specifieke gebruiksfunctie/oprijlaan. Deze functie kan extra worden verhelderd door naast specifiek materiaal- en kleurgebruik, de bestrating ook van letters en of symbolen te voorzien. Door geen of zo min mogelijk verkeersborden toe te passen wordt het zicht op de terminal en omgeving niet verstoord en vertroebeld met visuele ruis en het weidse vergezicht op alle punten in stand gehouden. De driehoek onderscheidt zich daarnaast zelf ook als een herkenbare beelddrager van de luchthaven: naast het opvallend kleurgebruik is het ook de driehoekige vorm die contrasteert met de sterk orthogonale organisatie van parkeerplaatsen, de terminal en de ruimtelijke elementen in de periferie van het terminalterrein.
Kort P
Taxi
Lang P
Rental
Voetgangers, bus/taxi, auto kort-parkeren en rentals, auto lang-parkeren, hebben een eigen kleur, waardoor het aantal signaleringsborden beperkt kan blijven.
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P9
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
A De kleurrijke driehoek Richtlijnen inrichting openbare ruimte Hoofdprincipes tracévoering - Eén ruime verkeerslus voor éénrichtingsverkeer met als start- en eindpunt de kruising met Meerkoetentocht, welke in het verlengde ligt van de toekomstige interne hoofdontsluitingsweg van OMALA, het bedrijventerrein in ontwikkeling ten westen van het terminalterrein. De lus ontsluit op doelmatige en efficiënte wijze de parkeerterreinen en de terminal voor alle gemotoriseerd bestemmingsverkeer.
Signalering doormiddel van reeks borden, situatie Schiphol (Google streetview)
Burle Marx, voorbeeld voor de kleur- en materiaalgebruik van de rijstroken in de “kleurrijke driehoek”.
- De tracévoering van de lus is indicatief aangeven op het overzichtskaartje op blz.7. De vorm contrasteert met de sterk orthogonale organisatie van parkeerplaatsen, de terminal en de ruimtelijke elementen in de periferie van het terminalterrein.
Architectonische welstand Middels gekleurd wegdek worden de verschillende verkeersstromen geregeld, als alternatief voor dan wel ter significante reductie van toepassing van verkeersborden. Belettering op het wegdek kan daarbij als een aanvullend hulpmiddel worden toegepast. De kleur- en materiaalkeuze resulteert in een duidelijk herkenbare beelddrager van de luchthaven. Het biedt overzicht en bevordert de oriëntatie voor de weggebruiker.
kleurgebruik voor verschillende functies verharding, Groningen
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
Busbaan boulevard, Enschede
P10
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) B. Terminal (beeldkwaliteit buiten)
Aan de landzijde levert de terminal een bijdrage aan het comfort van reizigers en bezoekers die verder reikt dan zijn footprint: voor een evenwichtige verhouding tussen het geboden comfort aan zowel land- als airside verdient ook het hele proces van aankomst en vertrek tussen de entree van het luchthaventerrein en de terminal zorgvuldige aandacht.
TERMINAL
Het terminaldak neemt hiertoe een belangrijke rol in. Het dak is hoger en groter dan puur functioneel noodzakelijk. Wil de luchthaven Lelystad zich ook onderscheiden middels een herkenbaar (mentaal) beeld, dan is het noodzakelijk om o.a. de terminal op te schalen naar een afmeting die past bij de maat en weidsheid van het omliggende Flevolandschap. Het verhoogde dak biedt tevens meer verblijfscomfort in het interieur.
groots gebaar / “desitination” gevoel
Het dak van de terminal heeft zowel een verzamelende als een begeleidende functie: het verzamelt en herbergt verschilllende programmaonderdelen van de luchthaven, alle onderdelen die tot de core-dynamiek van het aankomst-en vertrekproces van een luchthaven behoren. Anderzijds begeleidt ze (hiermee) de arriverende of vertrekkende passagier/bezoeker middels de geboden comfortabele, soepele overgang tussen binnen en buiten. Een niet opdringerig maar dienende ruimtelijke structuur die verwelkomt en begeleidt. Het dak strekt zich aan de voorzijde (landside) uit over de voorrijstrook en in de zijrichting tot over de busterminal. Reizigers kunnen hierdoor droog in- en uitstappen, droog naar of van de terminal komen en is de lichtovergang binnen-buiten soepel. De corridor (pier) met wachtruimten kan eventueel ook geïntegreerd worden onder dezelfde dakstructuur. Bij de uitbreiding naar fase N3 kan dit dakconcept worden gespiegeld. (Zie ook aanvullende uitgangspunten aanbestedingsdocumenten Terminal)
L A IN
M
R E T
Eventueel kunnen de drooglopen in de parkeervelden integraal worden ontworpen met het terminaldak. Zie ook onderdeel D. Voetgangersstroken. Aan de platformzijde (airside) strekt het dak zich zo ver mogelijk uit tot aan de vliegtuigen. De reizigers kunnen hierdoor zo veel mogelijk droog van en naar het vliegtuig kunnen komen. Net als de dynamiek bij de voorrijstrook aan de landzijde, wordt met het uitgestrekte dak aan de airside de geparkeerde vliegtuigen bij de concentratie van beleving van luchthavendynamiek onder het terminaldak betrokken. terminal dak
droogloop
De gevels en dak(en) van het hoofdvolume hebben een hoge lichtdoorlatendheid om het verblijfscomfort binnen te verhogen en om binnen en buiten te versmelten. Met hetzelfde doel zijn de gevels op de begane grond aan zowel land- als luchtzijde uitgerust met grote te openen delen.
