Leefplezier voor
Alledag
Het Leefplezierprincipe De Hartenroos van Leefplezier • • • • • • •
Jezelf zijn Contacten Rusten Jezelf redden Eten Actief zijn Woonplek
Leefplezier organiseren • •
Cultuur Woonomgeving
Regelbijwerkingen Leefplezier geeft Triple W
ETEN
N DE RUSTEN
ED
R ELF
JEZ
ZIJN
Achterliggende theorie
N
We zagen ook dat uitgaan van het Leefplezierprincipe in de dagelijkse praktijk goed mogelijk is. Het vraagt niet om meer geld, maar om anders kijken, anders denken en anders doen. Je stelt je steeds eerst de vraag wat de ander wenst of nodig heeft om zich prettig te voelen. Dit blijft je leidraad. Werken aan Leefplezier draait om gevoelig zijn, oog hebben voor de noden en wensen van de ander. Het vraagt om kijken met je hart.
Leefplezier in gevaar
Ook voor het management van verzorgingsen verpleeghuizen en voor beleidsmakers is informatie opgenomen. Zij zijn het die de voorwaarden scheppen waarbinnen werken vanuit het Leefplezierprincipe kan gedijen.
TE TAC CON
In de Hartenroos van Leefplezier hebben we deze zeven levensgebieden hun plek gegeven. We leerden wat de betekenis is van elk levensgebied voor het Leefplezier, wat hierbij de belangrijkste onderwerpen zijn en wat we kunnen doen als we hier in het dagelijks leven gericht aandacht aan willen besteden.
De Leefplezierfabriek
Dit boekje is geschreven voor mensen die wonen in een zorginstelling. Veel van wat geschreven staat geldt net zo goed voor mensen die thuis wonen.
ELF
In 2012 gingen we op expeditie om uit te zoeken wat kwetsbare mensen, en dan vooral ouderen, wensen om zich goed te voelen. Met andere woorden, wat heeft iemand nodig voor haar of zijn Leefplezier. Onze ervaringen zijn vastgelegd in het inspiratieboekje Leefplezier. We zagen dat in het dagelijks leven zeven gebieden voor Leefplezier belangrijk zijn.
INHOUD
Dit boekje helpt mantelzorgers, vrijwilligers, verzorgenden, verpleegkundigen, behandelaars en leerlingen bij het anders kijken, denken en doen. Het biedt informatie over waar je aan kunt denken en hoe je concreet aan de slag kunt gaan. Het is geschreven voor iedereen die betrokken is bij hulp, zorg of begeleiding van mensen die voor hun leefplezier meer of minder afhankelijk zijn van anderen.
JEZ
Ons hele leven doen en laten we van alles om het naar onze zin te hebben, om ons goed te voelen. Als we kwetsbaar of afhankelijk worden verandert dit niet. Het wordt dan wel moeilijker om er zelf voor te zorgen dat je het naar de zin hebt. Je hebt anderen nodig die je helpen plezier in je leven te hebben en te houden.
K WOONPLE
AC T
IEF
ZIJ
N
Hartenroos van Leefplezier ©bosma&giezen
Leefplezier.....
Colofon
kijken met je hart
DE LEEFPLEZIERFABRIEK Elk mens heeft van binnen een Leefplezierfabriekje. Leefplezier maken we zelf, dag in dag uit, het is niet iets wat ons overkomt. Vanaf de geboorte tot aan het levenseinde streven we allemaal naar Leefplezier. Het naar onze zin willen hebben, ons prettig voelen is een fundamentele behoefte van ieder mens, van alle leeftijden, in alle culturen. We doen en laten voortdurend van alles voor ons Leefplezier. We maken, vaak zonder het te beseffen, iedere dag opnieuw zelf de keuzes hoe we onze energie, onze talenten en ons geld kunnen inzetten om het naar onze zin te hebben. Zo geeft iedereen heel het leven lang aan Leefplezier een eigen, persoonlijke invulling. De manier waarop is mee afhankelijk van onze eigen mogelijkheden, leefomstandigheden en levensfase. Al doende ervaren we dat er vele wegen zijn die tot Leefplezier leiden. Genieten van bijvoorbeeld een boek, muziek, een voetbalwedstrijd, uitgaan, mediteren, iets doen voor anderen of een vrijpartij geeft direct resultaat. Andere zaken, zoals een baan die bij ons past, een eigen huis of een goed huwelijk vragen een langere termijn waarvoor we veel meer moeten doen of laten om het doel dat we voor ogen hebben te bereiken. Of dit lukt hangt er vanaf of we de kansen zien en we iets met deze kansen weten te doen. Het helpt natuurlijk ook als we in onze omgeving over hulp, contacten en financiële mogelijkheden beschikken.
Leefplezier heeft vele gezichten. Je bepaalt en organiseert zelf je leven. Het is goed om je te realiseren dat waar de een zich goed bij voelt, een ander het helemaal niks kan vinden. Toch zijn voor ieder mens in grote lijnen dezelfde gebieden in het dagelijks leven belangrijk. In dit boekje noemen wij dit de zeven levensgebieden. De waarde die ieder van ons geeft aan een bepaald gebied of aan activiteiten en onderwerpen binnen een gebied verschilt. Neem bijvoorbeeld eten. Voor de een gaat het om het koken en de smaak, voor de ander om de voedingswaarde, voor een derde met wie en waar je eet, voor een vierde om al deze zaken tegelijk, enzovoort. Het is ook niet in alle levensfasen hetzelfde. Voor tieners is het anders dan voor veertigers en voor hen weer anders dan voor tachtigers. Naarmate we ouder worden verschuift de betekenis van de Leefpleziergebieden en stellen we andere prioriteiten. Zo neemt bijvoorbeeld het belang van status af maar blijven relaties en sociale contacten voor de meeste mensen onverminderd belangrijk. Ook wanneer de omstandigheden wijzigen of na ingrijpende gebeurtenissen in het leven zie je vaak dat mensen andere keuzes maken, andere zaken belangrijk gaan vinden. Wat blijft, is dat we naar vermogen proberen die dingen te realiseren waardoor we het naar de zin hebben. Ook al loopt de productie terug, onze Leefplezierfabriek draait door. Meer over de theorie achter het Leefplezierconcept vind je achterin dit boekje
Leefplezier
je produceert het zelf
iedere dag opnieuw
zelf keuzes maken
je kansen benutten
het naar je zin hebben
LEEFPLEZIER IN GEVAAR Onze wensen en verlangens sturen ons denken en doen. Leefplezier staat of valt ermee dat je deze wensen en verlangens om kunt zetten in gerichte acties en dat je de kansen en omstandigheden om je heen weet te benutten. Wanneer dit om welke reden niet of niet meer lukt word je afhankelijk van anderen. Je hebt dan iemand nodig die je helpt om te realiseren wat je wilt. Als je niet iemand om je heen hebt, of juist iemand die niet gevoelig is voor wat voor jou van waarde is, komt je Leefplezier in gevaar. Afhankelijk zijn van anderen kent drie belangrijke oorzaken: • de ene is wanneer de wereld te ingewikkeld voor je is, als je de gedachten niet op een rij kunt houden of het geheugen je in de steek laat. Zelf je leven bepalen en organiseren is dan moeilijk. Je kunt niet meer goed situaties overzien of zelf iets regelen. Je weet of voelt wel wat je prettig vindt maar je kunt er zelf niet gericht naar toe werken of het aan anderen duidelijk maken; • een volgende is wanneer je lichaam niet meer meewerkt. Bijvoorbeeld doordat je kracht afneemt of bewegen en verplaatsen een (te) grote opgave worden. Je weet wat je wilt maar kunt het niet zelfstandig voor elkaar krijgen. Zelf doen wordt een probleem;
