Schoolplan 2011 - 2015 OBS Lea Dasberg
Lea Dasberg Markolle 3 7207 PA Zutphen 1
Schoolgegevens: Brinnummer:
26PR
Directeur:
Han Slegt
Wnd. directeur:
Jettie van Osch
Adres hoofdvestiging:
Markolle 3 Tel.0575-570308
Contact school:
E-mail:
[email protected] Website: www.leadasberg.nl
Bevoegd gezag:
Bestuur Stichting Archipel
Adres bevoegd gezag:
Postbus 4091 7200 BB Zutphen
Contactpersoon:
J. Scholten
Contact bevoegd gezag:
Tel. 0575-596120
Instemming
met
en
Verklaring
vaststelling
van
het
schoolplan
Website: www.archipelprimair.nl
Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het schoolplan 2011-2015.
…………………………………..
…………………………….
Voorzitter
secretaris
naam:………………………….
naam:…………………..
………………………………..(plaats), 27-06-2011
Verklaring Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het schoolplan 2011 – 2015 vastgesteld. Namens het bevoegd gezag:
………………………………
……………………………………
Voorzitter College van Bestuur
Lid College van Bestuur
J. Scholten
H.A. Mulder
2
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Doel en functie van het schoolplan Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Verwijzingen naar documenten Samenhang met de schoolgids Evaluatie van het schoolplan
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Bestuur Gegevens van het bestuur Organogram van het bestuur Bestuursfilosofie en bestuurlijke doelen Externe omgeving Sponsorbeleid Medezeggenschap
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Schoolbeschrijving Gegevens van de school De leerlingenpopulatie Personeelsgegevens Situering van de school Toekomstige ontwikkelingen
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Organisatie en beleid binnen de school en communicatie Organogram van de school School- en klassenorganisatie Toelating, verwijzing en verwijdering Taakbeleid Communicatie Dienstverlening Schooladministratie en procedures Ontwikkelthema’s organisatie, beleid en communicatie
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10
Onderwijskundig beleid Visie van de school Missie van de school Identiteit en profilering Leerstofaanbod Leertijd Pedagogisch klimaat en schoolklimaat Didactisch handelen Zorg en begeleiding Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Ontwikkelthema’s onderwijskundig beleid
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
Kwaliteitsbeleid Kwaliteitszorgsysteem op school Opbrengsten Schematisch overzicht m.b.t. methodevervanging Ontwikkelthema’s kwaliteitsbeleid
3
7. 7.1 7.2 7.3 7.4
Personeelsbeleid Personeelsbeleid op schoolniveau en gesprekscyclus Professionalisering Arbobeleid Ontwikkelthema’s personeelsbeleid
8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Financiën Begroting Huisvesting Extra externe geldstromen Interne geldstromen Ontwikkelthema’s financiën
9.
Klachtenregeling
10.
VVE
11.
Educatief centrum
12.
Projecten en experimenten
13. 13.1 13.2
Uitwerking beleidsvoornemens 2011 – 2015 Meerjarenplanning 2011-2015 Ontwerp jaarplan 2011-2012
4
Inleiding 1.1.
Doel en functie van het schoolplan
Het schoolplan is een beleidsdocument voor een periode van vier jaar, 2011 – 2015. Hierin zijn de strategische visie en de beleidskeuzen op hoofdlijnen vastgelegd. Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het schoolplan omvat mede het beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd (sponsoring). Het schoolplan kan op een of meer scholen voor basisonderwijs en een of meer scholen voor ander onderwijs van hetzelfde bevoegd gezag betrekking hebben(art 12 WPO). Daarnaast worden eigen specifieke beleidskeuzes beschreven. Schematisch weergegeven hebben we de volgende documenten. -
-
SCHOOLPLAN (art 12 WPO) inclusief meerjarenoverzicht beleidsvoornemens JAARPLAN (idem) 1 of 2 A-viertjes met mogelijkheden van verdieping per beleidsitem voor het komend schooljaar JAARVERSLAG (art. 171 WPO) bestuursverslag (verslag investeringen, financiering, personeelsbezetting en beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden) jaarrekening (exploitatierekening) overige gegevens SCHOOLGIDS (art 13 WPO) informatie voor ouders, verzorgers en leerlingen over de werkwijze van de school.
Het schoolplan wordt geconcretiseerd in jaarplannen en jaarbegrotingen. In een jaarplan wordt in geoperationaliseerde termen (SMART – principes) beschreven welke (verbeter)doelstellingen de school wil bereiken in het betreffende schooljaar. Er wordt beschreven welke activiteiten worden ondernomen om de doelstellingen te realiseren. Er wordt hierbij aangegeven wie betrokken zijn bij de uitvoering, wanneer de activiteiten plaatsvinden en wat daarvoor nodig is. Jaarlijks zullen de verander- en verbeteronderwerpen van het betreffende schooljaar worden geëvalueerd door directie en team en in een aantal gevallen ook met bestuur, mr en ouders. Beleidsvoornemens/-plannen dienen SMART te worden geformuleerd. Dat betekent: Specifiek: concreet (Gaat het om een relevant verbeterdoel?) Meetbaar: evalueerbaar (Is het beoogde resultaat voldoende meetbaar omschreven?) Acceptabel: instemming van betrokkenen (Is er voldoende draagvlak voor de beoogde verbetering?) Realistisch: haalbaar (Is de kans op succes groot?) Tijdsgebonden: gepland in tijd (Is er voldoende tijd gepland?) Het doel van dit schoolplan is: Het schoolplan is een beleidsdocument dat we gebruiken om de kwaliteit van het onderwijs op onze school op hoofdlijnen beschrijven. Deze beschrijving is het beginpunt van onderwijsverbeteringen die de school gaat doorvoeren. (zie ook hoofdstuk 6.) Het plan geeft duidelijkheid over de planning en sturing voor de komende jaren Het geeft de mogelijkheid om gestelde doelen in de ontwikkeling te evalueren De functie van het schoolplan Het schoolplan is in eerste instantie een intern kwaliteitsinstrument om de school houvast te bieden bij de gemaakte beleidskeuzes en bij de verdere planning van de uitvoering van het beleid. We
5
willen inzichtelijk maken waar de school nu staat en waar we de komende vier jaar naar toe willen en op welke wijze. In tweede instantie dient het schoolplan om verantwoording af te leggen aan het eigen bevoegd gezag, aan de inspectie van het onderwijs en aan de ouders en andere belanghebbenden.
1.2
De procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan
Door het bestuur is een format voor het schoolplan vastgesteld, namelijk het format Schoolplan 2011-2015 van de IJsselgroep. Uitgaande van dit raamwerk werkt de directie met de teamleden aan de totstandkoming van dit plan. Het is van groot belang om het team erbij te betrekken. Ook de inspectie gaat na of de leerkrachten weten wat er in het schoolplan staat en of ze daarin gekend zijn. De medezeggenschapsraad is al in een vroeg stadium betrokken bij de totstandkoming van het schoolplan en stemt uiteindelijk in met het schoolplan. Er wordt gebruik gemaakt van de resultaten van een eigen sterkte-zwakte analyse en een kwaliteitsanalyse (de Archipel-Airview), eventueel aangevuld met andere instrumenten. Tevredenheidpeilingen onder ouders, leerlingen en medewerkers, de uitkomsten van de laatste inspectiebezoeken en een analyse van de opbrengsten van de school worden ook gebruikt bij het opstellen van het schoolplan, evenals de evaluatie van het vorige schoolplan. Over het schoolplan heeft tussentijds overleg plaats met het schoolbestuur. Het bestuur stelt het schoolplan uiteindelijk vast.
1.3
Verwijzingen naar documenten
Het meerjarige beleid dat in het schoolplan is geformuleerd is gebaseerd op de volgende bovenschoolse beleidsdocumenten: a. Het strategische beleidsplan 2011-2015 b. Het actuele managementstatuut c. Het Integraal personeelsbeleidsplan (beleid, instroom, personeelsontwikkeling, personeelszorg, uitstroom, bekwaamheidsdossier, functiemix) d. Het ICT beleid van het bestuur e. Het Jaarverslag 2010 van het bestuur f. Het traject Kwaliteitsbeleid (Aantoonbaar Beter Onderwijs) g. Het veiligheidsplan h. Arbo beleidsplan i. Klachtenregeling: reglement vertrouwenspersoon j. De begroting 2011 van het bestuur k. Statuut en Reglementen Medezeggenschap l. Document ‘Communicatielijnen binnen Archipel’ m. Convenant/samenwerkingsovereenkomst buitenschoolse opvang n. Regeling toelating/verwijdering (format vos/abb) o. Protocol toelating/verwijzing lgf-leerlingen p. Document evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding De documenten zijn op school aanwezig en voor betrokkenen te raadplegen
1.4
Samenhang met de schoolgids
Ieder jaar ontvangen de ouders van de kinderen digitaal een schoolgids die geldt voor het betreffende schooljaar. De schoolgids informeert o.a. over de onderwijsdoelen, behaalde onderwijsresultaten en de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut (bv. een berekening van het (gem.)aantal uren onderwijs per groep per schooljaar), over de hoogte van de ouderbijdrage en over de manier waarop deze wordt besteed. Het bevat ook informatie over de manier waarop de school de zorg voor het jonge kind en de zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vormgeeft en hoe de zorg voor leerlingen waarvoor een leerlinggebonden financiering (LGF) beschikbaar is, vorm krijgt. Verder beschrijft het hoe de veiligheid ( fysieke en sociale ) op school wordt gegarandeerd en de wijze waarop de overblijfmogelijkheid wordt georganiseerd. Daarnaast beschrijft de schoolgids de rechten en plichten van alle bij de school betrokken partijen, evenals de toegang tot de klachtenregeling. Na vaststelling is de schoolgids met bijlage ook te downloaden op de website van de school.
6
1.5
Evaluatie van het schoolplan
Jaarlijks wordt aan het begin van het schooljaar een nieuw actiejaarplan vastgesteld. Dit actiejaarplan is gebaseerd op de meerjarenplanning (zie 13.1). In juni wordt het actiejaarplan tijdens een studiemiddag met het gehele team geëvalueerd en worden opbrengsten vastgelegd in borgingsdocumenten. Om te zorgen voor een daadwerkelijk goede borging van vastgesteld beleid, worden de thema’s uit deze documenten opnieuw regelmatig geagendeerd in het daaropvolgende actiejaarplan. Nog niet gerealiseerde actiepunten krijgen indien nodig een plek in het nieuwe actiejaarplan.
