Leidraad Voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen
Taskforce Management Overstromingen Plesmanweg 1 2597 JG Den Haag Telefoon: 070 – 351 96 52 Postbus 20904 2500 EX Den Haag www.platformoverstromingen.nl
Leidraad Voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen
Wouter Jong Afke Besselink
Leidraad Voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen Deel I: Ervaringen met hoogwater 1993/1995 en de orkaan Katrina Deel II: Draaiboek Voorlichting bij hoogwatersituaties en overstromingen
September 2008 Wouter Jong Afke Besselink
De Leidraad Voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen is opgesteld in het kader van het project ‘Evacueren kun je leren’ van Leven met Water en geactualiseerd in het kader van het programma van de Taskforce Management Overstromingen.
1
2
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Voorwoord Nederland is goed beschermd tegen overstro-
Na de orkaan Katrina kwamen overstro-
mingen. Toch zijn overstromingen niet uit te
mingsrisico’s breder in de belangstelling te
sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming
staan. Kort nadat de Taskforce Management
in Nederland zijn? Kunnen we preventief nog
Overstromingen werd opgericht, is besloten
dingen doen als we beschikken over infor-
om de leidraad te actualiseren. Met onder
matie dat het over een paar dagen misschien
steuning van de Taskforce Management
kan gebeuren? De voorbereiding op overstro-
Overstromingen is het nu mogelijk om dit
mingen is actueel en complex. Uiteindelijk
kennisdocument als gezamenlijk product
gaat het om de veiligheid van de bedreigde
actief en in brede kring te verspreiden.
inwoners, maar hierbij zijn vele organisaties
In de aanloop naar de landelijke oefening
en instanties betrokken. Gezamenlijk bepa-
Waterproef, die plaatsvindt in november
len deze het succes van eventueel te nemen
2008, krijgen communicatieprofessionals
acties.
een actuele handreiking aangereikt waarmee zij zich op hun crisiscommunicatie kunnen
Voor u ligt de Leidraad Voorlichting bij evacua-
prepareren.
ties in hoogwatersituaties en bij overstromingen. De oorsprong van deze leidraad ligt in het
Leeswijzer
jaar 2005, ruim voordat de allesverwoestende
De Leidraad bestaat uit twee onderdelen, het
orkaan Katrina bij New Orleans aan land
deel met Ervaringen met hoogwater 1993/1995
kwam. Onder het motto ‘Evacueren kun je
en de orkaan Katrina (deel I) en het Draaiboek
leren’ is toen door een breed consortium van
Voorlichting bij hoogwatersituaties en overstro-
kennisinstellingen, regionale en nationale
mingen (deel II). Het Ervaringendeel gaat
overheden en adviesbureaus binnen het
dieper in op de generieke (crisis)lessen die
BSIK-programma (Besluit stimulering, inno-
kunnen worden getrokken uit evacuaties bij
vatie in de kennisinfrastructuur) ‘Leven met
hoogwater. Delen van de lessen zoomen in op
Water’ gestart met het project ‘Van dreigend
de communicatie die nodig is ten tijde van
hoogwater tot en met evacuatie’. Het doel van
(grootschalige) overstromingen. De meeste
het project ‘Evacueren kun je leren’ was het
aandacht gaat uit naar Nederlandse erva-
ontwikkelen van kennis en instrumenten die
ringen rond de hoogwatersituaties in 1993
gebruikt kunnen worden bij de voorbereiding
(Limburg) en 1995 (Rivierengebied), alsmede
op overstromingen.
de ervaringen na de orkaan Katrina in New Orleans in 2005.
In het project werkten de consortiumpartners aan verschillende facetten rond evacu-
Het deel met Ervaringen met hoogwater
atieprocessen en de communicatie die nodig
1993/1995 en de orkaan Katrina is de basis die
is om een grootschalige evacuatie in goede
ten grondslag ligt aan het Draaiboek Voorlich-
banen te leiden. Ook is onderzoek gedaan
ting bij hoogwatersituaties en bij overstromin-
naar de manier waarop een grootschalig
gen. Het Draaiboek Voorlichting geeft aan de
evacuatieproces kan worden gevat in een
hand van verschillende communicatiestrate-
computersimulatie en is stilgestaan bij de
gieën een aantal concrete checklists die een
nafase van overstromingen.
Voorlichtingsteam in crisisomstandigheden
Voorwoord
3
kan gebruiken. Het is daarmee de vertaling van de generieke lessen naar concrete communicatieaanbevelingen in hoogwatersituaties. Wij hopen en verwachten dat het deel met Ervaringen met hoogwater 1993/1995 en de orkaan Katrina en het Draaiboek Voorlichting gezamenlijk een goede basis kunnen vormen voor een gedegen communicatieplan voor een overstromingsramp. Zonder de garantie af te willen en te kunnen geven dat de leidraad een recept biedt voor àlle toekomstige crisissituaties, is het met de meeste zorg samengesteld. Er is getracht om op de ervaringen uit het verleden op een zinvolle manier beschikbaar te maken voor toekomstige situaties, waarbij telkens opnieuw de afweging zal moeten worden gemaakt of de lessen 1-op-1 zijn toe te passen, danwel maatwerk vereisen in de ontstane situaties. Deze leidraad kan worden gebruikt in combinatie met het landelijk Communicatiedraaiboek Hoogwater en Overstromingen van het Ministerie van BZK. De publicaties vullen elkaar aan.
Jan Franssen (voorzitter Taskforce Management Overstromingen) Bas Kolen (voormalig projectleider Evacueren kun je leren) Den Haag, september 2008
4
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Inhoudsopgave Deel I: Ervaringen met hoogwater 1993/1995 en de orkaan Katrina 9
Hoofdstuk 1:
Inleiding
Hoofdstuk 2:
Beïnvloedende factoren op evacuatie
Hoofdstuk 3:
Het besluit tot evacuatie
Hoofdstuk 4:
Het hoogwater van 1995 en wat daaraan vooraf ging
Hoofdstuk 5:
Regionale coördinatie van de evacuatiebeslissing
Hoofdstuk 6:
Bevolkingsonderzoek
Hoofdstuk 7:
Dreiging en voorbereidingstijd in 1995
Hoofdstuk 8:
Lessen voor doelgroepen
Hoofdstuk 9:
Lessen voor gebiedsgrenzen
Hoofdstuk 10:
Lessen voor communicatie
Hoofdstuk 11:
Leren van het buitenland: evacuatie van New Orleans....... 39
Hoofdstuk 12:
Het geheel overziend
Hoofdstuk 13:
Crisiscommunicatielessen samengevat
.................................................................................................... .......................................
11
................................................................
13
....... 17
..............
19
........................................................................
21
...................................
25
................................................................
29
. ........................................................
33
.............................................................
35
........................................................................ .....................................
43 47
Deel II: Draaiboek Voorlichting bij hoogwatersituaties en overstromingen Hoofdstuk 1:
1. Ervaringen uit het verleden
.....................................................
53
. .....................................
54
..............................................................................
54
1.1 Doelstelling van het draaiboek
1.2 Gebruikers van het draaiboek
1.3 Leeswijzer
Hoofdstuk 2:
....................................................
57
.................................................................................
57
Crisiscommunicatiestrategieën
2.1 Inleiding
2.2 Essentiële verschillen tussen crisiscommunicatie
bij overstromingen en crisiscommunicatie bij
andere rampen
53
....................................
....................................................................
58
. ........
60
................
68
2.3 Vier responsstrategieën voor communicatie
2.4 Uitwerking van doelstelling in middelen
2.5 Uitwerking van doelstelling naar doelgroepen....... 69 ..........................................................
73
...............................................................................
73
Hoofdstuk 3:
Crisiscommunicatie per fase
A: Informatiefase
B: Overtuigingsfase
C: Instructiefase
D: Nafase (na afronding evacuatie en terugkeer)
Hoofdstuk 4:
Over de auteurs
. ..........................................................................
75
. ................................................................................
78
...............
81
...................................................................................
85
Hoofdstuk 5:
Over het project ‘Leven met Water’
Hoofdstuk 6:
Over de Taskforce Management Overstromingen
Hoofdstuk 7:
Bronnenmateriaal
............................................
87
..................
89
. .............................................................................
91
Deel III: Bijlagen Bijlage 1.
Scenario’s voor de Ergst Denkbare Overstromingen
Bijlage 2.
Q&A Crisiscommunicatie bij overstromingen
Bijlage 3.
Internetlinks
. ..........
94
......................
131
.....................................................................................
137
Inhoudsopgave
5
6
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Deel I: Ervaringen met hoogwater 1993/1995 en de orkaan Katrina
Deel 1: Ervaringen met hoogwater 1993/1995 en de orkaan Katrina
7
8
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Inleiding
Een van de meest aansprekende gebeurte-
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
nissen van het hoogwater in 1995 vormde
geldt. In dit onderzoek, ‘Risicoperceptie
zonder twijfel de evacuatie van ongeveer
overstromingen in relatie tot evacuatiebe-
250.000 mensen. Zonder noemenswaardige
reidheid’ (2006) zijn burgers ondervraagd
problemen vertrok een groot deel van de in-
over hun risicopercepties en de mate waarin
woners uit het bedreigde gebied. De COT pu-
zij bereid zijn om in hoogwatersituaties tot
blicatie Evacuaties bij Hoog Water: zelfredzaam-
evacuatie over te gaan.
heid en overheidszorg omvat een beschrijving en analyse van het evacuatietraject tijdens
Met evacuatie wordt hier het proces van
de hoogwatercrisis in Nederland in 1995. De
alarmering, waarschuwing, voorbereiding,
analyses zijn uitgevoerd op basis van een
vertrek, tijdelijk verblijf en terugkeer in ge-
groot bevolkingsonderzoek. De lessen uit
val van een dreigend of daadwerkelijk onheil
die publicatie vormen een belangrijk deel
bedoeld. Hierbij worden mensen, dieren,
van deze samenvatting. De lessen van toen
persoonlijke bezittingen alsook voorraden
zijn aangevuld met additionele onderzoeken,
en producten van bedrijven en organisaties
waarvan als meest recente onderzoek een on-
van een onveilige naar een relatief veiligere
derzoek van het Expertisecentrum Risico- en
plaats verplaatst. Deze evacuatie kan zich
Crisiscommunicatie (ERC) van het Ministerie
voor, tijdens of na een ramp voordoen.
Inleiding
9
10
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Beïnvloedende factoren op evacuatie Een analyse van de mediaberichten over
De waarschuwingstijd hangt samen met
de hoogwatersituaties in Nederland en bij
de urgentie van de evacuatie; een lange
Katrina leidt tot een veelheid van factoren
waarschuwingstijd betekent in de praktijk
die invloed uitoefenen op de manier waarop
dat lang voordat de urgentie bij burgers
burgers tot het besluit komen om al dan niet
duidelijk is, al tot waarschuwing wordt
tot evacuatie over te gaan:
overgegaan. Wacht men evenwel te lang
yy Ten eerste is de boodschap belangrijk.
met waarschuwen, dan is de mate van
De geboden informatie heeft een grote
dreiging dermate groot dat een evacuatie
impact op het beslissingsproces te ver-
een groter risico met zich meedraagt dan
trekken. Mensen zijn sneller bereid te
het achterblijven in het bedreigde gebied.
evacueren als de boodschap in of door
De kans dat men onderweg wordt inge-
hun omgeving bevestigd wordt en als de
haald door het water weegt in dat geval
boodschap afkomstig is van een betrouw-
niet op tegen de risico’s die men loopt door
bare boodschapper die betrouwbare kanalen
in het gebied achter te blijven.
gebruikt waarlangs hij zijn informatie tot burgers brengt. yy Daarnaast heeft de interpretatie van de
yy De bron van de dreiging. Voor de rivieren geldt dat een kritieke situatie veelal enkele dagen van tevoren kan worden
boodschap een grote invloed op het
voorspeld, maar voor de zee en meren zijn
menselijk gedrag. Hier speelt ook de
veelal slechts enkele uren beschikbaar
sociale context in mee. Als de boodschap
(HKV, 2006). De bron van de dreiging
een reële dreiging bevat, zullen mensen
beïnvloedt daardoor de beschikbare waar-
ontvankelijker zijn er op te reageren.
schuwingstijd en daarmee de mate waarin
Maar ook wanneer buren hun voorbe-
vooraf georganiseerde evacuatie tot een
reidingen gaan treffen, kan de sociale
reële optie behoort.
context ertoe leiden dat anderen sec het gedrag van de buren als signaal opvatten
Het ERC-onderzoek uit 2006 geeft aan dat
om zelf ook te evacueren. Ook speelt de
het draagvlak voor evacuaties het grootst
voorbereidingstijd mee, als ze de ramp al
is in de gebieden die al eerder geëvacueerd
van te voren aan te zien komen, of als er
zijn. Op basis van het COT-onderzoek (COT,
ruimte geboden wordt thuis nog enkele
1995a) kan tegelijkertijd worden gesteld
voorbereidingen te treffen, zullen mensen
dat mensen die een ramp al eerder hebben
eerder bereid zijn het gebied te verlaten.
meegemaakt niet per definitie beter reageren
Dit heeft ook te maken met het feit dat
op de nieuwe dreiging of ramp. Dit betekent
mensen grote voorkeur hebben om het
dat mensen die eerder zijn geëvacueerd elke
gebied samen met hun gezin/familie te
keer opnieuw van de dreiging moeten worden
verlaten.
overtuigd, maar dat indien de overheid
yy De mate van dreiging en de waarschu-
uiteindelijk tot een evacuatie overgaat, deze
wingstijd zijn eveneens van invloed op het
op groter draagvlak kan rekenen. Wanneer
besluit om al dan niet tot evacuatie over
de kans op een overstroming de 25% nadert,
te gaan, maar ook de signalen die door de
vindt bijna de helft (46%) een evacuatie een
dreiging zelf worden geproduceerd (me
goede maatregel en wanneer deze kans de
teorologische omstandigheden zoals wind
50% nadert, acht een grote meerderheid een
en regen, temperatuur, waterstanden, etc.
evacuatie een goede maatregel (ERC, 2006).
Beïnvloedende factoren op evacuatie
11
12
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Het besluit 1 tot evacuatie
De primaire redenen om in 1993/1995 tot
Toch blijken de bovenstaande redenen geen
evacuatie over te gaan zijn niet verrassend.
volledige verklaring te bieden voor het
In de eerste plaats was er sprake van een
verloop van de besluitvorming over evacu-
levensbedreigende situatie. Grote delen van
atie. Als massale evacuatieoperaties onder
de rivierdijken verkeerden in een slechte
de loep worden genomen, kan geconstateerd
staat. Jarenlang was de aandacht voor de
worden dat er vaak een geleidelijke overgang
veiligheid van de dijken een onderwerp met
plaatsheeft van strikt noodzakelijke naar
lage prioriteit. Dit gebrek aan prioriteit
minder noodzakelijke, en ten slotte soms
zorgde ervoor dat het geplande onderhoud
zelfs overbodige evacuaties. Dit proces van
aan deze dijken vertraging opliep. Na de
‘evacuatie-expansie’ is voor het eerst vastge-
gebeurtenissen in 1993, toen de waterstan-
legd in de observaties rond een evacuatie in
den ook een kritieke hoogte bereikten,
Mississauga (Scanion, 1989).
waren autoriteiten en burgers zich ervan de waterstand in de rivieren begin 1995 opnieuw een kritische hoogte bereikte, was het iedereen duidelijk dat zich weer een dreigende situatie zou (kunnen) voordoen. Het verschil tussen de gebeurtenissen in 1993 en 1995 was echter dat de polderdistricten (huidige waterschappen), verantwoordelijk voor de dijken, de ‘standszekerheid’ ofwel veiligheid voor de dijken niet verder konden garanderen in 1995. Hiermee werden autoriteiten geconfronteerd met een situatie waarin zij een moeilijke keuze moesten ma-
Evacuatie in Mississauga, Canada
bewust dat de dijken verouderd waren. Toen
Rond middernacht, 10 november 1979, ontspoorde in de buurt van de Canadese stad Mississauga een goederentrein, bestaande uit 106 wagons waarvan 39 geladen met toxische stoffen. Binnen twintig uur zouden 217.000 personen, onder leiding van de politie, geëvacueerd worden. Er was zowel een risico van een massale explosie als de kans op een ontsnapping van een grote chloorwolk. De evacuatie begon in een gebied dicht bij de plaats van het ongeval. In de uren en dagen daaropvolgend besloot de politie tot het evacueren van steeds meer wijken en straten. Het succes van de eerste evacuatie maakte het voor de politie eenvoudiger om tot evacuatie van andere
ken. Konden zij de burgers laten zitten met
gebieden over te gaan. Er werd het zekere voor het onzekere
het risico dat er een dijk zou doorbreken,
genomen. Scanion beargumenteerde achteraf dat dit psycho-
of moesten zij overgaan tot een preventieve
logische aspect van grote invloed was.
evacuatie van de burgers in de bedreigde gebieden? De autoriteiten kozen, op grond van de hun verstrekte informatie, om de voorbereidingen te treffen voor een preventieve evacuatie.
1) Ontleend aan Watersnood 1995 door M.J. Bezuyen, M.J. van Duin en U. Rosenthal (COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement), gepubliceerd in Bestuurlijk Blad Bestuurskunde (Jaargang 4, nummer 8), pp. 353-360.
Het besluit tot evacuatie
13
De evacuaties in de stroomgebieden van de grote rivieren kunnen aan eenzelfde soort model getoetst worden. Toen de autoriteiten in 1995 in het ene gebied tot evacuatie besloten, bestond bij de collegae in het verderop gelegen gebied de neiging het zekere voor het onzekere te nemen. Na de goed verlopen evacuatie in Nijmegen was het voor autoriteiten in nabijgelegen gebieden eenvoudiger om tot evacuatie in de Tieler- en Bommelerwaard over te gaan. Eenzelfde opwaartse druk leek uit te gaan van operationele diensten. Dat gold des te meer toen zij zich in gereedheid hadden gebracht om uitvoering te geven aan een evacuatiebeslissing. Ook burgers zagen hun buren evacueren en vroegen zich af wanneer zij aan de beurt waren. Het ‘zien evacueren, doet evacueren’ was van groot belang. Het ultimatum (het tijdstip waarop de bevolking geëvacueerd moest zijn) van de overheid werd door velen gezien als een signaal dat de bedreiging serieus te nemen was. De beslissing om in een bepaald gebied tot evacuatie over te gaan werd vaak als een geruststelling ervaren. Deze bovenstaande psychologische factoren zorgden ervoor dat het proces van evacuatie een eigen dynamiek kreeg. Autoriteiten namen het zekere voor het onzekere en besloten tot evacuatie van hun gebied. Burgers anticipeerden op deze beslissing en namen de noodzakelijke voorbereidingsmaatregelen. Nadat de beslissing tot evacuatie was genomen, verliep de operatie ordelijk en zonder veel problemen. Het beeld van de evacuatie is dat de autoriteiten en de overheidsdiensten het er goed vanaf hebben gebracht.
14
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Het besluit tot evacuatie
15
16
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Het hoogwater van 1995 en wat daaraan vooraf ging
Naar aanleiding van de watersnood in 1993
voorbereidingen voor eventuele evacuatie ge-
zijn in 1994 in de provincie Gelderland een
troffen. Aangezien de regio Nijmegen in 1995
modelplan en rampenbestrijdingsplannen
als eerste tot evacuaties besloten heeft, en
gemaakt. De regio’s (en daarbinnen gemeen-
dit op voorbeeldige wijze werd uitgevoerd,
ten) moesten deze plannen zelf vaststellen.
is het proces (als sneeuwbaleffect) in andere
In deze plannen werd onderscheid gemaakt
gebieden ook relatief goed verlopen. Buiten
tussen vier fasen: fase 0 en 1 zijn voorbe-
Gelderland was men na 1993 nog niet bezig
reidende fasen voor activiteiten in latere
geweest met het voorbereiden en plannen
fasen. In fase 2 is er sprake van ernstige
van nieuwe overstromingssituaties. Hier-
overlast binnen de dijkring en is regionale
door leunden gemeenten op het voorbeeld
coördinatie noodzakelijk (met een regionaal
van het goedlopende proces in Nijmegen.
coördinatiecentrum). In fase 3 is er sprake
Tegelijkertijd constateerde men dat op
van ernstige dreiging en van een ramp in de
een aantal punten een nijpend gebrek aan
zin van de Rampenwet. Deze indeling leverde
informatie bestond. Vooral het gebrek aan
later verwarring op omdat verschillende ge-
informatie over welke dijken het grootste
meenten op hetzelfde moment andere fasen
risico opleverden en welk gebied hierdoor
afgekondigd werden. Ook de inhoud van het
getroffen zou worden, was een probleem.
plan en de acties die bij de verschillende
Goede voorbereidingen en plannen werden in
fasen hoorden, waren niet overal bekend.
1995 dus door deze gemeenten als een gemis
In 1994 werd ook een evacuatieplan ge-
ervaren. Resumerend had men het Nijmeegse
maakt. Naast het plan zelf is de voorberei-
evacuatieplan als voorbeeld, maar kon men
ding die hoort bij het opstellen van het plan
slecht beoordelen in hoeverre een evacuatie
van grote meerwaarde gebleken. Door het
noodzakelijk zou zijn omdat de kennis over
opstellen van het plan kwamen verschillende
de risico’s in het eigen gebied onvoldoende
autoriteiten en hulpverleners bij elkaar en
helder waren.
kon afstemming plaatsvinden. Wel is gebledoor de vele betrokken diensten en organisaties. Frappant is wel dat in de meeste teams geen waterautoriteiten waren opgenomen.
Les 1:
ken dat het operationele team erg groot werd Het planvormingstraject helpt bij de reactie op een latere overstroming, omdat in de planvorming bepaalde denkstappen
De regio Nijmegen beschikte in 1995 over in-
zijn gezet, veel informatie vooraf op tafel komt en onderlinge
undatiescenario’s, waar die in andere regio’s,
contacten tussen de operationele diensten al voorafgaand aan
en eerder ook in Nijmegen, ontbraken. In
de crisis zijn gelegd.
Nijmegen en omgeving waren dus de nodige
Het hoogwater van 1995 en wat daaraan vooraf ging
17
18
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Regionale coördinatie van de evacuatie beslissingen
Organisatorisch functioneerden in 1995 zes
beeld een vrijwillige evacuatie uit te roepen.
provinciale en dertien regionale coördina-
Een aantal andere gemeenten heeft weer last
tiecentra. Deze centra werden deels bemand
gehad van formele processen, waarbij in hun
door ‘vreemde’ hulpverleners (die niet
ogen het formele besluit te lang op zich liet
bekend waren met de regio), waardoor op
wachten, terwijl er al een noodsituatie was.
diverse plaatsen verwarring is ontstaan over de dreiging. Naast de regionale centra had
In praktijk gebeurde het in 1995 regelmatig
het Ministerie van Binnenlandse Zaken een
dat na de bekendmaking van een evacuatie
landelijk coördinatiecentrum ingericht. Het
in een bepaalde regio, de burgemeesters
evacuatieproces verliep over diverse schijven
uit andere regio’s samenkwamen en ook
en het is voorgekomen dat tegenstrijdige be-
besluiten namen. Vaak machtigden zij een
sluiten werden genomen. Met de komst van
coördinerend burgemeester of een dijkgraaf
de Veiligheidsregio is het aannemelijk dat
tot het nemen van besluiten over evacuaties.
toekomstige evacuatiebeslissingen centraler
In 1995 heeft het ministerie van Binnen-
(lees: regionaal afgestemd) zullen worden
landse Zaken bij besluiten tot evacuatie een
genomen dan in 1993/1995 het geval was.
beperkte rol gespeeld, beslissingen over het
Tijdens het hoogwater van 1995 bestond on-
opheffen van de evacuatie (terugkeer) moes-
duidelijkheid over wanneer en hoe besluiten
ten wèl via dit ministerie gespeeld worden.
genomen moesten worden. Het moment van opschalen was niet duidelijk, wat gevoed wachten met interventies, zeker als ze zo ingrijpend zijn als een evacuatie. Daarnaast blijkt dat een aantal burgemeesters een
Les 2:
werd door de wens om zo lang mogelijk te Formele processen kunnen besluitvorming hinderen, daarentegen kan het niet volgen van formele processen leiden tot
evacuatie onmogelijk achtte in hun gebied.
onduidelijkheid, verschil van inzicht, verwarring en/of het
Hoewel ze wel risico liepen, hebben ze niet
moeten herroepen van eerdere besluiten.
besloten om te waarschuwen door bijvoor-
Regionale coördinatie van de evacuatiebeslissingen
19
20
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Bevolkings onderzoek In het COT-bevolkingsonderzoek (COT, 1995a)
Burgers zien de gemeente als de eerst aange-
naar aanleiding van de watersnood van 1993
wezen hulporganisatie in geval van overstro-
en 1995 is onderzocht wat burgers en hun
mingen; van de gemeente verwacht men dus
handelen heeft beïnvloed en hoe zij hun
eerst en vooral concrete hulp bij dreigende
afwegingen tijdens dreiging of rampen heb-
overstromingen. Ten aanzien van de informa-
ben gemaakt. Het onderzoek is gedaan onder
tievoorziening volgt men met name de lokale
een representatief deel van de inwoners van
en regionale media, waar de informatie van
Noord-Limburg (zowel in 1993 als in 1995
gemeenten aan de bevolking wordt doorge-
ondervraagd) en Gelderland (1995). In alle
ven. Deze informatie komt doorlopend via de
gevallen zijn de inwoners circa drie maanden
media naar de burgers. Dagenlang beheerste
na het hoogwater ondervraagd. Het risico-
de dreigende situatie in Midden-Nederland
besef onder autochtonen blijkt groter te
de programma’s op radio en tv. In de meeste
zijn dan onder mensen die relatief recent in
gevallen werden de autoriteiten verrast door
het gebied zijn komen wonen. Zij zijn zich
de grote aantallen persvertegenwoordigers
er dus bewuster van dat het hoogwater een
die op de gebeurtenissen afkwamen. De
bedreiging voor het gebied kan vormen.
media bleken evenwel een positieve rol te
Tegelijkertijd kunnen zij het hoogwater ook
vervullen met betrekking tot de voorlichting
meer relativeren. Herinneringen aan vorige
aan de burgers. Autoriteiten gebruikten de
hoogwatersituaties waarbij het gebied ook
media om de burgers op de hoogte te stellen
droog bleef, zullen de gedachte voeden dat
van de gebeurtenissen en de maatregelen
evacuatie onnodig is.
die werden getroffen. Vooral de lokale en
Uit het onderzoek blijkt dat de berichtgeving
regionale omroepen worden in dit verband
door de media de grootste invloed op het
alom geprezen. Uit het bevolkingsonderzoek
handelen van getroffenen heeft gehad. Op
van het COT blijkt dat in het rivierengebied
basis van de berichtgeving in de media kwam
Omroep Gelderland werd gezien als de eerste
het besluit tot stand om al dan niet tot eva-
en ook de meest betrouwbare informatie-
cuatie over te gaan. Als secundaire bronnen
bron. Maar ook in andere gemeenten werd
werden de lokale autoriteiten en informele
veelvuldig gebruik gemaakt van de mogelijk-
netwerken (vrienden, familie, buren enz.)
heden van de lokale en regionale zenders.
genoemd. Het ERC-onderzoek stelt dat menafwachtende houding aannemen. Tien jaar na het hoogwater spelen de gemeente (inclusief politie en brandweer) en televisie (met name
Les 3:
sen eerder zelf gaan zoeken dan dat ze een Media zijn de belangrijkste weg waarlangs burgers informatie tot zich nemen om hun evacuatiebeslissing op te baseren.
de regionale) als bron bij het zoeken naar
Secundair gelden de lokale autoriteiten en informele netwerken
informatie nog steeds de meest prominente
(vrienden, familie, buren enz.).
rol (ERC, 2006).
Bevolkingsonderzoek
21
Deze zenders zijn over het algemeen ook
De bereidheid om te evacueren neemt toe
meer op de hoogte van de specifieke situatie.
als burgers eerst voorbereidingen kunnen
Geëvacueerde burgers zijn in beginsel vooral
treffen en in een latere fase de evacuatie een
geïnteresseerd in de gevolgen voor hun eigen
verplicht karakter krijgt. In de praktijk blijkt
situatie .
deze gefaseerde evacuatie, in een vrijwillige
2
en gedwongen periode, het best te werken. De ervaringen van 1995 hebben wel geleerd
In de niet-verplichte periode zijn burgers
dat autoriteiten bewust moeten omgaan met
niet afwachtend, maar zijn zij bereid om zelf
mediaoptredens, omdat ze een groot effect
ad hoc maatregelen te nemen. De door de
hebben op het gedrag van burgers. Ook kan
burgers genomen maatregelen blijken een
snelle berichtgeving ertoe leiden dat operati-
groot effect te hebben.
onele hulpverleners berichtgeving via media
Na de evacuatie uit het gebied vertrekken
vernemen, en de achtergrond van beslissin-
ze bij voorkeur naar familie en vrienden.
gen onvoldoende goed kennen om hun werk
Na het vrijgeven van het gebied keren ze
optimaal uit te voeren. Daarnaast kost het te
niet per definitie zo spoedig mogelijk terug.
woord staan van de media veel tijd, die door
Evacués bleken in 1995 in veel gevallen in
woordvoerders (vaak burgemeesters of de
het weekend bij vrienden te blijven, om eerst
Commissaris van de Koningin) niet gebruikt
af te wachten hoe druk het zou worden op
kan worden om zorgvuldigere beslissingen te
de wegen naar het rivierengebied. Burgers
nemen. Tot slot geldt natuurlijk ook hier dat
geven wel aan dat als de evacuatie langer
het altijd duidelijk moet zijn wie het besluit
gaat duren, zij wel gebruik willen maken
neemt en wat het besluit inhoudt.
van noodopvang. Ook is de wijze van opvang
De benodigde waarschuwingstijd die de over-
bepalend voor de wil er heen te gaan (een
heid nodig heeft om mensen te waarschuwen
bungalowpark wordt als opvanglocatie hoger
en burgers de ernst van de situatie te laten
gewaardeerd dan een ingerichte sportzaal).
beseffen, is afhankelijk van de ervaringen uit
Overheidsingrijpen wordt door veel burgers
het verleden en de bereidheid van mensen
niet kritisch beoordeeld, evacuaties lopen
om open te staan voor de dreiging. Is men
doorgaans gemakkelijk. In tijden van crises
eenmaal overtuigd van de dreiging, dan zal
wordt stringent overheidsoptreden als
men op basis van eerdere ervaringen sneller
gerechtvaardigd ervaren. In de nasleep kan
handelen. Onduidelijkheid over de ernst van
een lage taxatie van de schade tot de nodige
de dreiging maakt de informatie in de ogen
kritiek leiden. Het merendeel van de mensen
van de bevolking minder betrouwbaar en
ervoer de evacuaties als schokkend en vindt
kwalitatief slecht.
de evacuatie een gebeurtenis die hen lang
Les 4:
bijblijft.
In tijden van crises wordt stringent overheidsoptreden doorgaans als gerechtvaardigd ervaren.
22
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
2) Ontleend aan Watersnood 1995 door M.J. Bezuyen, M.J. van Duin en U. Rosenthal (COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement), gepubliceerd in Bestuurlijk Blad Bestuurskunde (Jaargang 4, nummer 8), pp. 353-360.
Bevolkingsonderzoek
23
24
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Dreiging en voorbereidings tijd in 19953
Het risico van een eventuele dijkdoorbraak
de ‘natte voeten’ in het zuiden van het land.
kon in 1995 niet uitgesloten worden. Burgers
Vervolgens werden er beelden getoond van de
waren zich bewust van deze risicovolle situ-
steden Keulen en Koblenz waar grote delen
atie. Toen de situatie in Nederland dan ook
onder water stonden. Toen er ook nog beel-
dreigend werd, bleek het voor de autoritei-
den werden vertoond van een doorsijpelende
ten niet moeilijk de burgers te overtuigen
dijk in Nederland, was het duidelijk dat het
van de ernst van de situatie. Ten tijde van
ernst was. Deze beelden hadden een grote
de evacuatie had een grote meerderheid van
invloed op het gedrag van de bevolking.
de bevolking begrip voor het feit dat men
Voordat de autoriteiten hadden besloten tot
van gemeentewege huis en haard moest
een verplichte evacuatie was een aanzien-
verlaten (87% vond de evacuatie noodzake-
lijk deel van de mensen reeds vertrokken.
lijk). Achteraf vond men de noodzaak voor
Deze constatering is overigens niet nieuw.
de maatregel iets minder groot, hoewel nog steeds een meerderheid ook achteraf de noodzaak inzag (72%, een afname van 15
Onderzoek uit 1995 laat zien dat de impact
Les 5:
procent) (ERC, 2006). Langere voorbereidingstijd leidt tot makkelijkere evacuaties,
van een serieuze dreiging van een levens-
waarbij gefaseerde evacuatie (eerst vrijwillig, daarna ver-
gevaarlijke situatie en het verlies van huis
plicht) het best werkt.
en haard fors kan zijn. In Limburg, waar de watersnood vooral tot overlast leidde, was de impact minder groot dan in Gelderland, waar de watersnood tot een levensbedreigende situatie leidde. Meer Gelderse dan Limburgse kinderen ervoeren dat de periode een beetje vakantie was, wat mede een gevolg zou kunnen zijn van het feit zij, in tegenstelling tot de Limburgse kinderen, niet naar school hoefden4. Naarmate de watersnood langer aanhield, werd de ernst van de situatie voor iedereen duidelijk zichtbaar. Het begon met
3) Ontleend aan Watersnood 1995 door M.J. Bezuyen, M.J. van Duin en U. Rosenthal (COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement), gepubliceerd in Bestuurlijk Blad Bestuurskunde (Jaargang 4, nummer 8), pp. 353-360. 4) Tijdschrift voor Psychiatrie 40 (1998) 5, 277-289, Watersnood, M.C. Becht, M.A.L. van Tilburg, A.J.J.M. Vingerhoets, I. Nyklicek, J. de Vries, C. Kirschbaum, M.H. Antoni, G.L. van Heck.
Dreiging en voorbereidingstijd in 1995
25
Onderzoek laat zien dat burgers veel eerder
len men zelf kan nemen en hoe de opvang
geneigd zijn te vertrekken wanneer men
geregeld is (ERC, 2006). De bereidheid van
overtuigd is van de juistheid en ernst van
mensen om te vertrekken zal afnemen wan-
het bericht (Perry, 1985).
neer zij weinig tijd tot hun beschikking heb-
De tijdsfactor is één van de centrale elemen-
ben om hun vertrek voor te bereiden. Men
ten bij crises en mogelijke crisissituaties
zal in dat geval alternatieve (second-best)
(Rosenthal, 1984). De mate van urgentie
strategieën zoeken om de overlevingskansen
beïnvloedt niet alleen besluitvormers, maar
in het bedreigde gebied zo groot mogelijk te
ook het gedrag van de betrokken burgers.
maken.
Wanneer een evacuatie op handen is, wil men vooral weten hoeveel tijd men heeft om
Een van de kenmerken van de watersnood-
te vertrekken, hoe de wijk beveiligd wordt
situatie in 1995 was het ontbreken van
tegen plundering, welke voorzorgsmaatrege-
extreme tijdsdruk. Bewoners in MiddenNederland hadden uiteindelijk voldoende tijd
Les 6:
om hun spullen in veiligheid te brengen. Alle mogelijke middelen werden ingezet om de Hoe groter de dreiging, hoe bereidwilliger burgers zijn te eva-
eigen inventaris te beschermen. Vanaf het
cueren. Beelden die de dreiging ondersteunen, hebben daarbij
moment dat deze voorbereidingen waren af-
een grote invloed op het gedrag van de bevolking, hetgeen
gerond, was de noodzaak te blijven niet meer
implicaties heeft voor de communicatie die het evacuatiebe-
aanwezig. De lange waarschuwingstijd en
vel begeleidt. De evacuatiebereidheid neemt af indien burgers
daarmee de mogelijkheid tot het nemen van
ervan overtuigd zijn dat er te weinig tijd rest om het vertrek in
de noodzakelijke voorbereidingen was een
goede banen te leiden.
gunstige voorwaarde om rustig te reageren op een besluit tot evacuatie.
26
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Dreiging en voorbereidingstijd in 1995
27
28
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Lessen voor doelgroepen
Een groep die een aparte benadering nodig
benarde situaties bevrijdden. Als verschillende
heeft, betreft de boeren: zij zijn veel minder
gemeenten ongelijke regelingen hanteren en
geneigd om kritiekloos de instructies van de
verschillende maatstaven gebruiken voor het
gemeente op te volgen. Het bedrijfsbelang
afgeven van een vergunning om het gebied te
is immers groot. Voor hen geldt – meer dan
betreden, brengt dit verwarring en onoverzich-
bij andere doelgroepen – dat zij er zeker van
telijkheid met zich mee.
moeten zijn dat de evacuatie noodzakelijk is
Gemiddeld blijken bij evacuaties in het land
(ERC, 2006).
minder dan 10% van de bevolking niet-zelf-
De praktijk wijst uit dat er vrijwel altijd achter-
redzaam (of: niet zelfstandig te evacueren) te
blijvers zijn, die weigeren te evacueren. Geheel
zijn, terwijl de overheid dit percentage vaak
schoonvegen is meestal praktisch onmogelijk,
veel hoger legt en dus veel te veel voorzienin-
dus de achterblijvers worden vaak gedoogd.
gen voorbereidt. Bij kwetsbare groepen moet
Een bijzondere categorie betreft de veeboe-
rekening gehouden worden met het feit dat hun
ren, die doorgaans weigeren om te vertrekken
hulpverleners vaak ook woonachtig zijn in het
zolang hun vee niet elders is ondergebracht.
te evacueren gebied, en dus in dezelfde periode
Als zij hun huis uit gaan, kunnen ze wel
ook maatregelen moeten treffen. Bijzondere
door de politie aangehouden worden en uit
groepen bij evacuaties zijn (ex-)psychiatrisch
het gebied worden gezet. Maatregelen zoals
patiënten en ouderen. Zij blijken de grootste
achterblijvers niet in aanmerking te laten
risicogroepen, aangezien zij na terugkeer de
komen voor schadevergoeding is veelal niet mogelijk doordat het te veel registratiekracht Meerdere mensen zullen na een paar dagen van evacuatie het gebied weer tijdelijk in willen
Les 7:
en afstemming tussen diensten veronderstelt. Burgers zijn moeilijk te evacueren als niet elk gezinslid aan-
gaan. Zo bleken diverse mensen, ondanks het
wezig is. Doorgaans wordt gerekend met een percentage tus-
bericht dat de evacuatie tot nader order zou
sen 10% en 15% van de burgers dat niet-zelfredzaam is. Bij
gelden, hun huisdieren met water en eten in
toenemende vergrijzing zal dit percentage mogelijk groeien.
badkamers achter te hebben gelaten. Na enkele
Onderzoek vooraf in de eigen regio de bevolkingsgroepen die
dagen wensten zij het gebied terug in gaan om
als ‘niet-zelfredzamen’ kunnen worden bestempeld en plan de
de dieren te verzorgen en spullen op te halen
noodzakelijke stappen én communicatie die nodig zijn om hen
die ze vergeten waren. In 1995 werd hiervoor
uit het gebied te evacueren. Houd hierbij rekening met de
een oplossing gezocht door maatschappe-
tijdsdruk (snelle overstroming kust en meren versus geleide-
lijke (dieren)organisaties in te schakelen, die
lijke overstroming rivieren). Speciale aandacht moet ook uit-
de huissleutels van eigenaren in ontvangst
gaan naar ondernemers in het gebied.
namen en de dieren in het gebied uit hun vaak
Lessen voor doelgroepen
29
grootste kans hebben om klachten over te houden aan de hoogwatersituatie. Een andere niet-zelfredzame groep bestaat uit gedetineerden.5 Evacuatie van niet-zelfredzame mensen, vee en bedrijven is vaak tijdens de vrijwillige evacuatieperiode gepland. Dit leidt echter tot veel drukte, omdat de piekdrukte van ‘gewone’ burgers ook in deze periode valt. Er blijkt een tekort te zijn voor transportmogelijkheden voor vee in deze korte periode. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met niet-agrarische bedrijven. Waar de provincie veel informatie vraagt van deze bedrijven om prioriteiten te kunnen stellen, moeten ondernemers vaak lang wachten op bericht hoe de evacuatie voor hen vormgegeven gaat worden. Vaak evacueren ze dan op eigen gelegenheid op basis van geruchten, wat veel wanorde oplevert.
