Leidraad invorderingsbeleid 2015 Gemeente Waddinxveen 1. INLEIDING 1.1 Verkenning De gemeente Waddinxveen kent vorderingen op particulieren en bedrijven. Een onderscheid kan daarbij worden gemaakt in publiekrechtelijke en privaatrechtelijke vorderingen. Als in deze notitie specifiek wordt gesproken over privaatrechtelijke vorderingen is de tekst cursief opgenomen. Publiekrechtelijke vorderingen zijn gebaseerd op wetgeving, verordeningen en dergelijke. Het zijn vorderingen voortkomend uit de uitoefening van de publiekrechtelijke taak (met name gemeentelijke belastingen en de daarvoor uitgereikte heffingen/aanslagen). Privaatrechtelijke vorderingen komen voort uit overeenkomsten naar burgerlijk recht, tot dienstverlening of leveringen van producten door de gemeente aan derden, waarvoor de gemeente een vergoeding factureert. In juridische zin ontstaat de vordering op een particulier of bedrijf op het moment dat de grondslag is gegeven of op het moment van tot stand komen van de verbintenisrechtelijke overeenkomst (privaatrechtelijk). Het proces van invorderen begint nadat aanslagoplegging of facturering door de gemeente heeft plaatsgevonden. De invordering is dus te beschouwen als het sluitstuk van de heffing of facturering. In deze nota wordt niet ingegaan op het invorderingsbeleid m.b.t. het onderdeel Werk en inkomen (uitkeringen) omdat dit een specifieke doelgroep betreft met afwijkende wettelijke regels. 1.2 Waarom invorderingsbeleid Zonder expliciet beleid is het als gemeente moeilijk om ten aanzien van invordering een consequente gedragslijn te voeren. Deze situatie van normonduidelijkheid brengt zowel financiële als juridische risico's met zich mee. Een effectieve invordering heeft niet alleen te maken met het zo volledig en zo snel mogelijk binnenkrijgen van de openstaande vorderingen. Een gemeente heeft een bepaalde gezags- en uitstralingsfunctie als belastingontvanger en dient de invordering daarom consequent en strikt toe te passen. Het beginsel van rechtsgelijkheid telt ook mee. Een strak geregeld invorderingsproces met tijdige en consistente invorderingsmaatregelen is tevens een belangrijk vereiste voor het succesvol innen van vorderingen. De nu geldende leidraad invordering is uit november 2012 en moet daarom geactualiseerd worden. De wetgeving is op een aantal punten gewijzigd en het invorderingsbeleid moet verder worden aangescherpt met de mogelijkheden die de gewijzigde wetgeving biedt. 1.3 Relatie met het model van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) Invorderingsbeleid is onderhevig aan steeds nieuwe wetgeving en jurisprudentie. Om de gemeenten te faciliteren in het actueel houden van het invorderingsbeleid heeft de VNG een model ter beschikking die continu wordt bijgehouden voor geactualiseerde wet- en regelgeving. Veel gemeenten gebruiken dit model als basis voor hun eigen leidraad invordering en passen dit op specifieke punten aan. Het resultaat is dan een zeer lijvig en daarmee ook moeizaam leesbaar document. Het model van de VNG is uiteraard ook uitgangspunt geweest voor deze nota invorderingsbeleid. Om het document hanteerbaar te houden voor besluitvorming en informatievoorziening is er echter voor gekozen om alleen de belangrijkste en de voor Waddinxveense situatie specfieke beleidspunten hierin te expliciteren. Indien deze leidraad invordering niet voorziet in bepaalde situaties, verklaren we vervolgens de Leidraad van de VNG van toepassing.
1.4 Doelstelling Er is zoals gezegd, gestreefd naar formulering van een korte en krachtige leidraad. De leidraad heeft in de eerste plaats gebruikswaarde voor de medewerkers die met invordering zijn belast, maar ook voor het bestuur en het management. In de tweede plaats heeft deze leidraad ook een externe werking in de richting van de debiteuren. De leidraad invordering heeft als doel: het volgens vaste processen, snel en uniform, openstaande bedragen invorderen, zonder de klantgerichtheid uit het vizier te verliezen.