• de laatste ligt in je leefomgeving. Als je lichaam en/of je geest niet meer meewerken zoals je zou willen wordt duidelijk hoe belangrijk je leefomgeving is. Het eigen huis en de wereld om je heen blijken ineens vol met hindernissen en belemmeringen. Zoals apparaten die je niet of niet meer kunt gebruiken of begrijpen, verpakkingen die je niet meer open krijgt, ruimten die plotseling ontoegankelijk zijn en onneembare obstakels binnen- en buitenshuis. Dat maakt dat je afhankelijker van anderen wordt dan nodig is. Voor je Leefplezier vraagt dit van de mensen die je ondersteunen en helpen dat zij hier oog voor hebben. Thuis zijn dat partners, kinderen, buren, vrienden of vrijwilligers, waar nodig bijgestaan door professionals. Als je in het verzorgingsof verpleeghuis woont zijn het de medewerkers daar die de sleutel tot je Leefplezier in handen hebben. lichaam afhankelijkheid
geest omgeving
mensen
dingen
HET LEEFPLEZIERPRINCIPE Mensen benaderen vanuit het Leefplezierprincipe wil zeggen dat je het Leefplezier van iemand op de eerste plaats zet. Centraal staat dat iemand het naar de zin heeft. Dat dit in de dagelijkse praktijk niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt, is ondermeer het gevolg van een aantal ontwikkelingen: • hulp- en zorgverlening functioneren meer en meer volgens vaste regels en procedures; • hulpverleners worden opgeleid om te werken vanuit standaarden en protocollen; • zorg- en behandelplannen zijn veelal gebaseerd op ziekten en functiestoornissen; • organisaties zijn sterk gericht op efficiency, risicovermijding en kostenbeheersing; • politiek, inspectie en zorgverzekeraars houden dit systeem in stand en versterken het. Vaak onbedoeld worden de dwingende regels en procedures de belangrijkste doelen in het werk. Het is voor de medewerkers niet makkelijk hiervan af te wijken en aan te sluiten bij wat iemand echt wenst en nodig heeft om het naar de zin te hebben in het bestaan. Het Leefplezierprincipe gaat hier juist van uit. Dat dit samen kan gaan met een professionele beroepsuitoefening en efficiënte bedrijfsvoering leert de praktijk waar men vanuit deze optiek werkt. Werken vanuit het Leefplezierprincipe vraagt allereerst anders kijken, anders denken en vervolgens anders doen. Je zorgt voor Leefplezier in plaats van het geven van zorg.
Anders kijken vraagt dat je gevoelig bent voor de belevingswereld en de wensen en behoeften van de ander. Je eigen vertrouwde denkkader en normen en waarden staan hierbij niet voorop. Je verschuift deze naar de achtergrond. Je probeert te kijken door de ogen van de ander, hebt oog voor wat iemand belangrijk vindt en respecteert dat.
gevoelig zijn anders kijken
Dat is kijken met je hart, essentieel als het Leefplezier van de ander voorop staat. De hartenroos helpt je de wensen en behoeften helder te krijgen en jezelf te trainen in het anders kijken. Anders denken wil zeggen dat je voor alles je afvraagt wat voor deze unieke persoon echt belangrijk is. Je zoekt naar wegen om de wens van de ander te vervullen. Dit vraagt creativiteit, denken in kansen, in mogelijkheden. Je brengt samen in kaart welke oplossingen er zijn. Waar nodig betrek je er familie, vrienden of anderen bij. Anders doen wil zeggen dat je handelt in de geest van de ander. Je hebt daarbij het lef naar maatoplossingen te zoeken. Natuurlijk moet je rekening houden met professionele protocollen en standaarden. Als deze het Leefplezier eerder beperken dan bevorderen moet je durven hier op verantwoorde wijze van af te wijken. De ervaring leert dat je nieuwe wegen kunt vinden door hierover met elkaar te praten.
oog hebben voor
wat is echt belangrijk voor iemand anders denken wat kan ik hier betekenen
anders doen
hoe kan ik het voor elkaar krijgen
DE HARTENROOS VAN LEEFPLEZIER
- voor ieder aandachtspunt staan in de ballonnen mogelijke activiteiten beschreven waar je mee aan de slag kunt om te helpen het iemand naar de zin te maken. Door er samen over te praten kom je erachter wat iemands voorkeur heeft. Dat kan natuurlijk ook iets zijn wat niet in het lijstje staat; - tenslotte moet je bepalen hoe je het in de bestaande situatie het best kunt aanpakken om het iemand echt naar de zin te maken. Aan deze stappen zit onlosmakelijk vast dat je nagaat wat negatief uitwerkt op het Leefplezier (zoals slecht slapen, functieverlies, pijn, etc.) en hoe je dit kunt verhelpen.
aandachtspunten
activiteiten
welke zijn belangrijk
wat zijn de wensen
• • • •
op en aan tafel keuze bieden aantrekkelijke maaltijd meehelpen
ETEN
wat kan je doen
L E Z E
J aanpak
hoe ga je het doen
• • •
eigen regie gebruiksgemak zelf doen
K
N
AC TI
• • • •
• • • •
LE P N O O W
E D D
E R F
religie/spiritualiteit zingeving eigenheid eigen leven leiden
LF Z IJN
- bij elk levensgebied zijn de belangrijkste aandachtspunten benoemd die voor veel mensen ’ertoe doen’. Aan de hand hiervan kun je uitzoeken welke wensen iemand rond een levensgebied heeft;
levensgebieden
RUSTEN
Op elk van de zeven levensgebieden heeft in de loop van het leven ieder van ons voorkeuren en gewoontes ontwikkeld waar we ons goed bij voelen. Deze zijn verzameld onder de noemer aandachtspunten. Ze richten de blik op onderwerpen die voor iemand belangrijk kunnen zijn voor het Leefplezier.
- aan de hand van de Hartenroos kan je per levensgebied nagaan waar iemand betekenis of waarde aan geeft en welke levensgebieden voor deze persoon het belangrijkst zijn;
• • • •
N
Als we in ons dagelijks leven afhankelijk worden van mensen om ons heen is de belangrijkste vraag: wat geeft deze persoon Leefplezier en wat kan ik hiervoor doen. De hartenroos helpt bij het beantwoorden van deze vraag.
Hartenroos van Leefplezier
sociale netwerken elkaar ontmoeten omgaan met verlies privacy technologie
TE TAC CON
De levensgebieden jezelf zijn en contacten hebben vooral te maken met de emotionele kant van het bestaan. De levensgebieden jezelf redden, actief zijn, eten, rusten en slapen gaan meer om de fysieke kant, je goed voelen in lijf en leden. Onze woonplek is de plaats waar we ons geborgen en prettig voelen. De keerzijde is dat deze ook een bron kan zijn van belemmeringen en ergernissen.
• • • • •
JEZ E
Voor Leefplezier zijn zeven levensgebieden belangrijk. Je kunt ze niet los van elkaar zien maar wel van elkaar onderscheiden. Samen vormen ze de Hartenroos van Leefplezier.
