Leermateriaal Keuzes voor uw school
Inhoudsopgave
Inleiding
1. Het startpunt inventariseren
4
2. Het proces inrichten
7
3. De randvoorwaarden benoemen
10
4. De inhoud (laten) kiezen
13
5. De vorm (laten) kiezen
16
6. De verwervingswijze (laten) kiezen
19
7. De logistieke aanpak bepalen
22
8. Aanschaf leermateriaal in tien stappen
25
1
Inleiding De vorm waarin leermateriaal in een VO-school wordt ingezet, verandert de komende jaren sterk. Schoolleiders, distributeurs en educatieve uitgeverijen zien een grote toename van digitaal leermateriaal. Niet alleen als aanvulling op een boek, maar ook als vervanging. Daartoe wordt dit materiaal hoogst waarschijnlijk opgedeeld in kleinere leereenheden. Ook het traditionele proces van ontwikkeling van leermateriaal door uitgeverijen en de daarop volgende inkoop door scholen is sterk aan het veranderen. Er zijn al verschillende nieuwe initiatieven waarin scholen vrij beschikbaar materiaal verwerven via het internet en leermateriaal ontwikkelen met andere scholen. Ze werken soms samen met uitgeverijen en een distributeur of besteden dit werk uit aan freelancers.
Naast deze ontwikkelingen wil de overheid de financieringskosten van leermateriaal niet langer bij de ouders van de middelbare scholier leggen, maar bij de scholen zelf. Kortom: volop veranderingen. Deze brochure kunt u gebruiken als handleiding bij nieuwe keuzes die u moet maken. De figuren door de brochure heen helpen u bij de vraag: ‘Hoe beslis ik als schoolleider over leermateriaal?’
Stap voor stap Het loont de moeite om keuzes stap voor stap te bepalen. Dat kost misschien meer tijd, maar levert hoe dan ook het voordeel op van een realistische aanpak. Een dergelijke aanpak dwingt u en uw team om alle processen – logistiek, budgettair en onderwijsinhoudelijk – nog eens extra te bestuderen.
2
De figuren en teksten in deze brochure zijn los van elkaar te lezen. De brochure schetst een totaalbeeld waar u bij de aanschaf van leermateriaal mee te maken kunt krijgen. In de brochure zijn folio en digitaal leermateriaal als gelijkwaardige vormen opgenomen. Daar waar nodig zijn voor boeken of digitaal leermateriaal specifieke handreikingen geplaatst. De inhoud van de brochure is tot stand gekomen na gesprekken met schoolleiders, verschillende soorten ontwikkelaars van leermateriaal, distributeurs en experts op dit gebied.
3
1. Het startpunt inventariseren Het startpunt inventariseren Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren welk lesmateriaal op dit moment gebruikt wordt. Vaststellen of het lesmateriaal goed aansluit op ons onderwijsmodel. Bepalen of het huidige lesmateriaal bevalt, en wat beter kan. Het daadwerkelijke gebruik van het lesmateriaal in kaart brengen. Vaststellen of het lesmateriaal nog actueel genoeg is en wat aan vervanging toe is. Inventariseren of het lesmateriaal steeds tijdig beschikbaar is.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Vaststellen wat de aanschafkosten zijn van het lesmateriaal, uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Indirecte kosten in kaart brengen (arbeidstijd, faciliteiten, financiering, beheer) liefst uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Vaststellen in hoeveel jaar het lesmateriaal wordt afgeschreven.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren hoe de boeken- en lesmateriaallijsten nu tot stand komen. De organisatie van de ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer in kaart brengen. Het gebruik van beschikbare faciliteiten inventariseren (bibliotheek, ELO, internet/intranet, ruimtes) en inschatten of de beschikbaarheid daarvan in de toekomst verandert. Vaststellen welke contracten er zijn met de leveranciers, en wat daarvan de looptijden zijn. In kaart brengen wat de rol is van leveranciers in distributie, beheer en evaluatie. Bepalen wie nu de eigenaar is van het lesmateriaal: de school, de leerling of een derde.
4
In In opdracht opdracht van: van: stichting stichtingKennisnet Kennisnet
Gemaakt door: © De Argumentenfabriek
Wat is er? Wat kost het nu? Hoe is het georganiseerd? Van wie is het? Vier kernvragen waar iedereen die leermateriaal gaat aanschaffen mee te maken krijgt.
Wat is er?
Tip
Sommige distributeurs bieden hulpmiddelen aan voor de evaluatie van leermateriaal. Zij kunnen bijvoorbeeld een enquête houden onder leerlingen en docenten naar het daadwerkelijke gebruik van het leermateriaal.
De start van het keuzeproces begint bij de inventarisatie van het huidige gebruik van het materiaal. Bij deze inventarisatie kijkt u naar de effectiviteit en actualiteit van het huidige materiaal, daarbij prognosticeert u de toekomstwaarde ervan. U kunt hierbij leerlingen, docenten en ouders een rol geven, afhankelijk van uw organisatie en cultuur. Ouders: bijvoorbeeld door ze nadrukkelijk te betrekken bij de vraag op welke wijze de onderwijsdoelen door de school worden vormgegeven. Leerlingen: feitelijk zijn zij de expert als het gaat om feitelijk gebruik, leereffect, leerrendement en gebruiksgemak. Docenten: zij zijn professioneel eigenaar van de onderwijsprogramma’s.
Wat kost het? Stel vast wat de aanschaf van leermateriaal kost. Splits die kosten per vak, per leerjaar, per leerling, per sectie (vak), per cluster. Het gebruik en beheer van leermaterialen resulteren ook in indirecte kosten, zoals: personeelslasten, prijs van de benodigde infrastructuur en kosten die gepaard gaan met het verwervingsproces. De gebruiksduur van het materiaal is afhankelijk van de actualiteit en de kwetsbaarheid ervan. Dit bepaalt voor een groot deel de afschrijvingstermijn.