voorrijstrook overkapt
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P11
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
BEELDREGIEPLAN
Een begeleidend dak: Centre Pompidou Metz, Shigeru Ban
Eén overkoepelende dak: Kempegowda International Airport, Bangalore, India
Eén overkoepelende dak: Naoshima Ferry Terminal | SANAA Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P12
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) B terminal (hoofdvorm/dak) Stedenbouwkundige welstand
Hoofdopzet - Het hoofdvolume en pieren dienen binnen de gestelde gebouwcontour gerealiseerd te worden conform de overzichtkaartje blz.7. - Dakoverstekken en luifels mogen hiervan afwijken.
Architectonische welstand (Zie ook D. Plaza voor aanvullende criteria) Hoofdvorm Het hoofdvolume van de terminal heeft een dusdanige dakhoogte dat zij, temidden van het uitgestrekte weidse landschap, duidelijk herkenbaar en zichtbaar is vanaf het terminalterrein en vanaf de wegen rondom het terminalterrein. Ook de hoogte van de pieren (of dak) mag hierin worden meegenomen ter versterking van de zichtbaarheid. De maximaal toepasbare hoogten zijn vastgelegd in het bestemmingsplan, dan wel in de voorschriften vanuit de veiligheid vliegverkeer. Het verhoogde dak levert draagt bij aan de vergroting van de verblijfskwaliteit binnen.
geïntegreerde luifel / versmelting binnen-buiten - Aspen museum
transparantie in gevels en daken - Aspen museum
geïntegreerde luifel / versmelting binnen-buiten - OPAM museum
Aan de landzijde een met de terminal geïntegreerde luifel of dakoverstek die de passagiers begeleidt tussen taxistandplaatsen en terminal en tussen de terminal en busterminal. - Bovenstaande landzijdige voorzieningen sluiten in vorm en functie aan bij de droogloopvoorzieningen van de parkeervelden - Aan de luchtzijde een met de terminal geïntegreerde luifel of dakoverstek die passagiers zo dicht mogelijk tot op het vliegtuig begeleidt. Materiaalkeuze, kleurgebruik en detaillering - Het terminalontwerp voldoet aan de onder punt I gestelde criterium tot onderlinge samenhang van de planelementen volgens een overkoepelend thema. - Gevels en daken van het hoofdvolume hebben een hoge mate van transparantie/lichtdoorlatendheid. - Gevels op de begane grond aan zowel land- als luchtzijde zijn uitgerust met grote te openen delen. - Een innovatieve bouw- en constructiemethodiek en materiaalgebruik, zoals deze ook de vliegtuigbouwindustrie zelf kenmerkt, sluiten hierbij aan.
innovatieve bouw- en constructiemethodiek
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
Naast bovenstaande criteria gelden voor het terminalontwerp aanvullende welstandscriteria, welke onderdeel uitmaken van de aanbestedingsdocumenten.
P13
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
C. Randzone bomen / water / Paviljoens op het water Aan de noordwest- en noordoostrand van het terminalterrein wordt een deels gebouwde en deels landschappelijk structuur aangelegd die zich transformeert van dicht en ondoorzichtig ter plaatse van het RDW-terrein, tot licht en poreus ter plaatse van grens land-airside.