5) Onder niet-zelfredzamen worden in dit kader niet de burgers verstaan die onder normale omstandigheden zelfredzaam zijn, maar bijvoorbeeld door het water worden ingesloten en daardoor van ‘zelfredzame burgers’ veranderen in ‘niet-zelfredzamen’. Hier wordt gedoeld op personen die ook onder reguliere omstandigheden niet-zelfredzaam zijn.
30
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Lessen voor doelgroepen
31
32
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Lessen voor gebiedsgrenzen
In de praktijk blijkt onduidelijkheid voort
evacueert en de ander niet. Dit kan leiden
te komen door de gebiedsgrenzen die door
tot druk bij bestuurders om een verplichte
de hulpverleners en waterschappen worden
evacuatie af te kondigen, of voor burgers
gehanteerd. Doordat verschillende organisa-
om vooruitlopend daarop zelf het besluit
ties samen moeten werken, is het niet altijd
te nemen alvast te gaan. Het besluit om
helder welke grenzen gehanteerd worden
niet te evacueren kan er daarentegen toe
(de toenmalige, incongruente grenzen van
leiden dat de burgemeester het idee heeft
de gemeente, het waterschap, de regio, de
de situatie onder controle te hebben, terwijl
provincie, de polderdistricten, de politie,
de operationele diensten nog bezig zijn
de brandweer). Daarnaast komt informatie
met de mogelijke ramp. Dit kan leiden tot
moeilijk over die grenzen heen, waardoor
spanningen. Hierbij moet bedacht worden
zeker buurregio’s die in verschillende pro-
dat communicatie en media grensoverschrij-
vincies liggen niet altijd makkelijk toegang
dend zijn, regio’s moeten hun verhalen dus
hebben tot elkaars informatie. Door gebrek
afstemmen en ook een structuur bedenken
aan geüpdatete scenario’s en effecten van
voor wie wanneer het woord waarover voert.
dijkdoorbraken, is het lastig om de grenzen van het gebied dat ontruimd moet worden, vast te stellen. Ook voor inwoners van de erg onduidelijk, mede omdat zij, anders dan gemeentegrenzen en provinciegrenzen, niet
Les 8:
gebieden die bij die grenzen liggen is dit Waar gebiedsgrenzen moeilijkheden in communicatie opleve-
altijd zicht hebben op grenzen van dijkrin-
ren voor de overheid, blijven burgers juist naar hun buren
gen en regio’s.
kijken. De informatievoorziening naar burgers dan wel over-
Het besluit van een gemeente om te evacue-
heidsfunctionarissen in andere gebieden moet hier rekening
ren heeft grote effecten op buurgemeenten.
mee houden.
Burgers vragen zich af waarom de een wel
Lessen voor gebiedsgrenzen
33
34
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Lessen voor communicatie
Voor de voorlichting naar de burgers is in
Verschillende uitspraken van de burgemees-
1995 gebruik gemaakt van een drietrapsra-
ter, de hoogheemraadschappen en dijkgraven
ket. De lange aanlooptijd tijdens de waters-
leidden ook tot verwarring en ze onder-
nood gaf de autoriteiten de tijd een fasering
groeven elkaars autoriteit. Ook is duidelijk
in de communicatie aan te brengen. In de
geworden dat burgers die weten dat de
eerste fase werd de bevolking geadviseerd
situatie niet levensbedreigend is, niet willen
zich voor te bereiden op een eventuele eva-
evacueren. Hoe helder de communicatie ook
cuatie. In de tweede fase stond een dringend
is, zij blijken niet bereid te vertrekken.
verzoek om voor een bepaald tijdstip te eva-
Binnen de coördinatiecentra bleek onhelder
cueren centraal. De laatste fase behelsde het
taalgebruik te leiden tot interpretatiever-
concrete ultimatum dat de lokale overheid
schillen. Het debat over het veilig verklaren
stelde. Met deze drietrapsraket werd opti-
is een ander debat dan het onveilig verkla-
maal gebruik gemaakt van de lange aanloop-
ren. De acute situatie is opgelost, dus meer
tijd. Mensen kregen de tijd om hun spullen
partijen zullen druk uitoefenen. Ook hier
te verhuizen en aan het idee te wennen dat
zal duidelijk over gecommuniceerd moeten
een evacuatie tot de reële mogelijkheden
worden, waarbij een van de hoofdvragen is
behoorde. Het bevolkingsonderzoek dat door
of burgers direct mogen terugkeren na het
het COT werd gehouden (COT, 1995a) beves-
bericht, of dat het beter is een bepaalde tijd
tigde dit argument: ongeveer 75 procent van
te noemen vanaf wanneer ze het gebied weer
de bevolking was geëvacueerd vóórdat het
in mogen.
ultimatum inging.
Burgers blijken al snel informatie te zoe-
Op het gebied van communicatie bestaan
ken bij lokale media. Hier kunnen ze een
de nodige leerpunten. Sterke punten waren
gedetailleerder en regiospecifieker beeld en
dat de informatie tijdig en goed onderbouwd is gecommuniceerd. Zwakke punten waren in informatievoorziening en dat deze niet altijd eenduidig was. Zo is de mediarol van
Les 9:
het feit dat er niet goed genoeg is gefaseerd Communiceren met een gebiedsgebonden doelgroep is voor de
de Commissaris van de Koningin verwar-
ramp makkelijker dan na de ramp, aangezien de groep dan
rend gebleken, aangezien de burgemeesters
verspreid over het land is.
medeverantwoordelijk zijn voor de beslissing.
Lessen voor communicatie
35
antwoord op vragen krijgen. Er moet echter
komen die de regio niet kennen, het vak
wel rekening worden gehouden met het
van crisisbeheersing en rampenbestrijding
feit dat als ze eenmaal geëvacueerd zijn,
niet kennen, onvoldoende op de hoogte zijn
ze deze lokale media soms moeilijk kunnen
van de bevoegdheden van betrokken partijen
volgen (afgezien van internet) en vanaf dat
en niet het jargon kennen van hulpverleners
moment aangewezen zijn op andere media.
en waterbeheerders. Het is dus verstandig om
Uitgebreide regiospecifieke informatie moet
de informatie en het taalgebruik daar op af
dus vanaf het moment van evacueren ook
te stemmen. Media zullen ook de slachtoffers
op een andere plek beschikbaar zijn.
sterk in beeld willen brengen. Hierbij valt te
Bij grootschalige incidenten en dreigingen
denken aan evacuaties van ziekenhuizen, of
met een enorme impact kan er gerekend
mensen die weigeren het gebied te verlaten.
worden op massale mediabelangstelling.
Deze beelden kunnen lang blijven hangen,
Dat betekent dat er veel algemene journalisten
dus kan het best van tevoren besloten
Les 10:
worden waar media bij deze gebeurtenissen toegelaten worden en hoe de gemeente reageert op negatieve beeldvorming. Het thuisfront van hulpverleners moet zo volledig en snel
Binnen de ramporganisatie is gesteld dat
mogelijk geïnformeerd blijven om ongerustheid te voorkomen.
er een behoefte is aan informatiebeperking of informatiestructuur. Door nieuwe media
Les 11:
is er een overload aan informatie beschikbaar. Het is echter moeilijker en tijdrovender geworden om de goede informatie te Neem in de voorbereiding de mogelijke negatieve persaandacht
selecteren. Dit gaat ten koste van de
ook mee.
slagkracht en kwaliteit van de ramp organisatie. Er is ook naar voren gekomen
Les 12:
dat de communicatie naar het thuisfront van hulpverleners verbetering behoeft. Zij worden slecht op de hoogte gehouden Informatie kan het best gefaseerd naar buiten worden
over waar en tot wanneer hun familielid
gebracht.
aan het werk is, en maken zich vaak onnodig ongerust.
36
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Lessen voor communicatie
37
38
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Leren van het buitenland: evacuatie van New Orleans6 Een recent en duidelijk voorbeeld van een
communiceerde op zaterdag (de ramp vond
verkeerd afgelopen hoogwatersituatie is die
op maandag plaats) wel dat het verstandig
van New Orleans in 2005. Deze stad werd
was de stad te verlaten, dit was echter niet
getroffen door de orkaan Katrina. In de dagen
verplicht. Uit onderzoek is gebleken dat veel
voorafgaand aan de ramp werd het gevaar
inwoners op zaterdag nog dachten dat de
steeds duidelijker, maar toch zijn de gevolgen
orkaan New Orleans niet zou treffen.
(aan schade en slachtoffers) groot. Hierbij moet worden aangetekend dat de bestuurders
Op zondagochtend gaf burgemeester Nagin
geen rekening hielden met het overstromings-
het bevel tot verplichte evacuatie. Als
risico, maar zich vooral concentreerden op
doelstelling beoogde men de evacuatie van
de stormschade die de orkaan teweeg zou
90% van de bevolking, hetgeen – ondanks
kunnen brengen. Deze ramp, die plaatsvond
alle kritiek – is gelukt. De gehele bevolking
in een Westerse stad, geeft zeer duidelijke
werd aangeraden de stad zo snel mogelijk
leerpunten, waarbij hier vooral zal worden
te verlaten. Mensen die geen eigen vervoer
ingegaan op de leerpunten voor evacuatie.
hadden konden gebruik maken van twaalf
New Orleans had ongeveer 1.3 miljoen
opstappunten van bussen. Iedereen die niet
inwoners ten tijde van de ramp, waarvan de de beschikking hadden over eigen vervoer tijdens de evacuatie. De orkaan werd de hele week voorafgaand aan de ramp sterk in de gaten gehouden. Pas aan het einde van de
Les 13:
inschatting was dat 112.000 mensen niet
Een evacuatiebevel moet geen ruimte overlaten voor handelingsvrijheid van burgers.
week werd duidelijk dat haar pad dicht in de een groot risico liep te overstromen. Uit onderzoek eerder in het jaar was gebleken dat de dijken niet bestand waren tegen een orkaan van categorie 3. Om verschillende redenen werd gewacht met evacuatie. Ten
Les 14:
buurt van New Orleans zou komen en de stad
Het moet niet alleen duidelijk zijn dat burgers weg kunnen, maar ook waar zij heen gaan en op welke tijden het geregelde vervoer vertrekt.
eerste werd er in het hele proces gewacht op feiten, waarbij sterke vermoedens dus geen reden waren voor evacuatie. Ten tweede probeerde de overheid een inschatting te maken van de juridische consequenties van een verplichte evacuatie. De overheid
6) Tom Davis (2006), A failure of initiative. The federal response to hurricane Katrina (http://www.whitehouse.gov/ reports/katrina-lessons-learned/).
Leren van het buitenland: evacuatie van New Orleans
39
in staat was de stad te verlaten, kon naar
ken. Tot slot werd een aantal groepen, zoals
de Superdome komen die gebruikt werd als
hulpverleners (politie, brandweer), gevan-
opvanglocatie. Deze boodschap kan op veel
genen en hoteleigenaren niet verplicht tot
terreinen bekritiseerd worden. Ten eerste
evacuatie, waardoor het beeld ontstond dat
werd de evacuatie kort van tevoren afge-
het niet 100% noodzakelijk was. Het effect
roepen en waren er weinig tijd en middelen
was dat veel burgers de stad niet verlieten.
om een volledige evacuatie te realiseren. Daarnaast was het aantal niet-zelfredzame
Op maandag brak een aantal dijken door
burgers groot, onder andere doordat mensen
en ook overstroomde een aantal dijken.
hier niet de bronnen (geld, vervoer) voor
Het water overstroomde 80% van de stad
hadden. Ook over de opstappunten werd te
en vernielde grote delen van de infrastruc-
weinig informatie gegeven. Zo was het onbe-
tuur. Waar er nog enige voorbereiding was
kend hoe vaak, wanneer en waarheen deze
geweest voor de storm zelf, was men niet
bussen zouden vertrekken. In het bericht
voorbereid voor de periode na de ramp.
over de Superdome werd direct gezegd dat
Gedurende de ramp hebben de autoriteiten
dit geen goede optie was. Mensen moesten
weinig informatie gekregen over de situatie
zelf eten en drinken meenemen, er werd
in de Superdome. De informatie op televisie
gewaarschuwd voor uitval van elektriciteit en
was op veel terreinen actueler en preciezer
voor primitieve omstandigheden. Dit maakte
dan de informatie die de diensten via hun
het niet aanlokkelijk om naar deze locatie
eigen bronnen kregen. Hieruit blijkt dat het
te vluchten. Direct na het bericht volgde de
tegenwoordig in een crisisteam noodzakelijk
opmerking van de burgemeester dat mensen
is om iemand constant het nieuws en de
die thuisbleven zich het best op de hoogste
beelden uit de media te laten volgen. Ook in
verdieping konden verschansen, met gereed-
de dagen erna ontbeerde het de autoriteiten
schap waarmee ze het dak konden openbre-
aan goede informatie over de situatie in de
Les 15:
stad. Daarnaast was veel kritieke infrastructuur vernield, waardoor communicatie tussen hulpdiensten erg moeilijk was. Er moet rekening gehouden worden met uitval van kritieke
Door het gebrek aan communicatiemogelijk-
infrastructuur. Zo veel mogelijk moet van te voren gecommu-
heden is het verstandig om voor de ramp al
niceerd/afgesproken worden.
duidelijk te hebben wie verantwoordelijk is voor welke taak in welk gebied. Zo veel mo-
Les 16:
gelijk communicatie moet dus voorafgaand aan de ramp plaatsvinden, dit kan de situatie tijdens de ramp verbeteren en de beschikbare Het crisis- en coördinatieteam moeten constant controleren of
communicatiemiddelen tijdens de ramp ont-
het beeld binnen de organisatie overeenkomt met het beeld
lasten. Tot slot kwam de hulpverlening erg
van de burgers.
laat op gang, onder andere door het feit dat er te langzaam opgeschaald werd.
40
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Leren van het buitenland: evacuatie van New Orleans
41
42
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Het geheel overziend
De autoriteiten hadden er in hun plan-
Wanneer we bovendien de accumulatie-
ning rekening mee gehouden dat ongeveer
effecten hiervan meewegen, dan blijkt dat
25 procent van de bevolking met publieke
het succes van de evacuatieoperatie niet op
transportmiddelen (bus, trein, ambulance)
een simpele verklaring is terug te voeren.
zou moeten worden vervoerd. Uiteindelijk
Wel is het de vraag welke rol de overheid
bleek niet minder dan 5 procent gebruik te
heeft gespeeld in het ordelijke verloop van
maken van deze mogelijkheden. Dit bete-
de evacuatieoperatie.
kent dat het grootste deel van de evacués
Het officiële beeld van het bestuurlijk optre-
op eigen initiatief het gebied heeft verlaten.
den tijdens de watersnood van 1995 is dat de
Deze constatering geldt ook voor de door de
autoriteiten en de overheidsdiensten het er
overheid geregelde opvangmogelijkheden. Er
in moeilijke, soms lastige, en af en toe zelfs
werden grootschalige opvangcentra opgezet,
kritieke situaties goed vanaf hebben ge-
maar de meeste mensen vertrokken richting
bracht. Ook de wijze waarop de evacuatie van
familie en/of kennissen en maakten derhalve
ongeveer een kwart miljoen mensen in goede
geen gebruik van deze opvangmogelijkheden.
banen is geleid, heeft veel lof geoogst.
Deze opvallende discrepantie is terug te voe-
Toch is het wel noodzakelijk twee kantteke-
ren op het zelfregulerende vermogen van de
ningen te maken bij deze positieve kritieken.
burger en de overschatting door de autoriteit
De uitgangspunten bij deze evacuatieope-
en van het aantal mensen dat daadwerkelijk
ratie boden volop mogelijkheden voor een
gebruik maakt van deze voorzieningen.
succesvolle strategie. De combinatie van de
Het gedrag van burgers in rampsituaties is
eerder geschetste succesfactoren (zichtbare
veel minder problematisch dan veelal wordt
en reële dreiging, de drietrapsraket, de
verondersteld (Van Duin, 1992). Autoriteiten
mogelijkheid tot het treffen van de noodza-
overschatten vaak het aantal mensen dat
kelijke voorbereidingen en de grote mate van
gebruik maakt van publieke middelen. Aan
zelfredzaamheid) vergemakkelijkten het door
de andere kant zou het de overheid aange
de overheid geïnitieerde evacuatieproces. Het
rekend worden wanneer er onvoldoende
ontbreken van deze factoren had de evacu-
middelen aanwezig zijn. Het dilemma is
atieoperatie aanzienlijk gecompliceerd. De
duidelijk. De overheid moet voorzieningen
autoriteiten dienen, om deels uiteenlopende
treffen, maar de kans dat van deze voorzie
redenen, dan ook voorzichtig te zijn met
ningen gebruik wordt gemaakt is beperkt.
het vertalen van deze lessen naar eventuele
De bovenstaande redenen kunnen niet los
toekomstige situaties.
van elkaar worden gezien. Het succes van
Ten slotte werd de positieve beeldvorming
de evacuatieoperatie is grotendeels terug te
over de succesvolle evacuatieoperatie
voeren op een combinatie van deze redenen.
overschaduwd door de perikelen rond de
Het geheel overziend
43
bestuurlijke coördinatie. Tijdens en na de watersnood is voortdurend gediscussieerd over verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bestuurlijke autoriteiten. Waarom intervenieerde de minister van Binnenlandse Zaken in het besluitvormingsproces? Wat was de rol van de Commissarissen der Koningin en welke positie hadden de zogeheten coördinerende burgemeesters? Vanuit welk niveau zou de hulpverlening en rampenbestrijding het beste gecoördineerd kunnen worden? Ook het proces van evacuatie-expansie, waarbij autoriteiten de druk voelden om tot evacuatie over te gaan en burgers zich genoodzaakt voelden te evacueren, ligt in het verlengde van bovenstaande. Als we achteraf naar de bestrijding van de watersnood van 1995 kijken, en in het bijzonder naar het evacuatieproces, dan kunnen we constateren dat deze uiteindelijk succesvol is verlopen; de polders waren binnen de gestelde termijnen geëvacueerd. Desalniettemin is er uiterste voorzichtigheid geboden met het eenvoudigweg vertalen van dit succes naar toekomstige situaties. De gunstige omstandigheden van de watersnood hebben een duidelijke invloed gehad op het ordelijke verloop van de evacuatie. Dit mag niet uit het oog verloren worden wanneer wij willen leren van deze gebeurtenissen.
44
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Het geheel overziend
45
46
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Crisis communicatielessen samengevat
Les 1: Het planvormingstraject helpt bij de
Les 6: Hoe groter de dreiging, hoe bereid
reactie op een latere overstroming, omdat in
williger burgers zijn te evacueren. Beelden
de planvorming bepaalde denkstappen zijn
die de dreiging ondersteunen hebben daarbij
gezet, veel informatie vooraf op tafel komt
een grote invloed op het gedrag van de
en onderlinge contacten tussen de operati-
bevolking, hetgeen implicaties heeft voor
onele diensten al voorafgaand aan de crisis
de communicatie die het evacuatiebevel
zijn gelegd.
begeleidt. De evacuatiebereidheid neemt af indien burgers ervan overtuigd zijn dat er
Les 2: Formele processen kunnen besluit-
te weinig tijd rest om het vertrek in goede
vorming hinderen, daarentegen kan het niet
banen te leiden.
volgen van formele processen leiden tot onduidelijkheid, verschil van inzicht, verwar-
Les 7: Burgers zijn moeilijk te evacueren als
ring en/of het moeten herroepen van eerdere
niet elk gezinslid aanwezig is. Als vuistregel
besluiten.
wordt gehanteerd dat 10% van de burgers niet-zelfredzaam is. Speciale aandacht moet
Les 3: Media zijn de belangrijkste weg waar-
uitgaan naar ondernemers.
langs burgers informatie tot zich nemen om hun evacuatiebeslissing op te baseren. Secun-
Les 8: Waar gebiedsgrenzen moeilijkheden
dair gelden de lokale autoriteiten en informele
in communicatie opleveren voor de over-
netwerken (vrienden, familie, buren enz.).
heid, blijven burgers juist naar hun buren kijken. De informatievoorziening naar
Les 4: In tijden van crises wordt stringent
burgers dan wel overheidsfunctionarissen
overheidsoptreden als gerechtvaardigd
in andere gebieden moet hier rekening mee
ervaren.
houden.
Les 5: Langere voorbereidingstijd leidt tot
Les 9: Communiceren met een gebiedsgebon-
makkelijkere evacuaties, waarbij gefaseerde
den doelgroep is voor de ramp makkelijker
evacuatie (eerst vrijwillig, daarna verplicht)
dan na de ramp, aangezien de groep dan
het best werkt.
verspreid over het land is.
Crisiscommunicatielessen samengevat
47
Les 10: Burgers zijn moeilijk te evacueren
Les 12: Informatie kan het best gefaseerd
als niet elk gezinslid aanwezig is. Door-
naar buiten worden gebracht.
gaans wordt gerekend met een percentage tussen 10% en 15% van de burgers dat
Les 13: Een evacuatiebevel moet geen ruimte
niet-zelfredzaam is. Bij toenemende vergrij-
over laten voor handelingsvrijheid van burgers.
zing zal dit percentage mogelijk groeien. Onderzoek vooraf in de eigen regio de
Les 14: Het moet niet alleen duidelijk zijn
bevolkingsgroepen die als ‘niet-zelfredzamen’
dat burgers weg kunnen, maar ook waar zij
kunnen worden bestempeld, plan de nood
heen gaan en op welke tijden het geregelde
zakelijke stappen én communicatie die nodig
vervoer vertrekt.
zijn om hen uit het gebied te e vacueren. Houd hierbij rekening met de tijdsdruk
Les 15: Er moet rekening gehouden worden
(snelle overstroming kust versus geleidelijke
met uitval van kritieke infrastructuur. Zo
overstroming rivieren). Speciale aandacht
veel mogelijk moet van te voren gecommuni-
moet ook uitgaan naar ondernemers in het
ceerd/afgesproken worden.
gebied. Les 16: Het crisis- en coördinatieteam
48
Les 11: Neem in de voorbereiding de
moeten constant controleren of het beeld
mogelijke negatieve persaandacht ook
binnen de organisatie overeenkomt met het
mee.
beeld van de burgers.
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Crisiscommunicatielessen samengevat
49
50
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Deel II: Draaiboek Voorlichting bij hoogwatersituaties en overstromingen
Deel II: Draaiboek Voorlichting bij hoogwatersituaties en overstromingen
51
52
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Ervaringen uit het verleden …
Dit Draaiboek Voorlichting gaat over de
De ervaringen met hoogwater en overstro-
voorlichting richting de bevolking bij hoog-
mingen in Nederland zijn van relatief recente
watersituaties en overstromingen. Het zijn
datum. Ondanks die recente ervaringen is
situaties waarin sprake kan zijn van een
het medialandschap de laatste jaren sterk
concrete dreiging, danwel een zich manifes-
veranderd. Het Draaiboek Voorlichting heeft
terende crisis. In 1993, 1995 en 1998 heeft
daarom niet alleen geput uit de ervaringen
extreem hoog rivierwater in de Rijn, Waal,
in 1993 en 1995, maar ook ervaringen van
Maas en IJssel in delen van Nederland geleid
andere, recentere crises benut.
tot verplichte evacuaties van de bedreigde bevolking. Vanuit de gedachte dat een snelle
Bij (dreigende) overstromingen van zee,
evacuatie ernstig leed kan voorkomen, richt
meer en rivier kunnen de gevolgen worden
deze leidraad zich op de manier waarop voor-
beperkt als bewoners vooraf door middel van
lichting kan bijdragen aan het versnellen van
risicocommunicatie goed zijn ingelicht over
evacuaties, het vergroten van het begrip voor
wat zij in een concrete dreigingsituatie moe-
genomen besluiten van de (Rijks)overheid
ten doen. Het draaiboek Voorlichting bouwt
en het beheersbaar houden van de emoties
voort op dergelijke risicocommunicatiestrate-
(woede, ongeloof, angst e.d.) die onder de
gieën en neemt het tijdstip waarop een drei-
bevolking leven.
ging reële vormen aanneemt als startpunt. Het draaiboek richt zich derhalve vooral op
Het Draaiboek Voorlichting richt zich op de
de crisiscommunicatie bij hoogwatersituaties
fases waarin de dreiging tot volle wasdom
en overstromingen.
komt, de communicatie en voorlichting tijdens de evacuaties en de communicatie en
De leidraad is opgesteld vanuit de weten-
voorlichting indien zich onverhoopt toch een
schap dat elke crisis anders is. Het biedt dan
overstroming voordoet. De lessen die bij het
ook geen standaardoplossingen, maar biedt
hoogwater in 1993, 1995 en bij de orkaan
in overzichtelijke checklists een overzicht
Katrina zijn geleerd, liggen ten grondslag
van de belangrijkste lessen die kunnen wor-
aan het Draaiboek Voorlichting. Daarmee
den getrokken uit de hoogwatersituaties in
is getracht het Draaiboek Voorlichting tot
de jaren ‘90 en de overstromingsramp in New
een inzichtelijk draaiboek te maken dat de
Orleans als gevolg van orkaan Katrina in 2005.
belangrijkste communicatielessen uit het verleden samenvat. Desalniettemin zijn de
1.1 Doelstelling van het draaiboek
lessen samengevat vanuit de wijsheid dat
Het draaiboek Voorlichting is ontwikkeld als
elke crisis anders is en de ervaringen uit het
hulpmiddel voor alle partners die betrokken
verleden geen garantie bieden op een vlekke-
zijn bij de communicatie ten tijde van hoog-
loze evacuatie in de toekomst.
watercrises en/of overstromingen. Deze crises
Ervaringen uit het verleden …
53
kunnen zowel voortkomen uit een dreiging
lichting richt zich op de burgers die zich in
vanuit de Noordzee, als vanuit de rivieren die
een bedreigd of overstroomd gebied bevin-
ons land binnenstromen. Het draaiboek richt
den en moeten worden bereikt om schade
zich op een brede doelgroep, waarbij geldt dat
te voorkomen danwel te beperken. Het is
de thema’s niet in alle gevallen even relevant
daarmee een draaiboek dat tracht de com-
zijn voor alle betrokken partners. In sommige
municatie met getroffenen in goede banen te
gevallen biedt het draaiboek voorlichting met
leiden. Communicatieadviseurs van betrok-
name adviezen voor de communicatie rond de
ken diensten worden primair gezien als de
besluitvormende processen, in andere gevallen
gebruikers van het draaiboek. Als gebruikers
geeft het draaiboek voorlichting operationele
worden de communicatiemedewerkers van de
adviezen.
volgende organisaties aangemerkt: yy Gemeenten
Het draaiboek Voorlichting is bedoeld
yy Provincies
als hulpmiddel. Het is geen operationeel
yy Waterschappen/hoogheemraadschappen
draaiboek. De gepresenteerde activiteiten en
yy Veiligheidsregio’s/hulpverleningsregio’s
aandachtspunten kunnen worden benut voor
yy Operationele diensten (brandweer, GHOR
het aanscherpen van de eigen planvorming,
en politie)
procedures en opleidingen. Ook kan het aanleiding zijn voor interne en externe bijeen-
Zij kunnen het Draaiboek Voorlichting benut-
komsten van direct betrokkenen. De partners
ten in hun advisering aan het Openbaar
die een rol spelen ten tijde van hoogwa-
Bestuur.
tercrises en/of overstromingen zullen zelf moeten beoordelen welke onderdelen van het
1.3 Leeswijzer
Draaiboek Voorlichting relevant zijn om te
In hoofdstuk 2 wordt toegelicht vanuit welke
worden toegepast in de eigen procedures.
strategische visie de communicatie wordt opgezet. Dit hoofdstuk biedt het conceptueel
Voor elk van de te onderscheiden doel-
kader dat als uitgangspunt heeft gediend bij
groepen geldt dat de beschrijving van de
het opstellen van het Draaiboek Voorlich-
crisiscommunicatieactiviteiten beknopt staan
ting. In de navolgende hoofdstukken wordt
weergegeven. Per doelgroep staan de belang-
het Draaiboek Voorlichting uitgewerkt aan
rijkste zaken vermeld. Op hoofdlijnen wordt
de hand van vijftien thema’s. Ieder thema
beschreven wat de relevante zaken zijn rond
zoomt in op een specifiek aspect van de
de voorlichting en communicatie bij hoogwa-
communicatie in crisissituaties en beschrijft
ter en overstromingen.
daarmee een deelaspect van de communicatie in crisisomstandigheden. Daarbij worden
54
1.2 Gebruikers van draaiboek Voorlichting
de belangrijkste aandachtspunten genoemd.
De overheid heeft een grote rol, zo niet de
welke partijen een rol kunnen spelen in het
grootste rol binnen risico- en crisiscommu-
desbetreffende thema. Tot slot volgt ook
nicatie als het gaat om overstromingen. Van
een overzicht van mogelijke activiteiten die
overheidsvoorlichters wordt verwacht dat zij
vanuit de voorlichtingsteams kunnen worden
op een adequate manier informatie verstrek-
ontplooid. Deze overzichten vormen de kern
ken en de juiste handreikingen geven om
van de leidraad en zijn gebaseerd op de
maatregelen te treffen zodat de schade zover
eerder genoemde ervaringen uit 1993, 1995,
mogelijk beperkt blijft. Het Draaiboek Voor-
1998 en de ramp in New Orleans in 2005.
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Vervolgens wordt per thema beschreven
Ervaringen uit het verleden …
55
56
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Crisiscommunicatie strategieën
2.1 Inleiding
deling naar buiten komt. Het is belangrijk
Toen Jan Mans na de Vuurwerkramp in
om te realiseren dat het nieuws tijdens
Enschede de pers te woord stond, hield hij
crises letterlijk ‘overal’ is. Degene die met
zichzelf voor om vijf minuten voor het hele
de mobiele telefoon in de hand een filmpje
uur de pers te woord te staan. Op die manier
schiet is terstond de held van de dag. Fifteen
werd het laatste nieuws meegenomen in de
minutes of fame in het Acht uur journaal of
ANP-bulletins en hield hij, zo zei hij zelf, de
Geenstijl.nl vallen hem of haar ten deel. Is
lead in het managen van de media . Het was
de journalist in spe zichzelf nog niet van
een les die hij had opgedaan van collega Ed
bewust van zijn nieuwe rol, dan wordt hij
van Thijn, die hetzelfde mechanisme han-
daar wel op geattendeerd. Na een grote
teerde na de Bijlmerramp.
brand in Roermond stond op de NOS-website
7
Sinds die bewuste 13 mei 2000 is het nodige
het volgende te lezen: “Woont u in Roermond
veranderd in het medialandschap. Het is ter-
en maakt u zich zorgen? Mail ons.” De teneur
dege de vraag of media management in deze
is duidelijk en zal in toekomstige kritieke
vorm nog bestaat. Na de moord op Theo van
hoogwatersituaties en bij overstromingen
Gogh zagen KPN en Vodafone een toename
niet anders zijn. Nieuws over een crisis ligt
van 30% in het sms-verkeer.8 Nog voordat
al op straat voordat het beleidsteam (BT)
de lokale driehoek van Cohen, De Wit en
goed en wel bijeen is gekomen, waarbij de
Welten de eerste persconferentie gaf, was het
gebruikers van het nieuws zelf door de media
nieuws al rondgegaan.
worden opgezweept. De ervaring leert dat de
Bovenstaand voorbeeld geeft aan dat de set-
burgemeester – en in zijn kielzog de over-
ting waarin de overheid communiceert over
heid – onder deze omstandigheden de regie
risico’s en crises aan het veranderen is. Wij
verliest wanneer hij nog solistisch nastreeft
leven in een risicovolle wereld en de burger
om de ´brenger van nieuw nieuws´ te zijn.
is zich daar in meerdere of mindere mate van
Anno 2008 is de burgemeester vooral degene
bewust. Zodra een risico zich echter manifes-
geworden die de crisis moet duiden, nieuws
teert als een concrete dreiging, is de burger
dat klopt bevestigt, geruchten ontkracht en
er als de kippen bij om geïnformeerd te wil-
oog houdt voor de belangen die met de crisis
len worden. Waarbij hij zich laat informeren
gemoeid zijn. Geen aloude voorlichting, maar
via tal van kanalen, waarvan de overheid
concrete sturing van gedrag, belevingen
er slechts één is. In die context spreekt
en percepties. Het Landelijk Beraad Crisis
e
bij hoogwatersituaties en overstromingen een spreekwoordelijke oud-werknemer van Rijkswaterstaat op zijn weblog met dezelfde autoriteit als de minister-president die na een ingelaste ministerraad met een mede-
7) Interview met Jan Mans in de bundel ‘Als dat maar goed gaat, bestuurlijke ervaringen met crises’, Bestuurlijk Netwerk Crisisbeheersing, Enschede: 2005. 8) ANP-bericht “Heel Nederland grijpt mobieltje”, 3 november 2004.
Crisiscommunicatiestrategieën
57
beheersing bepleitte in het rapport ‘Bestuur-
van vier responsstrategieën geeft de over-
lijk leiderschap in crisissituaties’ terecht de
heid richting aan de manier waarop de crisis
strategische inzet van communicatie. Dat
wordt gepercipieerd. Een hoge snelheid van
zou in de ogen van het LBCB meer moeten
het communicatieproces is daarbij onont-
zijn dan de voorbereiding op lastige vragen
beerlijk. De buitenwereld vraagt immers dat
in persconferenties waar het in veel oefenin-
snel en alert op ontwikkelingen wordt gere-
gen op blijft hangen.9
ageerd. Daarom is de crisisbeheersing erbij
Crisiscommunicatie over zich manifesterende risico’s
gebaat als de communicatie tijdens kritieke In de praktijk betekent het dat communica-
hoogwatersituaties en overstromingen de
tie als strategisch instrument moet worden
plek inneemt als staffunctie van het be-
ingezet, waarvoor in dit hoofdstuk een
leidsteam. Crisiscommunicatie krijgt dan de
richtinggevend kader wordt gegeven. Door
plek die het verdient: een positie waarin de
een strategische keuze te maken voor één
gekozen crisisbeheersingsdoelstelling strategisch en consequent wordt doorvertaald naar communicatie-uitingen als persverklaringen
Normaliter is de perceptie die de bevolking van een risico heeft
en bewonersbrieven.
min of meer een statisch gegeven. De mate waarin de bevol-
het risico zich niet manifesteert, kan daarover risicocommuni-
2.2 Essentiële verschillen tussen crisiscommunicatie bij over stromingen en crisiscommunicatie bij andere rampen
catie worden gegeven.
Crisiscommunicatie tijdens overstromingen
king de risico’s van het transport van gevaarlijke stoffen of een kerncentrale beschouwt, zal zonder een externe aanleiding niet van het ene op het andere moment sterk wijzigen. Zolang
verschilt op een aantal essentiële punten Risicocommunicatie wordt met name belangrijk voor situaties
van crisiscommunicatie bij andere rampen.
waarin de overheid weinig tijd heeft om de bevolking te waar-
Bij het opstellen van een communicatieplan
schuwen en instrueren wanneer het risico zich voordoet. Bij
crisiscommunicatie is het daarom van groot
een overstroming uit zee kan een polder plotseling in korte tijd
belang met deze verschillen rekening te
vollopen. Op dat moment kan het voor de overheid te laat zijn
houden. Verschillen zijn onder meer 1) de
om de bewoners te instrueren hoe zij zich tegen de overstro-
omstandigheden, 2) de hoeveelheid betrok-
ming moeten wapenen. Door vooraf aan risicocommunicatie te
ken partijen, 3) de kwetsbare doelgroepen
doen, worden burgers vooraf geprepareerd over wat zij moeten
en 4) de media die zich anders opstellen
en kunnen doen indien de polder volloopt. De gemeente Ca-
ten aanzien van het thema ‘overstromingen’.
pelle a/d IJssel heeft deze aanpak als uitgangspunt genomen
Hieronder staan de punten toegelicht.
voor een risicocommunicatiecampagne. Alle bewoners van de wijken ’s-Gravenland en Capelle West in Capelle aan den IJssel
Omstandigheden
ontvingen een brief van de gemeente. De brief informeerde
Uitval kritieke infrastructuur
met behulp van een bewaarkaart wat bewoners moeten doen
Allereerst verschillen de omstandigheden
bij een eventuele dijkdoorbraak en welke acties de gemeente
van een overstromingsramp van de omstan-
in deze situatie onderneemt.
digheden van vele andere rampen, door de opeenstapeling van verschillende soorten
Deze vorm van risicocommunicatie is minder noodzakelijk in
crises binnen de bredere crisis ‘overstroming’.
situaties waarin een risico zich langzaam manifesteert. De ri-
Te denken valt bijvoorbeeld aan de gelijk-
sico’s van stijgend rivierwater ontwikkelen zich relatief lang-
tijdige uitval van verschillende vormen van
zaam. Wanneer het water in Keulen stijgt, hebben gemeenten
kritieke infrastructuur (gas, elektriciteit,
in het rivierengebied stroomafwaarts nog een aantal dagen
telefoon- en drinkwatervoorzieningen), al
om hun burgers te prepareren op het naderende hoogwater.
dan niet gecombineerd met een andere crisis
Die tijd kan voldoende zijn om burgers te informeren en te
(bijvoorbeeld met de uitbraak van infectie-
prepareren door in korte tijd crisiscommunicatie over de ri-
ziekten). De uitstraling is mogelijk ook bre-
sico’s te plegen. 9) Zie ook http://www.burgemeesters.nl/alders.
58
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
der dan het gebied dat door de overstroming
goede psychosociale ondersteuning van de
is getroffen. Tijdens een overstromingsramp
eigen hulpverleners is in dat geval onont-
kan de stichting DARES een belangrijke rol
beerlijk.
vervullen in de informatievoorziening, zeker als andere communicatiekanalen niet meer
Veel verschillende betrokken partijen
werken. Amerikaanse zusterorganisaties van
Opkomend water houdt zich niet aan ge-
DARES hebben die ervaring opgedaan rond de
meentegrenzen. Een overstromingsramp treft
orkaan Katrina.
al snel een groot gebied, waardoor een rela-
10
tief groot aantal partijen een rol speelt in de Evacuatie van grote aantallen mensen en dieren
crisisbeheersing en rampenbestrijding. Meer
Tijdens een overstroming zal een groot
partijen dan bij een reguliere crisis. Hierbij
aantal mensen en dieren moeten worden ge-
spelen de volgende zaken een rol:
ëvacueerd. Daarom moet van tevoren worden
yy Veel betrokken partijen (burgers, bedrij-
vastgelegd op welk moment uiterlijk besloten
ven, professionals, bestuurders), die niet
moet worden tot evacuatie om alle mensen
allen even goed bereikbaar zijn en met
en dieren in veiligheid te kunnen brengen.
verschillende belangen invloed willen
Wordt het besluit te laat genomen, dan is
uitoefenen op de crisisbeheersing van
een evacuatie feitelijk niet meer haalbaar. De waarschuwingstijd als er een orkaan over de Noordzee dreigt is veel korter dan wanneer er meren en rivieren dreigen te overstro-
overheidswege; yy Competentiestrijd tussen overheden wanneer een groot gebied is overstroomd; yy Internationale bedrijven die in Nederland
men. Zie hiervoor de scenario’s voor de Ergst
gevestigd zijn zullen eigen maatregelen
Denkbare Overstromingen (Bijlage 1). Vooraf
willen nemen;
moet ook worden afgesproken welke locaties worden aangewezen als opvanglocatie.
yy Ambassades willen worden geïnformeerd over de situatie; yy De speciale positie van het Koninklijk
Ontwrichting van de maatschappij Veel slachtoffers (vele doden, onderkoelden etc.), chaos, criminaliteit, milieuvervui-
Huis indien de regio Haaglanden wordt getroffen; yy De regering die naar een alternatieve
ling zijn thema’s die met een overstroming
locatie moet uitkijken als regio Haaglan-
samenhangen. Bovendien speelt mee dat in
den wordt getroffen;
diverse scenario’s ook het hart van bestuur-
yy Wens om eenduidige communicatie uit te
lijk Nederland onder water stroomt, hetgeen
dragen namens de gehele overheid, terwijl
de besluitvorming mogelijk complexer maakt.
het niet in alle gevallen eenvoudig zal zijn om elkaar onderling op de hoogte te
Hulpverlening
houden en tussen getroffen veiligheidsre-
Capaciteit: Het beschikbare aantal hulpverle-
gio’s af te stemmen.
ners is te weinig voor het grote aantal mensen dat getroffen wordt. Bovendien wordt
Kwetsbare groepen
de hulpverlening gehinderd door uitval van
Bij een overstromingsscenario zorgen diverse
de kritieke infrastructuur, een tekort aan
kwetsbare groepen voor een complicerende
materieel (andere regio’s zijn ook getroffen)
factor in de crisisbeheersing en rampen-
en onzekerheid over de eigen achterban. Het
bestrijding. De zelfredzaamheid per groep
thuisfront van hulpverleners zal zo volledig
verschilt. Met name de volgende groepen
mogelijk en zo snel mogelijk geïnformeerd willen worden om ongerustheid te voorkomen. Bovendien speelt mee dat veel van de hulpverleners zelf ook woonachtig zullen zijn in het gebied en op die manier zelf ook emotioneel betrokken zijn bij de ramp. Een
10) Stichting DARES, waarvan de deelnemers gelicenseerde en gekwalificeerde radiozendamateurs zijn. DARES is centraal door een alarmering in te zetten, nadat een waakvlam overeenkomst met hen is aangegaan. Meer informatie over de stichting DARES op www.dares.nl. Informatie over de Amerikaanse zusterorganisatie is terug te vinden op www.arrl. org/news/stories/2005/09/16/100.