5
Hoe is het georganiseerd? Beschrijf hoe de lijst met boeken en leermateriaal op dit moment wordt samengesteld. Hoe zijn ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer georganiseerd? Inventariseer de beschikbare faciliteiten (mediatheek, ELO, inter- en intranet, studie- en lesruimtes). Hoe worden die benut? Verandert daar in de toekomst iets in? Kijk welke contracten er zijn met leveranciers. Wat is daarvan de looptijd?
Van wie is het? Wie is nu de eigenaar van het leermateriaal: de school, de leerling of een derde partij, zoals een distributeur of een uitgever? Het eigenaarschap impliceert verantwoordelijkheid, zowel beheersmatig als financieel. Voor sommige leermaterialen kan het ‘logisch’ zijn het eigenaarschap niet zonder meer bij de school te leggen. Redenen kunnen zijn: het eenmalige gebruik van leermateriaal, zoals werkboeken, en de mate waarin u als school in staat bent ook op de langere termijn het materiaal te beheren.
Tip
De juiste balans tussen leermateriaal, personeelskosten en infrastructuur bespaart kosten. Zo kan de mix ELO, interactieve borden, klassensets en leerlingensets leiden tot een volstrekt ander kostenplaatje.
6
2. Het proces inrichten Het startpunt inventariseren Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren welk lesmateriaal op dit moment gebruikt wordt. Vaststellen of het lesmateriaal goed aansluit op ons onderwijsmodel. Bepalen of het huidige lesmateriaal bevalt, en wat beter kan. Het daadwerkelijke gebruik van het lesmateriaal in kaart brengen. Vaststellen of het lesmateriaal nog actueel genoeg is en wat aan vervanging toe is. Inventariseren of het lesmateriaal steeds tijdig beschikbaar is.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Vaststellen wat de aanschafkosten zijn van het lesmateriaal, uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Indirecte kosten in kaart brengen (arbeidstijd, faciliteiten, financiering, beheer) liefst uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Vaststellen in hoeveel jaar het lesmateriaal wordt afgeschreven.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren hoe de boeken- en lesmateriaallijsten nu tot stand komen. De organisatie van de ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer in kaart brengen. Het gebruik van beschikbare faciliteiten inventariseren (bibliotheek, ELO, internet/intranet, ruimtes) en inschatten of de beschikbaarheid daarvan in de toekomst verandert. Vaststellen welke contracten er zijn met de leveranciers, en wat daarvan de looptijden zijn. In kaart brengen wat de rol is van leveranciers in distributie, beheer en evaluatie. Bepalen wie nu de eigenaar is van het lesmateriaal: de school, de leerling of een derde.
In In opdracht opdracht van: van: stichting stichtingKennisnet Kennisnet
Gemaakt door: © De Argumentenfabriek
7
Aan de hand van de strategie en de doelen van uw school stelt u vast om, met uw team, te kiezen voor een andere aanpak of voor een ander (soort) leermateriaal. U kiest bijvoorbeeld samen met docententeams voor volledig digitaal leermateriaal, in plaats van boeken. Of u besteedt de distributie uit aan een distributeur en doet samen met andere scholen de inkoop en/ of ontwikkeling. Dit hoofdstuk en de erbij horende figuur beschrijven de keuzes die u tegenkomt bij het inrichten van dit proces.
Inrichting van het besluitvormingsproces Wie krijgt welke verantwoordelijkheden? Welke kaders wilt u meegegeven aan uw docententeams? Waarover moeten uw docententeams beslissen? Op welke manier hebben ouders en leerlingen inspraak? Wilt u als directie meer verantwoordelijkheid decentraliseren, met heldere randvoorwaarden, of wilt u een aantal beslissingen juist centraal nemen?
Inrichting logistiek proces Is er een aanleiding om inkoop en logistiek anders aan te pakken? Of blijft u op dezelfde wijze werken? Bepaal of uw organisatie een verandering dient te ondergaan. Wat is de ideale combinatie van onderwijsmodel, personele inzet, faciliteiten en leermateriaal? Hoe realiseert u die zo betaalbaar mogelijk? Als er aanpassingen nodig zijn, is het vaststellen van een termijn waarop van groot belang. Niet alles hoeft het komende jaar gereed zijn te zijn. Geef uzelf tijd en ruimte om op basis van een goede inventarisatie geleidelijk veranderingen door te voeren.
8
Bij verandering hebben docenten vragen. Maar ouders ook. Bepaal vooraf wat wanneer naar ouders, leerlingen, docenten en management wordt gecommuniceerd. Onduidelijke communicatie geeft ruis op de lijn!
Tip
Budgettaire verantwoordelijkheid neerleggen bij docententeams vergroot de betrokkenheid en het kostenbewustzijn. Het roept tegelijkertijd vragen op, zoals: willen wij echt dit bedrag betalen voor de aanschaf van een methode terwijl wij slechts de helft van het boek gebruiken?
Tip
Het is belangrijk om uw kosten in samenhang te bekijken en deze in een duidelijke structuur onder te brengen. U moet afwegingen maken tussen investeringen in leermateriaal en infrastructuur. Tijd die docenten besteden aan het ontwikkelen moet u vergelijken met de aanschafkosten van leermateriaal.
Innen van een Ouderbijdrage
Afstemming en samenwerking
Als school kunt u de ouders een bijdrage vragen voor bovenwettelijke extra’s als atlassen, rekenmachines en specifieke schoolactiviteiten. Wie gaat de ouderbijdrage innen? Een aantal scholen heeft dit uitbesteed aan de distributeur van leermateriaal. Gaat u de ouderbijdrage zelf innen of dit proces uitbesteden?
