LEEFBAARHEIDSAGENDA TULL EN ‘T WAAL
Gemeente Houten, 5 januari 2010
Ons dorp van ons hart Als je 's morgens buiten stilletjes je ogen sluit, en je ziel zachtjes in de velden laat glijden, bij het vroege heldere klokkengeluid, en het dagelijks gewoel nog even wil mijden. Weet dan dat er niks zo zalig is, om hier geboren en getogen te zijn, zonder al te veel druk stadsgemis, in een dorp vol liefde, respect en welzijn. Tull en ‘t Waal het dorp van m'n hart, ja het is iets apart, dat dorp van ons hart. Bewerking van het gedicht ‘Ons dorp van ons hart Oosteeklo’ van Vanessa Dessein
‘Bakstenen kun je tellen, leefbaarheid niet’. (Vermeulen, ex-wethouder van Rotterdam)
2
1. Een leefbaarheidsagenda voor Tull en ’t Waal Inleiding ‘En langs het tuinpad van mijn vader Zag ik de hoge bomen staan Ik was een kind, hoe kon ik weten Dat dat voorgoed voorbij zou gaan…’ Deze tekst van Wim Sonneveld uit het lied ‘Het dorp’ is voor sommige dorpen in Nederland helaas al realiteit geworden, door verstedelijking, door schaalvergroting in voorzieningen, door vergrijzing/ontvolking… Gelukkig zijn de belangstelling en de waardering voor het platteland en de kleine kernen de laatste jaren toegenomen, zowel bij de overheid als bij de Nederlander (bron: Het platteland van alle Nederlanders, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2008). Ook in de gemeente Houten leeft het onderwerp sterk. Het grote buitengebied van Houten heeft drie kleine kernen. In de Ruimtelijke Visie Houten 2015 (april 2005) is leefbaarheid van kleine kernen op de politieke agenda terechtgekomen. In het collegeprogramma 2006-2010 is het een van de speerpunten: ‘samen met de inwoners van de dorpen wil het college aan de slag met dorpsvisies’. Voor Schalkwijk is al een leefbaarheidsplan opgesteld. Nu is het de beurt aan Tull en ’t Waal. Dit past ook goed in de hele gebiedsontwikkeling rond het Eiland van Schalkwijk, waar zowel Schalkwijk als Tull en ‘t Waal deel van uitmaken. Bij de bewoners uit Tull en ’t Waal bestaat eveneens de behoefte de leefbaarheid onder de loep te nemen. In de afgelopen jaren hebben bewoners dit al geuit richting gemeente in relatie tot de gewenste woningbouw in het dorp en het behoud van de dorpsschool. Ook tijdens het opstellen van het leefbaarheidsplan Schalkwijk kwamen deze signalen uit Tull en ’t Waal. Men gaf aan graag een eigen plan te maken. Nu ligt voor: de leefbaarheidsagenda voor Tull en ’t Waal. Deze is in gezamenlijkheid met het dorp tot stand gekomen. Doelen leefbaarheidsagenda • Voorop staat het inhoudelijk doel van de instandhouding en versterking van de leefbaarheid en de sociaal-economische vitaliteit van het dorp. Aan deze begrippen is samen met de bewoners inhoud gegeven in deze agenda. • Een tweede doel is het proces van ontmoeting en dialoog: in het dorp zelf en tussen dorp, gemeente en andere partijen. De agenda is op interactieve wijze opgesteld. • Een derde doel is politieke en beleidsmatige agendering van een leefbaar Tull en ’t Waal. De agenda is hiervoor een voertuig. Resultaat De leefbaarheidsagenda bevat thema’s en vraagstukken die moeten worden opgepakt. Het is een breed gedragen agenda: • het is de agenda van de bewoners zelf, • de agenda is vastgesteld door het college van B&W van Houten, • derde partijen zijn erbij betrokken. In de thema’s zit een zekere prioritering. Er zijn aandachtspunten voor de wat langere termijn en er is een aantal zaken en projecten dat op de korte termijn kan worden uitgevoerd. Er is reëel zicht op uitvoering. Sommige punten zullen ook meegenomen worden in de gebiedsontwikkeling voor het hele Eiland van Schalkwijk. 3
Het gaat om een agenda en niet om een plan. Dat heeft te maken met de relatief korte periode waarin de agenda tot stand is gekomen. In Tull en ’t Waal is, bijvoorbeeld ten opzichte van Schalkwijk, meer direct gefocust op thematiek en problematiek en vooral de aanpak en uitvoering ervan. In korte tijd is er veel werk verricht en is er vorm en inhoud gegeven aan de eerste twee doelen. Het proces van een gezamenlijke leefbaarheidsagenda is een belangrijke basis waarvan uit verder zal worden gewerkt. Het traject rond de leefbaarheid in Tull en ’t Waal loopt door in de nieuwe collegeperiode.1 De agenda zal deel uitmaken van het overdrachtsdocument voor het nieuwe gemeentebestuur. Twee dorpen In feite bestaat Tull en ’t Waal van oudsher uit twee dorpen: het westelijk gelegen ’t Waal (met de kerk en het dorpshart) en Tull (Molenbuurt en oostelijk stukje Waalseweg).2 De twee kernen hebben niet zo veel met elkaar. Tull is gericht op Schalkwijk, ’t Waal is meer gericht op Nieuwegein. Tussen de kernen ligt een lange weg (Waalseweg), wat de verbinding tussen de twee ook niet bevordert. Deze agenda is evenwel voor heel Tull en ’t Waal opgesteld. Bewoners uit beide kernen hebben hun bijdragen geleverd. Bewoners willen ook meer verbinding tussen de kernen. Interactieve aanpak De agenda is tot stand gekomen via een interactief proces dat een paar maanden heeft geduurd. De hieruit verkregen input is in de hele agenda verwerkt. • Er is een aantal interviews gehouden met ‘sleutelpersonen’. Zo is er gesproken met het ouderenwerk in het dorp, met een leerkracht van de school, met de predikant van de kerk, met een inwoner uit Molenbuurt en met een groepje inwoners uit ’t Waal. • Er is een dorpsbrede enquête gehouden. De respons was 25%. Dit is niet een hele hoge score, maar absoluut gezien leverden de 66 ingevulde enquêtes een schat aan informatie op. • Er is een leefbaarheidsavond gehouden op 1 juli 2009. Op deze avond zijn de hoofdthema’s voor de agenda geformuleerd. • Ook zijn op 1 juli twee bewonerswerkgroepen geformeerd: een voor verkeer en een voor recreatie. In deze werkgroepen zijn beide thema’s voor de agenda uitgewerkt. Gemeente en een derde partij (i.c. politie bij verkeer) maakten ook deel uit van de werkgroepen. • Op de dorpsmarkt op 5 september 2009 zijn bij de gemeentelijke stand ook diverse punten voor de leefbaarheidsagenda aangedragen. • Voor het onderwerp sociale samenhang, welzijn en voorzieningen (kortweg: samenleving) is een drietal keukentafelgesprekken geweest met wisselende samenstelling van bewoners. Ook het opbouwwerk (SWOH) was hierbij betrokken. Langs deze weg is aan dit thema handen en voeten gegeven. • Er is een keukentafelgesprek geweest over het thema verkeer op het oostelijke deel van de Waalseweg. • Inbreng van derde partijen is vooral gebeurd via de werkgroepen en in een bijeenkomst van ‘buitengebied voor elkaar’. Hierin zitten: Viveste, politie, de SWOH en de gemeente. • Op 9 december 2009 is de leefbaarheidsagenda besproken op een bewonersavond. Input van deze avond is in dit document verwerkt. 1 2
De gemeenteraadsverkiezingen zijn in maart 2010. De literatuur is niet eenduidig over waar Tull is ontstaan en waar het nu ligt.
4
Leeswijzer: analyse dorp, thema verkeer, thema recreatie, thema samenleving, vervolg.
5
2. Het dorp Tull en ‘t Waal Inleiding Een groot deel van deze analyse komt uit de totale input vanuit het interactief proces. Er wordt nog even apart ook stilgestaan bij de enquête. Deze paragraaf eindigt met de problemen en vraagstukken die moeten worden aangepakt. De inhoudelijke input bij deze vraagstukken is te lezen bij de thematische paragrafen hierna. Feiten over het dorp Per 1 januari 2009 telt Tull en ’t Waal 660 inwoners en 255 woningen. Ter vergelijking: in Schalkwijk bedraagt het aantal inwoners dan 1940 en het aantal woningen 675. In ’t Goy gaat het om 630 inwoners en 225 huizen. De bevolkingsopbouw van Tull en ’t Waal ziet er als volgt uit: 0 tot 15 jaar 15 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar en ouder
18% 10% 21% 37% 14%.