Als resultaat van de expeditie Leefplezier is op de volgende bladzijden de Hartenroos in de vorm van ballonnen verder ingevuld. Hoe kan je hier in de praktijk mee werken:
EF
persoonlijke gewoontes voorkeuren passende omgeving goed slapen
eigen sfeer obstakelvrij veiligheid comfort
ZIJ
N • • • •
hobby’s/activiteiten bewegen iets betekenen voor anderen hinder
©bosma&giezen
JEZELF ZIJN Jezelf kunnen zijn, je gerespecteerd en gewaardeerd weten om wie je bent, geeft een vertrouwd gevoel. Laten zien wie je bent en wat er echt toe doet vraagt niet alleen durf, je moet ook de ruimte krijgen. Het is belangrijk dat je mag zijn wie je bent zonder daardoor buiten de groep te vallen. Samen kunnen leven of geregeld contact hebben met mensen met dezelfde achtergrond en interesse maken het makkelijker de eigen leefstijl voort te zetten. Leefstijlgroepen op basis van het leven dat iemand geleid heeft, zijn een manier om hieraan tegemoet te komen. Naast het rekening houden met het milieu waar iemand uit komt, hebben ook persoonskenmerken als interesses, opinies, geloof, normen en waarden, smaak op het gebied van voeding, kleding, muziek, enzovoort hun plaats bij het samenstellen van een groep. Wonen temidden van of gezamenlijk bezigheden hebben met gelijkgestemden maakt het leven een stuk plezieriger. Het vergroot de kans op betekenisvol contact met anderen. Jezelf kunnen zijn, betekent ook ruimte ervaren voor zingevingsvraagstukken. Bij het ouder worden of bij een ernstige ziekte komen de vragen naar de zin van het bestaan vaak naar de oppervlakte. Het gaat hierbij niet alleen over leven en dood maar ook over wat iemand boeit of plezier doet. Over wat het leven waard maakt om geleefd te worden. Als mensen niet meer zichzelf kunnen zijn dan wordt hun geestesgesteldheid verstoord en raken ze van binnenuit bedroefd. Aandacht voor deze dimensie is van wezenlijk belang om te voorkomen dat mensen ‘wegkwijnen’.
Help mensen hier vorm en inhoud aan te geven of schakel hier anderen bij in. Het is een bron van levenskracht en houvast voor veel mensen. Geeft hen hoop en vertrouwen in de zin van het bestaan.
Oefen je in het zien van het ‘eigene’ van ieder mens. Jezelf kunnen zijn vraagt dat de ander je daarvoor de ruimte geeft.Het staat niet los van de bejegening door anderen.
Respecteer de normen en waarden die voor iemand belangrijk zijn in het leven. Stimuleer eigenwaarde en kracht waar dat kan. Laat mensen zoveel mogelijk hun eigen stijl van leven voortzetten.
eigenheid
religie en spiritualiteit
Verdiep je in wat in de huidige situatie deze persoon het gevoel van betekenis, van zin en plezier in het leven geeft. Geef elke dag aandacht aan de ‘binnenkant’.
zingeving eigen leven
leiden
CONTACTEN
Heb aandacht voor het verlies van familie, vrienden en kennissen. Ook het verlies van eigen mogelijkheden kan het aangaan van nieuwe betekenisvolle relaties belemmeren.
Mensen zijn sociale wezens die deel willen uitmaken van een gemeenschap. Juist wanneer de wereld kleiner wordt doordat vertrouwde mensen wegvallen of dat men zelf minder kan ondernemen is het van belang anderen te blijven ontmoeten en ervoor te zorgen dat iemand niet vereenzaamt. Het is de kunst de voorwaarden te scheppen die contact met elkaar op een plezierige en prettige wijze actief stimuleert. Om elkaar in levende lijve te ontmoeten helpt het als er een geschikte ruimte is, zoals een cafe, restaurant, buurthuis of (moes)tuin waar je gezellig met elkaar kunt vertoeven. Gezamenlijk iets doen zorgt voor contacten. Er is wel voldoende keuze nodig zodat iedereen wat van zijn gading kan vinden. In bijvoorbeeld het verpleeghuis Hogewey in Weesp bestaat een scala aan verenigingen rond onder andere muziek, schilderen, bingo, wandelen, lezen en bakken. Het lekkers dat men maakt wordt mee naar de eigen woonplek genomen. Daarnaast is er een ruim aanbod aan cursussen, uitstapjes en voorstellingen om contactmomenten te creëeren. Met de moderne communicatiemiddelen zoals smartphones en tablets beperken contactmogelijkheden zich niet langer tot de eigen woonomgeving of buurt. Ouderen en mensen met beperkingen kunnen hier veel beter mee uit de voeten dan eerst werd gedacht. Het gebruik hiervan breidt de mogelijkheden voor contact aanzienlijk uit.
Maak het aantrekkelijk om bezoek te ontvangen. Organiseer activiteiten of bezoek evenementen, een café of een buurthuis waar men gelijkgestemden kan ontmoeten.
omgaan
met verlies
Stimuleer contacten met anderen tenzij men graag alleen wil zijn. Ga na wie voor iemand belangrijk zijn. Let op zaken die contact bemoeilijken zoals
doofheid, taalproblemen of het kleiner worden van het netwerk.
elkaar sociale netwerken
Denk aan gezellige zitjes en bankjes binnen en in de tuin. Creëer ruimte en mogelijkheden voor intimiteit.
privacy
ontmoeten
Stimuleer het gebruik van moderne technologie en sociale media om de zelfredzaamheid en de sociale contacten van mensen te behouden of te vergroten. Rust medewerkers toe om te helpen met het omgaan met de apparatuur.
technologie
RUSTEN Slaap en rust zorgen voor het herstellen van vermoeidheid, geven nieuwe energie en kracht. Het is ook een moment dat je je terug kunt trekken in een eigen wereld. Wegdromen, een moment voor jezelf… Ieder heeft heel persoonlijke voorkeuren rond rusten en slapen. Een dutje in de stoel of liever in bed. Een stevig matras of juist een heel soepele. Voorkeuren voor soort beddengoed of het kussen zijn nog veel diverser. Het is niet voor niets dat sommige hotels een ‘kussenmenu’ hebben waar de gasten uit kunnen kiezen om het hen ‘s nachts naar de zin te maken. Hoeveel mensen nemen niet hun eigen kussen mee als ze op reis gaan? Dit geldt zeker ook voor persoonlijke slaaprituelen. Sinds Lies haar partner verloren was, vond ze ‘s nachts geen rust in bed. Dit veranderde pas toen haar dochter een gebreid zacht kussen meenam. Lies nam het kussen bij het slapen gaan in haar armen of ging er lekker tegenaan liggen. Evelyne heeft uit haar oude kleren een mooie sprei genaaid die zij meeneemt overal waar ze gaat. Dit is voor haar voldoende om zich overal thuis te voelen en lekker in slaap te vallen. Anders dan de meeste mensen kan Henk niet inslapen als er geen achtergrondgeluiden zijn. Stilte houdt hem juist wakker. De deur open laten naar de gang was geen optie omdat zijn kamergenoot juist dan niet in slaap kwam. Een geluidskussen met rustige muziek en slaaptimer bracht uitkomst. Op het oog kleine dingen kunnen een heel groot verschil maken.
Kom zoveel mogelijk tegemoet aan de vaste gewoontes die veel mensen hebben rondom het naar bed gaan. Bijvoorbeeld een glas warme melk, een borreltje, douchen, nog even tv kijken. Een boekje lezen of voorgelezen worden.
Laat iemand zelf het tijdstip van rusten, gaan slapen en opstaan bepalen en een eigen slaapwereld creëeren met kussen, dekbed of sprei. Help bij het vinden van de favoriete slaaphouding.