7
2
Bestuur
2.1
Gegevens van het bestuur
Onze school valt onder het bevoegd gezag van Stichting Archipel. Daaronder ressorteren in totaal 22 basisscholen en 1 sbo school in de gemeenten Brummen, Voorst en Zutphen. De school is verbonden met de GMR van Stichting Archipel. Contactgegevens van het bestuur: Stichting Archipel Hogestraatje 3 Postbus 4091 7200 BB Zutphen Tel. 0575-596120
[email protected] www.archipelprimair.nl
2.2
Organogram van het bestuur
Raad B
Raad V
Raad Z
Platform
RVT
GMR
CVB Staf/AK MR 1-24
Directeur (+team)1-24
De eindverantwoordelijkheid voor de stichting berust bij het college van bestuur (CVB). Er wordt toezicht op het bestuur gehouden door de raad van toezicht (RVT, intern toezicht) en door een platform met de wethouders van de 3 gemeenten Brummen, Voorst en Zutphen (extern toezicht). Iedere school heeft een directeur. De directeur is, binnen de vastgestelde kaders, verantwoordelijk voor zijn of haar school. CVB en directeuren komen regelmatig bijeen in het managementoverleg. Daarnaast bestaan functionele werkgroepen voor de beleidsvoorbereiding. Managementoverleg en werkgroepen adviseren aan het CVB. Directeuren en CVB worden bij hun werkzaamheden ondersteund door het stafbureau. De administratie is deels uitbesteed aan een administratiekantoor (AK). De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) is verantwoordelijk voor de medezeggenschap op bestuursniveau, ofwel voor aangelegenheden alle scholen betreffende. De verdeling van taken en bevoegdheden tussen RVT en CVB is vastgelegd in de statuten van de stichting. De verdeling van taken en bevoegdheden tussen CVB en directeuren is vastgelegd in het managementstatuut.
2.3
Bestuursfilosofie en bestuurlijke doelen
Het bestuur van Stichting Archipel werkt conform de Code Goed Bestuur van de PO-raad. De bestuurlijke doelen voor de periode 2011-2015 zijn weergegeven in het strategisch beleidsplan 2011-2015. Deze doelen zijn vertaald in het voorliggende schoolplan 2011-2015. Scholen leggen minimaal een maal per schooljaar verantwoording af aan het college van bestuur over de voortgang van het schoolplan. Het college van bestuur rapporteert en legt verantwoording af aan de raad van toezicht.
8
Stichting Archipel bestuurt 23 scholen voor primair openbaar onderwijs in de gemeenten Brummen, Voorst en Zutphen. Het onderwijs op de 23 scholen is ingericht conform Artikel 46 van de Wet Primair Onderwijs. Dit artikel luidt als volgt: 1.
2. 3.
Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing.
Deze omschrijving vormt voor de scholen van het bestuur een belangrijke leidraad bij de toelating en de inrichting van de dagelijkse onderwijspraktijk op de scholen. De actieve pluriformiteit wordt vorm gegeven door op de scholen actieve aandacht te besteden aan de verschillende levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in onze multiculturele samenleving. (Leren) omgaan met vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid, individualiteit en gezamenlijkheid, solidariteit en samenwerking zijn vormingsgebieden die naast het leren (het verwerven van kennis en vaardigheden) in onze scholen de nodige aandacht krijgen. De algemene toegankelijkheid komt tot uitdrukking in het feit dat er voor elk kind op onze scholen plaats is, behoudens medische en onderwijskundige beperkingen. Iedereen is welkom, ongeacht godsdienst of levensovertuiging. Stichting Archipel is op 1 januari 2006 ontstaan na een fusie van de drie besturen voor openbaar primair onderwijs in de gemeenten Brummen, Voorst en Zutphen. Tijdens de eerste jaren van het bestaan werd veel energie gestoken in de opbouw van de organisatie, tot uitdrukking komend in het beleidsplan 2007-2011. Tijdens deze beleidsperiode hebben organisatie en scholen zich goed ontwikkeld. In het najaar van 2010 werd gestart met de voorbereidingen voor het nieuwe strategisch beleidsplan 2011-2015. In februari 2011 is de besluitvorming afgerond. Het beleidsplan geeft richting en kaders aan voor de schoolplannen. Missie en visie uit het beleidsplan 2011-2015 luiden als volgt: Missie: De scholen van Archipel stimuleren kinderen zich te ontwikkelen tot succesvolle deelnemers aan de maatschappij van de toekomst. Visie: Kinderen afkomstig van scholen van Archipel zijn succesvol in het vervolgonderwijs en in de maatschappij van de toekomst doordat zij: -gemotiveerd leren -kritisch denken -effectief communiceren -goed kunnen samenwerken -verantwoordelijke burgers zijn, met oog voor culturele verschillen -creatief zijn, en daarbij nieuwe technologie kunnen inzetten -flexibel zijn -inzicht hebben in de eigen persoon en zich kunnen inleven in de ander -gelukkig zijn Daarnaast zijn de volgende uitgangspunten van belang: Wij gaan er vanuit dat: -alle kinderen kunnen leren, maar dat zij verschillen in capaciteiten, tempo en leerstijl -hoge verwachtingen en een uitdagende, innovatieve, technologisch vooruitstrevende leeromgeving noodzakelijk zijn voor het leersucces van alle kinderen -wij kinderen leren zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor hun ontwikkeling en resultaten -vertrouwen, wederzijds respect en open en eerlijke communicatie nodig zijn voor effectieve samenwerking
9
-bestuurlijke kaders nodig zijn zodat de scholen zich onderling vergelijkbaar en consistent ontwikkelen -doelen SMART geformuleerd zijn -regelmatige feedback vanuit ouders en omgeving verbetering ondersteunt. Doelen en indicatoren Doel 1: de scholen van Archipel bieden onderwijs passend bij de 21 e eeuw, dat voldoet aan visie en uitgangspunten van de stichting. Indicatoren: a. Het schoolplan 2011-2015 bevat een beschrijving van de ontwikkeling die de school in de periode 2011-2015 zal doormaken. b. Uiterlijk in 2015 zijn de scholen voorbereid op en in staat tot het bieden van 21e eeuw onderwijs. c. Uiterlijk in 2015 zijn de leerkrachten voorbereid op en in staat tot het bieden van 21e eeuw onderwijs. d. Het schoolplan 2011-2015 bevat een beschrijving van de rol die technologie (ICT) hierbij zal spelen. e. Het schoolplan 2011-2015 bevat een beschrijving van de rol die de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen hierbij zal spelen. Doel 2: kinderen die de school na groep 8 verlaten zijn optimaal voorbereid voor het vervolgonderwijs. Indicatoren: a. Alle kinderen verlaten de school in 2015 op minimaal het taal referentieniveau 1F. b. Zoveel mogelijk kinderen verlaten de school op taal referentieniveau 1S. c. Kinderen in groep 8 voldoen in 2015 aantoonbaar aan de in de visie genoemde criteria. d. Kinderen in leerjaar 1 van het vervolgonderwijs zijn tevreden over de wijze waarop zij op het vervolgonderwijs zijn voorbereid. Doel 3: onderwijs op Archipelscholen is maatwerk, in het bijzonder na invoering van passend onderwijs in 2012. Indicatoren: a. Ieder kind ontvangt passend onderwijs. b. De scholen van Archipel staan open voor alle kinderen en verzorgen thuisnabij onderwijs. c. Er is in 2012 afstemming met het speciaal onderwijs en met de samenwerkingsverbanden wsns op welke wijze ondersteuning in het regulier onderwijs zal plaatsvinden. d. Kinderen zijn tevreden over het geboden onderwijs; zij scoren gemiddeld minimaal 3,4 bij het tevredenheidonderzoek. e. Ouders zijn tevreden over het geboden onderwijs; zij scoren op dit specifieke onderdeel gemiddeld minimaal 3,4 bij het tevredenheidonderzoek. Doel 4: Bestuur, scholen, leerkrachten en leerlingen werken doel- en opbrengstgericht. Indicatoren: a. Scholen vallen vanaf 2012 allen onder het basisarrangement van de inspectie. b. In 2015 beschrijven scholen, leerkrachten en leerlingen het onderwijs in termen van leerdoelen en –opbrengsten. c. De opbrengsten voldoen minimaal aan de normen van de inspectie. Doel 5: Scholen van Archipel hebben een goede band met ouders. Indicatoren: a. Ouders zijn tevreden over de school; zij scoren gemiddeld minimaal 3,4 bij het tevredenheidonderzoek. b. Ouders worden betrokken bij beleidsontwikkeling in school en bestuur. c. Ouders worden betrokken bij activiteiten in de school.
10
d. Er zijn voldoende communicatiemogelijkheden, ook voor tweerichtingsverkeer. Doel 6: Om de ontwikkeling van kinderen te optimaliseren groeien de Archipelscholen uit tot een educatief centrum of Sterrenschool. Indicatoren: a. In 2015 zijn minimaal 5 Archipelscholen uitgegroeid tot een volwaardig educatief centrum/Sterrenschool. b. In 2015 vertonen minimaal 10 andere Archipelscholen minimaal 2 van de 5 sterren van de Sterrenschool. c. De overige scholen rapporteren in 2015 over de wijze waarop zij elementen van educatief centrum/Sterrenschool in de volgende planperiode kunnen implementeren. d. In 2015 is een systeem ontwikkeld waarmee de meerwaarde van educatief centrum/Sterrenschool kan worden bepaald. Doel 7: In alle scholen heerst een positieve, klantvriendelijke en op resultaten en samenwerking gerichte werksfeer. Indicatoren: a. Medewerkers zijn tevreden over hun werksituatie; zij scoren gemiddeld minimaal 3,4 bij het tevredenheidonderzoek. b. Medewerkers zijn actief participant in een samenwerkend team. c. Medewerkers hebben hoge verwachtingen van zichzelf, van hun leerlingen en van hun collega’s. d. Medewerkers zijn hoog gekwalificeerd en dragen zorg voor regelmatige professionele ontwikkeling. e. Medewerkers worden in de gelegenheid gesteld noodzakelijke scholing te volgen. Doel 8: Archipel is financieel gezond; de beschikbare middelen worden efficiënt en effectief ingezet, uitgaande van het principe ‘geld volgt beleid’. Indicatoren: a. De jaarlijkse begroting is taakstellend b. De kengetallen voldoen aan landelijke benchmarks c. In 2015 beschikt Archipel over een in omvang beperkt, toekomstig scholenbestand In 13.2 wordt , indien van toepassing, bij de beschrijving van de schoolplandoelen, een koppeling gemaakt naar de doelen uit bovenstaand strategisch beleidsplan.
2.4
Externe omgeving
De externe omgeving van de stichting is flink in beweging. Daarin is een aantal trends en ontwikkelingen te onderscheiden die voor Archipel en de afzonderlijke scholen in de komende jaren belangrijk zijn. Een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling is de toenemende vraag naar kinderopvang en buitenschoolse opvang. Twijfelachtig is de toekomstige positie van de peuterspeelzalen binnen de kaders van de Wet OKE en in de relatie met de kinderopvang. De ontwikkelingen passen bij het ingezette Archipelbeleid in het kader van de ontwikkeling van educatieve centra. Ook de opkomst van de Sterrenschool is daarbij van belang. In 2012 zal passend onderwijs worden ingevoerd. In het licht van de daarmee gepaard gaande bezuinigingen bepaald geen geringe opdracht. De beide samenwerkingsverbanden waarvan Archipelscholen deel uitmaken, swv Zutphen e.o. voor de scholen in Zutphen en Brummen en swv Sine Limite in Deventer voor de scholen in Voorst zijn voor onze scholen daarbij van groot belang. Vanuit overheid en inspectie wordt in sterke mate de aandacht gericht op opbrengstgericht werken. Dit betekent dat het onderwijs in onze scholen, nog meer dan reeds het geval was, meer doel- en opbrengstgericht zal moeten worden. Dat zal een beroep doen op de professionele cultuur in de scholen.