De groep van 45 tot 65 jaar is in de meerderheid, de tieners/jongvolwassenen zijn in de minderheid. De bevolkingsopbouw neigt naar vergrijzing. De bevolkingsprognoses voor Tull en ’t Waal voor de komende 15 jaar bevestigen dit beeld (Companen, 2009). In de prognose is overigens uitgegaan van de huidige voorzieningen en de bestaande woningvoorraad. Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd bedraagt 65, het aantal kinderen dat naar de peuterspeelzaal gaat bedraagt 15. Op het moment (1 oktober 2009) gaan 25 kinderen naar de basisschool in het dorp (Het Mozaïek). De kritieke grens van ‘bestaansrecht’ van een school bedraagt 23. De toekomstige bevolkingsopbouw is wat dit betreft niet rooskleurig. De kerk in ’t Waal (PKN) heeft op papier ca. 200-250 leden. Er zijn ook leden van buiten het dorp. Een gemiddelde zondagse dienst trekt 50 mensen en op hoogtijdagen 150. Er wordt samengewerkt met de PKN-kerk in Schalkwijk. Wat betreft werkgelegenheid gaat het in Tull en ’t Waal om 29 agrarische hoofdbedrijven en 59 niet-agrarische werkgevers. Deze laatste groep is breed en bevat een diversiteit aan bedrijven, kleine zelfstandigen en ook werkgevers als school en kerk. Korte kenschets van het dorp Veel mensen wonen graag in Tull en ’t Waal vanwege de rust, de ruimte en de mooie omgeving/het fraaie landschap. En toch zit je centraal in het land en dicht bij de stad. Letterlijk citaat van een inwoner: ‘landelijk wonen met de Domtoren in de achtertuin’. Ook wordt de sociale binding en de onderlinge solidariteit op prijs gesteld. Men weet elkaar te vinden, zeker in de eigen kern. De sociale binding tussen Tull/Molenbuurt en ’t Waal is gering. Dit is van oudsher zo. Dit heeft onder meer te maken met de geografie: twee kernen die ver uit elkaar liggen met een
6
lange weg ertussen en een lintvormige bebouwing. In ’t Waal is er een sterke oriëntatie op Nieuwegein (Vreeswijk), in Tull meer op Schalkwijk en Houten. Hoewel de verzuiling tegenwoordig minder een rol speelt, zal toch ook meespelen dat Tull van oudsher rooms-katholiek is en ’t Waal protestant. Tull/Molenbuurt is gebouwd in de jaren ’60. Nog ongeveer de helft van de oorspronkelijke bewoners woont er. Het is een vergrijsde buurt. Mensen trekken wel samen op. Er staan twee oude schooltjes in de kern. Dit zijn karakteristieke panden. In ’t Waal is een dorpskern bij de kerk. De kerk en de oude pastorie zijn karakteristieke gebouwen. Dorpshuis ’t Gebouw staat hier ook. Hier zijn af en toe dorpsactiviteiten. In september 2009 zijn tussen Strijpweg en Kerkebogerd 25 nieuwbouwwoningen opgeleverd. Het zijn in meerderheid eengezinswoningen in diverse prijsklassen. De komende jaren zullen nog twee fasen nieuwbouw volgen (fase 2 met 15 woningen, na 2010; fase 3 met 25 woningen, na 2015). Er zijn in het dorp weinig voorzieningen. Men accepteert dit over het algemeen als een ‘gegeven’ en gaat voor voorzieningen naar elders. Veel mensen hebben een auto. Nieuwegein, Houten en ook Utrecht zijn met de auto makkelijk bereikbaar. Voor minder mobiele mensen is er een boodschappenservice. Basisvoorzieningen van een kleine kern als kerk, school, een dorpshuis en een paar actieve verenigingen zijn nog voorhanden. Als deze zouden wegvallen, dan wordt het wel heel schraal in het dorp, aldus velen. Enquête Hier volgt een samenvatting van de uitkomsten van de enquête. Een uitgebreidere rapportage is te verkrijgen als bijlage bij deze leefbaarheidsagenda. De oriëntatie van mensen op Nieuwegein of Houten is evident. Schalkwijk wordt -als goede derde- genoemd voor boodschappen en sport. Mensen is gevraagd een aantal zaken te beoordelen. Hier komt het resultaat: • De leefbaarheid in het algemeen: 2/3 van de mensen vindt deze goed. • Wonen: verreweg de meeste mensen kiezen voor goed. • Een passende woning vinden scoort matig bij ruim de helft. Er is behoefte aan betaalbare, minder dure koopwoningen en huurwoningen, geredeneerd vanuit de eigen bevolking (vooral starters, jongeren en senioren). • Sociale contacten vindt men over het algemeen voldoende tot goed. Het verenigingsleven scoort minder, omdat er zo weinig is. Wat er wel is aan bestaande verenigingen, wordt overigens wel gewaardeerd. • Basisvoorzieningen zoals school, dorpshuis en kerk scoren neutraal tot voldoende. De onzekerheid rond de school geeft geen prettig gevoel. Ook wordt er soms getwijfeld aan de kwaliteit. De activiteiten in het dorpshuis vindt men eenzijdig op ouderen gericht. Mensen schrijven ook, dat als je geen kinderen hebt en ook niet naar de kerk gaat, dat er dan weinig contactmogelijkheden zijn in het dorp. • Speelplekken: ook hier een score van neutraal tot voldoende. De kwantiteit is niet zozeer het probleem, wel de kwaliteit: verouderd en niet uitdagend. • Kinderopvang scoort slecht, omdat het er niet is. Maar daar is wel begrip voor, omdat zo’n voorziening met een gering aantal kinderen niet rendabel te krijgen is. • Recreatie dicht bij huis: 2/3 van de mensen vindt dit goed.
7
•
Bereikbaarheid: met de auto is die goed, met het openbaar vervoer slecht. Dit verbaast niet, omdat er geen openbaar vervoer naar het dorp rijdt, behalve een beltaxi.
Opvallend is dat bijna de helft van de mensen geen mening heeft over de gebiedsontwikkeling Eiland van Schalkwijk. Van degenen die er wel een mening over hebben, vindt ruim de helft de ontwikkelingen positief. De anderen zijn bang voor meer drukte en massarecreatie. De top 3 van problemen uit de enquête bedraagt: 1 Te hoge snelheid van het verkeer; 2 Sluipverkeer; 3 Gemis aan voorzieningen: winkel(tje), openbaar vervoer en straks de school. De top 3 van wensen is deels een afspiegeling van de problemen: 1 Aanpakken verkeer; 2 Behoud van natuur en landschap en landbouw; 3 Winkeltje. Woningbouw werd meer genoemd dan de nummers 2 en 3, alleen was hier de wens heel divers. Die varieerde van geen woningbouw tot woningbouw voor specifieke, ook uiteenlopende doelgroepen. Opvallend is dat in de gesprekken en op de avonden dit onderwerp nauwelijks aan de orde kwam. In de enquête is er specifiek naar gevraagd. De belangrijkste vraagstukken/problemen Vanuit de totale input komen we tot de volgende vraagstukken/problemen: •
•
•
Verkeersoverlast: deze staat absoluut op nummer 1. Overal werd dit genoemd of geschreven. Het probleem bevat meerdere aspecten: snelheid, sluipverkeer, slechte bermen, trillingen door zwaar verkeer, geluidsoverlast. Dit alles geldt zowel voor de Waalseweg als de Lekdijk. Recreatie: hierbij gaat het om de lage kwaliteit van bestaande voorzieningen, zoals de dagrecreatieve terreinen bij de Lek, de ontoegankelijke boomgaard aan de Waalseweg, het Elpad dat moet worden opgeknapt en het gebrek aan ommetjes in de buurt van de twee kernen. Voorzieningen: het voortbestaan van de school is een permanente bron van zorg in het dorp. Het is ook de vraag hoe lang de stichting Fluenta, waaronder de school valt, de lasten van deze school nog kan dragen. Voorts is genoemd het gemis van een winkeltje en/of een ontmoetingsplek.
Opvallend is dat het onderwerp recreatie niet uit de enquête naar voren komt als vraagstuk, maar wel uit gesprekken en avonden. In het hiernavolgende worden de verschillende thematische blokken verder uitgewerkt. Ieder blok begint met input uit Tull en ’t Waal. Dan volgen aandachtspunten voor de komende jaren en activiteiten die in 2010 opgepakt kunnen worden. Deze activiteiten hebben een hoge realiseringskans vanuit de gemeente gezien.