Houd de leerlijnen binnen de school en op de verschillende vervolgopleidingen in het oog. Onderlinge afstemming kan financieel voordeel opleveren. Organiseer ook afstemming tussen de verschillende beslissers. Het geheel moet op elkaar aansluiten. U kunt de veranderingen ook als aanleiding gebruiken om met andere scholen samen te werken op het gebied van ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer.
9
3. De randvoorwaarden benoemen Het startpunt inventariseren Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren welk lesmateriaal op dit moment gebruikt wordt. Vaststellen of het lesmateriaal goed aansluit op ons onderwijsmodel. Bepalen of het huidige lesmateriaal bevalt, en wat beter kan. Het daadwerkelijke gebruik van het lesmateriaal in kaart brengen. Vaststellen of het lesmateriaal nog actueel genoeg is en wat aan vervanging toe is. Inventariseren of het lesmateriaal steeds tijdig beschikbaar is.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Vaststellen wat de aanschafkosten zijn van het lesmateriaal, uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Indirecte kosten in kaart brengen (arbeidstijd, faciliteiten, financiering, beheer) liefst uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Vaststellen in hoeveel jaar het lesmateriaal wordt afgeschreven.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren hoe de boeken- en lesmateriaallijsten nu tot stand komen. De organisatie van de ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer in kaart brengen. Het gebruik van beschikbare faciliteiten inventariseren (bibliotheek, ELO, internet/intranet, ruimtes) en inschatten of de beschikbaarheid daarvan in de toekomst verandert. Vaststellen welke contracten er zijn met de leveranciers, en wat daarvan de looptijden zijn. In kaart brengen wat de rol is van leveranciers in distributie, beheer en evaluatie. Bepalen wie nu de eigenaar is van het lesmateriaal: de school, de leerling of een derde.
10
In In opdracht opdracht van: van: stichting stichtingKennisnet Kennisnet
Gemaakt door: © De Argumentenfabriek
Bij de keuzes voor leermateriaal gelden verschillende randvoorwaarden. In deze figuur staan de externe randvoorwaarden en mogelijke interne randvoorwaarden binnen uw school.
Externe randvoorwaarden Bekostiging leermateriaal vanuit de lumpsumvergoeding. De overheid streeft er naar de kosten voor leermaterialen niet langer ten laste van ouders te laten komen. Scholen zullen hierbij een belangrijke rol spelen en moeten voor ouders een budgettair-neutraal inkoopbeleid voeren. Het Ministerie van OCW reserveert per school per leerling per jaar € 316 (prijspeil 2008). Dit bedrag kan jaarlijks worden bijgesteld. Het normbedrag is een berekening voor de kosten van al het leermateriaal en wat daarmee samenhangt. Dus ook de werkzaamheden en kosten om leermateriaal te verwerven en voor het uitzetten van een eventuele aanbestedingsprocedure; hierin wordt het innemen en uitdelen van leermateriaal meegenomen. De VO-raad kan u meer informatie geven over actuele juridische, organisatorische en financiële aspecten. Ondersteunende materialen vallen niet onder leermateriaal en blijven in principe een verantwoordelijkheid van de ouders. Denk hierbij aan atlassen, woordenboeken, rekenmachines, laptops en sportkleding. Overigens staat het een school vrij om te bepalen welke van deze voorzieningen zij tóch uit eigen middelen betaalt en welke de ouders zelf moeten betalen. De school heeft de instemming van de medezeggenschapsraad nodig voor de hoogte van de ouderbijdrage.
Tip
Gebruik van digitaal leermateriaal in plaats van boeken kan geld en tijd besparen. Bijvoorbeeld in de distributie van het materiaal naar de leerlingen. Of als u alleen betaalt voor onderdelen die daadwerkelijk worden gebruikt.
11
Zijn er voorschriften gesteld? De overheid stelt géén wettelijke eisen aan het leermateriaal. Uiteraard moet de school ervoor zorgen dat leerlingen hun wettelijk voorgeschreven onderwijsprogramma kunnen volgen, aan de hand van het gekozen leermateriaal. In het algemeen kan men stellen: indien de school bepaalde leermaterialen als onontbeerlijk beschouwt voor het wettelijke onderwijs, dan worden de kosten hiervoor niet ten laste van ouders gebracht.
Interne randvoorwaarden Het is belangrijk om per schoolsoort en per leerjaar per leerling een budget vast te stellen. Bepaal zelf hoe het budget intern wordt verdeeld. Welk bedrag gaat naar welke sectoren, locaties, coördinatoren, vaksecties of misschien wel naar individuele docenten. Let daarbij op het inrichten van een duidelijk proces om te komen tot besluitvorming door alle belanghebbenden op alle niveaus.
12
Overigens blijft het van belang dat op ‘centraal niveau’ duidelijke kaders zijn gesteld en gecommuniceerd. Ook moet er voldoende controle op de verdeling en besteding van de gedecentraliseerde gelden zijn. Centraal zal in ieder geval vastgesteld worden hoe de verdeling tussen schoolsoorten, onderbouw en bovenbouw verloopt. Wellicht houdt u in de onderbouw geld over, dat aan de bovenbouw kan worden besteed. Bepaal of – en zo ja, hoeveel – budget wordt besteed aan leermateriaal dat afwijkt van het normbedrag per leerling. Een nieuwe aanpak of een verandering van leermateriaal maken extra investeringen noodzakelijk. Hoe drukken die op het budget? Zijn die te financieren uit het normbedrag of zijn er andere mogelijkheden om deze investeringen te betalen? De vaardigheden en kennis van docenten op uw school kunnen een belangrijke randvoorwaarde vormen. Dit hoeft een bepaalde keuze niet te belemmeren. Een verschuiving van boeken naar het gebruik van digitaal leermateriaal in een elektronische leeromgeving zal vaak gepaard gaan met bijscholing en training van docenten. Kijk ook naar de toekomstige ontwikkelingen in het personeelsbestand; verwacht u personeelstekorten voor bepaalde vakken dan zouden sommige leermaterialen wel eens minder geschikt kunnen zijn dan anderen.