Stoor niet onnodig als iemand rust of slaapt. Moderne technologie helpt hierbij. Houd er rekening mee dat beleven van geluid heel verschillend kan zijn. Voor de een zijn geluiden op de gang storend, een ander wil de deur juist open hebben om zich veilig te voelen.
Ga bij slecht slapen na of een van de genoemde zaken de oorzaak is of iets anders om gericht een remedie te vinden. Bijvoorbeeld zich zorgen maken of lichamelijke klachten zoals pijn, etc. Zoek naar het geliefde slaappatroon.
passende omgeving goed
persoonlijke gewoontes voorkeuren
slapen
JEZELF REDDEN De meeste mensen vinden het niet prettig om voor de gewoonste dagelijkse dingen afhankelijk te zijn van anderen en overal om te moeten vragen. Bijna iedereen wil zichzelf kunnen redden en zelf kunnen bepalen wat en op welk moment je iets doet. Kortom, de regie houden over het eigen doen en laten. Doen wat je zelf kunt doen is goed voor het gevoel van eigenwaarde. Zelf bepalen heeft meerdere kanten. Aan de ene kant de persoon die weet wat hij wil en hoe het moet gebeuren. Aan de andere kant de mensen om je heen die je de ruimte geven eigen keuzes te maken. Ook al kun je prima de dingen zelf bepalen, als je hiervoor niet de kans krijgt maakt je dat afhankelijk. Wel of niet zelf bepalen is niet zwart-wit. Het zelf kunnen bepalen kan lastig zijn bij bijvoorbeeld problemen met het geheugen of door verwardheid. Als je omgeving daarop reageert met een stimulerende, ondersteunende benadering kan toch veel bereikt worden.
Sluit aan bij wat imand zelf wil. Steun en stimuleer eigen kracht en mogelijkheden. Bied meerdere keuzes. Ontlok bij mensen het plezier zelf iets voor elkaar te krijgen.
Wat je zelf kunt doen hangt mee af van je lichamelijke en geestelijke mogelijkheden. Ben je sterk of lenig genoeg, kun je zien wat je doet, snap je wat je moet doen, ben je mobiel? En als iets niet lukt, zijn er dan andere manieren om het wel zelf voor elkaar te krijgen. Bij het zelf (kunnen) doen spelen de dingen om ons heen een heel belangrijke rol. Als zelf doen moeilijker gaat, wordt het makkelijk kunnen gebruiken en hanteren van voorwerpen en apparaten steeds belangrijker. Er bestaat een scala aan handige producten en hulpmiddelen die ons helpen het zelf doen lang vol te houden.
Let bij alle producten en apparaten op het gebruiksgemak zodat iemand zo min mogelijk om hulp hoeft te vragen.
gebruiksgemak
eigen regie
Kijk wat iemand nog zelf kan, pas de activiteit hierop aan of leer iemand zo mogelijk nieuwe vaardigheden aan. Reik handige producten en hulpmiddelen aan. Zorg zonodig voor aanpassingen.
zelf
doen
.
ETEN Eten en alles wat ermee samenhangt, is voor de meeste mensen een belangrijk onderdeel van het plezier in het bestaan. Maaltijden, thee- en koffiemomenten zijn vaak ijkpunten in de dag. Eten is meer dan voeding alleen. Genieten van geuren en smaken, van gezelligheid en samenzijn en het kunnen kiezen wat je lekker vindt, zorgen ervoor dat je met smaak en met plezier eet. Niet iedereen denkt er zo over. Jan at altijd zijn warme maaltijd alleen aan tafel met wat kaarsjes en een tijdschriftje om te lezen.Toen hij niet meer voor zichzelf kon zorgen at hij nauwelijks meer. Aan tafel zitten samen met anderen maakte hem boos. Sinds hij weer in een eigen hoekje alleen eet met wat kaarsen en een tijdschrift eet hij met smaak en fleurt hij op.
Dek de tafel sfeervol met aantrekkelijk servies. Gebruik bestek dat afgestemd is op zo zelfstandig mogelijk kunnen eten en drinken. Laat mensen kiezen met wie en waar ze aan tafel willen zitten zodat het een plek is waar ze met plezier eten. Sommigen eten liever alleen.
Joop was gewend ‘s avonds warm te eten. In het verpleeghuis kon dit niet. Hij bewaarde zijn eten om het ‘s avonds koud op te eten. Een magnetron op zijn kamer of opwarmen in het keukentje mocht niet. Toen Joop steeds magerder werd, kreeg hij ‘kostbaar astronauteneten’ dat hij niet lekker vond. Het besef groeit dat het vooral belangrijk is dat mensen voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen, ook al is het ‘eigen keuze’ eten vanuit de voedingsrichtlijnen gezien niet altijd verantwoord. Meerdere ziekenhuizen en instellingen hebben daarom onder andere patat en kroketten op het menu staan om ondervoeding tegen te gaan. Op krachten blijven is belangrijk !
op en aan tafel
Laat het eten er smakelijk en aantrekkelijk uitzien en lekker ruiken. Oog en neus zorgen voor de helft van het plezier. Gebruik zoveel mogelijk verse producten. Bied mensen op de dag zelf meerdere keuzen uit wat ze graag willen eten. Zo zorg je ervoor dat ze niet alleen met smaak, maar ook voldoende eten.
keuze
bieden
aantrekkelijke maaltijd
Laat mensen als het kan meehelpen met het boodschappen doen en eten klaarmaken. Zoals schoonmaken en snijden van de groenten. En niet te vergeten... proeven. Schakel familie of vrienden in om mee te doen. Een ontspannen manier van op bezoek komen.
meehelpen
ACTIEF ZIJN
Let op ‘kleine’ klachten die pijn veroorzaken of onzeker maken. Deze kunnen een belemmering vormen om iets te ondernemen.
Het geeft voldoening dingen te ondernemen of tot stand te brengen. Zelf actief zijn met en voor anderen zorgt ervoor dat je betrokken blijft. Vaak snijdt het mes aan twee kanten. Door bijvoorbeeld deel te nemen aan een activiteit waar je plezier in hebt leg je makkelijker contact met anderen. Het simpele feit met elkaar te zijn geeft vaak ook voldoening. Iets doen voor een ander geeft een doel om naar toe te werken en brengt struktuur aan in de dagen. Het draagt bij aan het je nuttig voelen, het zin geven aan het bestaan. Iets doen kan ook zijn warmte geven: een arm om iemand heen, een aai over de wang, een hand op een hand. Hoe belangrijk bewegen is voor juist oudere mensen wordt steeds duidelijker. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat regelmatig in beweging zijn niet alleen het lichaam maar ook het brein fit houdt. Het zorgt ervoor dat ons waarnemen, ons denkvermogen en onze herinneringen minder snel achteruitgaan. Ook bij mensen met dementie. Iedere dag een wandeling of wat eenvoudige lichamelijke oefeningen maken dat je langer zelfredzaam blijft en daardoor minder afhankelijk van anderen.
Ga na welke hobby’s of activiteiten iemand deed of nog/weer wil doen. Stimuleer het oppakken van oude of nieuwe activiteiten en steun mensen hierbij.