kombaan / circuit
terminal
randzone (paviljoens)
randzone (bomenstrook)
C1 Bebossing Ter plaatse van de hoofdentree wordt de bestaande dichtbeplante bebossing rondom het RDW-terrein doorgezet parallel aan de Meerkoetentocht in de vorm van “boomcarrées” (dus geen bomenallee). Deze coulissen geven karakter en leesbaarheid aan het gehele luchthaventerrein (incl. fase N3) door haar te ensceneren binnen de schier oneindigheid van het Flevolandschap. Het schept een evenwicht tussen een gevoelsmatige intimiteit van een “interieur”, zonder afbreuk te doen aan de imposante weidsheid van de context. Het geeft atmosfeer, maar daarnaast ook praktische beschutting tegen de zuidelijke en zuidwestelijke polderwind. Ook kan de bomenrij deels als omheining van het luchthaventerrein dienen. De hoofdentree markeert het moment van arriveren of vertrekken en geeft een gevoel van exclusiviteit mee, zoals het betreden of verlaten van het op stand landgoed. Richting de Larserweg krijgt de landschappelijke structuur geleidelijk meer doorzicht door de afstand tussen de “carrés” te vergroten. Ter plaatse van de kruising van de nieuwe provinciale weg met de Larserweg is een ruim en volledig vrij zichtsveld gereserveerd tussen beide wegen en de terminal. C2 Paviljoens op waterstrook Parallel aan de Larseweg wordt een circa 40 meter breed waterretentiebassin aangelegd met daarin drie kantoorpaviljoens. De kantoorpaviljoens drijven op het water of staan hierin op poten (zie Johnson Wax gebouw van Maaskant). Ze staan los van de oevers en zijn bereikbaar via bruggen. De kantoren van maximaal 2500m2 BVO bestaan uit maximaal 3 lagen om in hoogte niet te concurreren met de terminal en staan onderling op voldoende afstand met ruime doorzichten tussen de gebouwen op de terminal. Deze afstand dient ook in overeenstemming te zijn met de mate van transparantie bij de bomenrij langs de Meerkoetentocht. Gemeten vanaf de begane grondvloer van de terminal zijn de paviljoens niet hoger dan 10,5m. Parkeerplaatsen ten behoeve van de kantoren bevinden zich tussen de gedeelde dedicated rijweg voor de kerosinetankwagen en de oever van het bassin.
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P14
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
C. Randzone bomen / water / Paviljoens op het water Stedenbouwkundige welstand C1/C2 Hoofdopzet - globale hoofdopzet conform kaartje op blz 7 en blz 13 - deels gebouwde en deels landschappelijk structuur die zich transformeert van dicht en ondoorzichtig ter plaatse van het RDW-terrein, tot licht en poreus ter plaatse van grens land-airside. Een evenwicht tussen een gevoelsmatige intimiteit van een “interieur”, zonder afbreuk te doen aan de imposante weidsheid van de context. Huidige groene inkadering RDW circuit, Lelystad
Richtlijnen boomcarrés - globale hoofdopzet conform kaartjes blz.7 en blz.13 - geen losse bomenrijen, maar boomclusters in de vorm van carrés - dramatisering hoofdentree dmv inkadering perspectief.
Architectonische welstand C2 Paviljoens
“Bomencarrés” als inkadering en coulissenwerking, Michel Desvigne, Antwerpen
Situering - posities indicatief conform kaartje blz 7. - geplaatst in het water op poten of drijvend in het water - op voldoende afstand van de oevers aan weerszijden zodat ze als losse elementen in een groter waterbassin leesbaar zijn - op voldoende onderlinge afstand met ruime doorzichten op de terminal vanaf de Larserweg. Hierbij kan ook gebruikt worden gemaakt van een specifieke geometrie van de paviljoens. - maximaal 3 lagen hoog, hoogte niet concurrerend met hoogte terminal. Gemeten vanaf de begane grondvloer van de terminal zijn de paviljoens niet hoger dan 10,5m. - maximaal 2500 m2 BVO per paviljoen. - parkeren langs de oever waterbassin, toegang tot paviljoens middels bruggen of drijvende voorziening. Gevelaanzicht Alle gebouwen zijn representatief. Materiaalkeuze, kleurgebruik en detaillering - De paviljoens voldoen aan de onder punt I gestelde criterium tot onderlinge samenhang van de planelementen volgens een overkoepelend thema.