11
Er is meer aandacht voor de positie van de leerkracht. Dit is terug te vinden in maatregelen als het Actieplan Leerkracht, de functiemix en de lerarenbeurs. Daarnaast is ook veel aandacht voor versterking van de opleidingen. In de maatschappij neemt het gebruik van technologie steeds meer toe, ook door kinderen. De vraag aan het onderwijs in de komende jaren is hoe op deze trend in te spelen. In onze regio is sprake van krimp. Deze zal zich in de komende jaren versterkt voortzetten. Dat betekent dat veel Archipelscholen met een daling van het aantal leerlingen te maken zullen krijgen (die overigens op veel plaatsen al is begonnen). Dit heeft een rechtstreeks effect op de financiën van school en stichting. Een effect dat nog wordt versterkt door de bezuinigingen van de diverse overheden.
2.5
Sponsorbeleid
Het beleid ten aanzien van sponsoring volgt in alle opzichten het convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” 2009, dat op de school ter inzage ligt.
2.6
Medezeggenschap -
-
Op Archipelniveau functioneert de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Er is een GMR-statuut en een GMR-reglement, gebaseerd op de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) uit 2007. Het overleg met de GMR wordt gevoerd door het College van Bestuur. Er is sprake van een GMR met een beperkte omvang (6 personeelsleden, 6 ouderleden en een ambtelijk secretaris). Op school functioneert de medezeggenschapsraad (MR). Het bestuurlijke overleg met de MR is door het bestuur gemandateerd aan de directeur van de school. MR-statuut en MRreglement zijn gebaseerd op de Wet Medezeggenschap Scholen (2007).
12
3
Schoolbeschrijving
De Lea Dasberg is een grote openbare school in de wijk Leesten, waar leerlingen en personeel uitgedaagd worden om hun talenten te ontwikkelen en daardoor succesvol zijn in de maatschappij.
3.1
Gegevens van de school
De Lea Dasberg is gestart in 1998 als zelfstandige school in de wijk Leesten. In korte tijd is de school uitgegroeid tot de grootste school van Zutphen met ruim 650 leerlingen (voorjaar 2011). De school kent twee locaties, het hoofdgebouw met 18 groepen aan de Markolle, waarvan 4 in een tijdelijke dislocatie naast de school en een dependance met 8 groepen aan de Marga Klompelaan. De school is gevestigd in het multifunctioneel centrum de Mene, waarin tevens de Blokkentoren, (met (halve)dagopvang voor 0- 4 –jarigen, voor- , tussen- en naschoolse opvang) en de stichting Zozijn voor volwassenen met een verstandelijke beperking, een plaats hebben. Na de jaren van groei heeft de school sinds enkele jaren te maken met krimp van het aantal leerlingen. Met name door de economische recessie, waardoor de geplande woningbouw van ruim 800 woningen in Leesten Oost waarschijnlijk niet wordt gerealiseerd, blijft de toestroom achter bij de aanvankelijke prognoses. De inmiddels bijgestelde cijfers tonen aan dat de geplande nieuwbouw aan de rand van Leesten Oost geen doorgang zal vinden. Doordat de peuters in de wijk met name in het centrum en het westen van de wijk wonen, zal het belangrijk zijn om de locatie aan de Marga Klompelaan open te houden en te renoveren, zodat ook op deze plek op de lange termijn een goede schoolvoorziening behouden blijft. Mede in het kader van de profilering van de school zal de inhoudelijke en organisatorische samenwerking met de Blokkentoren in de komende jaren worden versterkt, waarbij het uiteindelijke streven is om een ononderbroken ontwikkelingslijn te creëren voor alle 0 – 12 jarigen en onderwijs en opvang optimaal op elkaar af te stemmen.
3.2
De leerlingenpopulatie
De schoolbevolking wordt hoofdzakelijk gevormd door leerlingen zonder weging. Wel is er een tendens waarin het aantal leerlingen met weging toeneemt (0,5% in 1998 / 9 % in 2011). Het belang van goed gedifferentieerd onderwijs wordt daarmee nog eens bevestigd. De eindopbrengsten van CITO zijn in het algemeen bovengemiddeld. De uitstroom van leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs toont dat het overgrote deel van de schoolverlaters op minimaal VMBO-t niveau ligt. De school heeft in 2011 26 groepen met een gemiddelde groepsgrootte van 25 leerlingen. De roep om extra handen en ondersteuning m.b.t. het verlenen van zorg op maat, maakt dat er bij de formatiebepaling in de komende jaren meer dan tot dusverre zal worden gekeken naar de mogelijkheden voor de inzet van onderwijsassistenten. Uit het tevredenheidsonderzoek van van Beekveld en Terpstra (2011) blijkt dat ouders veel waarde hechten aan een goede communicatie tussen school en ouders, wanneer er sprake is van zorg. Daarnaast is er veel belangstelling voor het onderwijs aan de meerbegaafde leerling. In dit nieuwe schoolplan krijgen beide thema’s een nadrukkelijke plek.
3.3
Personeelsgegevens
De school heeft 50 personeelsleden. Een overgrote meerderheid ( 85 % ) is vrouw. Ook het aantal deeltijders ( 80% ) is groot. De leeftijdsopbouw is in het algemeen gevarieerd, waarbij wel moet worden opgemerkt dat door de krimp er weinig jonge collega’s instromen. Het managementteam wordt gevormd door de directeur en drie bouwcoördinatoren. De taken en verantwoordelijkheden van de MT-leden zijn vastgelegd in de nota managementstructuur Lea Dasberg. In dit document worden taken en verantwoordelijkheden beschreven. De vier IB-ers hebben een staffunctie. Zij hebben 6 x per jaar overleg met de directeur en nemen enkele keren per jaar deel aan het MT-overleg. Ook de taken van de IB-ers zijn beschreven in een apart document. De school heeft een aantal leerkrachten met specifieke taken, zoals remedial teacher, ICT-er, ICCer (interne cultuurcoördinator), interne opleider en leescoördinator. Aan de school zijn leerkrachten verbonden met specifieke talenten op het gebied van beeldende vorming, bewegingsonderwijs en muziek. In de komende planperiode is talentontwikkeling van leerkrachten
13
en leerlingen een van de pijlers van beleid. Er is een administratief ondersteuner en daarnaast is er ruim een formatieplaats beschikbaar voor conciërgewerkzaamheden. Binnen de school is sprake van interne mobiliteit. Jaarlijks vindt er roulatie plaats tussen de beide locaties en waar mogelijk vindt ook verticale mobiliteit plaats.
3.4
Situering van de school
Het hoofdgebouw heeft een centrale plek in de wijk en biedt allerlei mogelijkheden tot de verdere uitbouw van het educatief centrum. De dependance is met name gelegen in het deel van de wijk waar de sterkste aanwas is. Dit vraagt om een herbezinning van het plaatsingsbeleid.
3.5
Toekomstige ontwikkelingen
De te verwachten daling van de leerlingenaantallen ( 30% in Leesten/ Warnsveld op de langere termijn), de spreiding van de instroom en de gevolgen daarvan voor de school worden in de paragrafen hierboven beschreven. Daarbij dient nog te worden vermeld dat de huidige derde noodlocatie op termijn zal worden afgestoten.
14
4
Organisatie en beleid binnen de school en communicatie
4.1
Organogram van de school Directeur Bouwcoordinator: 1-2 Bouwcoordinator 3 – 4 – 5
Bouwcoordinator 6 – 7 – 8
Leerkrachten
Leerkrachten
Leerkrachten
De directeur is eindverantwoordelijk binnen de door de stichting vastgestelde algemene kaders. Op deze grote school zijn de bouwcoördinatoren de direct leidinggevenden van hun bouw. Dit betekent o.a. dat zij naast het voorzitten van de bouwoverleggen, ook verantwoordelijk zijn voor de klassenbezoeken en de gesprekken uit de Archipelgesprekscyclus. De directeur voert de gesprekken uit de gesprekscyclus met de MT-leden, IB-ers en O.O.P.- ers. Voor een uitwerking van taken en verantwoordelijkheden wordt verwezen naar de nota managementstructuur Lea Dasberg.
4.2
School- en klassenorganisatie
Klassenmanagement: Binnen de school wordt middels het leerstofjaarklassensysteem gewerkt. Er wordt daarbij adaptief onderwijs gegeven, waarbij ‘ rekening houden met verschillen’ tussen kinderen uitgangspunt is. Er wordt gedifferentieerde instructie en verwerking aangeboden, hetgeen betekent dat dagelijks gebruik gemaakt wordt van diverse werkvormen zoals: het gebruik van een instructietafel, preteaching, kleine kringhantering in onderbouwgroepen, omgaan met uitgestelde aandacht, etc. Vanaf groep 3 werken de leerlingen met weektaken, waarop de leerling en de leerkracht wekelijks een korte schriftelijke reflectie voor het kind en de ouders aangeven. Ook de eventueel aangepaste leerstof voor leerlingen met achterstand of voorsprong heeft een plek op de taakbrief. Tijdens het werken wordt ook regelmatig gebruik gemaakt van coöperatieve werkvormen, waarbij het werken in teams een vast uitgangspunt is. Globaal genomen vindt de instructie en verwerking plaats op drie niveaus. Voor leerlingen die moeite hebben om de minimumdoelen te halen, wordt een zorgtraject gestart, dat eventueel kan leiden tot het werken met een handelingsplan of een eigen leerlijn. Voor leerlingen die consequent hoog scoren op de CITO-LVS toetsen en ook op de signaleringslijst meerbegaafdheid positief scoren, wordt een passend onderwijsaanbod samengesteld, waarbij compacten en verrijken van de leerstof uitgangspunten zijn. In het borgingsdocument klassenmanagement zijn afspraken en kijkwijzers opgenomen. Zorg: Bij gesignaleerde zorg heeft de leerkracht een aantal opties: a. De leerkracht geeft de leerling na overleg met ouders extra ondersteuning binnen de reguliere setting. b. Wanneer de geboden extra hulp te weinig effect sorteert bespreken ouders, leerkracht en IB-er de problematiek in een startgesprek. Dit gesprek is bedoeld om op een lijn te komen en vervolgafspraken te maken. De IB-er kan bijv. het kind nader toetsen om een juiste diagnose te kunnen stellen. Ook is het mogelijk dat er observaties plaatsvinden, vooral wanneer er sprake is van sociaal emotionele problematiek. De uitkomsten zullen veelal leiden tot het opstellen en uitvoeren van een handelingsplan. Bij de uitvoering van het HP kan op beperkte schaal remedial teaching buiten de groep worden ingezet. De leerkracht blijft echter regievoerder. c. Wanneer school en/of ouders handelingsverlegen zijn, ook na de uitvoering van een HP, kan de leerling worden besproken tijdens een HGPD- gesprek, waaraan tevens een orthopedagoog van het samenwerkingsverband deelneemt. Doordat de school sinds 2010 deelneemt aan een pilot zorgteams, kunnen ook de schoolmaatschappelijk werker, jeugdverpleegkundige en indien van toepassing de zorgcoördinator van de buitenschoolse opvang aansluiten. d. Indien van toepassing kan pre-ambulante begeleiding vanuit de diverse clusters worden aangevraagd.