Wees er attent op dat veel mensen graag iets voor een ander of met elkaar willen doen. Koppel waar mogelijk vraag en aanbod rond iets doen. Voor of met elkaar.
hinder
Stimuleer bewegen. Bijvoorbeeld door wandelen, dansen, tuinieren, huishoudelijke klusjes of sport. Denk ook aan activiteiten om geestelijk actief te blijven zoals spelletjes of muziek maken en luisteren.
iets betekenen voor anderen
Actief zijn houdt je fit van lichaam en geest, geeft bevrediging en vormt een bron van plezier.
hobby’s
activiteiten
bewegen
WOONPLEK Een fijne plek om te wonen is op zichzelf al een bron van Leefplezier. Het speelt tegelijk ook een heel belangrijke rol om Leefplezier op andere levensgebieden mogelijk te maken. Ontwerpen voor Leefplezier richt zich dan ook op een optimale woonomgeving waar ook goed zorg kan worden verleend, niet op een optimale zorgomgeving waar mensen ook goed kunnen wonen. Iedereen heeft behoefte aan een woonplek met een eigen sfeer waarin je je thuis en geborgen voelt, jezelf kunt redden en je leven kunt invullen zoals je dat zelf graag wilt. Als zefstandig wonen niet langer mogelijk is, heeft dat als gevolg dat je samen met anderen moet gaan wonen. Ook dan blijft het verlangen naar een thuis, een eigen woonplek met een eigen sfeer. Net zoals thuis moeten ook in het verpleeg- of verzorgingshuis de woonplek en de directe omgeving zo ontworpen en gebouwd zijn dat je er prettig woont. En dat je jezelf zo goed mogelijk kunt redden. Dit lijkt een open deur, maar is het jammer genoeg niet. Gebreken van de woonplek worden letterlijk en figuurlijk een struikelblok. Hierdoor moet je eerder een beroep doen op de hulp van anderen. Dit is te voorkomen door rekening te houden met de gevaren en obstakels die het zelfstandig en met plezier wonen bedreigen. En door oog te hebben voor mogelijke oplossingen die passen bij de behoeften van afhankelijke ouderen. Dit stelselmatig en tijdig toepassen levert veel winst op in het zelfredzaam wonen. Voor wonen in een zorginstelling is dit niet anders dan thuis.
Wees alert op handige spullen die het leven van alle dag vergemakkelijken. Gebruiksgemak is een groot goed voor mensen die niet meer alles zelf makkelijk kunnen. Het gaat daarbij om alle dingen die we dagelijks gebruiken. Van bestek, kranen, stoelen tot rollators.
comfort
Wees attent op gevaarlijke situaties om ongelukken te voorkomen. Denk aan de mogelijkheden die technologie biedt om de veiligheid te vergroten. Zoals dwaaldetectie en sensortechnologie Laat mensen zo mogelijk eigen spullen meenemen. Heb oog voor de ideeën en suggesties van familie en vrienden. Geef de mensen die er wonen een duidelijke stem bij ontwerp en inrichting.
eigen
leefsfeer
veiligheid
Let erop dat in alle ruimtes altijd een vrije doorgang is, zoals geen drempels, geen spullen die in de weg staan, enzovoort. Zo kan iedereen overal komen, zich vrij bewegen en makkelijk naar binnen en buiten gaan.
obstakelvrij
LEEFPLEZIER ORGANISEREN
LEEFPLEZIER
Steeds meer zorginstellingen hebben als motto: ‘Laat mensen hun leven door leven’ als ze niet langer thuis kunnen blijven wonen. Dit motto vormt de basis voor Leefplezier. Wat is nodig om dit te organiseren?
VISIE VERTALEN NAAR
Thuis bepaal je zelf je doen en laten. Je bepaalt zelf wie je in je huis en je leven toelaat. Je bepaalt zelf de kleuren in je woning, je vloerbedekking, meubels, lampen, gordijnen, enzovoort. De woonomgeving waarbinnen je je goed voelt, het leven dat bij je past, je creëert het allemaal zelf. Bij de overgang van de eigen omgeving naar een zorgomgeving verandert dat. Nu moeten anderen zorgen voor een leefklimaat waarin je zo goed mogelijk je eigen leven kunt leven. En waar je het naar je zin kunt hebben in je nieuwe ‘thuis’.
leefklimaat
woonomgeving
huis/gebouw
cultuur
omgaan met elkaar
In een zorgomgeving bepalen net zoals thuis de woonomgeving samen met de cultuur het leefklimaat. De uitdaging voor het management is ervoor te zorgen elk van de elementen die samen het leefklimaat bepalen zo vorm te geven dat je zo goed mogelijk door kunt gaan met je leven zoals je gewend bent.
werk-leerklimaat
inrichting binnen
buiten
CULTUUR
OMGAAN MET ELKAAR
WERK- EN LEERKLIMAAT
De cultuur binnen de organisatie bepaalt hoeveel ruimte er is voor het kunnen werken vanuit het Leefplezierprincipe. Leefplezier gedijt goed in een klimaat waar durf om dingen anders te doen en het flexibel reageren op wensen en ideeën vrij spel hebben. Waar een gemeenschappelijke visie en ‘wij-gevoel’ een hoofdrol spelen. Waar regels en procedures ondergeschikt zijn aan het streven samen als team en bewoners er het beste van te maken.
Als je ergens binnenkomt ervaar je direct of er een prettige sfeer is. Inrichting, kleuren en licht spelen een grote rol. Maar hoe sfeervol de ruimte ook is, het is er niet meer prettig als er gespannen of ongelukkige mensen in vertoeven.
Verreweg de meeste mensen die in de zorg (gaan) werken doen dat vanuit de motivatie dat ze iets voor anderen willen betekenen. Werken aan Leefplezier is voor hen bevredigend. Het geeft plezier te kunnen doen wat je graag doet en je maakt een ander er gelukkiger mee. Bovendien schept dit de ruimte om een aantal van je meest waardevolle talenten te gebruiken en te ontplooien.
In een dergelijk klimaat inspireren leidinggevenden. Ze zorgen voor ruimte om initiatief te nemen en dit persoonlijk of als team in te vullen. Het is essentieel voor kwaliteit dat je uit kunt gaan van de wensen en behoeften van de ander en dat je de vrijheid hebt hier op eigen wijze op een professionele manier invulling aan te geven. Er samen voor gaan motiveert, inspireert en levert ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. In een beheersgerichte cultuur is Leefplezier moeilijker te realiseren. Hier staan procedures en regels centraal. Leidinggevenden coördineren, organiseren en controleren op geleide hiervan. Dit werkt de voor Leefplezier zo belangrijke persoonlijke benadering van de mensen tegen. Het doet ook geen recht aan de eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit van de hulpverlener.
Hoe mensen met elkaar omgaan, bepaalt in hoge mate de sfeer en heeft daarmee een grote invloed op het Leefplezier. Dit geldt net zo goed voor de bewoners onderling als voor de medewerkers. En vanzelfsprekend tussen bewoners en medewerkers Voor de afhankelijke mensen zijn het de medewerkers die de basis leggen voor een plezierige omgang met elkaar en het voorbeeld geven. Hierbij speelt de heersende organisatiecultuur een hoofdrol. Een cultuur waarin zowel medewerkers als bewoners zich onderling en over en weer gehoord, gerespecteerd en gewaardeerd voelen draagt zonder meer bij aan een ontspannen en prettige sfeer. Medewerkers doen met meer plezier hun werk, bewoners vertonen minder ‘ongewenst’ gedrag. Een open wijze van omgang met elkaar maakt dat familie, vrienden en kennissen meer betrokken zijn en graag op bezoek komen. Niet alleen maar omdat het plicht is.
