Lastige woorden
5.1
De kaart van Nederland
de grens De lijn die aangeeft waar een land ophoudt en waar een ander land begint.
het provincie-huis Het gebouw waar de mensen werken die de provincie besturen.
de provinciegrens De grens van een provincie. Bijvoorbeeld de lijn tussen Fryslân en Drenthe.
de landsgrens De grens van een land. Bijvoorbeeld de lijn tussen Nederland en België.
de provincie Een deel van een land. Elke provincie heeft een eigen bestuur en een hoofdstad. Nederland heeft 12 provincies.
GRONINGEN
FRYSLÂN
DRENTHE
NEDERLAND
DUITSLAND
BELGIË
de atlas Een groot boek met kaarten van alle landen van de wereld.
de hoofdstad Elke provincie en elk land heeft een hoofd stad. Dat is de belangrijkste stad.
Wijzer door de wereld 5 © Wolters-Noordhoff
227481_WDDW2_KB5.indb 15
20-06-2008 10:00:48
Lastige woorden
5.2
Amsterdam
de gracht Een smal kanaal in een stad. Langs een gracht staan gebouwen.
de kooplui Mensen die spullen kopen om ze aan anderen te verkopen. Je noemt ze ook wel: handelaren. de handel Dingen kopen en verkopen. Met handel verdienen mensen geld.
de flat Een hoog gebouw met woningen of kantoren boven en naast elkaar.
de wijk Een deel van een dorp of stad. Je noemt het ook wel: een buurt.
de toerist Iemand die met vakantie is.
de dam Een muur die gebouwd is in een rivier of kanaal. Zo kan het water niet verder stromen.
Wijzer door de wereld 5 © Wolters-Noordhoff
227481_WDDW2_KB5.indb 16
20-06-2008 10:00:51
Lastige woorden
5.3
Van hier naar daar
de stroomcentrale Een soort fabriek waar stroom wordt gemaakt. Uit de centrale lopen stroomkabels naar de huizen. Stroom noem je ook wel: elektriciteit. de mast Een hoge paal die stroomkabels in de lucht houdt.
het knelpunt Een plek waar heel veel verkeer langs komt. Daar zie je vaak files.
de helikopter Een klein soort vliegtuig. Er kunnen een paar mensen in. Op het dak van een helikopter draaien wieken rond.
de luchthaven De plek waar vliegtuigen landen en opstijgen. Het is een ander woord voor: vliegveld.
Wijzer door de wereld 5 © Wolters-Noordhoff
227481_WDDW2_KB5.indb 17
20-06-2008 10:00:53
Lastige woorden
6.1
Hoe ziet het eruit?
de buitenwijk Een wijk aan de rand van een stad. De straten en huizen zijn hier vaak groter dan in het centrum.
het duin Een heuvel van zand, meestal aan zee. Het duin is ontstaan door de wind. de kust Het land aan de rand van de zee.
de dijk Een hoge strook grond langs een rivier of langs de zee. Als het water hoog komt te staan, houdt de dijk het water tegen.
de veerboot Een boot die heen en weer vaart. Hij brengt je naar de overkant van een rivier of naar een eiland. de heide Een stuk land met plantjes met kleine paarse, witte of rose bloemen. Vaak lopen er schapen.
het bos Een stuk land waar heel veel bomen dicht bij elkaar groeien.
de heuvel Een lage berg. In Zuid-Limburg zijn er veel. Dat noem je ook wel: heuvelland.
Wijzer door de wereld 5 © Wolters-Noordhoff
227481_WDDW2_KB5.indb 18
20-06-2008 10:00:55
Lastige woorden
6.2
Kiezen en delen
de kas Een gebouw van glas waar planten goed in groeien. In een kas is het warm en vochtig.
de spoorwegen Ander woord voor spoorlijnen. Spoorlijnen liggen tussen stations.
het pakhuis Een hoog gebouw met veel ruimte waar je spullen voor handel kunt opslaan. Bijvoorbeeld thee en koffie.
de grondstof Dat wat je nodig hebt om andere dingen te maken. Bijvoorbeeld: ijzererts is de grondstof van ijzer.
het zeeschip Een grote boot die spullen of mensen vervoert over zee. Spullen noem je ook wel: vracht.
Wijzer door de wereld 5 © Wolters-Noordhoff
227481_WDDW2_KB5.indb 19
20-06-2008 10:00:57
Lastige woorden
6.3
Ruimte voor de natuur
het eco-duct Een brug over een autoweg met gras, bomen en struiken. Wilde dieren kunnen hier oversteken.
de boswachter Iemand die voor zijn beroep in het bos werkt en let op de dieren en bomen.
het wild zwijn Een varken dat leeft in het bos.
de natuurbeschermer Iemand die goed zorgt voor de natuur. Hij beschermt dieren en planten tegen bijvoorbeeld jagers of vuile fabrieken.
het rund Een soort koe met horens.
Wijzer door de wereld 5 © Wolters-Noordhoff
227481_WDDW2_KB5.indb 20
20-06-2008 10:00:58
Samenvatting
5
blad 1
1 Het werelddeel Oceanië Oceanië bestaat uit de Grote Oceaan, meer dan 20.000 kleinere eilanden en uit Australië en Nieuw-Zeeland. Australië is het grootste eiland van de wereld. Hawaii, Tahiti en de Fiji-eilanden zijn heel bekend door het toerisme. Paaseiland is bekend om de enorme beelden die duizenden jaren oud zijn. Hawaii is een vulkaaneiland, andere eilanden zijn koraaleilanden. Koraal bestaat uit miljoenen kleine diertjes die aan elkaar vast zijn gegroeid. Een koraalrif is een lang en smal stuk rots. Op het koraal leven vissen, sponzen, zeesterren en zeeschildpadden. Het koraal is belang rijk voor de visvangst en het toerisme. Een atol is een ringvormig koraaleiland.
Je ziet in Nieuw-Zeeland veel verschillende landschappen: vulkanen, bergen met gletsjers, watervallen, meren, fjorden en koraalriffen. Er zijn ook veel bossen en grote grasvlakten waar runderen en miljoenen schapen grazen. Het land voert hout, wol en vlees uit.
