Le(e)therJournaal Nieuwsbrief van de familie Le(e)ther Red.: Frank D.P.M. Lether Dorpsstraat 143, 3751 EP Bunschoten, T 033 245 05 10 E
[email protected]
Bij dit nummer Dit is het eerste nummer van LetherJournaal dit jaar. Stamboomtechnisch belangwekkend nieuws van onze stammoeder Aelberdina Reiss die wij onlangs ineens in Amsterdam tegen kwamen. Dat ze daar heeft gewoond was ons volstrekt onbekend. Dat ze daar trouwt met Hendrik Redeker (wiens naam wij wel kennen) was ons eveneens onbekend. Alle nieuwe en reeds bekende feiten op een rij. We besteden in dit nummer aandacht aan het overlijden van Irene Lether-Deuning in Amerika. Een zoon van Shirley Mae Werner-Lether overleed eveneens. Linda Baker-Lether wees ons op een blijkbaar nieuwe activiteit van haar zoon Jeff. Daarover meer in het artikel ‘Messen en pepermolens’. Ook besteden we aandacht aan een Oorlogsmonument dat onlangs onthuld werd op het ereveld Kanchanaburi in Thailand alwaar Dirk-Jan Leether ligt begraven. Afgelopen maand zijn al onze genealogische gegevens overgezet naar een nieuw domein. De Lether-site staat nu op www.lether.org Ik wens alle lezers van LetherJournaal een in alle opzichten fantastisch 2014. Dat het maar veel beter mag worden dan 2013.
Veel leesplezier.
A(e)lberdina Reijs (Reis, Reiss, Rijs) onze stammoeder We weten langzamerhand wel dat Aelberdina Reijs de stammoeder van de Nederlandse en Amerikaanse Le(e)ther-familie is. Het was dan ook een schokkende ontdekking toen ik haar enige tijd geleden in het Stadsarchief van Amsterdam tegenkwam. Dit kan niet waar zijn, was mijn eerste reactie. Maar het bleek wel waar te zijn. Aelberdina wordt op 7 november 1756 in de Nederduits Gereformeerde Kerk te Brummen gedoopt. Zij is de dochter van Andries Reijs (geb./gedpt. Allendorp, Oberhaussen, Hessen, Duitsland 1729; x Brummen 4/8/1754) en Geertrui Borgers (geb. Brummen 1733, overl. 21/7/ 1792) beiden dan komende uit Arnhem. Zij heeft dan al een oudere broer Johan (geb. 20/10/1754) en vier jaar later komt daar Jacobus (geb. 5/11/1760) nog bij. Op een bepaald moment in haar leven maakt ze kennis met Hendrik Redeker. Sterker nog zij huwt hem, want in haar trouwakte met onze Heinrich Daniël lezen we immers dat zij weduwe van Redeker is. Hij was ons dus bekend, maar we hebben hem nooit kunnen vinden en al helemaal niet waar en wanneer ze hem trouwde. Daar is nu verandering in gekomen. In het Stadsarchief van Amsterdam vinden we een doopinschrijving. Op 9 oktober 1782 wordt Anna Sovia Redecker in de Nieuwe kerk door D Smits gedoopt. Als ouders staan vermeld: Henrik Redecker en Albertina Rijs. Doopgetuigen zijn: Andrias Rijs (vermoedelijk haar vader of een oom of neef) en Johanna Dortia Elisabeta Grote (DTB 58/335). Wie zij is is onbekend. Anna Sovia is niet in Amsterdam overleden, er is daar niets meer over haar te vinden. Hendrik Redeker In hetzelfde archief vinden we op 24 januari 1783 (DTB 627/426) ook een ondertrouwinschrijving. De tekst daarvan luidt: Sij vaders consent goet ingebragt Hendrik Reedeker, van Detmold, ge
reformeert, 34 jaren, in de Battavierstraat, ouders doot, geassisteert met Adolph Groote, woont als voorn., en Alberdina Reis, van Zutphen, gereformeert, 23 jaren, op de Leijstestraat, haer vader Andreas Reis woont te Brummen. (bron: Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van Amsterdam (retroacta van de Burgerlijke Stand) Ondertrouwregister: NL-SAA-26271166, DTB 627, p.426)
Het huwelijk van Hendrik Redeker en Alberdina Rijs vindt plaats in de Nieuwe Kerk van Amsterdam op 18 februari 1783. De Nieuwe Kerk is één van de belangrijkste en grootste monumenten van Amsterdam en speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van het Koninkrijk Nederland, immers de meeste koninklijke huwelijken hebben er plaats evenals de bevestiging van een nieuwe koning. Ook bevind zich daar het praalgraf van admiraal Michiel de Ruyter.