8
3. Verkeer Analyse input uit het dorp Een groot deel van de input komt van de werkgroep verkeer. 1 Alomvattend knelpunt De verkeersproblematiek in en nabij het dorp wordt van alle kanten duidelijk gemaakt. Deze bevat meerdere aspecten, waarvan de hoge snelheid van het verkeer en het doorgaand verkeer het meest worden genoemd als probleem. Maar het gaat volgens de bewoners ook om te weinig handhaving, slechte bermen, geluidsoverlast en trillingen. Het speelt in het hele dorp. Diverse malen is geconstateerd dat de verkeersproblematiek een integraal probleem is. ‘Als je ergens het verkeer afknijpt, dan neemt het op een andere plek toe.’ De ontwikkelingen op het Eiland van Schalkwijk zijn in dit verband ook relevant. Men is bang voor toename van de verkeersdruk, zeker als er voorzieningen bijkomen, bijvoorbeeld op het gebied van recreatie en toerisme. De Kanaaldijk-zuid wordt een aantal malen als optie genoemd om het gebied te ontsluiten en de rest van het gebied te ontlasten. 2 Toename autoverkeer en toename hardrijders Vanwege de nieuwe aansluiting op de A27 bij Het Klooster (Nieuwegein) is er eind 2005 en juni 2006 een verkeerstelling gehouden op de Waalseweg, om te kijken of het verkeer hier zou toenemen door de nieuwe aansluiting. Hier kwam geen significante toename van het verkeer uit. Wel werd toen ook al geconstateerd dat er te hard werd gereden en dat er sprake was van sluipverkeer. Inmiddels zijn we vier jaar verder. De bewoners menen dat het verkeer flink is toegenomen en dat de maximum toegestane snelheid nog vaak wordt overschreden. 3 Waalseweg De snelheid van het autoverkeer is hier een groot probleem. Dat geldt voor de dorpskern van ’t Waal, zoals bij de school, ondanks de reeds in het kader van ‘Duurzaam Veilig’getroffen inrichtingsmaatregelen. Maar dat geldt ook voor het oostelijke stuk van de Waalseweg nabij Molenbuurt. Ook hier registreren bewoners hoge snelheden waarbij de bocht Lange Uitweg/Waalseweg en de geplaatste chicanes moeiteloos met flinke snelheid worden ‘genomen’. Op dit stuk weg (tot aan het Inundatiekanaal) ervaren de inwoners ook ernstige overlast van trillingen en van geluid. Vooral het zwaardere (bestemmings)verkeer is daar debet aan. Door klinkerverharding op dit stuk Waalseweg en doordat de huizen niet geheid zijn, speelt dit probleem vooral hier. Er wordt door de bewoners gewezen op de lengte van de Waalseweg en het verschil in problematiek in de verschillende stukken, zij het dat de rode draad van de hoge snelheid overal speelt. Ook is er een onnavolgbare bebording met snelheidslijn 60-50-30. Feit is dat fietsers en wandelaars op de hele Waalseweg onveiligheid kunnen ervaren. Er ontbreken veilige oversteken. Slechte bermen en slechte verlichting zijn ook een aantal malen genoemd. Ieder stuk weg heeft zijn eigen problematiek. De werkgroep verkeer heeft een probleemanalyse losgelaten op de Waalseweg en suggesties voor verbetering gedaan. Deze zijn terug te vinden in bijlage 1. De nieuwe woonwijk (Kleine Bogerd) is hier meegenomen. 4 Lekdijk Op de Lekdijk wordt hard gereden. De bestaande wegversmallingen hebben geen effect op de snelheid. Er is een groot spanningsveld tussen recreatief langzaam verkeer en gemotoriseerd
9
verkeer. Vooral motoren rijden in volle vaart over de drempels. De rode kleur van de fietssuggestiestroken vervaagt. Het woongenot van aanwonenden is ook in het geding. De bermen van de dijk zijn levensgevaarlijk. Ieder jaar wordt puin gestort, maar het lijkt of het in een bodemloze put wordt gegooid. Het wordt plat- en weggereden. 5 Parkeren bij station Houten (Castellum) Dat er geen openbaar vervoer is in het dorp, behalve dan de onbekende beltaxi, is een gegeven voor de meeste mensen, ook al vindt men het jammer. Maar als met met de trein zou willen, kan men bij het station de auto niet kwijt. Parkeerfaciliteiten bij station Houten zouden veel beter moeten. Dit is ook een aandachtspunt bij de aanleg van het nieuwe station Houten Castellum. Als dit verbetert, zijn diverse mensen uit het dorp bereid vaker de trein te pakken. 6 Geluidsoverlast A27 Diverse mensen hebben aangegeven last te hebben van het geluid van de A27. Nu deze ook nog verbreed gaat worden, maakt men zich extra zorgen.
De komende jaren De hiernavolgende punten volgen de volgorde van de punten uit de analyse. 1 en 2 Verkeersonderzoek Eiland van Schalkwijk In oktober 2009 is een kentekenonderzoek uitgevoerd op het Eiland van Schalkwijk. Dit onderzoek had tot doel de hoeveelheden doorgaand gemotoriseerd verkeer in kaart te brengen, teneinde uitspraken te kunnen doen over eventueel sluipverkeer en het eventueel verfijnen van het verkeersmodel. Het onderzoek is uitgevoerd op een dinsdag en donderdag in oktober 2009, in de ochtendspits (6-10 uur) en avondspits (15-19 uur). Dit zijn de drukste werkdagen; de meetperiode was representatief voor het algemene verkeersbeeld. Rondom het onderzoeksgebied zijn registratiepunten geplaatst, waardoor alle in- en uitgaande verkeer is geregistreerd. Doorgaand verkeer werd tweemaal geregistreerd en kon zo worden onderscheiden van het herkomst- en bestemmingsverkeer. Op een aantal wegvakken waar klachten van bewoners bekend zijn, zijn tussenmeetpunten geplaatst. Dit betreft de Provincialeweg, Jhr. Ramweg en de Waalseweg. Conclusies uit het onderzoek: • De intensiteiten van het gemotoriseerd verkeer zijn laag; het drukste wegvak is de Schalkwijkseweg met totaal circa 500 voertuigen in het drukste uur. Op de andere wegen liggen de intensiteiten beduidend lager. Dit zijn hoeveelheden verkeer, die zonder problemen verkeersveilig kunnen worden afgewikkeld. • De totale hoeveelheid doorgaand verkeer in het onderzoeksgebied bedraagt in de spitsperioden circa 100 à 120 voertuigen gemiddeld per uur. Dit betreft circa 15 à 25% van de totale verkeersstroom. Het overgrote deel van het verkeer betreft dus herkomsten bestemmingsverkeer. Op het tussenpunt Provincialeweg is het aandeel doorgaand verkeer met ca 56% aanzienlijk hoger. De absolute omvang blijft aanvaardbaar, 438 doorgaande voertuigen in 4 uur is niet te veel. • Op de dinsdag gaf het beeld van ochtend- en avondspits voor de Waalseweg het volgende te zien: 28% herkomstverkeer, 23% bestemmingsverkeer, 29% doorgaand verkeer, 20% intern verkeer. Aantal was 660 motorvoertuigen. Dit levert hetzelfde beeld op als in het hele onderzoeksgebied (vorige punt).
10
•
Intensiteit van recreatief verkeer is niet onderzocht.