Crisiscommunicatiestrategieën
59
vereisen specifieke aandacht, zowel in de
invloed op het gedrag van de bevolking, wat
crisisbeheersing als in de communicatie:
implicaties heeft voor de communicatie die
yy Gedetineerden;
het evacuatiebevel begeleidt.
yy Ziekenhuizen;
Na een evacuatie is het moeilijk commu-
yy Verpleeghuizen;
niceren met de getroffenen aangezien zij
yy Alleenwonende niet-zelfredzamen;
verspreid zijn over het land. Hier ligt een
yy Allochtonen die de Nederlandse taal
belangrijke rol voor de landelijke informa-
niet/onvoldoende beheersen;
tievoorziening en dus de media met een
yy Strenggelovigen die niet beschikken over
landelijk bereik.
radio en tv. Beschikbaarheid Niet alleen zullen inwoners uit het gebied
Het is onmogelijk te communiceren via
moeten worden geëvacueerd, ook dieren die
radio, tv, internet, telefoon als de elektri-
in het gebied aanwezig zijn zullen een ander
citeit uitvalt. Burgers moeten weten dat als
heenkomen moeten vinden. De houders van
de rampenzender ook niet blijkt te kunnen
deze dieren zullen specifieke informatie
uitzenden, zij met hun radio op batterijen
nodig hebben. Te denken valt aan:
over moeten schakelen naar de nationale
yy Vee;
rampenzender, radio 1. En als ook dat niet
yy Huisdieren;
meer werkt kunnen zendamateurs voor de
yy Dierentuinen en -winkels;
informatievoorziening zorgen. Die hebben
yy Fokkerijen;
bijvoorbeeld belangrijk werk verricht tijdens
yy Asiels;
de overstromingsramp in 1953 en bij Katrina.
yy Kinderboerderijen etc.
Veiligheidsregio’s wordt daarom geadviseerd in de planvorming ook afspraken te maken
Media
met de stichting DARES (vereniging van
Ten aanzien van de rol van de media spelen
zendamateurs in Nederland). Verder is het
de volgende aandachtspunten mee in de
raadzaam van tevoren alternatieve crisiscom-
crisisbeheersing rond overstromingen, zowel
municatiemiddelen voor crisiscommunicatie
tijdens de overstroming als in de aanloop
bij overstromingen te ontwikkelen. Te denken
daar naartoe:
valt bijvoorbeeld aan evacuatieplattegronden
Media zijn de belangrijkste weg waarlangs
zoals die in Louisiana zijn ontwikkeld.11
burgers informatie tot zich nemen om hun evacuatiebeslissing op baseren. Beelden die de dreiging ondersteunen, hebben een grote
2.3 Vier responsstrategieën voor communicatie Een communicatiemodel waarop de strategische keuze voor een crisiscommunicatiestrategie kan worden gebaseerd, is het
Model 1
Feitelijk risico hoog
communicatiekruispunt van Van Ruler.12 Het communicatiekruispunt maakt duidelijk dat er vier basisstrategieën zijn voor communi-
III. Overtuigen
catiemanagement. Het model helpt daarbij
IV. Instrueren
Gepercipieerd risico Laag
om de juiste keuzes te maken bij het in hoog
I. Consulteren & dialogiseren
II. Informeren
Laag
60
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
kaart brengen en oplossen van communicatieproblemen. Voor overstromingsrisico’s en de communicatie rond evacuaties biedt het 11) Zie voor de Louisiana Citizen Awareness and Disaster Evacuation Guide de website http://www.lsp.org/lcadeg.html. 12) Van Ruler, B. Strategisch management van communicatie introductie van het communicatiekruispunt, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten 1998.
model een helder denkraam om de commu-
delen van de emoties in de lokale samen-
nicatie in de risicofase (risicocommunicatie)
leving (delen van de schok en gevolgen op
te verweven met de communicatie in de
lange termijn).
crisisfase (crisiscommunicatie over de zich manifesterende risico’s). Voor overstromings-
Normaliter is de perceptie die de bevolking
risico’s gebruiken wij de bewerking van het
van een risico heeft min of meer een statisch
model zoals die door het ministerie van VWS
gegeven. De mate waarin de bevolking de
wordt gebruikt bij het bepalen van communi-
risico’s van het transport van gevaarlijke
catiestrategieën rond infectieziekten.13 Deze bewerking van het communicatie-
twee assen. De x-as geeft de mate van het gepercipieerde risico weer zoals dat door de getroffen bevolking wordt beleefd. De y-as geeft het feitelijke risico weer. De combinatie van feitelijk en gepercipieerd risico leidt tot de keuze van een van de vier strategieën dialogiseren/consulteren, informeren, overtuigen of instrueren. Elk van de strategieën brengt – als afgeleide daarvan – een specifieke keuze voor communicatiemiddelen met zich mee. Het model laat zien dat een goede communicatiestrategie geen lukraak gekozen boodschap is, maar een zorgvuldig gekozen ijkpunt dat rekening houdt met de percepties zoals die op dat moment onder de bevolking bestaan. Bij veranderende percepties worden andere vormen van communicatie wenselijk. Afhankelijk van de percepties reageert de
Emotie: Kanaliseren van collectieve stress
waarbij de vier strategieën zijn verdeeld over
Ratio: Informatie en instructie voor gedragsverandering
kruispunt is vervat in het volgende schema,
Grote industriecomplexen met high tech processen, overvolle snelwegen, tunnels en spoorlijnen waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd, ze vormen de risico´s in menig veiligheidsregio. Als de risico´s zich manifesteren moet de bevolking worden geïnformeerd over de stand van zaken. Van hoger hand volgen instructies om de effecten van de crisis zo veel mogelijk te beperken. Al dan niet met een beroep op de eigen zelfredzaamheid.
Het informeren en instrueren is slechts een facet van crisiscommunicatie. In tal van crisissituaties is het belang van communicatie niet zozeer gericht op het instrueren van de bevolking, maar vooral gericht op het kanaliseren van wat Barton aanduidde als ‘collectieve stress’.14 In die
overheid met een mix van ratio en emotie
situaties biedt de burgemeester een luisterend oor, geeft
om de ‘gap’ tussen feiten en perceptie te
hij leiding aan een geschokte samenleving en toont hij
overbruggen. Emotie waarmee een burge-
begrip voor de rationele en irrationele angsten en per-
meester bijvoorbeeld de schok deelt en de
cepties rond de crisis. Het is de boegbeeldfunctie van een
ratio die een doorkijk geeft naar de maat-
burgemeester pur sang.
regelen die worden getroffen om de crisis te beteugelen. Afhankelijk van het stadium van de crisis ligt het accent meer op ratio of juist op emotie. Bij een evacuatie is het denkbaar dat bijvoorbeeld 80% van de externe communicatie zich richt op instructies (volg de instructies op) en 20% op emoties (delen van de emotie en angsten dat een mogelijke overstroming zich gaat voordoen). Bij het wegspoelen van een verlaten polder zal 10% van de input op ratio liggen (hoe een en ander is gebeurd) en 90% op het
13) Jong, W., Petit, M., Jochmann, J., Overheidscommunicatie als instrument in Infectieziektenbundel, Studies naar organisatie en werking in de praktijk (onder red. van I. Helsloot en J.E. van Steenbergen), Boom Juridische Uitgevers, Den Haag, 2005. 14) A Sociological Analysis of Collective Stress Situations: By Allen H. Barton. Garden City, N. Y.: Doubleday & Co., Inc., 1969.
Crisiscommunicatiestrategieën
61
stoffen of een kerncentrale beschouwt,
I. Consulteren en dialogiseren is een
zal zonder een externe aanleiding niet van
vorm van communicatie die met name een
het ene op het andere moment sterk wijzi-
toepassing vindt in risicocommunicatie
gen. In die situaties werkt het communica-
vooraf. Consulteren geeft inzicht in de
tiekruispunt als een model dat de commu-
belevingswereld van de burger en tracht de
nicatieadviseur ondersteunt bij het bepalen
verschillende percepties tussen overheid,
van de te kiezen strategie.
risicoveroorzaker en burger te overbruggen. Het voornaamste doel is onzekerheidsre-
Ten aanzien van overstromingsrisico’s is
ductie onder burgers. Hoe kleiner of lokaler
wél sprake van een bepaalde volgtijdelijk-
het risico zich voordoet, hoe effectiever
heid. Immers, bij toenemende waterstanden
en belangrijker deze inzichtelijkheid in
stroomopwaarts neemt stroomafwaarts de
de belevingswereld van burgers wordt. De
dreiging toe. De toenemende dreiging zal
strategie van consulteren en dialogiseren komt
aldus zijn invloed hebben op de perceptie
vervolgens terug in de nafase. Wanneer alle
van het overstromingsrisico stroomafwaarts.
ellende achter de rug is, kan communicatie
Waar tot voor kort geen spreekwoordelijk
als beleidsinstrument worden ingezet om met
vuiltje aan de lucht was en het gepercipieer-
burgers in gesprek te raken en te inventa-
de risico laag was, neemt dit bij toenemende
riseren wat als goed of slecht is beleefd en
waterstanden toe. Ook het feitelijk risico op
wat een volgende keer anders zou moeten
een overstroming neemt toe, hetgeen zorgt
worden gedaan. Dit proces in de nafase kan
voor een dynamiek in het model. Daar waar
zorgen voor vermindering van klachten en
informeren gegeven de risico’s een juiste
problemen op de lange termijn. Het uit-
communicatiestrategie lijkt, kan het bij een
voeren ervan kan lastig zijn als een gebied
toenemend gepercipieerd en feitelijk risico
langere tijd onder water blijft staan omdat
onvoldoende blijken te zijn. In dat geval
de evacués over het land zullen uitwaaie-
moet worden overgestapt op een overtui-
ren. Doelgroepgerichte communicatie is dan
gings- of instructiestrategie.
moeilijker te verwezenlijken.
De specifieke kenmerken van elk van de
Met het streven om de bevolking een goed
strategieën zijn:
beeld te laten hebben van bestaande risico’s op overstromingen wordt consulteren en dialogiseren onderdeel van de communicatie-
Toelichting op toepasbaarheid model (1):
strategie in periodes dat het feitelijk risico nog laag is. Voor crisiscommunicatie bij overstromingen of de concrete dreiging daarvan zijn met name de overige in het kruispunt Het aangepaste model geeft uiteraard slechts een schematische
benoemde strategieën (informeren, overtui-
weergave van de werkelijkheid. De basis van het model maakt
gen, informeren en instrueren) van belang.
echter inzichtelijk dat een ander accent in de communicatie
De keuze voor een van die drie strategieën
wenselijk kan zijn als de risicoperceptie van de geadresseerde
hangt grotendeels samen met de fase waarin
verandert. Bij de toepassing in situaties van hoogwater en/
de dreiging zich bevindt.
of overstromingen zal op basis van onderzoek en/of analyse van mediaberichtgeving en publieke opinie een professionele
II. Informeren: Geven van informatie met
inschatting moeten worden gemaakt van de risicoperceptie
als doel mensen te laten weten dat het risico
per doelgroep (zelfredzamen, ondernemers dijkring, bedreigde
zich concreet voordoet. Deze vorm van com-
inwoners, etc.). Door de risicoperceptie stelselmatig te toet-
municatie vindt plaats als de kans op een
sen, ontstaat inzicht in de manier waarop dit wijzigt bij een
fatale gebeurtenis groeit, maar niet dermate
veranderend feitelijk risico. Op basis van die twee factoren kan
dreigend is dat direct actie moet worden on-
worden besloten of een accentverschuiving in de communica-
dernomen. Het is de fase waarin burgers op
tiestrategie wenselijk is/wordt.
de hoogte worden gehouden van de stijgende waterstanden stroomopwaarts en de overheid
62
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
voet worden gevolgd. III. Overtuigen: Via onderbouwde beargumentering trachten het gedrag, de houding of kennis van mensen te beïnvloeden. Bij hoogwaterrisico’s kan dit betekenen dat de overheid tracht de burgers te laten door-
Model 2
te kennen geeft dat de gebeurtenissen op de Feitelijk risico hoog
Stadium 2: toenemende dreiging
Stadium 3: concrete en acute dreiging
Gepercipieerd risico Laag
hoog
dringen van de ernst van de situatie en te prepareren op een mogelijke, aanstaande evacuatie. Overtuigen is goed toepasbaar
Stadium 4: inventariseren behoeften nafase
Stadium 1: dreiging op afstand
bij situaties die zich gedurende geruime tijd manifesteren en op het eerste gezicht
Laag
Stadium 0: risicocommunicatie vooraf
als niet bedreigend worden gezien. Mensen moeten worden overtuigd van de risico’s en van het belang om maatregelen te (beginnen
te nemen of bijvoorbeeld het gebied te ver-
te) nemen.
laten. De horizontale pijlen (bij informeren en dialogiseren/consulteren geven aan dat
IV. Instructie: Dringend en verzoekend
de boodschap niet direct een handelingsper-
communiceren ten tijde van een risicositu-
spectief hoeven te bieden. Deze strategieën
atie. Doel is een specifieke reactie teweeg
zijn bedoeld om zowel burgers als de over-
te brengen (gedragsverandering), zoals een
heid op de hoogte te houden van problemen
afgekondigde evacuatie. Toepassen bij een
in het gebied.
situatie waarbij het risico relatief hoog is en er sprake is van ongerustheid. De informatie
Wanneer het tijdsverloop van een hoogwa-
gaat over maatregelen die burgers dienen te
tersituatie en een daarop volgende evacu-
nemen om zichzelf of anderen te bescher-
atie wordt toegepast in het model, wordt de
men. De boodschap dient snel en helder te
volgtijdelijkheid van de verschillende com-
worden gebracht.
municatiestrategieën duidelijk. Hierbij gaan wij er vanuit dat de toenemende waterstand
In het schema zijn vier pijlen getekend. Deze
gepaard gaat met een toenemend gevoel van
pijlen geven de belangrijkste kenmerken
dreiging en dus een veranderende perceptie
van de communicatiestrategie weer. Eenrich-
ten aanzien van het risico (ofwel: zowel fei-
tingspijlen geven aan dat de communicatie
telijk risico als gepercipieerd risico wijzigen).
één kant uit bedoeld is: van overheid naar burger. Dit is het geval bij informeren en
Op de horizontale as van het schema staat
instrueren. Tweerichtingspijlen geven aan
het gepercipieerde risico weergegeven, op de
dat er tweezijdige communicatie is tussen
verticale as het feitelijke risico. Stadium 0,
overheid en burger. Dit is het geval bij over-
zoals weergegeven in het schema, behelst de
tuigen en consulteren/dialogiseren. Communi-
risicocommunicatie vooraf. Hoewel er nog
catiemiddelen en de vorm van de boodschap
geen sprake is van een acute situatie, wordt
moeten hierop afgestemd worden. Een ander
het risico op overstromingen door de Neder-
verschil tussen de pijlen is dat twee pijlen
landse bevolking hoger ingeschat. Voordat
verticaal getekend staan, en twee pijlen
er sprake is van acute dreiging of een ramp
horizontaal getekend staan. De verticale
die net is voorgevallen, is het verstandig om
pijlen (bij overtuigen en instrueren) geven
te communiceren met de bevolking over hoe
aan dat er een handelingsperspectief in de
omgegaan moet worden met dit risico.
boodschap moet zitten. De boodschap moet
Vanaf stadium 1 is er sprake van een reële
de burger bewegen (soms letterlijk) om actie
dreiging. Hoewel het feitelijke risico laag
te ondernemen, door passende maatregelen
ligt, en ook het gepercipieerde risico laag
Crisiscommunicatiestrategieën
63
Model 3
doorstaan van een ramp is alleen mogelijk als de burgers een goed en reëel beeld heb-
Feitelijk risico hoog
ben van de dreiging en mogelijke gevolgen.
Stadium 2: toenemende dreiging III. Overtuigen
IV. Instrueren
Stadium 3: concrete en acute dreiging
Gepercipieerd risico Laag
hoog
I. Consulteren & dialogiseren
Stadium 1: II. Informeren dreiging op afstand
Stadium 4: inventariseren behoeften nafase
Stadium 0: risicocommunicatie vooraf
Laag
Communicatie hierbinnen is essentieel, de communicatiestrategieën bieden handvatten om deze communicatie te optimaliseren. De koppeling tussen de stadia van een ramp en de strategieën wordt zichtbaar als de beide schema’s op elkaar worden gelegd: Dit schema laat zien dat elk stadium zijn eigen communicatiestrategie kent. Op het verloop van de feitelijke dreiging zal communicatie weinig invloed kunnen uitoefenen.
ligt, zal hier wel over gecommuniceerd
Op het verloop van de gepercipieerde drei-
moeten worden. Vervolgens neemt de
ging echter wel. De strategieën bieden hulp
feitelijke dreiging toe (stadium 2) en zal
bij het succesvol doorlopen van een ramp:
het gepercipieerde risico hierop afgestemd
een goede voorbereiding van burgers op de
moeten worden zodat alle beschermings-
ramp, duidelijke handelingsperspectieven
maatregelen ook genomen worden (stadium
in de meeste acute situaties en een gepaste
3). Tot slot start de nafase, waarin behoeften
en juiste afhandeling van de ramp, als deze
van burgers en overheid geïnventariseerd
zich al dan niet voltrokken heeft. Dat dit
en gecommuniceerd moeten worden. Deze
kruispunt toe te passen is op dreigend hoog-
nafase in communicatie is er ongeacht of de
water, wordt zichtbaar als het communicatie-
overstroming daadwerkelijk heeft plaatsge-
kruispunt toegepast wordt op de hieronder
vonden (er is altijd een fase waarin terug
weergegeven hoogwatergolf.
naar de ‘normale’ situatie moet worden gegaan en de crisis afgehandeld moet worden).
Er kan gesteld worden dat tot t0 er sprake
De pijlen in dit schema geven aan dat elke
zal zijn van consultatiefase. De situatie is
ramp verschillende stadia kent. Binnen deze
niet dreigend, maar het risico bestaat dat
ramp wordt de spanning opgebouwd, waarbij
deze dat wel gaat worden. Als dichter bij t0
duidelijk wordt dat de burger meegenomen
gekomen wordt, zal overgestapt moeten wor-
moet worden in de ernst van de situatie,
den op de informatiefase. De dreiging neemt
zodat hij zijn eigen houding en handelingen
toe, hoewel het feitelijk risico nog niet heel
kan aanpassen aan de situatie. Het succesvol
groot is. Als t0 gepasseerd is, is de dreiging dermate toegenomen en groeit het feitelijk
Model 4
Tijdlijn (dreigend) hoogwater en overstroming t1
t2
dijkdoorbraak
moeten worden, zodat het gepercipieerde risico gelijke voet houdt met het feitelijke
t0
risico. Deze overtuigingsfase kan benut
m + NAP
‘alarm’ waterstand
worden voor de maatregelen die mensen zelf kunnen nemen. Dit kan betekenen dat ze besluit evacuatie
Aantal mensen
risico. De bevolking zal hiervan overtuigd
eerste mensen vertrekken op basis van mediaberichten
alvast onderdak zoeken voor de eventueel aanstaande evacuatie, maar ook dat ze hun familie verzamelen en persoonlijke bezit-
massa evacuatie
normale situatie
Tijdlijn start verplaatsing mensen uit rampgebied
tingen in veiligheid brengen. Bij t1 moet de overtuigingsfase worden omgezet in instructie. De praktijk wijst uit dat bestuurders de neiging hebben om deze beslissing zo lang
64
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
geeft duidelijk weer dat er ruim tijd nodig is om het overgrote deel van de bevolking te evacueren. De instructiefase (t1) met succesvolle evacuatie zal afstand moeten houden van de dijkdoorbraak (t2). De afvlakking van de watergolf aan de top geeft echter weer dat het verschil tussen situatie t1 en t2 in waterhoogte erg klein kan zijn. Als in het model strategieën of stadia overgeslagen worden, kan dit tot problemen leiden. Het geschetste model geeft de ideale situatie aan, waarin de behoefte aan informatie, handeling en communicatie van
Toelichting op toepasbaarheid model (2):
mogelijk vooruit te schuiven. De tijdlijn
Bij het toepassen van het model wordt opgemerkt dat de communicatiestrategieën elkaar sneller zullen opvolgen, wanneer de tijdsdruk om te evacueren groter wordt. Bij een langzaam toenemende dreiging vanuit de rivieren heeft de overheid de tijd om het schema via de ideale weg van informeren-overtuigen-instrueren te doorlopen. Is sprake van een acute dreiging uit zee, dan zal de focus grotendeels op “instrueren” komen te liggen. Er is kortweg geen tijd om de andere fases te doorlopen. In de context van het model moet dan een ‘noodgreep’ worden toegepast en zal de overheid moeten trachten om mensen met een lage risicoperceptie te overreden om tot een snelle, noodzakelijke evacuatie over te gaan.
de burger zo veel mogelijk gevoed wordt. Het wordt lastig om mensen te bewegen tot een evacuatie, wanneer de overheid niet de mogelijkheid heeft gehad om haar burgers eerst te doordringen van de ernst van de situatie.
Massamedia hebben de afgelopen jaren een
Elk stadium en elke strategie heeft dus zijn
steeds grotere rol gekregen bij rampen. Hoe
eigen waarde binnen het proces.
zij deze in beeld brengen heeft veel effect op het gedrag van burgers. Onderschatting
Op welke strategie zou de overheid zich van
of overschatting van de ramp door de media
tevoren moet voorbereiden? Het antwoord
kan grote gevolgen hebben. In de overtui-
hierop is eenvoudig: op alle stadia en stra-
gingsfase is het risico dat de ramp onder-
tegieën. Het is onvoldoende om het schema
schat wordt. Het gepercipieerde risico is
alleen in te zetten op het moment dat de
immers nog laag. Het is dus zaak om de ramp
crisis uitbreekt. Het vormgeven van goede
goed onder de aandacht te brengen.
communicatie, met een boodschap die op het juiste moment via het juiste middel wordt
Bij een concrete dreigende overstroming zal
vrijgegeven, vergt voorbereiding en tijd.
het accent van de communicatie op overtui-
Elk stadium en elke strategie heeft dus zijn
gen en instrueren liggen. De communicatie
eigen voorbereiding nodig.
zal in dat geval informatie moeten bevatten over de mogelijke scenario’s waarbij een
2.3.1 Crisiscommunicatie tijdens de overtuigingsfase
overstroming plaats kan vinden, de ernst van
Succesvolle communicatie houdt rekening
die de overheid neemt zodat slachtoffers en
met zaken die onder burgers leven en neemt
schade worden beperkt. Het moet voor de be-
kennis van hun risicopercepties. Dit betekent
volking duidelijk worden wat het risico is dat
dat er naast de formele informatiebronnen
ze loopt en waardoor dat risico nog vergroot
ook gelet moet worden op de beeldvorming
zou kunnen worden. Burgers moeten worden
onder de bevolking. Media moeten worden
overtuigd van de gedachte dat de ramp daad-
gevolgd vanuit de crisiscommunicatiestaf.
werkelijk plaats kan vinden, en van het feit
Hoewel dit vanzelfsprekend lijkt, blijkt in
dat zij zelf en de overheid over moeten gaan
praktijk vaak dat onder tijdsdruk dit niet
tot het nemen van (voorzorgs-) maatregelen.
altijd lukt. Het resultaat kan dan zijn dat de
In de overtuigingsfase zal de communicatie
boodschap te weinig rekening houdt met de
zich nog kunnen richten op de maatregelen
perceptie van de bevolking, of dat er infor-
die mensen in een dergelijke situatie zelf
matie ontbreekt.
kunnen nemen. Aandacht voor de vergroting
de mogelijke gevolgen en de maatregelen
Crisiscommunicatiestrategieën
65
van de zelfredzaamheid in geval van een
op lokaal niveau, een belangrijke rol bij de
mogelijke ramp is belangrijk. Hiermee wordt
verspreiding van informatie.
geprobeerd ervoor te zorgen dat mensen weten wat ze moeten doen in de aanloop
Tot slot moet er in de communicatie rekening
naar een mogelijke evacuatie en wat ze zelf
gehouden worden met de groep waarvoor
kunnen doen om te zorgen dat de gevolgen
de boodschap niet bedoeld is (bijvoorbeeld
van een overstroming zo klein mogelijk zijn.
personen die hoog genoeg wonen, of in een
Burgers moeten weten wat de mogelijke
andere dijkring). Als zij overgeslagen worden
effecten zijn, zodat ze bijvoorbeeld kunnen
in communicatie, maar wel de onrustbarende
kiezen om hun meubels, persoonlijke bezit-
boodschap horen, zullen zij zich nodeloos
tingen en huisdieren in veiligheid te bren-
ongerust maken. Dat is niet alleen voor hen
gen. Overtuigen is in deze belangrijk, zodat
vervelend, maar zij doen vervolgens een
burgers de voor hen zo best mogelijke beslis-
onnodig beroep op de bronnen en infrastruc-
sing kunnen nemen. Als er goed gecommuni-
tuur (telefoonverkeer, wegennet), wat de
ceerd wordt zullen veel mensen besluiten om
soepele afhandeling van maatregelen in het
(indien mogelijk) het risicogebied op eigen
risicogebied zal vermoeilijken.
initiatief, dus voorafgaand aan een verplichte evacuatie, te verlaten, wat de organisatie in latere fasen aanmerkelijk kan verlichten.
2.3.2 Crisiscommunicatie tijdens de instructiefase In een acute dreigende situatie moet de
De burgers die een bijdrage kunnen leveren
communicatiestrategie van overtuigen naar
aan het voorkomen/verkleinen van de crisis
instrueren verschuiven: er is dan geen
moeten voorbereid worden op wat van hen
ruimte voor argumentatie. Wil de overheid
verwacht wordt, en hoe ze daar op kunnen
slachtoffers voorkomen en schade beperken,
anticiperen. Dat geldt in de eerste plaats
dan moet er duidelijk gemaakt worden aan
voor directe hulpverleners (brandweer, zie-
de burgers wat zij moeten doen, wat hen
kenhuispersoneel, politie), maar daarna ook
te wachten staat en dat er geen vrijwillig
voor anderen (logistieke bedrijven, callcen-
karakter zit aan de boodschap.
ters, mensen die ingezet kunnen worden bij het sjouwen met zandzakken). Het moet hen
Als de dreiging van een overstroming con-
duidelijk worden of ze in het gebied moeten
creet wordt en/of de overstroming daadwer-
blijven, dan wel wanneer zij het gebied moe-
kelijk plaatsvindt, treedt de instructiefase
ten verlaten. Als het moment van voorgeno-
in. De manier van communiceren wordt door
men evacuatie later ligt dan bij de overige
Sörensen en Mileti (1991) ook wel als de
burgers, moet de gemeente goed voorlichten
emergency risk communication (risicocom-
over hoe hun familie contact met hen kan
municatie gedurende een onvoorzien voor-
opnemen, en waar de familie heen gaat.
val) aangeduid. Het betreft de communicatie door voorlichters c.q. vertegenwoordigers
Tijdens de grote evacuatie in 1995 ble-
vlak voor (waarschuwende communicatie) of
ken burgers in het rivierengebied, in het
ten tijde van (begeleidende communicatie)
algemeen, niet moeilijk te overtuigen van
een onvoorzien voorval. In Nederland is het
de noodzaak te vertrekken. Ze waren zich
gangbaar om vanaf dit moment te spreken
bewust van de reële dreiging, ook doordat
over crisiscommunicatie. In het geval van
men over het verloop van de situatie steeds
overstromingen kan de waarschuwingstijd
goed op de hoogte werd gehouden. Ook de
langer zijn dan bij een ‘normale’ crisis, waar-
lange aanlooptijd naar de evacuatie bleek
door in de vorige stap de waarschuwing al
een succesfactor. Mensen kregen de tijd eerst
gedeeltelijk is meegenomen.
nog bezittingen in veiligheid te brengen en
66
men kon wennen aan het idee van een eva-
In deze fase gaat het er vooral om de schade
cuatie. Ten derde speelden de media, vooral
en het aantal slachtoffers zoveel mogelijk
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
te beperken. In geval van een overstroming
Zeker mensen die getroffen zijn moeten
zou dit kunnen betekenen dat een evacuatie
duidelijkheid krijgen over wat er binnen een
wordt aangekondigd en dat mensen worden
korte periode te verwachten is.
geïnstrueerd wat ze moeten doen om zich op de evacuatie zelf en de verblijfperiode elders
Als een ramp onverwacht gebeurt (hetgeen
voor te bereiden. Vanaf dat moment wordt
waarschijnlijker is bij een overstroming uit
dus gesproken over crisiscommunicatie.
zee dan uit het rivierengebied), bestaat de mogelijkheid dat deze nooit voorbereid is
In het geval van een evacuatie is het van
en er nooit op geanticipeerd is. Wat er exact
belang om uit te leggen op welke wijze en
moet gebeuren kan dus onbekend zijn. Als er
wanneer men het betreffende gebied moet
wel over het type ramp is nagedacht of deze
verlaten (niet met z’n allen ’s nachts in de
eerder is voorgevallen zal er een duidelijker
file op de autoweg), wat men mee moet ne-
handelingsperspectief zijn, hoewel de kans
men (waardeformulieren, identificatiebewij-
op chaos dan ook groot is. Binnen de com-
zen en huisdieren), hoe het verlaten gebied
municatie is het van belang om zo eerlijk en
zal worden bewaakt door ordediensten,
open mogelijk te zijn, maar wel richting te
op welke termijn een mogelijke terugkeer
geven (“we weten niet zeker of… we doen
verwacht wordt en in welke staat het gebied
alles om… daarom is er hiervoor gekozen…
is als de overstroming heeft plaatsgevonden.
we verwachten van u dat…”). Goede com-
Ook moet worden gecommuniceerd of men-
municatie kan de chaos inperken en biedt
sen zich moeten laten registreren en, zo ja,
perspectief op oplossingen of verbetering van
waar dat nodig is. Hoe dichter de waarschu-
de situatie.
wing op de ramp zit, hoe minder tijd mensen hebben om zich voor te bereiden. Dat kan
Verwacht mag worden dat in de instructiefase
betekenen dat gezinnen niet in complete
massamedia veel aandacht besteden aan de
samenstelling het gebied moeten verlaten.
ramp. In korte tijd moeten veel besluiten
In dat geval moet bekend worden hoe deze
genomen worden en gaat veel tijd zitten
mensen elkaar terug kunnen vinden en
in voorlichting aan de bevolking. Massa-
ze moeten zo veel mogelijk gerustgesteld
media kunnen hierin helpen, maar kosten
worden. Als dit niet gebeurt, is de bereidheid
veel tijd en energie. Daarnaast zal er onder
om het gebied te verlaten veel lager.
de bevolking behoefte bestaan aan lokale informatie, die massamedia meestal niet
Het is ook mogelijk dat het gebied over-
bieden. Door de focus van massamedia op de
stroomt zonder dat de mensen van te voren
ramp en de drukte bij de rampenbestrijders,
gewaarschuwd zijn. Eventueel kunnen er
hebben media vaak een informatievoorsprong
slachtoffers gevallen zijn. Er is sprake van
over de situatie in het gebied. Door de grote
chaos. De directe respons in communicatie
hoeveelheid aanwezige journalisten moet re-
moet liggen in het voorkomen van nog meer
kening gehouden worden dat alle informatie
slachtoffers en het redden van mensen. Bui-
naar buiten komt (gewenst of ongewenst) en
ten het gebied moeten mensen waarheids-
er ook verhalen tussen zullen zitten die niet
getrouw geïnformeerd worden, en moeten
waar blijken te zijn.
zij - als er vragen zijn - worden verwezen risme moet voorkomen worden door duidelijk
2.3.3 Crisiscommunicatie over het herstel na de ramp
te maken dat dit storend kan zijn voor de
In de fase die na de overstroming plaats-
hulpwerkzaamheden – dit geldt ook voor
vindt, dient de communicatie zich te richten
de media. Binnen het gebied moet duidelijk
op de uitgestelde gevolgen (zoals instortings-
gemaakt worden wat de veiligste/noodzake-
gevaar van gebouwen) en mogelijke andere
lijke handelingen zijn en hoe lang het duurt
gevolgrampen (beschadigde elektriciteitsnet-
voordat de hulp alle mensen bereikt heeft.
werken, opslag van gevaarlijke stoffen etc.).
naar een aparte persoon/instantie. Ramptoe-
Crisiscommunicatiestrategieën
67
Schade en slachtoffers kunnen zo mogelijk
met bedrijven en niet-zelfredzame groepen
beperkt worden. Vervolgens kan geïnventari-
(bijvoorbeeld. verpleeghuizen). De bedrij-
seerd worden of er slachtoffers, gewonden en
ven moeten gedeeltelijk weer functioneren
vermiste personen zijn. Informatie over deze
(winkels, nutsvoorzieningen) voordat de
personen moet zo snel mogelijk gevonden
burgers terugkeren, dit moet helder aan hen
worden, waarop het belangrijk is dat er
gecommuniceerd worden. In het geval van
contact wordt opgenomen met de familie
niet-zelfredzame groepen staat vast dat zij
voordat de media er achter komen en namen
beter niet tegelijk met de massale groep
publiceren (als dat mogelijk is).
kunnen terugkeren. In overleg kan besloten worden hun terugkeer voor of na het besluit
Op korte termijn na de ramp zullen de
tot terugkeer te regelen.
bewoners het getroffen gebied willen zien, hoe vreselijk dat er ook uit kan zien. Maak
Onduidelijkheid in de terugkeerbesluitvor-
direct duidelijk op welke termijn dit mogelijk
ming kan leiden tot irritatie bij burgers.
is en waar, als het onder begeleiding moet,
Burgers zullen zelf initiatieven nemen om
personen zich hiervoor kunnen aanmelden.
de ramp te verwerken, maar verwachten wel
Er kan informatie gegeven worden over hoe
dat de overheid hier een rol in speelt. Het
men zo snel mogelijk de boel weer op orde
herdenken van de ramp speelt hier vaak
kan krijgen (opruimen van de rotzooi, aan-
een grote rol, waarbij communicatie over de
spraak op hulp enzovoorts). Wat er met de
gebeurtenissen centraal staat. Burgers willen
bevolking gebeurt in de tussenliggende tijd,
zelf veel inbreng leveren aan de beslissing
kan door middel van dialogiseren het best
hoe er teruggedacht gaat worden, maar ver-
bekeken worden. Dit is evenwel een lastige
wachten van de overheid dat zij het regelt.
klus, omdat de bewoners uitgewaaierd zijn over het land.
2.4 Uitwerking van doelstelling in middelen
In deze fase hebben mensen veel vragen
Afhankelijk van de gewenste communi-
over schaderegelingen. Het is verstandig
catiestrategie (informeren, overtuigen,
om informatie daarover te centraliseren en
instrueren) is een communicatiemiddel in
mensen te informeren over de inhoud en
meer of mindere mate geschikt om in te
de locatie waar ze meer informatie kunnen
zetten. In het ene geval is de inzet van de
krijgen. Naast een fysiek informatiepunt
rampenzender een geschikt middel, in een
moet er ook mogelijkheid zijn om telefonisch
ander geval zal de evacuatie moeten worden
of digitaal informatie op te vragen of in te
begeleid via digitale panelen op en langs de
zien. Hoe langer de herstelfase gaat duren
snelwegen. Er is wel aandacht nodig voor
en hoe groter de omvang van het getrof-
de manier waarop de rampenzender wordt
fen gebied en het aantal getroffen mensen,
gebruikt. Die zenders zijn lokale media, die
hoe groter de behoefte is aan niet-fysieke
naast hun functie als rampenzender tij-
informatiepunten. Als de ramp zich kort
dens de ramp ook hun nieuwsfunctie zullen
van te voren aandiende, kan er van worden
inzetten. Dit kan onduidelijkheid opleveren
uitgegaan dat een deel van getroffenen niet
bij het publiek: welke informatie is van de
woonachtig was in het gebied. Zij zullen
overheid afkomstig en betrouwbaar en welke
ook schade hebben of bezittingen verloren
informatie wordt gegeven door journalisten?
zijn, deze mensen vormen een specifieke
Het verdient aanbeveling om vooraf heldere
doelgroep.
afspraken met de rampenzender te maken. Dit geldt ook ten aanzien van de inzet van
68
Het besluit tot terugkeer vergt veel aan-
de televisiezender als rampenzender; in veel
dacht. Om een logistiek drama te voorkomen
regio’s maakt enkel de radiozender deel uit
is het verstandig dit gefaseerd te doen.
van het convenant tussen rampenzender en
Eerst moet contact opgenomen worden
overheid.
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Het doel en de bijbehorende strategie voor communicatie bepaalt het gebruik van communicatiemiddelen. In de informa-
yy (Bewust) achtergebleven bewoners (na evacuatie); yy Media.
tiefase zal behoefte bestaan aan algemene informatie die breed verspreid kan worden.
Voor elk van deze doelgroepen worden – aan
In de overtuigingsfase moet de informatie
de hand van de communicatiestrategieën –
worden gericht op het onderstrepen van de
de communicatiemiddelen en aandachtspun-
urgentie en de dreiging. In de instructiefase
ten uitgewerkt in de tabellen in hoofdstuk 3.
zullen specifiekere middelen overwogen
Deze zijn voor de overtuigingsfase en evacua-
moeten worden die het beste aansluiten bij
tiefase deels gebaseerd op het hoofdstuk
de gedragsbeïnvloeding die de overheid voor
Communicatie uit het “Evaluatieverslag Hoog
ogen heeft; bijvoorbeeld niet alleen massa-
Water Rivierenland 1995” van het Interge-
mediaal, maar ook verspreiding van concrete
meentelijk Orgaan Rivierenland.15
informatie over evacuatieroutes via huis-aanhuisfolders en borden langs de uitvalswegen. Een overzicht van communicatiemiddelen waar per strategie onder meer aan kan worden gedacht is opgenomen in de tabel op de vorige pagina.
