Leerlingen in mijn bedrijf! Uitleg, tips en tools voor beroepsoriënterend bedrijfsbezoek
tPtPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 tPtPtPtPtPtPtPtPtPtPtPtPtPtP t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 tPtPt9tPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9t9tPtPtPt9t9t9t9tPtPtPt9t9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPtP t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9
Leerlingen in mijn bedrijf! Uitleg, tips en tools voor beroepsoriënterend bedrijfsbezoek
3
Inleiding
4
Inhoudsopgave
Inleiding Praktische informatie
5
Wat wordt er van mij verwacht? Taken die op je pad komen.
5
Wie kan het beste de leerlingen begeleiden? Een profielschets. 5 Hoe maak ik een bedrijfsbezoek succesvol en leerzaam? De gouden regels. 6 Hoe stel ik een programma samen? Model voor het programma.
7
Wat kan ik de leerlingen laten doen? Suggesties voor doeonderdelen.
7
Hoe kan ik het beste met de leerlingen omgaan? Enkele nuttige tips.
8
Achtergrondinformatie
9
Waarom komen er leerlingen in mijn bedrijf op bezoek?
Wat is het (v)mbo? En wat is een typische (v)mbo-er? Een uitleg. 10
De redenen. 9 Waar zijn de gouden regels op gebaseerd? Een onderbouwing van de gouden regels. 11
Bijlagen Checklist voor de voorbereiding van een
4
beroepsoriënterend bedrijfsbezoek
12
Evaluatieformulier
13
Je bent door het kenniscentrum gevraagd om (v)mbo-leerlingen te ontvangen in je bedrijf voor een beroepsoriënterend bezoek. Fijn dat je hier aan mee wilt
De leerlingen willen graag het bedrijf en één of meerdere beroepen ervaren en leren kennen. Die ervaring helpt ze in hun keuzeproces voor een vervolgopleiding of toekomstig beroep. Er zijn vier mogelijke keuzemomenten voor leerlingen:
werken. Het kan je bedrijf veel opleveren: denk aan naamsbekendheid, het tonen
• leerlingen uit vmbo 2 die een keuze voor een sector willen maken (sectororiëntatie);
van je lokale betrokkenheid, personeel werven en selecteren, de loopbaan-
• leerlingen uit vmbo 3 of 4 die een keuze voor een beroep/mbo- opleiding willen maken (beroepsoriëntatie);
mogelijkheden in de branche promoten of een maatschappelijke bijdrage leveren.
• leerlingen uit het mbo die opnieuw een keuze voor een beroep/mbo- opleiding willen maken (beroepsheroriëntatie);
En het is vooral erg leuk om zo’n bezoek • omdat ze niet tevreden zijn met hun opleidingskeuze.
te organiseren!
Het bezoek dat je voor de leerling(en) organiseert, is voor deze keuzemomenten van groot belang. Zowel voor de toekomst van de individuele leerling als voor de maatschappij. Want ook de maatschappij is gebaat bij goede studie- en beroepskeuzes, dat vermindert immers drop- outs en werkloosheid onder jongeren. De informatie die je hier vindt, is voor jou als de ‘voorlichtende beroepsbeoefenaar’. Het helpt je bij het organiseren van succesvolle en leerzame beroepsoriënterende bedrijfsbezoeken. Je vindt er enerzijds praktische informatie om het bezoek vorm te geven en uit te voeren. Anderzijds geeft het je achtergrondinformatie over het (v)mbo en de leerlingen en het waarom van de beroepsoriënterende bedrijfsbezoeken. Heel veel succes en plezier met het organiseren van bezoeken en het ontvangen van leerlingen!
5
Praktische informatie Wat wordt er van mij verwacht? Taken die op je pad komen.
• of de leerlingen speciale (leer)doelen hebben met het bezoek;
Jouw bedrijf verwacht van jou als voorlichtende beroepsbeoefenaar dat je een goed bedrijfsbezoek organiseert, waarbij de leerlingen zich op één of meerdere beroepen kunnen oriënteren en waarbij jij begeleiding geeft. Hieronder zie je deze hoofdtaak opgesplitst in een aantal deeltaken.
• wat je aan voorbereiding van de leerlingen verwacht; • of het adres en de route naar het bedrijf bekend is en met welk vervoer de leerlingen komen.