Gezien de lage intensiteiten en het lage aandeel doorgaand verkeer is het niet zinvol om maatregelen tegen sluipverkeer te treffen. Bovendien wordt het bestemmingsverkeer (bewonersverkeer) hierdoor beperkt in zijn bewegingsvrijheid. Dat betekent dat dit onderzoek in ieder geval geen maatregelen oproept als het aanleggen van een weg op de Kanaaldijk-zuid. Overigens is dit beleidsmatig op het moment ook geen optie, omdat de gemeente opteert voor een verbeterde verbinding tussen Houten en de A12 (Salto-project). Ook kan een weg op de Kanaaldijk-zuid nieuwe verstedelijking uitlokken op het Eiland van Schalkwijk, hetgeen onwenselijk is. De snelheid van het gemotoriseerd verkeer kan wel verkeersonveiligheid met zich meebrengen (dit is nu niet onderzocht). Bij alle ontwikkelingen op het Eiland van Schalkwijk zullen de verkeersconsequenties moeten worden meegenomen. Dit moet integraal deel uitmaken van de planvorming. Bewoners moeten hier ook in gekend worden. 2 Snelheid Een snelheid van 30 km is lastig te handhaven, alleen al wettelijk gezien. Er kan alleen gehandhaafd worden, als de weg hierop ingericht is. Dat is in principe op de 30 km-vakken op de Waalseweg het geval, maar of het ook duurzaam veilig is, dat is een ander verhaal. In Schalkwijk is op de Jonkheer Ramweg door het Team Subjectieve Verkeersonveiligheid een handhavingsproject gestart. Er wordt gehandhaafd, wat leidt tot vele boetes, ook bij de eigen inwoners. Mensen worden op hun gedrag aangesproken. Het sluipverkeer neemt af. Aan het eind van het project komt er een rapport met de bevindingen van de metingen en een voorstel met mogelijke infrastructurele maatregelen. De voorbereiding voor een eventueel project in Tull en ’t Waal is gestart; de aanvraag voor de Waalseweg is gedaan. Dit neemt enige tijd in beslag. Het is de vraag of Tull en ’t Waal direct na Schalkwijk aan de beurt is. Dit is mede afhankelijk van het jaarlijks aantal aangemelde projecten. Het betreffende team Subjectieve Verkeersonveiligheid doet namelijk in de provincie Utrecht slechts per jaar enkele projecten. Ook moet de problematiek aan bepaalde criteria voldoen, hetgeen eerst wordt bekeken. Bepaalde snelheidsremmende maatregelen kunnen wellicht in 2010 al worden aangelegd. Mensen/bedrijven op hun rijgedrag aanspreken is hoe dan ook een optie. 3 Waalseweg De werkgroep verkeer heeft de Waalseweg onder de loep genomen. Hieruit zijn een boel maatregelen gerold. Onderhoud aan de Waalseweg staat bij de gemeente voor 2011 in de planning. Hiervoor zal een totaalvisie worden opgesteld. In die visie zal ook worden bekeken welke voorgestelde maatregelen kunnen worden uitgevoerd en wanneer. Ook zal worden gekeken of er zaken gekoppeld kunnen worden. Hieruit volgt een uitvoeringsprogramma voor de komende jaren. Feit blijft, dat het geen eenvoudige zaak is een goede inrichting te vinden voor een heel lang lint met daaraan bedrijven die toegankelijk moeten zijn. Het zware bestemmingsverkeer hoort daarbij, maar er zal anders mee omgegaan moeten worden (gedrag, afremmen, andere bestrating…). De Waalseweg heeft de komende jaren op drie manieren de aandacht: via de genoemde totaalvisie van de gemeentelijke afdeling openbare werken, via het handhavingsproject (mits het gehonoreerd wordt) en via de gebiedsontwikkeling Eiland van Schalkwijk.
11
4 Lekdijk De Lekdijk en zijn omgeving en een eventueel rigoureuze maatregel als een knip op de dijk zullen onder meer worden bekeken in het kader van het Eiland van Schalkwijk en Ruimte voor de Lek. Ook is het van belang dat maatregelen op de Lekdijk geen verkeersstromen afleiden naar de dorpen. 5 Parkeren bij NS-stations De programma’s bij de NS-stations zijn reeds bekend. In het centrum heerst een nieuw parkeerregime, in die zin dat de Blauwe Zone is uitgebreid. In 2011 komt bij het station Castellum een P&R beschikbaar. Voor de inwoners van de gemeente Houten (inclusief de kleine kernen), die in hun dagelijks woon-werkverkeer kiezen voor gebruik van de trein, komt er tot 2011 een tijdelijke P&R-voorziening in het centrum. Ook kunnen mensen een ‘tijdelijke forensen-ontheffing’ aanvragen. Dit punt uit de leefbaarheidsagenda zal worden meegenomen in de evaluatie van het parkeerbeleid. De door velen gewenste aanleg van een fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal bij het Elpad brengt Tull en ’t Waal en Houten ook dichter bij elkaar. Fietsen naar het station wordt dan reëler (zie voor dit onderwerp verder onder recreatie). 6 Geluidsoverlast A27 De gemeente is ambtelijk en bestuurlijk vertegenwoordigd in de gremia die zich bezighouden met de ontwikkelingen rond de A27.
Activiteiten 2010 Gezamenlijk met de werkgroep verkeer is gekeken naar projecten die op de korte termijn kunnen worden uitgevoerd. 1 Waalseweg Wat: a: In het kader van het onderhoud aan de Waalseweg in 2011 wordt in 2010 een totaalvisie voorbereid. Hierin worden de door de werkgroep verkeer uitgewerkte snelheidsremmende maatregelen meegenomen. Drie items hebben daarin prioriteit, zie onder b-d. Die starten reeds in 2010; b: Voorbereiding aanpak fietsoversteken (onder andere Waalseweg/Lange Uitweg en Waalseweg/Blasenburgseweg); c: Schoolzone aanpassen (onder andere wegversmalling en zebrapad); d: Onderzoek oostelijk deel Waalseweg naar trillinghinder en geluidsoverlast en naar mogelijke oplossingsrichtingen. Hierbij moet onder andere gekeken worden naar: andere wegverharding, snelheidsremmende maatregelen en de fundering van de huizen. Wie: primair gemeente met de werkgroep verkeer (incl. politie). Daarnaast specifieke doelgroepen als de school of bewoners/aanwonenden. Wanneer: 2010 in zijn geheel. Kosten: budget openbare werken. Contactpersoon vanuit de gemeente: Petra van Ingen (openbare werken).
12
2 Weidebogerd/Kleine Bogerd Wat: a: Onderzoek naar mogelijkheden voor een woonerf; b: Bord met ‘spelende kinderen’; c: Verbeteren van het zicht (zie ook bijlage 1). Wie: gemeente, werkgroep verkeer en bewoners/aanwonenden. Wanneer: eerste helft 2010. Contactpersoon vanuit de gemeente: Petra van Ingen en Willem Zwambag (openbare werken).
3 Lekdijk Wat: a: Onderzoek naar haalbaarheid van: opzetranden in de berm (‘broodjes’), 30 km-zone bij recreatieterreinen, wegversmallingen. b: Rode fietsstroken opnieuw asfalteren: bekijken of het kan worden meegenomen bij de asfaltronde 2010. Wie: gemeente, werkgroep verkeer. Wanneer: 2010. Kosten: budget openbare werken. Contactpersoon vanuit de gemeente: Petra van Ingen (openbare werken).
13
4. Recreatie Analyse input uit het dorp Een groot deel van de input komt van de werkgroep recreatie. 1 Recreatie op het Eiland van Schalkwijk: zowel kans als bedreiging Veel bewoners noemen rust, ruimte en de hoge kwaliteit van natuur en landschap belangrijke pluspunten in hun woonomgeving. In het verlengde daarvan kun je de opvatting plaatsen dat de voorziene recreatieve ontwikkelingen op het hele Eiland van Schalkwijk een kleinschalig karakter dienen te hebben. Men is bang voor massarecreatie; dit past niet bij het gebied. Bovendien kan de wegenstructuur dit niet aan. De drukte op de Lekdijk en de spanning daardoor tussen gemotoriseerd verkeer en langzaam recreatief verkeer leidt vaak nu al tot gevaarlijke situaties. Ook vervuiling is een aantal keer genoemd. Toch wordt ook wel onderkend dat er behoefte is aan recreatieve voorzieningen in de regio en dat de stedeling ook moet kunnen genieten van het Eiland van Schalkwijk. Het gebied kan voorzien in mogelijkheden voor wandelen en fietsen en natuurgerichte recreatie. Het zou daarbij mooi zijn wanneer de Lekdijk afgesloten kon worden voor gemotoriseerd verkeer of dat er een efficiënte knip gemaakt zou kunnen worden. Sommigen zien kansen in het ontwikkelen van Linieland (Nieuwe Hollandse Waterlinie). Wel is men van mening dat het dorp tot nu toe weinig betrokken is geweest bij deze plannen, maar bijvoorbeeld ook bij die voor de recreatieplas ’t Waal of de ontwikkelingen op het fort aan de Korte Uitweg. 2 Bestaande dagrecreatieve terreinen: opknappen en handhaving Er ligt langs de Lek een aantal dagrecreatieve terreinen. Voor sommigen is dat voldoende. Regelmatig is opgemerkt dat de terreinen opgeknapt zouden moeten worden. Tevens vindt men de terreinen niet veilig, doordat er ‘rare types’ vertoeven en er veel met jetski’s en waterscooters wordt geracet. Volgens de bewoners lokt de door het Recreatieschap opgeknapte boothelling in ‘terrein west’ deze gemotoriseerde voertuigen nog meer. Er zijn te veel evenementen in de uiterwaarden. Er zou meer toezicht moeten komen en beheer en handhaving. Horeca wordt gemist. De vraag is of een dorpscafé rendeert. Mobiele horeca in de dagrecreatieve terreinen is planologisch mogelijk, maar volgens de bewoners is die er niet tot niet vaak. 3 Wandelen en fietsen Bij wandelen en fietsen komen twee elementen steeds terug: opknappen en toegankelijk maken van het Elpad en een fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Houtenzuidwest en het Elpad. Naast een recreatief motief, is er voor het dorp ook nog een nabijheidsmotief om te pleiten voor deze brug: het scheelt vanuit Tull en ’t Waal al gauw 5 tot 6 kilometer om in Houten(-centrum) te komen als deze brug er ligt. Ten slotte is opgemerkt dat er voor ruiters in het gebied weinig mogelijkheden zijn. 4 Boomgaard Waalseweg en andere recreatie dicht bij huis Dichter bij huis wordt gesproken over het recreatief opknappen van de boomgaard aan de Waalseweg. Deze boomgaard is van het Recreatieschap. Het is een groot terrein, waar ‘niets’ mee wordt gedaan. De bewoners zien potenties om het terrein te benutten als recreatiegebied. Op zijn minst zou het gebied wat toegankelijker moeten worden, door bijvoorbeeld een
14
doorsteek te maken van Waalseweg naar Lekdijk. Op deze wijze heb je meteen een leuk ommetje. Vanuit Molenbuurt zijn er wensen voor een ommetje rond het fort aan de Korte Uitweg. Daarnaast zijn genoemd: de behoefte aan een recreatief rustpunt/een hangplek, meer recreatief straatmeubilair -zoals bankjes- en speelvoorzieningen in het dorp.