2.5 Uitwerking van doelstelling naar doelgroepen De verschillende communicatiemiddelen moeten tactisch worden ingezet om de verschillende doelgroepen te bereiken. De doelgroep burgers is dermate heterogeen, dat het wenselijk is om, naarmate de dreiging toeneemt, meer te differentiëren naar verschillende subdoelgroepen. Waar ondernemers en burgers in de informatiefase grotendeels dezelfde informatie tot zich nemen, zullen zij in de instructiefase verschillende informatiebehoeften hebben, die via verschillende kanalen tot hen zullen komen. In alle fasen geldt dat de boodschap beter beklijfd als deze bevestigd wordt door verschillende bronnen. Daarnaast dienen communicatieplannen rekening te houden met de eerder aangegeven vertrekcurve. Goede communicatie is immers gebaat bij tijdige en juiste informatie. In deze handreiking wordt, mede op basis van de ervaringen uit 1993 en 1995, gewerkt aan de hand van de volgende doelgroepen: yy Inwoners van het bedreigde gebied; yy Niet-zelfredzamen in het gebied (bewoners verpleeghuizen etc.); yy Boeren in het bedreigde gebied; yy Ondernemers in het bedreigde gebied;
15) Verschenen op 1 september 1995.
Crisiscommunicatiestrategieën
69
Dominante communicatiestrategie
Bijpassende communicatiemiddelen ter ondersteuning van communicatiestrategie
Informeren (betrokkenen op de hoogte hou-
yy Callcenter (inbound, initiatief bij burger)
den van ontwikkelingen)
yy Huis-aan-huisbladen yy Persberichten/inzet dagbladen yy Posters yy Risicokaarten yy Website/Internet
Overtuigen (benadrukken van de ernst van de situatie, prepareren op mogelijk evacuatiebesluit)
yy Callcenter (inbound en outbound, initiatief bij burger of overheid) yy Drukwerk/bewonersbrieven yy Foto’s, film en animaties op internet yy Huis-aan-huisbladen yy Persberichten/inzet dagbladen yy Regionale radio/televisie yy www.crisis.nl
Instrueren (in goede banen leiden van
Als elektriciteit nog werkt
evacuatie)
yy www.crisis.nl yy Rampenzender en/of regionale radio/ televisie yy Callcenter (inbound en outbound, initiatief bij burger of overheid) yy Persberichten/inzet dagbladen yy TV Schermen yy Sirenenetwerk (digitale) billboards yy Digitale Rijstrook Informatiepanelen (borden boven de snelwegen) yy Drukwerk/bewonersbrieven yy Foto’s, film en animaties op internet yy Huis-aan-huisbladen yy Sms-alert/cell broascast
Instrueren (in goede banen leiden van
Als elektriciteit is uitgevallen
evacuatie)
yy Huis-aan-huis verstrekken van vooraf geproduceerde schriftelijke (geplastificeerde) communicatiemiddelen yy Luidsprekers/megafoon op auto’s, boten yy Rampenzender (te beluisteren via autoradio, radio op batterijen e.d.) yy Sirenenetwerk (als urgentie/dreiging acuut wordt) yy Zendamateurs
70
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Crisiscommunicatiestrategieën
71
72
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Crisiscommunicatie per fase
A. Informatiefase
waar burgers, ondernemers en boeren naartoe kunnen bellen met verzoeken
Beschrijving
voor aanvullende informatie)
In de informatiefase worden betrokkenen op
yy Huis-aan-huisbladen
de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.
yy Persberichten/inzet (regionale) dagbladen
Het is de fase waarin de dreiging nog niet
yy Posters
manifest is. Er is enkel een verhoogde inte-
yy Risicokaarten met specifieke toelichting
resse voor een mogelijke dreiging. Stijgende waterstanden elders worden met een meer
op huidige (hoogwater)situatie yy Websites/Internet
dan gewone interesse gevolgd. De informatie komt via media naar inwo-
Betrokken partners (stakeholders)
ners, ondernemers en politici in het gebied.
yy Gemeenten in het bedreigde gebied
Websites van gemeenten, waterschappen,
yy Veiligheidsregio’s
rijkswaterstaat worden in toenemende mate
yy Ministeries van BZK, VenW, LNV, MinEZ,
bezocht door burgers en professionals die op
VWS
zoek zijn naar informatie over de dreiging
yy Ondernemersverenigingen
van het hoogwater, de waterstanden en de
yy Kamer van Koophandel
procedures van de overheid in het geval van
yy Waterschap(pen)
hoogwater. Media zullen inzoomen op de
yy LTO Nederland
maatregelen die de overheid heeft getroffen om overstromingen te voorkomen. Beleids-
Aandachtspunten voor betrokken overheden
stukken als de Kabinetsstrategie rampenbe-
In een vroeg stadium dienen afspraken te
heersing overstromingen Rijn en Maas zullen op
worden gemaakt over wie waarvoor verant-
actualiteit worden getoetst.
woordelijk is en wie, als dat nodig wordt,
Naarmate de dreiging toeneemt, zal de vraag
naar bewoners en ondernemers communi-
of het hoogwater ook in het eigen gebied
ceert. In deze relatief rustige fase dienen
tot problemen zal kunnen leiden steeds
afspraken te worden gemaakt over de cen-
luider worden. Journalisten zullen deskun-
trale regievoering, coördinatie, aansturing
digen horen en ervaringen uit het verleden
en woordvoerderschap. Bij voorkeur worden
opdiepen, om parallellen tussen ‘toen’ en ‘nu’
deze uitgewerkt aan de hand van verschil-
te trekken.
lende scenario’s, zodat bij het voltrekken van de scenario’s de discussies over communica-
In te zetten communicatiemiddelen
tie en woordvoerderschap tot een minimum
yy www.crisis.nl (de crisiswebsite van het
worden beperkt (en daarmee geen tijd wordt
ministerie van BZK) yy Callcenter van BZK (informatienummer
verloren aan interne discussies). Hierbij moet rekening worden gehouden met de les
Crisiscommunicatie per fase
73
dat burgers ook sterk kijken naar verstrekte
mensen, kunnen in een later stadium knel-
informatie uit aangrenzende gebieden; de
punten worden voorkomen.
gebiedsgrenzen van regio’s die voor waterschappen en hulpverleners logisch zijn, zijn
Tegenstrijdige berichten van overheden en/of
dat niet per definitie voor burgers in het
deskundigen geven onrust. Onduidelijkheden
gebied.
en tegenstrijdigheden dienen snel te worden rechtgezet door betrokken woordvoerders.
Actualiseer de beschikbare feitelijke infor-
Communiceer voor burgers altijd helder en
matie en start met het aanleggen van een
duidelijk. Ook als het risico niet geheel
Q&A-lijst (questions and answers). In dit
helder is, aangezien burgers de overheid
stadium is nog tijd beschikbaar om feiten op
minder betrouwbaar vinden als er verschil-
een rij te krijgen (van de lengte van dijkvak-
lende signalen worden afgeven. Communica-
ken tot feiten over de plaatsen waar buiten
tie in de beginfase is vaak bepalend voor de
de dijk is gebouwd, maar ook informatie over
handelingen van burgers als er daadwerkelijk
evenementen, wegversperringen en voorspel-
besluiten moeten worden genomen.
lingen). Mobiliseer externe deskundigen die kunnen bijdragen aan de geloofwaardigheid
Aandachtspunten ten aanzien van
van het latere besluitvormingsproces.
specifieke doelgroepen:
Ook dienen afspraken te worden gemaakt over de te volgen voorspellingen. De ervaring
Inwoners van bedreigd gebied
leert dat ten tijde van een hoogwatersituatie
yy Zullen informatie tot zich nemen via
verschillende instituten met verschillende
landelijke media, regionale (dag)bladen
voorspellingen komen, hetgeen tot verwar-
en internetsites van gemeente, regio en
ring bij bestuurders, voorlichters en burgers kan leiden. Maak vooraf heldere afspraken
crisis.nl. yy Hebben scepsis ten aanzien van drei-
over het voorspellingssysteem dat wordt
ging en mogelijke evacuatie als al eerder
gehanteerd, en dat ook helderheid bestaat
geëvacueerd is zonder dat na die ‘ramp’
over de te hanteren kritieke waarden (bijvoorbeeld de invloed van wind, waterpeil en verzadiging van dijken).
slachtoffers/gewonden zijn gevallen. yy Vragen om toelichting op de procedures en kritieke waarden die door de overheid worden gehanteerd.
Naarmate de dreiging stroomopwaarts toeneemt, is het relevant om informatie via een
Niet-zelfredzamen in het gebied
centraal communicatiekanaal aan te bieden.
(verpleeghuizen etc.)
Door in een vroeg stadium een communica-
yy Zullen informatie tot zich nemen via
tiekanaal (bijvoorbeeld de regionale brand-
landelijke media, regionale (dag)bladen
weer of de website crisis.nl) in te zetten, is
en internetsites van gemeente, regio en
het voor een ieder duidelijk waar gedurende de rest van de crisis nieuwe informatie kan worden ingewonnen.
crisis.nl. yy Leidinggevenden wensen vroegtijdig te worden geïnformeerd over evacuatiescenario’s.
In (provinciale, regionale en gemeentelijke)
yy Bewoners worden bij voorkeur getrapt
rampenplannen en rampenbestrijdingsplan-
geïnformeerd via de centra waar zij woon-
nen wordt weinig tot geen rekening gehou-
achtig zijn, hetgeen afstemming vereist
den met de positie van het bedrijfsleven en
met andere communicatie-initiatieven.
specifieke groepen (niet-zelfredzamen, boeren). De dreiging zal voor een groot aantal
Boeren in bedreigd gebied
inwoners en ondernemers een verrassing zijn.
yy Wensen vroegtijdig te worden geïnfor-
Door in de informatiefase te anticiperen op de (informatie)behoeften van deze groepen
74
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
meerd over evacuatiescenario’s. yy Zullen van de overheid willen weten wat
de overheid van hen verwacht en wat de overheid gaat organiseren. yy Naarmate de dreiging toeneemt, zullen boeren in toenemende mate op de hoogte
discussie over eventueel vertrek. yy Kunnen zich negatief uitlaten over de noodzaak tot vertrek. yy Moeten op de hoogte zijn van noodzake-
worden gebracht van de schade die ze
lijke middelen (medicijnen, eten, drinken,
vergoed zullen krijgen bij eventuele cala-
nutsvoorzieningen) om te overleven in
miteiten. Daarbij moet rekening worden
het gebied.
gehouden met de noodzakelijke beleidsruimte (‘de ene ramp is de andere niet’). yy Ervaringen van de evacuaties in 1995 en
yy Moeten horen dat hulpverlening na de verplichte evacuatie niet in eerste instantie gericht is op achterblijvers.
de MKZ- en vogelpestcrises leren dat de betrokkenheid van boeren bij hun dieren
B. Overtuigingsfase
het grootst is voor melkveeboeren. De betrokkenheid is lager bij varkensboeren
Beschrijving
en pluimveehouders.
In de overtuigingsfase neemt de dreiging toe en wordt de kans aannemelijk dat op korte
Ondernemers in bedreigd gebied
termijn tot een evacuatie zal moeten worden
yy Wensen vroegtijdig te worden geïnfor-
besloten. Stijgende waterstanden elders
meerd over evacuatiescenario’s. yy Zullen van overheid willen weten wat
worden met een meer dan gewone interesse gevolgd. Evacuaties stroomopwaarts zullen
de overheid van hen verwacht en wat de
hun effect hebben op de gemoedsrust van
overheid gaat organiseren.
burgers in gebieden stroomafwaarts. Het
yy Grote bedrijven zullen grotendeels zelfstandig maatregelen kunnen treffen,
aantal vragen dat richting overheid wordt afgevuurd loopt in hoog tempo op.
terwijl kleine bedrijven meer ondersteuning verlangen van de overheid. Naarmate
In de overtuigingsfase staat de overheids-
de dreiging toeneemt zullen MKB‘ers in
communicatie in het teken van het verster-
toenemende mate op de hoogte worden
ken van het risicobesef onder de bewoners.
gebracht van de schade die ze vergoed
Dit vergroot immers de kans op een adequate
zullen krijgen bij eventuele calamiteiten.
evacuatie in een volgend stadium. De over-
Daarbij moet rekening worden gehouden
heid zal een beroep doen op de eigen verant-
met de noodzakelijke beleidsruimte (‘de
woordelijkheid om voorbereidende maatre-
ene ramp is de andere niet’).
gelen te nemen en communiceren over de maatregelen die zijzelf treft om de crisis te
Media
voorkomen. Het gaat hierbij om het wekken
yy Zullen enerzijds terugblikken op het
van vertrouwen dat de crisisbeheersing in
gemaakte beleid voor hoogwatersituaties
goede handen is. De publieksvoorlichting en
(planvorming, kabinetsbeleid).
persvoorlichting richten zich op het schep-
yy Zullen anderzijds anticiperen op verdere escalatie van het hoogwaterrisico. yy Geven feitelijke informatie over kritieke
pen van een gunstig klimaat om in een later stadium de nodige medewerking te krijgen bij een eventuele evacuatie.
waarden. yy Bevragen deskundigen over huidige situatie.
De strategie vertaalt zich in het geven van informatie over de stand van zaken en het
yy Bevragen burgers.
stimuleren dat mensen voorzorgsmaatregelen
yy Blikken terug op eerdere nationale en
gaan treffen voor het geval een evacuatie
internationale hoogwatersituaties.
wordt afgekondigd. Omdat alle communicatie in het teken van het prepareren op een
(Potentiële) achterblijvers
mogelijke evacuatie komt te staan, is het
yy Kunnen zich afzijdig houden van de
cruciaal dat de informatie van overheids-
Crisiscommunicatie per fase
75
wege eenduidig van aard is. Er moet zo min
Aandachtspunten voor betrokken
mogelijk ruimte voor subjectieve informatie
overheden
of interpretatieverschillen van vaststaande
Naarmate de dreiging blijft toenemen, wordt
feiten bestaan. Wanneer experts in de media
voortgeborduurd op de activiteiten die in de
twijfels uiten over de interpretaties van
informatiefase zijn opgezet. Beschikbare fei-
collega-experts, verliest de overheid als
telijke informatie wordt doorlopend geactu-
besluitvormer de regie, het vertrouwen en
aliseerd. Aangezien de overheid van burgers,
het overwicht om een evacuatie in goede
ondernemers en boeren concrete maatregelen
banen te leiden.
verwacht, zal de te verschaffen informatie concreet moeten zijn. De overheid dient
In vergelijking tot de informatiefase wordt
niet alleen aan te geven dat de dreiging
de voorlichting minder vrijblijvend. Deze
ernstige vormen aanneemt, maar dient ook
richt zich ten aanzien van de bewoners van
exact aan te geven welke maatregelen men
het gebied in toenemende mate op de aard
van wie en wanneer verwacht. Het anticipe-
van het gevaar, de kans dat zich een ramp
ren op een mogelijke evacuatie, die tot op
voordoet, de omvang van het bedreigde ge-
dit moment vooral binnenskamers zal zijn
bied, beschermende maatregelen, bijzondere
bediscussieerd, wordt steeds nadrukkelijker
risicogroepen en de informatiekanalen waar-
een voorlichtingsvraagstuk voor de externe
langs men geïnformeerd wordt. Buiten het
communicatie. Geruchtenvorming ontstaat.
gebied zal het hoogwatertoerisme moeten
Buren stoken elkaar op. Het nieuws en de
worden ontmoedigd, door in alle uitingen
weerberichten worden met steeds grotere
de ernst van de situatie te onderstrepen. De
belangstelling gevolgd. Volwassenen lijken
geboden informatie moet helderheid bieden
meer aangedaan te zijn door de dreiging van
over wat de zekerheden zijn (eventueel in
het hoogwater dan kinderen. Wellicht dat
verschillende scenario’s), zodat mensen zich
voor kinderen de objectieve werkelijkheid –
optimaal kunnen voorbereiden.
wat er feitelijk gebeurt – meer van belang is, terwijl voor ouderen dat wat kán gebeuren
In te zetten communicatiemiddelen
en met name ook de gepercipieerde onzeker-
yy www.crisis.nl (crisiswebsite van het
heid, onvoorspelbaarheid en onbeheersbaar-
ministerie van BZK)
heid een rol spelen.16
yy Callcenter (inbound en outbound, initiatief bij burger of overheid)
Naarmate de dreiging toeneemt, zullen
yy Drukwerk/bewonersbrieven (pamfletten
landelijke media zich op de situatie storten.
met informatie over de te verwachten
Er zal een scheiding ontstaan tussen lokale/
situatie)
regionale media en landelijke media, waarbij
yy Foto’s, film en animaties op internet
de lokale/regionale media gedetailleerdere
yy Huis-aan-huisbladen
informatie wensen dan de landelijke media
yy Persberichten/inzet dagbladen
die zich vooral op het overall dreigings-
yy Regionale radio/televisie
beeld zullen richten. Door de toenemende mediadruk zal voorlichting in toenemende
Betrokken partners (stakeholders)
mate reactief van aard worden. Lokaal zal
yy Gemeenten in het bedreigde gebied
de overheid overgaan tot het inzetten van
yy Veiligheidsregio’s
bewonersbrieven met een beschrijving van de
yy Ministeries van BZK, VenW, LNV, MinEZ,
situatie, een bevestiging van de aard van de
VWS yy Ondernemersverenigingen
dreiging en mogelijke vervolgstappen die tot een eventuele evacuatie zullen leiden.
yy Kamer van Koophandel yy Waterschap(pen) yy LTO Nederland
76
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
16) Tijdschrift voor Psychiatrie 40 (1998) 5, 277-289, Watersnood, M.C. Becht, M.A.L. van Tilburg, A.J.J.M. Vingerhoets, I. Nyklicek, J. de Vries, C. Kirschbaum, M.H. Antoni, G.L. van Heck.
De bevolking zal via de massamedia worden
yy Aangeven hoe bewoners worden gewaar-
gestimuleerd om zich voor te bereiden op
schuwd bij acuut gevaar (mensen slapen
een mogelijk evacuatiebesluit. De overheid
onrustig).
zal spreken in termen van ‘een dringend
yy Toelichten of en hoe het sirenenetwerk,
advies’, geen dwang. De klemtoon in de
cell broadcasting, crisis.nl etc. in deze
voorlichting ligt op informatie over vervoersmogelijkheden, veiligheid, voedsel en
omstandigheden kan worden ingezet. yy Aansporen tot het nemen van maatrege-
water, medische aspecten, infrastructuur en
len om vermijdbare schade te voorkomen
vervoer, tijd en huisdieren. Onderdeel van de
(waardepapieren, fotoalbums, back-ups
boodschap is ook het geven van mogelijkhe-
van digitale foto’s veilig stellen of naar
den voor schadebeperking.
elders overbrengen).
Media zullen frequenter uitzenden; afspraken worden gemaakt tussen landelijke (massa) media, lokale/regionale media enerzijds en voorlichters anderzijds om op gezette tijden
yy Aangeven dat hulpverlening niet kan worden gegarandeerd voor eventuele achterblijvers. yy Gevaar van achterblijvers bij eventuele
tot een informatieoverdracht te komen. Over-
evacuatie benadrukken: ziekte, uitval
heden zullen ondervinden dat zij de media
nutsvoorzieningen.
hard nodig zullen hebben om een mogelijke evacuatie tot een goed einde te brengen.
Niet-zelfredzamen in het gebied (verpleeghuizen etc.)
In deze fase zullen alle faciliteiten die nodig
yy Aangeven wat de beleidslijnen zijn
zijn voor opvang in hoog tempo gebruiksklaar
om tot evacuatie over te gaan, zodat
worden gemaakt. Ervaring leert dat veel men-
bewoners kunnen anticiperen op besluit-
sen al evacueren voordat ze formeel het gebied uit moeten zijn. Deze faciliteiten moeten al in deze fase gebruiksklaar zijn en er moet
vorming. yy Aansporen tot het nemen van maatregelen om vermijdbare schade te voorkomen.
hierover ook gecommuniceerd worden.
yy Aangeven dat overheid hulp vooral richt
Aandachtspunten ten aanzien van
yy In communicatie rekening houden met
op de niet-zelfredzame burgers. specifieke doelgroepen:
feit dat vooral ouderen en gezinnen met kinderen gebruik zullen gaan maken van
Inwoners van bedreigd gebied yy Aangeven wat de beleidslijnen zijn om tot
opvanglocaties. yy Geef hulpverleners die zich ontfermen
evacuatie over te gaan, zodat bewoners
over de niet-zelfredzamen tijd om ook
kunnen anticiperen op besluitvorming.
in hun eigen thuissituatie orde op zaken
yy Vooruitlopen op een mogelijke evacuatie,
te stellen. Zij zijn ook werkzaam in het
waarbij wordt aangegeven dat evacuatie bij voorkeur strak georganiseerd en in daglicht plaatsvindt. yy Waarden aangeven over de kritieke hoogtes van het water.
gebied, en moeten dus ruimte krijgen zelf maatregelen te treffen. yy Schenk bijzondere aandacht aan (ex-) psychiatrische patiënten, ouderen en gedetineerden.
yy Aangeven hoe een eventueel besluit tot evacuatie kenbaar zal worden gemaakt. yy Tegelijkertijd de maatregelen van operationele eenheden (hulpdiensten, leger) toe-
Boeren in bedreigd gebied yy Toelichten van mogelijke schaderegelingen voor land- en tuinbouw.
lichten, opdat de omstandigheden op een
yy Voor de evacuatie moeten schaderegelin-
juiste manier worden geduid (en bijvoor-
gen bekend zijn. Onduidelijkheid leidt
beeld benadrukken dat experts niet per
achteraf tot een verlies van vertrouwen
definitie ongerust worden als het water op
en is schadelijk voor een toekomstige
een specifieke locatie over de dijk loopt).
evacuatie.
Crisiscommunicatie per fase
77
yy Aansporen tot het nemen van maatregelen om vermijdbare schade te voorkomen. yy Toelichten van eigen verantwoordelijkheid versus verantwoordelijkheid overheid.
(Potentiële) achterblijvers yy Gevolgen eventuele overstroming aan geven. yy Gevolgen van keuze achterblijvers voor rest van familie/gezin aangeven.
Ondernemers in bedreigd gebied yy Ondernemers moeten snel informatie krijgen hoe een eventuele evacuatie vormgegeven gaat worden. Anders evacueren ze op eigen gelegenheid op basis van geruchten, wat veel wanorde oplevert.
yy Zelfredzaamheid verhogende maatregelen goed toelichten. yy Uitspreken dat hulp niet gegarandeerd wordt. yy Veiligheid en comfortniveau opvanglocatie duidelijk maken.
yy Toelichten van mogelijke schaderegelingen voor ondernemers.
C. Instructiefase
yy Voor de evacuatie moeten schaderegel ingen bekend zijn. Onduidelijkheid
Beschrijving
achteraf leidt tot een verlies van vertrou-
De instructiefase vangt aan met het evacu
wen en is schadelijk voor een toekomstige
atiebesluit. Het handhaven van de openbare
evacuatie.
orde en veiligheid is in deze fase de grootste
yy Aansporen tot het nemen van maatregelen om vermijdbare schade te voorkomen. yy Toelichten van eigen verantwoordelijkheid versus verantwoordelijkheid overheid.
zorg, die aanhoudt totdat de evacuatie wordt opgeheven en de bewoners – al dan niet gecontroleerd – weer terugkeren in het gebied. De verplichte evacuatie wordt voorafgegaan door een periode van vrijwillige evacuatie,
Media
de periode die loopt tot aan het moment dat
yy Zullen zich richten op kritieke waarden op
het gebied ‘leeg’ dient te zijn. In die periode
basis waarvan besluitvorming plaatsvindt. yy Zullen anticiperen op verdere escalatie
worden mensen opgeroepen om te vertrekken, worden de opvangcentra in gereedheid
van het hoogwaterrisico en een eventuele
gebracht en de evacuatieroutes geprepareerd.
evacuatie.
Tal van zaken dienen te worden gecommu-
yy Geven feitelijke informatie over kritieke
niceerd. Van de evacuatieroutes tot en met
waarden; weersverwachtingen nemen in
het waarschuwen voor rondvliegend mate-
importantie toe.
riaal, van het prepareren van een voedsel
yy Staan stil bij de politieke besluitvormingsprocessen. yy Bevragen deskundigen en burgers over huidige situatie. yy Blikken terug op de evacuatieprocessen in 1993/1995 en bij Katrina. yy Staan stil bij het voorzienbaar tekort aan
pakket voor tijdens de evacuatie, tot en met verzamelen van de waardepapieren die men moet meenemen. Veel tijd en energie gaan zitten in een beperkt aantal achterblijvers dat weigert te vertrekken. Met man en macht wordt gewerkt om deze achterblijvers alsnog te overreden het gebied te verlaten. De
mensen en materieel, waardoor goede
communicatiemiddelen zijn legio; van een
evacuatie in het gevaar komt (zoals
persoonlijk, overredend telefoontje van de
geformuleerd in het Kabinetsstandpunt
burgemeester, tot de inzet van maatschap
rampenbeheersing overstromingen).
pelijk werkers of een bezoek aan de deur
yy De aankondiging van een persconferentie
door de politie.
kan impliciet worden geïnterpreteerd als
78
een aankondiging van een evacuatie
Nadat het gebied geëvacueerd is, wordt het
besluit; houdt de tijdspanne tussen een
gebied afgegrendeld en beveiligd. Personen
aankondiging van een persmoment en het
met een ontheffing krijgen een pasje, dat
persmoment zelf zo kort mogelijk.
op alle invalswegen wordt gecontroleerd.
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Geruchten over plunderingen zullen de ronde
VWS
doen, maar de praktijk wijst uit dat deze
yy Ondernemersverenigingen
geruchten met een korreltje zout moeten
yy Kamer van Koophandel
worden genomen.
yy Waterschap(pen) yy LTO Nederland
In de instructiefase staat de overheidscommunicatie in het teken van het ordelijk laten
Aandachtspunten voor betrokken
verlopen van de daadwerkelijke evacuatie.
overheden
Gewenst en noodzakelijk gedrag wordt ge-
De informatie richt zich op een ordentelijk
stimuleerd, ongewenst gedrag moet worden
verloop van de evacuatie. Informatie dient
nagelaten. Hierbij wordt ingespeeld op het
helder en eenduidig te zijn. Ook over van-
gezamenlijke gevoel dat onder evacués zal
zelfsprekende zaken dient te worden gecom-
ontstaan; zij die zich niet aan de afspra-
municeerd. Waar een overheid er voetstoots
ken houden worden weggezet als personen
vanuit gaat dat mensen hun eigen huisdieren
die het evacuatieproces van goedwillende,
zullen evacueren, leren de ervaringen uit
gehoorzame burgers frustreren.
1995 dat een deel van de bevolking zonder tegenbericht geneigd is om hun huisdieren
In te zetten communicatiemiddelen
in het geëvacueerde gebied achter te laten. De overheid dient dus ook helder te commu-
Als elektriciteit nog werkt:
niceren dat bijvoorbeeld huisdieren moeten
yy www.crisis.nl
worden meegenomen.
yy Rampenzender en/of regionale radio/ televisie yy Callcenter (inbound en outbound, initiatief bij burger of overheid)
De bevolking wordt door middel van algemene en gebiedsgebonden voorlichting gemotiveerd tot evacuatie. Men dringt aan tot
yy Persberichten/inzet dagbladen
evacuatie, maar dwingt niet. Dwingen zou
yy TV Schermen
een té groot beroep doen op de capaciteit
yy Sirenenetwerk
van de hulpverleningsdiensten, met name
yy (Digitale) billboards
de politie en ME. De klemtoon in de voor-
yy Digitale Rijstrook Informatiepanelen (bor-
lichting ligt op informatie over de evacuatie
den boven de snelwegen)
zelf: de evacuatieroutes, planning en timing,
yy Drukwerk/bewonersbrieven
weersomstandigheden, voorspellingen, veilig-
yy Foto’s, film en animaties op internet
heid, voedsel en water, medische aspecten,
yy Huis-aan-huisbladen
infrastructuur en vervoer. Daarnaast verdient ook de situatie in het gebied aandacht; bij-
Als elektriciteit is uitgevallen:
voorbeeld informatie over de manier waarop
yy Huis-aan-huis verstrekken van vooraf
het gebied zal worden beveiligd zal noodza-
geproduceerde schriftelijke (geplastifi-
kelijk blijken om bewoners te overtuigen dat
ceerde) communicatiemiddelen
het huis in veilige handen achterblijft. Ook
yy Luidsprekers/megafoon op auto’s, boten
zal men willen weten hoe men op de hoogte
yy Rampenzender (te beluisteren via autora-
blijft over de ontwikkelingen in het gebied,
dio e.d.)
nadat men zelf is geëvacueerd.
yy Sirenenetwerk (als urgentie/dreiging acuut wordt) yy Zendamateurs
De relaties die met media in eerdere fases zijn gelegd dragen ertoe bij dat een intensieve mediacampagne kan worden opgezet, om
Betrokken partners (stakeholders)
de mensen te bewegen vrijwillig te vertrek-
yy Gemeenten in het bedreigde gebied
ken. Bewonersbrieven worden verspreid met
yy Veiligheidsregio’s
instructies, terwijl de overheidsinstanties
yy Ministeries van BZK, VenW, LNV, MinEZ,
(gemeenten, hulpverleningsdiensten, provin-
Crisiscommunicatie per fase
79
cies, BZK etc.) de media blijven voeden met
yy Geef mensen informatie over de te treffen
informatie.
voorbereidingen onderweg (prepareren
De timing van het evacuatiebesluit is cru-
van voedsel- en medicijnenpakket incl.
ciaal. Hierbij dient ook rekening te worden
batterijen en zaklamp voor het geval men
gehouden met evacuatiebesluiten elders; een
tijdens de evacuatie strandt, oppassen
evacuatie van een buurregio zal de (vrijwillige) evacuatie in de eigen regio kunnen bespoedigen. Om de evacuatie in goede
voor rondvliegende materialen etc). yy Verschaf informatie over de verzorging van achtergebleven levende have.
banen te leiden, moet een evacuatiebevel
yy Verschaf informatie over het uitschakelen
geen ruimte overlaten voor interpretatie.
(en bij terugkeer het inschakelen) van
Het moet klip en klaar zijn wat de overheid
gas, water en licht.
van burgers en ondernemers verwacht. Het
yy Verstrek informatie over de manier waarop
besluit tot evacuatie wordt bij voorkeur in
eventuele terugkeer gaat verlopen.
alle regio’s op dezelfde gronden genomen.
yy Na enkele dagen zijn er altijd burgers
Districten moeten veiligheid op een gelijke
die weer terug naar huis willen (er is
manier beoordelen, ook bij de beslissing tot
toch nog steeds niks gebeurd, huisdier
terugkeer.
vergeten, etc.). Communiceer voor het gehele geëvacueerde gebied de eenduidige
Aandachtspunten ten aanzien van specifieke doelgroepen:
regelingen die hiervoor zijn opgesteld. yy Achterblijvers: veel oude dijkbewoners trotseren het evacuatiebevel omdat ze
Inwoners van bedreigd gebied
gelijksoortige situaties in het verleden
yy Organisatie- en coördinatiestructuren
hebben meegemaakt.
moeten helder zijn, zowel voor burgers, de
yy Achterblijvers: communicatiemiddelen
overheid als de hulpverleners. Benadruk-
zullen lange tijd niet bereikbaar zijn voor
ken van het nut en de noodzaak om te
slachtoffers in het rampgebied. Radio
allen tijde de bevelen van hulpverleners
blijkt het meest gebruikt te worden.
op te volgen. yy Het moet niet alleen duidelijk zijn dat
yy Achterblijvers: mensen die hoog genoeg zitten, maar wel door water omsingeld
burgers weg kunnen, maar ook waar zij
worden, moeten genoeg eten/drinken/
heen gaan en op welke tijden en vanaf
medicijnen in huis halen.
welke locatie het geregelde vervoer vertrekt. yy Spoor mensen aan tot het ondersteunen
yy Achterblijvers: brief van gemeente ondertekenen dat zij zich terdege beseffen dat zij bij een overstroming zelfredzaam die-
van hun medemensen, voor zover deze
nen te zijn, geen beroep kunnen doen op
saamhorigheid niet spontaan ontstaat.
hulpverlening, zich beseffen dat winkels
yy Geef specifieke informatie over de manier
gesloten zijn en medicijnen of anderszins
waarop evacuatie vorm krijgt. Bij voorkeur
niet bevoorraad krijgen.
via een bewonersbrief en de mogelijkheid tot het bellen van callcenter. yy Verstrek informatie over beveiliging gebied. Worden er ontheffingen verleend, zo ja waarom en door wie? yy Geef informatie over de manier waarop evacués op de hoogte worden gehouden tijdens evacuatie. yy Verschaf duidelijkheid over de adressen voor de opvang van evacués. yy Verstrek informatie over de noodzaak om huisdieren te evacueren.
80
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Niet-zelfredzamen in het gebied (verpleeghuizen etc.) yy Aangeven wat de beleidslijnen zijn om tot evacuatie over te gaan, zodat bewoners kunnen anticiperen op besluitvorming. yy Aangeven dat overheid hulp vooral richt op de niet-zelfredzame burgers. yy In communicatie rekening houden met feit dat vooral ouderen en gezinnen met kinderen gebruik zullen gaan maken van opvanglocaties.
yy Geef hulpverleners die zich ontfermen
yy Internationale media besteden aandacht
over de niet-zelfredzamen tijd om ook
aan het gebied. Er zijn dus meertalige
in hun eigen thuissituatie orde op zaken
woordvoerders nodig.
te stellen. Zij zijn ook werkzaam in het
yy De regiefunctie vanuit de overheid, waar
gebied, en moeten dus ruimte krijgen zelf
in eerdere fasen nog sprake van was, gaat
maatregelen te treffen.
mogelijk verloren omdat media nu in toenemende mate hun eigen koers zullen
Boeren in bedreigd gebied yy Vee is ge(oor)merkt. Moeilijkheden
gaan varen in de berichtgeving. yy Media zullen op zoek gaan naar nieuws.
ontstaan als boeren zelf een andere plek
Het nieuws is niet meer dat het gebied
geregeld hebben dan waar de centrale
overstroomt, maar zal zich meer richten
regie ze heen wil sturen.
op incidenten en persoonlijke verhalen.
yy Bij een snelle evacuatie ontstaat schaarste aan veewagens om al het vee te vervoeren. Vooral kippen zijn lastig (niet
D. Nafase (na afronding evacuatie en terugkeer)
stressbestendig, van de leg, te weinig opvangruimte). yy Voor verplaatsing van vee zijn milieu vergunningen nodig. yy Communiceren over de manier waarop tot
Beschrijving De nafase heeft betrekking op de periode die aanvangt na de evacuatie. Hier wordt de focus gelegd op de communicatie rond
bepaalde prioriteitstellingen is gekomen:
de terugkeer bij een niet-overstroming. De
wordt vee voor of na inwoners geëvacueerd?
omvang van een nafase waarin een overstroming heeft plaatsgevonden, is dermate com-
Ondernemers in bedreigd gebied
plex en grootschalig, dat daarvoor een aparte
yy Ondersteuning in grootschalige evacuaties.
projectorganisatie in het leven zal moeten
yy Toelichten van eigen verantwoordelijkheid
worden geroepen die het herstel in goede ba-
versus verantwoordelijkheid overheid.
nen leidt. Hierbij kan worden teruggegrepen op lessen die in vergelijkbare situaties zijn
Achterblijvers
opgedaan, zoals de grootschalige overstro-
yy Focussen op zo veel mogelijk mensen uit
mingen na de orkaan Katrina.
het gebied krijgen. yy Na verplichte evacuatie mensen verbieden de straat op te gaan. yy Mensen in openbare ruimte uit het bedreigde gebied halen (indien mogelijk overige bijbehorende achterblijvers ook
Betrokken partners (stakeholders) yy Gemeenten in het bedreigde gebied yy Veiligheidsregio yy Ministeries van BZK, VenW, LNV, MinEZ, VWS
verwijderen of op de hoogte stellen dat
yy Ondernemersverenigingen
hun familielid/kennis niet terugkeert).
yy Kamer van Koophandel yy Waterschap(pen)
Media
yy LTO Nederland
yy Nationale en internationale media maken in toenemende mate impressies vanuit het
Aandachtspunten voor betrokken overheden
gebied.
Bij de terugkeer zal blijdschap de boventoon
yy De nieuwsgaring verloopt in een continue
voeren. De ervaring uit 1993/1995 laat zien
stroom met doorlopende updates met
dat men bij het signaal tot terugkeer niet
nieuwe informatie.
direct de koffers pakt. Mensen doen rus-
yy Journalisten worden steeds bekender in
tig aan, er ontstaat geen piekdrukte op de
het gebied en vinden hun eigen wegen om
wegen naar het geëvacueerde gebied. Mensen
vanuit nieuwe invalshoeken het nieuws te
die terugkeren, zullen verheugd zijn dat de
verslaan.
evacuatie ten einde is. Tegelijkertijd maakt
Crisiscommunicatie per fase
81
men zich zorgen om de achtergebleven
ding over de besteding van extra middelen
bezittingen en de financiële gevolgen van
een belangrijke rol spelen in de publieke
de evacuatie. Emoties voeren de boventoon.
discussie.
Het doel van de voorlichting is de thuiskomst te reguleren en ervoor te zorgen dat
Aandachtspunten ten aanzien van terug-
het duidelijk is waar men terecht kan met
keer:
vragen omtrent verzekeringen, schade
yy Communiceren met een gebiedsgebonden
meldingen en vergoedingen. Deze vragen
doelgroep is voor de ramp makkelijker
doen een groot beroep op de voorlichtings
dan na de ramp, aangezien de groep dan
capaciteit, die moet zijn geregeld alvorens
verspreid over het land is. Inzet van mas-
het besluit tot terugkeer kan worden
samedia en internet zal noodzakelijk zijn
bekendgemaakt.
om bewoners te informeren over terugkeer.
De thuiskomst kan worden begeleid door een
komensderving bij personeel dat tijdelijk
uit onder meer Gorinchem leert dat de inwo-
niet kan werken voeren de boventoon bij
ners van het gebied uiterst positief stonden
terugkeer. Hierop anticiperen door vroeg-
tegenover het gebaar van de gemeente,
tijdig de schaderegeling bekend te maken,
door op elke adres een welkomstbrief en
zonder loze beloften te doen.
-bloemetje achter te laten. Ervaringen na de
yy Onder de emotionele omstandigheden van
dijkverschuiving in Wilnis laten zien dat de
een evacuatie kan een lage taxatie van de
bevolking ook uitermate positief reageert op het beschikbaar stellen van een knipsel-
schade tot grote kritiek leiden. yy Niet alleen de evacuatie moet worden
krant, waarin de belangrijkste artikelen over
begeleid, ook bij de terugkeer moet de
het getroffen gebied zijn verzameld. Deze
overheid voor doelgroepen mogelijk het
communicatieactiviteiten vergen relatief weinig inzet van de gemeente, maar hebben
vervoer regelen. yy Nutsvoorzieningen, banken, supermarkten
een blijvend en positief effect op de beleving
en gezondheidszorg moeten eerst op orde
waarop de gemeente is omgegaan met het
zijn voordat de terugkeer kan worden
ongemak van een evacuatie.
gecommuniceerd, om te voorkomen dat
Media zullen in de aanloop naar het terug-
huisartsen niet bereikbaar zijn en super-
keerbesluit zoeken naar signalen dat de te-
markten nog niet voldoende bevoorraad
rugkeer aanstaande is. Zo zullen operationele
zijn.
details en het eerste besluit tot afschaling in de media veel worden bediscussieerd. In de nasleep zal de politieke verantwoor-
82
yy Vragen omtrent omzetschade en de in-
verwelkoming door de gemeente. Ervaringen
yy Verschaf informatie over het inschakelen van gas, water en licht. yy MKB’ers uit de regio verdienen speciale
ding centraal staan, alsmede het nut- en de
aandacht. Zij zullen bij een overstroming
noodzaak van de Veiligheidsregio als insti-
relatief hard getroffen worden (niet alleen
tuut, de interregionale samenwerking en de
het huis, maar ook de zaak) en financi-
aansturing vanuit ‘Den Haag’. De strijd over
ële moeilijkheden moeten overbruggen.
