Landmacht
Interview met de CDS De KMar op Kamp Holland Waar genomen Naam: Wachtmeester Arjen Functie: stukscommandant Pantserhouwitser Afdeling: Bravo Batterij 14 Veldartillerie ‘Dit apparaat maakt indruk op mensen’, weet wachtmeester Arjen, commandant van de vijfkoppige bemanning van een Pantserhouwitser 2000 (PzH 2000) bij 14 Afdeling Veldartillerie (14 Afdva). ‘De Pantserhouwitser is één blok techniek. En nog steeds hypermodern; beter dan dit krijg je het niet.’ Vanuit de commandantenzetel drukt Arjen op de vele knopjes die het afvuurmechanisme aansturen. ‘Bijna alles gaat automatisch. We hoeven alleen te rijden, de gegevens in te voeren en te laden. Ik houd overzicht en waarborg de veiligheid.’ De wachtmeester is verantwoordelijk voor het eerste schot. ‘Ik druk op de knop. Een rode, zoals het hoort. Vervolgens kunnen we in vijftien minuten wel zestig bommen afvuren. Het mooiste is de shoot and scoop: binnen twee minuten oprijden, vuren en weer weg. Zo mobiel is de Pantserhouwitser.’
1 Logbrig en 101 GSB samen voortaan OOCL
CV90: ‘Pionieren met het nieuwe pantservoertuig’ zevende jaargang nummer 1, februari 2009
Redactie: Hoofdredacteur: kol Gerard Koot Eindredacteur: kap Corné Dalebout Redacteuren: tlnt Anne-Marie Berndsen tlnt Roel van de Wiel
Landmacht nummer 1 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht
Vormgeving:
‘Joint optreden is de toekomst’
Grafisch Bedrijf / AVDD, Frederikkazerne Den Haag
Druk: OBT bv Den Haag, ISSN: 1572-1248
Oplage:
Oplage 53.000 stuks
6:
Interview met de Commandant der Strijdkrachten
Fotografie in dit nummer: AVDD, Frank van Biemen, kpl-1 Joshua Laisina, sgt-1 Arief Rorimpandey, sgt Dave de Vaal.
Met dank aan: elnt René Bouwhuis, kap Klaas Daane Bolier, 104 GGVESK
Inhouds opgave
Redactieadres: Lgen Knoopkazerne MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN: *06- 557 46039 KPN: 030-2146039
Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u mailen naar:
[email protected]
Adreswijzigingen: • Als in de code op uw adresstrook onder meer uw militaire registratienummer is afgedrukt (voorafgegaan door de letter ‘T’) dan heeft het geen zin om een adreswijziging aan de redactie van het blad Landmacht te sturen. Je dient in dat geval zelf via PeopleSoft je persoonsgegevens te wijzigen. Klik hiervoor op ‘Startpagina P&O-selfservice’ op het Defensie Intranetportaal. De redactie is niet geautoriseerd om adressen te wijzigen. • Reservisten die niet in staat zijn via selfservice hun adreswijziging door te geven, kunnen het formulier ‘wijzigen adres en/of gegevens contactpersonen bij noodgevallen’ downloaden op de www.landmacht.nl/reservist. Het formulier vervolgens opsturen naar: DCHR, Postbus 295, 7500 AG Enschede. • Postactieven en veteranen kunnen bellen naar: 070-3397575, of een e-mail sturen naar:
[email protected]. • Betalende abonnees dienen contact op te nemen met Abonnementenland: 0900-2265263 (10 eurocent per minuut) of via de website www.aboland.nl voor abonneren, adreswijzigingen en overige vragen.
Instructeur sergeant-1 Patrick Matze van het OTCMan geeft op de Bernhardkazerne les aan de mensen van 44 Painfbat. Foto: Sgt-1 Arief Roripandey / AVDD
18 De nieuwe MB Softtops
8:
Eerste eenheden aan de slag met de CV9035NL
26 Ontwikkeling van het landoptreden
‘Kracht door veelzijdigheid’
31 Debatavond op de KMA
16:
Rubrieken Eenheid in beeld 28: Personeelsmutaties 30: Photoshoot 32: Waargenomen
24:
Foto voorpagina:
‘Pionieren met het nieuwe pantservoertuig’
12 Beveiliging verdient nieuwe impuls
1 Logbrig en 101 GSB samen voortaan Operationeel Ondersteuningscommando Land
‘We zijn hier ter bescherming van de militair’
22:
Een kijkje achter de schermen bij de KMar op Kamp Holland
landmacht is een uitgave van het commando landstrijdkrachten, sectie communicatie staf clas. reacties of ingezonden brieven worden zeer gewaardeerd. de redactie is vrij in haar keuze van het plaatsen van
landmacht februari 2009
- al dan niet ingekorte - ingezonden stukken. overname van (gedeelten van) artikelen uit de landmacht is, na toestemming van de redactie, toegestaan.