De komende jaren De nummers corresponderen met die van de analyse. 1 Eiland van Schalkwijk en Linieland In het kader van gebiedsontwikkeling Eiland van Schalkwijk en Linieland is recreatie een van de doelstellingen. De komende jaren zal de recreatieve doelstelling verder vorm krijgen. Deze zal hand in hand gaan met investeringen in landschappelijke ontwikkeling, passend bij aard en schaal van het gebied. Een goede verkeersafhandeling, zeker bij uitbreiding van voorzieningen, is een onderwerp dat steeds aan de orde moet zijn in het hele gebiedsproces op het Eiland. Dat geldt ook voor consequenties voor natuur en landschap. De eerste stap op het Eiland is nu een structuurvisie met concrete toekomstrichtingen. Het project Linieland is een stap verder. Hier is al gestart met de uitvoering, zoals noodherstel van het Fort Honswijk. De Gedekte Gemeenschapsweg is fraai opgeknapt tot een recreatief aantrekkelijke wandel- en fietspad tussen twee forten, nabij Tull. Het beoogd recreatief transferium langs de A27 aan ’t Waalse kant moet de overstap op en gebruik van langzame, recreatieve vervoermiddelen het gebied in stimuleren. Ook ideeën over een fietspad buitendijks zijn hiervoor interessant. Beide kunnen helpen het gemotoriseerd verkeer te ontmoedigen en te scheiden van recreatief verkeer (onder andere op de Lekdijk). Belangrijk is dat beide dorpen op het Eiland van Schalkwijk adequaat bij de plannen worden betrokken. 2 en 3 Route, rustpunten en recreatieterreinen In de Visie recreatie en toerisme Houten (vastgesteld door de raad in juni 2009) komt een aantal ambities voor die de bewoners ook hebben: - meer fiets-, wandel- en ruiterpaden: het programma Linieland voegt diverse fiets- en wandelpaden toe, en zelfs een kanoroute over het Inundatiekanaal. Bestaande fietspaden worden opgeknapt, waaronder het Elpad. Er komt een inundatiepad om te wandelen. De wens voor ruiterpaden wordt geïnventariseerd in Kromme Rijnverband en ook via het project Eiland van Schalkwijk. - meer rustpunten en pleisterplaatsen: dit is deels particulier initiatief. In het kader van Linieland komt er het reeds genoemde recreatief transferium bij de A27, met naar verwachting een economische spin-off voor het gebied. Over mobiele horeca zal de gemeente in overleg treden met het Recreatieschap. Voor het Fort Werk aan de Korte Uitweg is een convenant in de maak om recreatieve zaken beter te regelen. De gemeente is op dit moment bezig met een inhaaloperatie om recreatieve bankjes in het gebied te plaatsen. In het verlengde hiervan gaat de gemeente ook bezig met het uitwerken van rustpunten. - kwalitatieve verbetering van de dagrecreatieve terreinen: de gemeente wil hierover in overleg met het Recreatieschap. Overigens is de boothelling door het Recreatieschap in het voorjaar van 2004 opgeknapt in het kader van groot onderhoud.
15
4 Boomgaard Waalseweg e.o. Over de boomgaard aan de Waalseweg zijn gemeente en Recreatieschap al in gesprek. Het is een 7 hectare groot terrein met recreatieve mogelijkheden. Er staat nog een aantal fraaie hoogstamfruitbomen en er liggen twee wielen (plasjes). Hoofdlijn van beheer is gericht op het behoud van natuur- en landschapswaarden. De zichtbaarheid van de wielen is gewenst, omdat het hier aardkundige elementen betreft en er een thematische aardkundige route via de dijk langskomt. Een eventueel verdere recreatieve ontwikkeling zal moeten passen in de ontwikkeling van het dorp en van het Eiland van Schalkwijk. Het gebied wordt in samenhang bekeken met de dagrecreatieve terreinen in de buurt en met de inrichting van de nieuwe plas ’t Waal.
Activiteiten 2010 De analyse en aandachtspunten zijn besproken met de bewonerswerkgroep recreatie. Ook is gezamenlijk gekeken naar projecten die op de korte termijn kunnen worden uitgevoerd. 1 Overleg en afspraken over ontwikkelingen in de dagrecreatieve terreinen Wat: afstemming over diverse zaken rondom de dagrecreatieve terreinen nabij Tull en ‘t Waal. Onderwerpen van gesprek zijn onder meer: beheer, onderhoud en toezicht, hekkenbeleid, mobiele horeca, toegankelijkheid voor ruiters, evenementen, overlast waterscooters en de boothelling. Wie: gemeente met het Recreatieschap en Staatsbosbeheer (als beheerder van recreatieve terreinen) en Rijkswaterstaat (als vergunningverlener varen op de rivier(armen)). Het is wenselijk dat bewoners hier ook bij betrokken zijn, bijvoorbeeld een delegatie uit de werkgroep recreatie. Wanneer: begin 2010 (in ieder geval voor het nieuwe zomerseizoen). Contactpersoon vanuit de gemeente: Heleen Boerma (ruimtelijk beleid).
2 Opknappen Elpad Wat: aanpassen en opknappen van het Elpad als fietspad, onderdeel van een netwerk van fietspaden dat Linieland recreatief ontsluit.. Wie: gemeente/Linieland/Staatsbosbeheer. Wanneer: najaar 2010. Kosten: € 391.000. Linieland en gemeente (openbare werken). Contactpersoon vanuit de gemeente: Joke van Leeuwen (openbare werken).
16
3 Recreatief knooppunt oude school Tull Wat: inrichten van een rustpunt voor recreanten , een ontmoetingspunt voor dorpsbewoners, een hangplek voor ouderen of…Locatie: op de hoek Waalseweg/Lange Uitweg. Inrichting bestaat uit een bankje, een dakje en een informatiebord. Wie: gemeente in overleg met Molenbuurt. Wanneer: eerste helft 2010. Kosten: 3000 euro. Gemeente (recreatiebudget). Contactpersoon vanuit de gemeente: Natalie Keulers (ruimtelijk beleid)
4 Ommetje Tull Wat: ommetje Molenbuurt-Lunet ad Snel-Gedekte Gemeenschapsweg. Sluit aan op Inundatiepad (via kerkenpad). Wie: gemeente en Molenbuurt. Wanneer: najaar 2010. Kosten: niet bekend. Linieland. Contactpersoon vanuit de gemeente: Gijs vd Zwaan (ruimtelijk beleid/Linieland).
5 Ommetje ’t Waal Wat: wandelpad door de boomgaard aan de Waalseweg. Op deze manier krijg je vanuit het dorp een recreatieve kortsluiting tussen Waalseweg en Lekdijk. Wie: gemeente en Recreatieschap en bewoners ’t Waal. Wanneer: streven is 2010. Meenemen in de te ontwikkelen plannen voor de boomgaard en omgeving. Kosten: nog niet bekend. Recreatieschap. Contactpersoon vanuit de gemeente: Gerda den Besten (ruimtelijk beleid).
