Print & Play - Mijn Kunst is Top - Rap
Maak een eigen rap Beste ouder, leerkracht, jeugdwerker, Mijn Kunst is Top wil kinderen laten proeven van kunst. Met deze kant-en-klare activiteit kan je kinderen spelenderwijs op weg zetten om de opdracht te vervullen. In het begin hebben ze je sturing nog nodig, naar het einde toe kan je ze meer en meer loslaten en coachen. De kinderen kunnen na de activiteit hun beste foto(‘s) via hun Ketnet account opladen. Veel plezier ermee!
praktisch
Stap 1
Grootte van de groep: 2 tot 25 Materiaal: computer met internetverbinding, papier, 1 balpen per kind. Indien mogelijk een microfoon en versterker. Plaats: zowel binnen als buiten (zorg dat de kinderen op voldoende afstand van elkaar kunnen oefenen) Duur: min. 90 minuten.
Inspiratie
Bekijk op de website de uitzending over Rap en benoem de drie technieken: • • •
Ritme (of flow): rappen is spreken in een bepaald ritme of flow Rijmen: een goede rapper kan goed rijmen want bijna alle raps rijmen Improviseren: een echte rapper kan ter plekke zijn woorden verzinnen (maar het geheim van een goede rap is: veel schrijven en schrappen!)
Kijk ook eens naar het liedje ‘Ik neem je mee’ van Gers Pardoel. Je merkt dat het refrein gezongen is, en de strofes zijn gerapt. Dit kan je straks ook doen in jouw rap. Wat valt de kinderen nog op bij de rappers?
Stap 2
Spreken in een ritme
Leer de kinderen eerst een tekst zeggen in een bepaald ritme. Je kan dit oefenen met de ganse groep. Zet een beat op en laat de kinderen volgende zinnetjes meezeggen in het ritme. Het is handig om eerst af te tellen voor hen: 5 6 7 8. Om dit zelf te leren kan je op voorhand altijd kijken naar de website. 1. Ik-kel-tje kra-mik-kel-tje kwam aangelopen, ik-keltje kram-mik-keltje kwam aangegaan 2. Op een grote paddenstoel
Op een grote paddestoel Vol met witte stippen Zat kabouter Pinnemuts Heen en weer te wippen
Krak, zei de paddestoel met een diepe zucht Allebei de beentjes Hopla, in de lucht
Wanneer dit goed begint te lukken kan je kinderen uitdagen door hen te vragen om af en toe andere accenten te leggen in het ritme en andere stemmetjes te laten gebruiken: tuit je lippen, doe een kikker na, heel relax, kreunend, fluisterend, cool, jouw dialect, hollands, …
Stap 3
Kies een tekst
Kies nu samen met de kinderen een langere tekst uit de bijlages (Ketnet move tegen pesten, Prinses Annabel van Annie MG Schmidt, 123 Rikketikketik van Urbanus) of kies een eigen tekst die rijm bevat. Maak groepjes van drie. Verdeel elk stukje van het lied over de groepjes (ongeveer 4 zinnen per groep) en laat de kinderen hun stukje goed inoefenen. Ze mogen ook variaties op de zinnen maken en de tofste stukjes herhalen. Laat ze hierbij coole moves verzinnen en meebewegen met het ritme van de muziek. Spreek de volgorde goed af en laat de stukjes aan elkaar zien zodat het terug één lied wordt. Ze mogen zeker zinnen herhalen: zo voelen ze de flow na een tijdje goed aan. Het refrein kan je allemaal samen rappen.
Stap 4
Leer rijmen
Rijmwoorden De kinderen staan per twee. Eén zegt een woord. De andere tracht zo snel mogelijk een rijmwoord te verzinnen. Elke keer als het lukt krijgt je een punt. Vb. Hoek - Broek Verhoog de moeilijkheid door na een tijdje de kinderen te laten antwoorden met een hele zin. Per zin krijg je vijf punten. Vb. Vaas – Mijn moeder is thuis de baas
Stap 5
Wandelend vertellen
Laat de kinderen per twee rondlopen in de omgeving. Ze volgen met hun lichaam het ritme van de beat. Ze vertellen in het ritme wat ze zien en proberen af en toe te rijmen. Zie ook uitzending rap.
Hey, wat een grote poort, ik weet niet hoe het komt maar het is iets dat me stoort. Kijk nu toch eens wat een vuilnis, de mensen doen maar, voor hen is het kattepis.
De kinderen onthouden hun beste zinnen en komen de beste zin rappen voor de ganse groep. Bespreek met hen welke ritmes en rijmschema’s goed werken.