Zorg voor een goed programma Zorg voor een goede afstemming met de school De school of het kenniscentrum neemt contact op om een afspraak voor een beroepsoriënterend bedrijfsbezoek te maken. Zorg ervoor dat je voorafgaand aan het bezoek met de school in elk geval een aantal zaken afstemt: • datum van het bezoek; • start- en eindtijd van het bezoek; • welke leerling(en) er komen: namen en type (v)mbo (leerweg, niveau, sector); • wat de leerlingen al aan praktijkonderwijs op de school doen; • of er wel of geen begeleiding meekomt wat jouw voorkeur heeft; • voor welk beroep of welke beroepen de leerlingen komen;
De kern van je taak is het maken van een interessant programma voor de leerlingen. Een goed programma voldoet aan zeven gouden regels. Je vindt ze verderop in dit bulletin. Maak een draaiboek voor jezelf waarin je het programma van minuut tot minuut beschrijft. In de bijlage vind je een model voor het maken van een programma.
is het goed om geïnformeerd te zijn dat er leerlingen komen. Zo komt niemand voor verrassingen te staan.
Zorg voor goede begeleiding van de leerlingen tijdens het bezoek Voor de orde in het bedrijf en voor het welslagen van het bedrijfsbezoek, is dit een belangrijke deeltaak: begeleid de leerlingen tijdens het bezoek goed. Leerlingen hebben behoefte aan structuur, uitleg en duidelijkheid. Dat kun je ze met goede begeleiding bieden. Hoe je de begeleiding het beste vormgeeft, lees je verderop in het bulletin. Daar krijg je tips over het omgaan met leerlingen.
Zorg voor een goede voorbereiding van intern betrokkenen Het is belangrijk om iedereen die je actief bij het bedrijfsbezoek betrekt, te informeren over het programma en hun bijdrage. Als de betrokkenen weten wat ze wanneer moeten doen, loopt jouw programma op rolletjes. Ook voor zijdelings betrokkenen, zoals de receptionist, of de medewerkers op de afdeling die je gaat bezoeken,
Wie kan het beste de leerlingen begeleiden? Een profielschets.
De ideale voorlichtende beroepsbeoefenaar
Niet iedereen is geschikt om leerlingen van het (v)mbo te begeleiden bij een
Zijn* houding:
beroepsoriënterend bedrijfsbezoek. De één heeft er geen feeling voor, anderen lijken ervoor gemaakt te zijn. Zorg ervoor dat je als leerbedrijf een goede voorlichtende beroepsbeoefenaar kiest; iemand die de juiste kennis, vaardigheden en houding heeft om de leerling(en) te kunnen begeleiden. Hieronder zie je welke dat zijn.
• Hij is enthousiast over de organisatie. • Hij laat passie zien voor het vak. • Hij leeft zich in de leerlingen in (en is bij voorkeur jong). • Hij stelt zich toegankelijk op. • Hij is zich bewust van de verschillende niveaus waarop medewerkers in het bedrijf opereren. • Hij spreekt de leerlingen aan en betrekt ze actief. • Hij toont oprechte interesse in de leerlingen.
Zijn kennis: • Hij weet veel van het vak. • Hij is zelf beroepsbeoefenaar (geen manager). • Hij kent de organisatie goed.
Zijn vaardigheden: • Hij kan goed organiseren. • Hij kan inspelen op plotselinge veranderingen. • Hij kan goed communiceren.
* Overal waar ‘zijn’ of ‘hij’ staat kun je ook ‘haar’ of ‘zij’ lezen.
6
Hoe maak ik een bedrijfsbezoek succesvol en leerzaam? De gouden regels van een beroepsoriënterend bedrijfsbezoek. Hieronder vind je zeven gouden regels voor het organiseren van een beroepsoriënterend bedrijfsbezoek. Eronder staan tips en aanwijzingen om de regel in het bezoek toe te passen. Om een leerling een goede leerervaring te kunnen geven, laat je elke regel in het bezoek terug komen. Succes!
4. Laat de leerling veel doen
6. Laat jezelf zien
• Laat de leerling werkelijke of gesimuleerde (deel)taken van het beroep verrichten.
• Vertel over jezelf als beroepsbeoefenaar en vertel ook kort iets over jezelf als privépersoon.
• Geef de leerling praktische opdrachten. • Laat de leerling zijn mobiele telefoon gebruiken om foto’s of aantekeningen te maken.
• Gebruik humor. • Vertel anekdotes van wat je hebt meegemaakt in het bedrijf/in dit beroep. • Deel je enthousiasme en passie voor het bedrijf en beroep.