17
5. Samenleving Analyse input uit het dorp Een groot deel van de input komt uit een drietal keukentafelgesprekken, die in het dorp hebben plaatsgevonden. De deelnemers waren steeds verschillend. Onderwerp van gesprek was: sociale samenhang, welzijn en voorzieningen in Tull en ’t Waal (kortweg: samenleving). 1 Sociale samenhang In het dorp zijn drie actieve verenigingen: de ijsclub, de Oranjevereniging en de Werkgroep Ouderen en Welzijn. De groep die zich bezighoudt met het ophalen van oud papier blijkt een belangrijk (sociaal) netwerk. Met de inkomsten (en de aanvullende bijdrage vanuit de gemeente) worden weer tal van activiteiten in het dorp financieel gesteund. Evenementen als de zevenkamp, Oranjefeest, ijsfeest, aankomst van de Sint en, onlangs nog, de dorpsmarkt trekken veel bewoners. Leuk bij de zevenkamp is dat oudere kinderen later zelf weer gaan meehelpen. Er is helaas geen café, alleen in ‘t Gebouw kan bij elkaar worden gekomen. De kaartavonden in ‘t Gebouw werden in het verleden gedomineerd door spelers om het geld met een erg gesloten sfeer. Tegenwoordig, zo is ingebracht, is de sfeer anders en staat kaarten weer in het teken van gezelligheid en contact maken. Voor bewoners met kinderen op de basisschool in het dorp (25 kinderen op 1 oktober 2009), is de school en het schoolplein een ontmoetingsplek. De 25 kinderen met hun ouders vormen een belangrijk sociaal netwerk, van waaruit ook weer andere geslaagde activiteiten worden opgezet; het houdt deze bewoners bij elkaar. Kinderen hebben niet de binding met het dorp, doch met hun school en vrienden en vriendinnen. Er is begrip voor ouders die kinderen toch op een andere school doen (veelal door ontbreken van leeftijd-/klasgenoten). Het is een lastige afweging voor ouders. Met de kinderen vanaf groep zes worden regelmatig activiteiten gedaan buiten schooltijd als een balspel of knutselmiddag. Ook de kerk vormt een klein sociaal netwerk, al blijven er na een dienst weinig kerkgangers hangen voor een praatje, aldus twee relatieve nieuwkomers. Vanuit de kerk is een oppasdienst aanwezig van de zondagschool, een jeugdclub en er is een kinderkoor. Er wordt steeds meer samengewerkt met Schalkwijk. Er is een algemeen gevoelen dat het wegvallen van school en kerk funest zouden zijn voor de sociale binding in het dorp. Er zijn nog wel sterke familieverbanden. Waarom is er in het eigen dorp zo weinig aan verenigingen en activiteiten? De oriëntatie -van oudsher- op Nieuwegein/Vreeswijk wordt aangevoerd: je bent er zo! Verder nodigt de vorm van Tull en ’t Waal, lintbebouwing met twee concentraties aan huizen, ook niet uit tot sociale samenhang. In de discussies kwamen twee benaderingswijzen naar voren: 1. Over sociale samenhang valt weinig af te spreken. Als er behoefte is, als jij een behoefte hebt, ontstaat het vanzelf of je neemt gewoon een initiatief: organiseer een buurtbarbecue, een tuinfeest, nodig je buren uit of ga bij ze op de koffie.... 2. Met een voorzet, met het aanbieden van faciliteiten, kun je als dorp en als gemeente toch voorwaarden creëren, een eerste aanzet geven, waardoor er nieuwe vormen van ontmoeten, contact en activiteiten kunnen ontstaan. In de gesprekken kwamen beide benaderingen steeds dichter bij elkaar te liggen: beide benaderingswijzen kloppen en zijn aanvullend. Er is een grote betrokkenheid bij het dorp en de bereidheid zich in te zetten.
18
2 Voorzieningen Er is een zekere acceptatie bij de bewoners, dat er weinig voorzieningen zijn in het dorp, gezien de beperkte omvang van het dorp. De meeste bewoners oriënteren zich op plaatsen in de omgeving. Een winkel wordt gemist, maar het is niet zo dat men verwacht dat er een komt, omdat dit waarschijnlijk niet rendabel kan. Allen kennen de positie van de Spar in Schalkwijk, die het tamelijk moeilijk heeft het hoofd boven water te houden. Voor de minder mobielen is er een bezorgservice. Verder doet een broodbus het dorp aan. Het verdwijnen van de bibliobus wordt zeer betreurd. Dit was een ontmoetingsplek en het voelt als het wegvallen van de zoveelste voorziening uit het dorp. Openbaar vervoer verwacht men niet. De groepsbus (Drieka) en de Regiotaxi worden weinig gebruikt, daar zou wellicht nog beter over gecommuniceerd kunnen worden. De kwaliteit van de Regiotaxi laat te wensen over, aldus mensen die er wel eens gebruik van maken. Wel worden (voldoende en bereikbare) parkeerplekken bij station Houten node gemist (zie onder verkeer). Ook voor een café geldt het vraagstuk van de rentabiliteit. Rode draad in de gesprekken over voorzieningen vormt ‘ontmoeting’. De winkel en het café worden vooral in dit verband genoemd. Het huidige dorpshuis ’t Gebouw wordt volgens de bewoners onvoldoende gebruikt, er zijn weinig activiteiten en de inrichting is ongezellig. Een mogelijk sluiten van de school wordt zeer jammer gevonden door de waarde als ontmoetingsplek en sociaal netwerk. Sommige gesprekspartners voelen ook een historische band met de school omdat de eigen kinderen of de persoon zelf hier vroeger ook op school zaten. Voor de kerk geldt hetzelfde, zij het dat hier om een specifiekere doelgroep gaat. Het tijdig arriveren van de ambulance is een punt van grote zorg. Er zijn enkele gevallen bekend waarbij de ambulance niet binnen de wettelijke aanrijdtijd arriveerde. In bilateraal contact met de chauffeur bleek deze niet de kortste route te hebben meegekregen. Betekent dit meer aandacht voor interne communicatie bij de Ravu? Voorts is voorgesteld te komen met zes-minutenzones met AED’s (Automatische Externe Defibrillator) en bijbehorende training voor vrijwilligers, naar het voorbeeld van Nieuwegein: bij een hartstilstand is handelen in de eerste 6 minuten letterlijk van levensbelang. Over het algemeen vindt men dat er voor de jeugd te weinig (speel)voorzieningen en activiteiten zijn. 3 Woningbouw De eerste fase van de nieuwbouw bij de Strijpweg is onlangs opgeleverd. Over woningbouw in het dorp wordt verschillend gedacht. Er is een stroming die graag meer woningen ziet voor eigen behoefte. Hierbij gaat het vooral om woningen voor starters, jongeren en ouderen. Ook zou men graag meer modale gezinnen aantrekken, zodat er bijvoorbeeld weer meer leerlingen voor de school zijn. Er zijn ook mensen die het dorp kleinschalig willen houden en van mening zijn dat je met nieuwbouw de school toch niet redt. De eerste fase van de nieuwbouw heeft bijvoorbeeld weinig gezinnen aangetrokken. Voor de basisschool heeft dit vooralsnog één nieuwe leerling opgeleverd. Men is wel van mening dat de promotie van het dorp en de school bij de volgende bouwfasen veel beter kunnen.