Jacobus Baliever Al snel blijkt dat Alberdina Reijs bijna één jaar later opnieuw in ondertrouw gaat, nu met ene Jacobus Baliever. Dit is volstrekt nieuw voor ons. We lezen in een andere inschrijving: het derde gebot staat stil de 23 jan: 1784 Jacobus Baliever, van Leijden, gereformeert, 33 jaar, in de Jonkerstraat, geassisteert met Mouris Stall, in de Jonkerstraat en Alberdina Reijs, van Zutphen, gereformeert, wede. Hendrik Redeker, in de Battavierstraat zij man doot weeskamer
Indien Hendrik Redeker’s leeftijd inderdaad 34 is moet hij in 1749 zijn geboren. Op enig moment overlijdt dan Hendrik Redeker, maar niet in Amsterdam want in die stad is geen overlijden of begraven van hem te vinden. Geen van de drie begraven Hendrik Redekers’ die wel in de index van het Stadsarchief Amsterdam staan kunnen het zijn. Het Stadsarchief Amsterdam deed de suggestie dat hij wellicht een zeeman was. In het Nationaal Archief in Den Haag heeft men een register van zeelieden die voor de VOC voeren (http://vocopvarenden.nationaalarchief.n l/list.aspx) Daarin zijn drie Hendrik Redeker’s te vinden, waarvan twee uit Amsterdam. Het ziet er niet naar uit dat het onze man betreft. Bij de tweede inschrijving staat immers dat hij in 1765 zou zijn overleden, reden waarom hij absent is bij de uitvaart van een schip. Dat kan onze man niet zijn, want hij trouwt in 1783.
(bron: Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van Amsterdam (retroacta van de Burgerlijke Stand), Ondertrouwregister: NL-SAA-26170443, DTB 628, p.493)
Er staat dat ‘zij man doot’ is en de opmerking ‘weeskamer’ bevestigt dit omdat die in geval van overlijden van een van of beide ouders toezicht houden op de kinderen en mogelijke erfenis. Aelberdina is op dit moment dus de weduwe van Hendrik Redeker. We zien beide inschrijvingen met verschillende handschriften. Dat is normaal want na de eerste inschrijving worden er zaken (door andere ambtenaren) bijgeschreven wanneer officiële documenten van andere instellingen op het stadhuis binnenkomen. Zoals een bewijs van geen bezwaar van de weeskamer. Het is dus echter nooit tot een huwelijk met Jacobus Baliever gekomen, want op 23 januari 1784 wordt het 3e gebod (dat is de 3e van de drie huwelijksafkondigingen) stilgezet en in de proclamatieboeken wordt de inschrijving doorgehaald. Wat er gebeurd is wordt nergens duidelijk. Is de bruid nooit met de vereiste pa-
pieren van de weeskamer op komen draven, is Baliever overleden of zagen ze toch af van een huwelijk? Onderzoek in het krakeelregister (arch. 5061/inv. 3075) leverde niets op (dit is een register waarin bezwaren tegen een voorgenomen huwelijk worden opgenomen. Het scheen nogal eens voor te komen dat iemand wilde trouwen die eigenlijk al met iemand anders was getrouwd). En ook de protocollen van de Hervormde Gemeente (arch. 376/inv. 28) bevatten geen informatie met betrekking tot deze gebeurtenis.
en ook niet wanneer zij precies is vertrokken. En of haar ouders zich misschien ooit in Amsterdam hebben bevonden.
Omdat ze weduwe blijkt te zijn moest ze een bewijs van Henrik Redeker’s overlijden / begraven indienen. Normaal staat er dan altijd, omdat dit altijd later werd aangevuld in een ander handschrift ‘goet ingebragt’ (de benodigde/vereiste papieren zijn ingebracht).
Terug naar Brummen Vier jaar later, op 6 november 1788, doet Aelberdina in Brummen aangifte van het overlijden van haar kind zonder nadere geslachts- en naamaanduiding, dat vier dagen later werd begraven. Gaat het hier om een voorechtelijk kind van haar toekomstige 3e echtgenoot Heinrich Daniël Löther dachten wij altijd, of is het Anna Sovia Redeker?
Bij weeskamer staat er dan altijd ‘voldaan’. Beide aanvullingen staan niet bij de inschrijving zodat we er voorlopig van uitgaan dat het huwelijk niet doorging omdat ze niet over de benodigde papieren beschikte. Iemand die een onmondig kind had diende zich bij de weeskamer te melden. Dit heeft niets met een weeshuis te maken. De weeskamer was een instituut dat ervoor zorgde dat de eventuele erfenis van een kind gewaarborgd was en niet de (stief-) familie daarmee vandoor zou kunnen gaan. Dat betekent dus dat het kind - Anna Sovia - op dat moment nog leefde. Ook in de protocollen van de Hervormde Gemeente is niets te vinden. Dit is ook niet zo vreemd omdat er ook geen enkele inschrijving van Aelberdina tot lidmaat van die kerk is aangetroffen. Dat leidt er meteen ook toe dat er geen ‘attestatie van vertrek’ is te vinden zodat niet uit te vinden is wanneer Aelberdina ze ongeveer in Amsterdam terecht is gekomen
Ook wordt er niets meer vernomen van Jacobus Baliever. De naam komt in het Stadsarchief van Amsterdam slechts één keer voor. Zelfs zoeken op naam varianten als Ballefer, Buliever e.d. gaven geen resultaat. Baliever beweert van Leiden te zijn, maar in het Regionaal Archief Leiden is geen doop van hem te vinden.