‘wie er de baas is’ (gemeente, provincie, regio
Tegelijkertijd spelen ze een grote rol in de
of rijk) en of alle partijen even competent
leefbaarheid van het gebied en zijn hun
zijn voor dergelijke crises, zal centraal staan.
bedrijven voor de mogelijke terugkeer van
In een later stadium zal ook de verantwoor-
alle bewoners erg belangrijk.
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Crisiscommunicatie per fase
83
84
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Over de auteurs
A. (Afke) Besselink (1982) is bestuurs
goed gaat en Als het dan toch gebeurt, twee
kundige en historicus. Sinds 2005 is zij
boeken waarin bestuurders aan het woord
verbonden aan het COT Instituut voor
komen over diverse crises die zij van nabij
Veiligheids- en Crisismanagement. Binnen
hebben meegemaakt. Vanuit het Bestuurlijk
het COT is zij anderhalf jaar assistent-
netwerk Crisisbeheersing was hij onder meer
editor van het wetenschappelijke tijdschrift
betrokken bij de organisatie van de conferen
‘Journal of Contingencies and Crisis Manage-
tie New Orleans. Lessons learned?, waarvan
ment’ geweest. Naast deze Leidraad heeft zij
hij tevens de auteur was van de notitie ‘Als
onder meer meegewerkt aan een onderzoek
het tóch gebeurt. Wat leert ons de overstro-
naar de basisvereisten voor rampenbestrij-
ming in New Orleans?’ De agenda voor de
ding in veiligheidsregio’s en ondersteunde
toekomst, die deel uitmaakte van de notitie,
ze bij v erschillende simulaties in de sector
heeft mede bijgedragen tot de vorming van
Opleiding, Oefening & Training van het COT.
de Taskforce Management Overstromingen.
Ook is zij betrokken bij het schrijven van
Tot juli 2007 was hij als senior onderzoeker/
een handleiding voor de nafase van over
adviseur werkzaam bij het COT Instituut voor
stromingen.
Veiligheids- en Crisismanagement, waar hij als deelprojectleider onder meer betrokken
Mr. drs. W. (Wouter) Jong (1972) is coör-
was bij opstellen van de Leidraad Voorlich-
dinator crisisbeheersing bij het Nederlands
ting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij
Genootschap van Burgemeesters (NGB). Hij
overstromingen in het kader van het project
is co-auteur van de publicaties Als dat maar
Leven met Water.
Over de auteurs
85
86
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Over het project ‘Leven met Water’
Leven met Water is een kennisimpulspro-
ligheid door oefenen en communicatie
gramma met als kernboodschappen: een
(contactpersoon Fred Havinga (fhavin-
nieuwe plek voor water, stimuleren van
[email protected]) van HKV Lijn in Water)
innovatief waterbeheer, ontwikkeling en versterking van de kennisinfrastructuur. Binnen het onderzoeksprogramma ‘Leven met Water’ is in de jaren 2005-2007 het onder-
4. Nazorg na evacuatie en overstroming (contactpersoon Elmi van den Braak (
[email protected]) van HKV Lijn in Water) 5. Oefeningen (contactpersoon Hanneke
zoek ‘Van dreigend hoogwater tot en met
Vreugdenhil (
[email protected]) van
evacuatie’ uitgevoerd. De stelling ‘evacueren
HKV Lijn in Water)
kun je leren’ was de centrale gedachte achter het project. Met dit project werd getracht
Voor het project is een website ingericht:
om te bereiken dat burgers en overheden
www.evacuerenkunjeleren.nl, waar de
zich bewuster voorbereiden op een eventuele
resultaten van de verschillende deelprojecten
overstroming. Centraal stond daarbij een
staan beschreven. Voor algemene informatie
simulatie-instrument waarmee evacuaties
over de geboekte resultaten kan contact
konden worden nagebootst.
worden opgenomen met Bas Kolen.
Van dreigend hoogwater tot en met evacuatie
Het project werd uitgevoerd door een consor-
had een doorlooptijd van twee jaar en stond
tium dat onder leiding stond van HKV Lijn
onder leiding van projectleider Bas Kolen
in Water. Als partners participeerden het COT
((
[email protected]) van HKV Lijn in Water). Het
Instituut voor Veiligheids- en Crisismanage-
project bestond uit de volgende vijf deelpro-
ment, Universiteit Twente vakgroep CTW,
jecten:
Universiteit Twente Afdeling Psychologie en
1. Ontwikkelen evacuatie-oefeninstrument
Communicatie van Gezondheid en Risico,
hoogwater en massaevacuatie (contact-
Regionaal expertisecentrum voorbereiding
persoon Bart Thonus (
[email protected])
crisisbeheersing van de regionale brandweer
van HKV Lijn in Water)
Amsterdam-Amstelland, Rijkswaterstaat
2. Handreiking crisiscommunicatie (contact-
DWW, provincie Zuid-Holland, provincie
persoon Afke Besselink (a.besselink@cot.
Utrecht, STOWA, Ministerie van Binnenlandse
nl) van COT Instituut voor Veiligheids- en
Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheids-
Crisismanagement)
regio Utrecht, Hoogheemraadschap van
3. Onderzoek naar verhoging van watervei-
Delfland en Kenniscentrum Impact.
Over het project ‘leven met water’
87
88
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Over de Taskforce Management Overstromingen
De Taskforce Management Overstromingen,
voorbereiding op een (dreigende) over
kortweg TMO, is door de regering ingesteld
stroming. TMO helpt waar mogelijk met de
om Nederland beter voor te bereiden op de
planvorming, het verstrekken van subsidies
gevolgen van een overstroming. Ons land
en het faciliteren van uitwisselen van kennis.
is nu nog onvoldoende ‘klaar’ voor een watersnoodramp. De regering heeft TMO
Deze leidraad is een van de producten die
daarom een reeks opdrachten gegeven om
TMO verspreidt om professionals in veilig-
de organisatie rondom een waterramp te
heidsregio’s, gemeenten en waterschappen
verbeteren. TMO bestaat uit de volgende
zo goed mogelijk te helpen bij de voorberei
leden: Jan Franssen, Commissaris van de
dingen op een overstromingsramp.
Koningin in Zuid-Holland (voorzitter), Albertine van Vliet-Kuiper, burgemeester van
De laatste grote activiteit van TMO is het
Amersfoort; Harry Keereweer, gedeputeerde
organiseren van de landelijke oefening
provincie Gelderland en Gerard Doornbos,
Waterproef in de week van 3 tot en met
dijkgraaf Hoogheemraadschap Rijnland.
7 november 2008. Per 31 december 2008 houdt de taskforce op te bestaan.
TMO helpt de veiligheidsregio’s, gemeenten en waterschappen met de organisatorische
Over de Taskforce Management Overstromingen
89
90
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Bronnenmateriaal
Brabants Dagblad en Eindhovens Dagblad,
Haagsche Courant, Goudse Courant, Waters-
Nederland vecht tegen water, Tilburg: 1995.
nood 1995, Nederland moest een beetje inschikken, Den Haag: 1995.
COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, Evacuaties bij Hoog Water:
HKV Lijn in Water, Doorbraak Katwijk, Monster
zelfredzaamheid en overheidszorg, Leiden/
en Alexanderpolder, Lelystad: 2006.
Rotterdam: 1995a. Jong, W. en R. Johannink, Als dat maar COT Instituut voor Veiligheids- en
goed gaat, bestuurlijke ervaringen met crises,
Crisismanagement, Bedrijven en de waterover-
Bestuurlijk Netwerk Crisisbeheersing,
last, Leiden/Rotterdam: 1995b.
Enschede: 2005
Davis, Tom, A failure of initiative. Februari 2006.
Jong, W. en R. Johannink, Als het dan toch gebeurt, bestuurlijke ervaringen met crises,
De Gelderlander, Op de vlucht voor het water,
Bestuurlijk Netwerk Crisisbeheersing,
Arnhem: 1995.
Enschede: 2007
Duin, M. van en A. Hendriks (red.), Waters-
Jong, W., Petit, M., Jochmann, J.,
nood 1995 - Een terugblik voor de toekomst,
Overheidscommunicatie als instrument in
Nederlands Instituut voor Brandweer en
“Infectieziektenbundel, Studies naar
Rampenbestrijding, juni 1995.
organisatie en werking in de praktijk” (onder red. van I. Helsloot en J.E. van
Expertisecentrum Risico- en Crisiscommuni-
Steenbergen), Boom Juridische Uitgevers,
catie, De acceptatie voorbij, Den Haag: 2005.
Den Haag, 2005.
Expertisecentrum Risico- en Crisiscommuni
Lee, Spike, When the levees broke, a requim in
catie, Risicoperceptie bij overstromingen in rela-
four acts, HBO: 2007 (documentaire)
tie tot Evacuatiebereidheid, Den Haag: 2006. Masters of Crisis and Disaster Management The federal response to hurricane Katrina
(bundeling afstudeerscripties vierde jaargang
(http://www.whitehouse.gov/reports/
MCDM), Water kent geen grenzen, Arnhem:
katrina-lessons-learned/).
2004.
Bronnenmateriaal
91
Masters of Crisis and Disaster Management (bundeling afstudeerscripties achtste jaargang MCDM), Nafase, Arnhem: 2008. Meurs, R. van, Hoog water. De macht van de boerenrepublieken in het rivierengebied, Herwijnen: 1996. Nationaal Rampenfonds, Nationaal aktieboek Watersnood 1995, Boxtel: 1995. Perry, R., Comprehensive emergency management - Evacuating threatened populations, Greenwich, 1985. Rosenthal, U. en P. ‘t Hart (Eds.), Flood Response and Crisis Management in Western Europe, Berlin: Springer-Verlag, 1997. Regtvoort, F., en Siepel, H. (2007). Risicoen crisiscommunicatie. Succesfactor in crisissituaties. Bussum: Uitgeverij Coutinho Rosenthal, U., Rampen, rellen, gijzelingen Crisisbesluitvorming in Nederland, Amsterdam, 1984. Ruler, van, B., Strategisch management van communicatie - introductie van het communicatiekruispunt, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten 1998 Scanion, T., Toxic Chemicals and emergency management - The evacuation of Mississauga, Ontorio, Canada, in: U. Rosenthal, M. Charles & P.’t Hart (eds.), Coping with crises -The management of disasters, riots and terrorism, Springfield, Illinois, 1989, pp. 303-323. Taskforce Management Overstromingen, Samen op de bres, Den Haag, 2008. TU Delft en HKV Lijn in Water, Twee jaar na Katrina, de catastrofale overstroming van New Orleans, Lelystad, 2007.
92
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Deel III Bijlagen 1. Scenario’s Ergst Denkbare Overstromingen 2. Q&A Crisiscommunicatie bij overstromingen 3. Internetlinks
Bijlagen
93
Bijlage 1
Scenario’s Ergst Denkbare Overstromingen
94
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Overstromingsscenario’s voor rampenplannen Benedenrivierengebied Nederland is heel goed beschermd tegen overstromingen. Toch zijn overstromingen niet uit te sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming in Nederland zijn? Welk gebied kan onder water komen te staan? Hoe snel verspreidt het water zich als een dijk het begeeft? En welke mogelijkheden zijn er om slachtoffers te beperken? Deze vragen zijn van belang voor overheden en hulpverleners die rampenplannen opstellen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke handelingen effectief zijn bij de rampenbestrijding. Dat kan alleen als er een goed beeld bestaat van de omstandigheden tijdens een overstroming. Maar een overstroming kan allerlei vormen aannemen. Rijkswaterstaat heeft daarom realistische scenario’s voor extreme overstromingen opgesteld: de ‘worst credible flood’ scenario’s. De Taskforce Management Overstroming (TMO) heeft de ‘worst credible flood’ scenario’s als uitgangspunt gekozen voor de landelijke overstromingsdreiging waar Nederland zich op voorbereidt. De naamgeving is hierbij aangepast tot de scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming. De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven de ergste overstromingen weer die experts nog enigszins reëel achten. De deskundigen hebben daarbij vooral gelet op het aantal mensen dat getroffen wordt, het verwachte aantal dodelijke slachtoffers en de omvang van het bedreigde gebied. De scenario’s beginnen met een weersverwachting enkele dagen voordat de dijken bezwijken en lopen door tot het water niet langer stijgt. Voor elk scenario zijn twee situaties uitgewerkt: de situatie met de huidige sterkte van de waterkeringen en de situatie in 2015, na afronding van verbeteringswerken zoals Ruimte voor de Rivier en Zwakke Schakels Kust. De scenario’s van de ergst denkbare overstromingen zijn ontwikkeld door de Waterdienst van Rijkswaterstaat. De scenario’s zijn bedoeld als ondersteuning in de preparatiefase van de veiligheidsketen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gebruiken de scenario’s bij het opstellen van draaiboeken voor hoogwater- en stormvloedcrises en het nationaal Responsplan hoogwater en overstromingen. De scenario’s zijn ook van belang voor de bovenregionale afstemming tussen de waterbeheerders en de partijen die betrokken zijn bij openbare orde en veiligheid.
14 15 20 25
16
11 21
22 23 24 35
34
Grens Nederland Overstroomde dijkringen Niet overstroomde dijkringen
Overstroomde dijkringen scenario Benedenrivierengebied
Scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming zijn opgesteld voor: • Westelijke kust • Noordelijke kust • IJsselmeergebied • Benedenrivierengebied • Rijn-Maas • Rijn-IJssel Voor elk scenario is een aparte brochure opgesteld. Deze brochure gaat over het scenario Benedenrivierengebied.
Bijlage 1
95
Experts bepalen de scenario’s Een overstroming kan oneindig veel vormen aannemen. Het is onmogelijk alle denkbare overstromingsscenario’s te doorgronden. Maar welk scenario vormt dan de beste basis voor de rampenbestrijding? De experts hebben voor het opstellen van de scenario’s van de ergst denkbare overstroming de aanpak gevolgd die gebruikelijk is in het vakgebied externe veiligheid. Uitgangspunt is de erkenning dat er weinig informatie beschikbaar is over extreme overstromingen. De nadruk ligt op het bereiken van consensus tussen experts over realistische extreme omstandigheden. De experts gebruiken daarbij natuurlijk wel de bestaande kennis, ervaringen en lessen uit historische gebeurtenissen. De experts die de overstromingscenario’s hebben opgesteld, hebben rekening gehouden met waterstandstatistieken, de toestand van waterkeringen, gebiedskenmerken, de maximale hoeveelheid rivierwater die vanuit het buitenland Nederland kan bereiken en de mechanismen die leiden tot het bezwijken van een waterkering. De omstandigheden waaronder waterkeringen op grote schaal bezwijken, verschillen per scenario. In de kustscenario’s vormt een stormvloed als gevolg van een wind met orkaankracht de grootste bedreiging voor waterkeringen. De ligging van de depressie bepaalt of het westelijke kustgebied wordt getroffen (van Zeeland tot en OVERSCHRIJDINGSKANS DIJKRINGGEBIEDEN
3
buitendijkse gebieden / uiterwaarden nummer dijkring
12
1
2
hoge gronden
IV
III
4
overschrijdingskans 1/1250 6
overschrijdingskans 1/2000 overschrijdingskans 1/4000
5
overschrijdingskans 1/10000
12 7
II
9
13 10 8
11
met Noord-Holland) of het noordelijk kustgebied (van de kop van Noord-Holland tot en met Groningen). Ook voor het IJsselmeergebied is een wind met orkaankracht de belangrijkste oorzaak van grootschalige overstromingen. In het rivierengebied worden hoge waterstanden veroorzaakt door extreme neerslag in het stroomgebied van de Maas en de Rijn. De hoge rivierafvoer kan een bedreiging vormen voor zowel het gebied langs de IJssel als het gebied langs de Waal. In het benedenrivierengebied spelen beide oorzaken een rol: daar vormt de combinatie van een minder extreme stormvloed met een minder extreme rivierafvoer een bedreiging. Daarom gelden voor de zes gebieden verschillende scenario’s van de ergst denkbare overstroming. Het laaggelegen deel van Nederland bestaat uit zogenaamde dijkringen: gebieden die geheel omringd zijn door primaire waterkeringen zoals dijken, duinen, dammen of kunstwerken. In totaal zijn er 99 dijkringen in Nederland. Als de waterkering rond de dijkring op enige plaats doorbreekt, zal de dijkring geheel of gedeeltelijk onder water stromen. Uit het verleden blijkt dat de dijken vrijwel altijd op meerdere plaatsen breken. In dat geval zal het achterliggende gebied sneller volstromen. De totale omvang van de overstroming hangt dan ook vooral af van het aantal dijkringen dat doorbreekt en het aantal bressen per dijkring. Experts van het Rijk, provincies en waterschappen hebben beoordeeld op welke locaties de waterkeringen kunnen doorbreken in een bepaald overstromingsscenario. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van de actuele kennis over de sterkte van de waterkeringen. Zo is verkend in welke realistische scenario’s het grootste aantal dijkringen getroffen wordt en de dijkringen het snelst volstromen. Deze scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven echter geen zekerheid welke dijkringen daadwerkelijk getroffen worden als een extreme situatie zich voordoet. Dat hangt af van veel onzekere factoren, zoals het weer en onvoorziene omstandigheden van waterkeringen.
53 46
52
50
45 47
15 19
I 26
29
18
20
34
28
27
41
24
38
49 48
43
16 21
25
51
44
14
42
36
35
VI
30 31
33
32
I II III IV V VI
V
Zuidelijk kustgebied Midden kustgebied Merengebied Noordelijk kustgebied Bovenrivierengebied Benedenrivierengebied
Gebiedsindeling bovenregionale overstromingen
96
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Benedenrivierengebied Het scenario voor het benedenrivierengebied omvat ZuidHolland, Zeeland, Noord-Brabant en Utrecht. De ergst denkbare overstroming ontstaat hier door de combinatie van een extreem hoge afvoer op de rivieren Rijn en Maas en een zeer zware storm. De waterstanden op zee zijn hoog, maar niet extreem hoog en daarom blijven de stormvloedkeringen open. De waterkeringen bezwijken dan op een groot aantal plaatsen. In totaal komen twaalf dijkringen geheel of gedeeltelijk onder water te staan. Een gebied van 1.930 vierkante kilometer overstroomt. Daar wonen 1,0 miljoen mensen. De schade loopt op tot 31 miljard euro.
Omgaan met een Ergst Denkbare Overstroming
Nazo rg
Structureel voorkomen van risicovolle situaties
Risico-reducerende maatregelen
Verantwoording, zorg en herstel & terugkeer naar normale situatie
Incident stabilisatie
pa re
ie rat
Re sp
ns
Rampenplannen: opleiding en oefening
P
o
Uit het scenario blijkt de omvang van het gebied dat voorafgaand aan de daadwerkelijke overstroming bedreigd wordt. Bij voldoende tijd kan worden besloten inwoners en vee uit het bedreigde gebied te evacueren of naar veilige plaatsen in het bedreigde gebied te brengen. Een belangrijk aandachtspunt is dat tijdens een overstroming voorzieningen kunnen uitvallen, zoals stroom en drinkwater. De gevolgen van een ergst denkbare overstroming zijn zo omvangrijk dat vrijwel geheel Nederland betrokken zal zijn bij de rampenbestrijding.
Pro-actie
e venti Pre
De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven een indruk van de omstandigheden tijdens een zeer ernstige overstroming. Opstellers van rampenplannen kunnen de informatie gebruiken bij de voorbereiding op overstromingen. Zij kunnen uit de scenario’s afleiden welke handelingen nodig en mogelijk zijn voorafgaand en tijdens een overstroming. Het zal onmogelijk zijn slachtoffers en schade tijdens een dergelijke ramp geheel te voorkomen, maar een goede voorbereiding kan de gevolgen wel beperken.
Veiligheidsketen
moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Een extreem hoge rivierafvoer is vaak meerdere dagen van tevoren te voorspellen. Het aantal dijkringen dat getroffen wordt door een overstroming, kan aanwijzingen geven voor de mogelijkheden van evacuatie en hulpverlening tijdens de overstroming: hoeveel vluchtwegen zijn beschikbaar in het rampgebied, hoeveel mensen zullen daar gebruik van willen maken en hoeveel tijd hebben ze daarvoor? Naarmate meer dijkringen getroffen worden en meer doorbraken per dijkring plaatsvinden, zullen de mogelijkheden voor evacuatie en hulpverlening kleiner zijn. 14 15 20 25
16
11 21
22 23 24
De omvang van het overstroomde gebied en de duur van de overstroming bepalen hoeveel inspanning en tijd na de overstroming nodig is om het gebied weer bereikbaar en bewoonbaar te maken.
35 34
Grens Nederland Bedreigde dijkringen Niet bedreigde dijkringen
Bedreigd gebied combinatie hoogwater en stormvloed
De omstandigheden die een overstroming veroorzaken, bepalen hoeveel tijd er is voor evacuatie voordat de overstroming optreedt. Voor dijkringgebieden die door stormvloeden bedreigd worden, is die tijd zeer beperkt, omdat een stormvloed meestal niet langer dan één tot anderhalve dag van tevoren te voorspellen is. De weersomstandigheden tijdens de stormvloed (wind met orkaankracht) zal evacuatie en hulpverlening bovendien zeer
De bedreiging voor het benedenrivierengebied is de combinatie van een extreme rivierafvoer en een storm langs de kust. Als er een concretere dreiging van overstroming is, maakt de Hoogwatergroep hoogwaterverwachtingen voor de Rijn. De stormvloed waarschuwingsdienst (SVSD) van Rijkswaterstaat levert samen met het KNMI de stormvloed verwachtingen. Naarmate het tijdstip van de mogelijke overstroming dichterbij komt worden deze hoogwaterverwachtingen steeds nauwkeuriger. Er kan steeds beter een beeld gevormd worden van de waterkeringen die het meest bedreigd worden. De rampenbestrijders kunnen daarmee ook de rampenbestrijding een steeds nauwkeuriger invulling geven.
Bijlage 1
97
B
e
n
e
d
e
n
r
i
v
De dag voor de overstroming is duidelijk dat het een noordwester storm betreft en dat deze samenvalt met de top van de hoogwatergolf op de rivier. De locaties van de dijkdoorbraken blijven tot op het laatste moment onzeker. Die zijn sterk afhankelijk van lokale weerseffecten en de actuele sterkte van de dijken.
Tien dagen voor de overstroming trekken continu depressies over het Rijnstroomgebied en volgen perioden van hevige neerslag elkaar op. Zeven dagen voordat de overstroming optreedt stijgen de waterstanden in Rijn en Maas gestaag. In de daarop volgende dagen zet de stijging door. De neerslagintensiteit blijft hoog en in Duitsland treden overstromingen op. Naar alle waarschijnlijkheid treedt ook in België en Frankrijk wateroverlast op. De weersverwachtingen geven aanhoudend neerslag. De trend in opeenvolgende hoogwaterverwachtingen duidt op extreem hoogwater op de rivier. De weersverwachtingen van het KNMI geven indicaties voor storm langs de Nederlandse kust.
Pas als daadwerkelijk dijkdoorbraken optreden, wordt het mogelijk de omvang van de overstroming in te schatten. De rampenbestrijding zal met deze onzekerheid om moeten gaan.
waterdiepte > 4 meter (10%)
Drie dagen voor de overstroming geeft de hoogwatergroep hoogwaterverwachtingen met een onzekerheid van 25 centimeter. De weersmodellen geven een toenemende kans op storm langs de kust, waar en hoe zwaar de storm zal zijn is nog niet duidelijk.
waterdiepte 0,01 – 1 meter (22%)
waterdiepte 3 – 4 meter (20%) waterdiepte 1 – 2 meter (18%) waterdiepte 2 – 3 meter (30%)
Twee dagen voor de overstroming wordt duidelijk in welk dagdeel de storm op zijn hevigst zal zijn. De waterstanden op de grote rivieren zijn extreem hoog en er wordt een verdere stijging verwacht.
Waterdiepte in het overstroomde gebied
VER
LOO
PO
VER
STR
OM
ING
NA
DOO
RBR
AAK
, SC
ENA
RIO
BEN
EDE
NRI
VIE
REN
GEB
4 uur
48 uur
1 week
48
96
168 Tijd in uren na overstroming
98
maximum 1930 km2
1460 km2
1280 km2
1050 km2
470 km2
30 km2 100 km2 190 km2 240 km2 290 km2
12 uur
1 4 8 12 16 24
i
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
IED
(HU
IDIG
E SI
TUA T
i
e
r
e
n
g
e
b
i
e
d
Gevolgen ‘Benedenrivierengebied’
tijd (dagen tot overstroming) 15
De ergst denkbare overstroming voor het benedenrivierengebied geeft het volgende beeld van de gevolgen:
14 13 Depressies met neerslag trekken continu over de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. Perioden van hevige neerslag volgen elkaar op.
12
10 9 8
7
Hoogwaterverwachtingen geven de eerste indicaties van hoogwater op de Rijn.
In de periode tot 7 dagen vóór een EDO geven opeenvolgende hoogwaterverwachtingen iets meer inzicht en zekerheid in de maximale hoogwaterstand.
6 Opeenvolgende depressies zorgen voor enorme wateroverlast in het Rijnstroomgebied. De waterstanden op de Rijn en de Maas nemen gestaag toe. De trend in opeenvolgende hoogwaterverwachtingen verloopt richting (extreem) hoogwater. Een zware storm is zich aan het ontwikkelen. Het is nog onduidelijk of hierdoor een bedreiging ontstaat voor de waterkeringen.
5
De neerslagactiviteit neemt niet af. In Duitsland treden overstromingen op, terwijl de waterstand in de rivieren blijft toenemen. Naar alle waarschijnlijkheid treedt ook in Frankrijk en België wateroverlast op. De weersverwachting geeft aanhoudend natte perioden aan. Er zijn indicaties van een storm op zee, maar onbekend is nog welk deel van Nederland wordt getroffen.
4
2
0 1
Overstroming
Doorbraak
1
De waterstandsverwachtingen worden door de Hoogwatergroep vrijgegeven en bevatten een onzekerheid van 25 centimeter.
•
•
•
•
Het dagdeel waarop de storm op zijn hevigst is, kan worden vastgesteld. Het is niet bekend in welke richting de storm zich verplaatst.
Het gebied dat waarschijnlijk het hevigst wordt getroffen is bekend.
orkaan
Korte termijn neerslag Korte termijn
3
• Va n ‘ b e s l u i t t o t e v a c u e r e n ’ t o t ‘ u i t v o e r i n g e v a c u a t i e ’
Middellange termijn neerslag Middellange termijn
11
De waterstandsverwachtingen op de rivier van de Hoogwatergroep hebben een onzekerheid van 10 centimeter. De waterstand langs de kust kan met 20 cm onzekerheid worden bepaald. De locaties van de doorbraken zijn bekend
Tijdlijn neerslagverwachting van ergst denkbare overstroming (EDO)
TIE)
• •
Grote delen van Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Utrecht overstromen. Binnen acht uur staat 190 vierkante kilometer onder water; daar wonen 110 duizend mensen. Na een dag is ruim 470 vierkante kilometer overstroomd en zijn 250 duizend inwoners getroffen. Binnen vier dagen staat meer dan 1.200 vierkante kilometer onder water, waar 626 duizend mensen wonen. Als de overstroming zijn maximale omvang bereikt, staat een gebied van 1.930 vierkante kilometer onder water. Daar wonen ongeveer 969 duizend mensen. De waterdiepte in de overstroomde dijkringen varieert. In 60 procent van het overstroomde gebied staat uiteindelijk meer dan twee meter water. Deskundigen schatten dat 50 procent van de inwoners tijdig het gebied kan verlaten. De evacuatieprocedure kan redelijk vroeg worden ingezet op grond van het voorspelde hoogwater op de rivieren maar wordt bemoeilijk, zo niet belet, door de wind met orkaankracht. Tijdsduur [uren]
Getroffenen [x1000 personen]
Schade [Miljard euro’s]
1 4 8 12 16 24 48 4 dagen 168 (week) Maximum
8 52 112 144 161 252 501 626 765 969
0 2 5 7 9 13 22 31 40 51
Zo’n 3.060 mensen zullen de overstroming niet overleven, dat is 0,32 procent van het aantal inwoners. De schade bedraagt na acht uur 5 miljard euro. Na een dag is de schade opgelopen tot 13 miljard euro en na vier dagen tot 31 miljard euro. De maximale schade bedraagt 51 miljard euro. Varianten (969.000 getroffenen)
Dodelijke slachtoffers
Mortaliteitspercentage
0% evacuatie 50% evacuatie
6.110 3.060
0,63% 0,32%
Maximum waterdiepte
Bijlage 1
99
Handelingsperspectief In geval van een ergst denkbare overstroming in het benedenrivierengebied is er beperkte tijd om mensen in veiligheid te brengen. De hevige neerslag en de storm op zee zullen de evacuatie moeilijk maken. Ook kunnen vitale voorzieningen door de storm en de overstroming uitvallen, zoals stroom, drinkwater en telefoonverbindingen. Daarnaast zal het zeer druk zijn op de wegen, gezien de omvang van het bedreigde gebied. Vanwege de beperkte tijd is het van groot belang dat inwoners altijd goed geïnformeerd zijn over de handelingen die zij kunnen verrichten in geval van een overstroming. Dit kan bijvoorbeeld door per postcodegebied bekend te maken of mensen bij een dreigende overstroming het beste thuis kunnen blijven (inwoners van een voldoende hoog gebouw), naar een hooggelegen gebied of vluchtplaats in de buurt kunnen vluchten of moeten evacueren.
Colofon Rijkswaterstaat Waterdienst Zuiderwagenplein 2 0320-298442 Contactpersoon: Aad Dollee tekst: redactie: vormgeving: druk:
100
HKV LIJN IN WATER, Lelystad Met Andere Woorden, Arnhem Dratex, Lelystad Drukkerij Feiko Stevens, Emmeloord
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Vijf dagen voordat een overstroming kan optreden, ontstaan de eerste aanwijzingen voor overstromingsdreiging. Op basis daarvan kunnen rampenbestrijders voorbereidingen treffen die zij vooraf in rampenplannen hebben uitgewerkt. Zij kunnen bijvoorbeeld vluchtplaatsen inrichten, voedsel- en drinkwatervoorraden aanleggen, burgers waarschuwen, hulpverlening mobiliseren, hulpmaterieel klaarzetten en festivals of andere grote bijeenkomsten afblazen. Ook kan besloten worden tot evacuatie van het bedreigde gebied. Dat gebied is vijf dagen van tevoren echter nog zeer groot: het omvat het gehele benedenrivierengebied.
Overstromingsscenario’s voor rampenplannen IJsselmeergebied Nederland is heel goed beschermd tegen overstromingen. Toch zijn overstromingen niet uit te sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming in Nederland zijn? Welk gebied kan onder water komen te staan? Hoe snel verspreidt het water zich als een dijk het begeeft? En welke mogelijkheden zijn er om slachtoffers te beperken? Deze vragen zijn van belang voor overheden en hulpverleners die rampenplannen opstellen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke handelingen effectief zijn bij de rampenbestrijding. Dat kan alleen als er een goed beeld bestaat van de omstandigheden tijdens een overstroming. Maar een overstroming kan allerlei vormen aannemen. Rijkswaterstaat heeft daarom realistische scenario’s voor extreme overstromingen opgesteld: de ‘worst credible flood’ scenario’s. De Taskforce Management Overstroming (TMO) heeft de ‘worst credible flood’ scenario’s als uitgangspunt gekozen voor de landelijke overstromingsdreiging waar Nederland zich op voorbereidt. De naamgeving is hierbij aangepast tot de scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming. De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven de ergste overstromingen weer die experts nog enigszins reëel achten. De deskundigen hebben daarbij vooral gelet op het aantal mensen dat getroffen wordt, het verwachte aantal dodelijke slachtoffers en de omvang van het bedreigde gebied. De scenario’s beginnen met een weersverwachting enkele dagen voordat de dijken bezwijken en lopen door tot het water niet langer stijgt. Voor elk scenario zijn twee situaties uitgewerkt: de situatie met de huidige sterkte van de waterkeringen en de situatie in 2015, na afronding van verbeteringswerken zoals Ruimte voor de Rivier en Zwakke Schakels Kust. De scenario’s van de ergst denkbare overstromingen zijn ontwikkeld door de Waterdienst van Rijkswaterstaat. De scenario’s zijn bedoeld als ondersteuning in de preparatiefase van de veiligheidsketen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gebruiken de scenario’s bij het opstellen van draaiboeken voor hoogwater- en stormvloedcrises en het nationaal Responsplan hoogwater en overstromingen. De scenario’s zijn ook van belang voor de bovenregionale afstemming tussen de waterbeheerders en de partijen die betrokken zijn bij openbare orde en veiligheid.
8
46 45
Grens Nederland Overstroomde dijkringen Niet overstroomde dijkringen
Overstroomde dijkringen scenario IJsselmeergebied
Scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming zijn opgesteld voor: • Westelijke kust • Noordelijke kust • IJsselmeergebied • Benedenrivierengebied • Rijn-Maas • Rijn-IJssel Voor elk scenario is een aparte brochure opgesteld. Deze brochure gaat over het scenario IJsselmeergebied.
Bijlage 1
101
Experts bepalen de scenario’s Een overstroming kan oneindig veel vormen aannemen. Het is onmogelijk alle denkbare overstromingsscenario’s te doorgronden. Maar welk scenario vormt dan de beste basis voor de rampenbestrijding? De experts hebben voor het opstellen van de scenario’s van de ergst denkbare overstroming de aanpak gevolgd die gebruikelijk is in het vakgebied externe veiligheid. Uitgangspunt is de erkenning dat er weinig informatie beschikbaar is over extreme overstromingen. De nadruk ligt op het bereiken van consensus tussen experts over realistische extreme omstandigheden. De experts gebruiken daarbij natuurlijk wel de bestaande kennis, ervaringen en lessen uit historische gebeurtenissen. De experts die de overstromingscenario’s hebben opgesteld, hebben rekening gehouden met waterstandstatistieken, de toestand van waterkeringen, gebiedskenmerken, de maximale hoeveelheid rivierwater die vanuit het buitenland Nederland kan bereiken en de mechanismen die leiden tot het bezwijken van een waterkering. De omstandigheden waaronder waterkeringen op grote schaal bezwijken, verschillen per scenario. In de kustscenario’s vormt een stormvloed als gevolg van een wind met orkaankracht de grootste bedreiging voor waterkeringen. De ligging van de depressie bepaalt of het westelijke kustgebied wordt getroffen (van Zeeland tot en OVERSCHRIJDINGSKANS DIJKRINGGEBIEDEN
3
buitendijkse gebieden / uiterwaarden nummer dijkring
12
IV
1
2
hoge gronden
III
4
overschrijdingskans 1/1250 6
overschrijdingskans 1/2000 overschrijdingskans 1/4000
5
overschrijdingskans 1/10000
12 7
II
9
13 10 8
11
met Noord-Holland) of het noordelijk kustgebied (van de kop van Noord-Holland tot en met Groningen). Ook voor het IJsselmeergebied is een wind met orkaankracht de belangrijkste oorzaak van grootschalige overstromingen. In het rivierengebied worden hoge waterstanden veroorzaakt door extreme neerslag in het stroomgebied van de Maas en de Rijn. De hoge rivierafvoer kan een bedreiging vormen voor zowel het gebied langs de IJssel als het gebied langs de Waal. In het benedenrivierengebied spelen beide oorzaken een rol: daar vormt de combinatie van een minder extreme stormvloed met een minder extreme rivierafvoer een bedreiging. Daarom gelden voor de zes gebieden verschillende scenario’s van de ergst denkbare overstroming. Het laaggelegen deel van Nederland bestaat uit zogenaamde dijkringen: gebieden die geheel omringd zijn door primaire waterkeringen zoals dijken, duinen, dammen of kunstwerken. In totaal zijn er 99 dijkringen in Nederland. Als de waterkering rond de dijkring op enige plaats doorbreekt, zal de dijkring geheel of gedeeltelijk onder water stromen. Uit het verleden blijkt dat de dijken vrijwel altijd op meerdere plaatsen breken. In dat geval zal het achterliggende gebied sneller volstromen. De totale omvang van de overstroming hangt dan ook vooral af van het aantal dijkringen dat doorbreekt en het aantal bressen per dijkring. Experts van het Rijk, provincies en waterschappen hebben beoordeeld op welke locaties de waterkeringen kunnen doorbreken in een bepaald overstromingsscenario. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van de actuele kennis over de sterkte van de waterkeringen. Zo is verkend in welke realistische scenario’s het grootste aantal dijkringen getroffen wordt en de dijkringen het snelst volstromen. Deze scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven echter geen zekerheid welke dijkringen daadwerkelijk getroffen worden als een extreme situatie zich voordoet. Dat hangt af van veel onzekere factoren, zoals het weer en onvoorziene omstandigheden van waterkeringen.
53 46
52
50
45 47
15 19
I 26
29
18
20
34
28
27
41
24
38
49 48
43
16 21
25
51
44
14
42
36
35
VI
30 31
33
32
I II III IV V VI
V
Zuidelijk kustgebied Midden kustgebied Merengebied Noordelijk kustgebied Bovenrivierengebied Benedenrivierengebied
Gebiedsindeling bovenregionale overstromingen
102
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
IJsselmeergebied Het scenario voor het IJsselmeergebied omvat Flevoland en de Geldersche Vallei. De ergst denkbare overstroming ontstaat hier als een depressie met winden van orkaankracht over de Noordzee trekt en ten minste anderhalve dag aanhoudt. Hierdoor ontstaan grote windsnelheden aan de Nederlandse kust en op het IJsselmeer die hoge waterstanden veroorzaken. Deze situatie treedt gemiddeld eenmaal per honderdduizend jaar op. De waterkeringen bezwijken dan op een groot aantal plaatsen. In totaal komen drie dijkringen geheel of gedeeltelijk onder water te staan. Een gebied van 1.050 vierkante kilometer overstroomt. Daar wonen 0,3 miljoen mensen. De schade loopt op tot 19 miljard euro.
Omgaan met een Ergst Denkbare Overstroming
Nazo rg
Structureel voorkomen van risicovolle situaties
Risico-reducerende maatregelen
Verantwoording, zorg en herstel & terugkeer naar normale situatie
Incident stabilisatie
pa re
ie rat
Re sp
ns
Rampenplannen: opleiding en oefening
P
o
Uit het scenario blijkt de omvang van het gebied dat voorafgaand aan de daadwerkelijke overstroming bedreigd wordt. Bij voldoende tijd kan worden besloten inwoners en vee uit het bedreigde gebied te evacueren of naar veilige plaatsen in het bedreigde gebied te brengen. Een belangrijk aandachtspunt is dat tijdens een overstroming voorzieningen kunnen uitvallen, zoals stroom en drinkwater. De gevolgen van een ergst denkbare overstroming zijn zo omvangrijk dat vrijwel geheel Nederland betrokken zal zijn bij de rampenbestrijding.
Pro-actie
e venti Pre
De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven een indruk van de omstandigheden tijdens een zeer ernstige overstroming. Opstellers van rampenplannen kunnen de informatie gebruiken bij de voorbereiding op overstromingen. Zij kunnen uit de scenario’s afleiden welke handelingen nodig en mogelijk zijn voorafgaand en tijdens een overstroming. Het zal onmogelijk zijn slachtoffers en schade tijdens een dergelijke ramp geheel te voorkomen, maar een goede voorbereiding kan de gevolgen wel beperken.
Veiligheidsketen
moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Een extreem hoge rivierafvoer is vaak meerdere dagen van tevoren te voorspellen.