2. ALGEMENE BEPALINGEN 2.1 Werkingsgebied 2.1 Publiekrechtelijke vorderingen Momenteel worden binnen de gemeente Waddinxveen de volgende publiekrechtelijke vorderingen onderscheiden: (incidentele) precariobelasting begraafrechten leges (bouwleges, vergunningen e.d.) Onroerend Zaak Belasting (OZB) hondenbelasting toeristenbelasting afvalstoffenheffing rioolheffing 2.2 Privaatrechtelijke vorderingen Deze vorderingen (b. v. verhuur of vorderingen grondbedrijf) ontstaan bij facturering van door de gemeente Waddinxveen aan derden verrichte diensten of leveringen. NB.: Het juridische kader en begripsbepalingen voor het invorderingsbeleid zijn opgenomen in bijlage I 3. (TERMIJN)VERVOLGING 3.1 Publiekrechtelijke vorderingen Bij de publiekrechtelijke vorderingen vindt de betaling plaats afhankelijk van de soort vordering. 3.2 Privaatrechtelijke vorderingen Betaling vindt in principe plaats binnen 30 kalenderdagen, tenzij bij overeenkomst of verordening anders is bepaald. 3.3 Signalering te late betaling Publiekrechtelijke vorderingen: Bij de publiekrechtelijke vorderingen vindt vanuit de debiteurenadministratie tweewekelijks door de financiële administratie een selectie plaats van de publiekrechtelijke vorderingen waarvan de vervaldatum van de factuur is verstreken en die op dat moment nog niet zijn betaald. Privaatrechtelijke vorderingen: Vanuit de debiteurenadministratie vindt tweewekelijks door de financiële administratie een selectie plaats van de privaatrechtelijke vorderingen waarvan de vervaldatum van de factuur is verstreken en die op dat moment niet zijn betaald. 3.4 Herinnering Publiekrechtelijke vorderingen: Voor de publiekrechtelijke vorderingen geldt dat voor de tweewekelijks geselecteerde vorderingen waarvan de vervaldag is verstreken, een schriftelijke herinnering wordt verzonden met het verzoek om binnen 14 dagen te betalen.
Privaatrechtelijke vorderingen: Voor de privaatrechtelijke vorderingen geldt dat voor de tweewekelijks geselecteerde vorderingen waarvan de vervaldag is verstreken, een schriftelijke herinnering wordt verzonden met het verzoek om binnen 14 dagen te betalen. 3.5 Aanmaning Publiekrechtelijke vorderingen Voor alle publiekrechtelijke vorderingen geldt dat voor de tweewekelijks geselecteerde vorderingen waarvan de vervaldag is verstreken, een aanmaning wordt verzonden met de sommatie binnen 14 kalenderdagen na dagtekening te betalen. Conform de Kostenwet wordt voor de kosten van een aanmaning een bedrag in rekening gebracht (in 2014: € 7 voor bedragen tot € 454,-; daarboven is het € 15,-). Privaatrechtelijke vorderingen: Voor de privaatrechtelijke vorderingen geldt dat als niet binnen 14 dagen na de herinnering de betaling is ontvangen, aan het eind van de maand een aanmaning wordt gestuurd. In deze aanmaning wordt de betreffende debiteur gemaand om binnen 14 dagen te betalen. 3.6 Vervolgtraject Publiekrechtelijke vorderingen: Voor publiekrechtelijke vorderingen stopt hier het traject wat vanuit de gemeente wordt uitgevoerd. De volgende stap is dwanginvordering (zie paragraaf 4 hierna) Privaatrechtelijke vorderingen: Als de vordering niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn van 14 dagen ontvangen is volgt volgende stap. Dit betreft een voormelding deurwaarder waarin de betreffende debiteur wordt gemeld dat indien de betaling niet binnen 7 dagen na dagtekening wordt voldaan, de vordering uit handen zal worden gegeven aan de deurwaarder en dat de kosten daarvan volledig voor rekening zullen zijn van de debiteur. Gedurende het laatste stuk van dit proces (na verstreken termijn aanmaning) wordt contact gezocht met de debiteur. Dat kan telefonisch contact zijn, maar ook via de mail. Dit contact blijkt in de praktijk een effectief middel te zijn om een nalatige betaler alsnog tot betalen te bewegen. Uiteindelijk, als ook dat contact niets oplevert en betaling blijft achterwege wordt de vordering overgedragen aan de deurwaarder. 