Het lijkt er op dat ze haar kind Anna Sovia Redeker uit Amsterdam mee heeft genomen naar Brummen die vervolgens daar dan op 6 jarige leeftijd is overleden. Waarom dat zonder nadere geslachtsen naam aanduiding is gedaan is een vraag die waarschijnlijk wel nooit beantwoord zal kunnen worden. Drie maanden later wordt uit Aelberdina geboren: 1. Anna Marie Reis (Lether, Leeders, Leeter, Laethers, Lider, Leters) geb. Brummen, 3 februari 1789, ged. 8 februari 1789 als Anna Marie Reis (doopgetuige: Heinrich Daniel). Op 31 december 1809 treedt zij –oud 20 jaar- in Spankeren als werkvrouw Maria Lether -wonende te Laag Soerenin het huwelijk met daghuurder Teunis Hendriks uit Dieren (geb. Dieren; overl. Dieren 17/10/1841, huis nr. 125; zoon van Paul Hendriks en Teuniske Hendiks). Uit dit huwelijk
Teuntje 25/12/1811; Hendrik Daniel 19/4/1814 huis nr. 108; Paulina 20/3/ 1816, ongehuwd overl. Dieren 30/9/ 1852; Alberdina 14/1/ 1819; Geertrui 9/11/1821, overl. Dieren 10/5/1847; Willem 4/5/ 1824, daghuurder, overl. Dieren 5/5/1847; Jan 4/11/1826 huis nr. 108, overl Dieren 1/10/1836, huis nr. 118; Jacob 27/1/1829 huis nr. 108, overl. Dieren 8/2/1829, huis nr. 108 en Antje 19/8/1830 huis nr. 108, allen geboren te Dieren. Ze overlijdt in Dieren op vrijdag 19 april 1872 om 8 uur 's-avonds in de leeftijd van 83 jaar. De aangifte van overlijden wordt gedaan door de 59 jarige dagloner en schoonzoon Hendrik van Lent of Tent en de 30 jarige dagloner en kleinkind Teunis Hendriks. Er worden kinderen vernoemd naar haar vermeende vader, naar haar moeder en ooms en tantes. Aan de voet van de vermelding in het Doopboek van Brummen staat de aantekening "N.B. Onecht". Was Anna Maria een voor-echtelijk kind van Heinrich en Aelberdina? Een erkenning door Heinrich zal toen niet mogelijk zijn geweest omdat 'erkenning' pas werd ingevoerd bij de invoering van het Burgelijk Wetboek op 1 januari 1811. In de rechterlijke archieven hebben we nog geen officieel stuk gevonden die de familie-naamswijziging van Anne Marie rechtvaardigt.. Heinrich Daniël Löther Hij ondertrouwt in Brummen op 3 en trouwt er op 25 oktober 1789 (uit het huwelijksregister van de Nederduits Gereformeerde Kerk, na 1 januari 1816 de Nederlands Hervormde Kerk blijkt dan de naam Löther en zijn afkomst uit Nassau Weilburg) met Aelberdina Reijs van Brummen, weduwe van Hendrik Redeker. Uit het huwelijk van Aelberdina met Heinrich Daniel:
2. Geertruij geb. Spankeren, zaterdag 7 juli 1792; gedpt. in Hall met attestatie van D. van der Ven Ned. Gereformeerde Gemeente Spankeren 15 juli 1792, overl. 25 december 1831 te Steenderen. Op 25 juni 1819 trouwt ze in Steenderen Willem Berendsen (geb./ged. Steenderen 5-8/1/1797; overl. Steenderen 14/ 7/1877, zoon van Willem Berendsen en Jenneken Alderkamp), dagloner. 3. CAESAR CHRISTOPH (Va) 4. Willem Fredrik geb. Spankeren, dinsdag 29 september 1801; gedoopt op dezelfde dag, overl. Spankeren, zaterdag 27 maart 1802; begr. 31/3/1802 Spankeren. Hij leefde maar 179 dagen. Hoe komt Heinrich Daniel trouwens in Nederland terecht? Onbevestigde bronnen suggereren dat hij beroepsmilitair was, maar bewijzen daarvan zijn vooralsnog niet gevonden. Hij kende zijn schoonvader waarschijnlijk, Allendorf ligt niet ver van Weilburg. Was hij misschien een van de vele tienduizenden Höllandgänger, Duitsers die in Nederland hun geluk kwamen beproeven. Auswanderer noemt men hen wel en dus is er ook een auswanderersregister. Maar daar werden alleen mannen met burgerrechten in opgenomen. Hoefde hij als niet-burger dan ook niet over een paspoort te beschikken om naar het buitenland te gaan? Niet bekend is de sociale status van de familie, m.a.w. of de kinderen in Weilburg naar school gingen c.q. of Heinrich Daniel kon lezen en schrijven. Heinrich overlijdt in Spankeren op zaterdag 11 april 1807 en wordt op 16 april begraven. Bij zijn overlijden is hij volgens de acte 62 jaar en zou hij dientengevolge in 1745 geboren moeten zijn, maar vaak wist men elkaars exacte leeftijd of geboortedatum niet. In het Begraafregister van de Nederduits Gerefor-