Johnson Wax, Maaskant Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P15
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) D. Plaza
Fase N1/N2
Het landzijdige deel van de terminal is georganiseerd als een overdekt levendig plein, een Plaza, en deze strekt zich als een ontvangstgebied uit tot aan de busterminal buiten. Het is hier een komen en gaan van passagiers, bezoekers en personeel. Binnen bevinden zich o.a. de check-in zuilen, de bagage drop-off, kan er ontspannen worden gewacht en zijn er kleinschalige voorziening om wat te eten en drinken. De gevel van de terminal is uiterst licht en transparant vormgegeven, waardoor buiten en binnen van de Plaza naadloos in elkaar vervloeien. De klassieke scheiding tussen binnen (hal) en buiten (voorplein) ontbreekt. In de noordoosthoek concentreren zich de stromen. OV-reizigers worden hiermee een veilige en comfortabele route geboden tussen bussen en terminal. Naast schakel tussen luchthaven- en busterminal, vormt het plein ook het vertrekpunt van voetgangersstroken die vanuit hier koers zetten richting parkeervelden en vice versa. De vorm en materiaalkeuze van bestrating, terminaldak en droogloop zouden aanvullend kunnen bijdragen aan het samensmelten van binnen en buiten en aan de interne samenhang en het gebruik van het plein. Wanneer het aantal passagiers welke gebruik maken van de busterminal een voldoende kritische massa heeft bereikt, kan de busterminal als onderdeel worden beschouwd van de Plaza en hiermee in samenhang worden vormgegeven.
Fase N3
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P16
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) D. Plaza Stedenbouwkundige welstand
Indicatief aangeven op het kaartje op blz.7 en blz 15. Wanneer het aantal passagiers welke gebruik maken van de busterminal een voldoende kritische massa heeft bereikt, kan de busterminal als onderdeel worden beschouwd van de Plaza en hiermee in samenhang worden vormgegeven, incl. overkapping.
Architectonische welstand (zie ook punt B. Terminal)
versmelting binnen en buiten - Nordic Pavillon Venice
Terminalgevel rondom Plaza Deze gevel is uiterst licht en transparant vormgegeven, waardoor buiten en binnen naadloos in elkaar vervloeien. De beperkte klimatologische eisen zijn in de samenstelling/vormgeving van deze gevel maximaal uitgenut. De gevel is over een significant aantal meters vanaf de begane grond uitgerust met grote te openen delen, zodat zodra het weer het toelaat, er ook geen fysieke scheiding is tussen de Plaza in de terminal en die daarbuiten. De te openen geveldelen mogen een industrieel karakter hebben. Vloerafwerking Plaza De materiaalkeuze van bestrating/ vloerafwerking van de Plaza binnen en buiten de gevel, draagt bij aan het samensmelten van binnen en buiten en aan de interne samenhang en het gebruik van het plein. Dak Plaza De Plaza is binnen overdekt door het dak van de terminal. De Plaza buiten is zodanig overdekt dat de passagiersstromen minimaal een ruime tegen sterke zon en regen beschutte route wordt geboden tussen terminal en busterminal. Deze overkapping kan als voortzetting van het terminaldak worden vormgegeven, dan wel als een met het terminalontwerp geïntegreerde luifel die in vorm en functie aansluit op de drooglopen naar de parkeervelden.
Naast bovenstaande criteria gelden voor de Plaza aanvullende welstandscriteria, welke onderdeel uitmaken van de aanbestedingsdocumenten.
lichte transparante gevel met grote te openen geveldelen - Centre pompidou Metz
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P17
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) E. Flexibele ‘groene’ barrière
Het direct voor de terminal gelegen parkeerveld is opgedeeld in een gebied voor passagiers (lang parkeren) en een gebied voor bezoekers (kort parkeren). Deze gebieden zijn onderling gescheiden middels een flexibele barrière. Deze barrière bestaat uit een onverharde en een beplante groenstrook. ‘Flexibel’ moet hier begrepen worden als de mogelijkheid om zonder aanzienlijke investering in tijd, geld en energie, de strook een aantal meters te kunnen verplaatsten (heraanleggen), waarmee ingespeeld kan worden op de dynamische parkeerbehoeften tussen kort en lang parkeren. Aangezien deze dynamiek echter beperkt blijft is er geen behoefte aan een direct verplaatsbare of verrijdbare afscheiding, maar aan een goed vormgegeven groene barrière die op enig moment in de ontwikkeling van de luchthaven, een aantal meters verplaatst en opnieuw aangelegd zou kunnen worden.
passenger parking A B visitor parking
Fase N1/N2
In fase N1 en N2 bestaat de flexibele groene barrière uit twee delen: een deel A dat ook nog in fase 3 aanwezig is, en een deel B dat enkel in fase N1 en N2 aanwezig is. Vanwege de beperkte vraag naar visitorparking in deze eerste twee fasen, wordt dit deel B van het toekomstige parkeerveld ingericht als onderdeel van de flexibele barrière. In de vormgeving moet dus rekening worden gehouden met het opheffen van dit deel in de ontwikkeling naar fase N3. Het meer permanente deel A is zodanig gesitueerd dat deze in verlengde toestand in fase N3 aansluit bij de verwachte parkeerbehoeften in die fase. Dit betekent dat het niet in de lijn der verwachting ligt dat deze strook ooit verplaatst zal moeten worden, maar de mogelijkheid moet er wel zijn zonder terug te moeten vallen op een aanzienlijke investering. De flexibele groene barrière sluit in vormgeving aan bij de beplante ‘lineaire oasen’, de voetgangersstroken tussen terminal en parkeervelden. De barrière kan mogelijk verhoogd of verdiept worden uitgevoerd. Het beplantingsontwerp en de plant- en bloemkeuze dienen aantrekkelijk te zijn en in overeenstemming met alle overige bepalingen in dit beeldkwaliteitsplan.