DMO blaast nieuw leven in FACSIM
Landmachtdagen 2009 in Amersfoort
De FACSIM, een simulator die gebruikt wordt voor de opleiding tot Forward Air Controller (FAC), is vernieuwd en kan tot 2013 mee. Een driehoekssamenwerking tussen TNO, DMO en het Commando Landstrijdkrachten heeft geresulteerd in de overdracht van de vernieuwde FAC-simulator aan de School Grond Lucht Samenwerking (SGLS).
De Landmachtdagen vinden dit jaar plaats op zaterdag 6 en zondag 7 juni op de Bernhardkazerne in Amersfoort en het daarnaast gelegen oefenterrein De Vlasakkers. Ook dit jaar zullen er weer static shows, demonstraties en veel activiteiten georganiseerd worden waarbij bezoekers de handen zelf uit de mouwen kunnen steken.
In de praktijk begeleidt de FAC jachtvliegtuigen die voor Close Air Support (CAS) worden ingezet om de eigen grondstrijdkrachten te ondersteunen. De FAC doet dit zo nauwkeurig mogelijk om de gevaren voor eigen troepen te minimaliseren en de kans op uitschakeling van de aangewezen doelen te vergroten.
Tijdens de Landmachtdagen kan het publiek kennismaken met vrijwel alle onderdelen van het CLAS, waaronder ook het organiserende commando; het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL). Daarnaast kunnen bezoekers zien dat de landmacht een veelzijdige werkgever is die een belangrijke bijdrage levert aan het Nederlandse vredesen veiligheidsbeleid. Vorig jaar waren de Landmachtdagen een groot succes. In Oirschot kwamen toen in drie dagen bijna 120.000 bezoekers op het evenement af.
De FACSIM is een proceduretrainer die de (toekomstige) Forward Air Controller in staat stelt de radioprocedure voor een Close Air Support in een virtuele omgeving uit te voeren. Daarnaast beschikt het meer gebruiksvriendelijke systeem over functionaliteiten voor zowel de FAC-leerling (virtual reality-omgeving) als de instructeurs (instructeursconsole), piloten (eenvoudige vluchtsimulator) en overige leerlingen (grootbeeldprojectie). De FACSIM was aan vernieuwing toe, omdat enkele hardwareonderdelen niet meer door de oorspronkelijke fabrikant werden onderhouden. DMO heeft daarom in overleg met het Commando Landstrijdkrachten en TNO besloten om onder meer de grafische computers, de instructeurconsole, de Head Mounted Display werkomgeving, de projectoren en de monitoren te vernieuwen.
Vrijdag 5 juni wordt het terrein opengesteld voor alle werknemers van het CLAS en hun familie, en voor speciale doelgroepen zoals scholieren en reservisten. De veteranendag van het CLAS is dit jaar losgekoppeld van de Landmachtdagen en wordt op zaterdag 16 mei gehouden.
Brigadegeneraal Middendorp nieuwe commandant TFU PGU-onderzoek: niet te veel, niet te weinig Een onderzoek naar de Persoonsgebonden Uitrusting (PGU) moet uitwijzen of militairen voldoende uitrusting hebben om hun taak te kunnen uitvoeren. Niet te weinig maar ook niet te veel, luidt het devies. ‘De kasten puilen uit en militairen die een aantal malen op uitzending zijn geweest, weten niet meer waar ze hun spullen moeten laten’, stelt kolonel b.d. Martien Hermens, die het onderzoek gaat leiden. Hij signaleert dat regelmatig PGU is uitgereikt dat militairen voor hun taken niet altijd nodig hebben. Bovendien krijgen deelnemers aan het Oriëntatiejaar KL (OJKL) of de cursus Vrede en Veiligheid (V&V) bij aanvang een compleet PGU-pakket, terwijl slechts een deel van de cursisten de militaire status krijgt. Dit geldt ook voor ‘spijkerbroeken’ die aan de AMO beginnen. Hermens: ‘Een deel van de uitrusting belandt ongebruikt in de retourlijn.’ De Directie Operationele Ondersteuning (DOpOst) van Staf CLAS heeft het onderzoek naar PGU ingesteld. Onder het personeel van twaalf eenheden van het CLAS wordt tussen februari en juni een enquête gehouden. Wat betreft de opleidingen zal in samenwerking met deskundigen worden onderzocht of er minder PGU kan worden verstrekt zonder de cursisten tekort te doen.
landmacht februari 2009
Brigadegeneraal Tom Middendorp is de nieuwe commandant Task Force Uruzgan (TFU). In de Afghaanse provincie heeft hij het commando overgenomen van de vorige commandant, kolonel Kees Matthijssen. Tot voor kort was Middendorp commandant 13 Gemechaniseerde Brigade uit het Brabantse Oirschot die op dit moment een belangrijk deel van de eenheden in Uruzgan levert. Het vertrek van de nieuwe staf TFU kon rekenen op de nodige belangstelling. Commissaris van de Koningin van Noord-Brabant, mevrouw Hanja Maij-Weggen, overhandigde de militairen bij het vertrek vanaf Vliegbasis Eindhoven de Brabantse vlag. Daarmee onderstreepte ze de bijzondere band tussen de provincie en de brigade. Ook Jan Reker, algemeen directeur van PSV, was bij het afscheid aanwezig. De oud-commando vertelde dat binnen de spelersgroep veel respect is voor het werk van de brigade, waarmee de club een samenwerkingsverband heeft.