meerde Gemeente DTB 1370 18061811 staat dat hij 67 jaar oud was. Willem Rensink Aelberdina woont te Laag Soeren onder den ampt te Rheden wanneer ze (volgens de trouwakte, maar die leeftijd is niet juist) op 40 jarige leeftijd op de 9e van de Bloei-maand (volgens trouwboek Nederduits Gereformeerde Kerk op 24 juni) 1810 met de rond 1772 in Warnsveld geboren Willem Rensink, weduwnaar van Johanna Hagman, oud 38 jaar in ondertrouw gaat en op de 24e juni met hem trouwt, wonende te Brummen, onder Spankeren. Willem overlijdt in 1812. In 1818 wanneer Aelberdina's eerste zoon Caesar Christoph trouwt wordt ze in die trouwakte alleen de weduwe van Heinrich Daniel genoemd. Ze deelt de ambtenaar van de Burgerlijke Stand mede niet te kunnen schrijven dus kan ze de huwelijksakte niet tekenen. Ze woont weer in Leuvenheim en is arbeidster van beroep, na drie overleden echtgenoten waarschijnlijk voor haar de enige manier om in haar levensonderhoud te voorzien. Aelberdina Aelberdina overlijdt op maandag 26 december 1825 te Leuvenheim. Als leeftijd wordt 62 jaar genoemd, dit moet waarschijnlijk 69 zijn, van beroep dagloonster, dan weduwe van Willem Rensink, zo staat er in de overlijdensakte. De aangifte van overlijden wordt gedaan door haar zoon Cesar Christoffel, dan 29 jaar oud en van beroep dagloner, wonende te Leuvenheim, gem. Brummen. In de Memorie van Aangifte (successie), betreffende de nalatenschap van wijlen Alberdina Rijs staat dat zij 'volstrekt niets heeft nagelaten'. Als getuigen zijn aanwezig Caesar Christoffel uit Leuvenheim, Geertrui Lether, huisvrouw van Willem Berends te Steenderen en Maria Lether, huisvrouw van Teunis Hendriks uit Dieren. M.a.w. de
erfgenamen behoeven geen belasting te betalen. De getuigen Geertrui, Maria en Teunis verklaren niet te kunnen schrijven.
Dossiers Onlangs heeft er een update plaatsgehad in/voor de volgende familie dossiers: 1703 Ceaser Christoph 1749 Heinrich Daniël 1792 Geertrui 1801 Willem Frederik 1850 Theodorus 1855 Fredrik A.K. 1857 Willemina G. Matser-Lether 1879 Grada W. Lether-Lamers 1879 John 1883 Elisabeth Lether-van Hattem 1895 Johan Chr. 1896 Jan Willem Lether 1898 Lucas 1907 Cornelia Matser-Lether 1908 Theodorus Leether 1909 Hester Johanna Lether 1909 John Lether 1917 Peter D. 1920 Maria Bergakker 1920 Dirk Jan Leether 1920 Jan Reinier 1923 Clasina Lether-Pepers 1929 Johannes 1943 Sandra Lee 1946 Frank D.P.M. 1947 Petronella M.A. 1951 Johan M. Lether 1953 Pauline Speklé – Lether 1957 Onno I. 1957 Geertruida H.A. Lether 1958 Kris Lether 1962 Jean Stott 1966 Gordon 1970 Aschwin Arrelin 1974 Tatjana Hol – Lether 1990 Daniël A.M. 1993 Mason 1995 Rachel
Het betreft nieuwe zaken danwel nieuwe en grotere scans van bestaande stukken en/of foto’s.
Een ander Overlijden Linda Marie Brannon-Lether laat weten dat haar broer Alan George (geb. Glendale 6/6/1955, tr. Charlotte Garcia, overleden), uit welk huwelijk Nicole, Tessa, Johanna, op 20 september 2013 is overleden. Beiden zijn kinderen van Shirley Mae Werner-Lether die in 2011 overleed.
raakt op een manier die ik niet kan uitleggen - het is gewoon heel emotioneel. En als je problemen hebt bij het zoeken, kun je altijd bellen met 00 1 212-5614588 en iemand bij de Stichting zal u een handje helpen. www.ellisisland.org/default.asp?SID=487
Messen en pepermolens Linda Baker-Lether wees ons op een blijkbaar nieuwe activiteit van haar zoon Jeff. Onder de naam J.A. Baker Handmade Knifes and Woodworks vervaardigt hij messen en pepermolens. Neem maar eens een kijkje op zijn website www. knivesandwoodworking.com
Sneeuw Wat is witter, wat is mooier, wat is o, zo ongerept? Hier zo hoog in de bergen, twijfel je aan je zelfsta ik dichter bij dat dorpje? Of sta ik dichter bij het heelal? wat zijn wij dan klein, wat nietigGelukkig heb ik hem nog hoe lang, ik weet het niet. De minuten zal ik tellen o, wat jammer Had ik nog maar een uur. wat is witter, ongerepter.