7
8
10 11
46 45
Grens Nederland Bedreigde dijkringen Niet bedreigde dijkringen
Bedreigd gebied meren
De omstandigheden die een overstroming veroorzaken, bepalen hoeveel tijd er is voor evacuatie voordat de overstroming optreedt. Voor dijkringgebieden die door stormvloeden bedreigd worden, is die tijd zeer beperkt, omdat een stormvloed meestal niet langer dan één tot anderhalve dag van tevoren te voorspellen is. De weersomstandigheden tijdens de stormvloed (wind met orkaankracht) zal evacuatie en hulpverlening bovendien zeer
Het aantal dijkringen dat getroffen wordt door een overstroming, kan aanwijzingen geven voor de mogelijkheden van evacuatie en hulpverlening tijdens de overstroming: hoeveel vluchtwegen zijn beschikbaar in het rampgebied, hoeveel mensen zullen daar gebruik van willen maken en hoeveel tijd hebben ze daarvoor? Naarmate meer dijkringen getroffen worden en meer doorbraken per dijkring plaatsvinden, zullen de mogelijkheden voor evacuatie en hulpverlening kleiner zijn. De omvang van het overstroomde gebied en de duur van de overstroming bepalen hoeveel inspanning en tijd na de overstroming nodig is om het gebied weer bereikbaar en bewoonbaar te maken. Met de scenario’s voor de ergst denkbare overstroming kunnen de rampenbestrijders in algemene zin op deze informatie inspelen. De scenario’s geven echter geen uitsluitsel over de dijkringen die droog blijven of onder water komen te staan. Als er een concrete dreiging van een overstroming is, maakt de Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD) van Rijkswaterstaat in samenwerking met het KNMI stormvloedverwachtingen. Naarmate het tijdstip van de mogelijke overstroming dichterbij komt, worden deze stormvloedverwachtingen steeds nauwkeuriger. Er ontstaat een steeds beter beeld van de waterkeringen die het meest bedreigd worden. De rampenbestrijders kunnen daarmee ook de rampenbestrijding een steeds nauwkeuriger invulling geven.
Bijlage 1
103
I
J
s
s
e
l
m
e
Eén dag van tevoren is duidelijk waar de kern van de depressie naartoe gaat. De locaties van de dijkdoorbraken blijven tot het laatste moment onzeker. Die zijn sterk afhankelijk van lokale weerseffecten en de actuele sterkte van de dijken. Pas als daadwerkelijk dijkdoorbraken optreden, wordt het mogelijk de omvang van de overstroming te schatten. De rampenbestrijding zal met deze onzekerheid om moeten gaan.
Tien dagen voor de overstroming, ziet het KNMI in het patroon van depressies de eerste aanwijzingen voor een storm met orkaankracht. Met behulp van deze gegevens is het mogelijk om een eerste indicatie te geven van extreem hoge waterstanden en golven. In de daarop volgende dagen werken deze aanwijzingen steeds duidelijker door in weersverwachtingen. Het is dan nog heel onzeker hoe de storm zich bij de Nederlandse kust zal ontwikkelen. Vijf dagen voordat de overstroming optreedt, geven de modellen aan dat de kans op extreme hoge waterstanden nog steeds kleiner is dan 20%. Evacuatie op dat moment zal in vier van de vijf keer achteraf gezien niet nodig zijn. Het is zelfs waarschijnlijk dat de weersomstandigheden vijf dagen later niet meer zo extreem zijn.
waterdiepte 0,01 – 1 meter (5%) waterdiepte > 4 meter (17%)
Pas twee dagen voor de overstroming is de weersverwachting betrouwbaar genoeg om de waterstands- en golfverwachtingen langs de kust met voldoende nauwkeurigheid te geven. Op dat moment is het zeker dat de kust zwaar belast wordt en dat een overstroming dreigt. Maar het is nog niet duidelijk welke dijkringgebieden langs het IJsselmeer getroffen worden.
waterdiepte 1 – 2 meter (10%)
waterdiepte 2 – 3 meter (19%) waterdiepte 3 – 4 meter (49%)
Waterdiepte in het overstroomde gebied
VER
LOO
PO
VER
STR
OM
ING
NA
DOO
RBR
AAK
, SC
ENA
RIO
IJSS
ELM
EER
GEB
4 uur
1 4 8 12 16 24
maximum 1050 km2
1050 km2
1010 km2
840 km2
50 km2 210 km2 390 km2 540 km2 650 km2
12 uur
1 week
48
168 Tijd in uren na overstroming
104
48 uur
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
IED
(HU
IDIG
E SI
TUA T
e
r
g
e
b
i
e
d
Gevolgen ‘IJsselmeergebied’
tijd (dagen tot overstroming) 15
In de huidige situatie geeft de ergst denkbare overstroming voor het IJsselmeergebied het volgende beeld van de gevolgen:
14 13 12
•
10
8
‘besluit
9
Meteorologen vinden de eerste indicaties van een storm die kan leiden tot een EDO in het zeegebied bij IJsland.
Va n
Middellange termijn
11
•
tot
Weerprognoses blijven onzeker over het optreden van een extreme storm.
e v a c ue r e n’
7
6
3
•
Het gebied dat waarschijnlijk het hevigst wordt getroffen is bekend.
Overstroming
orkaan
Korte termijn
Doorbraak
1
1
•
Het dagdeel waarop de storm op zijn hevigst is, kan worden vastgesteld. Het is niet bekend in welke richting de storm zich verplaatst.
2
0
Het beeld is hetzelfde als 4 dagen van tevoren. De bevestiging neemt toe, de onzekerheid blijft echter groot.
evacuatie’
4
Er zijn indicaties dat extreem zwaar weer op komst is, maar onbekend is nog welk deel van Nederland wordt getroffen.
‘ ui t v oe r i ng
5
•
t ot
Een zware storm is zich aan het ontwikkelen. Het is nog onduidelijk of hierdoor een bedreiging ontstaat voor de waterkeringen.
De waterstand kan met 20 cm onzekerheid worden bepaald.
De locaties van de doorbraken zijn bekend
Tijdlijn stormvloedverwachting van ergst denkbare overstroming (EDO)
TIE)
• •
In Flevoland en het noordelijke gedeelte van de Gelderse Vallei vinden overstromingen plaats. De polder komt volledig onder water te staan. In de Gelderse Vallei blijft de overstroming beperkt. Binnen acht uur staat 390 vierkante kilometer onder water; daar wonen 102 duizend mensen. Na een dag is ruim 800 vierkante kilometer overstroomd en zijn 230 duizend inwoners getroffen. Binnen twee dagen staat meer dan 1.000 vierkante kilometer onder water, daar waar 270 duizend mensen wonen. Als de overstroming zijn maximale omvang bereikt, staat een gebied van 1.050 vierkante kilometer onder water. Ongeveer 276 duizend inwoners zijn getroffen. De waterdiepte in de overstroomde dijkringen varieert. In 85 procent van het overstroomde gebied staat uiteindelijk meer dan twee meter water. Deskundigen schatten dat 50 procent van de inwoners tijdig het gebied kan verlaten, ondanks het feit dat de ontwikkeling van de wind tot orkaankracht zo kort van tevoren te voorspellen is en het water zich snel verspreidt. Tijdsduur [uren]
Getroffenen [x1000 personen]
Schade [Miljard euro’s]
1 4 8 12 16 24 48 168 (week) Maximum
9 59 102 159 192 226 266 276 276
0.2 1 3 5 6 9 12 19 19
Er vallen 950 dodelijke slachtoffers als gevolg van de overstroming. Dat is 0,34 procent van het aantal inwoners. De schade bedraagt na acht uur 3 miljard euro. Na een dag is de schade opgelopen tot 9 miljard euro en na twee dagen tot 12 miljard euro. De maximale schade bedraagt 19 miljard euro. Varianten (276.000 getroffenen)
Dodelijke slachtoffers
Mortaliteitspercentage
0% evacuatie 50% evacuatie
1.900 950
0,69% 0,34%
Maximum waterdiepte
Bijlage 1
105
Handelingsperspectief In geval van een ergst denkbare overstroming in het IJsselmeergebied is er beperkte tijd om mensen in veiligheid te brengen. Door de wind met orkaankracht wordt de hulpverlening ernstig gehinderd, zoniet onmogelijk. Ook kunnen vitale voorzieningen door de storm en de overstroming uitvallen, zoals stroom, drinkwater en telefoonverbindingen. Toch zijn er mogelijkheden om de gevolgen van de overstroming te beperken. Vanwege de beperkte tijd is het van groot belang dat inwoners altijd goed geïnformeerd zijn over de handelingen die zij kunnen verrichten in geval van een overstroming. Dit kan bijvoorbeeld door per postcodegebied bekend te maken of mensen bij een dreigende overstroming het beste thuis kunnen blijven (inwoners van een voldoende hoog gebouw) of naar een hooggelegen gebied of vluchtplaats moeten vluchten.
Colofon Rijkswaterstaat Waterdienst Zuiderwagenplein 2 0320-298442 Contactpersoon: Aad Dollee tekst: redactie: vormgeving: druk:
106
HKV LIJN IN WATER, Lelystad Met Andere Woorden, Arnhem Dratex, Lelystad Drukkerij Feiko Stevens, Emmeloord
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Vijf dagen voordat een overstroming kan optreden, ontstaan de eerste aanwijzingen voor overstromingsdreiging. Op basis daarvan kunnen rampenbestrijders voorbereidingen treffen die zij vooraf in rampenplannen hebben uitgewerkt. Zij kunnen bijvoorbeeld vluchtplaatsen inrichten, voedsel- en drinkwatervoorraden aanleggen, burgers waarschuwen, hulpverlening mobiliseren, hulpmaterieel klaarzetten en festivals of andere grote bijeenkomsten afblazen. Ook kan besloten worden tot evacuatie van het bedreigde gebied. Dat gebied is vijf dagen van tevoren echter nog zeer groot: het omvat zowel Flevoland, de IJsseldelta, de Geldersche Vallei als de Noordoostpolder.
Overstromingsscenario’s voor rampenplannen Noordelijke kust Nederland is heel goed beschermd tegen overstromingen. Toch zijn overstromingen niet uit te sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming in Nederland zijn? Welk gebied kan onder water komen te staan? Hoe snel verspreidt het water zich als een dijk het begeeft? En welke mogelijkheden zijn er om slachtoffers te beperken? Deze vragen zijn van belang voor overheden en hulpverleners die rampenplannen opstellen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke handelingen effectief zijn bij de rampenbestrijding. Dat kan alleen als er een goed beeld bestaat van de omstandigheden tijdens een overstroming. Maar een overstroming kan allerlei vormen aannemen. Rijkswaterstaat heeft daarom realistische scenario’s voor extreme overstromingen opgesteld: de ‘worst credible flood’ scenario’s. De Taskforce Management Overstroming (TMO) heeft de ‘worst credible flood’ scenario’s als uitgangspunt gekozen voor de landelijke overstromingsdreiging waar Nederland zich op voorbereidt. De naamgeving is hierbij aangepast tot de scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming. De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven de ergste overstromingen weer die experts nog enigszins reëel achten. De deskundigen hebben daarbij vooral gelet op het aantal mensen dat getroffen wordt, het verwachte aantal dodelijke slachtoffers en de omvang van het bedreigde gebied. De scenario’s beginnen met een weersverwachting enkele dagen voordat de dijken bezwijken en lopen door tot het water niet langer stijgt. Voor elk scenario zijn twee situaties uitgewerkt: de situatie met de huidige sterkte van de waterkeringen en de situatie in 2015, na afronding van verbeteringswerken zoals Ruimte voor de Rivier en Zwakke Schakels Kust. De scenario’s van de ergst denkbare overstromingen zijn ontwikkeld door de Waterdienst van Rijkswaterstaat. De scenario’s zijn bedoeld als ondersteuning in de preparatiefase van de veiligheidsketen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gebruiken de scenario’s bij het opstellen van draaiboeken voor hoogwater- en stormvloedcrises en het nationaal Responsplan hoogwater en overstromingen. De scenario’s zijn ook van belang voor de bovenregionale afstemming tussen de waterbeheerders en de partijen die betrokken zijn bij openbare orde en veiligheid.
5
6
12
13
10 8
11
Grens Nederland Overstroomde dijkringen Niet overstroomde dijkringen
Overstroomde dijkringen scenario noordelijke kust
Scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming zijn opgesteld voor: • Westelijke kust • Noordelijke kust • IJsselmeergebied • Benedenrivierengebied • Rijn-Maas • Rijn-IJssel Voor elk scenario is een aparte brochure opgesteld. Deze brochure gaat over het scenario Noordelijke Kust.
Bijlage 1
107
Experts bepalen de scenario’s Een overstroming kan oneindig veel vormen aannemen. Het is onmogelijk alle denkbare overstromingsscenario’s te doorgronden. Maar welk scenario vormt dan de beste basis voor de rampenbestrijding? De experts hebben voor het opstellen van de scenario’s van de ergst denkbare overstroming de aanpak gevolgd die gebruikelijk is in het vakgebied externe veiligheid. Uitgangspunt is de erkenning dat er weinig informatie beschikbaar is over extreme overstromingen. De nadruk ligt op het bereiken van consensus tussen experts over realistische extreme omstandigheden. De experts gebruiken daarbij natuurlijk wel de bestaande kennis, ervaringen en lessen uit historische gebeurtenissen. De experts die de overstromingscenario’s hebben opgesteld, hebben rekening gehouden met waterstandstatistieken, de toestand van waterkeringen, gebiedskenmerken, de maximale hoeveelheid rivierwater die vanuit het buitenland Nederland kan bereiken en de mechanismen die leiden tot het bezwijken van een waterkering. De omstandigheden waaronder waterkeringen op grote schaal bezwijken, verschillen per scenario. In de kustscenario’s vormt een stormvloed als gevolg van een wind met orkaankracht de grootste bedreiging voor de waterkeringen. De ligging van de depressie bepaalt of het westelijke kustgebied wordt getroffen (van Zeeland OVERSCHRIJDINGSKANS DIJKRINGGEBIEDEN
3
buitendijkse gebieden / uiterwaarden nummer dijkring
12
1
2
hoge gronden
IV
III
4
overschrijdingskans 1/1250 6
overschrijdingskans 1/2000 overschrijdingskans 1/4000
5
overschrijdingskans 1/10000
tot en met Noord-Holland) of het noordelijk kustgebied (van de kop van Noord-Holland tot en met Groningen). Ook voor het IJsselmeergebied is een wind met orkaankracht de belangrijkste oorzaak van grootschalige overstromingen. In het rivierengebied worden hoge waterstanden veroorzaakt door extreme neerslag in het stroomgebied van de Maas en de Rijn. De hoge rivierafvoer kan een bedreiging vormen voor zowel het gebied langs de IJssel als het gebied langs de Waal. In het benedenrivierengebied spelen beide oorzaken een rol: daar vormt de combinatie van een minder extreme stormvloed met een minder extreme rivierafvoer een bedreiging. Daarom gelden voor de zes gebieden verschillende scenario’s van de ergst denkbare overstroming. Het laaggelegen deel van Nederland bestaat uit zogenaamde dijkringen: gebieden die geheel omringd zijn door primaire waterkeringen zoals dijken, duinen, dammen of kunstwerken. In totaal zijn er 99 dijkringen in Nederland. Als de waterkering rond de dijkring op enige plaats doorbreekt, zal de dijkring geheel of gedeeltelijk onder water stromen. Uit het verleden blijkt dat de dijken vrijwel altijd op meerdere plaatsen breken. In dat geval zal het achterliggende gebied sneller volstromen. De totale omvang van de overstroming hangt dan ook vooral af van het aantal dijkringen dat doorbreekt en het aantal bressen per dijkring. Experts van het Rijk, provincies en waterschappen hebben beoordeeld op welke locaties de waterkeringen kunnen doorbreken in een bepaald overstromingsscenario. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van de actuele kennis over de sterkte van de waterkeringen. Zo is verkend in welke realistische scenario’s het grootste aantal dijkringen getroffen wordt en de dijkringen het snelst volstromen.
12 7
II
9
13 10 8
11 53
46
52
50
45 47
15 19
I
18
20
26
25
34
28
27
29
41
24
38
49 48
43
16 21
51
44
14
42
36
35
VI
30 31
33
32
I II III IV V VI
V
Zuidelijk kustgebied Midden kustgebied Merengebied Noordelijk kustgebied Bovenrivierengebied Benedenrivierengebied
Gebiedsindeling bovenregionale overstromingen
108
Deze scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven echter geen zekerheid welke dijkringen daadwerkelijk getroffen worden als een extreme situatie zich voordoet. Dat hangt af van veel onzekere factoren, zoals het weer en onvoorziene omstandigheden van waterkeringen.
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Noordelijke kust Het scenario van de noordelijke kust omvat de kust van NoordHolland, de Waddenkust en het IJsselmeer. De ergst denkbare overstroming ontstaat hier als een depressie met winden van orkaankracht over de Noordzee richting Denemarken trekt en ten minste anderhalve dag aanhoudt. Hierdoor ontstaan grote windsnelheden aan de Nederlandse kust, die hoge waterstanden veroorzaken. Deze situatie treedt gemiddeld eenmaal per honderdduizend jaar op. De waterkeringen bezwijken dan op een groot aantal plaatsen. In totaal komen zes dijkringen geheel of gedeeltelijk onder water te staan. Een gebied van 4.600 vierkante kilometer overstroomt. Daar wonen 0,9 miljoen mensen. De schade loopt op tot 40 miljard euro.
Omgaan met een Ergst Denkbare Overstroming
12 7 13
10 8
14
11
44
20 26 29
28 30
25 27
31
32
Grens Nederland Bedreigde dijkringen Niet bedreigde dijkringen
Bedreigd gebied bij stormvloed
De omstandigheden die een overstroming veroorzaken, bepalen hoeveel tijd er is voor evacuatie voordat de overstroming optreedt. Voor dijkringgebieden die door stormvloeden bedreigd worden, is die tijd zeer beperkt, omdat een stormvloed meestal niet langer dan één tot anderhalve dag van tevoren te voorspellen is. De weersomstandigheden tijdens de stormvloed (wind met orkaankracht) zal evacuatie en hulpverlening bovendien zeer
Nazo rg
ns
o
6
Incident stabilisatie
Re sp
5
Rampenplannen: opleiding en oefening
ie rat
4
Risico-reducerende maatregelen
Verantwoording, zorg en herstel & terugkeer naar normale situatie
pa re
1
2
3
Structureel voorkomen van risicovolle situaties
P
Uit het scenario blijkt de omvang van het gebied dat voorafgaand aan de daadwerkelijke overstroming bedreigd wordt. Bij voldoende tijd kan worden besloten inwoners en vee uit het bedreigde gebied te evacueren of naar veilige plaatsen in het bedreigde gebied te brengen. Een belangrijk aandachtspunt is dat tijdens een overstroming voorzieningen kunnen uitvallen, zoals stroom en drinkwater. De gevolgen van een ergst denkbare overstroming zijn zo omvangrijk dat vrijwel geheel Nederland betrokken zal zijn bij de rampenbestrijding.
Pro-actie
e venti Pre
De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven een indruk van de omstandigheden tijdens een zeer ernstige overstroming. Opstellers van rampenplannen kunnen de informatie gebruiken bij de voorbereiding op overstromingen. Zij kunnen uit de scenario’s afleiden welke handelingen nodig en mogelijk zijn voorafgaand en tijdens een overstroming. Het zal onmogelijk zijn slachtoffers en schade tijdens een dergelijke ramp geheel te voorkomen, maar een goede voorbereiding kan de gevolgen wel beperken.
Veiligheidsketen
moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Een extreem hoge rivierafvoer is vaak meerdere dagen van tevoren te voorspellen. Het aantal dijkringen dat getroffen wordt door een overstroming, kan aanwijzingen geven voor de mogelijkheden van evacuatie en hulpverlening tijdens de overstroming: hoeveel vluchtwegen zijn beschikbaar in het rampgebied, hoeveel mensen zullen daar gebruik van willen maken en hoeveel tijd hebben ze daarvoor? Naarmate meer dijkringen getroffen worden en meer doorbraken per dijkring plaatsvinden, zullen de mogelijkheden voor evacuatie en hulpverlening kleiner zijn. De omvang van het overstroomde gebied en de duur van de overstroming bepalen hoeveel inspanning en tijd na de overstroming nodig is om het gebied weer bereikbaar en bewoonbaar te maken. Met de scenario’s voor de ergst denkbare overstroming kunnen de rampenbestrijders in algemene zin op deze informatie inspelen. De scenario’s geven echter geen uitsluitsel over de dijkringen die droog blijven of onder water komen te staan. Als er een concrete dreiging van een overstroming is, maakt de Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD) van Rijkswaterstaat in samenwerking met het KNMI stormvloedverwachtingen. Naarmate het tijdstip van de mogelijke overstroming dichterbij komt, worden deze stormvloedverwachtingen steeds nauwkeuriger. Er ontstaat een steeds beter beeld van de waterkeringen die het meest bedreigd worden. De rampenbestrijders kunnen daarmee ook de rampenbestrijding een steeds nauwkeuriger invulling geven.
Bijlage 1
109
N
o
o
r
d
e
l
i
Eén dag van tevoren is duidelijk waar de kern van de depressie naartoe gaat. Als die over de Noordzee trekt en boven Denemarken blijft hangen, wordt de noordelijke kust vanaf NoordHolland tot aan de Waddenzeekust bedreigd. De locaties van de dijkdoorbraken blijven tot het laatste moment onzeker. Die zijn sterk afhankelijk van lokale weerseffecten en de actuele sterkte van de dijken. Pas als daadwerkelijk dijkdoorbraken optreden, wordt het mogelijk de omvang van de overstroming te schatten. De rampenbestrijding zal met deze onzekerheid om moeten gaan.
Acht dagen voor de overstroming, ziet het KNMI in het patroon van depressies de eerste aanwijzingen voor een storm met orkaankracht. Met behulp van deze gegevens is het mogelijk om een eerste indicatie te geven van extreem hoge waterstanden en golven. In de daarop volgende dagen werken deze aanwijzingen steeds duidelijker door in de weersverwachtingen. Het is dan nog heel onzeker hoe de storm zich bij de Nederlandse kust zal ontwikkelen. Vijf dagen voordat de overstroming optreedt, geven de modellen aan dat de kans op extreme hoge waterstanden nog steeds kleiner is dan 20%. Evacuatie op dat moment zal in vier van de vijf keer achteraf gezien niet nodig zijn. Het is zelfs waarschijnlijk dat de weersomstandigheden vijf dagen later niet meer zo extreem zijn.
waterdiepte > 4 meter (5%)
waterdiepte 3 – 4 meter (11%)
Pas twee dagen voor de overstroming is de weersverwachting betrouwbaar genoeg om de waterstands- en golfverwachtingen langs de kust met voldoende nauwkeurigheid te geven. Op dat moment is het zeker dat de kust zwaar belast wordt en dat een overstroming dreigt. Maar het is nog niet duidelijk of de noordelijke kust of de zuidelijke kust getroffen wordt. Beide gebieden worden op dat moment nog bedreigd.
waterdiepte 0,01 – 1 meter (32%)
waterdiepte 2 – 3 meter (15%)
waterdiepte 1 – 2 meter (37%)
Waterdiepte in het overstroomde gebied
VER
LOO
PO
VER
STR
OM
ING
NA
DOO
RBR
AAK
, SC
ENA
RIO
NOO
RDE
LIJK
E KU
4 uur
1 4 8 12 16 24
maximum 4260 km2
4250 km2
3790 km2
3320 km2
290 km2 1040 km2 1800 km2 2290 km2 2700 km2
12 uur
1 week
48
168 Tijd in uren na overstroming
110
48 uur
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
ST (
HIU
IDIG
E SI
TUA T
j
k
e
k
u
s
t
Gevolgen ‘Noordelijke kust’
tijd (dagen tot overstroming) 15
In de huidige situatie geeft de ergst denkbare overstroming voor de noordelijke kust het volgende beeld van de gevolgen:
14 13 12
•
10
8
‘besluit
9
Meteorologen vinden de eerste indicaties van een storm die kan leiden tot een EDO in het zeegebied bij IJsland.
Van
Middellange termijn
11
t ot
Weerprognoses blijven onzeker over het optreden van een extreme storm.
evac u er en ’
7
6
Het dagdeel waarop de storm op zijn hevigst is, kan worden vastgesteld. Het is niet bekend in welke richting de storm zich verplaatst.
1 Overstroming
1
Het gebied dat waarschijnlijk het hevigst wordt getroffen is bekend.
orkaan
Doorbraak
Korte termijn
2
0
Het beeld is hetzelfde als 4 dagen van tevoren. De bevestiging neemt toe, de onzekerheid blijft echter groot.
evacuatie’
3
Er zijn indicaties dat extreem zwaar weer op komst is, maar onbekend is nog welk deel van Nederland wordt getroffen.
‘ u i t vo er i n g
4
tot
Een zware storm is zich aan het ontwikkelen. Het is nog onduidelijk of hierdoor een bedreiging ontstaat voor de waterkeringen.
5
De waterstand kan met 20 cm onzekerheid worden bepaald.
Grote delen van Noord-Holland, Texel, Groningen en Friesland overstromen. Ook rond het IJsselmeer veroorzaakt de wind met orkaankracht extreme waterstanden. Delen van Flevoland en de IJsseldelta overstromen bij deze stormcondities en windrichtingen eveneens. • Binnen acht uur staat 1.800 vierkante kilometer onder water; daar wonen 300 duizend mensen. Na een dag is ruim 3.300 vierkante kilometer overstroomd en zijn 700 duizend inwoners getroffen. Binnen twee dagen staat bijna 4.000 vierkante kilometer onder water, daar wonen 760 duizend mensen. • Als de overstroming zijn maximale omvang bereikt, staat een gebied van 4.560 vierkante kilometer onder water. Ongeveer 876 duizend inwoners zijn getroffen. • De waterdiepte in de overstroomde dijkringen varieert. In tweederde van het overstroomde gebied komt meer dan een meter water te staan; in bijna eenderde van het overstroomde gebied staat uiteindelijk meer dan twee meter water. • Deskundigen schatten dat waarschijnlijk slechts 1 procent van de inwoners de kans heeft het gebied tijdig te verlaten. Dat komt omdat de ontwikkeling van de wind tot orkaankracht zo kort van tevoren te voorspellen is en het water zich snel verspreidt.
De locaties van de doorbraken zijn bekend
Tijdlijn stormvloedverwachting van ergst denkbare overstroming (EDO)
TIE)
• •
.
Tijdsduur [uren]
Getroffenen [x1000 personen]
Schade [Miljard euro’s]
1 4 8 12 16 24 48 168 (week) Maximum
87 183 291 404 556 694 761 792 876
3 8 11 15 21 26 30 34 40
Zo’n 3.440 mensen zullen de overstroming niet overleven, dat is 0,39 procent van het aantal inwoners. De schade bedraagt na acht uur 11 miljard euro. Na een dag is de schade opgelopen tot 26 miljard euro en na twee dagen tot 30 miljard euro. De maximale schade bedraagt 40 miljard euro. Varianten (880.000 getroffenen)
Dodelijke slachtoffers
Mortaliteitspercentage
0% evacuatie 1% evacuatie
3.470 3.440
0,39% 0,39%
Maximum waterdiepte
Bijlage 1
111
Handelingsperspectief In geval van een ergst denkbare overstroming in het noordelijke kustgebied is er zeer weinig tijd om mensen in veiligheid te brengen. Door de wind met orkaankracht wordt de hulpverlening ernstig gehinderd, zoniet onmogelijk. Ook kunnen vitale voorzieningen door de storm en de overstroming uitvallen, zoals stroom, drinkwater en telefoonverbindingen. Toch zijn er mogelijkheden om de gevolgen van de overstroming te beperken. Vanwege de beperkte tijd is het van groot belang dat inwoners altijd goed geïnformeerd zijn over de handelingen die zij kunnen verrichten in geval van een overstroming. Dit kan bijvoorbeeld door per postcodegebied bekend te maken of mensen bij een dreigende overstroming het beste thuis kunnen blijven (inwoners van een voldoende hoog gebouw) of naar een hooggelegen gebied of vluchtplaats moeten vluchten
Colofon Rijkswaterstaat Waterdienst Zuiderwagenplein 2 0320-298442 Contactpersoon: Aad Dollee tekst: redactie: vormgeving: druk:
112
HKV LIJN IN WATER, Lelystad Met Andere Woorden, Arnhem Dratex, Lelystad Drukkerij Feiko Stevens, Emmeloord
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Vijf dagen voordat een overstroming kan optreden, ontstaan de eerste aanwijzingen voor overstromingsdreiging. Op basis daarvan kunnen rampenbestrijders voorbereidingen treffen die zij vooraf in rampenplannen hebben uitgewerkt. Zij kunnen bijvoorbeeld vluchtplaatsen inrichten, voedsel- en drinkwatervoorraden aanleggen, burgers waarschuwen, hulpverlening mobiliseren, hulpmaterieel klaarzetten en festivals of andere grote bijeenkomsten afblazen. Ook kan besloten worden tot evacuatie van het bedreigde gebied. Dat gebied is vijf dagen van tevoren echter nog zeer groot: het omvat zowel het westelijk als het noordelijk kustgebied.
Overstromingsscenario’s voor rampenplannen Rijn-IJssel Nederland is heel goed beschermd tegen overstromingen. Toch zijn overstromingen niet uit te sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming in Nederland zijn? Welk gebied kan onder water komen te staan? Hoe snel verspreidt het water zich als een dijk het begeeft? En welke mogelijkheden zijn er om slachtoffers te beperken? Deze vragen zijn van belang voor overheden en hulpverleners die rampenplannen opstellen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke handelingen effectief zijn bij de rampenbestrijding. Dat kan alleen als er een goed beeld bestaat van de omstandigheden tijdens een overstroming. Maar een overstroming kan allerlei vormen aannemen. Rijkswaterstaat heeft daarom realistische scenario’s voor extreme overstromingen opgesteld: de ‘worst credible flood’ scenario’s. De Taskforce Management Overstroming (TMO) heeft de ‘worst credible flood’ scenario’s als uitgangspunt gekozen voor de landelijke overstromingsdreiging waar Nederland zich op voorbereidt. De naamgeving is hierbij aangepast tot de scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming. De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven de ergste overstromingen weer die experts nog enigszins reëel achten. De deskundigen hebben daarbij vooral gelet op het aantal mensen dat getroffen wordt, het verwachte aantal dodelijke slachtoffers en de omvang van het bedreigde gebied. De scenario’s beginnen met een weersverwachting enkele dagen voordat de dijken bezwijken en lopen door tot het water niet langer stijgt. Voor elk scenario zijn twee situaties uitgewerkt: de situatie met de huidige sterkte van de waterkeringen en de situatie in 2015, na afronding van verbeteringswerken zoals Ruimte voor de Rivier en Zwakke Schakels Kust. De scenario’s van de ergst denkbare overstromingen zijn ontwikkeld door de Waterdienst van Rijkswaterstaat. De scenario’s zijn bedoeld als ondersteuning in de preparatiefase van de veiligheidsketen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gebruiken de scenario’s bij het opstellen van draaiboeken voor hoogwater- en stormvloedcrises en het nationaal Responsplan hoogwater en overstromingen. De scenario’s zijn ook van belang voor de bovenregionale afstemming tussen de waterbeheerders en de partijen die betrokken zijn bij openbare orde en veiligheid.
53
52
51 50 49
48
Grens Nederland Overstroomde dijkringen Niet overstroomde dijkringen
Overstroomde dijkringen scenario Rijn-IJssel
Scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming zijn opgesteld voor: • Westelijke kust • Noordelijke kust • IJsselmeergebied • Benedenrivierengebied • Rijn-Maas • Rijn-IJssel Voor elk scenario is een aparte brochure opgesteld. Deze brochure gaat over het scenario Rijn-IJssel.
Bijlage 1
113
Experts bepalen de scenario’s Een overstroming kan oneindig veel vormen aannemen. Het is onmogelijk alle denkbare overstromingsscenario’s te doorgronden. Maar welk scenario vormt dan de beste basis voor de rampenbestrijding? De experts hebben voor het opstellen van de scenario’s van de ergst denkbare overstroming de aanpak gevolgd die gebruikelijk is in het vakgebied externe veiligheid. Uitgangspunt is de erkenning dat er weinig informatie beschikbaar is over extreme overstromingen. De nadruk ligt op het bereiken van consensus tussen experts over realistische extreme omstandigheden. De experts gebruiken daarbij natuurlijk wel de bestaande kennis, ervaringen en lessen uit historische gebeurtenissen. De experts die de overstromingscenario’s hebben opgesteld, hebben rekening gehouden met waterstandstatistieken, de toestand van waterkeringen, gebiedskenmerken, de maximale hoeveelheid rivierwater die vanuit het buitenland Nederland kan bereiken en de mechanismen die leiden tot het bezwijken van een waterkering. De omstandigheden waaronder waterkeringen op grote schaal bezwijken, verschillen per scenario. In de kustscenario’s vormt een stormvloed als gevolg van een wind met orkaankracht de grootste bedreiging voor waterkeringen. De ligging van de depressie bepaalt of het westelijke kustgebied wordt getroffen (van Zeeland tot en OVERSCHRIJDINGSKANS DIJKRINGGEBIEDEN
3
buitendijkse gebieden / uiterwaarden nummer dijkring
12
1
2
hoge gronden
IV
III
4
overschrijdingskans 1/1250 6
overschrijdingskans 1/2000 overschrijdingskans 1/4000
5
overschrijdingskans 1/10000
12 7
II
9
13 10 8
11
met Noord-Holland) of het noordelijk kustgebied (van de kop van Noord-Holland tot en met Groningen). Ook voor het IJsselmeergebied is een wind met orkaankracht de belangrijkste oorzaak van grootschalige overstromingen. In het rivierengebied worden hoge waterstanden veroorzaakt door extreme neerslag in het stroomgebied van de Maas en de Rijn. De hoge rivierafvoer kan een bedreiging vormen voor zowel het gebied langs de IJssel als het gebied langs de Waal. In het benedenrivierengebied spelen beide oorzaken een rol: daar vormt de combinatie van een minder extreme stormvloed met een minder extreme rivierafvoer een bedreiging. Daarom gelden voor de zes gebieden verschillende scenario’s van de ergst denkbare overstroming. Het laaggelegen deel van Nederland bestaat uit zogenaamde dijkringen: gebieden die geheel omringd zijn door primaire waterkeringen zoals dijken, duinen, dammen of kunstwerken. In totaal zijn er 99 dijkringen in Nederland. Als de waterkering rond de dijkring op enige plaats doorbreekt, zal de dijkring geheel of gedeeltelijk onder water stromen. Uit het verleden blijkt dat de dijken vrijwel altijd op meerdere plaatsen breken. In dat geval zal het achterliggende gebied sneller volstromen. De totale omvang van de overstroming hangt dan ook vooral af van het aantal dijkringen dat doorbreekt en het aantal bressen per dijkring. Experts van het Rijk, provincies en waterschappen hebben beoordeeld op welke locaties de waterkeringen kunnen doorbreken in een bepaald overstromingsscenario. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van de actuele kennis over de sterkte van de waterkeringen. Zo is verkend in welke realistische scenario’s het grootste aantal dijkringen getroffen wordt en de dijkringen het snelst volstromen. Deze scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven echter geen zekerheid welke dijkringen daadwerkelijk getroffen worden als een extreme situatie zich voordoet. Dat hangt af van veel onzekere factoren, zoals het weer en onvoorziene omstandigheden van waterkeringen.
53 46
52
50
45 47
15 19
I
18
20
26
34
28
27
29
41
24
38
49 48
43
16 21
25
51
44
14
42
36
35
VI
30 31
33
32
I II III IV V VI
V
Zuidelijk kustgebied Midden kustgebied Merengebied Noordelijk kustgebied Bovenrivierengebied Benedenrivierengebied
Gebiedsindeling bovenregionale overstromingen
114
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Rijn-IJssel Het scenario voor Rijn-IJssel omvat het rivierengebied van de Rijn, Waal, Nederrijn en IJssel. Een ergst denkbare overstroming ontstaat hier als het zeer lang en intensief geregend heeft in het stroomgebied van de Rijn en er extreem veel water door de Rijn stroomt. De waterkeringen in Duitsland bezwijken als eerste en de overstroming die daardoor optreedt treft ook Nederland. Het overstroomde water zoekt zich over land een weg naar de IJssel en vormt daar een extra belasting op de dijken. De waterkeringen in Nederland bezwijken op drie plaatsen. Zes dijkringen komen geheel of gedeeltelijk onder water te staan. Een gebied strekkend van Duitsland tot in Nederland van 750 vierkante kilometer overstroomt. In het Nederlandse gebied wonen 0,3 miljoen mensen. De schade loopt op tot 9 miljard euro.
Omgaan met een Ergst Denkbare Overstroming
Nazo rg
Structureel voorkomen van risicovolle situaties
Risico-reducerende maatregelen
Verantwoording, zorg en herstel & terugkeer naar normale situatie
Incident stabilisatie
pa re
ie rat
Re sp
ns
Rampenplannen: opleiding en oefening
P
o
Uit het scenario blijkt de omvang van het gebied dat voorafgaand aan de daadwerkelijke overstroming bedreigd wordt. Bij voldoende tijd kan worden besloten inwoners en vee uit het bedreigde gebied te evacueren of naar veilige plaatsen in het bedreigde gebied te brengen. Een belangrijk aandachtspunt is dat tijdens een overstroming voorzieningen kunnen uitvallen, zoals stroom en drinkwater. De gevolgen van een ergst denkbare overstroming zijn zo omvangrijk dat vrijwel geheel Nederland betrokken zal zijn bij de rampenbestrijding.
Pro-actie
e venti Pre
De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven een indruk van de omstandigheden tijdens een zeer ernstige overstroming. Opstellers van rampenplannen kunnen de informatie gebruiken bij de voorbereiding op overstromingen. Zij kunnen uit de scenario’s afleiden welke handelingen nodig en mogelijk zijn voorafgaand en tijdens een overstroming. Het zal onmogelijk zijn slachtoffers en schade tijdens een dergelijke ramp geheel te voorkomen, maar een goede voorbereiding kan de gevolgen wel beperken.
Veiligheidsketen
moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Een extreem hoge rivierafvoer is vaak meerdere dagen van tevoren te voorspellen. Het aantal dijkringen dat getroffen wordt door een overstroming, kan aanwijzingen geven voor de mogelijkheden van evacuatie en hulpverlening tijdens de overstroming: hoeveel vluchtwegen zijn beschikbaar in het rampgebied, hoeveel mensen zullen daar gebruik van willen maken en hoeveel tijd hebben ze daarvoor? Naarmate meer dijkringen getroffen worden en meer doorbraken per dijkring plaatsvinden, zullen de mogelijkheden voor evacuatie en hulpverlening kleiner zijn.
53
52
44
51 50
45 49
47 16 24 35
43
48 41
38
42
De omvang van het overstroomde gebied en de duur van de overstroming bepalen hoeveel inspanning en tijd na de overstroming nodig is om het gebied weer bereikbaar en bewoonbaar te maken.
36
Grens Nederland Bedreigde dijkringen Niet bedreigde dijkringen
Bedreigd gebied bij hoogwaterafvoer op de rivier
De omstandigheden die een overstroming veroorzaken, bepalen hoeveel tijd er is voor evacuatie voordat de overstroming optreedt. Voor dijkringgebieden die door stormvloeden bedreigd worden, is die tijd zeer beperkt, omdat een stormvloed meestal niet langer dan één tot anderhalve dag van tevoren te voorspellen is. De weersomstandigheden tijdens de stormvloed (wind met orkaankracht) zal evacuatie en hulpverlening bovendien zeer
Met de scenario’s voor ergst denkbare overstroming kunnen de rampenbestrijders in algemene zin op deze informatie inspelen. De scenario’s geven echter geen uitsluitsel over de dijkringgebieden die droog blijven of onder water komen te staan. Als er een concrete dreiging van een overstroming is maakt de hoogwatergroep van Rijkswaterstaat hoogwaterverwachtingen. Naarmate het tijdstip van de mogelijke overstroming dichterbij komt worden deze hoogwaterverwachtingen steeds nauwkeuriger. Er kan steeds beter een beeld gevormd worden van de waterkeringen die het meest bedreigd worden. De rampenbestrijders kunnen daarmee ook de rampenbestrijding een steeds nauwkeuriger invulling geven.