passenger parking A visitor parking
Fase N3
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P18
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
BEELDREGIEPLAN
E. Flexibele ‘groene’ barrière Richtlijnen inrichting openbare ruimte Hoofdopzet - Indicatief conform overzichtskaartje blz.7 en blz.17
dijklichaam
- De flexibele groene barrière sluit in vormgeving aan bij de beplante ‘lineaire oasen’, de voetgangersstroken tussen terminal en parkeervelden. - De barrière kan mogelijk verhoogd of verdiept worden uitgevoerd. - Het beplantingsontwerp en de plant- en bloemkeuze dienen aantrekkelijk te zijn en in overeenstemming met alle overige bepalingen in dit beeldregieplan. - Het ontwerp voor de flexibele ‘groene’ barrière voldoet aan de onder punt I gestelde criterium tot onderlinge samenhang van de planelementen volgens een overkoepelend thema.
verdiept
bloemrijk Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P19
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) F. Voetgangerstroken Lineaire oase en droogloopconstructie
dro
Voor een evenwichtige verhouding tussen het geboden comfort aan zowel land- als airside verdient ook het hele proces van aankomst en vertrek tussen de entree van het luchthaventerrein en de terminal zorgvuldige aandacht.
oglo
op
Parkeervelden
line
aire
Parkeervelden
oas
e
F1 Voetgangersstroken Voetgangers wordt hiertoe reeds tussen parkeerplaats en terminal een efficiënte, veilige, overzichtelijke en comfortable mogelijkheid geboden zich te verplaatsen. Voor voetgangers gereserveerde stroken zijn als efficiënte rechte lijnen door de parkeervelden getrokken, met een vrije zichtlijn op de terminal. Soms orthogonaal overeenkomstig het parkeerstramien, soms diagonaal afwijkend van dit stramien. De iets verhoogde ligging van de stroken t.o.v. het parkeerterrein geeft de voetganger een veilig gevoel, meer overzicht op het parkeerterrein en werkt voor de automobilist als een verkeersdrempel, het waarschuwt en beteugelt de snelheid. De voetgangersstrook is aan weerszijden voorzien van beplanting ter plaatse van de restruimten van de parkeervakken. Ook deze restruimten zijn iets verhoogd, net als de strook zelf. Met deze groene inpassing wordt iedere strook een ‘lineaire oase’. Deze kan worden gezien als een voorzetting van de inrichtingskwaliteit van de terminal. Ook kan water bijvoorbeeld in de vorm van wadi’s worden ingezet om de belevingswaarde van de voetgrangersstroken te vergroten.
Parkeervelden
F2 Droogloop boven voetgangersstrook Ter plaatse van parkeerveld P1 en de visitorsparking tot aan de terminal zijn de voetgangersstroken voorzien van een droogloop. Ook de voetgangersstrook evenwijdig aan en direct voor de terminal is voorzien van een droogloop over minimaal de lengte van de voorrijstrook. Deze droogloop voor de terminal kan (deels) ook uitgevoerd worden als integraal onderdeel van het terminalontwerp en Plaza: als luifel of als dakoverstek (zie ook B. Terminal en D. Plaza) . De drooglopen moeten hoog genoeg zijn om auto’s op de parkeervelden te kunnen laten passeren. NB: De aansluitingen tussen droogloopvoorzieningen onderling en met de terminal verdienen zorgvuldige aandacht.
principe lineaire oasis Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P20
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
Droogloper, Parc de la Vilette, Parijs
Lineaire oase, High-line, New York
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
Droogloper, LUMC, Leiden
Parkstrook trambaan, Kruisplein, Rotterdam
P21
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) F. Voetgangersstroken Stedenbouwkundige welstand
Hoofdopzet Indicatief conform kaartje blz.7 met inachtname van de volgende principes: - rechtlijnig en convergerend richting terminal, op terminal gericht. - afgestemd op vorm ontsluitingslus. - afgestemd op de posities ingangen van de terminal.
Architectonische welstand
Lineaire oase: 3D test modelling naar perspectivische werking voetgangersstroken, restvlakken, beplanting, opstelrichting etc.