Brigadegeneraal Middendorp neemt de PSV-vlag in ontvangst uit handen van PSV-directeur Jan Reker.
De zesde lichting van de staf TFU neemt voor een periode van zes maanden de taken in Uruzgan over. De huidige Air Task Force (onder leiding van kolonel René Arns), de Battlegroup (onder leiding van luitenant-kolonel Jan Swillens) en het Provinciaal Reconstructie Team onder leiding van luitenant-kolonel Ron Hamelink roteren niet in deze periode. Door afwijkende rotatietermijnen van deze eenheden worden zij op andere momenten afgelost.
Commandant
der
Strijdkrachten
generaal
Peter
va n
Uhm
‘Joint optreden is de toekomst’ Generaal Peter van Uhm volgde vorig jaar april generaal Dick Berlijn op als Commandant der Strijdkrachten (CDS). De Commandant voelt zich op zijn plaats aan het hoofd van de vier Operationele Commando’s. ‘Ik ben een groot voorstander van samen effectiever werken.’
Op de schouders van het dagelijkse tenue van generaal Peter van Uhm (53) prijkt sinds zijn aantreden als Commandant der Strijdkrachten (CDS) een vierde ster. Op die schouders rust dan ook grote verantwoordelijkheid. ‘Ik ben een enorm trotse CDS’, zegt de generaal negen maanden na zijn aantreden. ‘Want of het nu de landmacht, luchtmacht, marine of marechaussee betreft, ik heb gezien dat we fantastische mensen in huis hebben, die allemaal enorm gedreven zijn en continu kwaliteit leveren. Ik vind het gigantisch mooi om daar baas van te zijn. We hebben gouden personeel, waarmee we de internationale vergelijking met onze Europese en Navo-partners goed kunnen doorstaan. Ik ben dan ook een uiterst tevreden commandant.’
hoog tot laag bij onszelf nagaan wat wij eraan kunnen doen om het op te lossen. Daarbij zijn onze mensen, burgers en militairen, de beste ambassadeurs. Boven alles pleit Van Uhm voor openheid. ‘Er gaat wel eens iets fout, zoals in elke organisatie. Het is zaak daar volwassen en open mee om te gaan. De doofpot, ik geloof er niet in. Gaat er iets fout? Zeg het gewoon en zorg er voor dat het de volgende keer niet weer gebeurt.’
Uruzgan Het zwaarste dossier op het bureau van de CDS blijft voorlopig ongetwijfeld de Taskforce Uruzgan (TFU). De komende periode staan er grote dingen te gebeuren in de “Nederlandse” provincie in Afghanistan, zegt de generaal. Om te beginnen in 2009: ‘De politieagenten van de Afghan Paars National Police krijgen het komende jaar een extra opleiHet is de CDS ten voeten uit. Zijn zichtbare enthousiasme ding. Dat is een belangrijke kwaliteitsslag. Er komt een is aanstekelijk en zijn rechtdoorzee mentaliteit spreekt derde kandak (bataljon, red.) van de Afghan National Army binnen onze organisatie aan. Het paarse aspect fascineert (ANA), die door Hongaarse collega’s wordt begeleid. En in hem. ‘Joint optreden, het is de toekomst’, verklaart Van de loop van 2009 worden er verkiezingen gehouden. Dat Uhm. ‘Natuurlijk moeten we de identiteit van de verschilzijn belangrijke ontwikkelingen. Het is daarbij uiteraard lende krijgsmachtsdelen en eenheden handhaven. Ieder belangrijk dat nieuwe eenheden stevig voet aan de grond onderdeel heeft iets eigens, waardoor er eenheidsbinding houden en het gebied onder controle hebben.’ ontstaat, de groepsspirit toeneemt en onze mensen zich ‘Dan zetten we nog een stap: in het Provinciaal Reconstrucsenang voelen binnen onze organisatie. Dat is goed en dat tie Team (PRT) wordt de civiele betrokkenheid steeds gromoeten we handhaven. ter. Niet voor niets is er naast de commandant TFU nu ook En met een gezonde een civiele partner op gelijk ‘Werving en behoud is onderlinge competitie niveau (de civiele vertegeneen zaak van ons allemaal’ is niets mis, maar het woordiger van het ministerie mag nooit een drempel van Buitenlandse Zaken, zijn om met elkaar samen te werken. Door goed samen te red.) in Tarin Kowt aanwezig. Door de focus op diplomatie werken, kunnen we nog effectiever opereren en daar ben ik en ontwikkeling, én het militaire werk voor veiligheid in een groot voorstander van.’ het gebied, ontstaat een situatie waarin internationale hulporganisaties hun werk kunnen gaan doen.’ Dossiers Als Commandant der Strijdkrachten heeft generaal Pe- Thuisfront ter van Uhm zware dossiers op zijn bureau. Dossiers De aandacht van de CDS gaat wat de TFU en de andere die niet alleen pantservoertuigen of brigades betrefmissies betreft niet alleen uit naar de militairen onder zijn fen, maar dossiers die de gehele krijgsmacht aangaan. commando. Generaal Van Uhm beseft zich terdege dat Hij zet er zonder aarzelen de tanden in, laat zich achter elke militair ook een thuisfront staat. De relaties vergoed informeren en verkondigt als CDS structureel dienen complimenten en de aandacht van Defensie, aldus een eerlijke en heldere boodschap. de generaal. ‘Onderschat het thuisfront niet. Het is een erg ‘Natuurlijk zijn er uitdagingen’, realiseert de combelangrijke factor in het leven van een militair. Wanneer mandant zich. ‘Onze mensen moeten goed zijn opeen militair op uitzending is, wordt de werklast van zijn geleid en we moeten ze van goed materieel voorzien. relatie vaak verdubbeld. Ook daar moet je goed rekening Deze noodzaak is ook door de politiek onderkend. mee houden als werkgever. We laten het thuisfront niet Voor het materieel is € 260 miljoen vrijgemaakt. Dat alleen met hun zorgen.’ nieuw materieel niet van de ene op de andere dag op De CDS is positief gestemd, ook over de veelomvattende de kazerne staat, aan de kade ligt of in de lucht hangt, missie in Afghanistan. ‘Volgens mij krijgen de mensen mag duidelijk zijn. Maar het begint te lopen, nieuw in Nederland niet altijd een objectief beeld van de situatie materieel komt eraan. Dat is een belangrijk signaal in Uruzgan. Ik begrijp hoe het werkt: slecht nieuws is wel voor mensen op de werkvloer. Op het gebied van nieuws, goed nieuws niet. Maar het beeld dat wordt gecrepersoneel hebben we een tekort aan zevenduizend ëerd is onjuist. Het verhaal dat Kaboel was omsingeld door collega’s en het is een uitdaging om deze collega’s de vijand is bijvoorbeeld gewoon een broodje-aapverhaal. te werven, maar ook om onze huidige mensen te Het is relatief veilig in het gebied, maar we hebben wel nog behouden. Daar moeten we creatief mee omgaan.’ steeds met gevechtssituaties te maken. De ISAF-troepen ‘Werving en behoud is een zaak van ons allemaal. en de veiligheidseenheden van de Afghanen zijn steeds naWe moeten dit vraagstuk dan ook niet alleen bij de drukkelijker aanwezig. Zeker, er moet nog veel gebeuren, hogere leiding neerleggen. Het personeelstekort is maar er wordt wél vooruitgang geboekt. Laat dat duidelijk een probleem van ons allemaal en we moeten van zijn.’
Commdant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm: ‘Ik ben een enorm trotse CDS.’ landmacht februari 2009
C o m b at V e h i c l e 9035NL
Pionieren met het nieuwe pantservoertuig Het gloednieuwe infanteriegevechtsvoertuig CV90 is in gebruik genomen. De fijnafstemming van het Zweedse pantservoertuig op onze organisatie moet nu gebeuren, on the job. ‘Dit voertuig gaat zich stapje voor stapje bewijzen.’
Daar waren ze dan. Voor het oog van het uitgenodigde publiek op De Vlasakkers in Amersfoort draaiden de vier gloednieuwe pantservoertuigen een soepele pirouette. Het tijdperk van de Combat Vehicle 9035NL (kortweg CV90), het nieuwste hightech lid van het “wagenpark” van de landmacht, was daarmee ingeluid. De overdracht van de CV90 door ontwikkelaar DMO aan CLAS en de eerste gebruiker, de Bravo-compagnie van 44 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Johan Willem Friso, was maandag 15 december op de Bernhardkazerne een bijzonder startsignaal. Het werk kan nu echt beginnen. Wie denkt dat de CV90 zo vanuit de Zweedse fabriek de Nederlandse oefenterreinen en inzetgebieden in kan rijden, vergist zich. Het is ook niet zomaar de vervanger van de YPR: de CV90 kan veel meer en vraagt meer van haar bemanning. Machine, militair en organisatie moeten nog kennis met elkaar maken en perfect op elkaar ingespeeld raken. Daarom wordt het infanteriegevechtsvoertuig (IGV) de komende jaren zorgvuldig in de pantserinfanterie ingepast. Fijnafstemming Het was een zware bevalling, de ontwikkeling van het nieuwe pantservoertuig voor de landmacht. Geen wonder; de stalen kolos uit Zweden moet decennia meekunnen en aansluiten op de specifieke wensen en eigenschappen van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS). Dat de Nederlandse versie nu eindelijk op Nederlandse bodem is gearriveerd, wil niet zeggen dat die ontwikkeling helemaal is afgerond. Integendeel: aan de CV90 worden de komende maanden nog zeker aanpassingen gedaan.