Ellis Island Foundation
Peter D. Lether †
Ik ben best trots op mijn afkomst en velen van jullie met mij. Als je nog nooit eerder hebt gezocht in de database van het Amerikaanse Ellis Island op de aankomst van onze familie in de nieuwe wereld, kan ik deze site van harte aanbevelen. Het zien van de naam van een voorouder, het passagierslog samen met een beeld van de werkelijke schip dat hen naar de nieuwe wereld vervoerde je
2800 mtr, hoog, Seefeld
Irene Deuning (oma Lether) overleden Ze was al een tijdje ziek en met haar 83 jaar fragiel. Op 13 oktober j.l. overleed zij – een van de oudste familieleden- dan ook. Ze werd op 18 oktober in Santa Ana, Orange County, CA begraven. Condoleances uitwisselend met haar Amerikaanse nageslacht valt op dat men enerzijds zegt dat zij geen echte Lether was of maar 16 jaar een Deuning was geweest (dat moet 18 zijn, want op die leeftijd trouwde zij Hendrik Daniel Lether), maar dat men het toch vaak liefdevol over ‘oma Lether’ had. Irene werd op 14 juli 1930 in Solo, Indonesië geboren. In LeutherPraet 4-1998 besteedde ik aandacht aan deze familie. Het betrof toen nog alleen een Nederlandse uitgave, dus wordt het tijd de stamreeks van Hendrik Daniel Lether en Irene Deuning bij wijze van een In Memoriam hier op te nemen. Zoals we langzamerhand allemaal weten begint het voor wat Nederland en Amerika betreft met ene Heinrich Daniel Löther die vanuit het Duitse Weilburg naar Nederland komt. Uit zijn huwelijk met Aelberdina Reiss komen 4 kinderen, waaronder Caesar Christoph de betover-grootvader van Irene’s overleden echtgenoot en de oud betovergrootvader tvan hun kinderen. Deze Caesar krijgt 11 kinderen. Daaronder VIc Jan. Saillant detail is dat een broer van hem mijn over-grootvader VIj Fredrik Andries Karel Lether is. Va CAESAR CHRISTOPH Leetter/Leether/Lether geb. Spankeren gem. Brummen woensdag 25 mei 1796 en als zoon van Heinrich Daniel Leether en Alberdina Reijs aangegeven. Op zondag de 29e wordt hij in Spankeren (Nederlands Gereformeerde Gemeente) als Leetter gedoopt. Op 4 juni 1818 op 22 jarige leeftijd huwt hij in Brummen met de 1) 24 jarige Gardina Berendsen die aldaar op 2 januari 1794 in Steenderen werd geboren uit Harmen Berendsen, dagloner en Jenneken Aalderkamp(s). Als beroep geeft hij op dagloner. In de huwelijksakte wordt de naam Caesar Christoph Leether gebruikt, zoon van Heinrich Daniel Lee-
ther. De acte wordt mede ondertekend door de getuigen Willem Asfenbeek (32), Jan Ligtenbeld (35)(met wiens zuster hij later trouwt), Derk Stokkers (42), John Derk Bokkert (32) en Martien Jonkers (34), allen dagloner. Gardina overlijdt in Brummen op din-dag 27 juni 1848 om 9 uur, dan dochter van Gerrit Berendsen genoemd. Het overlijden van Gardina (53) op dinsdag 27 juni om 9 uur, wordt op 28 juni 1848 voor Burgemeester Laurens Hoffman aangegeven door Aart Beekhuis (48) sergeant en Jan Bosman (36) dagloner. Op 1 juni 1850 trouwt hij op 54 jarige leeftijd in Brummen voor burgemeester Laurens Hofman met x2) Gerritje Ligtenbeld (30) die op 18 april 1850 om 6.30 uur thuis bij haar ouders is bevallen van een kind. Of C.C. de vader is is niet bekend, maar hij erkent het kind Theodorus wel. Gerritje, dochter van Jan Ligtenbeld sr. (geb. Brummen 19/5/1783; gedpt. 11/9/1814; overl. 6/9/1864) en Maria van Apeldoorn (geb. Heerde 24/2/ 1785; overl. Brummen 25/11/1859) werd op 31 december 1819 in Brummen geboren. Getuigen bij het 2e huwelijk zijn: Christiaan Ligtenbelt (28) dagloner, Willem Asfenbeek (63) landbouwer, Aalbert Meijer (54) en Jacob Bosman (27) dagloner. Hij overlijdt te Brummen op 12 oktober 1861 thuis op de leeftijd van 65
jaar en 140 dagen. Hij was weduwnaar en zonder beroep, zo blijkt uit de opgave aan de burgemeester door de veldwachter en Gerrit van Hesfelink, kleermaker. Zijn weduwe Gerritje hertrouwd ene Engelbert de Graaf en overlijdt op dinsdag 9 of woensdag 10 juli 1912 in Arnhem, oud 92 jaar en 191 dagen. Uit het 1e huwelijk van Caesar: 1. HENDRIK DANIEL (VIa) 2. JAN (VIb) 3. WILLEM (VIc) 4. GERRIT (VId) 5. AALBERT (VIe) 6. BERNARD (VIf) 7. Doodgeboren kind 8. CAESAR CHRISTOPH (volgt VIg) 9. Doodgeboren dochter 10.Doodgeboren zoon. En uit het 2e huwelijk: 11. THEODORUS (VIh) 12. JOHAN (VIi) 13. Gerdina geb. Brummen 31 augustus 1853. 14. FREDRIK ANDRIES KAREL (VIj) Volgens een op 30 juni 1818 uitgeschreven certificaat door de Gouverneur van Gelderland, (3e klasse 1817 # 6) waarbij hij als enige zoon 'finaal is vrijgesteld' van dienstname in de Nationale Militie, is zijn lengte 5 voet 3 duim en 3 streek. Het aangezicht is blozend, het voorhoofd hoog, de ogen blauw, de neus ordinair, de mond idem, haar en wenkbrauwen blond, de kin rond, pokdalig. Hij ondertekent dit certificaat met C.C. Leether. Bij de aangifte van zijn eerste kind wordt hij in de acte nog Caesar Christoph genoemd. Bij het 2e kind wijzigt dit al in Caesar Christoffel. Caesar wordt dus geboren en gedoopt als een Leether, trouwt als zodanig, tekent de militie vrijstelling, maar geeft al zijn kinderen aan als Lether. Tussen zijn huwelijk in 1818 en de aangifte van zijn eerste kind in 1819 wijzigt hij blijkbaar zijn naam in die van Lether. Vreemd genoeg zijn er 2 kopieën van zijn overlijdensakte. In de ene staat hij te boek als een Leether en in de 2e als Lether. Volgens het Rijksarchief Gelderland een unieke situatie die waarschijnlijk is veroorzaakt omdat twee ambtenaren ieder een exemplaar van die acte gelijktijdig voor hun rekening hebben genomen.