19
De komende jaren Ook hier wordt de nummering van de input gevolgd. 1 Sociale samenhang De gemeente is -met de bewoners van mening- dat over sociale samenhang moeilijk afspraken valt te maken. Het is lastig voor de dorpsbewoners zelf, zeker in een lintdorp dat uit twee gespreide kernen bestaat. Beleidsmatig is het ook moeilijk in resultaten te vangen. Maar de tweede denklijn uit de keukentafelgeprekken, aan de slag gaan door voorwaarden te creëren voor ontmoeting en eerste aanzetten te faciliteren spreekt de gemeente aan. Belangrijke voorwaarden vormen hierin voorzieningen en activiteiten. De gemeente wil de komende jaren hierop vooral focussen (zie onder het volgende punt). Voor activiteiten is zij onder andere in gesprek met het opbouwwerk (SWOH). Ook is er zicht op een aantal activiteiten in 2010, die de sociale samenhang kunnen versterken (zie volgende paragraaf). Door samen actief te zijn, samen aan het werk te gaan, ontstaat er ‘vanzelf ‘ meer sociale binding. Gemeente en dorp hebben weinig invloed op het voortbestaan van de school. De beslissing ligt bij het schoolbestuur. Er zal in de komende maanden door het schoolbestuur bekeken worden wat de verwachtingen zijn voor het schooljaar 2010/2011. Voor het schoolbestuur is niet alleen de opheffingsnorm (van 23 leerlingen) een punt, maar ook de kwaliteit van het onderwijs is een punt van zorg. Met twee gemengde groepen is het moeilijk het gewenste niveau in stand te houden. De gemeente heeft de afgelopen jaren subsidie gegeven voor extra aparte lesuren voor groep 3 en 4. Dit kan niet jaren doorgaan. De last voor de Stichting Fluenta wordt ook steeds groter. De gemeente blijft in ieder geval in gesprek. Bekeken wordt ook hoe woningbouw zich hiertoe verhoudt (zie onder punt 3). Tull en ’t Waal en Schalkwijk weten elkaar steeds meer te vinden. Er zijn verschillende aanknopingspunten voor meer samenwerking. Mogelijkerwijs geeft de gebiedsontwikkeling Eiland van Schalkwijk hier ook een impuls aan. Vanuit leefbaarheid zijn beide dorpen actief aangesloten bij dit project. 2 Voorzieningen Volgens het rapport ‘Kleine kernen in beweging’ (2008) verloor de helft van de kleine kernen ten minste één voorziening in 2007. Het betrof vooral bancaire faciliteiten. Het voorzieningenniveau in de kleinste kernen bleef stabiel. De belangrijkste in stand te houden voorziening vinden de kernen de basisschool. Dit geldt ook voor Tull en ’t Waal. Veel kernen voelen wel voor een terugkeer van verdwenen voorzieningen. Dat zou kunnen door een combinatie van faciliteiten of een ‘rijdend aanbod’ van een voorziening. De gemeente wil hierin actief meedenken met de bewoners. Straks wordt ervaring opgedaan met het nieuwe dorpshuis in Schalkwijk. Hierin worden diverse faciliteiten gecombineerd (kulturhus-idee). Dit kan inspirerend zijn voor het dorpshuis in Tull en ’t Waal en wellicht komt er meer samenwerking tot stand tussen beide ‘Gebouwen’. Tot en met 2009 reed de bibliobus in het dorp. Per 1 januari 2010 rijdt de bibliobus niet meer in de kleine kernen. De provinciale subsidie voor de bibliobus is stopgezet, omdat volgens een onderzoek de bus een relatief dure voorziening bleek met een beperkte levensvatbaarheid. De bibliotheek Lek en IJssel heeft hiermee ingestemd om personele en financiële redenen. 2009 was een overgangsjaar, waarin de bibliobus door gezamenlijke inspanning van vooral bibliotheek en de subsidiërende regiogemeentes nog een jaar kon rijden.
20
Er wordt evenwel voorzien in een alternatief. Vanaf 2010 zal er een wisselcollectie boeken in de school zijn en komt er een bibliotheek-aan-huis-service voor minder mobiele mensen. Er komt een servicepunt van de bibliotheek in het dorpshuis van Schalkwijk. De mogelijkheden voor een ‘bestelbieb’ worden in 2010 onderzocht via een pilot in Houten-zuid. Het is de intentie dat dit aanbod, het afleveren van boeken op bestelling op een vast punt in het dorp, in de tweede helft van 2010 zal plaatsvinden. De verkeersveiligheid heeft in Tull en ’t Waal meer prioriteit dan verbetering van het openbaar vervoer. Dit neemt niet weg dat de gemeente waar mogelijk aandacht kan vragen voor de Regiotaxi en Drieka (‘busje komt zo’). De gemeente neemt in BRU-verband deel aan het overleg over openbaar vervoer en dus ook over de Regiotaxi. In samenwerking met de Plaatselijk Groep Leader en deelnemende partijen zou nog eens promotie gemaakt kunnen worden voor Drieka. Er is een grote bereidheid van alles zelf te organiseren. In z’n algemeenheid ontbreekt het dan wel aan de plek waar inwoners elkaar ontmoeten, waar ideeën en mensen bij elkaar gebracht kunnen worden. ’t Gebouw zou die functie kunnen hebben, maar heeft het niet. Zo zou ‘t Gebouw meer richting ontmoetingscentrum en activiteitencentrum kunnen ontwikkelen. Van belang daarbij is wel dat het bestuur en de beheerder hier nauw bij betrokken worden. Het schoolgebouw zou ook meer kunnen dienen als ontmoetingsruimte, zowel met als zonder school erin. Als de school wordt opgeheven, dan komt het eigendomsrecht toe aan de gemeente. Van dat laatste gaan we voorlopig niet uit. De gemeentelijke rol is vooral faciliterend. Wat betref activiteiten wordt bekeken of het opbouwwerk een rol kan vervullen om initiatieven van bewoners te ondersteunen. Uitgangspunt is dat wordt aangesloten bij/ingespeeld op vraag uit het dorp. Ook is een virtuele ontmoetingsruimte denkbaar: een website, hyves voor Tull en ’t Waal. Hierop kunnen activiteiten en initiatieven vanuit het dorp worden aangemeld en afgestemd. Promotie van Drieka zou ook een onderwerp kunnen zijn. Ook andere communicatiemedia zouden kunnen worden ingezet, zoals publicatiebord, lichtkrant, kerkblad, flyers, periodiek een pagina in het Groentje. Vooralsnog heeft de gemeente voor haar grondgebied niet gekozen voor AED’s in de openbare ruimte. De risico’s bleken te groot. In de komende jaren wordt bekeken hoe dit beleid uitpakt. Het is voorstelbaar dat dit onderwerp tegen het licht van een afgelegen kleine kern als Tull en ’t Waal zal worden bijgesteld. Speelvoorzieningen voor de jeugd zijn formeel nog niet aan vervanging toe. Wel is het interessant om te kijken of er voorzieningen kunnen worden toegevoegd, mede gekoppeld aan de nieuwe woonwijk. Activiteiten voor de jeugd worden nu beperkt georganiseerd door het dorp zelf. Ook hier kan het opbouwwerk inspelen op initiatieven vanuit het dorp en bijvoorbeeld een mooie formule uit Houten-zuid twee maal per jaar toepassen in Tull en ’t Waal. 3 Woningbouw Er is voor de drie kleine kernen een woningbehoefteonderzoek gestart. De vraagstelling gaat over de behoefte aan aantallen woningen en typen woningen (voor welke doelgroepen moet er worden gebouwd). Gekeken wordt naar de huidige bevolking, de toekomstige bevolking (prognoses) en de behoefte vanuit de wens het voorzieningenniveau (bijvoorbeeld de school) in stand te houden. Dit onderzoek zal feiten opleveren, zoals bijvoorbeeld het aantal
21
eengezinswoningen dat nodig is om de school in stand te houden. De stap van theorie naar praktijk is dan nog geen feit. Als nieuwe inwoners ervoor kiezen hun kinderen elders op school te doen, dan helpen extra huizen niet. Een handvol kinderen kan echter wel het verschil maken. Het is belangrijk dat de discussie over het gewenste woningbouwsegment met het dorp wordt gevoerd, evenals de monitoring van de bevolkingssamenstelling. Fase 2 van de voorziene woningbouw (15 woningen) zal plaatsvinden aan de Kerkebogerd. De gewenste samenstelling ervan is nog niet bekend. Eventuele bouw zal ook pas na 2010 plaatsvinden. De resultaten van het onderzoek zijn dan echter bekend. Deze woningbouw biedt kansen om het gebied hier op te knappen. Zo kan de ontsluiting van het dorpshuis (’t Gebouw) verbeterd worden. Deze is nu verre van ideaal. Met de bewoners zijn wij van mening dat de promotie van wonen in het dorp en het bestaan van de basisschool beter zou kunnen. Dit is zeker een aandachtspunt bij de nieuwe woningbouwplannen. De gemeente kan hier een faciliterende rol spelen. Er zijn bewoners die hebben aangegeven dat ook vanuit het dorp (nieuwe) mensen beter opgevangen moeten worden. Hiertoe zou een groep bewoners als aanspreekpunt moeten dienen, ondersteund door een website (zie ook onder punt 2). De gemeente zou mensen die op het gemeentehuis informeren ook naar deze aanspreekpunten kunnen verwijzen.
Activiteiten 2010 De voorziene activiteiten in 2010 zijn in samenspraak met bewoners tot stand gekomen (met name vanuit de keukentafelgesprekken). Er hebben zich al bewoners gemeld voor activiteiten. 1 Opknappen interieur van ’t Gebouw Wat: de binnenkant van ’t Gebouw opknappen, inclusief het meubilair. Doel is er een gezelliger ontmoetingsruimte van te maken. Wie: bewoners in overleg met de gemeente. Wanneer: eerste overleg in eerste kwartaal 2010. Opknappen daarna. Kosten: in principe is er budget vanuit de gemeente. De gemeente is eigenaar en wil vanuit die hoedanigheid bekijken waar zij geld in stopt. Contactpersoon vanuit de gemeente: Ingeborg van Dijk (bureau accommodaties).