De fijnafstemming gebeurt on the job. ‘En dat is logisch’, vindt overste Peter Spiering, projectofficier van de Directie Operationele Ondersteuning van Staf CLAS. ‘Het CLAS wilde een state of the art IGV, dat ook over twintig jaar nog helemaal bij de tijd is. Daar hoort dit eindtraject van bijsleutelen, verrassingen tegenkomen en oplossingen bedenken bij. We hadden voor een oudere versie kunnen kiezen, dan hadden we ’m kant-en-klaar afgeleverd gekregen. Maar dat wilden we helemaal niet.’ De keuze van het CLAS viel op een nieuwere, doorontwikkelde versie (versie III) van het paradepaardje van fabrikant Hägglunds. Een versie met een betere bepantsering en een zwaarder, 35 millimeter kanon.
‘We konden ‘m kant-en-klaar afgeleverd krijgen, maar dat wilden we niet’ ‘De oudere CV90 heeft een 30 millimeter kanon’, vertelt overste Spiering. ‘Daarvan was nagenoeg zeker dat we geen hickups meer tegenkomen. Maar de 30 millimeter is aan het einde van zijn ontwikkeling, terwijl de kamer van de 35 millimeter navenant groter is en dit kaliber nog kan worden doorontwikkeld naar 50 millimeter “supershot”. Daar kunnen we nog vele kanten mee op. Daarbij is ingecalculeerd dat we nog veel moeten oefenen en voor verrassingen komen te staan. Het is het nieuwste van het nieuwste en dat is waar we op hebben ingezet.’ Eén “verrassing” van de CV9035NL is het verhoogde achterdek. Vanwege de specifieke wens om de infanteristen achterin meer ruimte te bieden, is het
manschappencompartiment verhoogd. Hierdoor moet het kanon eleveren om over het hogere achterdek te kunnen vuren. Daardoor ontstaat er een onbestreken ruimte voor het kanon. Spiering: ‘Voor de gevolgen daarvan gaan we een oplossing bedenken. Het is een nadeel waar we mee moeten leven, omdat het binnen het voertuigontwerp niet meer te verhelpen is. We zullen nog wel meer tegenkomen. Tijdens de opleiding van de eenheden van 44 Pantserinfanteriebataljon, de eerste gebruikers, kijkt een overhead team mee. Dit team kan onmiddellijke feedback geven bij eventuele problemen. Op die manier wordt meteen actie ondernomen.’ Pionier en proefkonijn De mensen van de Bravo-compagnie van 44 Painfbat zijn begin januari als eersten in opleiding gegaan om het nieuwe systeem te leren kennen. Terwijl de pantserinfanteristen in negen weken worden omgeschoold, wordt hun opleiding beoordeeld en bijgeschaafd, mede op basis van de lessons learned van het eerste peloton in de cursus. De infanteriecompagnie treedt daarmee niet alleen op als pionierseenheid met het nieuwe IGV, maar tegelijk als proefkonijn voor de opleiding van het OTC Manoeuvre. ‘Het is niet zo dat hun wereld nu ondersteboven staat’, zegt kapitein Willem Jannink, commandant instructiegroep CV90 van de Infanterieschool. ‘Het gaat nog steeds om het nemen van beslissingen binnen de commandovoeringprocedures. Er veranderen echter wel wat dingen. Met de CV90 kun je bijvoorbeeld rijdend gestabiliseerd vuren en wellicht langer bereden optreden, omdat het incasseringsvermogen van het voertuig groter is dan zijn voorganger. Bovendien: het
De eerste cursisten van 44 Painfbat krijgen les in een loods op de Bernhardkazerne, met een CV90 naast zich in het leslokaal.
landmacht februari 2009
voertuig is met name door de elektronica en het Battlefield Management System (zie kader, red.) complexer dan de YPR.’ In Oirschot begonnen de bestuurders in de eerste weken van januari aan hun rijopleiding, terwijl de voertuigcommandanten en boordschutters bij het OTC Manoeuvre in Amersfoort de oriëntatie van het voertuig en schietopleiding startten. Na zes weken voegen zij zich bij elkaar om samen twee weken van drills en basisgevechtstechnieken (BGT’en) te oefenen met de CV90, een week in Amersfoort en één met het complete peloton bij de eigen eenheid. De omscholing wordt voltooid met een schietserie op een van de reguliere Schietoefeningen Bergen (SOB) in Duitsland. ‘De eerste omscholingscursus is nog een proef’, zegt kapitein Jannink. ‘De instructeurs zijn flink beproefd, de door hun ontwikkelde pilot zit goed in elkaar. Maar in de eerste omscholingsperiode zullen we nog tegen genoeg dingen aanlopen. Als op 16 februari de volgende cursisten komen en de afzonderlijke cursussen elkaar gaan overlappen, moet het helemaal kloppen.’ Vervolgens wordt de complete pantserinfanterie omgeschoold. Jannink: ‘Elk jaar een bataljon. Dit jaar 44 Painfbat, daarna 45 Painfbat. De twee jaar erna volgen de pantserinfanteriebataljons van 13 Mechbrig. Als pelotons hier klaar zijn, krijgen ze een certificaat voor hun opleiding op niveau 1 en gaan ze bij hun eigen eenheid op de hogere niveaus trainen, totdat ze gereed zijn voor operationele inzet met de CV90.’ Blik op theorie De uitdaging van de overstap van de YPR naar een nieuw, op maat gemaakt systeem is groter dan het uitvoeren van de technische finishing touch en de omscholing van de pantserinfanteriebataljons. Zoals gezegd is de CV90 een heel ander wapensysteem, bezit het voertuig een grotere snelheid en flexibiliteit, is het beter bepantserd en voorzien van hypermoderne apparatuur. Bovendien is een korporaal de commandant op het voertuig (zie kader) en maakt bij de CV90 in tegen-
landmacht februari 2009
stelling tot het vorige IGV ook de voertuigcommandant deel uit van de vaste bemanning, die ook bij uitgestegen acties aan boord blijft. Dat alles heeft tactische gevolgen, voor de pantserinfanterie én de wapens naast zich in het veld. Het vereist een kritische blik op de theorie.