Voetgangersstroken (planelement F1) - rechtlijnig en convergerend richting terminal, op terminal gericht. - stevige landschappelijke inbedding door middel van beplating van restruimten en eventueel aangevuld met wadi’s, water, etc.. - unieke kleur bestrating, in afstemming met kleurgebruik bij A. kleurrijke driehoek. - vanaf parkeerveld P1 tot aan terminal zijn de voetgangersstroken voorzien van drooglopen (planelement F2) -De voetgangersstrook evenwijdig aan en direct voor de terminal is voorzien van een droogloop over minimaal de lengte van de voorrijstrook. Voor deze droogloop geldt dat deze uitgevoerd kan worden als: a. de overige drooglopen. of (deels) als integraal onderdeel van het terminalontwerp en Plaza: b. integrale luifel van de terminal of c. dakoverstek (zie ook B. Terminal en D. Plaza) Drooglopen - op parkeervelden hoog genoeg voor passeren auto’s -> continuiteit van de droogloop - bij de voorrijstroken hoog genoeg voor passeren touringbussen -> continuiteit van de droogloop - De drooglopen vanuit de parkeervelden sluiten wat vorm en functie betreft goed aan bij de droogloopvoorziening evenwijdig aan de terminal (a. droogloop als rest, b. luifel, c. dakoverstek) - Het ontwerp voor de voetgangersstroken en drooglopen voldoet aan de onder punt I gestelde criterium tot onderlinge samenhang van de planelementen volgens een overkoepelend thema.
Principe: parkeerterrein met verhoogde voetgangersstrook en droogloop, Venezia Airport (I)
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P22
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) G. Verharding parkeerterrein
Toepassing van halfverharding voor de parkeervelden in plaats van volledige verharding met asfalt, tegels of klinkers, kan een belangrijke bijdrage leveren aan een natuurlijke, groene beeldkwaliteit van een parkeerterrein en tegelijkertijd aan een ‘groen’ imago van de luchthaven. Mits het de functionaliteit niet belemmert past halfverharding wat betreft de uitstraling ook goed binnen het lage kosten-concept van de luchthaven en resulteert mogelijk in een kostenbesparing ten opzichte van volledige verharding . Halfverharding biedt ook mogelijkheid tot infiltratie van hemelwater, waardoor minder ‘verhard oppervlak’ hoeft te worden gecompenseerd met de aanleg van waterbuffers. De halfverharding van de parkeervakken kan integraal worden ontworpen met de beplanting van de voetgangersstroken, de “ lineaire oasen” (zie onderdeel D. Voetgangersstroken) Nadelen zijn eventueel het onderhoud bij toepassing van grassen of andersoortige beplanting. Ook het verwijderen van ongewenste soorten, onkruid, is een kostenpost. Praktisch gezien beperkt de toepassing zich tot de parkeervakken waar niet met koffers en vooral rollende trolleys gelopen wordt. Hoofdzakelijk zijn het dus de parkeervakken die zich lenen voor toepassing, eventuele reststroken of speciaal hiervoor gereserveerde oppervlakten voor atmosfeer en infiltratie, die zich hiervoor van toepassing lenen.
Principe: parkeerterrein met diagonale voetgangersstrook, beplante restruimten en halfverharding, Zénith, Strasbourg (F) Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P23
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
Gebruik van afvalstoffen en/of recycleerbare materialen als halfverharding vanuit lokale en regionale industrie: Duurzaam en goedkoop in aanschaf, aanleg en onderhoud.
‘natuurlijk (rest)materiaal’
‘minerale verharding’
‘berijdbaar groen’
houtsnippers
fijn grind
betonblokjes
schelpen
grof grind
grastontegel
Betonnen drager met losse vulling.