15
Om de leerlingen tijdig de eventueel noodzakelijk zorg te kunnen bieden, vindt er een aantal keren per jaar een Algemeen Leerlingoverleg (ALO) plaats tussen leerkracht en IB-er. Tijdens deze besprekingen worden resultaten en trendanalyses besproken. De organisatie en uitwerking van de zorg wordt beschreven in het uitgebreide zorgprotocol van de school, dat jaarlijks wordt geëvalueerd en zo nodig aangepast. Groepsindeling: Jaarlijks wordt op voordracht van het managementteam een voorstel tot groepsindeling gemaakt. Dit voorstel wordt besproken tijdens een plenair teamoverleg en na vaststelling ter goedkeuring voorgelegd aan de MR. Vervolgens maken alle collega’s schriftelijk hun wensen kenbaar m.b.t. de inzet voor het nieuwe schooljaar. Het MT stelt uiteindelijk de formatiebezetting vast, waarbij getracht wordt om waar mogelijk ook de interne mobiliteit tussen de beide locaties te realiseren.
4.3
Toelating, verwijzing en verwijdering:
Wij hanteren de uitgangspunten geformuleerd in het katern “Toelating en verwijdering leerlingen PO” van het VOS/ABB. Daarnaast geeft de schoolgids informatie m.b.t.: Aanmelding ( zie hoofdstuk 4.1.1) Toelatingsbeleid LGF-leerlingen ( zie hoofdstuk 4.1.7) Verwijzing SBO of Speciaal onderwijs: Indien school ook na het inzetten van uitgebreide zorg handelingsverlegen blijft, kan na overleg met ouders besloten worden om het kind aan te melden bij het Zorgadviesteam (ZAT) van het samenwerkingsverband of bij een regionaal expertisecentrum. Na toekennning kan dan plaatsing volgen. Het verwijzingspercentage is gemiddeld 0,75 %.
4.4
Taakbeleid
Op basis van o.a. de thema’s uit dit schoolplan en de daaruit voortvloeiende actiejaarplannen worden werkgroepen geformeerd. Deze kunnen inhoudelijk of organisatorisch van aard zijn. Van iedere werkgroep en elk taakgebied is een korte taakomschrijving + urentoekenning aanwezig. Deze worden jaarlijks geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Voor de start van het schooljaar geven de leerkrachten hun voorkeuren aan, waarna het MT uiteindelijk een indeling maakt van de diverse werkgroepen. Daarbij wordt rekening gehouden met competenties, interesses, een evenwichtige verdeling over de bouwen of jaargroepen en de werktijdfactor (WTF). De actuele nota taakbeleid geeft een overzicht.
4.5
Communicatie
Onze school vindt goede communicatielijnen met alle betrokkenen buitengewoon belangrijk. De schoolleiding zorgt voor goede overlegstructuren en beschikt over een schoolspecifiek communicatieplan, waarin tevens de besluitvormingsprocedure is opgenomen. Interne communicatie Voor de start van het schooljaar ontvangen alle teamleden een jaaroverzicht met relevante gegevens. Deze worden maandelijks bijgewerkt en verzonden. Bij de start van het schooljaar wordt het actiejaarplan besproken en vastgesteld. De directeur en de bouwcoördinatoren vergaderen wekelijks op de donderdagmiddag. De directeur verstuurt tweewekelijks een digitale nieuwsbrief voor het personeel. De bouwcoördinatoren verzenden per mail de agenda’s voor de vergaderingen. De verslagen van bouwvergaderingen worden per mail verzonden aan de collega’s uit de betreffende bouw en aan de directeur en bouwcoördinatoren. De verschillende werkgroepen verzenden de notulen van de vergaderingen aan de directeur en de bouwcoördinatoren. De stukken worden verzonden naar het school email -adres van de teamleden.
16
Externe communicatie Bij de start van het schooljaar ontvangen alle ouders digitaal een schoolgids met bijlage. In de bijlage zijn o.a. opgenomen: lestijden, vakantierooster, jaarkalender, groepsbezetting en een overzicht van externe organisaties. De schoolgids met bijlage wordt ook geplaatst op de website van de school www.leadasberg.nl. Gedurende het schooljaar wordt de schoolgids uitgereikt aan belangstellende ouders en nieuwe ouders. De ouders ontvangen maandelijks een nieuwsbrief met actuele informatie. De nieuwsbrief wordt ook op de website van de school geplaatst. Van de MR vergaderingen worden verslagen gemaakt, die in aangepaste vorm op de website worden geplaatst. De directeur heeft voorafgaande aan de MR- vergadering een agenda-overleg met de voorzitter en de secretaris van de MR. Iedere groep verzorgt een eigen pagina op de website van de school. Drie teamleden zijn adviserend lid van de ouderraad. Inzake de contacten met gescheiden ouders wordt verwezen naar het protocol “contacten met gescheiden ouders”. De directeur onderhoudt namens de school de contacten met de bovenschoolse directie. De werkgroep communicatie vanuit de MR bespreekt met de directie voorstellen om de communicatie te optimaliseren. De schoolorganisatie kent daarnaast contacten met diverse instellingen, waarvan de belangrijkste hieronder worden genoemd. Stichting Blokkentoren – voor en naschoolse opvang. Stichting Broodnodig – voor de tussenschoolse opvang. Stichting Welzijn Zutphen – voor peuterspeelzaal en beheer “De Mene”. Gemeente Zutphen, inclusief de wijkambtenaar. Stichting Zozijn, inzake participatie medewerkers in de school. Stichting Delta, inzake schoonmaak van de gebouwen. Scholen voor voortgezet onderwijs Opleidingsinstituten, o.a. PABO’s en ROC-s. Mobiliteitscentrum IJsselgroep betreffende inval leerkrachten. OBT – administratiekantoor. WSNS Zutphen en omstreken. Zorgplatform – via de interne begeleiders. Inspectie van het onderwijs. Bestuur Stichting Archipel. Directie overleg Stichting Archipel. Directie en IB netwerk gemeente Zutphen. Bibliotheek. Muzehof. School adviesdienst IJsselgroep. Buurtnetwerk (wijkagent,wijkverpleegkundige, bureau jeugdzorg)
4.6
Dienstverlening
Stichting Archipel en de Blokkentoren hebben een convenant afgesloten, waarin o.a. de voor- en naschoolse opvang geregeld zijn. Deze vindt plaats op het hoofdgebouw en op de Qubus. Stichting Broodnodig verzorgt op zowel de hoofdlocatie als de dependance de Tussenschoolse Opvang. Op beide locaties is een coördinator die drie keer per jaar met de schoolleiding de voortgang bespreekt. Ouderhulp: Jaarlijks kunnen de ouders bij inschrijving hun bereidheid tot hulpverlening in school kenbaar maken. De diverse commissies zorgen voor de inzet van ouders bij verschillende activiteiten, onder en buiten schooltijd.
17
4.7
Schooladministratie en procedures
Onze school maakt voor de o.a. de leerlingenadministratie gebruik van Parnassys. Nieuw ingeschreven leerlingen worden gemeld aan de afdeling leerplicht van de gemeente. Kinderen die de school niet kunnen bezoeken worden voor aanvang van de lessen afgemeld door hun ouders/verzorgers. Op groepsniveau wordt het verzuim digitaal geregisteerd. Verlofverzoeken worden schriftelijk uitgevoerd en al dan niet akkoord bevonden door de directie. Ouders en leerkracht ontvangen een kopie van het besluit. In de komende schoolplanperiode zullen de lvs- gegevens uit o.a. CITO worden gekoppeld aan de Parnassys administratie.
4.8
Ontwikkelthema’s organisatie, beleid en communicatie
Op onze school streven we ernaar in de komende 4 jaar ten aanzien van de organisatie het volgende te realiseren: Er vindt een inhoudelijke en organisatorische uitbouw plaats van het educatief centrum. De samenwerking met de Blokkentoren wordt geïntensiveerd. De meerjarenplanning in het kader van dagarrangementen wordt gevolgd. De communicatie met en betrokkenheid van ouders wordt vergroot. Een gezamenlijke werkgroep van team, MR en directie komt daartoe met voorstellen. Pr- beleid: Er wordt optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het educatief centrum. Een adequate website en goede huisvesting spelen een belangrijke rol. De school oriënteert zich op een specifieke profilering als kunst- en cultuurschool. Aanpassing schooltijden: Uiterlijk per schooljaar 2012-2013 wordt een start gemaakt met de aanpassing van de schooltijden (8x 940 uren). Een werkgroep vanuit team, MR en directie bereidt voor.
18
5
Onderwijskundig beleid
5.1
Visie van de school
Schoolconcept. In onze school staat het kind centraal. De omgeving van het kind levert een belangrijke bijdrage aan zijn/haar ontwikkeling en de school is daar, naast de opvoeding thuis, een essentieel onderdeel van. Omdat we dit als uitgangspunt nemen, is het voor ons vanzelfsprekend dat wij de kinderen helpen zelfstandig en weerbaar te worden. Om deze ontwikkeling vorm te geven, zijn voor ons de volgende aspecten van groot belang: de overdracht van kennis; het versterken van zelfvertrouwen en eigenwaarde; leren respect op te brengen voor de mensen en de wereld om ons heen. Dit bereiken wij door de kinderen een uitdagende speel-, leer- en werkomgeving te bieden, waarin ze met plezier kunnen gedijen. Om de ontwikkeling en opvoeding van het kind te optimaliseren, vertrouwen wij op de samenwerking met ouders en verzorgers en stimuleren wij wederzijdse betrokkenheid.