Stap 6
Schrijf een eigen rap
Laat de kinderen een thema kiezen om een rap over te schrijven. Misschien heb je nog een thema van jouw klas of groep? Thema’s: 1. ‘Ik ben nummer één!’ Rap over iets dat je goed kan en laat horen dat je de beste bent 2. Wat ik niet snap! Rap over iets dat je boos maakt. 3. ‘Watskeburt?’ Rap over iets dat je in de krant las of op het nieuws hoorde 4. Waar ik woon. Rap over wie er allemaal bij jullie thuis woont 5. Al mijn vrienden op een rij! Rap over je beste vrienden of klasgenoten Ze mogen hun rap samen of met z’n tweeën schrijven.
Stap 6.1
Woorden zoeken
Laat de kinderen eerst alle woorden of zinnen opschrijven die met het onderwerp te maken hebben. Gebruik je zintuigen en gevoelens ook.
Vb. Ik ben verliefd maar durf het niet te zeggen. Verliefd – bang – blozen – mooi – Ja! – Nee! – achter in de klas – kussen…
Zoek nu woorden die hierop rijmen. Je kan ook even op deze website kijken voor enkele rijmwoorden: http://www.rijmwoordenboek.nl/
Verliefd (alsjeblieft) – bang (in de gang, grote drang) – blozen (liefkozen) – mooi (gooi, flikflooi) – Ja! (ga, besta, bh) – Nee! (WC, olé, pistolet) – achter in de klas (ik pas, was, plas, sas) – kussen (blussen, mussen, russen)…
Maak nu een tekst van die rijmt met deze woorden. Schrap en schrijf tot je tevreden bent. Weet je… Ik durf haar niet te zeggen Maar ik ben verliefd Ik zou dagen kunnen zingen Oh baby alsjeblieft Maar ik ben bang Ik sta soms uren in de gang Naar haar te staren Ze heeft zo mooi blonde haren
En misschien zegt ze wel nee Als ik haar - wil - kussen Hoe kan ik toch ooit mijn passie blussen? Refrein: Oh baby please! Stop me dat getease Ik wil je nu bij mij Alle jongens in de rij Kunnen nooit tippen aan mij Het is handig om ook een refrein te maken dat steeds terugkomt. Je kan kiezen om dit te zingen of gewoon te rappen. Herhaal dit refrein enkele keren. Variatie: Je kan de kinderen ook nog ander inspiratiemateriaal geven om hun rap te verzinnen: een krantenartikel, een foto, een gedicht, …
Stap 6.2
Beat kiezen en oefenen
Laat de kinderen een beat kiezen die bij hun tekst past (vrolijk, gek, boos, stoer, grappig, droevig…). Je kan de beats beluisteren op de website van MKiT. Laat ze de rap oefenen totdat ze de tekst vlot en snel kunnen uitspreken.
Stap 7
Rap Battle
Voor het toonmoment kan je een ‘Rap Battle’ houden met de groep. Niet om elkaar te beconcurreren maar om elkaar aan te moedigen. Sta in een grote kring, de kinderen mogen om de beurt hun ganse rap of enkele geslaagde zinnen komen rappen. Na elke rapper kan iedereen luid applaudisseren en aanmoedigingen roepen: yo! Drop je rhymes man!
Stap 8
Raps opnemen
De beste raps kunnen de kinderen opnemen voor de camera en het filmpje via hun Ketnet account opladen op de Mijn Kunst is Top Atelier site.
Veel succes!
1-2-3 Rikke Tikke Tik (Tekst en muziek: Urbanus / Jean Blaute & Urbanus)
BIJLAGE 1
Kot-kot-kot-kot-kot-kodei Kot-kot-kot-kot-kot-kodei Kot-kot-kot-kot-kot-kodei Kot-kot-kot-kot-kot-kodei Gans mijn lijf staat vol met pluimen Grijze, witte, zwart en bruine Mijn kopje gaat omhoog-omlaag Graantjes pikken doe ik graag 1-2-3 Rikke tikke tik Ra, ra, ra, wie benne-k-ik? Is er iemand die al weet Hoe ik heet? Ne salami, ne octopus, ne polis, een waterspons, ..., een fritkot, een stuk chocolat, atomium, een kikker Heel goed geraden manneke Huit, knorr, grompf, wuit, wuit ‘k Heb een krulletje in m’n staart En een stijve stoppelbaard Een snuit met twee gaatjes in En een dubbele onderkin 1-2-3 Rikke tikke tik Ra, ra, ra, wie benne-k-ik? Is er iemand die al weet Hoe ik heet? Ne salami, ne spinnenkop,..., ne timbre, ne kalkoen, Rocco Granata, ne frigo, ne salamander, een varken! Allee er zit toch ene slimme in de klas Ha, ha, ha, hi, ha Ik ben een plezante zanger Mijne neus wordt alsmaar langer Ik maak liedjes voor de kleintjes Over kippetjes en zwijntjes 1-2-3 Rikke tikke tik Ra, ra, ra, wie benne-k-ik? Is er iemand die al weet Hoe ik heet? Ne salami, ne aquarium, ..., ne windel, ..., ne aap, ne salamander, Urbanus zelf! Bijna juist en omdat ge zo braaf geweest zijt Krijg ge vandaag maar een half pakske slaag Allemaal gelijk: Tralalalalala, Tralalalalala,...