VIb JAN Lether geb. Leuvenheim op 23 september 1821 om 11 uur 's-morgens aan de Middachter-steeg uit Caesar Christoffel en Gerdina Berendsen. Getuigen van de aangifte van Jan in Brummen voor de schout en de officier van den Burgelijke Staat zijn Gerrit Aftenbeek, landbouwer, oud 60 jaar en Jan Ligtenbeld, dagloner (38). Jan is in Brummen werkzaam als werkman, metselaarsknecht en later als metselaar (maar volgens het archief van Rheden ook daghuurder, werkbode, en boerenknecht). Op 20 november 1847 trouwt hij in Rheden met Margaretha Gergoske (Gargoski) (geb. Rheden 9/9/ 1823; overl. Rheden 27/8/1889, dochter van Hendrik Gergoske, daghuurder en Catharina Jansen, beiden uit Rheden). Gargoski wordt ook wel als Gargowski, Gargoski of Gargosky geschreven. Hij overlijdt te De Steeg, gemeente Rheden op donderdag 11 april 1883, oud 61 jaar en 198 dagen. Uit dit huwelijk: 1. CHRISTIAAN (volgt VIIc) 2. Gerrit geb. De Steeg Rheden 12 augustus 1852. Hij overlijdt aldaar op 23 september 1854. 3. Hendrik Daniel geb. De Steeg/Rheden 12 augustus 1852. Hij overlijdt aldaar op 22 maart 1853. Gerrit is zijn tweelingbroer. 4. HENDRIK DANIEL (volgt VIId) 5. Gerdina Margrietha geb. De Steeg/Rheden 24 december 1856. Op 24 mei 1888 trouwt ze aldaar Jacobus Johannes Bartels (geb. Ellecom/Rheden 13/7/1855; overl. Zeist 5/1/1932, zoon van Albert Bartels en Johanna Geertruida Slothouber). Zij overlijd De Steeg/Rheden op 14 november 1898. 6. Catharina Johanna (Kaatje) geb. De Steeg/Rheden 7 juni 1860. Ze is diacones (pleegzuster op orthodox-protestante basis die het verplegen als liefdewerk verricht). Maar
liefst 60 jaar is zij verbonden aan het Nederlands Hervormd Diaconessenhuis in Arnhem. Zij overlijdt op 1 november 1949 te Arnhem, ze is dan 89 jaar en leefde de laatste jaren in Huize Sterrenberg aan de Tooropstraat 41 o.l.v. Ds. A. Keers en Zuster W.N. van Harden. Ze wordt op vrijdag 4 november begraven op de Hervormde Begraafplaats te Schaarsbergen. 7. Margrietha Willemina geb. De Steeg/Rheden 2 augustus 1863 in geboren en een dag later aangegeven door haar vader bij wethouder Jan Hendrik Herman Geertsema van Tjalema (geb. Rheden 1863, acte 168) met als getuigen bij de aangifte: Berend Gargoski 52, arbeider (kon niet schrijven) en Christiaan Hendrik Beumer, 38, ambtenaar ter secretarie. Ze trouwt (32) Rheden 9 november 1895 Antoon Evers (26) (geb. 1868/1869 Velp, zoon van Herman Evers en Reintje Baring). Zij overlijdt in Rheden, oud 81 jaar op 30 juni 1945. 8. GERRIT JAN (volgt VIIe) VIId HENDRIK DANIEL Lether geb. De Steeg gemeente Rheden 19 maart 1855. Van beroep is hij bleker. Eerst trouwt hij op 8 mei 1886 te Rheden met x1) Antonia Kappers (geb. Soeren, Rheden 23/4/1864; overl. Rheden 26/9/1892, dochter van Cornelis Kappers en Antonia Rabelink) en op 28 maart 1896 te Rheden met x2) Johanna Hendrica Willemse (geb. Gendringen 7/5/1843; overl. Rheden 22/2/1898, dochter van Gernardus Willemse en Clasina Geertruida Bouwman, weduwe van Cornelis Bouwman). Hij overlijdt Velp op 16 maart 1919. Hij kreeg twee kinderen uit het eerste huwelijk. 1. Margaretha Antonia geb. Rheden 11 januari 1887. Zij overlijdt te Amsterdam op 29 juli 1949. 2. ANTOON (volgt VIIIe)
VIIIe ANTOON Lether geb. Velp, gem. Rheden op 19 november 1888. Gaat als dienstplichtig militair (stamboeknr. 71097) naar Indonesië. Hij was fusiliermaker (iets anders dan wapensmid). Hij diende in ieder geval als infanterist in het bewakingskorps. Op 5 mei 1920 trouwt hij in Djokjakarta een Javaanse vrouw Sukijem (geb. Kali Bogor, Indonesië 15/6/1890; overl. Lawang, Indonesie 26/6/1954; dochter van Bangsa Di Krama en Walem). Op 8 juni 1932 krijgt hij in Soerakarta eervol ontslag uit de dienst. Van 8 maart 1942 tot 21 juni 1942 is hij geinterneerd en overlijdt in Gevangenis Werfstraat, ten gevolge van deze internering (honger en mishandeling). Hij overlijdt op 20 juni 1942 en is begraven op het Nederlands Ereveld Kembang Kuning in Soerabaya. Uit dit huwelijk: 1. Hendrika (Riek/Rika) geb. Djokjakarta, Nederlands Indië 18 december 1918. Zij trouwt Soerakarta 17 september 1941 Emestus (Ed) van Gemert, automonteur later rijksambtenaar, (geb. Semarang, Nederlands Indië 19/91912; overl. Arnhem 21/11/1988; zoon van Cornelis Gerrit Johannes van Gemert en Jeanne Faustine Donkel). Ze wonen 10-12-1955 Kabeljauwallee 35 Renkum / Doorwerth, 27-6-1957 Huissensestr. 197 III Arnhem en 18-12-1970 Doeffstraat 154.