3.7 Uitzondering op versturen aanmaning of herinnering Toezending van een aanmaning blijft in de volgende situaties achterwege: a) aan een vordering op grond van art. 19 van de Invorderingswet (loonbeslag) behoeft geen aanmaning te zijn voorafgegaan als deze vordering wordt gedaan via de curator in een faillissement; b) in het geval van versnelde executie (directe uitspraak van rechter) op grond van art. 10 en 15 van de wet kan verzending van een aanmaning achterwege blijven. 4. DWANGINVORDERING 4.1 Dwanginvordering 4.1.1 Publiekrechtelijke vorderingen Vorderingen opgelegd tot 1 januari 2015 Het dwangbevel wordt bekendgemaakt door middel van betekening. Een dwangbevel wordt uitgevaardigd tegen de debiteur of diens rechtsopvolger. Vervolgens vindt zo spoedig mogelijk betekening van het dwangbevel door de belastingdeurwaarder plaats. Wanneer een belastingschuldige niet wordt aangetroffen, vindt op de voorgeschreven alternatieve wijze (zoals deponeren in de brievenbus) betekening plaats. Indien niet binnen twee dagen is betaald, neemt de belastingdeurwaarder zo snel mogelijk alle maatregelen die mogelijk en toegestaan zijn om de vordering te innen. Hiertoe behoren ook loonbeslag en openbare verkoop.
Vorderingen opgelegd vanaf 1 januari 2015 Het dwangbevel wordt bekendgemaakt door verzending per post (dwangbevel per post). Een dwangbevel wordt uitgevaardigd tegen de debiteur of diens rechtsopvolger. Op het dwangbevel staat dat de debiteur binnen 2 dagen moet betalen. Wanneer daar niet aan wordt voldaan komen de kosten van het dwangbevel voor rekening van de debiteur en wordt de vordering direct doorgezet naar de belastingdeurwaarder die zo snel mogelijk alle maatregelen zal treffen die mogelijk en toegestaan zijn om de vordering te innen. Hiertoe behoren ook loonbeslag en openbare verkoop. 4.1.2 Privaatrechtelijke vorderingen Voor de privaatrechtelijke vorderingen geldt dat, indien 7 dagen na de voormelding deurwaarder niet is betaald, de vordering wordt overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder. Deze gaat in 1e instantie de betrokkene op zijn huisadres bezoeken en onderzoekt waarom de vordering niet wordt betaald. Als dit huisbezoek niet leidt tot een betaling neemt de gerechtsdeurwaarder zelf de verdere invordering op zich. Als er geen verhaalsmogelijkheden zijn, volgt (op advies van de deurwaarder) oninbaarverklaring. 5. VERHAAL VAN INVORDERINGSKOSTEN EN -RENTE Publiekrechtelijke vorderingen: Voor verhaal van gemaakte kosten van invordering wordt voor publiekrechtelijke vorderingen de Kostenwet invordering rijksbelastingen gehanteerd. Het maximaal mogelijke kostenverhaal daaruit wordt toegepast. Indien dit door omstandigheden onredelijk zou zijn, kan de invorderingsambtenaar hiervan gemotiveerd (met interne werking) afzien. In principe worden in rekening gebrachte kosten onder dezelfde condities ingevorderd als de oorspronkelijke vordering. De in rekening gebrachte kosten zijn een publiekrechtelijke vordering geworden. Bij betaling worden eerst de in rekening gebrachte kosten afgeboekt en pas daarna de oorspronkelijke vordering. Vanuit het oogpunt van efficiency en teneinde succesvol de openstaande vorderingen te kunnen innen, worden de oorspronkelijke vordering als ook de daarmee vergezeld gaande kosten van invorderen in één (juridisch) identiek invorderingstraject behandeld. Indien een vordering wordt betaald en de ontvangst ervan vindt plaats binnen 2 dagen na dagtekening van de eerstvolgende incassomaatregel, vervalt de invordering van de kosten van deze incassomaatregel. Privaatrechtelijke invorderingen: Bij privaatrechtelijke vorderingen geldt dat de kosten van invordering zoveel mogelijk worden verhaald op de nalatige debiteur. Dit betekent dat de herinnering kosteloos is, maar dat vanaf de aanmaning de kosten conform de kostenwet kunnen worden doorberekend aan de debiteur. In 2014 gaat het om een bedrag van € 7 voor bedragen tot € 454,- en een bedrag van € 15,- voor bedragen boven de € 454,-. Deze kosten worden in rekening gebracht voor de aanmaning en ook voor de voormelding deurwaarder. Na het uit handen