gravel
geperforeerde betonplaten
voorbeelden mogelijke toepassingen:
verwerkt plastic
gebroken puin
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
gebroken en geslepen glas-gravel
P24
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
BEELDREGIEPLAN
G. verharding parkeervelden Richtlijnen inrichting openbare ruimte Hoofdopzet - De parkeervakken zijn orthogonaal gepositioneerd t.o.v. de terminal conform kaartje op blz. 30: ten behoeve van de transparantie staan de wegen tussen de parkeervakken staan haaks op de terminal. Kleur- en Materiaalkeuze - halfverharding in de parkeervakken, die wat betreft uitstraling bijdraagt aan een ‘groen’, ‘duurzaam’ en/of ‘ innovatief’ imago van de luchthaven. - eventuele aansluiting bij de vergroening van de voetgangsstroken (zie D. Voetgangersstroken) - kleurgebruik afgestemd op het omringende wegdek op de parkeervelden en bij het kleurgebruik A. Kleurrijke Driehoek, D. Voetgangersstroken en E. Flexibele ‘groene’ barrière - De keuze voor type halfverharding voldoet aan de onder punt I gestelde criterium tot onderlinge samenhang van de planelementen volgens een overkoepelend thema. Walibi parkeerterrein
parkeerterrein Fort Vechten Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P25
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) H. Watermanagement Meerkoetentocht (aangepast talud)
wadi’s langs voetgangersstroken
verbreding sloot Larserweg
1. Oppervlaktewater
2. Inflltratie bij parkeervakken en ‘lineaire oase’
De wet- en regelgeving bepaalt dat er compenserende en mitigerende maatregelen moeten worden genomen met betrekking tot de waterhuishouding. Nieuwe retentie- dan wel infiltratiegebieden dienen te worden gerealiseerd, gerelateerd het de nieuw aan te leggen oppervlak verharding. Ook de noodzakelijke demping van een gedeelte van de Vliegtuigtocht rondom het RDW-terrein ten behoeve van ontwikkelingsfase N3 maakt een aanpassing van het watersysteem noodzakelijk. In het Waterstructuurplan Lelystad Airport zijn voor fase N1 en N2 op hoofdlijnen de berekeningen gemaakt en noodzakelijke maatregelen beschreven. Vanwege hun implicaties voor de beeldkwaliteit worden in dit beelregieplan de volgende 3 waterhoudhoudkundige elementen benadrukt: 1. Oppervlaktewater Aan de compensatie van de waterberging in fase N1 en N2 wordt grotendeels voldaan met de voorgestelde verbreding tot circa 40 meter van de westelijke wegsloot langs de Larserweg. Ook kunnen bijvoorbeeld wadi’s parallel aan de voetgangersstroken een aanvullende bijdrage leveren (zie ook F. Voetgangersstroken). Anticiperend op fase N3 met de gedeeltelijke demping van de Vliegtuigtocht, kan reeds in de voorafgaande fasen met vergroting van het oppervlaktewater rekening worden gehouden, bijvoorbeeld in de vorm van een (zeer) flauw talud van de Meerkoetentocht, waardoor meer buffercapaciteit ontstaat. Het talud kan verhard worden uitgevoerd, aansluitend op de verharding en hellingsgraad het parkeerterrein, maar ook een half- of onverharde oever is voorstelbaar aansluitend bij de ‘lineaire oasen’ langs de voetgangersstroken 2. Halfverharding / Infiltratie De parkeervakken worden uitgevoerd met een infiltrerende halfverharding. Ook de lineaire oasen pararallel aan de voetgangersstroken dragen bij aan de infiltratie.
3. Afschot, terminal op ‘terp’
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
3. Afschot Gezien vanaf de nieuwe provinciale weg, de Larserweg en de ontsluitingslus bevindt de terminal zich duidelijke gearticuleerd op het hoogste punt van een zeer flauw en gelijkmatig aflopend talud richting Meerkoetentocht/verbrede Larsersloot. Aan de zijde van de provinciale weg zou dit flauwe talud gelijkmatig kunnen aansluiten op een aangepast flauw talud van de Meerkoetentocht (zie 1. Oppervlaktewater).
P26
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie) H. Watermagagement
Richtlijnen inrichting openbare ruimte Hoofdopzet - Waterbergingsgebieden indicatief comform aangewezen gebieden kaartje blz.7 en schetsen op blz. 25 - halfverharding conform richtlijnen G. Verharding parkeerterrein - De parkeervelden voor de terminal hebben een zeer flauw hellend talud, richting resp. de Meerkoetentocht en het water parallel aan de Larserweg. De terminal komt hierdoor als het ware op een terp te liggen, op het hoogste punt gezien van Larserweg en de nieuwe provinciale weg. Materialisatie - Oevers mogen verhard worden uitgevoerd, als continuering van het flauwe talud vanaf de terminal en aansluitend bij de het type verharding van de parkeervelden, of - uitgevoerd als half- of onverhard, aansluitend bij de groene inpassing van de voetgangersstroken en het type halfverharding van de parkeervakken.