Zij overlijdt op 16 februari 2007 in Verzorgingshuis Rumah Saya in Ugchelen/ Apeldoorn waar zij de laatste jaren verbleef. Op 22 februari 2007 werd zij in Crematorium Heidehof te Ughelen gecremeerd. 2. HENDRIK DANIEL (IXi) 3. Margaretha geb. Djokjakarta, Ned. Indië 31/8/ 1924 en overlijdt daar 19/10/ 1924. 4. ANTOON (IXj) 5. JOHANNES (IXk)
IXi HENDRIK DANIEL (Henk) Lether geb. Djokjakarta, Nederlands Indië 9 december 1921. Hij trouwt op 7 mei 1948 in Batavia Irene Deuning, (geb. Solo, Indonesië 14 juli 1930), dochter van Louis Esperance Deuning (zoon van John Nicolaas Deuning en Louise Anselin) en Juliana Augustina Simon (dochter van August Simon en Alida Kerver). Irene's vader is boekhouder op een tabaksplantage in Ketandan, vlakbij de stad Klaten op Centraal Java en eigendom van H.G.Th. Crone.
tenslotte op 16 november 1949 te worden bevorderd tot Sergeant-Monteur. Van 27 december 1949 tot 25 oktober 1950 is hij in Indonesië, waar hij op 26 juli 1950 van het KNIL overgaat naar de Koninklijke Landmacht In oktober 1950 gaat hij -op 29 jarige leeftijd voor het eerst naar zij vaderland, Nederland alwaar hij op 27 oktober 1950 arriveert en tot 1 maart 1957 bij de Landmacht dient als elektricien. Na die periode vertrekt hij naar Amerika waar hij op 18 maart 1957 in New York aankomt. Op 16 januari 1963 worden Hendrik Daniel en zijn vrouw Irene genaturaliseerd. In Amerika, alwaar hij ook werkzaam is als elektricien, wordt zelfs lid van de Electricians Union, maar ook als klusjesman. Hij overlijdt op 15 juni 1981 in Costa Mesa, Orange County, CA. aan longkanker en is op de 17e op de El Toro Begraafplaats in El Toro, CA begraven. Uit hun huwelijk: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Na van 17 november 1939 tot 20 augustus 1940 bij de Militie te hebben gediend, treedt Hendrik Daniël op 21 augustus 1940 in dienst bij het KNIL als Soldaat 2e klasse verbindingen. Van 8 maart 1942 tot 15 augustus 1945 is hij als Japans krijgsgevangene geïnterneerd geweest. Vanaf die datum tot 16 februari 1946 is hij op Malakka, en tot 27 december 1949 in Nederlands Indië. Zat ook in de Changi Prison in Singapore. Op 29 januari 1947 wordt hij bevorderd tot Soldaat der 1e klasse en op 31 maart 1948 wordt hij Korporaal. Op 1 augustus 1948 wordt hij Korporaal-Monteur om
Hedwig (Hedy) Linda Jeanette (Jeany) Ronald Louis (Xe) Sylvia Barbara Margaret (Margy) Daniël Anthony (Xf) Christopher George (Xg)
Dit nummer kwam tot stand m.m.v.: Annette Lether - Wageningen Gordon Lether – Bunschoten
Le(e)ther Journaal # 1 – 2014
Oorlogsmonument onthuld op het ereveld Kanchanaburi in Thailand Zeventig jaar nadat de spoorlijn in gebruik werd genomen, op 26 oktober 2013, werd door de Nederlandse ambassadeur in Bangkok, Joan Boer, en de oud-president van de Oorlogsgravenstichting, Mr Robert Croll, een nieuw oorlogsmonument onthuld op het ereveld Kanchanaburi in Thailand. Dirk Jan Leether is daar begraven. Op het monument staan de namen vermeld van 73 Nederlandse krijgsgevangenen die tijdens de aanleg en het onderhoud van de beruchte Birmaspoorweg zijn omgekomen en van wie het lichaam nooit is teruggevonden. Bij de onthulling waren ruim 100 nabestaanden van oorlogsslachtoffers, veteranen en hun familieleden aanwezig. Het monument biedt de nabestaanden een plek waar zij hun dierbare kunnen herdenken en bloemen kunnen leggen ter nagedachtenis van hem.
Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor verklaarde Nederland Japan de oorlog. Voor Nederlands-Indië begon die oorlog met de aanval op Tarakan en Noord-Celebes. De strijd verplaatste zich door de Indische archipel en resulteerde uiteindelijk in de Slag in de Javazee op 27 februari 1942, die door Nederland en de geallieerde vloot verloren werd. Hierdoor kon de Japanse invasiemacht op Java landden. Op 8 maart 1942 capituleerde het KNIL en was Nederlands-Indië in Japanse handen. De militairen werden krijgsgevangen gemaakt en de Europese bevolking werd opgesloten in interneringskampen die velen niet zouden overleven. Duizenden slachtoffers vonden hun laatste rustplaats op een van de Nederlandse erevelden op Java. Ondanks de Conventie van Genève waarin bepaald is dat krijgsgevangenen niet tewerkgesteld mochten worden, werden duizenden geallieerde militairen: aangeduid als prisoners-of-war, waaronder bijna 18.000 Nederlanders, door de Japanners van Java naar elders verscheept om in de Japanse oorlogsindustrie te werken. Ook werden infrastructurele bouwwerken, waaronder spoorlijnen, aangelegd. De Birma-spoorweg is de beruchte spoorweg tussen het toenmalige Birma (nu Myanmar) en Thailand. Deze verbinding werd in opdracht van de Japanse overheersers aangelegd door duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Velen hebben dit niet overleefd. Met recht noemt men de spoorlijn ook wel de 'Dodenspoorweg'.
Het zojuist onthulde monument met een krans gelegd namens de nabestaanden (foto:Oorlogsgravenstichting)
In zijn toespraak schetste de heer Croll het begin en het verloop van de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië. Na de onverhoedse Japanse aanval op de
In totaal heeft de spoorweg –die in december 1943 gereed kwam- het leven van 80.000 tot 100.000 mensen gekost. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. 15.000 Krijgsgevangenen stierven aan de gevolgen van uitputting, ziekte en ondervoeding.
Onder hen 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Ook vele Thaise, Birmaanse, Maleisische en Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden niet overleefd. Aanvankelijk werden de doden langs de spoorweg begraven. Later zijn zij (her) begraven op drie erevelden: Chungkai en Kanchanaburi in Thailand en Thanbyuzayat in Birma. Honderden lichamen van geallieerde krijgsgevangenen werden in het geheel niet meer teruggevonden of konden destijds niet geïdentificeerd worden, waaronder die van 73 Nederlanders. En dat terwijl het graf een belangrijk symbool is bij het verwerken van verlies. Door het ontbreken van een graf bleven vele familieleden -vaak tegen beter weten inhopen op de terugkeer van hun geliefde. Daarmee wordt dit stukje Nederlandse geschiedenis vastgezet in ons collectief geheugen en blijft de herinnering aan de omgekomen oorlogsslachtoffers bewaard. De Oorlogsgravenstichting, de naam zegt het al, gaat over graven. Wereldwijd onderhoudt de Stichting 50.000 Nederlandse oorlogsgraven, waarvan bijna 25.000 in Indonesië, 13.000 in Nederland en 12.000 in 45 andere landen verspreid over de hele wereld. Ook is de Stichting verantwoordelijk voor 12.000 geallieerde oorlogsgraven in Nederland. Voor de aanleg en het onderhouden van deze oorlogsgraven ontvangt de Oorlogsgravenstichting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een zogeheten doelfinanciering. Het oprichten en onderhouden van monumenten valt daar niet onder. Toch zou de Oorlogsgravenstichting graag voor alle oorlogsslachtoffers voor wie geen graf kon worden ingericht een monument oprichten waarop hun personalia worden aangebracht, zodat ook hun nabestaanden een plek hebben om hun geliefde te kunnen herdenken en
bloemen bij hun naam te plaatsen. Hiervoor is de Stichting dus afhankelijk van andere instellingen en particulieren. Het nieuwe monument in Thailand kon gerealiseerd worden door de aanzienlijke financiële bijdrage van de Koninklijke Vereniging van Leden der Nederlandse Ridderorden en die van de Nederlandse ambassade in Thailand. Ook werden hiervoor schenkingen van nabestaanden en andere belangstellenden ontvangen. De Oorlogsgravenstichting is de gulle gevers hiervoor zeer erkentelijk. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander is beschermheer van de Oorlogsgravenstichting.
Tijdelijk graf van Dirk-Jan Leether
Definitief graf