Zo draagt Leefplezier bij aan een leefklimaat en werkklimaat waar het voor iedereen goed toeven is. Tevreden en blijere zorg- en hulpverleners zorgen voor blije en tevreden mensen. Dit geldt zowel voor professionals als voor vrijwilligers of mantelzorgers. Dit maakt ook dat familie, kennissen en vrijwilligers zich met meer plezier inzetten. Ook leerlingen, stagiaires en het ‘zittend’ personeel gedijen in een dergelijk klimaat. Een klimaat waar Leefplezier en Werkplezier op het eerste plan staan, zorgt voor een veilige en inspirerende leeromgeving die ieder een basishouding en bagage meegeven waar men de hele verdere loopbaan profijt van heeft. Leef-, Werk- en Leerplezier gaan zo hand in hand en versterken elkaar.
WOONOMGEVING Het vertalen van de Leefpleziervisie naar de wijze van wonen binnen een zorginstelling zoals bijvoorbeeld een verpleeghuis draait om een aantal punten waarvan het je er thuisvoelen en het bevorderen van autonomie voorop staan. Het einddoel moet niet een optimale zorgomgeving zijn waar je goed kunt wonen maar een huiselijke en herkenbare woonomgeving waar met plezier geleefd wordt en professionals goed hun werk kunnen doen. Thuisgevoel is belangrijk voor het Leefplezier. Spreekwoorden en gezegden zoals ‘oost west, thuis best’ of ‘zoals het klokje thuis tikt tikt het nergens’ laten zien wat de woning voor iemand betekent om zich plezierig en geborgen te voelen. Om ditzelfde gevoel in een zorgomgeving te krijgen is een aantrekkelijke woonomgeving nodig waar het goed toeven is. Als gebouw en inrichting een huiselijke sfeer en warmte uitstralen, kan iedereen, bewoners, bezoek en medewerkers zich er thuis voelen. Aantrekkelijk en gezellig. Dan komen familie, vrienden of kennissen graag op bezoek. Als ze in en uit kunnen lopen, voelen ze zich eerder betrokken en doen ze mee in de dagelijkse activiteiten. De ervaring leert ook dat ze dan vaker bereid zijn finaciëel of anderszins te helpen opdat hun geliefden of naasten het naar de zin hebben.
Redzaamheid, het zelfstandig kunnen functioneren, is in hoge mate afhankelijk van indeling en inrichting. Het is niet genoeg dat er zo min mogelijk bouwkundige en ruimtelijke belemmeringen zijn die de bewegingsvrijheid beperken of onveilige situaties die tot ongelukken kunnen leiden. Denk ook aan oplossingen die het zelf kunnen doen actief stimuleren. Van doelgericht gebruik van licht, kleuren en materialen tot duidelijke herkenningspunten, looproutes en inzet van ondersteunende technologie. Voor zowel mensen met lichamelijke als mensen met geestelijke beperkingen. Mensen zijn voortdurend in interactie met hun omgeving. Om te kunnen snappen waar je bent en waar je langs moet om te komen waar je wilt zijn, hebben bewoners een woonomgeving nodig die makkelijk te begrijpen is. Groen en planten in en rondom het gebouw zijn aantrekkelijk voor oud en jong. Samen met vogels en andere dieren vormt het letterlijk een buitenwereld. Vrije toegang, begaanbare paden, bankjes en stoelen nodigen uit om samen te wandelen en te praten. Het nodigt uit tot buiten werkjes doen en tot ongedwongen contact. Veel mensen floreren bij een dagelijkse portie buitenlucht.
Gezondheidswinst koppelen (nog) niet veel mensen aan een verblijf in het verpleeg- of verzorgingshuis. Toch liggen ook hier voldoende mogelijkheden om de gezondheid te verbeteren of achteruitgang te vertragen. Een plezierige woonsituatie speelt daarbij een belangrijke rol. Veel kunnen bewegen of actief bezig zijn met dingen die je graag doet, dragen net zo als je prettig voelen en het naar je zin hebben bij aan een betere lichamelijke en geestelijke conditie. Het negatief welbevinden vermindert en daarmee het beroep op medicatie en zorghandelingen. Werkomgeving staat weliswaar niet voorop maar is daarom niet minder belangrijk. Primair de indeling en inrichting richten op de bewoners hoeft niet strijdig te zijn met een goede werkomgeving voor de hulpverlener. Het vraagt wel om gerichte aandacht en bewuste keuzes met de Leefpleziervisie als basis.
Op de pagina hiernaast een impressie hoe in het verpleeghuis Hogewey het thuisgevoel door een aantrekkelijke en herkenbare woonomgeving zowel voor bewoners als bezoekers vorm heeft gekregen.
staat geen stempel op
REGELBIJWERKINGEN De zorg kent op allerlei terreinen een groot aantal regels en voorschriften. Regels over werkwijze, over wat wel en niet mag, over financiering, over rapportage, enzovoort. Veelal zijn hieraan systemen gekoppeld van verantwoording en controle. Bij overtreding of onvoldoende inspanning volgen sancties zoals een boete. Doordat meerdere bij de zorg betrokken partijen onafhankelijk van elkaar regels uitvaardigen met eigen controlemechanismen is een regelwoud ontstaan waar het moeilijk is door de bomen het bos te zien. Dit heeft allerlei onbedoelde effecten tot gevolg, zoals bijvoorbeeld: • door de toenemende complexiteit ontstaat onzekerheid of het ‘wel mag’ zodat, ook als iets wenselijk is, het niet gebeurt uit angst voor represailles; • regels betekenen vaak extra werk met als gevolg meer kosten en/of minder tijd om aan de zorg te besteden; • regels worden bepalend voor het handelen, de regel is niet langer een instrument: het naleven van de regel wordt een doel op zich en verdringt het eigen initiatief en het op maat inspelen op vragen en behoeften van de mensen. Hierdoor kunnen regels onbedoeld Leefplezier en Werkplezier in de weg staan.
Regels hebben dus net als geneesmiddelen bijwerkingen. Zoals geneesmiddelen ingrijpen op processen in het lichaam grijpen regels in op processen in de zorg. Door de ernst van de bijwerkingen kunnen de positief bedoelde effecten van een regel in meer of mindere mate teniet worden gedaan. Bij geneesmiddelen worden de bijwerkingen nauwgezet in kaart gebracht. Voor regels in de zorg is dat ook wenselijk. Delen van de ervaringen om er met elkaar van te leren kan ook voor regelbijwerkingen winst voor alle partijen opleveren. ‘Mens durf te leven’ geldt voor iedere levensfase. Dat daarbij enig risico bestaat dat er ook wel eens iets mis kan gaan, hoort erbij. Niet alles kan altijd voorkomen worden. Dit gezamenlijk onder ogen zien en hier open over communiceren met een ieder die betrokken is, geeft begrip voor wat een regel voor gevolgen heeft en ruimte om het een ieder naar de zin te maken. Enkele voorbeelden uit de praktijk De landelijke hygiënerichtlijn wordt aangescherpt. Iedereen in het verpleeghuis die met bewoners in aanraking komt, mag geen sieraden dragen. Ook de dames die al tien jaar als vrijwilliger het winkeltje runnen en goede contacten met de bewoners hebben.