Raymond Van Het Groenewoud intimiteit intimiteit, intimidatie intimi toeti foeli koeti moeti, ‘k weet niet wat het is intimiteit en initiatie amai, amai, ik zweet het uit als zij der is intimiteit, intimidatie intimi toeti foeli koeti moeti, ‘k weet niet wat het is intimiteit en initiatie ik zweet het uit maar ik ben blij dat zij der is intelligentie, intellectueel vol pretentie zijn er veel te veel insinuatie in m’n pyjama oja, oja, oja, oja, oja, chocola, chocola, chocola intimiteit, intimidatie intimi toeti foeli koeti moeti, ‘k weet niet wat het is intimiteit en initiatie amai, amai, ik zweet het uit als zij der is intelligentie, intellectueel vol pretentie zijn er veel te veel (veel te veel) intolerantie in m’n pyjama oja, oja, oja, oja, oja, chocola, chocola, chocola in Tirol, daar woont mijn Heidi in lederhosen doet mij blozen ik weet niet wat het is intimiteit en initiatie amai, amai, ik zweet het uit als zij der is intimiteit, intimidatie intimi toeti foeli koeti moeti, ‘k weet niet wat het is intimiteit en initiatie ik zweet het uit maar ik ben blij dat zij der is intimi zeggen: kijk maar uit ze lijkt wel te vertrouwen, maar ze maakt een vreemd geluid intimi zeggen: kijk maar uit ze lijkt wel te vertrouwen, maar ze maakt een vreemd geluid intimi zeggen: ‘pas mojjoep’ ze lijkt wel te vertrouwen, maar ze draait je in de soep intimi zeggen: ‘pas mojjoep’ ze lijkt wel te vertrouwen, maar ze draait je in de soep intimiteit,intimidatie intimi toeti foeli koeti moeti,’k weet niet wat het is intimiteit en associatie amai, amai, ik zweet het uit als zij der is intimiteit, intimidatie intimi toeti foeli koeti moeti, ‘k weet niet wat het is intimiteit en initiatie amai, amai, ik zweet het uit als zij der is amai, amai, ik zweet het uit als zij der is amai, amai, ik zweet het uit als zij der is
BIJLAGE 2
BIJLAGE 3
Kattenkwaad DRS P Kattenkwaad Ondanks het feit dat ik in weelde baad Als negentiende-eeuwse landmagnaat Ontbeer ik een genot van vroeg tot laat Kattenkwaad Kattenkwaad Nu dan mijn levenseinde komen gaat Zie ik mijzelf weer bij zo’n heldendaad Met katapult of ander apparaat Kattenkwaad Inderdaad Het beeld vervult mij nog met weemoed Terwijl mijn personeel het vee hoedt Of nijver naar den akker gaat Kattenkwaad Er gaapt een leegte in mijn overdaad Al deze rijkdom is maar surrogaat Ik mis mijn eens zo trouwe toeverlaat Kattenkwaad Kattenkwaad Ik bracht mijn jeugd door in een internaat Het leven is daar meestal desolaat Waar echter ook iets tegenover staat Kattenkwaad Kattenkwaad Al was de directeur een potentaat Toch zag men guitenstreken van formaat Door heel ons leven liep een rode draad Kattenkwaad Wie ontgaat De neiging om op iets te mikken Of om genadeloos te prikken In iemand die voorover staat Kattenkwaad We goten ‘s winters water op de straat U weet: we hebben hier een landklimaat En menig werkman viel op zijn gelaat Kattenkwaad Kattenkwaad Een passerpunt belandde accuraat En krachtig in eens leraars ruggegraat Hij zei alleen nog even: “a kwadraat” Kattenkwaad Kattenkwaad Op zijn verjaardag kreeg een kandidaat Een scheutje blauwzuur in zijn chocolaad’ Zijn oude moeder was ten einde raad