4. De inhoud (laten) kiezen Het startpunt inventariseren Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren welk lesmateriaal op dit moment gebruikt wordt. Vaststellen of het lesmateriaal goed aansluit op ons onderwijsmodel. Bepalen of het huidige lesmateriaal bevalt, en wat beter kan. Het daadwerkelijke gebruik van het lesmateriaal in kaart brengen. Vaststellen of het lesmateriaal nog actueel genoeg is en wat aan vervanging toe is. Inventariseren of het lesmateriaal steeds tijdig beschikbaar is.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Vaststellen wat de aanschafkosten zijn van het lesmateriaal, uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Indirecte kosten in kaart brengen (arbeidstijd, faciliteiten, financiering, beheer) liefst uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Vaststellen in hoeveel jaar het lesmateriaal wordt afgeschreven.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren hoe de boeken- en lesmateriaallijsten nu tot stand komen. De organisatie van de ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer in kaart brengen. Het gebruik van beschikbare faciliteiten inventariseren (bibliotheek, ELO, internet/intranet, ruimtes) en inschatten of de beschikbaarheid daarvan in de toekomst verandert. Vaststellen welke contracten er zijn met de leveranciers, en wat daarvan de looptijden zijn. In kaart brengen wat de rol is van leveranciers in distributie, beheer en evaluatie. Bepalen wie nu de eigenaar is van het lesmateriaal: de school, de leerling of een derde.
In In opdracht opdracht van: van: stichting stichtingKennisnet Kennisnet
Gemaakt door: © De Argumentenfabriek
13
Tip
Er is veel (gratis) digitaal leermateriaal te vinden dat direct inzetbaar is in de klas en dat is gemaakt met een duidelijke educatieve doelstelling. Er zijn diverse internetsites die u helpen om dit materiaal te vinden. Zie digitaalleermateriaal.kennisnet.nl.
14
Wat is de gewenste inhoud van het leermateriaal? Om antwoorden te krijgen kiest u niet vooraf voor een bepaalde methode. Laat docententeams eerst, onafhankelijk van enig aanbod, de criteria vaststellen waaraan het leermateriaal moet voldoen. Laat de docenten deze criteria per vak of leergebied opstellen aan de hand van kerndoelen, eindtermen en het gekozen onderwijsmodel. Mogelijke veranderingen van uw onderwijsmodel moeten in deze criteria zichtbaar zijn.
Een heldere onderbouwing van de keuze van leermateriaal, door docententeams, is essentieel. Vraag uzelf daarbij af: • Waarom het gekozen materiaal voldoet aan de criteria die zij zelf hebben opgesteld? • Waarom de gekozen inhoud en opdrachtvormen aansluiten op het binnen uw school gehanteerde onderwijsmodel? • Op welke wijze het gewenste leermateriaal 1. doorgaande leerlijnen (binnen en buiten de school) ondersteunt? 2. vakoverstijgend kan worden ingezet? • Op welke wijze het nieuwe leermateriaal actueel zal blijven?
Leerarrangementen en digitale leermaterialen Uw school kan met leerarrangementen gaan werken. Het principe van een leerarrangement is simpel: de docent biedt leerlingen de keus uit een aantal leermaterialen en/of opdrachtvormen waarmee een leerdoel kan worden bereikt. Kortom: de docenten stellen de kaders vast voor de leerling, maar de leerling zelf kiest het eigen leermateriaal. Digitale leermaterialen zijn gemakkelijker up to date te houden dan boeken. Bij leermateriaal waarvoor u niet hoeft te betalen is het vaak onduidelijk of het ook actueel wordt gehouden. Het is belangrijk om hier inzicht in te hebben en eventueel heldere afspraken te maken.
Toetsen Toets of individuele keuzes van docententeams voldoende met elkaar samenhangen. Doe dit aan de hand van eerder gedefinieerde interne en externe randvoorwaarden. Kijk of deze passen bij al gemaakte keuzes in verwerving en/of logistiek. Dit hoeft niet per se door directieleden te worden gedaan. Vraag eventueel aan uw docententeams om aan te geven of ze binnen de gestelde randvoorwaarden zijn gebleven.
Tip
Het verdelen van methoden in kleinere leereenheden maakt het gebruik flexibeler. U kunt aan uitgevers vragen om methoden in kleinere, digitale leereenheden uit te leveren. Dat maakt het gemakkelijker om de methode met ander leermateriaal te combineren of om delen ervan te vervangen.
Laat ze eventueel feedback geven op elkaars onderbouwing en motivatie. Daarvoor hoeven ze niet per se kennis te hebben van het vak zelf. Er zijn vooraf immers heldere criteria opgesteld. Uw docententeams kunnen hun keuzes ook vergelijken met keuzes die scholen met vergelijkbare onderwijsconcepten hebben gemaakt.
15
5. De vorm (laten) kiezen Het startpunt inventariseren Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren welk lesmateriaal op dit moment gebruikt wordt. Vaststellen of het lesmateriaal goed aansluit op ons onderwijsmodel. Bepalen of het huidige lesmateriaal bevalt, en wat beter kan. Het daadwerkelijke gebruik van het lesmateriaal in kaart brengen. Vaststellen of het lesmateriaal nog actueel genoeg is en wat aan vervanging toe is. Inventariseren of het lesmateriaal steeds tijdig beschikbaar is.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Vaststellen wat de aanschafkosten zijn van het lesmateriaal, uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Indirecte kosten in kaart brengen (arbeidstijd, faciliteiten, financiering, beheer) liefst uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Vaststellen in hoeveel jaar het lesmateriaal wordt afgeschreven.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren hoe de boeken- en lesmateriaallijsten nu tot stand komen. De organisatie van de ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer in kaart brengen. Het gebruik van beschikbare faciliteiten inventariseren (bibliotheek, ELO, internet/intranet, ruimtes) en inschatten of de beschikbaarheid daarvan in de toekomst verandert. Vaststellen welke contracten er zijn met de leveranciers, en wat daarvan de looptijden zijn. In kaart brengen wat de rol is van leveranciers in distributie, beheer en evaluatie. Bepalen wie nu de eigenaar is van het lesmateriaal: de school, de leerling of een derde.