De Nederlander Abel Tasman ontdekte in 1642 Nieuw-Zeeland. Het Noordereiland en het Zuidereiland zijn vulkanisch. Op het Noordereiland zijn geisers en heetwaterbronnen. Het klimaat is zacht en vochtig met veel zon, dus geschikt voor druiven, sinaasappels en kiwi’s.
De eerste bewoners van Nieuw-Zeeland waren de Maori’s. Op dit moment is 10% van de bevolking Maori. Sommigen leven in reser vaten. Steeds meer Maori’s wonen en werken in de stad.
Nieuw-Zeeland is bijna acht keer zo groot als Nederland, maar er wonen slechts 4 miljoen mensen. Nieuw-Zeelanders noemen zichzelf ook wel: de Kiwi’s. 70% van de mensen komt uit Engeland, omdat Nieuw-Zeeland een Engelse kolonie was. Er wonen ook veel Nederlanders, omdat er veel meer ruimte en natuur is dan in Nederland. De meeste mensen wonen op het Noordereiland, daar is veel werk.
2 Australië De Nederlanders ontdekten Australië in 1606. In 1770 zorgde James Cook ervoor dat Australië een kolonie van het Verenigd Koninkrijk werd. Het werd een strafeiland voor moordenaars en dieven. In 1901 kwam er een eigen regering. Australië ligt op het zuidelijk halfrond. Er zijn vijf klimaten. 1 Het grootste deel van Australië heeft een woestijnklimaat: het regent er bijna nooit. Er groeien vetplanten en woestijngrassen.
2 Op de steppes in het binnenland heerst een steppeklimaat. 3 Het kustgebied in het noorden heeft een tropisch regenwoudklimaat. 4 Zuidwest-Australië heeft een Middel landse Zeeklimaat. Er groeien volop druiven en sinaasappels. 5 Het zuidoosten heeft een zeeklimaat. In Australië leven dieren die nergens anders meer voorkomen, zoals de kangoeroe, de koala en het vogelbekdier.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 35
09-02-2011 17:00:27
Samenvatting
5
blad 2
Australië is 200 keer zo groot als Nederland, maar er wonen evenveel mensen. Australië is zeer dunbevolkt. De grote steden liggen aan de kust. In het binnenland reizen veel boeren en de ‘flying doctors’ per vliegtuig. Kinderen krijgen er thuis les via de radio of internet. Boeren in Australië verbouwen tarwe, aardappels en suikerriet op heel grote akkers. Miljoenen schapen leveren wol aan de rest van de wereld.
In de bodem zitten veel delfstoffen zoals steenkool, ijzererts, goud en diamant. De eerste bewoners van Australië zijn de Aboriginals. Aboriginals hebben hun eigen godsdienst, taal en cultuur. Ze geloven dat hun voorvaderen de aarde hebben gemaakt. Bepaalde bomen en rotsen zijn heilig voor hen. Slechts 1,5% van de bevolking van Australië is Aboriginal. Ze wonen in de steden.
3 Antarctica Antarctica is het laatst ontdekte werelddeel. Rondom Antarctica liggen de Grote Oceaan, de Atlantische Oceaan en de Indische Oceaan. De Noordpool bestaat uit drijvend ijs. Antarctica is vooral land en is bijna helemaal bedekt met een enorme ijslaag. Het is er altijd kouder dan 30 ºC onder nul en erg droog. Hierdoor groeien op Antarctica bijna geen planten. Dieren hebben zich aan de kou aangepast. Er leven pinguïns, zeevogels, robben en walvissen. Antarctica is 300 keer zo groot als Nederland! Het is een hoogvlakte van zo’n 3000 meter hoog met de langste bergketen ter wereld: de Transantarctic Mountains.
Er gaan nu per jaar al 30.000 mensen op vakantie naar de Zuidpool. Het is er ijskoud, maar je ziet fantastische ijslandschappen, fjorden en kraters. Natuurbeschermers vinden dat er te veel toeristen komen. Ze vervuilen het gebied met uitlaatgassen en ze laten veel afval achter. Op Antarctica wonen geen mensen. Er werken wel onderzoekers uit verschillende landen. Antarctica is niemandsland. Het gebied heeft geen regering. In het Antarctisch Verdrag maken 39 landen (ook Nederland) afspraken om het grootste natuurgebied ter wereld te beschermen.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 36
09-02-2011 17:00:27
Samenvatting
6
blad 1
1 Dichtbevolkt of dunbevolkt Het klimaat en het landschap bepalen hoeveel mensen ergens wonen. Soms is het te koud, te droog of zijn er bergen. Dan wonen er weinig mensen. Meestal wonen mensen op vlakke gebieden met een rivier. Dat maakt de grond geschikt voor landbouw. En mensen wonen bij het werk. Mensen moeten zich aanpassen aan hun omgeving. De Inuit in Noord-Canada leven van de jacht, omdat het voor landbouw te koud is. In Mongolië groeit alleen gras. De mensen trekken er rond met kuddes schapen en geiten. Ze leven van de melk en het vlees van het vee. In de Sahara is een woestijnklimaat. Mensen kunnen alleen wonen in een oase waar planten groeien. In de tropische regenwouden is het heet en nat. Door de dichte begroeiing leven er weinig mensen. De Amazone-indianen leven in kleine dorpen. Het regenwoud levert voedsel.
Op het eiland Java wonen veel mensen, omdat de grond heel vruchtbaar is. Rijke Javaanse boeren proberen met betere zaden, kunstmest en bestrijdingsmiddelen steeds meer voedsel te produceren. Veel arme boeren trekken naar Jakarta. Die stad is overvol. Er heerst armoede. De regering van Indonesië geeft Javanen grond, voedsel en zaden als ze verhuizen naar een dunbevolkt gebied. De regering bouwt ook nieuwe hotels op Bali en Sumatra. Veel Indonesiërs gaan daar werken voor de toeristen. Ondertussen blijft de bevolking op Java groeien. Door betere gezondheidszorg blijven meer baby’s leven en worden mensen ouder. In China mogen echtparen die in de stad wonen maar één kind krijgen. Wie een tweede kind krijgt, moet een boete betalen! In veel westerse landen groeit de bevolking nog nauwelijks. De bevolking vergrijst: er zijn straks meer oude dan jonge mensen.