5. Geef een eerlijk beroepsbeeld 1. Zorg voor een goede voorbereiding • Zorg dat je goed voorbereid bent. • Zorg dat je bedrijf en de medewerkers op de hoogte zijn van de komst van de leerling. • Stem van te voren de doelen van het bedrijfsbezoek af met de docent en bespreek welk type leerling komt. • Maak de docent duidelijk welke voorbereiding je van de leerling verwacht. • Zorg voor duidelijke afspraken over tijdstip, tijdsduur en locatie. • Bedenk van te voren goed waar je de leerlingen gaat ontvangen.
• Laat zowel de voors als de tegens van een beroep aan de orde komen. • Vertel welke opleiding(en) nodig zijn voor het beroep. • Vertel welk startsalaris te verdienen is. • Vertel welke contractvorm doorgaans aan starters wordt aangeboden. • Vertel welke doorgroeimogelijkheden er in het bedrijf zijn. • Vertel welke informele activiteiten of gebruiken het bedrijf kent. • Vertel welke contacten je in dit beroep hebt buiten het bedrijf (klanten, leveranciers etc).
2. Betrek collega’s • Laat een stagiaire vertellen wat hij bij het bedrijf doet en hoe het aansluit bij zijn opleiding. • Laat een collega een praktijkverhaal, succesverhaal of succeservaring vertellen. • Informeer de receptionist en zorg voor een hartelijke ontvangst (het liefst door jou zelf).
3. Laat de leerling veel zien • Ontvang de leerlingen in een ruimte die representatief is voor het bedrijf. • Geef een rondleiding door de relevante onderdelen van het bedrijf (breng de core business van het bedrijf en het beroep in beeld). • Houd presentaties zo kort mogelijk en gebruik vooral beelden. • Laat als dat mogelijk is iets spectaculairs, unieks, opvallends of spannends zien dat past bij het bedrijf of het beroep. • Laat zien welke mensen er zoal in het bedrijf werken en wat zij doen. • Vertel welke maatschappelijke functie het bedrijf vervult.
7
7. Geef de leerling aandacht • Geef de leerling een hartelijke ontvangst. • Zorg ook voor de inwendige mens (drinken&eten). • Maak kennis met de leerling. • Vraag wat de leerling van het bezoek en het beroep verwacht. • Stel vragen aan de leerling. • Geef de leerling ruimte om vragen te stellen. • Geef de leerling een presentje van het bedrijf. • Vraag wat de leerling van het bezoek vond.
Hoe stel ik een programma samen? Model voor een programma. Tijdens de voorbereiding van een bedrijfsbezoek bedenk je een goed en doortimmerd programma. Dat programma zet je op papier. Hieronder vind je een model daarvoor. Maar eerst tref je de vragen aan die je helpen om tot een goed programma te komen.
Stel jezelf de volgende vragen: • Welke eerste indruk wil ik maken met het bedrijf? Wat betekent dat voor de locatie waar ik de leerling(en) ontvang? • Welk beroep staat centraal? Wat is de essentie van het beroep? • Wat wil ik de leerling(en) laten zien?
(afdelingen, beroep(en), andere interessante zaken)? • Wat kan ik de leerling(en) laten doen? Bedenk (deel)taken van het beroep die je ze kunt laten doen, bedenk welke (deel)taken je eenvoudig kunt simuleren, bedenk praktische opdrachten. Kijk voor inspiratie naar ‘suggesties voor doe-onderdelen’. • Hoe kan ik de leerlingen laten nadenken over het bezoek, het bedrijf en het beroep? • Welk gevoel wil ik de leerling(en) geven over het bedrijf en het beroep? • Indien het een groep leerlingen betreft: hoe pak ik dit aan? Het hele programma gezamenlijk, of werken in subgroepjes?
bij het bezoek? Wie geef ik welke rol? • Welke benodigdheden ga ik gebruiken en moet ik verzamelen? • Hoe kan ik aansluiten bij de voorbereiding van de leerling(en) op school? • Hoe zorg ik voor interactie met de leerling(en)? • Laat ik de leerling(en) zowel voelen, kijken, denken als doen? • Heb ik de gouden regels voldoende toegepast? • Zou ik dit bezoek zelf leuk vinden? En mijn kind/neef/nicht? • Sluit het programma goed aan bij de leerwensen van de leerling(en)? • Is er ruimte in het programma om vragen van de leerlingen te beantwoorden?
• Welke mensen wil en kan ik betrekken
Voorbeeld van een programmamodel
Tijd
Titel van het onderdeel
Wat doen we? Hoe doen we dat?
Wie of wat heb ik daarbij nodig?