16
In In opdracht opdracht van: van: stichting stichtingKennisnet Kennisnet
Gemaakt door: © De Argumentenfabriek
Uw docententeams moeten kiezen tussen verschillende vormen van leermateriaal. Welke fysieke verschijningsvorm krijgt het leermateriaal? Boek? Digitaal? Print? Of is het leermateriaal mediumneutraal en kan men later bepalen in welke vorm de inhoud van het leermateriaal beschikbaar wordt gesteld aan leerlingen? Misschien kan aan een groep leerlingen het leermateriaal digitaal worden aangeleverd en aan een andere geprint of in boekvorm? Docententeams moeten ook keuzes maken in het type materiaal: theoretisch, praktisch, projectmatig of in de vorm van gaming en simulaties. Wat past er het best bij uw onderwijsmodel? Waarmee kunnen de beste resultaten bereikt worden binnen uw school? En is het nodig voor alle leerlingen een naslagwerk te bestellen? Of kunt u volstaan met enkele exemplaren in de mediatheek, in de klas of in de digitale leeromgeving? Docententeams moeten nadenken of bepaalde vormen van leermateriaal door meerdere leerlingen vaker te gebruiken zijn of dat een leerling iets slechts één keer kan gebruiken. Een theoretisch leerboek hoeft niet per se leerling-gebonden te zijn. Een werkboek daarentegen wel. Maar hoe zit dat met digitaal leermateriaal? Is het niet logisch dat digitale werkboeken aangeschaft worden op basis van een licentiemodel per leerling, maar dat een gedigitaliseerde theoretische uitleg een totaal ander prijsmodel heeft?
Docententeams moeten het optimale arrangement samenstellen. Voor sommige teams is één methode in de vorm van een boek uitermate geschikt. Andere teams willen graag zelf leerarrangementen samenstellen voor hun leerlingen op basis van losse leereenheden (modules). Vervolgens kiest de leerling zelf. Weer anderen willen misschien een leerroute samenstellen uit allerlei losse fragmenten; filmpjes van Teleblik, educatief materiaal van een museum, eigen materiaal, enkele websites en zelf ontwikkelde opdrachten. Laat uw docententeams leermaterialen kiezen die goed aansluiten op de in uw school aanwezige faciliteiten: het gebouw, de infrastructuur, de aanwezige software. Of laat hen nadrukkelijk aangeven welke faciliteiten zij nodig hebben om het gewenste leermateriaal te kunnen inzetten. Komt het gekozen leermateriaal alleen maar tot zijn recht als het gebruikt wordt op een interactief schoolbord? Zijn die schoolborden dan in voldoende mate beschikbaar?
Tip
Professionaliseringsbeleid kan helpen bij het inzetten van verschillende type v materialen en de mate van ict-inzet. Afstemming van het professionaliseringsbeleid en leermaterialenbeleid kan op middellange termijn tot positieve effecten leiden.
17
Tip
Inventariseer wat er digitaal beschikbaar is aan leermateriaal. Zoek intern én extern. Ga niet zelf ontwikkelen voordat u onderzocht heeft of iemand anders iets al heeft gemaakt, of er misschien een goede basis voor biedt. Zie onder meer digitaalleermateriaal.kennisnet.nl
Bij het keuzetraject is het belangrijk te kijken naar (gewenste) toekomstige ontwikkelingen. Kan de gekozen vorm helpen om de gewenste situatie te bereiken? En daarmee de noodzaak van docenten om andere competenties te ontwikkelen vergroten? Digitale content dient zoveel mogelijk te voldoen aan in het onderwijsveld afgesproken technische standaarden. Hiermee garandeert u dat het ontwikkelde of aangeschafte digitale leermateriaal in uw leeromgeving draait en dat het ook elders – als u een andere leeromgeving zou aanschaffen - kan werken. Voorkom dat het door u gekochte materiaal alleen maar beschikbaar kan zijn in het systeem van één leverancier. Daarmee behoudt u de mogelijkheid zonder problemen van leverancier te wisselen Meer informatie over afgesproken standaarden vindt u www.edustandaard.nl
Tip
Het schoolboek is niet de enige vorm van leermateriaal; educatieve software, internet, video’s, dvd’s, kranten en tijdschriften kunnen ook worden gebruikt. Zelfs de werkvormen kunnen variëren: leerlingen kunnen bijvoorbeeld een PowerPointpresentatie maken of een video opnemen.
18
6. De verwervingswijze (laten) kiezen Het startpunt inventariseren Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren welk lesmateriaal op dit moment gebruikt wordt. Vaststellen of het lesmateriaal goed aansluit op ons onderwijsmodel. Bepalen of het huidige lesmateriaal bevalt, en wat beter kan. Het daadwerkelijke gebruik van het lesmateriaal in kaart brengen. Vaststellen of het lesmateriaal nog actueel genoeg is en wat aan vervanging toe is. Inventariseren of het lesmateriaal steeds tijdig beschikbaar is.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Vaststellen wat de aanschafkosten zijn van het lesmateriaal, uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Indirecte kosten in kaart brengen (arbeidstijd, faciliteiten, financiering, beheer) liefst uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Vaststellen in hoeveel jaar het lesmateriaal wordt afgeschreven.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren hoe de boeken- en lesmateriaallijsten nu tot stand komen. De organisatie van de ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer in kaart brengen. Het gebruik van beschikbare faciliteiten inventariseren (bibliotheek, ELO, internet/intranet, ruimtes) en inschatten of de beschikbaarheid daarvan in de toekomst verandert. Vaststellen welke contracten er zijn met de leveranciers, en wat daarvan de looptijden zijn. In kaart brengen wat de rol is van leveranciers in distributie, beheer en evaluatie. Bepalen wie nu de eigenaar is van het lesmateriaal: de school, de leerling of een derde.