2 Te veel of te weinig water Het grootste deel van de aarde bestaat uit water. De hoeveelheid water verandert nooit, omdat het een kringloop is. Zeewater verdampt en valt als neerslag op het land. Als grondwater of rivierwater stroomt het later terug naar zee. Meer dan 97% van al het water op aarde is zout. Met dure installaties of met een waterpiramide kun je zout water zoet maken. En vuil water weer schoon. In de wereld hebben bijna 1,5 miljard mensen geen of ongezond drinkwater. Steeds meer water is vervuild. Vervuild water verspreidt ziektes. Alle landen waar een rivier doorheen stroomt, moeten meewerken aan het schoner maken van de rivier.
In droge gebieden gebruiken boeren rivierwater voor irrigatie. Hierdoor kunnen er dadels, gierst en groenten worden verbouwd. Rivieren worden ondieper en overstromen vaker. Op hellingen waar veel bomen zijn 2 gekapt, zoals in de Himalaya en Indonesië, houden de boomwortels de grond niet meer vast. De modder spoelt met het regenwater weg en komt in een rivier. Daar zakt de modder naar de bodem. 1 Een heel hoge golf uit zee heet: een vloedgolf. Deze ontstaat door een aardbeving of een orkaan. In 2004 maakte een tsunami duizenden slachtoffers in Zuidoost-Azië. De orkaan Katrina verwoestte in 2005 de stad New Orleans in de VS.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 37
09-02-2011 17:00:27
Samenvatting
6
blad 2
In 1953 was er in Nederland een watersnoodramp, door een harde storm. De komende 100 jaar wordt de kans op over-
stromingen groter, omdat het zeewater stijgt. Het wordt op aarde steeds warmer, waardoor het Zuidpoolijs en gletsjers smelten.
3 Oorlog en ruzie De rivier de Eufraat stroomt door Turkije, Irak en Syrië. In Turkije is de enorme Atatürkdam gebouwd voor elektriciteit. Irak en Syrië krijgen hierdoor minder water, waardoor de opbrengst van de landbouw daalt. De landen zijn boos op Turkije. In Israël hebben de Joden en Palestijnen al jaren ruzie. Israël heeft land afgepakt van de Palestijnen. Israël heeft een watertekort door droge winters en hete zomers. Soms sluit de regering van Israël de waterleidingen naar de Palestijnse gebieden af. Er zijn verschillende godsdiensten op de wereld: het Jodendom, het Christendom en de Islam. Deze geloven hebben verschillende regels hoe mensen moeten leven. Daardoor ontstaan soms problemen.
Meer dan de helft van alle olie komt uit het Midden-Oosten. Vrede in het Midden-Oosten is voor alle landen belangrijk. Onder het Noordpoolijs zit een grote voorraad olie en gas in de grond. Als het ijs verder smelt, wordt boren naar olie minder moeilijk. Rusland, Canada, de VS en Groenland willen er allemaal op zoek gaan naar olie. Afrika is het werelddeel met de meeste oorlog. In het verleden trokken Europese landen grenzen op de kaart en maakten nieuwe landen. Tussen 1950 en 1960 werden bijna alle Afrikaanse koloniën onafhankelijk. De westerse regeringen vertrokken, maar Afrikaanse stammen waren niet gewend om zelf hun land te besturen. Het was niet duidelijk wie de baas was en van wie alles in het land was. In veel landen ontstond onrust, soms zelfs oorlog.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 38
09-02-2011 17:00:27
Herhalingsblad
5.1
Naam:
Maak de opdrachten. Voor elke opdracht staat naar welk plaatje in je boek je moet kijken.
1
Vul de juiste woorden in. LB 52 plaatje 1-2
Kies uit: toeristen – atol – koraal – sponzen – rif. Op het Groot Barrièrerif leven vissen en komen er om te duiken. Het eiland Bora-Bora bestaat uit Een lange, smalle rots onder water met koraal, heet: een Een rond koraaleiland, heet: een
2
Vul de zin aan. LB 53
Dit werelddeel heet Oceanië, omdat
plaatje 4
3 LB 54 plaatje 5-6
4
Wat weet je van Nieuw-Zeeland? Het eiland is vulkanisch. Het is een koraaleiland. Er leven miljoenen schapen. Schrijf op welk cijfer erbij hoort.
LB 57 plaatje 2
5
woestijnklimaat zeeklimaat
Middellandse Zeeklimaat
steppeklimaat
tropisch regenwoudklimaat
Hoe weet je door deze foto dat Australië dunbevolkt is? LB 58 plaatje 5
6 LB 59 plaatje 7
7
Wat weet je over de Aboriginals? Het zijn de oudste mensen van Australië. Het waren de eerste bewoners van Australië. Het is de grootste bevolkingsgroep van Australië. a Wat zie je bijna niet in Antarctica? dieren mensen
LB 61 plaatje 3
planten
b Hoe komt dat?
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8_6Her.indd 118
09-02-2011 17:16:40
Herhalingsblad
5.2
Naam:
blad 1
Pak blad 2. Kijk op de kaarten Australië en Nieuw-Zeeland en Azië.