‘De fijnafstemming gebeurt on the job’ ‘Het handboek Pantserinfanterie wordt herschreven’, weet kapitein Gijs Schüssler van het Kenniscentrum van het OTC Manoeuvre. Het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre is het aanspreekpunt voor materiedeskundigheid van de operationele manoeuvre en geeft richting aan de toekomstige aanpassing van taken, werkwijzen en uitrusting. ‘In concept is het handboek al klaar, de wijzigin-
gen zijn niet per se ingrijpend. Maar er zal een aantal zaken veranderen. De eigenschappen van de CV90 hebben effect op de manier van verplaatsen, inrichten van een verzamelgebied en het bereden optreden. Welke effecten precies moet zich nog uitwijzen. Ook het voetoptreden samen met de voertuigen kan in een ruimer perspectief geplaatst worden. We hebben een heleboel vermoedens beproefd en in nieuwe BGT’en en drills verwerkt. Andere effecten gaan we nog ontdekken.’
‘We wilden een state of the art IGV, daar horen verrassingen en oplossingen bij’
BMS Ook het gebruik van het nieuwe Battlefield Management System op de CV90 heeft tactische gevolgen. Schüssler: ‘Het BMS heeft invloed op het tactische optreden van de pelotonscommandant. Hij krijgt een betere situational awareness en kan onafhankelijker en als peloton flexibeler optreden. Daar zal het nieuwe handboek ook op inspelen. De CV90 doet een eerste rondje over De Vlasakkers in Amersfoort, tijdens de officiële overdracht van het systeem van DMO aan CLAS.
BMS: meer dan een TomTom De CV90 gaat gebruik maken van het Battlefield Management System (BMS). Als een TomTom leidt het systeem pelotons door onbekend terrein. Maar het kan veel meer. BMS is het toekomstige commandovoeringssysteem voor de bataljons. BMS terminals worden geïnstalleerd in de meeste voertuigen; zowel die van de bataljonsstaf als van de pelotons, compagnies en teams. Het systeem biedt gebruikers informatie over de situatie in hun omgeving (Common Operational Picture). Daarnaast biedt het systeem de mogelijkheid plannen te creëren, bewerken en te verzenden tussen commandant en ondercommandanten. Het systeem is bedoeld voor de pantserinfanterie- en tankbataljons, verkenningseenheden, de afdelingen veldartillerie en andere ondersteunende eenheden. BMS biedt een omgevingsbeeld dat is gebaseerd op actuele gegevens. Deze informatie wordt weergegeven op een elektronische kaart. Ook andere relevante informatie (vakgrenzen, mijnenvelden, events, etc.) kan grafisch worden weergegeven. BMS zorgt voor de uitwisseling van de gegevens tussen de gebruikers binnen de eenheden en voor de verspreiding naar hogere bevelniveaus. Het BMS wordt geïntegreerd met het informatiesysteem op brigadeniveau (ISIS) en het informatiesysteem op lager niveau (SDA). BMS is onderdeel van een moderniseringsproces binnen de KL. Op termijn wordt het systeem ook ingebouwd op de Fennek, Pantserhouwitser, Leopard en Boxer.