geven van de vordering aan de deurwaarder zal deze de incassokosten conform de vigerende wetgeving volledig in rekening brengen bij de debiteur. In principe worden in rekening gebrachte kosten onder dezelfde condities ingevorderd als de oorspronkelijke vordering. Bij betaling worden eerst de in rekening gebrachte kosten afgeboekt en pas daarna de oorspronkelijke vordering. Vanuit het oogpunt van efficiency en teneinde succesvol de openstaande vorderingen te kunnen innen, worden de oorspronkelijke vordering als ook de daarmee vergezeld gaande kosten van invorderen in één (juridisch) identiek invorderingstraject behandeld. Indien een vordering wordt betaald en de ontvangst ervan vindt plaats binnen 2 dagen na dagtekening van de eerstvolgende incassomaatregel, vervalt de invordering van de kosten van deze incassomaatregel. 6. MATE VAN INVORDERING EN BUITEN INVORDERING STELLEN Zowel voor publiekrechtelijke als privaatrechtelijke vorderingen geldt het principe dat elke vordering wordt ingevorderd. Redenen hiervoor zijn het beginsel van een gelijke behandeling van de belastingbetaler en het "uitstralings"-karakter door duidelijk te laten blijken dat de gemeente Waddinxveen iedere vordering bewaakt en erachteraan zit.
De medewerker invordering maakt ieder half jaar een lijst op van openstaande vorderingen, die ondanks alle mogelijke invorderingsmaatregelen, niet te innen zijn. Dit voorstel wordt aan de afdelingshoofd Bedrijfsvoering ter besluitvorming voorgelegd. Het daartoe strekkende besluit ontheft de invorderingsambtenaar van de wettelijke plicht verdere pogingen tot invordering te doen, waarna de betreffende aanslagbedragen in de financiële administratie worden afgeboekt. 7. KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN Voor gemeentelijke belastingen kan in principe kwijtschelding worden aangevraagd. Uitzonderingen hierop zijn: - rioolheffing (zie verordening rioolheffing); - hondenbelasting (zie verordening hondenbelasting): hiervoor mag alleen kwijtschelding worden aangevraagd voor de eerste hond; - gemeentelijke belastingen voor ondernemingen worden in beginsel niet kwijtgescholden (dit is conform de leidraad invordering van de VNG). De kwijtscheldingsprocedure wordt conform de leidraad van de VNG gevolgd. Belastingplichtigen die kwijtschelding willen kunnen dit verzoek indienen middels het kwijtscheldingsformulier. Daarnaast wordt er in Waddinxveen gewerkt met het Inlichtingen Bureau (IB). Dit houdt in dat in het laatste kwartaal van het jaar de belastingplichtigen, die in het afgelopen jaar kwijtschelding hebben ontvangen, getoetst worden door het IB. belastingplichtigen die dat niet willen hebben dat aangegeven en worden daarin niet meegenomen. Wanneer het IB geen gegevens aantreft die kwijtschelding in de weg staan, wordt aan de belastingplichtige voor het komende jaar automatisch kwijtschelding verleend door de gemeente Waddinxveen. Diegenen die niet getoetst zijn of waarvoor door het IB een belemmerende factor is geconstateerd, kunnen alsnog kwijtschelding aanvragen via het gebruikelijke formulier. Voor wat betreft de toetsing van kwijtscheldingsverzoeken wordt in Waddinxveen een ruimhartig beleid gevoerd. Bij de berekening van de bestaanskosten wordt 100% van de bijstandsnorm toegepast, terwijl 90% van de zijde van het rijk wordt toegestaan. Daarnaast wordt bij de berekening van de betalingscapaciteit uitgegaan van 80% van het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud, terwijl tot en met 100% ook is toegestaan. In de praktijk komen deze percentages erop neer dat een aanvrager sneller in aanmerking komt voor kwijtschelding. Dit beleid is tevens verwoord in het minimabeleid van de gemeente Waddinxveen. 8. BETALINGEN 8.1 Betalingsregelingen Algemeen Een natuurlijk persoon kan verzoeken om een betalingsregeling. Dit kan schriftelijk, maar ook telefonisch. De betalingsregeling wordt in een brief van de gemeente aan de debiteur bevestigd. Voor vorderingen gemeentelijke belastingen geldt dat de betalingsregeling in beginsel moet zijn afgerond voordat de nieuwe incassoperiode begint. Wanneer de betalingen niet conform de betalingsregeling plaatsvinden is de hoofdsom ineens opeisbaar en wordt de invordering gecontinueerd. 