Legitimus Reclamaciones fuera de España por accidentes ocurridos en España. Vordering van buiten Spanje na ongevallen in Spanje. Enige tijd geleden vroeg mijn collega Frank Verschuur, directeur van Van Ameyde España mij of ik interesse had om uw congres toe te spreken over het onderwerp Reclamaciones fuera de España por accidentes occuridos en España. U begrijpt, dat is eer. Maar met deze eer ontstond ook direct de vraag waarop de foscus te leggen. Ik heb besloten om u in de komende 30 minuten mee te nemen in mijn dagelijkse praktijk bij de regeling van letselschades. Als jurist en manager foreign claims department werk ik bij Europrotector in Nederland. Europrotector is de rechtsbijstandtak van Van Ameyde. Dat betekent dat u mij enkel en alleen aan de zijde van het slachtoffer ziet staan bij het verhalen van de schades van de slachtoffers. In de afgelopen 15 jaar heb ik mij daarbij vooral gespecialiseerd in grensoverschrijdende ongevallen. Al in de 17e eeuw werd er gesproken over de vliegende Hollander. Hoewel we ondertussen wat eeuwen verder zijn, er is geen land of hoekje op de aardbol waar geen Nederlanders komen. We zijn een reislustig volk. Veel reizigers kunnen bij thuiskomst in Nederland terugkijken op een fantastische ervaring. Er is echter altijd een groep die door pech wordt getroffen. Of het nu een verkeersongeval is op een Spaanse snelweg, een gewelddadige beroving in Indonesië of de val van een trap in een hotel in Las Vegas, de slachtoffers, mijn cliënten komen overal. Op het moment dat het slachtoffer zich meldt, is het vooral zaak goed te analyseren wat ik zelf kan bereiken in het land van ongeval en in hoeverre hulp van lokale deskundigen nodig is. Vooral belangrijk is duidelijk de verschillen tussen de verschillende rechtssystemen in kaart te brengen en uit te leggen. Europese Unie: U zult tijdens mijn presentatie merken dat er naast overeenkomsten vooral ook verschillen zijn. Europa probeert hard te sterven naar eenheid. En op bepaalde vlakken wordt deze eenheid ook bereikt. Neem bijvoorbeeld directiva 2005/14 CE waarmee de minimumbedragen voor een schadevergoeding Europees gelijk zijn gesteld. Of de wetgeving ten aanzien van de productaansprakelijkheid. Of een fles bier nu in Spanje of in Nederland explodeert, de wijze van beoordeling van de aansprakelijkheid is in beide landen hetzelfde. En we moeten niet vergeten de euro. Niet voor iedereen een voordeel. Maar in de grensoverschrijdende schaderegeling is het een gemak. Verschillen: Zo duidelijk als deze overeenkomsten zijn, zo groot zijn ook verschillen. Zo staat het op mondiaal voetbalgebied nog steeds 1 – 0 voor Spanje. Komen er nog steeds 2,7 miljoen Nederlanders op vakantie naar Spanje en zijn dat maar 400.000 Spanjaarden naar Nederland. Gaan Spanjaarden na een ongeval nog steeds snel naar de rechter. Heeft de medisch adviseur een andere rol en is de wijze van het berekenen van de schadevergoeding duidelijk anders. En berekenen we schades anders. Vaak spreken mijn cliënten mij hierop aan. Er is toch sprake van één Europa. Ik bevestig dat direct, maar leg uit dat als het gaat om de schaderegeling Europa nog een lappendeken is, waarbij ieder land zijn eigen regels kent. Ik neem u mee in deze verschillen en begin bij het belang van een rechtszaak. Belang van de rechter: Hier zien we een belangrijk verschil tussen Spanje en Nederland ontstaan. In Nederland wordt 90 tot 95% van de letselschades buiten de rechter om geregeld. Nederland is een land van onderhandeling en minnelijke regeling. Slechts in een heel beperkt aantal gevallen zal een slachtoffer de stap naar de Pagina 1 van 6