‘De insteek zal zijn dat het handboek niet alles zal opleggen, maar de betreffende militair een mogelijke wijze van uitvoeren aangeeft. Het handboek is een houvast, maar de keuze van handelen blijft bij de militair. Het vertrouwen in zijn skills en drills blijft onveranderd.’ Zodra de CV90 op hogere niveaus mee gaat oefenen, zullen ook de tactische draaiboeken van bataljons- en brigadeoptreden moeten worden herzien. De CV90 houdt bijvoorbeeld, in tegenstelling tot de langzamere YPR, de Fenneks en Leopards bij en kan daadwerkelijk geïntegreerd bereden optreden. In de toekomst zullen de tactieken, trainingen en procedures (TTP’s) hiervoor mogelijk veranderen. De rol van het pantservoertuig vanaf bataljonsniveau verdient daarom nog bijzondere aandacht. ‘Zo ver zijn we nog niet’, stelt Schüssler terecht vast. ‘Normaal gesproken worden zulke voorschriften van bovenaf uitgerold, maar dat werkt met zo’n nieuw systeem natuurlijk andersom. Iedereen is erg blij met de CV90, want het is een geweldig voertuig. Maar wat we er allemaal nog meer mee gaan doen, moet zich in detail nog allemaal uitwijzen. Dit voertuig gaat zich stapje voor stapje bewijzen.’
Korporaal als voertuigcommandant ‘Revolutionair’ noemt kapitein Gijs Schüssler (Kenniscentrum OTCMan) de toewijzing van de commandantenstoel van de CV90 aan korporaals. Het is voor het eerst dat een korporaal deze verantwoordelijke functie op een wapensysteem krijgt. De CV90 heeft een driekoppige en vaste bemanning. Bij uitgestegen optreden stappen de zeven passagiers uit. De bestuurder, de boordschutter én de voertuigcommandant blijven zitten. In het voertuig van de pelotonscommandant beslist de luitenant aan de hand van de aard van de actie of hij de op de toren plaatsneemt, of van positie wisselt met de Romeo 1. Die krijgt dus óf de rol van voertuigcommandant of die van commandant van het uitgestegen deel. De vaste groepscommandant van de uitgestegen Romeogroep is een korporaal. Op de Alpha- en Bravo-voertuigen voeren altijd korporaals het commando. Dat is een noviteit. Met de invoering van het nieuwe Battlefield Management System in de CV90 wordt de taak van de korporaal een uitdagende. ‘De voertuigcommandant krijgt heel wat op zijn bord’, constateert kapitein Schüssler. ‘Hij is de baas over het voertuig en gaat aan het werk met het nieuwe systeem. Dat is veel techniek. Een mooie uitdaging voor ambitieuze korporaals of manschappen die verder willen in de pantserinfanterie.’ De nieuwe rolverdeling binnen een peloton, en met name de taak van de korporaal als groepscommandant en op de toren, wordt na een jaar geëvalueerd. Schüssler: ‘Het is revolutionair. Maar ook de wisselwerking van de Romeo en Romeo 1 in het commandantenvoertuig moet zich gaan bewijzen. Het belangrijkste is dat de mensen die het gaan doen het vertrouwen krijgen dat ze het kunnen.’
11
Buiten de organisatie, zegt u. U bedoelt tegen de pers? ‘Ja. Het meest sprekende voorbeeld is natuurlijk Undercover in Nederland. De presentator heeft de viertonnersleutel gekregen van iemand die werkzaam was bij het CLAS. Dat is natuurlijk strafbaar, maar we moeten ons wel afvragen waarom iemand dat doet. Wat wij graag willen, is dat iedereen de ‘koninklijke weg’ bewandelt, dus als je zaken aan de kaak wil stellen op het gebied van veiligheid, ga dan eerst naar de beveiligingsfunctionaris bij je eigen eenheid. Mocht dat niet werken, dan kun je altijd bij ons terecht. Ik garandeer dat iedereen een antwoord krijgt.’
B e v e i l i g i n g sc o ö r d i n at o r CLAS
Beveiligen verdient een nieuwe impuls Verloren USB-sticks, een undercover verslaggever met verborgen camera binnen de poort, gevoelige informatie op het internet: militaire veiligheid en beveiliging vragen blijvend om onze aandacht. Om Het zichtbaar dragen van een Smartcard, een verantwoordelijkheid voor iedereen.
die reden heeft de Beveiligingcoördinator CLAS, kolonel Herman Engelsman, een prominentere rol gekregen. ‘Iedereen met een vraag of probleem op het gebied van militaire veiligheid en beveiliging kan bij ons terecht.’
Is het echt zo slecht gesteld met de militaire veiligheid en beveiliging dat er een nieuwe functionaris voor in het leven moet worden geroepen? ‘De beveiligingscoördinator is geen nieuwe functie maar bestaat al langer. De functie is ondergebracht bij de G2 en ons doel is beter grip te krijgen op alles wat met militaire veiligheid en beveiliging te maken heeft.’ Die grip is er nu niet? ‘Laat ik het zo zeggen: we zijn er met z’n allen als organisatie nog niet genoeg mee bezig. Voor een deel komt dat nog door de naweeën van het Koude Oorlogtijdperk. Sinds het vallen van het IJzeren Gordijn is er jarenlang een sterk gevoel van veiligheid geweest, dat niet altijd even terecht was. Daarnaast zijn de mogelijkheden voor het verspreiden van informatie en de snelheid waarmee dat gebeurt, enorm toegenomen. De consequentie daarvan is dat heel veel mensen heel veel informatie heel snel op het internet kunnen zetten. Een eigen Hyves-pagina of weblog is bijvoorbeeld erg populair. Alles, en dus helaas ook operationele informatie, is daar op terug te vinden. Dat maakt ons kwetsbaar en verhoogt het risico. Tegenstanders en andere kwaadwillenden zijn immers slim genoeg om daar gebruik van te maken.’