1
Schrijf de cijfers op de juiste plek op de kaart. 1 = Australië 2 = Nieuw-Zeeland 3 = Java 4 = Thailand
2
5 = Vietnam 6 = Indonesië 7 = Filipijnen 8 = Molukken
Hieronder staan luchthavens (vliegvelden). Het Engelse woord voor luchthaven is: airport. Zet de letters van de luchthavens op de juiste plek op de kaart. B = Brisbane Airport M = Melbourne Airport J = Soekarno-Hatto International Airport, de luchthaven van Jakarta C = Canberra International Airport Sy = Kingsford-Smith, de luchthaven van Sydney P = Perth Airport Si = Changi Airport, de luchthaven van Singapore A = Auckland International Airport
3
4
Waar gaan de vliegtuigen naartoe? Vul de steden in. Vliegtuig a vliegt van
naar
Vliegtuig b vliegt van
naar
Vliegtuig c vliegt van
naar
Vliegtuig d vliegt van
naar
Vliegtuig e vliegt van
naar
Vliegtuig f vliegt van
naar
Vliegtuig g vliegt van
naar
Vliegtuig h vliegt van
naar
Streep de foute woorden door. Als ik van Melbourne rechtstreeks naar Perth vlieg, kom ik ook over de Grote Oceaan/Indische Oceaan. Als ik van Brisbane naar Auckland ga, vlieg ik over de Grote Oceaan/ Indische Oceaan. Als ik van Jakarta naar Perth vlieg, kom ik over de Grote Oceaan/ Indische Oceaan. De hoofdstad van Australië heet: Sydney/Canberra. De hoofdstad van Nieuw-Zeeland heet: Wellington/Auckland. De hoofdstad van Thailand heet: Bangkok/Singapore.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 119
09-02-2011 17:01:38
Herhalingsblad
5.2
blad 2
Naam:
e
b h
a f
c d
g
N W 0
O Z
1000 km
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 120
09-02-2011 17:01:40
Herhalingsblad
6.1
Naam:
Maak de opdrachten. Voor elke opdracht staat naar welk plaatje in je boek je moet kijken.
1 LB 64 plaatje 1
2 LB 66 plaatje 4
3
Streep de foute woorden door. Waar bergen zijn, wonen veel/weinig mensen. Zo’n gebied is dichtbevolkt/dunbevolkt. In vlakke gebieden wonen meer/minder mensen dan in bergachtige gebieden. Welke zin past bij de foto? In Jakarta wonen heel veel mensen; de stad is overvol. In Jakarta wonen vooral rijke mensen. Omdat er veel eten is in Jakarta, gaat iedereen daar wonen. Zet de zinnen in de juiste volgorde. Schrijf er een 1, 2, 3, 4 en 5 voor.
LB 68 plaatje 1
Het land overstroomt. De modder spoelt met het regenwater weg. Het water in de rivieren stijgt. De modder komt in de rivier en zakt naar de bodem.
4
Het regent lang en hard.
Vul de juiste woorden in. LB 69 plaatje 2
5
Wat gebeurt als er steeds meer ijs smelt? Dan
het zeewater.
De kans op overstromingen wordt daardoor
.
Het leefgebied van de ijsbeer wordt
.
Kruis de juiste zinnen aan. LB 70 plaatje 4-5
Deze pompen staan in een land waar het weinig regent. Het water komt uit een watertank in de grond. Met een touwpomp kost water halen minder tijd. Het water is heel lang geleden in de grond gezakt.
6
Syrië en Irak zijn boos op Turkije vanwege de Atatürk-dam. Waarom? LB 72 plaatje 1
7 LB 73 plaatje 2
Welk probleem zie je hier? Er is te veel water. Er is te weinig water. Er is vervuild water.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 121
09-02-2011 17:01:40
Herhalingsblad
6.2
blad 1
Naam:
Pak blad 2 en 3. Je gaat een spel spelen met twee, drie of vier kinderen. Je mag de kaart De aarde - staatkundig erbij gebruiken. Wat heb je nodig? per groepje – blad 1-3 – scharen – 44 fiches – een leeg doosje – een atlas Hoe speel je het spel? 1 Knip de kaartjes van blad 2 uit. 2 Doe deze kaartjes in het doosje. 3 Pak blad 3 en leg op alle rondjes, vierkantjes en driehoekjes een fiche. 4 Om de beurt pak je een kaartje uit het doosje. Je leest het woord hardop voor. 5 Je wijst de juiste plek aan op blad 3. 6 Als de andere kinderen van jouw groepje zeggen dat het antwoord goed is, mag jij het fiche dat daar lag, hebben. Het kaartje gaat niet terug in het doosje. Is het antwoord fout, dan gaat het kaartje terug in het doosje en blijft het fiche liggen. Als de andere kinderen twijfelen, kunnen ze spieken in de atlas. 7 Als het doosje leeg is, heeft de speler met de meeste fiches gewonnen.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 122
09-02-2011 17:01:41
Herhalingsblad
6.2
blad 2
Naam:
Marokko
Egypte
Ethiopië
Kenia
Nigeria
Zuid-Afrika
Kaapstad
Middellandse Zee
Rode Zee
Indische Oceaan
Atlantische Oceaan
Turkije
Iran
Saudi-Arabië
Perzische Golf
India
Pakistan
Indonesië
Thailand
China
Japan
Australië
Canberra
Nieuw-Zeeland
Wellington
Grote Oceaan
Verenigde Staten
Washington
Canada
Ottawa
Mexico
Alaska
Groenland
Caribische Zee
Argentinië
Brazilië
Buenos Aires
Brasília
Chili
Suriname
Colombia
Peru
Venezuela
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 123
09-02-2011 17:01:41
Herhalingsblad
6.2
blad 3
Naam:
0 2500 km Land Stad Water Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 124
09-02-2011 17:01:43
Herhalingsblad
5.1
Naam:
Maak de opdrachten. Voor elke opdracht staat naar welk plaatje in je boek je moet kijken.
1
Vul de juiste woorden in. LB 52 plaatje 1-2
Kies uit: toeristen – atol – koraal – sponzen – rif. Op het Groot Barrièrerif leven vissen en
Toeristen
sponzen komen er om te duiken.
Het eiland Bora-Bora bestaat uit
koraal
Een lange, smalle rots onder water met koraal, heet: een Een rond koraaleiland, heet: een
2
atol
rif
Vul de zin aan. LB 53 plaatje 4
3 LB 54 plaatje 5-6
4
Dit werelddeel heet Oceanië, omdat
water.
het voor het grootste deel bestaat uit
Wat weet je van Nieuw-Zeeland? Het eiland is vulkanisch. Het is een koraaleiland. Er leven miljoenen schapen. Schrijf op welk cijfer erbij hoort.