Bijlage 1
115
R
i
j
n
-
Vijftien dagen voor de overstroming trekken continu depressies over de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. Vijf dagen later geven hoogwaterverwachtingen, gemaakt door de hoogwatergroep van Rijkswaterstaat, de eerste indicaties voor hoogwater op de Rijn en de Maas. De zekerheid van het optreden van hoogwater neemt de daarop volgende dagen toe. waterdiepte 3 – 4 meter (9%)
Drie dagen voordat de overstroming plaatsvindt is de onzekerheid in de hoogwaterverwachtingen afgenomen tot 25 centimeter. De weersvoorspellingen blijven neerslag aangeven. Vanaf dat moment zullen de bewoners vanuit het bedreigde gebied worden geëvacueerd. Het is onzeker waar de dijken doorbreken. Daarom wordt een groter gebied geëvacueerd dan waarschijnlijk zal overstromen. De onzekerheid in de verwachtingen neemt af tot 10 centimeter onnauwkeurigheid. Pas als daadwerkelijk dijkdoorbraken optreden, wordt het mogelijk de omvang van de overstroming te schatten. De rampenbestrijding zal met deze onzekerheid om moeten gaan.
waterdiepte > 4 meter (2%)
waterdiepte 2 – 3 meter (17%)
waterdiepte 0,01 – 1 meter (39%)
waterdiepte 1 – 2 meter (33%)
Waterdiepte in het overstroomde gebied
VER
LOO
PO
VER
STR
OM
ING
NA
DOO
RBR
AAK
, SC
ENA
RIO
RIJN
-IJS
4 uur
1 4 8 12 16 24
48 uur
1 week
48
96
168 Tijd in uren na overstroming
116
maximum 750 km2
630 km2
440 km2
270 km2
100 km2
0 km2 10 km2 20 km2 30 km2 50 km2
12 uur
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
SEL
(HU
IDIG
E SI
TUA T
I
J
s
s
e
l Gevolgen ‘Rijn–IJssel’
tijd (dagen tot overstroming) 15
13 12 11 10 9
In de huidige situatie geeft de ergst denkbare overstroming voor de Rijn-IJssel het volgende beeld van de gevolgen: Depressies met neerslag trekken continu over de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. Perioden van hevige neerslag volgen elkaar op.
• De hoogwaterverwachtingen geven de eerste indicaties van hoogwater op de Rijn.
8 In de periode tot 7 dagen vóór een EDO geven opeenvolgende hoogwaterverwachtingen iets meer inzicht en zekerheid in de maximale hoogwaterstand.
7
6 Opeenvolgende depressies zorgen voor enorme wateroverlast in het Rijnstroomgebied. De waterstanden op de Rijn en de Maas nemen gestaag toe. De trend in opeenvolgende hoogwaterverwachtingen verloopt richting (extreem) hoogwater.
5
Korte termijn
4
neerslag
3
De neerslagactiviteit neemt niet af. In Duitsland treden overstromingen op, terwijl de waterstand in de rivieren blijft toenemen. Naar alle waarschijnlijkheid treedt ook in Frankrijk en België wateroverlast op. De weersverwachting geeft aanhoudend natte perioden aan. De waterstandsverwachtingen worden door de Hoogwatergroep vrijgegeven en bevatten een onzekerheid van 25 centimeter.
1
•
•
De waterstandsverwachtingen hebben een onzekerheid van 10 centimeter
Overstroming
Doorbraak
0
•
•
2
1
Va n ‘ b e s l u i t t o t e v a c u e r e n ’ t o t ‘ u i t v o e r i n g e v a c u a r i e ’
Middellange termijn neerslag
14
De locaties van de doorbraken zijn bekend
Tijdlijn neerslagverwachting van ergst denkbare overstroming (EDO)
TIE)
• •
Laaggelegen delen van dijkring 48 en grote delen van de dijkringen langs de IJssel overstromen. Als de keringen in Duitsland doorbreken, overstroomt het Nederlandse gedeelte van dijkring 48 binnen 24 uur: een gebied van 100 vierkante kilometer staat onder water. Daar wonen duizend mensen. Vier dagen na de doorbraken in Duitsland, als gevolg van verplaatsing van de overstroming over land en doorbraken langs de IJssel is het oppervlakuitgebreid naar 440 vierkante kilometer. Hier wonen 150 duizend mensen. Als de overstroming zijn maximale omvang bereikt, staat 750 vierkante kilometer. In het Nederlandse gebied wonen 254 duizend mensen. De waterdiepte in de overstroomde dijkringen varieert. In bijna tweederde van het overstroomde gebied komt meer dan een meter water te staan. In ongeveer een kwart van het overstroomde gebied staat uiteindelijk meer dan twee meter water. Het extreme hoogwater en de overstromingen in Duitsland zijn ongeveer twee en een halve dag van tevoren te voorspellen. Deskundigen schatten in dat 99% van de mensen het bedreigde gebied in Nederland tijdig kan verlaten. Tijdsduur [uren]
Getroffenen [x1000 personen]
Schade [Miljard euro’s]
1 4 8 12 16 24 48 4 dagen 168 (week) Maximum
0 0 0 0 0 1 54 150 234 254
0 0 0 0 0 0 2 6 8 9
Zo’n 10 mensen zullen de overstroming niet overleven, dat is minder dan 0,01% procent van het aantal inwoners. Een dag nadat de overstroming Nederland bereikt, bedraagt de schade 2 miljard euro. Twee dagen later is de schade opgelopen tot 6 miljard euro. De uiteindelijke overstroming veroorzaakt 9 miljard euro schade. Varianten (254.000 getroffenen) 0% evacuatie 99% evacuatie
Dodelijke slachtoffers 880 10
Mortaliteitspercentage 0,35% <0,01%
Maximum waterdiepte
Bijlage 1
117
Handelingsperspectief In geval van de ergst denkbare overstroming Rijn-IJssel is er twee en een halve dag tijd om mensen in veiligheid te brengen. Het is onzeker waar de dijken doorbreken. Daarom wordt een groter gebied geëvacueerd dan waarschijnlijk zal overstromen. Als gevolg van de overstroming kunnen vitale voorzieningen uitvallen, zoals stroom, drinkwater en telefoonverbindingen. Hoewel de meeste mensen het overstroomde gebied tijdig kunnen verlaten, blijft het van belang dat inwoners altijd goed geïnformeerd zijn over de handelingen die zij kunnen verrichten in geval van een overstroming. Dit kan bijvoorbeeld door per postcodegebied bekend te maken of mensen bij een dreigende overstroming het beste thuis kunnen blijven (inwoners van een voldoende hoog gebouw), naar een hooggelegen gebied of vluchtplaats in de buurt kunnen vluchten of moeten evacueren.
Colofon Rijkswaterstaat Waterdienst Zuiderwagenplein 2 0320-298442 Contactpersoon: Aad Dollee tekst: redactie: vormgeving: druk:
118
HKV LIJN IN WATER, Lelystad Met Andere Woorden, Arnhem Dratex, Lelystad Drukkerij Feiko Stevens, Emmeloord
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Vijf dagen voordat een overstroming kan optreden, ontstaan de eerste aanwijzingen voor overstromingsdreiging. Op basis daarvan kunnen rampenbestrijders voorbereidingen treffen die zij vooraf in rampenplannen hebben uitgewerkt. Zij kunnen bijvoorbeeld vluchtplaatsen inrichten, vluchtroutes aangeven, voedsel- en drinkwatervoorraden aanleggen, burgers waarschuwen, hulpverlening mobiliseren, hulpmaterieel klaarzetten en festivals of andere grote bijeenkomsten afblazen.
Overstromingsscenario’s voor rampenplannen Rijn-Maas Nederland is heel goed beschermd tegen overstromingen. Toch zijn overstromingen niet uit te sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming in Nederland zijn? Welk gebied kan onder water komen te staan? Hoe snel verspreidt het water zich als een dijk het begeeft? En welke mogelijkheden zijn er om slachtoffers te beperken? Deze vragen zijn van belang voor overheden en hulpverleners die rampenplannen opstellen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke handelingen effectief zijn bij de rampenbestrijding. Dat kan alleen als er een goed beeld bestaat van de omstandigheden tijdens een overstroming. Maar een overstroming kan allerlei vormen aannemen. Rijkswaterstaat heeft daarom realistische scenario’s voor extreme overstromingen opgesteld: de ‘worst credible flood’ scenario’s. De Taskforce Management Overstroming (TMO) heeft de ‘worst credible flood’ scenario’s als uitgangspunt gekozen voor de landelijke overstromingsdreiging waar Nederland zich op voorbereidt. De naamgeving is hierbij aangepast tot de scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming. De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven de ergste overstromingen weer die experts nog enigszins reëel achten. De deskundigen hebben daarbij vooral gelet op het aantal mensen dat getroffen wordt, het verwachte aantal dodelijke slachtoffers en de omvang van het bedreigde gebied. De scenario’s beginnen met een weersverwachting enkele dagen voordat de dijken bezwijken en lopen door tot het water niet langer stijgt. Voor elk scenario zijn twee situaties uitgewerkt: de situatie met de huidige sterkte van de waterkeringen en de situatie in 2015, na afronding van verbeteringswerken zoals Ruimte voor de Rivier en Zwakke Schakels Kust. De scenario’s van de ergst denkbare overstromingen zijn ontwikkeld door de Waterdienst van Rijkswaterstaat. De scenario’s zijn bedoeld als ondersteuning in de preparatiefase van de veiligheidsketen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gebruiken de scenario’s bij het opstellen van draaiboeken voor hoogwater- en stormvloedcrises en het nationaal Responsplan hoogwater en overstromingen. De scenario’s zijn ook van belang voor de bovenregionale afstemming tussen de waterbeheerders en de partijen die betrokken zijn bij openbare orde en veiligheid.
16
43
48 41
36
Grens Nederland Overstroomde dijkringen Niet overstroomde dijkringen
Overstroomde dijkringen scenario Rijn-Maas
Scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming zijn opgesteld voor: • Westelijke kust • Noordelijke kust • IJsselmeergebied • Benedenrivierengebied • Rijn-Maas • Rijn-IJssel Voor elk scenario is een aparte brochure opgesteld. Deze brochure gaat over het scenario Rijn-Maas.
Bijlage 1
119
Experts bepalen de scenario’s Een overstroming kan oneindig veel vormen aannemen. Het is onmogelijk alle denkbare overstromingsscenario’s te doorgronden. Maar welk scenario vormt dan de beste basis voor de rampenbestrijding? De experts hebben voor het opstellen van de scenario’s van de ergst denkbare overstroming de aanpak gevolgd die gebruikelijk is in het vakgebied externe veiligheid. Uitgangspunt is de erkenning dat er weinig informatie beschikbaar is over extreme overstromingen. De nadruk ligt op het bereiken van consensus tussen experts over realistische extreme omstandigheden. De experts gebruiken daarbij natuurlijk wel de bestaande kennis, ervaringen en lessen uit historische gebeurtenissen. De experts die de overstromingscenario’s hebben opgesteld, hebben rekening gehouden met waterstandstatistieken, de toestand van waterkeringen, gebiedskenmerken, de maximale hoeveelheid rivierwater die vanuit het buitenland Nederland kan bereiken en de mechanismen die leiden tot het bezwijken van een waterkering. De omstandigheden waaronder waterkeringen op grote schaal bezwijken, verschillen per scenario. In de kustscenario’s vormt een stormvloed als gevolg van een wind met orkaankracht de grootste bedreiging voor waterkeringen. De ligging van de depressie bepaalt of het westelijke kustgebied wordt getroffen (van Zeeland tot en OVERSCHRIJDINGSKANS DIJKRINGGEBIEDEN
3
buitendijkse gebieden / uiterwaarden nummer dijkring
12
1
2
hoge gronden
IV
III
4
overschrijdingskans 1/1250 6
overschrijdingskans 1/2000 overschrijdingskans 1/4000
5
overschrijdingskans 1/10000
12 7
II
9
13 10 8
11
met Noord-Holland) of het noordelijk kustgebied (van de kop van Noord-Holland tot en met Groningen). Ook voor het IJsselmeergebied is een wind met orkaankracht de belangrijkste oorzaak van grootschalige overstromingen. In het rivierengebied worden hoge waterstanden veroorzaakt door extreme neerslag in het stroomgebied van de Maas en de Rijn. De hoge rivierafvoer kan een bedreiging vormen voor zowel het gebied langs de IJssel als het gebied langs de Waal. In het benedenrivierengebied spelen beide oorzaken een rol: daar vormt de combinatie van een minder extreme stormvloed met een minder extreme rivierafvoer een bedreiging. Daarom gelden voor de zes gebieden verschillende scenario’s van de ergst denkbare overstroming. Het laaggelegen deel van Nederland bestaat uit zogenaamde dijkringen: gebieden die geheel omringd zijn door primaire waterkeringen zoals dijken, duinen, dammen of kunstwerken. In totaal zijn er 99 dijkringen in Nederland. Als de waterkering rond de dijkring op enige plaats doorbreekt, zal de dijkring geheel of gedeeltelijk onder water stromen. Uit het verleden blijkt dat de dijken vrijwel altijd op meerdere plaatsen breken. In dat geval zal het achterliggende gebied sneller volstromen. De totale omvang van de overstroming hangt dan ook vooral af van het aantal dijkringen dat doorbreekt en het aantal bressen per dijkring. Experts van het Rijk, provincies en waterschappen hebben beoordeeld op welke locaties de waterkeringen kunnen doorbreken in een bepaald overstromingsscenario. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van de actuele kennis over de sterkte van de waterkeringen. Zo is verkend in welke realistische scenario’s het grootste aantal dijkringen getroffen wordt en de dijkringen het snelst volstromen. Deze scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven echter geen zekerheid welke dijkringen daadwerkelijk getroffen worden als een extreme situatie zich voordoet. Dat hangt af van veel onzekere factoren, zoals het weer en onvoorziene omstandigheden van waterkeringen.
53 46
52
50
45 47
15 19
I
18
20
26
25
34
28
27
29
41
24
38
49 48
43
16 21
51
44
14
42
36
35
VI
30 31
33
32
I II III IV V VI
V
Zuidelijk kustgebied Midden kustgebied Merengebied Noordelijk kustgebied Bovenrivierengebied Benedenrivierengebied
Gebiedsindeling bovenregionale overstromingen
120
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Rijn-Maas Het scenario voor Rijn-Maas omvat het rivierengebied van de Maas, Rijn, Waal, Nederrijn en IJssel. Een ergst denkbare overstroming ontstaat hier als het zeer lang en intensief geregend heeft in het stroomgebied van de Rijn en er extreem veel water door de Maas stroomt. De waterkeringen langs de Maas bezwijken het eerst. Het overstroomde water zoekt zich over land een weg naar de Waal en vormt daar een extra belasting op de dijken. Daardoor breken ook de waterkeringen langs de Waal op enkele plaatsen door. Vijf dijkringen komen geheel of gedeeltelijk onder water te staan. Een gebied van 1.300 vierkante kilometer overstroomt. Hier wonen ongeveer 0,7 miljoen mensen. De schade loopt op tot 39 miljard euro.
Omgaan met een Ergst Denkbare Overstroming
Nazo rg
Structureel voorkomen van risicovolle situaties
Risico-reducerende maatregelen
Verantwoording, zorg en herstel & terugkeer naar normale situatie
Incident stabilisatie
pa re
ie rat
Re sp
ns
Rampenplannen: opleiding en oefening
P
o
Uit het scenario blijkt de omvang van het gebied dat voorafgaand aan de daadwerkelijke overstroming bedreigd wordt. Bij voldoende tijd kan worden besloten inwoners en vee uit het bedreigde gebied te evacueren of naar veilige plaatsen in het bedreigde gebied te brengen. Een belangrijk aandachtspunt is dat tijdens een overstroming voorzieningen kunnen uitvallen, zoals stroom en drinkwater. De gevolgen van een ergst denkbare overstroming zijn zo omvangrijk dat vrijwel geheel Nederland betrokken zal zijn bij de rampenbestrijding.
Pro-actie
e venti Pre
De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven een indruk van de omstandigheden tijdens een zeer ernstige overstroming. Opstellers van rampenplannen kunnen de informatie gebruiken bij de voorbereiding op overstromingen. Zij kunnen uit de scenario’s afleiden welke handelingen nodig en mogelijk zijn voorafgaand en tijdens een overstroming. Het zal onmogelijk zijn slachtoffers en schade tijdens een dergelijke ramp geheel te voorkomen, maar een goede voorbereiding kan de gevolgen wel beperken.
Veiligheidsketen
moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Een extreem hoge rivierafvoer is vaak meerdere dagen van tevoren te voorspellen. Het aantal dijkringen dat getroffen wordt door een overstroming, kan aanwijzingen geven voor de mogelijkheden van evacuatie en hulpverlening tijdens de overstroming: hoeveel vluchtwegen zijn beschikbaar in het rampgebied, hoeveel mensen zullen daar gebruik van willen maken en hoeveel tijd hebben ze daarvoor? Naarmate meer dijkringen getroffen worden en meer doorbraken per dijkring plaatsvinden, zullen de mogelijkheden voor evacuatie en hulpverlening kleiner zijn.
53
52
44
51 50
45 49
47 16 24 35
43
48 41
38
42
De omvang van het overstroomde gebied en de duur van de overstroming bepalen hoeveel inspanning en tijd na de overstroming nodig is om het gebied weer bereikbaar en bewoonbaar te maken.
36
Grens Nederland Bedreigde dijkringen Niet bedreigde dijkringen
Bedreigd gebied bij hoogwaterafvoer op de rivier
De omstandigheden die een overstroming veroorzaken, bepalen hoeveel tijd er is voor evacuatie voordat de overstroming optreedt. Voor dijkringgebieden die door stormvloeden bedreigd worden, is die tijd zeer beperkt, omdat een stormvloed meestal niet langer dan één tot anderhalve dag van tevoren te voorspellen is. De weersomstandigheden tijdens de stormvloed (wind met orkaankracht) zal evacuatie en hulpverlening bovendien zeer
Met de scenario’s voor ergst denkbare overstroming kunnen de rampenbestrijders in algemene zin op deze informatie inspelen. De scenario’s geven echter geen uitsluitsel over de dijkringgebieden die droog blijven of onder water komen te staan. Als er een concrete dreiging van een overstroming is maakt de hoogwatergroep van Rijkswaterstaat hoogwaterverwachtingen. Naarmate het tijdstip van de mogelijke overstroming dichterbij komt worden deze hoogwaterverwachtingen steeds nauwkeuriger. Er kan steeds beter een beeld gevormd worden van de waterkeringen die het meest bedreigd worden. De rampenbestrijders kunnen daarmee ook de rampenbestrijding een steeds nauwkeuriger invulling geven.
Bijlage 1
121
R
i
j
n
-
Vijftien dagen voor de overstroming trekken continu depressies over de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. Vijf dagen later geven hoogwaterverwachtingen, gemaakt door de hoogwatergroep van Rijkswaterstaat, de eerste indicaties voor hoogwater op de Rijn en de Maas. De zekerheid van het optreden van hoogwater neemt de daarop volgende dagen toe. Drie dagen voordat de overstroming plaatsvindt is de onzekerheid in de hoogwaterverwachtingen afgenomen tot 25 centimeter. De weersvoorspellingen blijven neerslag aangeven. Vanaf dat moment zullen de bewoners vanuit het bedreigde gebied worden geëvacueerd. Het is onzeker waar de dijken doorbreken. Daarom wordt een groter gebied geëvacueerd dan waarschijnlijk zal overstromen. De onzekerheid in de verwachtingen neemt af tot 10 centimeter onnauwkeurigheid. Pas als daadwerkelijk dijkdoorbraken optreden, wordt het mogelijk de omvang van de overstroming te schatten. De rampenbestrijding zal met deze onzekerheid om moeten gaan.
waterdiepte 0,01 – 1 meter (15%)
waterdiepte > 4 meter (25%)
waterdiepte 1 – 2 meter (25%)
waterdiepte 3 – 4 meter (15%) waterdiepte 2 – 3 meter (20%)
Waterdiepte in het overstroomde gebied
VER
LOO
PO
VER
STR
OM
ING
NA
DOO
RBR
AAK
, SC
ENA
RIO
RIJN
-MA
4 uur
1 4 8 12 16 24
48 uur
1 week
48
96
168 Tijd in uren na overstroming
122
maximum 1300 km2
1210 km2
740 km2
400 km2
230 km2
10 km2 40 km2 60 km2 90 km2 140 km2
12 uur
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
AS
(HU
IDIG
E SI
TUA T
M
a
a
s Gevolgen ‘Rijn–Maas’
tijd (dagen tot overstroming) 15
13 12 11 10 9
In de huidige situatie geeft de ergst denkbare overstroming voor de Rijn-Maas het volgende beeld van de gevolgen: Depressies met neerslag trekken continu over de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. Perioden van hevige neerslag volgen elkaar op.
• De hoogwaterverwachtingen geven de eerste indicaties van hoogwater op de Rijn.
8 In de periode tot 7 dagen vóór een EDO geven opeenvolgende hoogwaterverwachtingen iets meer inzicht en zekerheid in de maximale hoogwaterstand.
7
6 Opeenvolgende depressies zorgen voor enorme wateroverlast in het Rijnstroomgebied. De waterstanden op de Rijn en de Maas nemen gestaag toe. De trend in opeenvolgende hoogwaterverwachtingen verloopt richting (extreem) hoogwater.
5
Korte termijn
4
neerslag
3
De neerslagactiviteit neemt niet af. In Duitsland treden overstromingen op, terwijl de waterstand in de rivieren blijft toenemen. Naar alle waarschijnlijkheid treedt ook in Frankrijk en België wateroverlast op. De weersverwachting geeft aanhoudend natte perioden aan. De waterstandsverwachtingen worden door de Hoogwatergroep vrijgegeven en bevatten een onzekerheid van 25 centimeter.
Va n ‘ b e s l u i t t o t e v a c u e r e n ’ t o t ‘ u i t v o e r i n g e v a c u a r i e ’
Middellange termijn neerslag
14
•
•
•
•
2
0 1
De waterstandsverwachtingen hebben een onzekerheid van 10 centimeter
Overstroming
Doorbraak
1
De locaties van de doorbraken zijn bekend
Tijdlijn neerslagverwachting van ergst denkbare overstroming (EDO)
TIE)
• •
Grote delen van dijkringen in Gelderland, Utrecht en NoordBrabant overstromen, voornamelijk langs de Waal maar ook langs de Maas. Na 8 uur staat 60 vierkante kilometer onder water, daar wonen 26 duizend mensen. Na 24 uur staat 230 vierkante kilometer onder water, waar 70 duizend mensen wonen. Na een week is een gebied van 1.210 vierkante kilometer overstroomd, 640 duizend mensen zijn getroffen. Als de overstroming zijn maximale omvang bereikt, staat een gebied van 1.300 vierkante kilometer onder water. Daar wonen ongeveer 687 duizend mensen. De waterdiepte in de overstroomde dijkringen varieert. In bijna 85% van het overstroomde gebied komt meer dan een meter water te staan; in ruim de helft van het overstroomde gebied staat uiteindelijk meer dan twee meter water. Hoogwaterverwachtingen geven twee en een halve dag van tevoren een indicatie van extreem hoogwater. Deskundigen schatten dat 99% van de mensen het bedreigde gebied in Nederland tijdig kan verlaten. Tijdsduur [uren]
Getroffenen [x1000 personen]
1 4 8 12 16 24 48 4 dagen 168 (week) Maximum
13 18 26 34 58 70 175 418 640 687
Schade [Miljard euro’s] 1 1 2 2 3 3 7 20 32 39
Zo’n 55 mensen zullen de overstroming niet overleven, dat is minder dan 0,01% procent van het aantal inwoners. De schade bedraagt na 8 uur 2 miljard euro. Na 24 uur is de schade opgelopen tot 3 miljard euro. Als de overstroming de maximale omvang bereikt, zal de schade 39 miljard euro bedragen. Varianten (687.000 getroffenen)
Dodelijke slachtoffers
Mortaliteitspercentage
0% evacuatie 99% evacuatie
5.690 55
0,83% <0,01%
Maximum waterdiepte
Bijlage 1
123
Handelingsperspectief In geval van de ergst denkbare overstroming Rijn-Maas is er twee en een halve dag tijd om mensen in veiligheid te brengen. Het is onzeker waar de dijken doorbreken. Daarom wordt een groter gebied geëvacueerd dan waarschijnlijk zal overstromen. Als gevolg van de overstroming kunnen vitale voorzieningen uitvallen, zoals stroom, drinkwater en telefoonverbindingen. Hoewel de meeste mensen het overstroomde gebied tijdig kunnen verlaten, blijft het van belang dat inwoners altijd goed geïnformeerd zijn over de handelingen die zij kunnen verrichten in geval van een overstroming. Dit kan bijvoorbeeld door per postcodegebied bekend te maken of mensen bij een dreigende overstroming het beste thuis kunnen blijven (inwoners van een voldoende hoog gebouw), naar een hooggelegen gebied of vluchtplaats in de buurt kunnen vluchten of moeten evacueren.
Colofon Rijkswaterstaat Waterdienst Zuiderwagenplein 2 0320-298442 Contactpersoon: Aad Dollee tekst: redactie: vormgeving: druk:
124
HKV LIJN IN WATER, Lelystad Met Andere Woorden, Arnhem Dratex, Lelystad Drukkerij Feiko Stevens, Emmeloord
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Vijf dagen voordat een overstroming kan optreden, ontstaan de eerste aanwijzingen voor overstromingsdreiging. Op basis daarvan kunnen rampenbestrijders voorbereidingen treffen die zij vooraf in rampenplannen hebben uitgewerkt. Zij kunnen bijvoorbeeld vluchtplaatsen inrichten, vluchtroutes aangeven, voedsel- en drinkwatervoorraden aanleggen, burgers waarschuwen, hulpverlening mobiliseren, hulpmaterieel klaarzetten en festivals of andere grote bijeenkomsten afblazen.
Overstromingsscenario’s voor rampenplannen Westelijke kust Nederland is heel goed beschermd tegen overstromingen. Toch zijn overstromingen niet uit te sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming in Nederland zijn? Welk gebied kan onder water komen te staan? Hoe snel verspreidt het water zich als een dijk het begeeft? En welke mogelijkheden zijn er om slachtoffers te beperken? Deze vragen zijn van belang voor overheden en hulpverleners die rampenplannen opstellen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke handelingen effectief zijn bij de rampenbestrijding. Dat kan alleen als er een goed beeld bestaat van de omstandigheden tijdens een overstroming. Maar een overstroming kan allerlei vormen aannemen. Rijkswaterstaat heeft daarom realistische scenario’s voor extreme overstromingen opgesteld: de ‘worst credible flood’ scenario’s. De Taskforce Management Overstroming (TMO) heeft de ‘worst credible flood’ scenario’s als uitgangspunt gekozen voor de landelijke overstromingsdreiging waar Nederland zich op voorbereidt. De naamgeving is hierbij aangepast tot de scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming.
13
10 8
14
11
44
20 26 29
28
25 27
30 32
De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven de ergste overstromingen weer die experts nog enigszins reëel achten. De deskundigen hebben daarbij vooral gelet op het aantal mensen dat getroffen wordt, het verwachte aantal dodelijke slachtoffers en de omvang van het bedreigde gebied. De scenario’s beginnen met een weersverwachting enkele dagen voordat de dijken bezwijken en lopen door tot het water niet langer stijgt. Voor elk scenario zijn twee situaties uitgewerkt: de situatie met de huidige sterkte van de waterkeringen en de situatie in 2015, na afronding van verbeteringswerken zoals Ruimte voor de Rivier en Zwakke Schakels Kust. De scenario’s van de ergst denkbare overstromingen zijn ontwikkeld door de Waterdienst van Rijkswaterstaat. De scenario’s zijn bedoeld als ondersteuning in de preparatiefase van de veiligheidsketen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gebruiken de scenario’s bij het opstellen van draaiboeken voor hoogwater- en stormvloedcrises en het nationaal Responsplan hoogwater en overstromingen. De scenario’s zijn ook van belang voor de bovenregionale afstemming tussen de waterbeheerders en de partijen die betrokken zijn bij openbare orde en veiligheid.
Grens Nederland Overstroomde dijkringen Niet overstroomde dijkringen
Overstroomde dijkringen scenario westelijke kust
Scenario’s van de Ergst Denkbare Overstroming zijn opgesteld voor: • Westelijke kust • Noordelijke kust • IJsselmeergebied • Benedenrivierengebied • Rijn-Maas • Rijn-IJssel Voor elk scenario is een aparte brochure opgesteld. Deze brochure gaat over het scenario Westelijke Kust.
Bijlage 1
125
Experts bepalen de scenario’s Een overstroming kan oneindig veel vormen aannemen. Het is onmogelijk alle denkbare overstromingsscenario’s te doorgronden. Maar welk scenario vormt dan de beste basis voor de rampenbestrijding? De experts hebben voor het opstellen van de scenario’s van de ergst denkbare overstroming de aanpak gevolgd die gebruikelijk is in het vakgebied externe veiligheid. Uitgangspunt is de erkenning dat er weinig informatie beschikbaar is over extreme overstromingen. De nadruk ligt op het bereiken van consensus tussen experts over realistische extreme omstandigheden. De experts gebruiken daarbij natuurlijk wel de bestaande kennis, ervaringen en lessen uit historische gebeurtenissen. De experts die de overstromingscenario’s hebben opgesteld, hebben rekening gehouden met waterstandstatistieken, de toestand van waterkeringen, gebiedskenmerken, de maximale hoeveelheid rivierwater die vanuit het buitenland Nederland kan bereiken en de mechanismen die leiden tot het bezwijken van een waterkering. De omstandigheden waaronder waterkeringen op grote schaal bezwijken, verschillen per scenario. In de kustscenario’s vormt een stormvloed als gevolg van een wind met orkaankracht de grootste bedreiging voor de waterkeringen. De ligging van de depressie bepaalt of het westelijke kustgebied wordt getroffen (van Zeeland OVERSCHRIJDINGSKANS DIJKRINGGEBIEDEN
3
buitendijkse gebieden / uiterwaarden nummer dijkring
12
1
2
hoge gronden
IV
III
4
overschrijdingskans 1/1250 6
overschrijdingskans 1/2000 overschrijdingskans 1/4000
5
overschrijdingskans 1/10000
tot en met Noord-Holland) of het noordelijk kustgebied (van de kop van Noord-Holland tot en met Groningen). Ook voor het IJsselmeergebied is een wind met orkaankracht de belangrijkste oorzaak van grootschalige overstromingen. In het rivierengebied worden hoge waterstanden veroorzaakt door extreme neerslag in het stroomgebied van de Maas en de Rijn. De hoge rivierafvoer kan een bedreiging vormen voor zowel het gebied langs de IJssel als het gebied langs de Waal. In het benedenrivierengebied spelen beide oorzaken een rol: daar vormt de combinatie van een minder extreme stormvloed met een minder extreme rivierafvoer een bedreiging. Daarom gelden voor de zes gebieden verschillende scenario’s van de ergst denkbare overstroming. Het laaggelegen deel van Nederland bestaat uit zogenaamde dijkringen: gebieden die geheel omringd zijn door primaire waterkeringen zoals dijken, duinen, dammen of kunstwerken. In totaal zijn er 99 dijkringen in Nederland. Als de waterkering rond de dijkring op enige plaats doorbreekt, zal de dijkring geheel of gedeeltelijk onder water stromen. Uit het verleden blijkt dat de dijken vrijwel altijd op meerdere plaatsen breken. In dat geval zal het achterliggende gebied sneller volstromen. De totale omvang van de overstroming hangt dan ook vooral af van het aantal dijkringen dat doorbreekt en het aantal bressen per dijkring. Experts van het Rijk, provincies en waterschappen hebben beoordeeld op welke locaties de waterkeringen kunnen doorbreken in een bepaald overstromingsscenario. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van de actuele kennis over de sterkte van de waterkeringen. Zo is verkend in welke realistische scenario’s het grootste aantal dijkringen getroffen wordt en de dijkringen het snelst volstromen.
12 7
II
9
13 10 8
11 53
46
52
50
45 47
15 19
I 26
29
18
20
34
28
27
41
24
38
49 48
43
16 21
25
51
44
14
42
36
35
VI
30 31
33
32
I II III IV V VI
V
Zuidelijk kustgebied Midden kustgebied Merengebied Noordelijk kustgebied Bovenrivierengebied Benedenrivierengebied
Gebiedsindeling bovenregionale overstromingen
126
Deze scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven echter geen zekerheid welke dijkringen daadwerkelijk getroffen worden als een extreme situatie zich voordoet. Dat hangt af van veel onzekere factoren, zoals het weer en onvoorziene omstandigheden van waterkeringen.
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Westelijke kust Het scenario van de westelijke kust omvat de kust van Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland en de het IJsselmeer. Een ergst denkbare overstroming ontstaat hier als een depressie met winden van orkaankracht over de Noordzee trekt richting Denemarken en ten minste anderhalve dag aanhoudt. Deze situatie treedt gemiddeld eenmaal per honderdduizend jaar op. De waterkeringen bezwijken dan op een groot aantal plaatsen. In totaal komen veertien dijkringen geheel of gedeeltelijk onder water te staan. Een gebied van 4500 vierkante kilometer overstroomt. Daar wonen ongeveer 2,3 miljoen mensen. De schade loopt op tot 121 miljard euro.
Omgaan met een Ergst Denkbare Overstroming
12 7 13
10 8
14
11
44
20 26 29
28 30
25 27
31
32
Grens Nederland Bedreigde dijkringen Niet bedreigde dijkringen
Bedreigd gebied bij stormvloed
De omstandigheden die een overstroming veroorzaken, bepalen hoeveel tijd er is voor evacuatie voordat de overstroming optreedt. Voor dijkringgebieden die door stormvloeden bedreigd worden, is die tijd zeer beperkt, omdat een stormvloed meestal niet langer dan één tot anderhalve dag van tevoren te voorspellen is. De weersomstandigheden tijdens de stormvloed (wind met orkaankracht) zal evacuatie en hulpverlening bovendien zeer
Nazo rg
ns
o
6
Incident stabilisatie
Re sp
5
Rampenplannen: opleiding en oefening
ie rat
4
Risico-reducerende maatregelen
Verantwoording, zorg en herstel & terugkeer naar normale situatie
pa re
1
2
3
Structureel voorkomen van risicovolle situaties
P
Uit het scenario blijkt de omvang van het gebied dat voorafgaand aan de daadwerkelijke overstroming bedreigd wordt. Bij voldoende tijd kan worden besloten inwoners en vee uit het bedreigde gebied te evacueren of naar veilige plaatsen in het bedreigde gebied te brengen. Een belangrijk aandachtspunt is dat tijdens een overstroming voorzieningen kunnen uitvallen, zoals stroom en drinkwater. De gevolgen van een ergst denkbare overstroming zijn zo omvangrijk dat vrijwel geheel Nederland betrokken zal zijn bij de rampenbestrijding.
Pro-actie
e venti Pre
De scenario’s van de ergst denkbare overstroming geven een indruk van de omstandigheden tijdens een zeer ernstige overstroming. Opstellers van rampenplannen kunnen de informatie gebruiken bij de voorbereiding op overstromingen. Zij kunnen uit de scenario’s afleiden welke handelingen nodig en mogelijk zijn voorafgaand en tijdens een overstroming. Het zal onmogelijk zijn slachtoffers en schade tijdens een dergelijke ramp geheel te voorkomen, maar een goede voorbereiding kan de gevolgen wel beperken.
Veiligheidsketen
moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Een extreem hoge rivierafvoer is vaak meerdere dagen van tevoren te voorspellen. Het aantal dijkringen dat getroffen wordt door een overstroming, kan aanwijzingen geven voor de mogelijkheden van evacuatie en hulpverlening tijdens de overstroming: hoeveel vluchtwegen zijn beschikbaar in het rampgebied, hoeveel mensen zullen daar gebruik van willen maken en hoeveel tijd hebben ze daarvoor? Naarmate meer dijkringen getroffen worden en meer doorbraken per dijkring plaatsvinden, zullen de mogelijkheden voor evacuatie en hulpverlening kleiner zijn. De omvang van het overstroomde gebied en de duur van de overstroming bepalen hoeveel inspanning en tijd na de overstroming nodig is om het gebied weer bereikbaar en bewoonbaar te maken. Met de scenario’s voor de ergst denkbare overstroming kunnen de rampenbestrijders in algemene zin op deze informatie inspelen. De scenario’s geven echter geen uitsluitsel over de dijkringen die droog blijven of onder water komen te staan. Als er een concrete dreiging van een overstroming is, maakt de Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD) van Rijkswaterstaat in samenwerking met het KNMI stormvloedverwachtingen. Naarmate het tijdstip van de mogelijke overstroming dichterbij komt, worden deze stormvloedverwachtingen steeds nauwkeuriger. Er ontstaat een steeds beter beeld van de waterkeringen die het meest bedreigd worden. De rampenbestrijders kunnen daarmee ook de rampenbestrijding een steeds nauwkeuriger invulling geven.
Bijlage 1
127
W
e
s
t
e
l
i
j
Pas één dag van tevoren is duidelijk waar de kern van de depressie naartoe gaat. Als die richting Zuid–Denemarken trekt en daar blijft hangen, wordt de westelijke kust van Zeeland tot aan de kop van Noord-Holland bedreigd. De locaties van de dijkdoorbraken blijven tot het laatste moment onzeker. Die zijn sterk afhankelijk van lokale weerseffecten en de actuele sterkte van de dijken. Pas als daadwerkelijk dijkdoorbraken optreden, wordt het mogelijk de omvang van de overstroming te schatten. De rampenbestrijding zal met deze onzekerheid om moeten gaan.
Acht dagen voor de overstroming, ziet het KNMI in het patroon van depressies de eerste aanwijzingen voor een storm met orkaankracht. Met behulp van deze gegevens is het mogelijk om een eerste indicatie te geven van extreem hoge waterstanden en golven. In de daarop volgende dagen werken deze aanwijzingen steeds duidelijker door in de weersverwachtingen. Het is dan nog heel onzeker hoe de storm zich bij de Nederlandse kust zal ontwikkelen. Vijf dagen voordat de overstroming optreedt, geven de modellen aan dat de kans op extreem hoge waterstanden nog steeds kleiner dan 20% is. Evacuatie op dat moment zal in vier van de vijf keer achteraf gezien niet nodig zijn. Het is zelfs waarschijnlijk dat de weersomstandigheden vijf dagen later niet meer zo extreem zijn.
waterdiepte > 4 meter (12%) waterdiepte 0,01 – 1 meter (23%) waterdiepte 3 – 4 meter (16%)
Pas twee dagen voor de overstroming is de weersverwachting betrouwbaar genoeg om de waterstands- en golfverwachting langs de kust met voldoende nauwkeurigheid te geven. Op dat moment is het zeker dat de kust zwaar belast wordt en dat een overstroming dreigt. Maar het is nog niet duidelijk of de noordelijke kust of de zuidelijke kust getroffen wordt. Beide gebieden worden op dat moment nog bedreigd.
waterdiepte 1 – 2 meter (29%)
waterdiepte 2 – 3 meter (20%)
Waterdiepte in het overstroomde gebied
VER
LOO
PO
VER
STR
OM
ING
NA
DOO
RBR
AAK
, SC
ENA
RIO
WE
STE
LIJK
E KU
4 uur
1 4 8 12 16 24
maximum 4340 km2
4330 km2
3940 km2
3470 km2
470 km2 1240 km2 2000 km2 2480 km2 2840 km2
12 uur
1 week
48
168 Tijd in uren na overstroming
128
48 uur
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
ST (
HUI
DIG
E SI
TUA T
k
e
k
u
s
t
Gevolgen ‘Westelijke kust’
tijd (dagen tot overstroming) 15
In de huidige situatie geeft de ergst denkbare overstroming voor de westelijke kust het volgende beeld van de gevolgen:
14 13 12
•
10
8
‘besluit
9
Meteorologen vinden de eerste indicaties van een storm die kan leiden tot een EDO in het zeegebied bij IJsland.