Wat kan ik leerlingen laten doen? Suggesties voor doe-onderdelen.
de volgende vragen stellen:
Leerlingen willen een beroep graag ervaren. Ze willen weten wat een beroepsbeoefenaar nou daadwerkelijk doet als hij aan
• Wat was het eerste wat ik deed toen ik hier kwam werken?
het werk is. Daarom is het belangrijk dat je ze (deel)taken laat doen van het beroep, die al dan niet gesimuleerd zijn. Als dat in jouw bedrijf of beroep erg lastig is om te realiseren, kun je de leerlingen ook aan het werk zetten met praktijkgerichte opdrachten. Hieronder vind je ter inspiratie wat voorbeelden van taken en opdrachten.
• Wat laten we nieuwe medewerkers doen? • Bij welke taken kan weinig misgaan? • Wat is de essentie van het beroep? • Wat kan ik eenvoudig nabootsen of simuleren? • Hebben wij een oefen- of leeromgeving? Of een simulator? Hier volgen een aantal suggesties voor taken die je de leerling kunt laten doen:
Suggesties voor werkelijke of gesimuleerde (deel)taken Uiteraard is het afhankelijk van het bedrijf en beroep welke taken je de leer- ling kunt laten doen. Om je te helpen bij het bedenken van deze taken, kun je jezelf
• Laat de leerling achter de telefoon / toonbank / receptie / in de winkel / in het restaurant klanten helpen. • Zet de leerling achter de computer en laat ze een eenvoudige computer-
8
taak doen met specifieke beroeps- of bedrijfssoftware. • Simuleer een gesprek tussen de leerling en een klant. • Laat de leerling een afspraak maken met een klant. • • • •
Laat de leerling iets meten. Laat de leerling iets onderzoeken. Laat de leerling een machine bedienen. Laat de leerling werkzaamheden voorbereiden door benodigdheden klaar te leggen.
Suggesties voor praktijkgerichte opdrachten Als het niet mogelijk is om de leerling voldoende taken te laten doen, bedenk dan praktijkgerichte opdrachten die je de leerling kunt laten doen, zodat ze toch aspecten van het beroep ervaren. Je kunt
er ook voor kiezen om de taken aan te vullen met praktijkgerichte opdrachten. Hieronder vind je een aantal suggesties: • Laat de leerling de werkkleding aantrekken die bij het beroep hoort. • Laat de leerling een beroepsbeoefenaar interviewen. • Zet een speurtocht uit in het bedrijf voor de leerling.
• Laat de leerling bestaande producten of diensten beoordelen. • Laat de leerling nieuwe producten of diensten bedenken. • Laat de leerling in het bedrijf / op een afdeling / bij een machine zoeken naar bepaalde onderdelen. • Laat de leerling reageren op stellingen over het beroep of op dilemma’s waar je als beroepsbeoefenaar tegenaan loopt.
• Laat de leerling (indien aanwezig) in de leeromgeving een e-learningmodule doen. • Laat de leerling op een simulator werken (indien aanwezig). • Laat de leerling iets maken dat hij mee naar huis kan nemen.
• Laat de leerling een werkdag beschrijven.
Hoe kan ik het beste met de leerlingen omgaan? Enkele nuttige tips. Het begeleiden van een leerling is niet altijd gemakkelijk. Daarom vind je hieronder tips hoe je de leerling goed kunt begeleiden. Ook vind je tips om met groepen leerlingen om te gaan, want hoe krijg je aandacht van een groep en hoe hou je vervolgens de aandacht vast? Hoe geef je de leerling goede begeleiding?
Maak contact • Begroet de leerling, geef een hand en herhaal de naam van de leerling. • Maak een naambordje zodat je de leerling bij naam kunt noemen. • Laat zien dat je er zin in hebt en deel het enthousiasme van de leerling voor het beroep. • Kijk de leerling aan en ga in op persoonlijke verhalen. • Gebruik je humor. Door de leerling te laten lachen, krijg je een positieve en ontspannen sfeer. • Stem je woordgebruik en thema’s op de leerling af. Verplaats je in de leerling. Denk bijvoorbeeld aan hoe je zelf naar de wereld keek toen je zo oud was en hoe je naar werk keek. • Veroordeel de leerling niet. Het uiterlijk vertoon zegt in deze leeftijdsfase niet alles. • Bespreek negatief gedrag van de leerling. Benoem wat je ziet of merkt en vraag de leerling hoe dat komt. Zoek samen naar een oplossing. Overweeg of je dit in de groep of persoonlijk doet.