LB 57 plaatje 2
5
woestijnklimaat zeeklimaat
5
1
Middellandse Zeeklimaat
4
tropisch regenwoudklimaat
steppeklimaat
3
2
Hoe weet je door deze foto dat Australië dunbevolkt is? LB 58 plaatje 5
6 LB 59 plaatje 7
7
Steden en dorpen liggen zo ver uit elkaar, dat dokters met vliegtuigen patiënten bezoeken. Wat weet je over de Aboriginals? Het zijn de oudste mensen van Australië. Het waren de eerste bewoners van Australië. Het is de grootste bevolkingsgroep van Australië. a Wat zie je bijna niet in Antarctica? dieren mensen
LB 61 plaatje 3
planten
b Hoe komt dat?
Het vriest er altijd. Mensen en planten kunnen in die kou niet overleven. Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8_7Her_antw.indd 142
09-02-2011 17:20:31
Herhalingsblad
5.2
Naam:
blad 1
Pak blad 2. Kijk op de kaarten Australië en Nieuw-Zeeland en Azië.
1
Schrijf de cijfers op de juiste plek op de kaart. 1 = Australië 2 = Nieuw-Zeeland 3 = Java 4 = Thailand
2
5 = Vietnam 6 = Indonesië 7 = Filipijnen 8 = Molukken
Hieronder staan luchthavens (vliegvelden). Het Engelse woord voor luchthaven is: airport. Zet de letters van de luchthavens op de juiste plek op de kaart. B = Brisbane Airport M = Melbourne Airport J = Soekarno-Hatto International Airport, de luchthaven van Jakarta C = Canberra International Airport Sy = Kingsford-Smith, de luchthaven van Sydney P = Perth Airport Si = Changi Airport, de luchthaven van Singapore A = Auckland International Airport
3
Waar gaan de vliegtuigen naartoe? Vul de steden in.
Brisbane Vliegtuig b vliegt van Bangkok Vliegtuig c vliegt van Perth Vliegtuig d vliegt van Melbourne Vliegtuig e vliegt van Singapore Vliegtuig f vliegt van Brisbane Vliegtuig g vliegt van Canberra Vliegtuig h vliegt van Wellington Vliegtuig a vliegt van
4
Adelaide naar Perth naar Adelaide naar Sydney naar Jakarta naar Sydney naar Wellington naar Darwin naar
Streep de foute woorden door. Als ik van Melbourne rechtstreeks naar Perth vlieg, kom ik ook over de Grote Oceaan/Indische Oceaan. Als ik van Brisbane naar Auckland ga, vlieg ik over de Grote Oceaan/ Indische Oceaan. Als ik van Jakarta naar Perth vlieg, kom ik over de Grote Oceaan/ Indische Oceaan. De hoofdstad van Australië heet: Sydney/Canberra. De hoofdstad van Nieuw-Zeeland heet: Wellington/Auckland. De hoofdstad van Thailand heet: Bangkok/Singapore.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 143
09-02-2011 17:02:00
Herhalingsblad
5.2
blad 2
Naam:
4 5 7 Si 8
e J
6 3
b h 1 B
a P
f
c d M
Sy
A
C g
2
N W 0
O Z
1000 km
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 144
09-02-2011 17:02:01
Herhalingsblad
6.1
Naam:
Maak de opdrachten. Voor elke opdracht staat naar welk plaatje in je boek je moet kijken.
1 LB 64 plaatje 1
2 LB 66 plaatje 4
3
Streep de foute woorden door. Waar bergen zijn, wonen veel/weinig mensen. Zo’n gebied is dichtbevolkt/dunbevolkt. In vlakke gebieden wonen meer/minder mensen dan in bergachtige gebieden. Welke zin past bij de foto? In Jakarta wonen heel veel mensen; de stad is overvol. In Jakarta wonen vooral rijke mensen. Omdat er veel eten is in Jakarta, gaat iedereen daar wonen. Zet de zinnen in de juiste volgorde. Schrijf er een 1, 2, 3, 4 en 5 voor.
LB 68 plaatje 1
4
5 2 4 3 1
Het land overstroomt. De modder spoelt met het regenwater weg. Het water in de rivieren stijgt. De modder komt in de rivier en zakt naar de bodem.
Het regent lang en hard.
Vul de juiste woorden in. LB 69 plaatje 2
5
stijgt De kans op overstromingen wordt daardoor groter Het leefgebied van de ijsbeer wordt kleiner
Wat gebeurt als er steeds meer ijs smelt? Dan
het zeewater. . .
Kruis de juiste zinnen aan. LB 70
X
Het water komt uit een watertank in de grond.
plaatje 4-5
X X 6
Deze pompen staan in een land waar het weinig regent.
Met een touwpomp kost water halen minder tijd. Het water is heel lang geleden in de grond gezakt.
Syrië en Irak zijn boos op Turkije vanwege de Atatürk-dam. Waarom? LB 72
Door de dam krijgen de landen veel minder water.