8.1.1 Uitstel van betaling Een verzoek tot uitstel van betaling dient schriftelijk te worden ingediend. Een hier bedoeld verzoek zal in de regel op grond van één van de volgende redenen plaatsvinden. Publiekrechtelijke vorderingen a) de hoogte van een op aanslag gebrachte heffing wordt bestreden; b) uitstel van betaling kan ook worden verkregen gedurende de periode van schuldhulpverlening. Indien er bezwaar gemaakt wordt tegen de aanslag (a), wordt niet automatisch uitstel van betaling verleend. Indien uitstel wordt verleend mag dit uitsluitend het bestreden bedrag betreffen
Privaatrechtelijke vorderingen a) de hoogte van een op de nota vermeld bedrag wordt bestreden. Ook hier wordt niet automatisch uitstel van betaling verleend. Indien uitstel wordt verleend mag dit uitsluitend het bestreden bedrag betreffen. Dwangsommen Indien bij een dwangsom de begunstigingstermijn voor het voldoen aan het gestelde in de last onder dwangsom is verstreken en er niet voldaan is aan de last, wordt de dwangsom geïnd. Ongeacht of er bezwaar is/wordt ingediend omdat het vaak om grote bedragen gaat en bovendien de verjaringstermijn veel korter is (1 jaar). Alleen het indienen van een verzoek voorlopige voorziening kan het innen van de dwangsom beletten, als de rechter daarin voorziet (schorsing van de dwangsom). 8.2 Betalingen 8.2.1 Tijdstip van betaling en bestemming van de betaling Zowel bij vrijwillige betalingen als bij betalingen die door invorderingsmaatregelen zijn afgedwongen kunnen zich vragen voordoen inzake de afboeking van ontvangen bedragen, wanneer de belastingschuldige/debiteur meer dan één belastingaanslag/factuur heeft openstaan. In dat geval gelden de volgende richtlijnen. Publiekrechtelijke vordering: Als tijdstip van betaling geldt de datum van bijschrijving op de rekening van de invorderingsambtenaar. Betalingen waarvan de bestemming is aangegeven worden afgeboekt overeenkomstig de opgave van de betaler. Privaatrechtelijke vordering: Als tijdstip van betaling geldt de datum van bijschrijving op de rekening van de invorderingsambtenaar. Betalingen waarvan de bestemming is aangegeven worden afgeboekt overeenkomstig de opgave van de betaler. 8.2.2 Afboekingen van ongerichte betalingen Publiekrechtelijke vordering: Betalingen waarvoor geen bestemming is aangegeven worden afgeboekt op de oudste openstaande belastingaanslag(en). Privaatrechtelijke vordering: Betalingen waarvoor geen bestemming is aangegeven worden afgeboekt op de oudste openstaande vordering. 8.2.3 Teveel betaalde bedragen/onverschuldigde betaling Publiekrechtelijke vordering: Indien bedragen terug moeten worden betaald, geschiedt dit binnen 30 werkdagen. Wanneer de aangegeven bestemming van de betaling een belastingaanslag betreft die al is betaald, terwijl nog diverse andere belastingaanslagen openstaan, wordt die betaling aangemerkt als een ongerichte betaling en dienovereenkomstig behandeld. Privaatrechtelijke vordering: Indien bedragen terug moeten worden betaald, geschiedt dit binnen 30 werkdagen. 9. INFORMATIEVOORZIENING EN - UITWISSELING ROND DE INVORDERING Informatievoorziening rond de invordering komt in diverse vormen voor. Hierna wordt op de van belang zijnde informatie nader ingegaan. 9.1. Overleg met deurwaarder Periodiek vindt overleg plaats met de deurwaarder over de stand van de invordering. Daarbij wordt de voortgang in de invordering besproken, wordt eventueel ingegaan op specifieke debiteuren en de (wijze van) samenwerking wordt besproken. 9.2. Tussentijdse interne informatievoorziening Elke maand wordt door de medewerker(s) die belast zijn met de invordering een overzicht van de stand van invordering gemaakt. Aan de hand van dit overzicht wordt de voortgang van de invordering beoordeeld en worden eventueel nader te treffen maatregelen afgesproken met de vakafdeling.