Van
Middellange termijn
11
t ot evac u er en ’
7
6
Het dagdeel waarop de storm op zijn hevigst is, kan worden vastgesteld. Het is niet bekend in welke richting de storm zich verplaatst.
1
•
•
•
Het gebied dat waarschijnlijk het hevigst wordt getroffen is bekend.
Overstroming
orkaan
Doorbraak
Korte termijn
2
1
Het beeld is hetzelfde als 4 dagen van tevoren. De bevestiging neemt toe, de onzekerheid blijft echter groot.
evacuatie’
3
Er zijn indicaties dat extreem zwaar weer op komst is, maar onbekend is nog welk deel van Nederland wordt getroffen.
‘ u i t vo er i n g
4
tot
Een zware storm is zich aan het ontwikkelen. Het is nog onduidelijk of hierdoor een bedreiging ontstaat voor de waterkeringen.
5
0
•
Weerprognoses blijven onzeker over het optreden van een extreme storm.
De waterstand kan met 20 cm onzekerheid worden bepaald.
De locaties van de doorbraken zijn bekend
Grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland overstromen. Ook rond het IJsselmeer veroorzaakt de wind met orkaankracht extreme waterstanden. Oostelijk Flevoland en het gebied rond Kampen overstromen bij deze stormcondities en windrichting eveneens. Binnen acht uur staat 2.000 vierkante kilometer onder water; daar wonen een miljoen mensen. Na een dag is bijna 3.500 vierkante kilometer overstroomd en zijn 1,8 miljoen inwoners getroffen. Binnen twee dagen staat bijna 4.000 vierkante kilometer onder water, daar wonen 2 miljoen mensen. Na ongeveer een week heeft de overstroming zijn maximale omvang bereikt. Een gebied van 4.340 vierkante kilometer staat onder water. Ongeveer 2,3 miljoen inwoners zijn getroffen. De waterdiepte in de overstroomde dijkringen varieert. In driekwart van het overstroomde gebied komt meer dan een meter water te staan; in de helft van het overstroomde gebied staat uiteindelijk meer dan twee meter water. Deskundigen schatten dat waarschijnlijk slechts 1 procent van de inwoners de kans heeft het gebied tijdig te verlaten. Dat komt omdat de ontwikkeling van de wind tot orkaankracht zo kort van tevoren te voorspellen is en het water zich snel verspreidt. Tijdsduur [uren]
Tijdlijn stormvloedverwachting van ergst denkbare overstroming (EDO)
Getroffenen [x1000 personen]
1 4 8 12 16 24 48 168 (week) Maximum
TIE)
•
•
260 706 1.092 1.334 1.573 1.818 2.018 2.290 2.290
Schade [Miljard euro’s] 10 36 55 64 75 92 105 121 121
Zo’n 10.300 mensen zullen de overstroming niet overleven, dat is 0,45 procent van het aantal inwoners. De dodelijke slachtoffers vallen in gebieden waar het water hoger dan een meter staat en geen vluchtplaatsen zijn. De schade bedraagt na acht uur 55 miljard euro. Na een dag is de schade opgelopen tot 92 miljard euro en na twee dagen tot ruim 100 miljard euro. De totale schade na een week is 121 miljard euro.
. Varianten (2,3 mln. getroffenen) 0% evacuatie 1% evacuatie
Dodelijke slachtoffers 10.400 10.300
Mortaliteitspercentage 0,46% 0,45%
Maximum waterdiepte
Bijlage 1
129
Handelingsperspectief In geval van een ergst denkbare overstroming in het noordelijke kustgebied is er zeer weinig tijd om mensen in veiligheid te brengen. Door de wind met orkaankracht wordt de hulpverlening ernstig gehinderd, zoniet onmogelijk. Ook kunnen vitale voorzieningen door de storm en de overstroming uitvallen, zoals stroom, drinkwater en telefoonverbindingen. Toch zijn er mogelijkheden om de gevolgen van de overstroming te beperken. Vanwege de beperkte tijd is het van groot belang dat inwoners altijd goed geïnformeerd zijn over de handelingen die zij kunnen verrichten in geval van een overstroming. Dit kan bijvoorbeeld door per postcodegebied bekend te maken of mensen bij een dreigende overstroming het beste thuis kunnen blijven (inwoners van een voldoende hoog gebouw) of naar een hooggelegen gebied of vluchtplaats moeten vluchten
Colofon Rijkswaterstaat Waterdienst Zuiderwagenplein 2 0320-298442 Contactpersoon: Aad Dollee tekst: redactie: vormgeving: druk:
130
HKV LIJN IN WATER, Lelystad Met Andere Woorden, Arnhem Dratex, Lelystad Drukkerij Feiko Stevens, Emmeloord
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Vijf dagen voordat een overstroming kan optreden, ontstaan de eerste aanwijzingen voor overstromingsdreiging. Op basis daarvan kunnen rampenbestrijders voorbereidingen treffen die zij vooraf in rampenplannen hebben uitgewerkt. Zij kunnen bijvoorbeeld vluchtplaatsen inrichten, voedsel- en drinkwatervoorraden aanleggen, burgers waarschuwen, hulpverlening mobiliseren, hulpmaterieel klaarzetten en festivals of andere grote bijeenkomsten afblazen. Ook kan besloten worden tot evacuatie van het bedreigde gebied. Dat gebied is vijf dagen van tevoren echter nog zeer groot: het omvat zowel het westelijk als het noordelijk kustgebied.
Bijlage 2
Q&A Crisiscommunicatie bij overstromingen
Bijlage 2
131
Het onderstaande overzicht van vragen kan
13. Wat zijn de taken van de brandweer rond
de communicatieadviseur ondersteunen om
(een verhoogde kans op) een overstro-
zich voor te bereiden op de vragen die bur-
ming?
gers zullen stellen bij een hoogwatersituatie en/of een situatie waarin een evacuatieproces op gang moet worden gebracht. De lijst is niet uitputtend en zal ten tijde van de crisis
14. Wat zijn de taken van de politie rond (een verhoogde kans op) een overstroming? 15. Wat zijn de taken van de gemeente rond
moeten worden voorzien van antwoorden. De
(een verhoogde kans op) een overstro-
vragenlijst is eerst en vooral bedoeld om het
ming?
communicatieproces op snelheid te brengen. De vragen zijn onderverdeeld in vier hoofdclusters, uitgaande van het in deel II gepresenteerde communicatiekruispunt met gepercipieerd en feitelijk risico.
16. Wat zijn de taken van de nationale overheid rond (een verhoogde kans op) een overstroming 17. Wat zijn de taken van de GHOR/GGD rond (een verhoogde kans op) een overstroming?
Informeren (er is sprake van een laag gepercipieerd risico en een laag feitelijk risico). Dit is de situatie waarin bijvoorbeeld het
18. Waardoor kan een dijk bezwijken? En een waterkering? 19. Hoe beïnvloeden noodmaatregelen de
water stroomopwaarts in Keulen reeds aan
kans op een overstroming? Hebben zand-
het stijgen is, maar nog geen sprake is van
zakken, folie en tijdelijke damwanden
een grote dreiging stroomafwaarts. Vragen
wel nut?
die aan de orde komen zijn: 1. Heeft de situatie elders invloed op de situatie in Nederland? 2. Wanneer wordt de situatie in Nederland
20. Welke delen van het land lopen het grootste gevaar wanneer het mis gaat? 21. Wat kan ik doen om me voor te bereiden op een overstroming?
dreigend? 3. Hoe is Nederland voorbereid op hoogwa-
Overtuigen (er is sprake van een laag
ter in de rivieren en/of hoogwater vanuit
gepercipieerd risico, maar een hoog feitelijk
zee?
risico). Dit is de situatie waarin het water
4. Hoe is onze bescherming tegen hoogwater in de wet geregeld? 5. Hoe is het nationaal erfgoed (musea en
stroomopwaarts in Keulen reeds aan het stijgen is en er een reële dreiging is dat in een later stadium tot een evacuatie stroomaf-
collecties) beschermd tegen overstromin-
waarts (bijv. Betuwe) moet worden overge-
gen?
gaan. Vragen die aan de orde komen zijn:
6. Wie heeft de leiding als er in Nederland een overstromingsramp zou ontstaan? 7. Hoe komt de besluitvorming rond overstromingen tot stand? 8. Wie neemt een eventueel besluit tot evacuatie? 9. Waar kan ik informatie vinden over de hoogte van de waterstanden en hoe actueel is deze informatie? 10. Welke maatregelen heeft de overheid genomen om het risico op een overstroming te verkleinen? 11.Wat zijn de lessen van het hoogwater uit 1995? 12. Wat is de rol van het waterschap bij een overstroming?
132
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
1. Waar komt het water opeens vandaan? 2. Is het risico op overstromingen de afgelopen jaren toegenomen? 3. Hoe bereid ik mij voor op een mogelijke overstroming? 4. Waarom werden we niet eerder gewaarschuwd? 5. Waar vind ik uitleg over technische begrippen die in de berichtgeving worden gebruikt? 6. Wat is een overschrijdingskans? 7. Wat is een overstromingskans? 8. Wat is een overstroming? 9. Wat is een waterkering? 10. Wat is een verzadigde dijk?
11. Welke veiligheidsnormen worden er in
te beschermen tegen het water. Worden
Nederland gehanteerd ten opzichte van
zandzakken kosteloos ter beschikking
overstromingen? Is dit reëel? Waarom dan?
gesteld?
12. Is de huidige situatie het gevolg van gebrek aan onderhoud van dijken of
Instrueren (er is sprake van een hoog geper-
gemalen?
cipieerd risico en een hoog feitelijk risico).
13. Waar kan ik zien welke zwakke plekken
Dit is de situatie waarin burgers doordrongen
er zijn in de Nederlandse dijken en hoe
zijn van de ernst van de situatie en de over-
wordt hiermee omgegaan?
heid de evacuatie in gang zet. Vragen die
14. Waar bevinden zich in Nederland wa-
aan de orde komen zijn de volgende (gerang-
terkeringen en wat is het nut van deze
schikt naar a) het besluit, b) het evacuatie-
keringen?
proces en c) vragen over de terugkeer):
15. Wie onderhoudt de waterkeringen? 16. Kunt u mij exact vertellen welk gebied bij een verhoogd risico op een overstroming
Vragen over het besluit tot evacueren: 1. Ik hoor op TV en op de radio allerlei be-
wordt ontruimd? Waarom is gekozen voor
windvoerders, burgemeesters en experts
dit gebied?
praten, maar ze zeggen allemaal iets
17. Hoeveel tijd zit er tussen een verhoogd
anders. Naar wie moet ik luisteren?
risico op overstromingen en een daadwer-
2. Wat is een evacuatie? Wat houdt dit in?
kelijke evacuatie?
3. Hoe weet u dat er daadwerkelijk sprake is
18. Als de (zee)dijk doorbreekt, komt mijn
van een ernstige dreiging die een evacu-
huis dan onder water te staan? En zo ja,
atie rechtvaardigt? Is de situatie zodanig
hoe hoog komt het water dan?
dat een evacuatie echt noodzakelijk is?
19. Kan ik helpen met het vullen en/of aanbrengen van zandzakken of andere overstromingvertragende initiatieven? 20. Moet ik bij een evacuatiebevel verplicht het evacuatiegebied verlaten of is dat mijn eigen keuze? 21. Welke criteria zijn de basis om tot een
4. Kan ik tijdens de evacuatie, als nog geen sprake is van een overstroming mijn huis nog in? 5. Waar kan ik een ontheffing krijgen om niet te evacueren? 6. Moet ik me eerst bij een instantie melden voordat ik het gebied verlaat? Zo ja,
besluit te komen over horizontaal of ver-
waar? En moet ik mij melden als ik me
ticaal evacueren en kan ik hier als burger
moet evacueren en het gebied heb verla-
invloed op uitoefenen?
ten? Kan dit telefonisch, per e-mail, per
22. Wat is horizontaal evacueren?
sms, op internet of moet het face-to-face
23. Wat is vertikaal evacueren?
op een vaste locatie?
24. Kan een defect gemaal een overstroming tot gevolg hebben? 25. Hoe hoog is het overstromingsrisico en hoe wordt dit risico bepaald? 26. Wie is er verantwoordelijk voor het onderhoud van dijken en gemalen in de streek waar ik woon? 27. Hoe lang duurt het na een overstroming
7. Welke papieren/documenten moet ik altijd meenemen tijdens een evacuatie? 8. Wie betaalt de (bijkomende) kosten van mijn evacuatie? 9. Is mijn werkgever verplicht mij vrijaf te geven om een evacuatie voor te bereiden en/of uit te voeren? 10. Ik woon vlakbij het overstromingsgebied,
voordat voorzieningen zoals stromend
maar niet binnen de evacuatiezone. Ik
water, gas en elektriciteit zijn hersteld?
wil graag ruimte in mijn woning beschik-
Welke processen en gebieden of onderne-
baar stellen aan evacués. Hoe kan ik dit
mingen hebben hierbij prioriteit?
het beste doen?
28. Een stuk van de rivier-/zeedijk is verzakt, bij wie moet ik dit melden? 29. Hoe kom ik aan zandzakken om mijn huis
11. Krijg ik een vergoeding als ik mensen opvang? 12. Ik weiger om te evacueren. Om in contact
Bijlage 2
133
te blijven met de buitenwereld wil ik graag weten of mijn (mobiele) telefoon blijft werken bij een overstroming. En internet? En de televisie? 13. Ik neem aan dat de overheid garant staat voor deze voorzieningen? 14. Hoe kan ik mij bij een evacuatie of over-
het een paar dagen zonder hulp te redden? 30. Moet ik bij het verlaten van mijn huis het gas, water en licht afsluiten? Hoe doe ik dat dan precies? 31. Gebeuren deze huisbezoeken onder begeleiding?
stroming snel op de hoogte laten brengen
32. Moet ik naast mijn paspoort nog andere
van de feitelijke situatie? (lokale omroep,
eigendommen/papieren meenemen?
internet!) 15. Betekent de verplichte evacuatie dat ik horizontaal of verticaal moet evacueren (naar hoger gelegen kamer/ruimte of
33. Op welke wijze kan ik mijn huis/eigendommen het beste prepareren op een mogelijke overstroming? 34. Ik wil mijn huis niet verlaten omdat ik
daadwerkelijk huis en haard verlaten en
bang ben voor plunderaars. Hoe voor-
vertrekken naar een ander gebied)
komt u dat er geplunderd wordt tijdens
16. Volgens het Europees Verdrag voor de
een evacuatie? Wordt mijn huis bewaakt
Rechten van de Mens kunt u mij niet verplichten het huis te verlaten. Klopt dat? 17. Als ik weiger om te vertrekken word ik dan aangehouden?
tijdens de evacuatie? Zo ja, door wie dan? 35. Wat mag/moet ik meenemen naar een opvanglocatie? 36. Bij welke instantie kan ik terecht voor
Vragen over evacuatieproces:
tijdelijke huisvesting en heeft u een
18. Ik hoor op de rampenzender dat mijn
telefoonnummer van die instantie?
huis binnen enkele uren onder water komt te staan. Naar welke opvangplaats kan ik toe? 19. Ik weiger te vertrekken. Wat moet ik doen? 20. Hoe is de hulpverlening voor achterblijvers geregeld? 21. Mag ik mijn huisdieren meenemen naar de opvangplaats? Zo nee, waarom niet? 22. Is er een speciale opvangplaats voor huisdieren? 23. Wat gebeurt er met mijn familielid in het ziekenhuis/bejaardenhuis? 24. Wat mag/moet ik allemaal meenemen naar de opvanglocatie? 25. Ik durf mijn huis niet te verlaten omdat ik bang ben voor plunderaars. Hoe voorkomt u dat er geplunderd wordt? 26. Welke route moet ik nemen om het snelst uit het gebied weg te komen? 27. Ik hoor dat er bussen rijden om iedereen
standig evacueren. Hoe en wanneer komt u mij ophalen? 38. Ik heb een (chronische) aandoening waar ik medicijnen voor gebruik. Zijn deze medicijnen verkrijgbaar op de opvanglocatie(s)? 39. Hoe kom ik op een tijdelijke locatie aan mijn medicijnen? 40. Wat voor gratis eten en drinken wordt er verzorgd op de opvanglocaties (ik heb een speciaal dieet)? 41. Wat voor faciliteiten zijn er op de opvanglocatie voor mijn kinderen? Worden ze in de gelegenheid gesteld om naar school te gaan op een alternatieve locatie? 42. Bij wie moet ik mijn kinderen aanmelden om voor dit onderwijs in aanmerking te komen? 43. Ik ben (vee)boer en wil weten hoe
naar opvangplaatsen te brengen. Waar is
en waar ik mijn vee in veiligheid kan
de opstapplek bij mij in de buurt? Hoe
brengen. Niemand heeft naar mij gecom-
vaak rijdt die bus?
municeerd. Met wie kan ik in contact
28. Ik moet mijn huis verlaten, maar wanneer kan ik weer terug? 29. Wat moet ik precies bij me hebben om
134
37. Ik ben slecht ter been en kan niet zelf-
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
treden om mijn dieren in veiligheid te brengen? 44. Door alle evacuaties kan ik geen trans-
porteur meer vinden. Kunt u mij van dienst zijn? 45. Bij wie kan ik de gemaakte kosten voor
gesloten vanwege het overstromingsrisico? 57. Hier in de straat bevinden zich ook enkele zwervers. Deze mensen weten niet
transport, opvanglocatie en onvoorziene
dat ze moeten evacueren. Hoe worden
andere kosten declareren?
deze mensen op de hoogte gesteld van de
46. Als agrariër ben ik voor mijn levensonderhoud afhankelijk van mijn gewassen.
situatie en vervoerd? 58. Ik woon bovenop een dijk in het over-
Is er een mogelijkheid om deze zoveel
stromingsgebied. Mijn huis ligt altijd
mogelijk te beschermen en waar kan
droog. Moet ik nu ook verplicht evacue-
ik terecht voor eventuele hulp en/of compensatie naar aanleiding van geleden schade? 47. Bij de vorige hoogwatersituatie moesten wij als boeren heel lang wachten voordat
ren? 59. Ik ben de eigenaar van een transportbedrijf. Kan ik op een of andere manier ondersteuning bieden bij de evacuatie? 60. Mijn kind is zwaar gehandicapt en wij
duidelijk werd gecommuniceerd hoe
hebben daarom een aangepast huis met
en wanneer ons vee werd geëvacueerd.
voorzieningen die hem in leven houden.
Velen van ons hebben toen zelfstandig
Waar wordt mijn kind opgevangen? Komt
maatregelen genomen, wat tot enige
er een ambulance om hem daarheen te
misverstanden heeft geleid. We willen dat
brengen?
in de toekomst graag voorkomen. Welke procesmatige afspraken kunnen we nu al maken? 48. Kan ik mijn huisdier(en) meenemen naar de opvanglocatie? Zo nee, waarom niet? 49. Is er een speciale opvanglocatie voor huisdieren? 50. Kan ik mijn huisdier thuis achterlaten op een kamer met voldoende eten en sanitaire mogelijkheden? 51. Wat doe ik met waardevolle spullen, sieraden en dergelijke? 52. Mijn kinderen verblijven in het buitenland. Hoe blijf ik met hen in contact nadat ik mijn woning moet verlaten? Zij willen
61. Hoe worden bejaarden opgevangen die normaliter in een bejaardencomplex of verzorgingstehuis wonen? 62. Ik wil mijn woning niet verlaten. Is er een overzicht van zaken te krijgen waaraan een standaard overlevingspakket moet voldoen? 63. Hoe lang kan ik op een dergelijk pakket in mijn behoeften voorzien? 64. Kan ik zelf een keuze maken tussen de verschillende opvanglocaties? 65. Indien een opvanglocatie mij niet bevalt, kan ik dan op kosten van de overheid mijn intrek nemen in een hotel? 66. Ik ben eigenaar van enkele platbodems
graag weten of hun ouders veilig zijn.
met een buitenboordmotor. Kunnen der-
53. Wordt er ook vervoer naar huis georga-
gelijke boten bij een verhoogde dreiging
niseerd zodra het overstromingsgevaar is
op een overstroming in beslag worden
geweken?
genomen door de hulpverlening? Wie en
54. Mijn buurman zegt dat wij ons niet in het aangewezen evacuatiegebied bevinden. Ik twijfel. Bij wie of waar kan ik meer duidelijkheid over de situatie
hoe garandeert men indien dat zo is dat ik mijn eigendom terugzie? 67. Tot wanneer kan ik nog boodschappen doen in het bedreigde gebied?
krijgen? 55. Als hulpverlener word ik bij een evacuatie in dienst geroepen. Wie zorgt ervoor dat mijn eigen familie en eigendommen worden geëvacueerd? Wie informeert hen over mijn eigen welzijn? 56. Kan ik het risicogebied via alle normale wegen verlaten? Of zijn sommige wegen af-
Vragen over terugkeer: 68. Hoe lang gaat de evacuatie naar alle waarschijnlijkheid duren? 69. In gemeente A mogen mensen terug naar hun huis, maar hier, in gemeente Z geeft u aan dat dit niet is toegestaan. Wat mag nu wel en wat niet? En waarom niet?
Bijlage 2
135
70. Is mijn inboedel verzekerd tegen water-
atie vooraf waarin burgers niet altijd door-
Keert de overheid geld uit om geleden
drongen zijn van de ernst van de situatie en
schade te compenseren? Bij wie kan ik
er met behulp van risicocommunicatie wordt
eventuele schade aan mijn eigendommen
gewerkt aan het sluiten van de ‘gap’ tussen
verhalen?
perceptie en werkelijkheid. Ook is deze fase
71. Bestaat er een kans op permanente
van toepassing op de nafase, wanneer de
schade als gevolg van een overstroming?
situatie weer moet worden genormaliseerd en
Kan ik überhaupt ooit nog terugkeren
de evacuées terugkeren. Vragen die aan de
naar mijn huis en eigendommen?
orde komen zijn:
72. Hoe kom ik erachter of ik weer naar mijn huis terug kan keren? 73. Hoe lang duurt het voordat ik terug kan? 74. Hoe lang duurt het voordat het water is
1. Wat heeft de overheid van deze (bijna) ramp geleerd? Wat wordt er gedaan om over stromingen in de toekomst te voorkomen? 2. Wordt mijn huis minder waard nu blijkt
weggepompt? Komt de brandweer het water
dat ik in een gebied woon waar het over-
dat in mijn huis is gelopen wegpompen?
stromingsgevaar groot is?
75. Zijn er dingen die ik moet doen bij terug-
3. Mijn ervaring met de hulpdiensten die
keer in mijn huis, zoals het luchten van
ondersteuning boden bij de evacuatie was
vertrekken of desinfecteren van vloeren
fantastisch/verschrikkelijk hoe kan ik
en muren?
mijn complimenten/klachten overbren-
76. Hoe moet ik gas- elektriciteit en water weer aansluiten? 77. Moet ik de kraan eerst laten doorstromen voor ik het weer kan gebruiken?
gen naar deze mensen? 4. Hoe worden overstromingsrisico’s in de toekomst beperkt? 5. Als gevolg van de traumatiserende ge-
78. Is het gevaarlijk om door het water te
beurtenissen rond de laatste evacuatie en
lopen/zwemmen? Is het water giftig?
(bijna) overstroming ervaar ik psychische
79. Brengt een overstroming een verhoogde kans op (infectie)ziekten met zich mee? 80. Hoe bescherm ik mijn gezin (inclusief
problemen. Is er een instantie waar ik met mijn problemen terecht kan? 6. Ik wil graag meedenken over de potenti-
huisdieren) tegen infectieziekten als het
ële gevolgen van een overstroming en de
tot een overstroming komt?
daaraan verbonden risico’s en maatre-
81. Moet ik ergens melden dat ik weer ben teruggekeerd? 82. Hoe leg ik de schade aan mijn eigendommen vast?
136
Consulteren en dialogiseren. Dit is de situ-
schade als gevolg van een overstroming?
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
gelen. Is er een instantie die dit soort burgerinitiatieven op het gebied van overstromingen begeleid en waar ik me kan aanmelden?
Bijlage 3
Internetlinks
Bijlage 3
137
Taskforce Management Overstromingen
belang van water komen uitgebreid aan bod. Zie: www.droppiewater.nl.
yy Na de storm Katrina en de overstromingen in New Orleans is in Nederland de
yy Waterland.net is een knooppunt van
Taskforce Management Overstromingen
waterinformatie en -kennis op internet.
opgezet, om Nederland beter voor te
Waterland bundelt bestaande waterinfor-
bereiden op grootschalige overstromingen.
matie in Nederland. De informatie wordt
In november 2008 organiseert de task-
op een overzichtelijke manier gepresen-
force een grote overstromingsoefening.
teerd en toegankelijk gemaakt voor zowel
Zie: www.platformoverstromingen.nl.
professionals als voor het ‘brede publiek’. Zie: www.waterland.net.
Leven met Water Hulpverleningsdiensten yy Leven met Water is een kennisimpuls programma met als kernboodschappen:
yy De Nederlandse brandweer als zodanig
een nieuwe plek voor water, stimuleren
bestaat niet. De brandweer in Nederland
van innovatief waterbeheer, ontwikke-
kent ruim 450 gemeentelijke en 25 regi-
ling en versterking van de kennisinfra-
onale korpsen. De gemeentelijke korpsen
structuur. Het Algemeen Bestuur wordt
hebben taken bij de basisbrandweerzorg,
gevormd door vertegenwoordigers vanuit
rampenbestrijding en crisisbeheersing.
waterschappen, universiteiten, kennis-
Burgemeester en wethouders vormen het
instellingen, adviesbureaus, gemeenten,
bestuur van de gemeentelijke brandweer.
provincies, NGO’s, uitvoerend bedrijfsle-
Zie: www.brandweer.nl.
ven, bank- en verzekeringswezen. Zie: www.levenmetwater.nl.
yy In de rampenbestrijding en crisisbeheersing spelen diverse geneeskundige
Waterschappen
instanties een rol, zoals ziekenhuizen, de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst),
yy De Nederlandse waterschappen zijn ver-
ambulancediensten, het Rode Kruis,
enigd in de Unie van Waterschappen. De
huisartsen en instellingen in de gees-
Unie behartigt op nationaal en internati-
telijke gezondheidszorg die zijn belast
onaal niveau de belangen van de water-
met psychosociale opvang en nazorg.
schappen voor een goede waterstaatsver-
Deze instanties werken samen binnen de
zorging binnen het waterschapsbestel.
Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en
Zie: www.uvw.nl.
Rampen (GHOR). Zie www.ghor.nl.
yy Het Waterschapshuis is de regie- en
yy De politie is betrokken bij grootschalige
uitvoeringsorganisatie voor de water-
optredens en crisissituaties met een
schappen op het gebied van Informatie
openbare orde aspect. Het gaat dan om
en Communicatie Technologie (ICT). Zie:
grootschalige optredens bij conflicten en
www.waterschapshuis.nl.
crises. Klik door voor informatie over de veelzijdigheid van de politieorganisatie.
yy Droppiewater is een stripfiguur in het
Zie: www.politie.nl.
leven geroepen door de waterschappen om voorlichting te geven aan kinderen. Via de
Rijksoverheid
website geeft droppiewater voorlichtingsmateriaal voor basisscholen over de plek
138
yy Het Ministerie van Binnenlandse Zaken
die water inneemt in onze maatschappij
en Koninkrijksrelaties wil samen met alle
en leert kinderen dat schoon water niet
betrokken partijen werken aan terrorisme-
vanzelfsprekend is. De gevaren en het
bestrijding en crises- en rampenbeheer-
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
sing, maar ook aan de problemen in de
wordt onderhouden door het Ministerie
wijk. Dít is de kern van het veiligheidsbe-
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-
leid waar het Ministerie van Binnenlandse
relaties. Zie: www.crisis.nl. Als er geen
Zaken en Koninkrijksrelaties, samen met
crisissituatie is, leidt deze site bezoekers
het Ministerie van Justitie, voor staat.
door naar de site www.denkvooruit.nl.
Zie: www.minbzk.nl.
Een site waarop wordt aangegeven hoe men zich op de verschillende ramptypen
yy Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
kan voorbereiden.
heeft taken en verantwoordelijkheden op het terrein van crisisbeheersing van
yy De website van de European Media
vervoer, infrastructuur, communicatie en
Monitor houdt overzichtelijk de nieuws-
water. Zie: www.minvenw.nl.
berichten over internationale crises bij. Op vergelijkbare wijze is Nederlandse
yy Het Ministerie van Defensie ontwikkelt
berichtgeving via de Nederlandse site van
zich tot een volwaardige veiligheidspart-
Google te volgen. Zie: http://press.jrc.it
ner in Nederland. Ingeval de capaciteit
en http://news.google.nl/.
van de civiele hulpverleningsdiensten tekort schiet, verleent de krijgsmacht
yy De missie van het Expertisecentrum
militaire steun en bijstand.
Risico- en Crisiscommunicatie is enerzijds
Zie: www.mindef.nl.
het ontwikkelen van risico- en crisiscommunicatiebeleid, het bundelen van kennis
yy Het Ministerie van LNV heeft op crisis-
en het adviseren en ondersteunen van de
gebied met name taken rond dierziekten
overheidsinstellingen op het gebied van
en voedselveiligheidsvraagstukken. Zie:
risico- en crisiscommunicatie.
www.minlnv.nl.
Zie: www.risicoencrisis.nl.
yy Het Ministerie van VROM is verantwoordelijk
yy Bij de Landelijke Faciliteit Rampenbestrij-
voor het milieubeleid. Daarom heeft het mi-
ding in Zoetermeer worden hulpgoederen
nisterie ook een belangrijke taak bij milieu-
opgeslagen die van pas kunnen komen bij
ongevallen. VROM kan dan het beleidsonder-
calamiteiten en rampen. Het agentschap
steunend team Milieu-incidenten (BOT-mi)
LFR draagt zorg voor de realisatie, innova-
bijeenroepen. Daarnaast is VROM betrokken
tie en instandhouding van de communica-
bij crises op het werkterrein van de minister
tie- en informatiesystemen die bij rampen
voor Wonen, Wijken en Integratie.
worden ingezet. Zie: www.lfr.nl.
Zie: www.minvrom.nl. yy Het Landelijk Operationeel Coördinatie yy Het ministerie van VWS is verantwoorde-
Centrum (LOCC) in Driebergen draagt zorg
lijk voor de kwaliteit van de (medische en
voor de landelijke coördinatie van de
psychosociale) gezondheidszorg en hulp-
operationele inzet tijdens rampen, calami-
verlening en voor de organisatie daarvan
teiten en grootschalige evenementen. Zie:
voor zover relevant voor de kwaliteit van
www.hetlocc.nl.
zorg. Zie: www.minvws.nl. yy Het Nationaal Crisiscentrum organiseert
Landelijke ondersteuning bij crises
onder meer de bestuurlijke coördinatie bij de voorbereiding op gebeurtenissen met
yy De website crisis.nl kan tien miljoen hits
een landelijke uitstraling, evenementen
per 5 minuten aan en is daarmee een
en incidenten. Het NCC is gehuisvest op
van de belangrijkste websites waarlangs
de 15e verdieping van het ministerie van
de overheid de burger en bedrijfsleven
BZK. Zie: www.minbzk.nl/onderwerpen/
informeert tijdens grote crises. De website
veiligheid/crisisbeheersing/landelijk.
Bijlage 3
139
yy Het NAVI (Nationaal Adviescentrum Vitale Infrastructuur) brengt overheid en bedrijfs-
daarbij horen ontsloten. Zie: http://edition.cnn.com/SPECIALS/2005/katrina/.
leven samen bij het beschermen van de vitale infrastructuur in Nederland. Centraal staat
yy De staat Louisiana is intensief betrokken
het voorkomen van uitval van vitale secto-
bij de nafase en wederopbouw als gevolg
ren door moedwillig menselijk handelen.
van Katrina. Om overheidsinitiatieven en
Zie: www.navi-online.nl.
wederopbouw ontwikkeling breed te communiceren is deze speciale website in het
yy Op de website van Postbus 51 leest u hoe
leven geroepen. De website geeft inzich-
u zich kunt voorbereiden op een ramp,
ten in verantwoordelijkheden die overhe-
wat u moet doen als de sirene gaat en hoe
den moeten nemen bij het omgaan met de
u moet handelen als er een ramp in uw
gevolgen van een overstroming en biedt
omgeving gebeurt. Verder vindt u infor-
slachtoffers een overzicht van instanties
matie over de manier waarop de overheid
die hulp kunnen bieden bij het verwerken
de crisisbeheersing heeft georganiseerd.
van de ramp, bij financiële problemen en
De telefoondesk van Postbus 51 kan wor-
hulp bij de terugkeer naar huis en haard.
den ingezet via het ERC.
Zie: http://katrina.louisiana.gov/.
Zie: www.postbus51.nl. yy Het Amerikaanse Federal Emergency yy USAR is de Nederlandse bijstandseenheid
Management Agency is onderdeel van het
voor het zoeken en redden van ingesloten
ministerie van Homeland Security. Het
of bedolven slachtoffers bij rampen in
agentschap richt zich op het minimali-
binnen- en buitenland. Zie: www.usar.nl.
seren van slachtoffers en schade aan de infrastructuur bij alle mogelijke soor-
yy Het KNMI is in Nederland vooral bekend
ten gevaren en (natuur)rampen die een
van de weersverwachtingen en waar-
maatschappij kunnen bedreigen. De FEMA
schuwingen, maar als nationaal data- en
heeft een ingrijpende reorganisatie onder-
kenniscentrum voor weer, klimaat en
gaan sinds Katrina. Zie www.fema.gov.
seismologie doet het veel meer. Het KNMI is een kennisbron over water, neerslag en
yy Zie voor de Louisiana Citizen Awareness
weersomstandigheden die kunnen leiden
and Disaster Evacuation Guide de website
tot (extreme) omstandigheden en water-
www.lsp.org/lcadeg.html
overlast. Ook coördineert het KNMI het weeralarm. Zie: www.knmi.nl.
yy In de Verenigde Staten is sinds de orkaan Katrina veel gebeurd op het gebied van
yy Het Rode Kruis biedt na een ramp op
preparatie. Floodsmart is opgezet door
verschillende manieren hulp. Als eer-
de FEMA en geeft mensen inzichten en
ste kunnen ze coördinerende taken bij
adviezen over hoe zich het beste kun-
geneeskundige hulp verrichten. Verder
nen prepareren op eventuele toekomstige
helpen ze contacten tussen familieleden
wateroverlast. Daarnaast ondersteunt
te herstellen en zorgen ze voor onderdak
Floodsmart mensen die zijn getroffen door
en verzorging van mensen bij bijvoorbeeld
wateroverlast via slimme en betaalbare
evacuaties. Zie www.rodekruis.nl.
verzekeringsmodellen. Dit stelt mensen in staat direct nadat ze getroffen zijn
Katrina gerelateerde websites
aan de wederopbouw van huis en haard te beginnen. Zie: www.floodsmart.gov/
yy CNN onderhoud nog steeds een dos-
floodsmart/.
sier over Katrina. Via de site wordt de wederopbouw in beeld gebracht en worden dilemma’s en beslissingsmomenten die
140
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
yy Katrina.com wil families herenigen en ondersteunen nadat ze zijn getroffen
door een zware (natuur)ramp. De organi-
mensen in relatie tot overstromingen en
satie achter de site heeft bijzonder veel
overstromingsrisico’s. Zie: www.thecon-
ervaring opgedaan met het bundelen van
structioncentre.co.uk/flood-advice/.
hulp en zoeken naar fondsen om een wederopbouw van een getroffen gebied te
yy De Canadian Water Resources Associ-
stimuleren. Daarnaast hebben ze een da-
ation is een nationale organisatie die
tabase ontwikkeld om uit elkaar geslagen
zich in Canada bezig houdt met water-
families te herenigen.
management. Binnen de CWRA worden
Zie www.katrina.com.
vanuit publieke en private achtergronden onderzoek, praktijk en theorie bij elkaar
Overige internationale websites
gebracht. De kennis wordt via de website ontsloten. Zie: www.cwra.org.
yy Het Britse environment agency is een Britse overheidsinstelling die adviseert
yy The Associated Program on Flood
over water en milieu. Naast een perma-
Management is een gezamenlijk initiatief
nent up-to-date waarschuwingssysteem
van de World Meteorological Organization
voor extreme waterstanden, extreme wa-
(WMO) en het Global Water Partnership
terstanden en vloedverwachtingen wordt
(GWP). Het stimuleert het concept van
brede informatie aangeboden over de kans
geïntegreerd management van overstro-
op overstromingen, preparatie op over-
ming als een nieuwe benadering om de
stromingen en voorzorgsmaatregelen die
potentiële gevolgen van een overstroming
in normale tijden genomen kunnen wor-
te minimaliseren door slimme infrastruc-
den om persoonlijk letsel en schade aan
turele oplossingen. Het programma wordt
eigendommen te minimaliseren. Daarnaast
door de Nederlandse en Japanse overheid
geeft het environment agency advies over
financieel ondersteund.
terugkeer en wederopbouw. Bij dit alles is
Zie: www.apfm.info.
rekening gehouden met leeftijd, mobiliteit en eventuele zorgbehoeften. De site biedt
yy International Strategy for Disaster
adviezen en gestandaardiseerde protocol-
Reduction (ISDR) wil gemeenschappen
len voor bedrijven en particulieren. Zie:
beter voorbereiden op rampen en onge-
www.environment-agency.gov.uk/sub-
vallen via infrastructurele aanpassingen,
jects/flood/826674/830330/.
preparatie en bewustwording. Ze streeft ernaar dit integraal onderdeel te maken
yy De bond van Engelse verzekeraars heeft
van opleidingen en opvoeding. Achterlig-
in samenwerking met het environment
gende gedachte is zelfredzaamheid stimu-
agency besloten proactief haar klanten te
leren en potentiële slachtoffers bij rampen
informeren over wat gedaan kan worden
of ongevallen minimaliseren.
als een eigendom is overstroomd en hoe
Zie: www.unisdr.org.
de schade door overstromingen geminimaliseerd en later hersteld kan worden. Zie: www.ciria.org.uk/flooding/. yy The Construction Center is ontwikkeld om slachtoffers van overstromingen te helpen. Het betreft een particulier initiatief. Naast hulp aan slachtoffers worden personen en organisaties die zich zorgen maken over overstromingen geadviseerd over het risico daarop. De site geeft inzichten in de informatiebehoefte van
Bijlage 3
141
142
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Colofon
Uitgave
Vormgeving
Taskforce Management Overstromingen
Kicks Concept en Design, Voorschoten
Plesmanweg 1 2597 JG Den Haag
Fotografie
Telefoon: 070 - 351 96 52
De Nationale beeldbank
Postbus 20904
iStockphoto
2500 EX Den Haag
FEMA News Photo
www.platformoverstromingen.nl
Druk De Taskforce Management Overstromingen
Alfabase-Publikatie Processors,
houdt op 31 december 2008 op te bestaan.
Alphen aan den Rijn
Na deze datum kunnen exemplaren van deze uitgave worden opgevraagd bij:
Oplage 5.000 exemplaren
COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement
ISBN
Koninginnegracht 26
978-90-9023488-5
2514 AB Den Haag Telefoon: 070 - 312 20 20 Voor opmerkingen en aanvullingen kunt u zich wenden tot Afke Besselink van
September 2008
het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement Telefoon 070 - 312 20 20 E-mail:
[email protected].
Redactie Afke Besselink, COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement Wouter Jong, Nederlands Genootschap van Burgemeesters Eduard Cachet, COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement Lisette Wenink, Taskforce Management Overstromingen / YACHT
Colofon
143
144
Leidraad voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen.
Leidraad Voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen
Taskforce Management Overstromingen Plesmanweg 1 2597 JG Den Haag Telefoon: 070 – 351 96 52 Postbus 20904 2500 EX Den Haag www.platformoverstromingen.nl
Leidraad Voorlichting bij evacuaties in hoogwatersituaties en bij overstromingen
Wouter Jong Afke Besselink