plaatje 1
7 LB 73 plaatje 2
Welk probleem zie je hier? Er is te veel water. Er is te weinig water. Er is vervuild water.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 145
09-02-2011 17:02:02
Herhalingsblad
6.2
blad 1
Naam:
Pak blad 2 en 3. Je gaat een spel spelen met twee, drie of vier kinderen. Je mag de kaart De aarde - staatkundig erbij gebruiken. Wat heb je nodig? per groepje – blad 1-3 – scharen – 44 fiches – een leeg doosje – een atlas Hoe speel je het spel? 1 Knip de kaartjes van blad 2 uit. 2 Doe deze kaartjes in het doosje. 3 Pak blad 3 en leg op alle rondjes, vierkantjes en driehoekjes een fiche. 4 Om de beurt pak je een kaartje uit het doosje. Je leest het woord hardop voor. 5 Je wijst de juiste plek aan op blad 3. 6 Als de andere kinderen van jouw groepje zeggen dat het antwoord goed is, mag jij het fiche dat daar lag, hebben. Het kaartje gaat niet terug in het doosje. Is het antwoord fout, dan gaat het kaartje terug in het doosje en blijft het fiche liggen. Als de andere kinderen twijfelen, kunnen ze spieken in de atlas. 7 Als het doosje leeg is, heeft de speler met de meeste fiches gewonnen.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 146
09-02-2011 17:02:02
Verdiepingsopdracht
5.1
Maak een collage over zeedieren Wat ga je doen? Op sommige plaatsen is de zee kilometers diep. Het licht van de zon komt niet zo ver. Een gevolg is dat er op elke diepte verschillende zeedieren leven. Jij laat dat zien in een collage. Je doet de opdracht alleen of met zijn tweeën. Dit heb je nodig een groot vel tekenpapier nn tekenpapier, kleurpotloden en verf (wit, blauw en zwart) nn een schaar, lijm en een pen nn boeken over zeedieren uit het documentatiecentrum en/of internet nn eventueel: een printer nn
Aan de slag 1 Kies eventueel met wie je de opdracht gaat doen. 2 Trek op het grote papier zo’n 10 centimeter vanaf de bovenkant een lijn over de breedte van het papier. Dit is de zeespiegel. De onderkant van het blad is de zeebodem. Trek links een kantlijn, zodat je ruimte hebt om in te schrijven. Daarin schrijf je bij de zeespiegel: 0 meter, en bij de zeebodem: - 5000 meter. 3 Verdeel de zee in drie lagen. Geef die met een stippellijn aan. Schrijf in de kantlijn de maten. – De eerste laag gaat tot -200 meter. Hier komt zonlicht, waardoor er zeeplanten kunnen groeien. – De tweede laag heet de schemerzone en gaat tot ongeveer -1000 meter. Hier komt nog een klein beetje licht, maar onvoldoende voor planten. – Alles daaronder is de diepzee. Het is er donker en koud. Veel vissen die daar leven, geven licht. 4 Schilder de zee. In de bovenste laag is het water helder lichtblauw, en vanaf -1000 meter zo donker als maar kan. De strook lucht bovenaan laat je natuurlijk wit. 5 Zoek op welke zeedieren in welke laag leven. Denk niet alleen aan vissen, maar ook aan schildpadden, kwallen, zeesterren, enzovoort. Zoek ook dieren die van de zee leven, maar dan boven het water. Bijvoorbeeld vogels die naar vis duiken. Zoek voor elke laag minstens vier dieren. 6 Zoek plaatjes van de dieren of teken en kleur ze. Knip ze uit en plak ze bij de goede laag. 7 Schrijf in de kantlijn wat je weet: de namen van de dieren, de lagen, het zonlicht, enzovoort. 8 Hang je collage op. Vertel over je opdracht aan je klasgenoten. Wil je meer weten? 112) of zoek op www.docukit.nl. Lees het Informatieboekje Diepzee ( Klik op zoeken en tik in: diepzee. Kijk naar de Disneyfilm Finding Nemo. Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 171
09-02-2011 17:02:17
Verdiepingsopdracht
5.2
Maak een spel over de polen Wat ga je doen? Tussen de Noordpool en de Zuidpool zijn grote verschillen. Jij gaat kijken wat die verschillen zijn. Je maakt er een spel over dat je met de hele klas of met een groepje kunt spelen. Je doet de opdracht met twee, drie of vier kinderen. Dit heb je nodig boeken uit het documentatiecentrum en/of internet nn schrijfpapier en een pen nn
Aan de slag 1 Kies met wie je de opdracht gaat doen. 2 Zoek zo veel mogelijk informatie over de Noord- en de Zuidpool. Maak aantekeningen. Denk aan: dieren, mensen, naam, zee-ijs en landijs, grootte, ontdekkingsreizen, temperaturen. Verzin zo veel mogelijk. 3 Maak minimaal vijftien vragen met je informatie. Op jouw vragen mag je alléén kunnen antwoorden met ‘Noordpool’ of ‘Zuidpool’. Bijvoorbeeld: Waar leeft de ijsbeer? Antwoord: op de Noordpool. Maak ook een paar echt heel moeilijke vragen. 4 Speel nu het spel met een ander groepje of met de hele klas. Leid het spel zelf of laat je leerkracht het doen. 5 Iedereen moet gaat staan. In de ene hoek is de Noordpool, in de andere de Zuidpool. Jij wijst aan waar wat is. 6 Lees je vraag voor. (Bewaar de moeilijkste vragen tot het laatst.) Jouw klasgenoten mogen niets zeggen, maar ‘antwoorden’ door naar de goede pool te lopen. 7 Als iedereen gekozen heeft, vertel je het goede antwoord. De kinderen die bij de foute pool staan, zijn af. 8 Het spel gaat door met de rest van de groep. Wie is de winnaar? Wil je meer weten? Ga naar www.hetlaatstecontinent.be en klik op: Het continent. Je vindt daar informatie over (de verschillen tussen) Antarctica en het Noordpoolgebied. Kijk op www.schooltv.nl/eigenwijzer en zoek bij aardrijkskunde naar informatie over de Noord- en Zuidpool. 126) en De Noordpool Lees het Informatieboekje Antarctica ( 139) of zoek op www.docukit.nl. Klik op zoeken en tik in: Antarctica ( of Noordpool. Kies een onderwerp.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 172
09-02-2011 17:02:18
Verdiepingsopdracht
5.3