Legitimus rechtbank zetten. In het merendeel van de gevallen, dat een Nederlands slachtoffer de stap naar de rechter zal zetten, is er sprake van een geschil over ofwel de schuldvraag ofwel over de hoogte van de schade. Als de stap naar de rechter al wordt gezet, zal dit altijd leiden tot een dagvaarding voor de civiele rechter. Mijn ervaring is, dat in Spanje de rol van de strafrechter vele malen groter is dan in Nederland. Nederland kent wel de mogelijkheid te voegen in een strafzaak, maar bij verkeersongevallen is het een bijna verwaarloosbaar percentage slachtoffers, dat via deze weg een vergoeding van de schade vordert. De strafrechter in Spanje heeft zich in zijn rol als betrokkene bij de schaderegeling veel verder ontwikkeld dan de Nederlandse strafrechter. Zo zal een Spaanse rechter besluiten tot de inschakeling van een gerechtsarts en zal op basis van de conclusies van de gerechtsarts zelf een vonnis dicteren waarin de schadevergoeding staat uitgewerkt. Een Nederlandse rechter gaat lang niet zo ver. De Nederlandse strafrechters stellen vooral te moeten oordelen over een strafmaat, niet over een schadevergoeding. Zelden zal een Nederlandse strafrechter meer dan een gering voorschot willen toewijzen. In vrijwel alle gevallen zal de strafrechter voor een verdere regeling van de schade verwijzen naar de civiele rechter, maar vooral ook zijn voorkeur uitspreken voor een minnelijke regeling. Een belangrijk voordeel in het Nederlandse recht is daarbij wel de ruimere verjaringstermijn. Spanje kent een beperkte termijn van 6 maanden voor het indienen van de strafaanklacht en voor civiele procedures is de termijn beperkt tot 1 jaar. Nederland kent op basis van de WAM verzekering een verjaringstermijn van 3 jaar als het slachtoffer rechtstreeks de aansprakelijke verzekeraar wil aanspreken en zelfs een termijn van 5 jaar als het slachtoffer de veroorzaker van het ongeval wil aanspreken. De gerechtsarts: Letsel is een medische aangelegenheid. Wij juristen zijn dan ook vrijwel altijd afhankelijk van de adviezen van een medisch adviseur. Ook de rol van de medisch adviseur tussen onze beide landen is anders. De Spaanse medisch adviseur zal het slachtoffer persoonlijk onderzoeken. Op basis van zijn ervaringen zal de arts een verslag opstellen waarin de dagen impeditivos en non impeditivos en de secuelas op basis van punten zijn gebaseerd. De Nederlandse medisch adviseur ziet het slachtoffer in 99% van de gevallen niet persoonlijk. De medisch adviseur adviseert op basis van de informatie van de behandelend artsen en zal, waar nodig een onafhankelijk arts opdracht geven tot een onderzoek. Uit deze onderzoeken kan een percentage blijvende invaliditeit voortkomen. Dit percentage wordt berekend op basis van de zogenaamde AMA guide het boekwerk van de American Medical Association. En hoewel de secuelas en het percentage beiden een mate van blijvende invaliditeit aangeven, de aantallen zijn absoluut niet gelijk. Als voorbeeld neem ik een 46 jarige Nederlander die betrokken was bij een motorongeval in Girona. Bij het ongeval loopt hij een verbrijzelde hak van de linker voet op. Naar Nederlandse maatstaven is het percentage invaliditeit vastgesteld op 6%. Deze man is ook onderzocht door een Spaans medisch adviseur. Het aantal punten uit op 14 punten. Een behoorlijk verschil dat ook later in de regeling van de schade financieel duidelijk wordt. De schadevergoeding: Dit onderwerp is waar het uiteindelijk om gaat. Wat krijgt het slachtoffer vergoed en wat kost het de verzekeraar. Verschillen zijn er niet alleen op het gebied van de kosten, maar ook op het gebied van wijze van berekenen van de schade. U zult voorbij zien komen: · Richtlijnen in Nederland · Economische schade · Smartengeld Pagina 2 van 6
Legitimus · ·
Wettelijke rente En de kosten