De rugzak van het Lea Dasberg kind wordt gevuld door:
eigenwaarde
zelfstandigheid
zelfvertrouwen
kennis
creativiteit
sociale vaardigheid
respect
weerbaarheid
sportiviteit
veiligheid
19
5.2
Missie van de school
Onze voornemens met betrekking tot de ontwikkeling van het onderwijskundige beleid gedurende de periode 2011-2015 zijn gebaseerd op: de (ontwikkeling in de) samenstelling van onze leerlingenpopulatie de interne en externe analyse van tevredenheidsonderzoeken 2009 en 2011 een analyse van de leeropbrengsten d.m.v. ons leerlingvolgsysteem (CITO- trendanalyses) uitkomsten van recent inspectiebezoek (voorjaar 2010) een audit n.a.v. het zorgprofiel strategisch beleidsplan van de Stichting Archipel De missie luidt: De Lea Dasberg is een brede school waar de eigenheid van het kind centraal staat. Dit wordt mede gerealiseerd door adaptief onderwijs. Vanuit een veilige, rijke en betekenisvolle leeromgeving krijgt het kind de ruimte om zijn of haar talenten te ontplooien en succesvol te leren. Middels o.a. coöperatief leren en de kanjertraining krijgt ook de sociaal emotionele ontwikkeling de aandacht die het verdient. In de komende schoolplanperiode wil de school doorgroeien naar een educatief centrum voor 0 tot 12 jarigen, waar voor kinderen een ononderbroken ontwikkelingslijn wordt gecreëerd. Wat voor de kinderen geldt is ook voor het team van toepassing. We zien het als een uitdaging om van en met elkaar te leren en de talenten in dit veelzijdige, grote team ten volle te benutten. De leerling profiteert uiteindelijk optimaal.
5.3
Identiteit en Profilering
Identiteit: Onze school is een school van Stichting Archipel en dat betekent dat de beginselen van openbaar onderwijs door ons in woord en daad worden uitgedragen. In principe is elke leerling ongeacht afkomst of religie welkom. De openbare identiteit wordt op school zichtbaar in de keuze voor zaken als het overdragen van kennis over geestelijke stromingen, de aandacht voor minderheidsgroeperingen in de samenleving middels o.a projecten, het meewerken aan de keus van ouders/ leerlingen voor godsdienstig of levensbeschouwelijk onderwijs, roldoorbreking en het bestrijden van racisme. Pluriformiteit, tolerantie, verdraagzaamheid, solidariteit en een democratische houding zijn voor een openbare school taakstellende kernbegrippen. Profilering: Het belangrijkste profileringaspect is voor ons het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs, waarin leerlingen hun mogelijkheden benutten in een uitdagende onderwijssituatie. In de komende jaren willen we dit aspect verder uitbouwen door de samenwerking met de Blokkentoren te intensiveren. Medewerkers uit de doelgroep 2 tot 6 jarigen zullen werken aan de opzet van een ononderbroken ontwikkelingslijn. Daarnaast zullen beide organisaties inzetten op talentontwikkeling middels dagarrangementen, waarbij leerlingen onder schooltijd een zoektocht aangaan naar hun talenten, waarbij de uitgangspunten van meervoudige intelligentie worden gehanteerd en ze uiteindelijk de mogelijkheid krijgen om deze talenten verder uit te bouwen middels naschoolse trajecten. Het feit dat het educatief centrum reeds gevestigd is in een multifunctioneel gebouw met voorzieningen, die verder uitgebreid zullen worden, is daarbij een bijkomende stimulerende factor.
5.4
Leerstofaanbod
Het leerstofaanbod stelt onze leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarbij voorziet de school in een breed aanbod, gericht op verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. De school maakt gebruik van moderne methoden/ materialen en werkt planmatig aan de vervanging hiervan. Het onderwijs voldoet aan de kerndoelen. Daar waar nodig worden aanvullende materialen ingezet. De leermiddelen, materialen en computerprogramma’s bieden voldoende mogelijkheden om in te kunnen spelen op speciale onderwijsbehoeften van leerlingen. Aan actief burgerschap en sociale integratie wordt aandacht besteed tijdens diverse onderwijssituaties, waarbij te denken valt aan: de Kanjertraining, nieuwsbegrip, de thema’s bij de kleuters, het jaarlijkse schoolproject, de vakgebieden aardrijkskunde en geschiedenis. In de schoolgids hoofdstuk 3.3.1 staat informatie over leerlijnen en gebruikte methoden.
20
5.5
Leertijd
Leerlingen krijgen voldoende tijd om zich de leerstof eigen te maken. Onze school houdt zich aan de wettelijke verplichting dat een leerling binnen de gehele basisschoolperiode 7520 uren les krijgt. De verdeling is daarbij als volgt: groepen 1 t/m 4 minimaal 880 uren groepen 5 t/m 8 minimaal 1000 uren. In deze schoolplanperiode zullen alle Archipelscholen naar 8 gelijke schooljaren overstappen. Er is een werkgroep van MR-leden (team en ouders) gevormd die samen met de directie de mogelijkheden uiteindelijk zullen voorleggen aan team en ouders. Een eerste aanpassing zal plaatsvinden in het schooljaar 2012-2013. Om lesuitval te voorkomen is de school, via een bestuursconvenant, aangesloten bij het mobiliteitscentrum IJsselgroep. In de schoolgids staat in hoofdstuk 4.2.10 het protocol personeelsvervanging bij ziekte vermeld. In de klassenmap van iedere groep bevindt zich het lesrooster voor de betreffende groep, waarin de verdeling van de uren over de diverse vakgebieden vermeld wordt. In de komende schoolplanperiode zal een heroriëntatie plaatsvinden, waarbij een evenwichtige verdeling van de uren over de diverse vakgebieden, centraal staat. Schoolplanthema’s als referentieniveaus, streefdoelen voor lezen en spelling zullen invloed hebben op deze verdeling.
5.6
Pedagogisch klimaat en schoolklimaat
Ons mensbeeld: Een mens is een sociaal wezen, dat een veilige omgeving nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen, waarin respect en waardering van groot belang zijn. Ieder individu bezit competenties en is in staat, al naar gelang de leeftijd, tot het zelfstandig maken van keuzes. Hiervan uitgaand zin wij in staat vol zelfvertrouwen en met plezier te functioneren in de maatschappij. Wij zijn trots op het feit dat in formele (o.a. inspectie) en informele contacten het schoolklimaat positief wordt gewaardeerd. Kinderen en leerkrachten die met plezier werken bereiken meer. Adaptief onderwijs: Op onze school wordt adaptief onderwijs gegeven. Dit houdt o.a. in dat leerlingen zich veilig voelen en zich geaccepteerd weten (relatie). Daarnaast verwachten wij van de kinderen dat ze taken verrichten met een ingesloten succesformule. Ook leren zij dat ze steeds groeien in wat ze aankunnen (competentie). Kinderen leren tevens dat zij hun leergedrag, voor een deel, zelf kunnen sturen (autonomie). Wij als leerkrachten stemmen ons gedrag, handelen en de planning af op deze basisbehoeftes. Het heeft gevolgen voor ons pedagogisch, didactisch en organisatorisch handelen. In onze schoolgids staat in hoofdstuk 3.2.1. een beschrijving van de dagelijkse praktijk van ons adaptief onderwijs. Coöperatief leren: Coöperatief leren is leren d.m.v. de samenwerking met de ander. Samenwerkend leren is een werkvorm die een gelijkwaardige plaats verdient naast individuele en klassikale werkvormen en kan worden toegepast in alle groepen. Samenwerken is een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van een kind. Zowel de verstandelijke als de sociale ontwikkeling wordt gestimuleerd. Voor de invulling van coöperatief leren op de Lea Dasberg zie hoofdstuk 3.2.2. van de schoolgids. Sociaal emotionele ontwikkeling: De school besteedt structureel aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling door o.a. te werken met de Kanjertraining. Jaarlijks vindt na/ bijscholing plaats. De sociaal emotionele ontwikkeling van ieder kind wordt in kaart gebracht middels het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) voor de kleuters en het Leerlingvolgsysteem (LVS) van de Kanjertraining, dat vanaf groep 6 ook halfjaarlijks door de leerlingen wordt ingevuld. De uitkomsten kunnen aanleiding zijn tot gesprekken met kind, ouders of groep. Voor ernstig onaangepast gedrag (bijv. pesten) heeft de school een protocol. Hoe de Kanjertraining wordt toegepast is te lezen in hoofdstuk 3.2.3 van de schoolgids.
21
5.7 Didactisch handelen In het didactisch ontwerp werken wij uit hoe de leerkrachten de kinderen bij het leren begeleiden. Dit staat vermeld in de schoolgids in de hoofdstukken 3.2.1, 3.3.1,3.3.2 en 3.3.3. Het didactisch ontwerp is gebaseerd op onze opvattingen over leren en pedagogiek (zie visie en missie).
5.8
Zorg en begeleiding
De zorgstructuur van onze school staat beschreven in het uitgebreide zorgprotocol. De leerlingenzorg op onze school wordt mede bepaald door het zorgbeleid van het Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Zutphen en omstreken. Bij de begeleiding van de LGF- leerling is de individuele hulpvraag van het geïndiceerde kind leidend. Er wordt daarbij ook rekening gehouden met de gevolgen voor de leerkracht en groep. De school heeft 4 intern begeleiders die ieder voor hun bouw belast zijn met de coördinatie rond de zorg. De voortgang van elke leerling wordt enkele keren per jaar besproken tijdens de ALO- besprekingen (Algemeen Leerlingenoverleg). Daarbij worden ook de trendanalyses van het CITO gehanteerd, zowel op individueel als groepsniveau. Jonge risicoleerlingen worden door een warme overdracht met collega’s van het kinderdagverblijf en oudergesprekken na max. 6 weken in kaart gebracht. De meerbegaafde leerling wordt gesignaleerd middels de CITO- toetsen en signaleringsformulieren, waarna evt. wordt overgegaan tot compacten en verrijken. Voor de leerlingen met achterstanden op kernvakken wordt het programma afgestemd op de behoefte, indien nodig wordt remedial teaching gegeven (binnen of buiten de groep). Zie ook 4.2
5.9 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) De school heeft in 2011 haar meerjaren ICT- beleidsplan vastgesteld. De kern van het plan wordt enerzijds gevormd door een zo effectief mogelijke inzet van kwalitatief goede software-programma’s ter ondersteuning van het adaptieve leerstofaanbod en anderzijds worden de kinderen ICT-vaardig, waarbij op een efficiënte manier door leerlingen de vele toepassingsmogelijkheden, zoals tekstverwerken en powerpoint, worden beheerst. In de nieuwe schoolplanperiode zal het plan worden geïmplementeerd. Regelmatig zal de voortgang van de implementatie worden besproken tijdens bouwbijeenkomsten. De school heeft een internetprotocol, waarin afspraken zijn vastgelegd. De leerkrachten bezitten de vaardigheden die behoren bij het digitaal rijbewijs. Op verzoek van de leerkracht of op voordracht van de directie is er de mogelijkheid voor het volgen van nascholing. De school werkt met het Parnassys- administratiesysteem. In de komende planperiode zal met name de toepassing van de zorgmodule van Parnassys worden uitgebreid. De volgende digitale leerlingvolgsystemen worden digitaal toegepast: 1. Ontwikkelingsvolgmodel voor het jonge kind 2. Het CITO – LVS, waarbij de school tevens beschikt over twee geschoolde analyse-specialisten 3. Het Kanjer- LVS In de groepen wordt gewerkt met diverse software- programma’s die worden vermeld in het beleidsplan. De school heeft twee ICT- ers. Samen met de directeur worden tijdens de stafbijeenkomsten ICT beleidsvoorstellen en andere ICT- aangelegenheden besproken. Daarnaast is er een ICT- werkgroep met uit elke bouw van de school een deelnemer. Deze werkgroep richt zich met name op de voortgang van de doelen uit het ICT- beleidsplan. Uiterlijk in 2014 hebben alle groepen de beschikking over een digibord.