9.3. Jaarrekening Voor de posten die nog niet definitief worden afgeboekt, maar waarvan de invorderbaarheid sterk wordt betwijfeld wordt een voorziening dubieuze debiteuren gevormd. Deze voorziening wordt jaarlijks bij het samenstellen van de jaarrekening geactualiseerd. Voor de berekening wordt gebruik gemaakt van de statische methode.
Bijlage I Juridisch kader a. Gemeentewet Op grond van artikel 231, eerste lid, van de Gemeentewet is voor de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen van toepassing de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen als waren die belastingen rijksbelastingen. Artikel 249 van de Gemeentewet schrijft dat bij de invordering van gemeentelijke belastingen de artikelen 5 (bevoegdheden niet bepaald door geografische indeling van Nederland), 9, eerste tot en met negende lid (termijnen van betaling), 20 (lijfsdwang), 21 (voorrecht bij verhaal), 59 (informatieplicht derden), 62 (administratieplichtigen) en 69 (nadere regels bij ministeriële regeling) van de Invorderingswet 1990 buiten toepassing blijven. Bij de invordering van gemeentelijke belastingen die op andere wijze worden geheven, blijft bovendien artikel 8, eerste lid (wanneer geen kwijtschelding wordt verleend), van die wet buiten toepassing. b. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek Voor de privaatrechtelijke vorderingen gelden het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek (BW) als wettelijk kader. De gemeente heeft geen bijzondere bevoegdheden ten opzichte van andere natuurlijke en rechtspersonen ter zake van de invordering, zoals dat bij publiekrechtelijke vorderingen wel het geval is. Eén van de belangrijkste gevolgen hiervan is dat de gemeente in het invorderingsproces geen recht van parate executie heeft (tenzij hypotheek-of pandrecht), maar gebruik zal moeten maken van gerechtsdeurwaarders en gerechtelijke vonnissen. c. Algemene wet bestuursrecht Hoewel een aantal artikelen van de Awb niet van toepassing zijn op de Algemene wet inzake rijksbelastingen, wordt, zoveel als mogelijk is, in overeenstemming met de Awb gehandeld. De invorderingsambtenaar dient bij zijn handelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen, ook als sprake is van privaatrechtelijke handelingen (beslag, executoriaal verkoop, en dergelijke). Tot de voornaamste algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden gerekend de beginselen van gelijkheid, motivering, rechtszekerheid en zorgvuldigheid. d. Overig Deze leidraad voorziet in algemeen beleid ten aanzien van de wijze waarop de gemeente Waddinxveen handelt bij de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke vorderingen. Daar waarin specifieke omstandigheden deze leidraad niet voorziet, wordt verwezen naar de ter zake doende wet-en regelgeving. Indien ook dit geen oplossing biedt zal de invorderingsambtenaar een voorstel tot besluitvorming aan het college van burgemeester en wethouders aanbieden. Begripsbepalingen a. Publiekrechtelijk Belastingschuldige: degene op wiens naam de (belasting)aanslag of nota staat Debiteur: schuldenaar Gerechtsdeurwaarder: door het college van b&w aangewezen incassobureau Invorderingsambtenaar:gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder c, van de Gemeentewet Belastingen: belastingen, rechten of retributies die door de gemeente worden geheven b. Privaatrechtelijk Natuurlijk persoon: Rechtspersoon:
personen die zijn ingeschreven in het Bevolkingsregister bedrijven die zijn ingeschreven in het KvK register