In In opdracht opdracht van: van: stichting stichtingKennisnet Kennisnet
Gemaakt door: © De Argumentenfabriek
19
Een school kan leermateriaal aanschaffen dat is ontwikkeld door uitgeverijen. Scholen kunnen ook (gratis) materialen inzetten die zijn ontwikkeld door andere docenten, scholen en instellingen.
Ontwikkelen Scholen kunnen zelf leermateriaal ontwikkelen. Bijvoorbeeld als het leermateriaal dat beschikbaar is onvoldoende aansluit op de behoeften of op de inkoopvoorwaarden. Of men kan een product ontwikkelen in samenwerking met andere partijen, bijvoorbeeld met freelancers, uitgeverijen of andere scholen. Uiteraard zijn allerlei combinaties mogelijk. Zelf (laten) ontwikkelen kan kostbaar zijn. Maar het aanschaffen van materiaal dat slechts voor een klein deel wordt gebruikt ook. Wilt u afhankelijk zijn van anderen? Of wilt u alles in eigen hand houden? Welke kaders geeft u mee aan uw docententeams?
20
Inkopen Welk leermateriaal wordt ingekocht? En voor welke sectoren, jaarlagen en vakken? Bepaal daarbij wat niet (of nog niet) wordt gekocht. Als u overweegt een methode aan te schaffen, onderzoek dan hoeveel van de geboden informatie uit die methode daadwerkelijk wordt gebruikt. Als die hoeveelheid beperkt is, kan maatwerk of een arrangement een alternatief zijn. In overleg met docententeams kan deze keuze worden gebaseerd op heldere, inhoudelijke eisen. Kennis van de vakdocent staat voorop. Na dit inhoudelijke traject formuleert u de eisen voor de facilitaire en organisatorische kant van de zaak. U houdt dan rekening met de bestaande en de gewenste situatie én met de competenties en wensen van docenten en medewerkers.
Kies waar leermateriaal wordt ingekocht: direct bij de producent (bijvoorbeeld een uitgever) of bij de tussenhandel (boekhandel, distributeur, ELO-leverancier, een collectief fonds)? U kunt uiteraard ook kiezen voor een combinatie van bovenstaande opties, eventueel aangevuld met eigen inbreng van docenten. Zorg dat de kosten tussen ‘maken en kopen’ vergelijkbaar zijn en worden gebaseerd op alle kosten. Als docenten zelf leermateriaal maken, moeten hun werkuren ook worden betaald en moet het materiaal worden onderhouden. Hoe meer materiaal u zelf ontwikkelt, hoe meer u moet investeren in personele kosten en faciliteiten (waaronder software, opslagcapaciteit en dergelijke). Neem de (toekomstige) beheerskosten in de berekening mee. Welke optie u ook kiest, gebruik een integraal model waarin personele- , materiële- en beheerskosten met elkaar in verband worden gebracht.
Beschikbaarheid Er moeten geen belemmeringen zijn in de beschikbaarheid (en bruikbaarheid) van het leermateriaal. Bij eventueel vertrek van een docent moet het door hem ontwikkelde programma door anderen kunnen worden toegepast en beheerd. En ingekocht digitaal leermateriaal mag niet alleen in één zeer specifiek programma werken. Kies een aanbieder die zorgt voor continuïteit. Bedenk vooraf of u het zelf ontwikkelde leermateriaal wilt delen met andere scholen of misschien zelfs wilt (door)verkopen. En onder welke condities u dat wilt doen. Maak hiervoor een businessmodel waarbij u ook kijkt naar de financieel-juridische consequenties en naar ontwikkeling en beheer. Laat uw product aansluiten op de geldende technologische standaarden in Nederland (zie www.edustandaard.nl). Anders kunnen scholen die uw leermateriaal graag zouden gebruiken dat niet doen, omdat het niet kan draaien op hun softof hardware.
Tip
Meer informatie over en voorbeelden van businessmodellen zijn te vinden via digitaalleermateriaal.kennisnet.nl
Tip
Een heldere onderbouwing door docententeams, op basis van het eigen eisenprogramma, vergemakkelijkt de keuze. Sluiten vorm, inhoud, verwerving en logistiek op elkaar aan? Is de afstemming tussen teams optimaal? Zijn er aanpassingen in de (digitale) faciliteiten nodig?
21
7. De logistieke aanpak bepalen Het startpunt inventariseren Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren welk lesmateriaal op dit moment gebruikt wordt. Vaststellen of het lesmateriaal goed aansluit op ons onderwijsmodel. Bepalen of het huidige lesmateriaal bevalt, en wat beter kan. Het daadwerkelijke gebruik van het lesmateriaal in kaart brengen. Vaststellen of het lesmateriaal nog actueel genoeg is en wat aan vervanging toe is. Inventariseren of het lesmateriaal steeds tijdig beschikbaar is.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Vaststellen wat de aanschafkosten zijn van het lesmateriaal, uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Indirecte kosten in kaart brengen (arbeidstijd, faciliteiten, financiering, beheer) liefst uitgesplitst per vak, jaar, leerling. Vaststellen in hoeveel jaar het lesmateriaal wordt afgeschreven.