5.10 Ontwikkelthema’s onderwijskundig beleid Op onze school streven we ernaar in de komende 4 jaar ten aanzien van het onderwijskundige beleid het volgende te realiseren: * Het realiseren van bij de schoolbevolking passende scores op het gebied van lezen en spelling, middels het werken volgens een leesbeleidsplan en verbeterplan spelling. * Het aanschaffen en invoeren van nieuwe methoden op het gebied van geschiedenis, aanvankelijk lezen, biologie, techniek en rekenen * Het realiseren en invoeren van een kunst –en cultuurbeleidsplan. * De implementatie, uitbouw en borging van bestaande trajecten: kanjertraining, coöperatief leren en excellentie en ICT. * De opzet van ononderbroken ontwikkelingslijnen voor 0 -12 jarigen met de focus op de 2- 6 jarigen. * De aandacht voor het omgaan met verschillen. Thema’s daarbij zijn: oa. Zorgprofiel, groepsplannen en ind. leerlijnen.
22
6
Kwaliteitsbeleid
In het kader van het project Aantoonbaar Beter Onderwijs is een geheel op Archipel toegesneden kwaliteitszorginstrument ontwikkeld (2009). Dit instrument, dat jaarlijks gegevens per school oplevert, die worden samengebracht in een zgn. Archipel-airview en de eens per twee jaar afgenomen tevredenheidonderzoeken, vormen mede de grondslag voor dit schoolplan.
6.1
Kwaliteitszorgsysteem op school
De kwaliteitszorg binnen onze school richt zich op diverse beleidsterreinen: pedagogisch en didactisch handelen leerlingenzorg leerstofaanbod en leertijd opbrengsten en trendanalyses professionalisering communicatie (intern en extern) schoolklimaat personeelsbeleid uitbouw brede school educatief centrum Kwaliteitszorg- cyclisch proces: De school werkt cyclisch aan kwaliteitsverbetering. De start van dit proces is een 0- meting. Waar staan we op dit moment? Voor het verkrijgen van de juiste input van een 0 –meting worden diverse instrumenten ingezet: trendanalyses CITO in- en uitstroomgegevens leerlingen tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoeken (personeel, ouders, leerlingen) externe audit zelfevaluatie rapporten inspectie Tijdens een plenaire bijeenkomst worden resultaten besproken, waarna nieuwe beleidsdoelen worden geformuleerd. Het personeel doet suggesties voor de aanpak en geeft voorstellen inzake de prioriteit. De uitkomsten worden door de directie vertaald in concrete beleidsvoorstellen, die na goedkeuring en eventuele aanpassing door team en MR worden vastgesteld en vertaald in concrete actiejaarplannen. Vervolgens worden de actiejaarplannen uitgevoerd, waarbij afhankelijk van het plan een of meerdere stand van zaken- bijeenkomsten worden ingepland. Veelal wordt de implementatiefase vergezeld van klassenbezoeken door de bouwcoördinator en is er ruimte voor collegiale consultaties. De lerende-schoolgedachte wordt in dit grote team als zeer waardevol ervaren. Bij de afronding en evaluatie van het actiejaarplan worden de doelen getoetst en wordt een borgingsdocument opgesteld. Deze wordt in veel gevallen vergezeld van een kijkwijzer. Afhankelijk van het thema en de mate waarin doelen bereikt en geborgd zijn, wordt in de daaropvolgende periode in meer of mindere mate aandacht besteed aan de afspraken uit het borgingsdocument. Daarbij wordt zo adaptief mogelijk gewerkt. De leerkracht die nog wat extra ondersteuning nodig heeft, krijgt deze. Daarbij is een belangrijke rol voor de bouwcoördinator. Beschrijving huidige situatie en waardering In het voorjaar van 2011 heeft een 0-meting plaatsgevonden aan het eind van de schoolplanperiode. In het algemeen concludeert de inspectie dat het onderwijs van voldoende kwaliteit is. De opbrengsten zijn voldoende m.u.v. technisch lezen in gr. 4. De onderzochte indicatoren van de kwaliteitszorg en het onderwijs en leren zijn voldoende of goed. Ook de sfeer op school wordt als prettig omschreven. De tevredenheidsonderzoeken geven in het algemeen een positief beeld van de school (cijfers ouders: 7,6, leerlingen: 8,2 leerkrachten: 8,1) De communicatie met ouders is een van de thema’s die aandacht krijgt in het nieuwe schoolplan.
23
De trendanalyses laten in het algemeen een voldoende beeld zien, waarbij de opbrengsten van rekenen iets boven en die van technisch lezen en spelling iets onder het referentieniveau liggen. Deze resultaten hebben o.a. geleid tot de keuze voor het opnemen van een leesbeleidsplan en een verbeterplan spelling voor de komende jaren. Uit de zelfevaluatie bleek ook het belang van de voortgang op het terrein van het project excellentie en het verder uitbouw van het educatief centrum. Borging van de beleidsterreinen Van alle beleidsterreinen die in het schoolplan worden vermeld, worden uiteindelijk borgingsdocumenten opgesteld en vastgelegd na bespreking in het team. Veelal worden deze documenten vergezeld van kijkwijzers. Tijdens klassenbezoeken van de directie vormen deze een belangrijk onderdeel van het borgingsaspect. Daarnaast worden afspraken opgenomen in de groepsmappen of het zorgprotocol. Hoe evalueren en met welke middelen: De hierboven omschreven middelen worden ingezet om na te gaan hoe goed de zaken gaan die we hebben afgesproken en vastgelegd. Als aan het eind van een cyclus blijkt dat er redenen zijn om het beleid aan te passen, dan ontwerpt het management of de desbetreffende werkgroep een voorstel dat dan na bespreking aan het eind van een traject weer een vervolg krijgt in een nieuw actieplan.
6.2
Opbrengsten
In het kader van de kwaliteitsevaluatie maakt de school gebruik van de opbrengsten. Deze zijn onder te verdelen in toetsen, kengetallen en tevredenheidsonderzoeken. Toetsen De school gebruikt toetsinstrumenten om zicht te krijgen op de opbrengsten van het onderwijs. We gebruiken hiervoor gestandaardiseerde, niet-methodegebonden toetsen en methode gebonden toetsen. Voor de gehanteerde toetsen en de toetskalender: zie het zorgprotocol. Enkele keren per jaar worden de trendanalyses gehanteerd tijdens het Algemeen Leerling Overleg. Resultaten kunnen aanleiding zijn om individuele trajecten op te starten, aan te passen, of af te ronden. Daarnaast worden de uitslagen gebruikt om groeps- , jaargroeps- of schoolanalyses te maken. Hierbij zijn IB-er, leerkracht en bouwcoördinator aanwezig. Kengetallen a. Analyse uitstroom Jaarlijks ontvangt onze school de vorderingen van de oud leerlingen vanuit de scholen voor voortgezet onderwijs. Het op- en afstroompercentage is daarbij beperkt. De adviezen die onze school geeft worden in het algemeen als een juiste afspiegeling van de mogelijkheden van de leerlingen gekenschetst. Voor de uitstroomgegevens van de afgelopen jaren zie schoolgids: hfdst. 8.19 b. Analyse verwijzingen Middels de HGPD-gesprekken worden de zorgvragen van school en ouders besproken. In veruit de meeste gevallen is het vervolgtraject middels het werken met handelingsplannen afdoende. Via het zorgteam kan indien nodig ook een beroep worden gedaan op ondersteuning van de GGD, of maatschappelijk werk. Het verwijzingspercentage is de afgelopen jaren teruggebracht tot minder dan 1% Tevredenheidsonderzoeken Hoe ervaren leerlingen, ouders en leerkrachten de school. Wat zijn de resultaten van tevredenheidsonderzoeken. Met name het betrekken van ouders bij de plannen van aanpak verdienen aandacht. De school meet twee-jaarlijks in de tevredenheidsonderzoeken de beleving van de veiligheid bij leerlingen en personeel.
24
6.3
Schematisch overzicht met betrekking tot methodevervanging
Bij de vervanging van methoden wordt rekening gehouden met de nieuwste eisen en inzichten op het desbetreffende vakgebied. Daarbij worden o.a externe analyses betrokken. Een teamwerkgroep stelt criteria op, waarna meerdere methoden ter oriëntatie worden uitgeprobeerd. Bij de aanschaf wordt o.a. gekeken naar differentiatiemogelijkheden en de kwaliteit van de software. In de komende planperiode worden voor de volgende vakgebieden nieuwe methoden aangeschaft: Techniek, geschiedenis, aanvankelijk lezen en biologie.
6.4 Ontwikkelthema’s kwaliteitsbeleid Op onze school streven we ernaar in de komende 4 jaar ten aanzien van de kwaliteitszorg het volgende te realiseren: * Trendanalyses krijgen een vaste plek bij het bepalen van het beleid t.a.v. de individuele leerling, de groep en/of de leerkracht, de jaargroep en de gehele school. Door de inzet van de analyses vindt tijdige signalering plaats en krijgt het werken binnen school een meer opbrengstgericht karakter. * De tweejaarlijkse Archipel airview levert de school informatie om het bestaande beleid te evalueren en indien nodig bij te stellen.
25
7
Personeelsbeleid
Met betrekking tot het personeelsbeleid zijn veel zaken op bestuursniveau geregeld. Dit geldt voor het bekwaamheidsdossier: ieder personeelslid houdt een portfolio bij in COSMO. Daarnaast is er een op bestuursniveau vastgestelde gesprekscyclus, met functionerings- en POPgesprekken. Een regeling beoordelingsgesprekken is er nog niet. Deze zal in het schooljaar 2011-2012 worden ontwikkeld. Bij de werving en selectie is een belangrijke rol weggelegd voor de personeelsfunctionaris. Dit geldt evenzeer voor het mobiliteitsbeleid. Hiervoor is een mobiliteitsplan ontwikkeld. Ook het beleid in het kader van de functiemix is op bestuursniveau ontwikkeld. Op Archipelniveau zijn een arbobeleidsplan en een ziekteverzuimbeleidsplan aanwezig.