Een van de dames is helemaal van de kaart dat zij ook de trouwring van haar overleden echtgenoot af moet doen. Zij voelt dat als verraad. Met als resultaat dat: • beide dames besluiten te stoppen en een zinvolle en dankbare bezigheid verliezen; • de bewoners hun vertrouwde contacten missen; • het de organisatie tijd en geld kost om vervanging te vinden; • een aantal medewerkers flink gefrustreerd is door de gang van zaken. Op initiatief van de vakbond mogen niet langer nuluurscontracten worden afgesloten. Medewerkers die al jaren regelmatig en soms tientallen uren per week tot ieders tevredenheid worden ingezet weigeren een vast contract. Zij hechten aan de flexibiliteit en vrijheid ook al maken zij er maar spaarzaam gebruik van. Het resultaat is dat: • nieuw personeel niet snel te vinden is en een uitzendbureau ingeschakeld wordt; • de bewoners de vertrouwde gezichten inruilen voor steeds wisselend personeel; • de organisatie van het werk complexer en duurder is geworden. Ook het voorbeeld van de verse eitjes op de volgende pagina komt uit de praktijk. Na veel overleg kwam het toch nog goed.
is dit wel verantwoord ??
mag dit wel ???
straks een vers eitje Lekker.... straks krijgen we een hoge boete of als iemand ziek wordt... kamervragen heerlijk....
is de minister op de hoogte ?? net als vroeger thuis... ik eet al tachtig jaar verse eitjes
vers eitje moet wel kunnen
LEEFPLEZIER geeft TRIPLE W Leefplezier realiseren in de organisatie heeft positieve effecten voor bewoners en medewerkers. Het vraagt visie en organisatievermogen, niet extra geld. Integendeel, allerlei voorbeelden in het land laten zien dat door te werken vanuit het Leefplezierprincipe voor bewoners, medewerkers en organisatie winst is te boeken terwijl de kosten verminderen. Dit maakt het mogelijk met hetzelfde budget meer te doen. Een van de problemen rond kosten is dat we er met een fragmentarische blik naar kijken. Het zorgsysteem wordt niet als totaal gezien. Daardoor blijft vaak de samenhang tussen kosten aan de ene kant en besparingen aan de andere kant onduidelijk. Het zit hem veelal in op het eerste gezicht ‘kleine’ dingen met soms grote gevolgen. Een voorbeeld: een nieuw hoofd op de behandelafdeling van een verpleeghuis valt het op dat de kleren van nieuwe bewoners na enige tijd om hun lichaam slobberen. Iedereen vermagert. Op de vraag of dit de behandelaars en verzorgenden ook opvalt is het antwoord: dit hoort bij het ziektebeeld. Zij vindt dit vreemd. Nieuwe bewoners in de kleinschalige opvang vermageren niet. Hier wordt zelf gekookt en met de bewoners afgestemd wat zij willen eten. Het eten op de behandelafdeling komt uit de centrale keuken en veel bewoners vinden dit niet lekker. Voor lekkers bij de koffie en thee is geen geld. Bij vermagering wordt een energierijke voedingsdrank voorgeschreven die velen niet opdrinken. Met als resultaat ondervoede en ontevreden bewoners, weggegooid eten en 26.000 euro extra per jaar aan vloeibare voeding.
Leefplezier: winst voor de bewoners Steevast werken aan de hand van de Hartenroos van Leefplezier zorgt voor gezondheidswinst en mensen die gelukkiger, langer fit en zelfredzaam blijven. Ook de organisatie wint hierbij. Minder beroep op zorg, hulp en behandeling, minder gebruik van medicijnen, minder kosten. Bijvoorbeeld: • jezelf kunnen zijn en fijne contacten dragen bij aan minder somberheid en depressie; • actief zijn en goed rusten helpen je langer fit te blijven en jezelf beter te kunnen redden; • goed eten kan ondervoeding en daarmee gezondheidsproblemen voorkomen; • een veilige, stimulerende woonplek zorgt voor meer zelf kunnen doen en minder ongelukken. Een tevreden bewoner betekent ook tevreden familieleden, vrienden en kennissen. Die hierdoor eerder bereid zijn tot participatie, zowel persoonlijk als financieel. Het vertaalt zich ook in imagowinst en betere marktpositie voor de instelling. Werkplezier: winst voor de medewerkers Naast tevreden en gemotiveerde medewerkers leidt Werkplezier ook tot winst voor de bewoners en de organisatie door minder ziekteverzuim en weinig verloop, dus meer continuïteit. Dit betekent • meer ruimte om een relatie op te kunnen bouwen met de bewoners en voor dezen: ‘vertrouwde gezichten’; • een effectievere zorgverlening en minder geregel rond beheersing en controle; • minder complexiteit, stijgende productiviteit.
Meer kwaliteit, minder kosten: winst voor de organisatie Minder complexiteit voorkomt fouten die inherent zijn aan de complexiteit. Hierdoor kan de regeldrukte afnemen. Minder regeldrukte vergroot niet alleen het werkplezier, het aantal medewerkers dat zich met sturing, beheersing en controle bezighoudt, kan hierdoor ook afnemen. Een en ander hoeft niet ten koste te gaan van een professionele organisatie met een goede kwaliteit in zorg- en dienstverlening. In tegendeel. Dit effect wordt nog ingrijpender als financiers, overheid en organisaties zelf hun controle- en regelhonger in bedwang weten te houden. De positieve opbrengsten van werken vanuit het Leefplezierprincipe gaan tegelijkertijd gepaard met minder kosten. Bijvoorbeeld: • minder medicijn- en behandelkosten; • minder ziekteverzuim en verloop; • minder vervangingskosten en minder regeldrukte rond vervanging; • minder opleidingskosten nieuw personeel; • minder wervings- en selectiekosten; • minder coördinatie- en managementkosten door minder complexiteit en regeldruk. Drie maal winst is Triple W. Winst aan Leefplezier, Winst aan Werkplezier en Winst door minder organisatie- en zorgkosten. Wat Triple A is voor een bank, is Triple W voor een zorginstelling.
LEEFPLEZIERPRINCIPE
meer
minder
Leefplezier
kosten medicatie/ behandeling
Werkplezier
kosten personeel
Leerplezier
kosten organisatie
ACHTERLIGGENDE THEORIE Het denken over Leefplezier in dit boekje bouwt voort op inzichten die vorm hebben gekregen in de Sociale Productie Functie Theorie. Bij deze theorie staat het begrip welbevinden centraal. We gebruiken in dit boekje in plaats van welbevinden het begrip Leefplezier. Belangrijk binnen de theorie zijn een aantal uitgangspunten: • alle mensen hebben behoefte aan welbevinden (lees Leefplezier); • daartoe streven ze gedurende hun hele leven doelen na waarvan zij welbevinden verwachten; • welbevinden is opgebouwd rond meerdere doelen op zowel lichamelijk als sociaal vlak; • het belang van deze doelen voor iemand kan veranderen in de verschillende levensfasen en wanneer situaties veranderen; • verlies op het gebied van een bepaald doel kan gecompenseerd worden doordat een ander doel in belang toeneemt. In dit boekje zijn de verschillende doelen uit de theorie vertaald naar de wensen en behoeften in het leven van alledag binnen de zeven levensgebieden. Hieronder geven we een kort overzicht van de hoofdlijnen van de Sociale Productie Functie Theorie. We houden in grote lijnen de terminologie aan die binnen de theorie wordt gebruikt. Alle mensen streven voor hun Leefplezier twee algemene behoeften na: fysiek welbevinden en sociaal welbevinden. Daarvoor richt ieder zich op doelen waarvan ze verwachten dat deze kunnen bijdragen aan hun welbevinden. Iedereen doet dat ook op eigen wijze en gebruikt daarbij allerlei hulpbronnen. Deze hulpbronnen, zoals geld, tijd, vaardigheden en het sociaal netwerk, spelen een belangrijke rol bij het realiseren van de gestelde doelen. En in het verlengde hiervan het ervaren van welbevinden/ Leefplezier als resultaat.