Plan een reis door Australië Wat ga je doen? Stel, je gaat met je ouders op vakantie naar Australië. Jullie willen een camper huren en daarin rondtrekken. Wat gaan jullie zien? Jij maakt jouw top tien van de plekken die je zeker wilt zien of van de dingen die je beslist wilt doen. Om je ouders te overtuigen, zoek je meteen uit hoe je er kunt komen en wat de beste route voor de reis is. Je doet de opdracht met zijn tweeën. Dit heb je nodig reisgidsen over Australië nn een atlas nn schrijfpapier en een pen nn internet nn
Aan de slag 1 Kies met wie je de opdracht gaat doen. 2 Bekijk de reisgidsen, zoek op internet en maak een lijst van de dingen die je per se wilt zien of doen in Australië. 3 Bedenk hoeveel tijd je ongeveer voor iets nodig hebt. Als je bijvoorbeeld wilt gaan surfen, zul je dat niet een uurtje willen doen, maar minstens een halve dag. Maar andere dingen kosten misschien maar een uur tijd. Schrijf overal de tijdsduur bij. 4 Pak je atlas. Wáár kun je iets doen? Zoek uit wat de beste route is voor jouw top tien. Bekijk ook de afstanden: je kunt niet ‘s morgens iets doen in Melbourne en ‘s middags in Brisbane. 5 Maak nu met alle gegevens een reisschema. Schrijf het bijvoorbeeld zo op: – dag 1: Aankomst in Sydney. Camper ophalen en uitrusten. – dag 2: Bezoek aan het Opera House (3 uur) en aan de Toronga Zoo waar alle Australische dieren zijn (4 uur). Beide in Sydney. – dag 3: ... 6 Vertel over de opdracht aan je klasgenoten. Wil je meer weten? Lees het Informatieboekje Australië ( 100) of zoek op www.docukit.nl. Klik op mens en omgeving en daarna op landen en volken. Klik dan op Australië.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 173
09-02-2011 17:02:18
Verdiepingsopdracht
5.4
Maak een schilderij Wat ga je doen? De eerste bewoners van Australië, de Aboriginals, maken bijzondere tekeningen. Bijzonder zijn de dots (stippen) daarop. Jij gaat zo’n dot-painting maken. Je doet de opdracht alleen. Dit heb je nodig een vel A3-tekenpapier, (licht)bruin of (oker)geel nn verf in de kleuren zwart, wit, (oker)geel en oranje nn penselen, stokjes van verschillende dikte nn boeken uit het documentatiecentrum en/of internet nn
Aan de slag 1 Zoek voorbeelden van kunst van de Aboriginals. Je zult zien dat er méér stijlen zijn. Bekijk vooral de schilderijen en voorwerpen met stippen. 2 Je weet nu ongeveer wat je gaat maken. Jouw schilderij gaat over een dier. Kies uit: een slang, hagedis, vogel of schildpad. 3 Teken het dier groot op het papier. Let op! Je tekent het dier van boven af. 4 Schilder het dier helemaal zwart. 5 Schilder met witte verf twee stippen voor de ogen en geef de belangrijkste botten van het dier aan, alsof je door de huid kunt kijken. 6 Schilder nu golvende lijnen rondom het dier, zoals je zag op de voorbeelden. Vul die op met stippen (dots). Gebruik hiervoor een stokje, net zoals de Aboriginals dat doen. Kies zelf welke kleuren je de lijnen en stippen maakt. Beschilder het hele papier. 7 Laat alles drogen. 8 Laat de tekening zien aan de klas en vertel iets over de kunst van de Aboriginals. Wil je meer weten? 100). Of zoek op www.docukit.nl. Lees het Informatieboekje Australië ( Klik op mens en omgeving en daarna op landen en volken. Klik dan op Australië. Kijk (en luister!) op www.dreamweb.nl.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 174
09-02-2011 17:02:18
Verdiepingsopdracht
6.1
Maak een grote-steden-kaart Wat ga je doen? In onze tijd woont de helft van de mensen op aarde in een stad. Dat is voor het eerst in de geschiedenis zo. Sommige van die steden zijn megasteden met miljoenen inwoners. Je gaat een kaart maken van de 20 grootste steden van de wereld. Je doet de opdracht met vier kinderen. Dit heb je nodig nn een vel A3-papier, vellen A4-papier nn een pen, schaar en lijm nn boeken uit het documentatiecentrum en/of internet nn eventueel: een kopieerapparaat en printer nn een atlas Aan de slag 1 Maak een groepje van vier kinderen. 2 Maak een lijst van de 20 grootste steden van de wereld. Zoek op internet met een zoekmachine als Google. Tik in: lijst van grootste steden van de wereld. 3 Zoek uit waar deze steden liggen, hoeveel inwoners ze (ongeveer) hebben, en of ze in een arm of rijk land liggen. Neem de tabel over en vul die helemaal in. Kijk goed naar het voorbeeld. nummer
naam
land
werelddeel
1
Mumbai
India
Azië
aantal inwoners
arm of rijk?
2
4 Kopieer een wereldkaart of teken die na. Geef met stippen de 20 grootste steden aan en zet de nummers erbij. 5 Knip de kaart en de tabel uit en plak ze op het A3-papier. 6 Ieder kiest één stad (zorg dat die steden in verschillende werelddelen liggen). Zoek over die stad plaatjes en meer informatie. Bijvoorbeeld: – Is er een vliegveld, een metro? – Is de stad dunbevolkt of dichtbevolkt? – Zijn er sloppenwijken? – Waarom is de stad in korte tijd zo groot geworden? 7 Schrijf de informatie op een A4-papier en plak er de plaatjes bij die je vond. Zet groot het nummer van je stad op het blad. 8 Hang jullie kaart op. Maak van de informatie van de steden een klein boekje dat je aan een touwtje ernaast hangt. 9 Vertel eventueel over je opdracht aan je klasgenoten. Wil je meer weten? Op http://users.erols.com/mwhite28/urb-20th.htm kun je zien hoe vanaf 1900 de steden op aarde groeien.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 175
09-02-2011 17:02:19
Verdiepingsopdracht
6.2