7.1
Personeelsbeleid op schoolniveau
Op de Lea Dasberg vinden we het belangrijk om zo goed mogelijk rekening te houden met talenten van kinderen en personeelsleden. Professionalisering wordt gestimuleerd en er wordt jaarlijks getracht om de inzet van alle medewerkers te matchen met de aangegeven voorkeuren. Een grote school als de onze heeft daartoe in het algemeen wat meer mogelijkheden. Zo zijn er leerkrachten beeldende vorming, muziek en bewegingsonderwijs. Daarnaast zijn er opgeleide remedial teachers, interne begeleiders en leerkrachten met vaardigheden in het begeleiden van leerlingen met ontwikkelingsvoorsprong. Alle MT-leden hebben minimaal een middenmanagementopleiding gevolgd. Het jaar wordt gestart en afgesloten met bijeenkomsten waarin duidelijke doelen worden gesteld en welke trajecten daarvoor worden gevolgd. Deze trajecten worden verwoord in de actiejaarplannen. Een belangrijk onderdeel van de uitvoering van actiejaarplannen is de ruimte die gemaakt wordt voor het leren van en met elkaar. Collegiale consultatie, klassenbezoeken en coaching zijn daarin kernbegrippen. Voor de leerkracht met extra begeleidingsvragen wordt in eerste instantie gezocht naar interne mogelijkheden, maar kan evt. ook na overleg met de personeelsfunctionaris worden gekozen voor externe begeleiding. In de nota taakbeleid worden alle niet groepsgebonden taken vermeld, voorzien van een taakomschrijving en een urenwaardering. De collega’s geven middels een intekenlijst hun interesse en/of expertise aan. Iedere collega ontvangt bij de start van het schooljaar een normjaartaak-overzichtsformulier, waarin de inzet op de diverse onderdelen in uren wordt weergegeven. Inmiddels (2011) voldoet 20% van het aantal collega’s aan de criteria voor de functiemix en worden als zodanig ingeschaald. In de komende jaren zal dit percentage worden uitgebreid. De tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoeken personeel vormen een belangrijke indicator van het welzijn en welbevinden van het personeel. Professionele ontwikkeling Op schoolniveau hanteren we m.b.t. de professionele ontwikkeling de volgende uitgangspunten: Teamscholing is belangrijk voor de doorgaande lijn in school. Deze krijgt derhalve een hoge prioriteit bij de verdeling van de beschikbare nascholingsmiddelen. De scholing moet aansluiten bij de visie en missie van de school. Scholing maakt deel uit van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan van de medewerker. Voor de bekostiging van de scholing gelden de algemene uitgangspunten uit de CAO PO. Scholingswensen worden o.a. verwoord tijdens de gesprekken uit de gesprekkencyclus en schriftelijk aangegeven in het digitale COSMO- dossier. Werken met persoonlijke ontwikkelingsplannen Iedere medewerker werkt een persoonlijke ontwikkelingplan. Te bereiken doelen en de daaraan gekoppelde acties, zoals begeleiding of nascholing, hebben altijd een koppeling met het beleid van de school. Na de eerste ontwerpfase vindt er een startgesprek plaats met de leidinggevende en wordt evt. na aanpassing het POP definitief gemaakt. In de daaropvolgende jaren komt de voortgang van het POP minimaal een keer per jaar ter sprake en kunnen doelen en acties worden bijgesteld of geactualiseerd.
26
Interne en externe mobiliteit Intern: Jaarlijks kunnen personeelsleden hun wensen m.b.t. interne mobiliteit aangeven. Ook is het mogelijk dat de leidinggevende interne mobiliteit voorstelt. Extern: Binnen de Stichting Archipel vindt jaarlijks middels de raadpleging van de COSMO-dossiers een inventarisatie van de externe mobiliteitswensen plaats. Na gesprekken en oriëntatie op de nieuwe school worden mobiliteitswensen in het algemeen gehonoreerd. Functioneringsgesprekken De gesprekkencyclus van Archipel wordt gehanteerd. Op onze school worden de gesprekken met de groepsleerkrachten gevoerd door de bouwcoördinatoren. De directeur houdt deze gesprekken met MT-leden, IB-ers, leerkrachten met een bijzondere taak (o.a. leescoördinator en leerkracht beeldende vorming) en het onderwijsondersteunend personeel. Beoordelingsgesprekken In de komende planperiode zullen m.i.v. het schooljaar 2012-2013 beoordelingsgesprekken met alle medewerkers worden gevoerd. Ziekteverzuimbeleid De procedures bij ziekmelding en ziekteverzuimbeleid van Archipel worden gehanteerd. De school hecht veel waarde aan het voorkomen van aan werk gerelateerd verzuim. Indien daar onverhoopt toch sprake van is, wordt er actief gezocht naar mogelijke oorzaken en acties om een succesvol reintegratieproces mogelijk te maken.
7.2
Arbo-beleid
Binnen Stichting Archipel wordt gebruik gemaakt met het RAET- verzuimprogramma met betrekking tot gezondheid en welzijn van de personeelsleden. Ook in de vragenlijsten van de tevredenheidsonderzoeken zijn ARBO- gerelateerde vragen opgenomen. Periodiek wordt per school een risicoinventarisatie en evaluatie (RIE) gemaakt. Op basis van de resultaten wordt een actieplan opgesteld. De school heeft voldoende BHV-ers en er is middels het taakbeleid een ARBO- coördinator.
7.3
Ontwikkelthema’s personeelsbeleid
Op onze school streven we ernaar in de komende 4 jaar ten aanzien van het personeelsbeleid het volgende te realiseren: * Voortgang IPB: De gesprekkencyclus in het kader van COSMO wordt vervolgd, waaraan het onderdeel beoordelingsgesprekken wordt toegevoegd m.i.v. 2012-2013. * De professionalisering van collega’s: Er vindt een optimale afstemming plaats van persoonlijke nascholingswensen en schoolbeleid. Talentontwikkeling in het kader van de lerende school wordt daarin een belangrijke pijler.
27
8
Financiën
8.1
Begroting
Materieel: Jaarlijks wordt op schoolniveau een begroting voor de materiële instandhouding opgesteld. Deze begroting is gekoppeld aan de beleidsdoelen uit het schoolplan en wordt besproken in de MR. De kaders voor de jaarlijkse begroting en de uiteindelijke vaststelling vinden plaats door het bestuur en de raad van toezicht. De middelen in het kader van de leerlinggebonden financiering zijn geoormerkt en worden ook als zodanig ingezet. Personeel: Op basis van het op de teldatum aanwezige aantal leerlingen, wordt het formatiebudget toegekend. Allereerst wordt op basis van de verdeling van de kinderen over de leerjaren bepaald hoeveel groepen er worden geformeerd. Voor de inzet van de overige formatie worden op school- en bestuursniveau richtlijnen gehanteerd. Ook is het mogelijk dat de school in het kader van beleidsontwikkeling voor een of meerdere jaren accenten legt in de besteding van de middelen. Het formatievoorstel wordt uiteindelijk besproken en vastgesteld met instemming van de MR. Bij knelpunten in de formatie kan de school eventueel een beroep doen op de frictiepot van de stichting Archipel.
8.2
Huisvesting
Door de krimp van het aantal leerlingen zal de aanvankelijk geplande bouw van een nieuwe derde locatie van de school geen doorgang vinden. De prognoses geven echter wel aan dat de huidige beide locaties in de komende jaren nodig zullen blijven. Ook de huidige noodvoorziening zal nog minimaal 4 jaren moeten worden gebruikt, waardoor een verlenging van de gebruikersvergunning noodzakelijk is. In de komende planperiode is een uitgebreide opknapbeurt van het gebouw aan de Marga Klompelaan (binnen en buiten) noodzakelijk. Daarnaast verdient het binnenklimaat van het noodgebouw aandacht.
8.3
Extra externe geldstromen
Op bestuursniveau is een protocol sponsoring opgesteld. Extra middelen worden veelal gegenereerd door het houden van sponsoracties, fancy fair etc. In de meeste gevallen worden de extra inkomsten aangewend voor de inrichting van pleinen, het aanschaffen van spelmaterialen, of de besteding voor goede doelen-projecten.
8.4
Interne geldstromen
De ouderraad heeft zich georganiseerd als Stichting Ouderraad Lea dasberg en beheert de gelden die worden geïnd vanuit de ouderbijdrage.
8.5 Ontwikkelthema’s financieel beleid Op onze school streven we ernaar in de komende 4 jaar t.a.v. de financiën het volgende te realiseren: * Het opstellen van een jaarlijks haalbare begroting gekoppeld aan de beleidsdoelen van het schoolplan * Scholing van de directeur, waardoor er meer zicht ontstaat op het verwerven van extra subsidies in het kader van de Brede schoolontwikkeling.
28
9
Klachtenregeling
* De school hanteert de door het bestuur vastgestelde klachtenregeling en is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie. * De school maakt jaarlijks een klachteninventarisatie ten aanzien van de veiligheid op school * Elke twee jaar wordt deze geanalyseerd en vertaald in beleidsvoornemens onder het hoofdstuk onderwijskundig beleid. * De school beschikt over een interne vertrouwenspersoon of schoolcontactpersoon en evt. over een externe vertrouwenspersoon.
29
10.
VVE (Voor- en vroegschoolse educatie)
In het educatief kindcentrum wordt in de komende planperiode o.a. veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een ononderbroken ontwikkelingslijn voor 0 – 12-jarigen. De focus ligt daarbij in eerste instantie vooral op de 2- 6 jarigen. De volgende thema’s komen daarbij aan bod: afstemming van het voor- en vroegschools aanbod (o.a. gezamenlijke thema’s) warme overdracht kdv- onderbouw school vroegtijdige signalering ontwikkelingachterstand of – voorsprong geleidelijke overgang van kdv naar onderbouw school Een stuurgroep gevormd door directie en medewerkers van beide organisaties ontwerpt een actiejaarplan, dat na vaststelling wordt uitgevoerd.
11
Educatief Centrum
In het multifunctioneel centrum wordt in de komende planperiode steeds nadrukkelijker inhoudelijk samengewerkt. Bestaande trajecten als gezamenlijke zorgteams en het project dagarrangementen in het kader van talentontwikkeling worden verder uitgebouwd. Daarnaast krijgt de voor- en vroegschoolse opvang als omschreven in hoofdstuk 10 nadrukkelijk een plaats in de beleidsdoelen voor de komende jaren.
12
Projecten en experimenten
De school neemt sinds enkele jaren deel aan het project excellentie en heeft inmiddels een protocol ontwikkeld. Een onderdeel van het project is het werken met plusgroepen. Evaluaties, resultaatmetingen en de opbrengsten van ouderavonden hebben het belang van goed onderwijs aan de meerbegaafde leerling aangetoond. In de komende jaren zal genoemd thema jaarlijks worden opgenomen als beleidsaspect.