Vraag & luister • Zorg dat je echt in gesprek komt met de leerling (zorg dus dat je niet alleen zelf aan het woord bent). Toon interesse en ontdek wat de verwachtingen van de
leerling zijn bij het beroep, bezoek of het bedrijf. • Heb geduld en laat de leerlingen uitspreken. • Stel vragen of vraag door als je niet helemaal begrijpt wat een leerling bedoelt. • Vat samen wat de leerling zegt en reageer erop. • Vraag regelmatig of de leerling je begrijpt. • Gebruik geen vaktaal als het niet hoeft. Leg specifieke begrippen uit. • Vraag regelmatig of de leerling nog vragen heeft. • Laat de leerling een opdracht of een boodschap samenvatten om te kijken of de leerling het begrijpt.
Creëer duidelijkheid en structuur • Bespreek het programma dat je voor de leerling hebt bedacht. • Zorg voor korte pauzes tussendoor. • Hou je aan de eindtijd. • Vertel bij elk programmaonderdeel wat je van de leerling verwacht. • Vertel de belangrijkste (bedrijfs)regels waar de leerling zich aan moet houden. • Geef de leerling duidelijke instructies.
Geef persoonlijke aandacht • Nodig de groep uit in een geschikte ruimte. Laat ze met (gekleurde) stiften hun naam op een bordje schrijven en er (bijvoorbeeld) hun hobby bij tekenen. • Doe een voorstelrondje en praat door over de tekening op het naambordje. • Vraag naar de verwachtingen die de leerlingen hebben van het bedrijfsbezoek. Zo weet je wat er in een groep leeft en daar kun je tijdens het bezoek op inspelen.
Betrek de leerlingen actief • Geef beurten. Stel een vraag niet in het algemeen, maar zeg bijvoorbeeld “Tim, wat viel jou net op bij deze machine?”. • Maak ruimte in het programma voor het beantwoorden van vragen. Dan kun je leerlingen erop wijzen dat ze vragen kunnen bewaren tot een later moment. Als je liever de vragen van leerlingen tussendoor beantwoordt, is dat natuurlijk ook goed. • Als leerlingen met elkaar blijven praten of niet goed meedoen, kun je ze op de volgende manieren betrekken: • Vraag om stilte. • Wacht even als het niet direct stil wordt, leerlingen corrigeren elkaar vaak zelf al.
Hoe krijg je de aandacht van een groep leerlingen? En hoe houd je de aandacht vast?
• Praat niet te hard, hoe harder je zelf praat hoe meer de leerlingen ook de gelegenheid krijgen om te praten.
Zorg voor een pakkende opening
• Let op of er leerlingen afhaken, vraag wat ze wel interesseert of met welke vragen of twijfels ze zitten. Het bespreekbaar maken, lost vaak al veel op.
• Stel een vraag of leg een stelling voor en laat de groep erover nadenken. Bijvoorbeeld: jullie zien hier dit (voorwerp), waar denken jullie dat we het voor gebruiken? Laat een ‘vreemd’ of ietwat onherkenbaar voorwerp zien. • Laat een illustratief filmpje zien van het bedrijf of het beroep.
9
• Praat naar de groep toe. Sta ervoor en verplaats jezelf regelmatig.
Achtergrondinformatie
Waarom komen er leerlingen in het bedrijf op bezoek? De redenen. Waarom is het zo wenselijk dat leerlingen van het vmbo en mbo bedrijven bezoeken om zich te oriënteren op een of meerdere beroepen? • Leerlingen kiezen een beroep of studie op basis van verkeerde beelden. • Leerlingen willen een beroep ervaren, proeven en voelen.
schooluitval een belangrijke doelstelling van de strategische agenda beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 2008-2011 ‘Werken aan vakmanschap’. Het (v)mbo moet ervoor zorgen dat elk talent wordt benut en dat jongeren het onderwijs niet zonder startkwalificatie verlaten. Een beroepsoriënterend bedrijfsbezoek is een uitstekend middel om een bijdrage te leveren aan het creëren van een juist beroepsbeeld.
• Leerlingen willen zelf ervaring in de beroepspraktijk opdoen.
Leerlingen willen een beroep ervaren, proeven en voelen
Hieronder kun je een toelichting op deze redenen lezen.