Lesmateriaal
Kosten
Organisatie
Inventariseren hoe de boeken- en lesmateriaallijsten nu tot stand komen. De organisatie van de ontwikkeling, inkoop, logistiek en beheer in kaart brengen. Het gebruik van beschikbare faciliteiten inventariseren (bibliotheek, ELO, internet/intranet, ruimtes) en inschatten of de beschikbaarheid daarvan in de toekomst verandert. Vaststellen welke contracten er zijn met de leveranciers, en wat daarvan de looptijden zijn. In kaart brengen wat de rol is van leveranciers in distributie, beheer en evaluatie. Bepalen wie nu de eigenaar is van het lesmateriaal: de school, de leerling of een derde.
22
In In opdracht opdracht van: van: stichting stichtingKennisnet Kennisnet
Gemaakt door: © De Argumentenfabriek
Zodra het te gebruiken leermateriaal gekozen is, moeten keuzes worden gemaakt over hoe het leermateriaal daadwerkelijk bij de leerling en docent terechtkomt. De vragen die daarbij beantwoord moeten worden, hangen voor een deel af van de gekozen vorm van het leermateriaal: folio of digitaal.
De keuze voor eigenaarschap zou zelfs kunnen verschillen per soort leermateriaal. U zou leerlingen bewust eigenaar kunnen maken van het leermateriaal dat meegaat in zijn of haar schooltas, terwijl het algemene materiaal op school of in de leeromgeving blijft. U kunt ook borg- en statiegeldsystemen hanteren om het verlies van en de schade aan leermateriaal te verminderen.
Wie is de eigenaar van het leermateriaal? Voor beide soorten leermateriaal geldt dat bepaald moet worden wie de eigenaar is. De leerling, de school of een derde partij? Misschien blijven tussenhandel of uitgeverij wel de eigenaar en ‘huurt’ u het leermateriaal voor de gebruiksperiode. Of laat u de ouders het leermateriaal kopen, waarna de ouder de rekening van het leermateriaal bij u kan declareren?
Tip
Overweeg om sommige boeken alleen ter inzage op school aan te bieden in de klas of in de mediatheek, dat kan kosten besparen.
23
Folio Als u kiest voor folio, hoe wilt u de logistiek hiervan aanpakken? Welke werkzaamheden wilt of kunt u uitbesteden en welke wilt u zelf (laten) uitvoeren? Uitbesteden kost geld. Maar zelf doen ook. In hoeverre is het effectief om eigen mensen in te zetten om de boeken uit te delen, terwijl u dit werk ook kunt uitbesteden aan een extern team via de distributeur, of misschien zelfs aan een groep leerlingen. Waar wilt u het leermateriaal afgeleverd hebben? Thuis bij de leerling, op de eigen school of op een centrale locatie waar al uw leerlingen naar toe moeten. Het bepalen van de juiste leveringscondities hangt sterk af van de gewenste balans tussen ‘klantvriendelijkheid’ en ‘kosten’. Het is voor een leerling erg makkelijk om zijn boekenpakket thuis bezorgd te krijgen, maar dat is duurder dan het inrichten van een centrale uitgifteplaats. Als u het centrale uitgiftepunt met een groep scholen inricht, kunt u de kosten van het distributieteam met hen delen. Het kan handig zijn om met printing on demand te werken. Pas op het moment dat het leermateriaal in het schooljaar wordt ingezet, wordt het materiaal
gedistribueerd naar de leerling. Een docent geeft op een (digitaal) bestelformulier aan wat hij of zij nodig heeft. Het leermateriaal komt vervolgens geprint in het postvakje van de docent of de leerling. Ook non-print is mogelijk, dan krijgt men een pdf in de emailbox.
Hoe krijgt uw leerling toegang tot digitaal leermateriaal? Dat kan op meerdere manieren. Via internet of via een (webgebaseerde) ELO. Het leermateriaal kan geïnstalleerd worden op een fysieke drager: bijvoorbeeld een laptop, een dvd of een usb-stick. De keuze tussen de vormen van levering hangt af van de mate waarin het leermateriaal leerling-gebonden is en actueel moet blijven gedurende het schooljaar. Ook het eigenaarschap van het leermateriaal speelt een rol. Een ELO of portal kunt u zien als een centrale locatie (ook vanuit huis benaderbaar) waarin uw docenten het digitale leermateriaal klaarzetten of arrangeren voor de leerlingen. U kunt uw leerlingen eveneens verwijzen naar webomgevingen waarvan u niet de eigenaar bent. U bent dan afhankelijk van de stabiliteit en beschikbaarheid van de website van die partij. Tip
Bekijk of een andere manier van roostering de hoeveelheid benodigd leermateriaal in een schooljaar kan verkleinen. Bijvoorbeeld door de helft van de leerlingen een vak in de eerste helft van het jaar te laten volgen en de andere helft in het tweede deel.
24
8. Aanschaf leermateriaal in tien stappen Bij de aanschaf van leermateriaal kunt u tien stappen volgen. Deze lopen uiteen van het maken van een goede inventarisatie tot een evaluatie als het leermateriaal in gebruik is. Inventariseer wat de situatie van uw school is, welke interne en externe factoren uw keuze- en beslistraject beïnvloeden. Kijk hierbij naar alle processen die van belang zijn: van logistiek tot financieel en van organisatorisch tot onderwijsinhoudelijk.
Richt het proces in Doe dit aan de hand van de uitkomsten van de inventarisatie. Deze procesmatige kant vraagt om heldere keuzes van de school. Elke stap die u neemt of die u
door een derde partij laat nemen, heeft invloed op het geheel. Bereken wat een en ander zal kosten. Maar betrek ook niet-materiële overwegingen in uw besluitvorming, zoals leerdoelen.
Benoem de randvoorwaarden Het gaat hier zowel om externe als interne randvoorwaarden. Wat zijn de wettelijke kaders? Wat zijn de schooleigen randvoorwaarden, waar liggen bevoegdheden, hoe organiseren we dit? Wilt u leermateriaal inkopen of (zelf) ontwikkelen? Wilt u meer gebruik maken van digitaal materiaal? Hoe is het budget nu verdeeld en hoe wilt u dat in de toekomst hebben?