Laat ik beginnen met de kleinere schadeposten. Ook bij de beoordeling van de schadeposten speelt de wijze van schaderegeling een belangrijke rol. De minnelijke regeling zoals we die in Nederland kennen, legt minder strenge eisen aan de bewijslast. Tot nu toe heeft iedere Spaanse verzekeraar mij gevraagd naar de originele exemplaren van de nota’s. Een kopie is niet voldoende. Is er geen originele nota voorhanden, dan wordt een schadepost in Spanje al snel afgewezen. In Nederland is een kopie van een nota genoeg. En als er geen kopie voorhanden is, maar de schadepost aannemelijk is, dan zal een verzekeraar de schade over het algemeen ook vergoeden. Voor bepaalde schadeposten zijn richtlijnen opgesteld door het Nationaal Platform Personenschade. Een overlegorgaan van verzekeraars en advocaten die voor deze schadeposten een vaste afspraak hebben gemaakt. Zo wordt voor elke gereden kilometer voor een bezoek aan een arts of therapeut € 0,24 betaald. En krijgt het slachtoffer voor elke dag opname in het ziekenhuis € 26,00 ter dekking van kosten. Let op, hierin zit geen smartengeld. Belangrijker zijn echter nog de afspraken over huishoudelijke hulp, zelfwerkzaamheid en studievertraging. Huishoudelijke hulp: In de richtlijn zijn voor de eerste drie maanden na het ongeval vaste bedragen opgenomen. De bedragen gelden per week en zijn afhankelijk van de mate van het letsel. Zo krijgt een moeder met kinderen die ouder zijn dan vijf jaar met zwaar letsel over de eerste 3 maanden wekelijks een bedrag van € 273,00 toegekend. En let op, het maakt niet uit wie deze hulp verstrekt. Komt een bijvoorbeeld de oma of buurvrouw de hulp verlenen en krijgen de oma of de buurvrouw hiervoor niet of zwart betaald, de huishoudelijke hulp wordt als schade genoteerd. Nota’s blijven achterwege. Als iemand wel betaalde hulp inschakelt, dan worden de concrete kosten vergoed. Mits het aantal uren hulp redelijk is. Na deze drie maanden wordt € 8,50 per hulp uur betaald en na 6 maanden een redelijk bedrag. Mits ook hier de uren hulp redelijk zijn. Zelfwerkzaamheid: Als een letsel leidt tot een vermindering van het vermogen tot klussen, ook dan kan een richtlijn worden toegepast. Als er geen concrete extra kosten zijn gemaakt, dan wordt voor een man met een eigen woning zonder tuin die al het onderhoud doet, jaarlijks een bedrag van € 702,00 op de schadestaat bijgeschreven. En dat veelal gekapitaliseerd tot 70 jarige leeftijd. Een andere belangrijk verschil zien we in het verlies van inkomsten. Een voorbeeld: Helaas leiden bepaalde letselschades ook tot een tijdelijke en soms blijvende arbeidsongeschiktheid. U weet dat ongeschiktheid ook een invloed heeft op het inkomen van een slachtoffer. Wie komt er op voor deze tijdelijke en soms blijvende vermindering van inkomsten. Nederland heeft in de afgelopen jaren fors gesneden in de sociale zekerheid. Een belangrijke rol is weggelegd voor de werkgevers. Daarnaast is er een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid belegd bij de zelfstandige ondernemers. Is het slachtoffer in loondienst, dan is het gedurende de eerste 104 weken (2 jaar) de werkgever die de plicht heeft het salaris van de ongeschikte werknemer door te betalen. In de eerste 52 weken op basis van 100%. In de tweede 52 weken zakt dit percentage terug naar 70%. Pas na deze 104 weken zal de sociale zekerheid gaan beoordelen of een slachtoffer in aanmerking komt voor een uitkering. De overheid of anders gezegd de sociale zekerheid heeft deze eerste twee jaar geen rol van betekenis. Met deze wettelijke verplichting voor de werkgever, ontstaat een afgeleid vorderingsrecht. Immers de werkgever zal het door hem doorbetaalde loon over de periode dat de werknemer arbeidsongeschikt is geweest, altijd willen verhalen op de aansprakelijke partij.