Uit onderzoek naar effectieve loopbaanoriëntatie (o.a. Voor de keuze: voorstellen voor een betere studie- en beroepskeuzebegeleiding, RWI, 2008) blijkt dat
Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid kiezen teveel jongeren voor een beroep of studierichting op basis van onterechte verwachtingen en onjuiste beelden van het beroep of de sector. Dit zorgt voor veel uitval in het (v) mbo. Voortijdige schoolverlaters vormen een kwetsbare groep; bij een economische teruggang staan zij vaak als eerste op straat. Daarom is het verminderen van
Uit een onderzoek van JOB en L AKS (Kiezen moet je (stimu)leren) is gebleken dat leerlingen de beroepspraktijk steeds meer betrekken bij een beroeps- of studiekeuze. Daarbij doen ze liever zelf ervaringen in de beroepspraktijk op dan dat ze er voorlichting over krijgen. Bovendien doen ze graag indrukken op van meerdere beroepen, dus hebben meerdere bedrijfsbezoeken de voorkeur. Dit pleit voor beroepsoriënterende bedrijfsbezoeken.
• Leerlingen zijn beeldend ingesteld.
Leerlingen kiezen een beroep of studie op basis van verkeerde beelden
Leerlingen willen zelf ervaring in de beroepspraktijk opdoen.
het noodzakelijk is om contact met de beroepspraktijk te hebben om een goed beroepsbeeld te krijgen. Leerlingen willen beroepen zelf ‘ervaren’, ‘proeven’ en ‘voelen’, om te testen of het beroep aan hun verwachtingen voldoet. Daarbij zijn de fysieke beleving van het beroep, de sociale contacten van het beroep en de maatschappelijke betekenis ervan belangrijk. Een beroepsoriënterend bedrijfsbezoek dat goed is ingericht, kan dit bieden.
9
Leerlingen zijn beeldend ingesteld Een groot gedeelte van de leerlingen op het (v)mbo, heeft moeite met tekstverwerking (uit: Kenmerkend (v)mbo, Hiteq). Leerlingen zijn vooral beeldend ingesteld. Oriëntatie op beroepen via informatiebrochures, magazines of websites is daarom niet voldoende en te weinig aansprekend. Beelden zijn nodig om de leerlingen aan te spreken en te voeden met voldoende informatie. Via de beroepsoriënterende bedrijfsbezoeken kunnen leerlingen die beelden uitstekend opdoen.
Wat is het (v)mbo? En wat is een typische (v)mbo-er? Een uitleg.
studeren en zich gericht wil voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. Deze
Het mbo
Als je leerlingen ontvangt in het bedrijf, is het natuurlijk prettig om te weten wie er komen, hoe de opleiding die ze volgen
leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4).
Het middelbaar beroepsonderwijs bereidt mensen voor op de beroepspraktijk of op een vervolgopleiding. Om de aansluiting op de arbeidsmarkt te garanderen, hebben scholen voor middelbaar beroepsonderwijs uitgebreide contacten met het regionale bedrijfsleven, gemeenten en maatschappelijke organisaties. Bij alle opleidingen in het mbo staat de aansluiting met de praktijk voorop. Het mbo kent vier niveaus, twee leerwegen en vier sectoren.
eruit ziet en welke typische kenmerken de leerlingen hebben. In dit hoofdstuk lees je hoe het vmbo en het mbo georganiseerd zijn en hoe deze leerlingen getypeerd kunnen worden.
Het vmbo Het vmbo bestaat sinds 1999 en is een samenvoeging van het vroegere Voorbereidend Beroepsonderwijs (vbo) en het Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs (mavo). Leerlingen met een diploma Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (vmbo) kunnen een beroep gaan leren in het middelbaar beroepsonderwijs of in sommige gevallen doorstromen naar de havo. In de eerste twee jaar van het vmbo krijgen alle leerlingen dezelfde brede basis. Daarna kiest elke leerling voor een sector en een leerweg voor het derde en vierde jaar.
Leerwegen Om tegemoet te komen aan de verschillen in leren tussen de leerlingen, zijn er vier leerwegen in het vmbo. Deze leerwegen hebben programma’s die zich duidelijk van elkaar onderscheiden - meer theoretisch of juist meer praktisch, meer of minder omvangrijk - die passen bij de verschillen in capaciteiten, leerstijlen en motivatie
Kaderberoepsgerichte leerweg De kaderberoepsgerichte leerweg is vooral praktisch. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Basisberoepsgerichte leerweg De basisberoepsgerichte leerweg bereidt uitsluitend voor op de basisberoepsopleidingen in het mbo (niveau 2). Deze leerweg kan een leerling kiezen als hij heel praktisch is ingesteld. Een leerling kan in deze leerweg een leer-werktraject volgen (leren en werken). Hierbij wordt een groot deel van het onderwijs buiten school gevolgd, in een leerbedrijf.
Inspelen op de leerweg tijdens het bedrijfsbezoek
Niveau 2
viteiten die je tijdens het bedrijfsbezoek met de leerlingen doet, rekening met de leerweg en het daaraan verbonden niveau.