referentie: a. terminalterrein als ‘terp’, terminal omgeven door zeer flauw talud. b. versmelting talud parkeerterrein - wateroever
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P27
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
BEELDREGIEPLAN I. Samenhang in het geheel van elementen volgens een overkoepelend thema. Om samenhang te creëren tussen alle planelementen op de luchthaven (minimaal tussen de gebouwen, maar kan ook worden aangevuld met infrastructuur, openbare ruimte, landschapselementen, kunstwerken, interieur/retail ...) , wordt gewerkt met een conceptueel thema, dat de onderlegger vormt bij alle te vervaardigen (deel)ontwerpen. Een goed voorbeeld van zo’n overkoepelend thema en de operationalisering daarvan is de design manual van Gardermoen Oslo Aiport, die in 1998 werd opgesteld ten behoeve van de uitbreiding en vernieuwing van de luchthaven en nog altijd hiervoor wordt gebruikt. In de manual is vastgelegd dat alle ontwerpelementen zijn gebaseerd op één en dezelfde set ontwerpuitgangspunten, met als doel een integrale architectonische en visuele beleving te creëren. Naast een moderne high-tech luchtvaartvoorziening, zou de de nieuwe luchthaven in Noorwegen ook een goed voorbeeld moeten zijn van Noorse bouwtraditie met natuurlijke materialen. Daarbij is ook de nadruk gelegd op de harmonisatie van de luchthaven met het omliggende landschap en wordt gestreefd naar een esthetische perfectie voor de gehele luchthaven.
Een passend overkoepeld thema bij de ontwikkeling van Lelystad Airport zou bijvoorbeeld innovatieve houtbouwtoepassing kunnen zijn: - als referentie aan de innovatieve materiaal- en constructietoepas- sing in de luchtvaart; - hout is een warm bouwmateriaal dat compenseert in de koude leegte van de polder; - hout draagt, net als de halfverharding op de parkeer- plaatsen, bij aan een duurzame uitstraling van de luchthaven; - hout kan thematisch goed aansluiten bij de Floriade, Almere 2022; - houtbouw sluit mogelijk ook aan bij de uitgangspunten van het naastgelegen duurzaam ontwikkelingsgebied OMALA; - houtbouw kan afhankelijk van de toepassing een kosten-efficiënte bouwwijze zijn.
Samenhang in ontwerp volgens een overkoepeld thema: Gardermoen Oslo Airport
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P28
BEELDREGIEPLAN
1.3. Deelgebieden / elementen (intentie en referentie)
I. Samenhang in het geheel van elementen volgens een overkoepelend thema. Stedenbouwkundige welstand Samenhang in het geheel van elementen volgens een overkoepelend thema.
Architectonische welstand Alle onder A t/m H benoemde planelementen zijn gebaseerd op één en dezelfde set ontwerpuitgangspunten, met als doel een integrale architectonische en visuele beleving te creëren. Deze ontwerpuitgangspunten worden door de ontwerper geformuleerd en toegepast op basis van een overkoepelend thema. Dit gekozen thema dient aan te sluiten bij de ambities van Lelystad Airport en de gewenste identiteit van de luchthaven.
Jackson Hole Airport, United States
Houten dak constructie, Peace Bridge Plaza, Fort Erie, Canada
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
Jyväskylä Airport, Finland
P29
BEELDREGIEPLAN
1.4. Doorkijk integratie RDW-terrein (fase N3)
1.4 Doorkijk integratie RDW-terrein (fase N3) In (uiterlijk) fase N3 zal het terminalterrein zich mogelijk uitbreiden over het huidige RDW-terrein, welke de ruimte zal bieden voor de uitbreiding van de terminal, de ontsluitingslus en de parkeervelden. Het RDW-terrein zal hiertoe worden onderworpen aan een noodzakelijke herinrichting op onderdelen, maar evenzo belangrijk zullen bestaande waardevolle elementen niet alleen worden gehandhaafd, maar zelfs richting geven aan de ruimtelijke integratie van het RDW-terrein met de noordoostelijke hoek van het terminalgebied. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: - Bewaren van het circuit/de zuidelijke kombaan in het ontslui- tingssysteem - > niet alleen visueel maar ook hergebruik circuit tbv parkeershuttle en ontsluiting langparkeervelden; - Handhaven van de boomcoulissen (m.u.v. noordoostzijde); - Doorzetten van de lusstructuur ter onsluiting nieuwe parkeervel- den; - Reserveringen voor landschappelijke inpassing ten noorden en zuiden langs het voormalige circuit; - Hergebruik RDW gebouw/hangaar voor dienstencentrum/brand weer (lokatieoptie B); - Omleggen van de sloot/watersysteem volgens waterplan.
hergebruik
Behoud boomcoulissen + circuit / kombaan zuidwest tbv shuttlebus langparkeerders & ontsluiting langparkeren Fase N3 + RDW-gebouw
herontwikkelling
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P30
2.4. Doorkijk integratie RDW-terrein (fase N3)
BEELDREGIEPLAN
Hoofdindelingsplan fase N3
Beeldregieplan Terminal e.o. Lelystad Airport
P31