Schrijf een brief aan de president Wat ga je doen? Het klimaat verandert. Daardoor zullen sommige gebieden in de wereld te maken krijgen met te weinig water. Andere juist met te veel water. Nederland bereidt zich voor op te veel water. En wat doen andere landen? Zij kunnen wel wat tips gebruiken. Door de orkaan Katrina overstroomde de stad New Orleans in de Verenigde Staten. Daarom schrijf jij een brief aan de president van de Verenigde Staten. Je vertelt daarin wat Nederland doet aan het probleem van te veel water. Je doet de opdracht alleen. Dit heb je nodig nn een atlas nn schrijfpapier en een pen nn internet nn eventueel: Word en een printer Aan de slag 1 Je brief bestaat uit drie delen. A Eerst vertel je iets over Nederland. Er is hier veel water: door de rivieren en door de vele regen. Teken er een kaartje bij waarop je laat zien hoeveel water er in Nederland is. Vertel hoeveel regen hier jaarlijks valt (zoek op www.knmi.nl). B Leg kort uit wat Nederland doet aan het probleem van te veel water. (We gaan de dijken verhogen en willen ook het water meer ruimte geven.) Hierover vind je op www.nederlandleeftmetwater.nl goede informatie. C Tot slot beschrijf je een project in jouw provincie. Ga naar www. nederlandleeftmetwater.nl. Klik op waterprojecten en daarna op kaart. Kies een project in jouw provincie. Het project beschrijf je goed. Teken er een kaartje bij als dat jouw verhaal duidelijk maakt. 2 Schrijf of typ de brief. Het hoeft niet in het Engels (de president laat het wel vertalen). Wil je meer weten? Zoek op internet met een zoekmachine als Google. Tik in: de naam van de provincie. Ga naar www.docukit.nl en klik op techniek en daarna op techniek buiten huis. Kies dan: Land, lager dan de zee of Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 176
09-02-2011 17:02:19
Verdiepingsopdracht
6.3
Maak een muurkrant over het nieuws Wat ga je doen? Elke dag is er nieuws van over de hele wereld. Nieuws over oorlogen, over de natuur, of over mensen. Maar wat is er aan de hand? Waar gebeurt het? Dat ga jij onderzoeken. Je laat het zien op een grote wereldkaart. Je doet de opdracht met zijn tweeën. Dit heb je nodig kranten van de afgelopen week of twee weken nn A3-papier, vellen A4-papier nn een schaar, lijm en kleurpotloden nn een atlas nn een kopieerapparaat nn
Aan de slag 1 Kies met wie je de opdracht gaat doen. 2 Maak een kopie van een wereldkaart. Vergroot die zo groot mogelijk. Plak hem op het A3-papier. 3 Zoek artikelen in de kranten die gaan over oorlogen, natuurrampen of milieuproblemen. Knip de artikelen uit. 4 Je gaat elk uitgeknipt artikel op de wereldkaart aangeven. Daarvoor ga je pictogrammen (kleine plaatjes) bedenken. Elke groep krijgt een eigen kleur: – rood: gebeurtenissen die met oorlog te maken hebben. – groen: gebeurtenissen die met een natuurramp te maken hebben. – blauw: gebeurtenissen die met milieuproblemen te maken hebben. – paars: alles wat je ook wilt vermelden, maar niet in een van de groepen kunt plaatsen. 5 Bedenk de pictogrammen bij het nieuws. Bijvoorbeeld: een rokende berg = een vulkaanuitbarsting. Of: een geweertje = oorlog. Teken het pictogram in een rondje in de kleur van de groep. De rokende berg bijvoorbeeld staat in een groen rondje. 6 Zoek op waar de gebeurtenissen plaatsvonden. Geef ze aan op de wereldkaart met het pictogram dat je ervoor bedacht. Misschien horen bij sommige gebeurtenissen twee pictogrammen? Dat mag ook. 7 Maak een legenda van de pictogrammen en plak die onder de kaart. 8 Plak de uitgeknipte artikelen op vellen A4-papier. Zet bij elk artikel het pictogram dat erbij hoort. Maak er een boekje van. 9 Hang de kaart op in de klas en hang het boekje ernaast. 10 Vertel eventueel over de opdracht aan je klasgenoten. Wil je meer weten? Ga naar www.docukit.nl en klik op zoeken. Tik in: nieuws en klik op Nieuws.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 177
09-02-2011 17:02:19
Verdiepingsopdracht
6.4
Maak een poster over de toekomst Wat ga je doen? In de toekomst zullen er steeds meer mensen op de aarde leven. Daarvoor is niet genoeg plaats. Geleerden zijn nu al bezig oplossingen te bedenken. Daarbij hebben ze hulp nodig! Jullie vormen een ‘denktank’ - een groep slimme kinderen die allerlei ideeën bedenken waarmee de geleerden aan de slag kunnen. Je doet de opdracht met de hele klas. Dit heb je nodig A3-tekenpapier nn tekenmateriaal nn schrijfpapier en een pen nn eventueel: internet nn
Aan de slag 1 Maak vier groepjes. Ieder groepje kiest één opdracht (A, B, C of D). Kies uit: A wonen op (en onder!) water B wonen op de maan C wonen in dunbevolkte gebieden op aarde (Noord- of Zuidpool, woestijnen) D ideeën bedenken voor gebouwen (bijvoorbeeld nog hoger bouwen, of verdiepingen onder de grond) 2 Ieder groepje gaat voor één nieuw woongebied ideeën bedenken. Eén leerling per groepje schrijft alle ideeën op. Wees creatief: alles mag! Niets is te gek. 3 De groepjes presenteren hun ideeën aan de klas. Geef commentaar aan elkaar. Samen kiezen jullie voor elke groep één idee dat het groepje gaat uitwerken. Geef elkaar tips. 4 Ieder groepje werkt nu één idee uit. Jullie gaan bedenken hoe het écht zou gaan als mensen op jullie plek gaan wonen. Hoe komen de mensen aan eten? Wat voor werk kunnen ze doen? Zijn er scholen? Ziekenhuizen? Wie is er de baas? Schrijf alles op. 5 Hoe zorg je dat mensen er willen wonen? Maak een reclameposter voor de woonplaats die jullie bedachten. Verdeel de taken. – Bedenk een naam en schrijf die boven aan het A3-papier. – Maak een tekening van hoe het eruit gaat zien. – Geef vast antwoorden op de belangrijkste vragen die mensen zullen hebben. Bijvoorbeeld: de verbinding naar het vasteland met tunnels en een wekelijkse raketverbinding naar de aarde. 6 Presenteer de reclameposter aan de klas. Doe dat zo overtuigend mogelijk! De klas stelt zo veel mogelijk lastige vragen. Bereid je daarop voor.
Wijzer door de wereld 8 © Noordhoff Uitgevers
227484_WDDW2_KB8.indb 178
09-02-2011 17:02:19