Middenkaderopleiding (3 tot 4 jaar) en specialistenopleiding (kopstudie van 1 tot 2 jaar), volledig zelfstandig uitvoerend werk, brede inzetbaarheid of specialisatie.
Theoretische leerweg (vmbo-tl)
Binnen elke leerweg kan de leerling kiezen uit één van de maximaal vier sectoren die de school aanbiedt:
het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo). Havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels opstellen. Gemengde leerweg Een leerling kan de gemengde leerweg kiezen als hij weinig moeite heeft met
Assistentenopleiding voor eenvoudig uitvoerend werk (0,5 tot 1 jaar)
Leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg zullen zich in hun oriëntatie richten op beroepen op niveau 2. Leerlingen in de kaderberoepsgerichte, de gemengde en de theoretische leerweg op beroepen op niveau 3 en 4. Speel hier op in tijdens het bedrijfsbezoek. Zorg dat je weet van welke leerweg de leerling komt en zorg dat je beroepen presenteert van het juiste niveau. Hou ook bij het kiezen van acti-
Sectoren
leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en de middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4) in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Met de theoretische leerweg kan een leerling soms ook doorstromen naar
Het middelbaar beroepsonderwijs heeft opleidingen op vier niveaus. De duur van de opleidingen loopt uiteen van een half jaar tot vier jaar. Niveau 1
van de leerlingen:
Een leerling kan de theoretische leerweg kiezen als hij niet veel moeite heeft met studeren en nog geen specifieke beroepsopleiding wil kiezen. De theoretische
Niveaus
• • • •
Zorg en welzijn Techniek Economie De groene sector
Binnen de sectoren biedt het onderwijs beroepsgerichte programma’s, gegeven door verschillende afdelingen. Elke afdeling biedt een eigen specialisatie aan. De sector Techniek heeft bijvoorbeeld de afdelingen bouw, metaal en elektrotechniek. En binnen Zorg en Welzijn bestaat de afdeling uiterlijke verzorging.
10
Basisberoepsopleiding voor uitvoerend praktisch werk (2 tot 3 jaar) Niveau 3 Vakopleiding tot zelfstandig beroepsbeoefenaar, zelfstandig uitvoerend werk, brede inzetbaarheid (2 tot 4 jaar) Niveau 4
Leerwegen Het mbo heeft twee verschillende leerwegen. Bij alle opleidingen vormt de praktijk, de beroepspraktijkvorming (bpv), een belangrijk deel van de opleiding. De beroepsopleidende leerweg (bol) Leerlingen van een bol- opleiding hebben tijdens hun opleiding één of meerdere stageperiodes. De bpv vormt bij een bolopleiding minimaal 20% en maximaal 60% van de totale opleidingstijd. De beroepsbegeleidende leerweg (bbl) Een bbl-opleiding bestaat voor minimaal 60% uit praktijk. Leerlingen die een bblopleiding volgen, werken met een arbeidsovereenkomst in een leerbedrijf en gaan
meestal één dag in de week naar school voor de theoretische onderbouwing.
De typische (v)mbo’er Uiteraard is een grote groep leerlingen niet over één kam te scheren, maar er kunnen wel wat algemene zaken over de typische (v)mbo-leerling gezegd worden. Zo krijg je toch een beetje een beeld van
de kenmerken van leerlingen die je in het bedrijf gaat ontvangen. • • • •
ze proberen graag dingen uit; ze werken graag samen; ze hebben liever beelden dan tekst; ze hebben behoefte aan structuur en instructie;
• ze voelen zich betrokken bij problemen dicht bij huis;
• ze worden beïnvloed door docenten en ouders; • ze kiezen voor een baan of studie die past bij hun persoonlijkheid en die hen zekerheid biedt; • ze willen zich graag op hun gemak voelen; • ze vinden eerlijkheid erg belangrijk; • ze vinden het belangrijk erkend te worden als persoon.
Waar zijn de gouden regels op gebaseerd? Een onderbouwing van de gouden regels. Op pagina 7 is verteld over de gouden regels om het bedrijfsbezoek vorm te geven. Deze zijn gebaseerd op de manier waarop mensen leren en deze leerlingen in het bijzonder. Hieronder lees je daarover.
te kijken wat het bedrijf en het beroep inhouden, na te denken over het bedrijf en het beroep en te doen wat de mensen in dit bedrijf en beroep ook doen. Dat betekent dat een effectief beroepsoriënterend
KIJK!