Fysiek of lichamelijk welbevinden kun je langs twee verschillende wegen bereiken: • Stimulatie. Dit staat voor het doen van activiteiten die een goed en plezierig gevoel geven. Dit omvat een aantal heel verschillende zaken van bijvoorbeeld studie, lezen en film kijken tot lichamelijke inspanning en aangeraakt worden; • Comfort. Dit omvat twee aspecten: intern en extern comfort. Extern comfort ervaar je wanneer je leefomstandigheden plezierig en veilig zijn. Denk bijvoorbeeld aan een woning waar je prettig woont of een leefomgeving waar je je goed en veilig voelt. Intern comfort ervaar je wanneer je geen dorst, honger of pijn hebt of niet vermoeid bent. Als door bijvoorbeeld functieverlies of pijn het moeilijk of onmogelijk is om intern comfort te bereiken leidt dat tot negatief welbevinden. Veel van de medische en verpleegkundige activiteiten zijn er op gericht dit negatief welbevinden te verminderen of op te heffen. Dit geeft op zich geen welbevinden, het haalt wel een drempel voor activiteiten weg. Sociaal welbevinden bereik je via drie verschillende wegen: • Affectie. Dit omvat liefde, vriendschap en emotionele ondersteuning. Deze kun je vinden in zorgzame, intieme, familie- en vriendschappelijke relaties; • Gedragsbevestiging. Hierbij gaat het erom of je in de ogen van belangrijke anderen ‘het goede’ hebt gedaan; • Status. Dit heeft te maken met je plaats op de sociale ladder. Bijvoorbeeld of je werkt, wat voor soort werk je doet en hoeveel je daarmee verdient. Maar ook of en welk vrijwilligerswerk je doet. Wanneer je een doel door omstandigheden niet meer kunt bereiken kun je dat voor een deel compenseren door je te richten op de andere doelen.
Hulpbronnen
Alternatieven zoeken
Je gebruikt twee soorten hulpbronnen bij het nastreven van je doelen om uiteindelijk fysiek en sociaal welbevinden oftewel Leefplezier te ervaren: • Actieve hulpbronnen. Dit zijn de hulpbronnen die je in het hier en nu gebruikt. Bijvoorbeeld je kennis en vaardigheden om je werk te doen. Of geld om het lidmaatschap van je sportvereniging te betalen, zodat je voldoende beweging en contacten hebt. • Latente hulpbronnen. Deze zijn vergelijkbaar met krediet of spaargeld. Je hebt iets achter de hand, een niet materieel tegoed. Verandert er iets in je situatie dan kun je hier een beroep op doen. Bijvoorbeeld wanneer je partner overlijdt, kun je je meer gaan richten op andere relaties in je sociale netwerk die je tot dan toe minder actief onderhouden hebt. Door meer contact te zoeken met familie en vrienden kun je een deel van het verlies aan affectie terugkrijgen.
Het verlies van een bepaalde mogelijkheid om welbevinden oftewel Leefplezier te bereiken, kan je ongedaan proberen te maken door andere mogelijkheden te gebruiken. In de theorie heet dit compenseren.
Veel hulpbronnen kunnen worden gebruikt om meerdere doelen te bereiken. Geld betekent vaak meer status, het maakt het ook mogelijk dat je allerlei activiteiten kunt ondernemen om andere doelen te bereiken. Hetzelfde geldt voor fysiek fit zijn; belangrijk om allerlei activiteiten uit te kunnen voeren. De belangrijkste bron van Leefplezier komt voort uit wat er tussen mensen gebeurt, juist bij mensen met weinig mogelijkheden.
ervaren welbevinden (Leefplezier)
sociaal welbevinden
fysiek welbevinden
stimulatie
comfort
Sport Seks Bewegen Aangeraakt worden Eten / drinken Muziek Lezen Film kijken
Prettige omgeving Veilige omgeving Afwezigheid van • functieverlies* • pijn* • fysiologische behoeften*
* belanrijke oorzaken van negatief welbevinden
affectie
Partner, kinderen Sociaal netwerk Ontvangen van • liefde • vriendschap • tederheid • steun • aandacht
gedragsbevestiging
Waardering ervaren voor wie je bent en wat je doet Zingeving Iets voor anderen betekenen
status
Macht Kennis Functie Vaardigheid Geld
Zo worden bijvoorbeeld door de veranderingen bij het ouder worden actief zijn en status minder makkelijk te bereiken en worden zingeving en affectie belangrijke doelen voor ouderen om na te streven. Of wanneer je door een beperking minder goed in staat bent bepaalde fysieke activiteiten uit te voeren, kun je alternatieve activiteiten ondernemen, zoals lezen, tv kijken, muziek luisteren of telefoneren, mailen en skypen met familie en vrienden. Het vinden van alternatieve mogelijkheden is makkelijker als je over veel hulpbronnen beschikt. Als we bepaalde mogelijkheden voor het ervaren van fysiek en sociaal welbevinden verliezen, hoeft dit niet te betekenen dat we minder Leefplezier ervaren. Je kunt dan alternatieven oppakken. Soms is het verlies van mogelijkheden zo ernstig dat je het nauwelijks of niet kunt compenseren. Uiteindelijk zul je dan wel minder Leefplezier ervaren. Het zoveel mogelijk tegengaan van bijvoorbeeld pijn en functieverlies die het ondernemen van allerlei activiteiten bemoeilijken, is samen met het stimuleren van wat lichamelijk en geestelijk mogelijk is daarom zo belangrijk.
Colofon Dit inspiratieboekje is tot stand gekomen op initiatief van de Stichting Bouwen aan Leefbaarheid. tekst en vormgeving: Egbert Bosma Leontien Giezen-Biegstraaten illustraties: polspaperpoems/www.polwijnberg.com drukwerk: Drukkerij Tienkamp, Groningen productie: MooiePlatenMakers, Stitswerd Foto’s in volgorde van publicatie: Vivium, still uit de Teledoc: 69 liefde seks senior, VPRO/Zuidenwind Filmprodukties, MooiePlatenMakers, MooiePlatenMakers, Anita Kuylen, Ellen Kruyt, Vivium, Vivium, Vivium, Vivium, Vivium, MooiePlatenMakers, MooiePlatenMakers, Vivium, MooiePlatenMakers, MooiePlatenMakers, MooiePlatenMakers, MooiePlatenMakers, Eric de Keizer*. Met dank aan : Yvonne van Amerongen, Annet, Nanette Baker, Anne Heleen Bijl, Arie Boer, Danielle Chauvelot, Mariëlle Cuijpers, Sanne van de Graaf, Marga van den Heuvel, Gerni Luttikhuis, *Mario van Megen: performance-kunstenaar, Miranda, Leanne Nobel-Giezen, Kees en Atie Olff, Joris Slaets, Jannette Spiering, Lutgarde Vanvuchelen, Wilma Iwema, Diesje Zwart. Dit boekje is als PDF beschikbaar via: www.leefplezier.nl www.bouwenaanleefbaarheid.nl Hier kunt u naast meer informatie en praktijkvoorbeelden tevens het eerste inspiratieboekje Leefplezier vinden. april 2015
HARTENDRAAIMOLEN VOOR OMATIEN Chloë 6 jaar