30
13 Uitwerking beleidsvoornemens 2011-2015 13.1 Meerjarenplanning 2011 – 2015 Schooljaar: 4. A B C D 5. A B C D E F G H I J K l M N O 6. A B 7. A B 8 A B
Organisatie en beleid: Ontwikkeling en uitbouw educatief kindcentrum o.a. dagarrangementen Ouders: communicatie, betrokkenheid PR- beleid: o.a. huisvesting, website Aanpassing schooltijden Onderwijskundig beleid: Leesbeleidsplan Verbeterplan spelling Ononderbroken ontwikkelingslijnen 0-12 jr Omgaan met verschillen: Referentieniveaus, groepsplannen, klassenmanagement Zorgbeleid: zorgprofiel, zorgprotocol. ind. leerlijnen, Parnassys-zorgmodule De excellente leerling: implementatie, uitbouw en borging Kanjertraining: borging Coöperatief leren: borging ICT- beleidsplan: implementatie en borging Kunst- en cultuurbeleidsplan: ontwerp, implementatie en borging Techniek: aanschaf en invoering methode Vervanging methode geschiedenis Vervanging methode rekenen Vervanging methode aanvankelijk lezen Vervanging methode biologie Kwaliteitsbeleid: Trendanalyses CITO Kwaliteitsmeter: tevredenheidsonderzoeken, Archipel-airview Personeelsbeleid: Voortgang IPB: gesprekkencyclus, Cosmo Talentontwikkeling, professionalisering Financiën : Opstellen begroting Scholing: de ondernemende school
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
x
x x x x
x x x
x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x
x x
x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x
x
x
x x
x
x x
x
x x
x
x
x x
x x
x
x
31
13.2
Ontwerp jaarplan (2011 – 2012)
Ontwikkelactiviteit Nr. + koppeling strategisch beleidsplan (SB+ doelnr)
Doel (specifiek formuleren) Activiteiten (concreet formuleren) en tijdsplanning
Wie (wie voert uit, wie organiseert en wie controleert)
toelichting SMART:
SPECIFIEK
SPECIFIEK/TIJD
ACCEPTABEL/REALISTISCH ACCEPTABEL/REALISTISCH
MEETBAAR
Nr.4A/SB.6
Talentontwikkeling volgens
Beleidsplan
Werkgroep
Start: Uitmarkt sep
Deelnamecijfers van
Ontwikkeling en uitbouw
meervoudige intelligentie
dagarrangementen wordt
dagarrangementen school-
Kennismaking binnenschools
naschoolse trajecten,
educatief kindcentrum
is uitgangspunt bij het
gevolgd.
blokkentoren.
met mogelijkheden voor een evaluatiegegevens n.a.v.
binnen- en buitenschools
Inzet middelen ( welke consequenties heeft het in organisatorisch opzicht wat kost het aan tijd per persoon, wat kost aan aan geld op welke post)
Evaluatie van de opbrengsten (Hoe meet je of je het doel hebt bereikt en wanneer)
naschools vervolg
enquetes.
aanbod in het kader van dagarrangementen Nr. 4 D/ SB.5
Per 1- 8 – 2012 wordt een
Uitwerking gevolgen
MR- werkgroep werkt
Per collega worden
De groepen 1 t/m 4 hebben
Aanpassing schooltijden
start gemaakt met de
keuze team/ MR.
voorstel uit.
eventuele gevolgen voor
per 1-8-2012 940 uren
invoering van de 8x940
Opzet en uitvoer
Directeur bewaakt
WTF en inzet in kaart
onderwijs op jaarbasis.
urensystematiek
ouderraadpleging
voortgang
gebracht
Nr.5A/SB.2 en 4
Gedurende de komende
Aug. ’11 Werkgroep lezen Werkgroep met uit elke
Inzet extern deskundige
Opbrengsten CITO- LVS-
Leesbeleidsplan
twee jaren stijgen de
stelt conceptplan op
jaargroep een collega, een
vanuit uren IJsselgroep
toetsen.
opbrengsten van technisch
Sep’11 Plenaire aftrap
IB-er en directielid onder
Uren werkgroepleden vanuit
en begrijpend lezen tot
met extern deskundige
voorzitterschap van de lees taakbeleid.
een bij de
Sep’11 – Juni’12
coördinator.
leerlingenkenmerken
Implementatiejaar 1.
Leescoördinator heeft wekelijks ambulante uren
32
passend niveau (gem.
Aug’12- juni ‘13
voor ontwikkeling en
CITO- B)
Implementatiejaar 2.
begeleiding van de implementatie. Plenaire start, regelmatig vervolg tijdens bouwoverleg, aan het eind van jr. 1 en 2 plenaire stand van zaken. Financien: 2011:€5.000,2012: € 2500,-
Nr. 5B/ SB 2 en 4
* Gedurende de komende Sep’11 Start traject voor IB-ers van de groepen 5/6 Extern deskundige inzet
Verbeterplan spelling
twee schooljaren stijgen de gr. 3 t/m 8 met inzet en 7/8 hebben de regie.
gefinancierd
opbrengsten op de CITO- extern deskundigen (CPS)
Overleg
LVS-toetsen tot een bij de Na vaststelling project-
met directie en overige IB- Inzet IB-ers vanuit
leerlingenkenmerken
ers
passend
niveau
plan regelmatig (gem. agendering
CITO- B) *
op
over
wordt
tijdens
Opbrengsten
CITO-LVS-
vanuit toetsen.
voortgang scholingsbudget. gezamenlijk taakbeleid.
bouw-, MT/IB-overleg.
parallel-overleg.
Leerkrachten
krijgen Aan het eind van jaar 1
zicht op leerlijnen spelling evaluatie opbrengsten en en gevolgen voor didactisch vaststelling handelen
(o.a
leertijd, vervolgtraject.
instructiekwaliteit) Nr.5C / sb 3 en 6 Ononderbroken ontwikkeling 0-12 jarigen
Afstemming
voor-
Werkgroep met directie- en Onderbouwcoordinator
Juni ’12: Evaluatie eerste
komst ond. –kdv
teamleden
jaar en vastlegging
(2 – 6 jarigen)
Vanaf sep.: gezamenlijke
regiegroep en bereiden
Warme overdracht
thema’s worden bespro-
bijeenkomsten voor.
vroegschools aanbod
en Juni ’11: Startbijeen-
vormen
de en directeur vanuit functie. Teamlid vanuit taakbeleid.
van afspraken. Oriëntatie op vervolg
33
KDV- school Vroegtijdige signalering
ken.
Afspraken worden vastge-
Afspraken worden vastge- legd in protocol. legd.
Nr.5E/ SB 2 en 3
Procedure eigen leerlijn Start: Tijdens IB-staf
IB-ers vormen regiegroep.
IB-ers en directie vanuit
Juni ’12 worden thema’s
Zorgbeleid
ontwikkeld en ingevoerd.
wordt jaarplanning
Directeur is voorzitter.
functietaken
geëvalueerd en
Zorgmodule Parnassys
gemaakt en taken
In overleg met MT
consequenties opgenomen
wordt gehanteerd.
verdeeld.
worden thema’s
in zorgprotocol
Zorgprofiel wordt
Verspreid over het jaar ingeroosterd.
vastgesteld.
worden thema’s
Zorgprotocol wordt
besproken en uitkomsten
geactualiseerd.
vastgelegd.
Nr.5F/ SB 2,3 en 4
Implementatie, uitbouw en Verspreid over het jaar
Werkgroep excellentie
Werkgroepleden vanuit
Eind schooljaar evt.
De excellente leerling
borging van het protocol
is regiegroep.
taakbeleid.
aanpassing protocol en
wordt voortgang besproken tijdens bouw-
vaststelling kijkwijzers.
bijeenkomsten. Uitbouw van het aanbod en
de
borging
krijgen
aandacht. Nr.5G / SB 1
Borging protocol
Verspreid over het jaar IB-ers, MT-ers agenderen
Kanjertraining
(inclusief LVS)
wordt voortgang
IB-ers, MT-ers vanuit functie
Eind schooljaar evt. aanpassing protocol
besproken. Tijdens ALO –bespreking
34
aandacht voor LVSuitkomsten. Iedere bouwvergadering uitvoering energizer Nr.5H
Borging protocol
Coöperatief leren
Twee keer per jaar wordt MT-ers agenderen
MT-ers vanuit functie
coöperatief geagendeerd.
Eind schooljaar evt. aanpassing protocol
Met name aandacht voor structuren in weektaak Nr. 5I/SB 1
Implementatie en
Drie keer per jaar wordt
ICT-ers en directeur
ICT-ers vanuit functie en
Eind schooljaar
ICT-beleid
borging ICT- plan
de voortgang tijdens
bespreken voortgang
taakbeleid
evt. aanpassing ICT- plan.
bouwoverleg besproken
tijdens ICT -stafoverleg
Vastlegging in protocol
Nr.5J / SB 3 en 6
Ontwerp en vaststelling
Werkgroep ontwerpt
ICC-ers,
Kunst- en cultuurbeleid
Kunst- en cultuurbeleids-
kunst- en cultuurbeleids-
werkgroepleden
vanuit taakbeleid, directeur juni 2012
plan 2012- 2016
plan, aansluitend op
ontwikkelen nieuw plan.
vanuit functie.
directeur
en ICC-ers en werkgroepleden
Presentatie plan aan team
Zutphens beleid (SCVBZ) en project dagarrangementen Nr.5K
Oriëntatie op en aan-
Werkgroep oriënteert
Werkgroep heeft regie en Werkgroepleden vanuit
Presentatie voorstel
Techniek
schaf van leergang
zich op de aanschaf
maakt voorstel
mei 2012
techniek.
van een leergang
taakbeleid.
techniek en komt met voorstel naar directie en team,
waarna
besluit
over aanschaf en in-
35
voering.
Nr.5L
Oriëntatie op en aan-
Werkgroep oriënteert
Werkgroep heeft regie en
Werkgroepleden vanuit
Presentatie voorstel
Geschiedenis
schaf methode geschiede-
zich op de aanschaf
maakt voorstel.
taakbeleid.
april 2012
nis
van een nieuwe geschiedenismethode en komt met voorstel naar directie en bovenbouw, waarna besluit over aanschaf en invoering.
Nr.6A / SB 2 en 4
Monitoren van opbreng-
Ib-ers en leerkrachten
IB-ers verantwoordelijk
IB- ers en MT-ers vanuit
Twee keer per jaar, na
Trendanalyses CITO
sten op kind-, groeps-,
bespreken analyses
voor trendanalyseover-
functie
CITO- toetsafnames.
leerkracht- en
op kind- en groeps-
zichten en inplanning
schoolniveau
niveau tijdens ALO.
in ALO- bespreking.
IB-ers en MT-leden
IB-ers en MT-ers plannen
bespreken analyses
gesprekken per bouw.
op groeps-, leerkrachten schoolniveau, waarna indien nodig acties volgen.
36
Nr. 7A / SB 7
Voortgang individuele POP- Voortgangsgesprek met
MT-lid met betrokken
IPB:
plannen.
personeelslid
Gesprekkencyclus
leidinggevende n.a.v.
Allen vanuit functie
Gedurende het schooljaar
Vanuit functie
November’11 voor
huidige POP.
Nr.8A / SB 8
Opstellen begroting
Directeur stelt begroting Directeur
Begroting
gerelateerd aan
op en legt deze voor aan
beleidsdoelen van het
MT, CVB en MR.
Kalenderjaar 2012
schoolplan
37
38