Leercirkel: voel - kijk – denk - doe
• rondleiding door het bedrijf • beeldende presentatie • praktijkverhaal van een medewerker
Iemand leert vooral: • als het in een vorm gebeurt die de lerende aanspreekt en • als de lerende op verschillende manieren met de materie bezig gaat. Als je deze twee uitgangspunten toepast op leerlingen van het (v)mbo, dan betekent dit dat ze veel willen kijken en doen, want dat heeft veelal hun voorkeur. Het betekent ook dat ze gestimuleerd moeten worden om ook te voelen en te denken, want dat zorgt ervoor er een leerervaring ontstaat die wat oplevert. Met andere woorden, om te leren moeten de leerlingen de leercirkel voel - kijk - denk - doe doorlopen.
bedrijfsbezoek gebouwd is met bouwstenen uit elk onderdeel van de leercirkel. In de cirkel hieronder zie je per onderdeel voorbeelden van dit soort bouwstenen.
VOEL!
DENK!
• hartelijke ontvangst • anekdotes • kennismaken
• verwachtingen uitspreken • vragen stellen en beantwoorden • het bezoek evalueren
DOE! • (deel)taken verrichten • gesimuleerde (deel)taken verrichten
Als je dit toepast op het bedrijfsbezoek, dan betekent dit dat het een rijke leerervaring wordt voor de leerling als hij de gelegenheid krijgt om te voelen hoe het er in het bedrijf en het beroep aan toe gaat,
• opdrachten doen
11
Bijlage I Checklist voor de voorbereiding van een beroepsoriënterend bedrijfsbezoek Zijn de afspraken met de school helder? Datum van het bezoek Start- en eindtijd van het bezoek Welke leerling(en) er komen: namen en type (v)mbo (leerweg, niveau, sector) Wat er aan praktijkonderwijs op school wordt gedaan Of er wel of geen begeleiding meekomt en wat jouw voorkeur heeft Beroep of beroepen waarvoor de leerling(en) komen Speciale (leer)doelen van de leerling(en) Wat je aan voorbereiding van de leerling(en) verwacht Adres en route naar het bedrijf en vervoer van de leerlingen
Is het programma van het bezoek doordacht en staat het op papier? Rekening gehouden met voel-kijk-denk-doe? De gouden regels toegepast?
Zijn alle benodigdheden verzameld? Presentje bedrijf Film/foto’s/presentatie Beamer/scherm/computer/geluid Eten/drinken Benodigdheden taken/opdrachten Pennen/stiften etc
Zijn alle direct betrokkenen geïnstrueerd? Medebegeleiders Rondleiders Beroepsbeoefenaars Stagiaires
Zijn alle indirect betrokkenen geïnformeerd? Collega’s Receptionist Overige aanwezigen
12
Bijlage II Evaluatieformulier Dit formulier vul je in na afloop van het bedrijfsbezoek. Het is bedoeld om je ervaringen met de leerling(en) van de school vast te leggen en vast te houden. Bespreek de evaluatie met het kenniscentrum.
Datum en duur van het bezoek
Welk onderdeel was een groot succes en waarom?
Naam van de school
Wat heb je zelf aan dit bezoek gehad? Aantal leerlingen en begeleiders (en eventueel namen)
Hoe was de houding, inzet en gedrag van de leerlingen? Wat heeft dit bezoek opgeleverd voor je bedrijf?
Hoe was de houding, inzet en gedrag van de begeleiders? Welke conclusies trek je n.a.v. dit bezoek?
Is de school de gemaakte afspraken nagekomen? Verdere opmerkingen:
Wat doe je een volgende keer anders en waarom?
13
tPtPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 tPtPtPtPtPtPtPtPtPtPtPtPtPtP t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 tPtPt9tPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9t9tPtPtPt9t9t9t9tPtPtPt9t9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9
t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9
t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPtPtPtPt9tPt9tPtPtPtPtPt9 t9tPt9tPtPt9tPt9tPt9tPtPtPt9
Bedrijfsleven en beroepsonderwijs vormen de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Samen werken ze aan thema’s als kwalificatiestructuur, examens, beroepspraktijkvorming en opleidingsaanbod. Daarmee optimaliseert SBB de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Met als doel: voldoende en deskundige vakmensen.
Postbus 7259 2701 AG Zoetermeer 079 329 40 00 www.s–bb.nl
Uitgave © SBB, Zoetermeer, maart 2012
Redactie en vormgeving SBB, Zoetermeer
Drukwerk Bestenzet, Zoetermeer
Foto’s Hollandse Hoogte