Pagina 3 van 6
Legitimus Als ik een werkgever bij sta, dan botsen hier twee systemen. Immers naar Spaanse normen kennen dit specifieke recht van de werkgever niet. Zoals ik heb aangegeven wordt bij een werknemer in loondienst in ieder geval het eerste jaar veelal 100% van zijn salaris doorbetaald. De schade ontstaat vanaf het tweede jaar. De berekening is concreet en eenvoudig. Het netto salaris voor het ongeval wordt vergeleken met het netto salaris na het ongeval en de schade is een gegeven. De zelfstandige: Is het slachtoffer een zelfstandige, dan kan dit slachtoffer niet terugvallen op de sociale zekerheid. Er is ook geen werkgever die een salaris doorbetaald. Een geringe groep zelfstandigen heeft een private verzekering voor arbeidsongeschiktheid afgesloten. Deze groep heeft nog enige zekerheid. Voor een belangrijke groep is deze verzekering die maandelijkse premies kennen tussen de € 600 en € 800, niet weggelegd. Er kunnen dan snel gecompliceerde situaties ontstaan als de aansprakelijkheid ter discussie staat. Voor de zelfstandige gaat deze wijze van berekenen niet op. Immers de zelfstandige heeft veelal geen vast salaris. En bij de zelfstandige wordt er geen salaris doorbetaald. Niet werken is veelal geen inkomen. In dat geval wordt gekeken naar de jaarstukken van de zelfstandige. Kort samengevat vormen de nettowinst gegevens van drie jaar voor het ongeval het uitgangspunt. De referentie. De nettowinst na het ongeval wordt vergeleken met de nettowinst voor het ongeval en zo ontstaat de schade. Dit is uiteraard een vereenvoudigde weergave, in de praktijk wordt met meer factoren in het bedrijf rekening gehouden. Waar nodig wordt deze schade, meestal gekapitaliseerd doorberekend tot aan de 67 jarige leeftijd. De arbeidsdeskundige: Een aparte rol is Nederland is weggelegd voor de arbeidsdeskundige. Deze deskundige is gespecialiseerd in het begeleiden van de slachtoffers bij de re-integratie op de arbeidsmarkt. En dat hoeft niet noodzakelijk een re-integratie te zijn in het eigen werk. Er bestaan genoeg voorbeelden waarbij een slachtoffer van een ongeval niet meer terug kan keren in zijn eigen werk. Neem bijvoorbeeld de 25 jarige vrachtwagenchauffeur wiens linker been is geamputeerd na een verkeersongeval. Rijden op een vrachtwagen is vrijwel onmogelijk. De hersens van deze man werken echter nog voldoende om hem om te scholen naar een baan als planner. Feitelijk hebben we hier te maken met een vorm van schaderegeling in natura. De inschakeling van de arbeidsdeskundige gaat met instemming tussen het slachtoffer en diens advocaat en de aansprakelijke verzekeraar. De aansprakelijke verzekeraar draait op voor de kosten van de arbeidsdeskundige. En een belangrijk gegeven van de inschakeling van de arbeidsdeskundige is dat het mes aan twee kanten snijdt. Enerzijds ziet het slachtoffer zich terug in het werkveld waardoor het gevoel van eigenwaarde veelal niet wordt aangetast. Anderzijds, de verzekeraar betaalt de kosten van de arbeidsdeskundige plus het verschil tussen een vorig en het nieuwe inkomen. Per saldo is dit vrijwel altijd een veel goedkopere oplossing dan het betalen van een salaris tot 67 jarige leeftijd. Al de hiervoor genoemde schadeposten zijn feitelijk materiële schade. Ze zijn berekenbaar. Anders wordt er gekeken naar het smartengeld. Een immateriële schade. U kunt in Spanje de baremo waarin immateriële schade en een economische schade zijn verdisconteerd. Nederland kent geen baremo. Zoals u hiervoor heeft kunnen zien, wordt de economische schade als een aparte schadepost berekend. Dat is altijd het geval. Het smartengeld wordt vastgesteld op basis van jurisprudentievergelijking. De concrete situatie van het slachtoffer wordt in kaart gebracht door middel van de medische expertises. Vervolgens wordt gekeken naar en leeftijd en geslacht, de mate van blijvende invaliditeit, de beperkingen, specifieke capaciteiten als sporten of hobby en naar de duur van het herstel. Deze concrete situatie wordt vergeleken met
Pagina 4 van 6