2 Activiteiten in het dorp door en met bewoners en inzet opbouwwerk in het dorp Wat: initiatieven voor activiteiten faciliteren, afstemmen en ondersteunen. Bijvoorbeeld een actievere programmering in ’t Gebouw. Aansluiten bij vraag uit het dorp. Wie: bewoners, bestuur en beheerder van ’t Gebouw, gemeente en SWOH. Wanneer: start eerste helft 2010. Contactpersoon vanuit de gemeente: Jacqueline Eggermont (welzijn).
22
3 Virtuele ontmoetingsplaats Wat: een interactieve voorziening op internet over Tull en ’t Waal voor iedereen die geïnteresseerd is in Tull en ’t Waal en voor diegenen die een initiatief willen starten. Koppeling met de gemeentelijke website is eventueel mogelijk. Wie: bewoners in overleg met gemeente. Wanneer: zomer 2010. Kosten: bij de gemeente kan een beroep worden gedaan op opstartbudget. Contactpersoon vanuit de gemeente: Ginny Mulder (communicatie).
4 Trapveldje opknappen Wat: letterlijk opknappen van het trapveldje in ’t Waal. Wie: bewoners en gemeente. Wanneer: eerste helft van 2010. Kosten: er is budget vanuit de gemeente (openbare werken en woningbouw) en vanuit de opbrengst van de dorpsmarkt is er ook geld voor speelvoorzieningen. Vanuit het dorp moet nog wel uitsluitsel komen of men de dorpsmarktgelden voor het trapveldje of voor een andere speelvoorziening wil inzetten. Contactpersoon vanuit de gemeente: Joke van Leeuwen (openbare werken).
5 Bebording kernen Tull en ’t Waal Wat: een verbetering van de bebording bij de dorpskernen van Molenbuurt/Tull en ’t Waal zou symbolisch al tot meer saamhorigheid van beide kernen kunnen bijdragen. Nu staat er na Tull al een bord dat Tull en ’t Waal wordt verlaten. Dat is van de kant van ’t Waal af ook zo. Dat is verwarrend ook al klopt het officieel wel. Het zal dus meer gaan om informele, recreatieve bebording. Wie: gemeente in overleg met bewoners. Wanneer: zomer 2010. Kosten: 2000 euro. Recreatiebudget. Contactpersoon vanuit de gemeente: Heleen Boerma (ruimtelijk beleid).
23
6 Maandelijks café Wat: organiseren van een periodiek (maandelijks of…) ontmoetingscafé in Tull en ’t Waal. Dat kan in ’t Gebouw of aan de keukentafel of…Het eerste café zal worden georganiseerd: een politiek café met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen. Het politiek café moet voor de leefbaarheidsagenda ook agendasettend werken. (Potentieel nieuwe) raadsleden die op de verkiezingslijsten staan worden uitgenodigd. Wie: bewoners. Gemeente ondersteunt op de achtergrond en organiseert het eerste café. Wanneer: eerste café in februari 2010. Kosten: 1500 euro (budget communicatie verkiezingen). Contactpersoon vanuit de gemeente: Ginny Mulder (communicatie).
24
6. Vervolg Deze leefbaarheidsagenda is vastgesteld door het college van Houten. De raad heeft er kennis van kunnen nemen. Met de vaststelling van de agenda is door de gemeente ja gezegd tegen de aandachtspunten voor de komende jaren en tegen de acties die in 2010 moeten worden opgepakt. De voorbereiding en de uitvoering daarvan hebben nu prioriteit. De gemeente stelt daartoe de nodige menskracht beschikbaar, maar de inbreng vanuit het dorp is ook belangrijk. Het is daartoe wenselijk dat de twee werkgroepen (verkeer en recreatie) blijven bestaan en eventueel aanwas krijgen van nieuwe mensen. Voor het onderdeel samenleving is het ook wenselijk een werkgroep te hebben. Recrutering zou in de eerste plaats kunnen uit de deelnemers van de keukentafelgesprekken. De werkgroepen begeleiden actief de uitvoering. Daarnaast komt er een klankbordgroep van bewoners. Er hebben zich op 9 december op de leefbaarheidsavond al vier mensen opgegeven. Deze klankbordgroep vormt het algemeen aanspreekpunt vanuit het dorp voor de gemeente, maar bijvoorbeeld ook voor andere partijen. Voor de afstemming zou het handig zijn wanneer vanuit iedere werkgroep een vertegenwoordiger in de klankbordgroep zitting neemt. Zwaartepunt van de realisering en de verdere uitwerking van de agenda vindt plaats in de nieuwe bestuursperiode. Het huidige gemeentebestuur moet er voor zorgdragen dat de leefbaarheidagenda een goede plek krijgt in de overdracht naar een nieuw college. De agenda verder voortzetten geschiedt in gezamenlijkheid tussen dorp (klankbordgroep), gemeente en derde partijen. De samenwerking met projecten als Linieland en het Eiland van Schalkwijk is evident.
……en ze leefden nog lang en gelukkig (de definitie van leefbaarheid pur sang!)
25
BIJLAGE 1: Verkeersanalyse Waalseweg e.o. (werkgroep verkeer, 12 oktober 2009) Waalseweg (gedeelte A27 – Komgrens ’t Waal) Knelpunten - De weg is een racebaan; - Tractoren rijden te hard; - Gevaarlijk voor fietsers; - Slecht wegdek; - Bord geslotenverklaring (uitgezonderd bestemmingsverkeer) staat niet goed/onduidelijk (ter hoogte van de dijk). Suggesties - Kanten rood maken als op Lekdijk; - Wegversmalling als op Achterweg; - Duidelijkere geslotenverklaring.
Waalseweg (bebouwde kom ’t Waal) Knelpunten - Er wordt te hard gereden; - Gevaarlijk voor fietsers; - Voorrangssituaties onduidelijk; - Oversteken voor kinderen gevaarlijk; - Fietsers moeten buitenom versmalling kunnen. Suggesties - Duidelijker inrichting 30 km-zone; - Duidelijker inrichting voorrangssituaties; - Bord ‘matig uw snelheid’; - Schoolzone bij school; - Zebrapaden (drie locaties op kaart gezet); - Aanpassen wegversmalling; - Fietssuggestiestroken.
Strijpweg/Weidebogerd Knelpunten - Zicht op kruising Strijpweg - Weidebogerd niet goed; - Zicht in slinger Weidebogerd beperkt door heg; - Er wordt te hard gereden op de Weidebogerd, omdat deze weg meer lengte heeft. - Er komen twee voetpaden uit op de Weidebogerd, wat gevaar oplevert voor spelende kinderen. - De in-/uitgang naar de nieuwbouw aan de Kleine Bogerd vanaf de Lekdijk wordt veel minder gebruikt dan de in-/uitgang via de Weidebogerd.
26
Suggesties - Weghalen heg; - Verbeteren zicht kruising Strijpweg - Weidebogerd; - Bebording met ‘spelende kinderen’; - Weidebogerd en Kleine Bogerd bestempelen als woonerf.
Waalseweg (Komgrens ’t Waal tot aansluiting Blasenburgseweg) Knelpunten - Er wordt te hard gereden; - Gevaarlijk voor fietsers; - Voorrangssituatie aansluiting Elpad onduidelijk/gevaarlijk; - Geslotenverklaring niet duidelijk genoeg; - Oversteken voor fietsers (kinderen!) in bocht naar Blasenburgseweg is gevaarlijk en ongelukkig gesitueerd. Suggesties - Fietsuggestiestroken; - Wegversmalling/snelheidsremmer; - Andere inrichting/voorrangssituatie aansluiting Elpad op Waalseweg; - Verduidelijken geslotenverklaring; - Maken duidelijke oversteekplek voor fietsers van Waalseweg naar fietspad.
Waalseweg (Blasenburgseweg – Inundatiekanaal) Knelpunt - Er wordt te hard gereden. Suggesties - Wegversmalling/snelheidsremmer; - Zebrapad bij wandelpad langs Inundatiekanaal.
Waalseweg (bebouwde kom Tull, bij Molenbuurt) Knelpunten - Er wordt te hard gereden; - Trillingen door klinkerverharding; - Fietsoversteek (overgang fietspad naar rijbaan) gevaarlijk. Slecht zicht door heg; - Kruising met Lange Uitweg en fietspad voorrangssituatie niet duidelijk; - Overlast en gevaar door tractors (met zware lading). Suggesties - Wegversmalling/snelheidsremmer; - Klinkers vervangen door asfalt; - Fietssuggestiestroken; - Rotonde op kruising Waalsweg - Lange Uitweg.
27