25
Geef criteria mee
Logistiek afhandelen
Informeer de docententeams over de door u gestelde kaders. Laat ze als één team werken. Zo worden uw keuzes in uw organisatiecultuur gewaarborgd en weet iedereen binnen uw school hoe er gewerkt wordt en wie welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft. Communiceer deze kaders helder.
De logistiek kan alleen succesvol worden afgehandeld als u de gemaakte keuzes consequent doorvoert. Bedenk voordat u voor een bepaalde manier van bezorgen kiest, wat die voor gevolgen heeft voor u en uw school. Digitale leermaterialen kunnen via ELO’s en andere webgebaseerde omgevingen worden verspreid. Dat kost minder moeite dan het vervoeren en opslaan van een stapel boeken.
Besluiten nemen Neem besluiten op basis van de inrichting van het proces dat u tot nu toe hebt doorlopen. Wees hierin transparant en betrek leraren en leerlingen erbij. Onderzoek of digitale leermaterialen onderwijskundige, financiële en/of organisatorische voordelen opleveren. Onderzoek ook de mogelijkheid om leerarrangementen in te zetten. Gebruik heldere toetsingscriteria.
Leermateriaal beheren Folio: de materialen moeten worden opgeslagen of in beheer van leerlingen worden gegeven. Digitaal: bepaal wie een licentie krijgt voor bepaalde websites. Kijk of sommige materialen op dragers kunnen worden geïnstalleerd, zoals laptops, usb-sticks of dvd’s. Monitor de plaats waar materialen zich bevinden voortdurend. Voer een zorgvuldig ‘voorraadbeheer’.
Toets de keuzes Voordat u nieuw beleid implementeert, is het zaak om de gedane keuzes te toetsen. Is de juiste keuze gemaakt voor de verwerving van leermaterialen? Hierbij kunnen docententeams en derde partijen (zoals distributeurs, boekhandelaren en uitgevers) assisteren.
Ontwikkelen en/of inkopen Let bij inkoop op wettelijke vereisten rondom dergelijke procedures (aanbesteding). U kunt het proces van inkoop ook uitbesteden. Als u zelf leermateriaal gaat ontwikkelen, moet u zowel de financiële als de logistieke voorwaarden voor de ontwikkelaars scheppen. Misschien moet u partijen zoeken die uw docenten kunnen helpen bij de ontwikkeling van materiaal.
26
Evaluatie Bouw regelmatig evaluatiemomenten in, bijvoorbeeld om de twee jaar. Neem de tijd om alle processen opnieuw door te nemen. Wellicht komen er minder sterke kanten uit naar voren, die u tussentijds kunt bijstellen. Als er pas later of minder vaak een evaluatie plaatsvindt, is bijsturen veel ingewikkelder.
27
Colofon Dit is een uitgave van stichting Kennisnet Figuren: Fotografie: André Ruigrok, Goedele Monnens en Niels Megens Vormgeving: GOfor design, Den Haag Druk: KDS, Den Haag
28
Stichting Kennisnet
POSTADRES
Postbus 778 2700 AT Zoetermeer BEZOEKADRES
Paletsingel 32 2718 NT Zoetermeer T 0800-KENNISNET F (079) 321 23 22 E
[email protected]
digitaalleermateriaal.kennisnet.nl
12.2008
Kennisnet. Leren vernieuwen.
Invoering gratis leermateriaal in twee stappen U heeft het ongetwijfeld gevolgd. De invoering van gratis schoolboeken voor leerlingen in het voortgezet onderwijs wordt in twee fases ingevoerd. Voor het schooljaar 2008-2009 krijgen ouders een belastingvrije vergoeding van 308 euro voor de aanschaf van leermaterialen. Het komende schooljaar hoeven scholen dus nog niet zelf de schoolboeken en andere verplichte leermaterialen aan te schaffen. Vanaf het schooljaar 2009-2010 krijgen scholen extra geld binnen hun lumpsumvergoeding. Scholen zijn vanaf dan zelf verantwoordelijk voor de aanschaf van de leermaterialen.
Voorbereiding en uitvoering Dit ‘getrapte uitstel’ betekent niet dat er een korte fase van ‘rust’ ontstaat rondom de dossiers van de keuze van leermaterialen en de Europese aanbestedingsplicht. Het jaar uitstel van een inkoopplicht door de school betekent dat scholen voldoende tijd hebben om de aanbesteding van leermaterialen voor het schooljaar 2009-2010 goed voor te bereiden en uit te voeren. Informatie over Europese aanbesteding is beschikbaar via www.vo-raad.nl – www.minocw.nl en www.cfi.nl
De brochure ‘Leermateriaal; keuzes voor uw school’ helpt scholen bij het optimaliseren van het keuzeproces van leermaterialen, waarbij integraal organiseren en verantwoord kiezen behulpzaam zijn bij het waarborgen van kwaliteit. De figuren door de brochure heen helpen bij de vraag: ‘Hoe beslis ik als schoolleider over leermateriaal?’. In de brochure zijn folio en digitaal leermateriaal als gelijkwaardige vormen opgenomen. Daar waar nodig zijn voor boeken of digitaal leermateriaal specifieke handreikingen geplaatst. De brochure begint bij de inventarisatie van uw startpunt. Wat is er nu op uw school? Wat kost het? Hoe is het georganiseerd en van wie is het? Verder biedt de brochure handreikingen voor het inrichten van het proces en het benoemen van randvoorwaarden en de keuzes voor de inhoud, vorm en verwervingswijze van het leermateriaal. Ook de logistieke aanpak rond het hele proces komt aan bod. De brochure sluit af met tien stappen die u kunt nemen om leermateriaal aan te schaffen.
Zoetermeer, januari 2008