Legitimus rechterlijke uitspraken en op die wijze wordt een smartengeld gevonden. De rechterlijke uitspraken waarmee wordt vergeleken, worden iedere drie jaar door de ANWB verzameld in een boekwerk. Zoals u ziet, is de wijze van vaststellen van het smartengeld duidelijk anders in Nederland. Daar waar de baremo vaste bedragen kent en er discussie kan zijn over de punten die door de arts worden toegekend, zal de discussie in Nederland veel meer gaan over de gekozen vergelijkingen. Nabestaanden: Dit is echter niet het enige verschilpunt als het gaat om smartengeld. In de baremo kent u in Spanje ook een smartengeld toe aan de nabestaanden. In Nederland is het smartengeld voor de nabestaanden om precies te zijn, 0 euro. Krijgen nabestaanden dan helemaal niets? Nee, zo erg is het ook niet. Nabestaanden kunnen economische schade lijden doordat de kostwinner overlijd. In dat geval zal het gemis van het familie inkomen berekend moeten worden. Er is steeds meer kritiek op de huidige berekeningswijze, overleg over een hervorming van het systeem zijn gaande. Daarnaast kan een nabestaande in aanmerking komen voor een shockschade, dat wordt echter gezien als een persoonlijke letselschade. Vrijwel altijd geldt dan als criterium dat deze nabestaande het ongeval heeft zien gebeuren. Behandelingen bij een psychotherapeut zijn nodig om de psychische schade te kunnen onderbouwen. Voorbeelden smartengeld: 1. Een man wordt als voetganger aangereden voor een busje. Gevolg is een fractuur van de rechtervoet. Gipsverband was nodig. Vervolgens fysiotherapie enige weken en enige maanden hinder. Uiteindelijk wijst de rechtbank Amsterdam hier € 455,00 toe 2. Een bromfietser van 20 jaar botst tegen een tractor. Amputatie van het linkerbeen was niet te voorkomen. Smartengeld € 34.230,00 3. Een fietser botst tegen een bromfietser. Gebroken ruggenwervel met blijvende rugklachten. Enige weken in het ziekenhuis. En uiteindelijk een percentage blijvende invaliditeit van 5%. Smartengeld € 3.859,00 4. Timmerman van 18 jaar met een complete dwarslaesie. 100% afhankelijk van een elektrische rolstoel. Werkhervatting is onmogelijk. Smartengeld € 121.386,00 5. Onze man van 46 met het motorongeval in Girona tenslotte heeft naar Nederlandse normen recht op een smartengeld van € 7.500,00. Wel met een voorbehoud voor eventuele verslechtering van de situatie. Op basis van de 14 punten secuelas kom ik met de baremo van 2012 uit op een vergoeding van 14 x € 822,07. Dat is € 11.508,98. Op basis van het salaris komt er nog een correctiefactor bij van 20%. Dat maakt € 13.810,77. En dan is er nog de vergoeding van de daggelden. 11 dagen ziekenhuisopname, 125 dagen Impeditivo en 315 dagen No Impeditivo. Daar komt totaal nog eens 17.436,49 bij. Totaal zou naar Spaanse normen de immateriële schade toch al snel op een bedrag van rond de € 30.000 komen te liggen . Duidelijk meer dan het Nederlandse smartengeld. Maar let op, de hier genoemde bedragen betreffen alleen een smartengeld. In het voorbeeld van de 20 jarige bromfietser waarbij het linkerbeen is geamputeerd, zou er nog wel een mooie rol zijn weggelegd voor de arbeidsdeskundige. Immers deze man zou nog best een kantoorbaan kunnen bereiken waarbij hij uiteindelijk een bijna gelijkwaardig salaris kan verdienen. En in het voorbeeld van de 18 jarige timmerman zal er over de jaren vanaf zijn 19e tot aan zijn 67e ook nog eens de economische schade moeten worden doorberekend. Dat zijn ettelijke honderden duizenden euros. Er zijn nog twee posten die niet belicht zijn:
Pagina 5 van 6
Legitimus Wettelijke rente: Ook in de minnelijke regeling wordt rekening gehouden met een wettelijke rente die echter sinds 2012 op nog maar 3% ligt. In een procedure bij de rechter blijft deze rente gelijk. Buitengerechtelijke kosten: Tot slot zijn er de kosten van de advocaat en de medisch adviseur die het slachtoffer bij staan. Ook al wordt een schade minnelijk geregeld, deze kosten worden gezien als schade en komen voor vergoeding in aanmerking. Op grond van de wet artikel 6:96 BW worden de kosten concreet berekend. Reclamaciones fuera de España por accidentes occuridos en España: Dames en heren ik kom aan bij de afronding van mijn presentatie. Ik hoop dat ik u een indruk heb kunnen geven van de grote verschillen die er tussen onze beide landen op het gebied van de schaderegeling is. Elk systeem heeft voor en tegenstanders. Een ding is voor mij wel duidelijk. Hoewel richtlijn 2005/14 het mogelijk maakt om de Nederlandse rechter te vragen een oordeel te geven over een letselschade ontstaan na een verkeersongeval in Spanje, is het door de grote verschillen bijna onmogelijk een Nederlandse rechter dit te vragen. Ook gebruik van richtlijn 2000/26 CE waarbij het minnelijk regelen met een Nederlands vertegenwoordiger van een Spaanse verzekeraar tot de mogelijkheden behoort, is lastig. Een eenvoudige schade kan nog worden geregeld. Grotere letselschades lenen zich, mijns inziens niet voor deze regeling. Zoals gezegd, onze beide landen kennen duidelijke verschillen. Is er een systeem beter dan het andere? En welk systeem zou u prefereren als u slachtoffer bent? Zouden we moeten komen tot een systeem op Europees niveau? Er zijn nog vele vragen over het onderwerp te bedenken. Misschien iets voor een volgend congres. Jorg van den Enden April 2013
Pagina 6 van 6