Kattenkwaad Wie versmaadt De pret van lijm op boterhammen Ofwel het vrolijk spel der vlammen Bij voorbeeld in een nachtgewaad Kattenkwaad De keukenmeid was bezig met de vaat En niet verdacht op onze handgranaat Heur laatste uiting was een blik vol haat Kattenkwaad Kattenkwaad Na het behaalde baccalaureaat Ben ik nu vele jaren plutocraat Waarbij ik een ding achterwege laat Kattenkwaad Kattenkwaad Wat ons volwassenen nog open staat Is malversatie, roofmoord, landverraad En het bekrassen van een heilsoldaat Kattenkwaad Kijk het gaat Mij niet zozeer om al die grappen Ik kan u trouwens wel verklappen Dat vaak de stijl mij tegenstaat Kattenkwaad En als een jeugdige trottoirpiraat Zo’n laffe aardigheid aan mij begaat Bel ik terstond het commissariaat Kattenkwaad
Prinsesje Annabel Annie MG Schmidt
BIJLAGE 4
Er was eens een prinsesje en ze heette Annabel; nu moetje heel goed luisteren, naar wat ikje vertel: Ze had twee blonde vlechtjes en een kroon van diamant en ‘s avonds ging ze slapen in haar gouden ledikant, de koning en de koningin vertelden dan verhaaltjes, ze werd in slaap gezongen door twee witte nachtegaaltjes, en meestal was ze lief en zoet, en ieder die haar zag, hield heel verschrik’lijk veel van haar… maar niet op zaterdag, want telkens, iedere week opnieuw, op zaterdag, let wel, dan was ze boos en prikkelbaar, die kleine Annabel, dan sloeg ze alles kort en klein, dan ging ze aan het schreeuwen en maakte net zoveel kabaal als zesentwintig leeuwen!
Een egel vol met stekeltjes, wie had dat ooit gedacht, maar net als and’re avonden werd zij naar bed gebracht, de koning en de koningin vertelden haar verhaaltjes en net als anders zaten daar de witte nachtegaaltjes…
De koning en de koningin die zeiden op een keer: Nu moeten we er iets aan doen, nu gaat het heus niet meer! Ze heeft wéér zes lakeien in hun grote teen gebeten! We zullen vragen of Merlijn, de tovenaar, komt eten!
Wat deed de tovenaar Merijn? Hij ging naar zijn kasteel, hij kroop in ‘t bad, hij nam een boender met een lange steel, en waste al de vermicellislierten van zijn hoofd, en gek, toen hij weer schoon was, was zijn woede ook gedoofd! Ik ben wel heel erg hard geweest, zo dacht hij bij zichzelf, kan ik er nu nog wat aan doen? Het is al kwart voor elf!
De tovenaar Merlijn, dat was een grote tovenaar, hij zou ‘t prinsesje wel genezen van haar boosheid, reken maar! Daar kwam hij dan, op zaterdag, daar stond hij op de stop, ze gingen prompt aan tafel, bij de vermicellisoep. Wel, zei de tovenaar Merlijn, hoe maakt u het, prinses? Hoe gaat het met de aardrijkskunde? En pianoles?
Hij deed zijn grote vleugels aan, en zo, dat niemand ‘t zag, vloog hij terug en kwam bij ‘t raam, waar ‘t egelkindje lag. En ‘s morgens vroeg, wie lag daar in haar gouden ledikant, met kleine blonde vlechtjes en een kroon van diamant? Dat was geen egelkindje, maar ‘t prinsesje Annabel, de koning en de koningin, die zeiden: Wel, wel, wel!!!!!
‘t Prinsesje keek hem even aan. Ze nam haar lepel beet en smeet hem met de soep naar ‘t hoofd. De soep was gloeiend heet! Die arme tovenaar! Zijn haar zat vol met vermicel. Zo’n kribbekat, zo’n akelige, stoute Annabel!
En ‘t mooiste is: ‘t prinsesje is nu altijd even lief. En zaterdags? Dan ook. Wat zeg je daarvan? Alsjeblief!
De koning en de koningin, met tranen in hun ogen, probeerden om de tovenaar voorzichtig af te drogen. U ziet het zelf! zo zeiden ze, het is weer zaterdag! Dan is ze toch zo prikkelbaar, ons dochtertje, ach, ach! Wat prikkelbaar! zo bulderde de tovenaar Merijn, ik zal dat snertkind wel eens leren, prikkelbaar te zijn! Hij zwaaide met zijn toverstaf, en toen opeens, jawel daar zat een heel klein egeltje, in plaats van Annabel. De tovenaar verdween door ‘t raam, datzelfde ogenblik, de koning en de koningin, die gilden van de schrik, ze huilden en hun tranen vielen in de gouden borden, nu was hun kleine Annabel een egeltje geworden!