Militaire veiligheid is een zaak van ons allemaal.
Hoe dan? Wat hebben zij eraan om te weten hoe een willekeurige militair zijn uitzending beleeft? ‘Misschien nog niet eens heel veel, maar inlichtingenwerk is puzzelen. Als je als inlichtingenman al die afzonderlijke verhalen naast elkaar legt, kun je daar een behoorlijke hoop informatie uit halen, zoals hoe een compound beveiligd is, wat de patrouilleschema’s zijn, waar de focus ligt van de Battlegroup et cetera. Zo werken wij op het gebied van ‘gevechtsinlichtingen’ en reken maar dat bijvoorbeeld de Taliban ook zo te werk gaat.’
Maar hoe kun je weten wat je bijvoorbeeld wel of niet op internet kunt zetten. Waar ligt de grens? Uitgezonden collega’s blijven communiceren met hun thuisfront. ‘Natuurlijk is communiceren met je thuisfront op zich ook helemaal niet erg. Maar denk na over wat je wel en niet vertelt en gebruik liever een gerichte mail aan je familie en vrienden dan dat je allerlei dingen op je Hyves-pagina zet. Dan ben je al een stuk veiliger bezig. De militair die op uitzending gaat, krijgt in zijn Missiegerichte Instructie een veiligheidsbriefing. Bij binnenkomst in het uitzendgebied is er nog zo’n briefing, die je verplicht moet volgen. Hier wordt duidelijk een aantal spelregels met betrekking tot het gebruik van internet, e-mail, telefonie en post gegeven Verder is het moeilijk daar sluitende richtlijnen voor te geven. Iedere situatie is weer anders. Op de intranetpagina van de G2 Staf CLAS staan in de Aanwijzingen Militaire Veiligheid duidelijke richtlijnen en tips op het gebied van informatiebeveiliging. Daarnaast kun je altijd bij ons terecht met vragen. Iedereen krijgt gegarandeerd een antwoord. Als collega’s binnen de organisatie een bevredigend antwoord krijgen op hun vraag, dan zijn ze minder geneigd om buiten de organisatie te treden met hun klachten en vragen. Dan praten we dus over veiligheidsbewustzijn.’
Nog even terugkomend op de uitzending van Undercover in Nederland. Wat kan iedere collega daar van leren? ‘Het belangrijkste is dat beveiliging een zaak van ons allen is. Dat viertonners niet op slot staan en dat je met één sleutel alle voertuigen open krijgt, heeft een duidelijke operationele noodzaak. Bij calamiteiten kan het niet zo zijn dat een voertuig niet inzetbaar is omdat iemand de sleutel kwijt is. Echter, dat de presentator in incorrect tenue, zonder rangonderscheidingstekens, belangrijker nog, zonder smartcard een tijdlang op een militaircomplex kon vertoeven, zonder dat iemand hem daar op heeft aangesproken, kan niet. Als we met zijn allen scherp blijven op dat soort zaken, hebben we al heel veel gewonnen.’ Welke concrete acties kunnen we binnenkort nog verwachten van de beveiligingscoördinator CLAS? ‘We laten de voorschriften, zoals het Handboek Militair, aanpassen en gaan er voor zorgen dat Militaire Veiligheid en Beveiliging bij de diverse opleidingscentra nadrukkelijker in de lessen worden verwerkt. Zeker in de basisopleidingen van de schoolbataljons, de NLDA en de KMS is dat erg belangrijk. Via overlegfora en symposia zullen we onze boodschap verder verspreiden. Maar we gaan de opgerichte veiligheidsorganisatie ook verstevigen. Een goed voorbeeld is het aanstellen van een kapitein Militaire Veiligheid binnen de brigades. Tegelijkertijd gaan we controles intensiveren, stafbezoeken plegen, Advies en Assistentie verlenen aan eenheden én beter toezien op een correcte afhandeling van overtredingen. Maar waar het uiteindelijk om draait is dat Militaire Veiligheid een zaak is van ons allemaal.’
De beveiligingscoördinator gaat dus de strijd aan met YouTube en Hyves? ‘Ik spreek niet graag van strijd. Het kan niet zo zijn dat filmpjes mensen of de operatie in gevaar brengen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een filmpje waarbij wel erg veel te zien is van de beveiliging van Kamp Holland. Wat veel mensen niet weten, is dat een overtreding van de veiligheidsregels (Operations Security, red.) ook nog eens strafbaar kan zijn. Onze belangrijkste taak is het bewustzijn op dit gebied te vergroten. Veel militairen hebben er namelijk geen idee van hoe risicovol hun uitingen op het internet kunnen zijn voor zichzelf, hun collega’s en zeker ook hun thuisfront. Wanneer mensen deze kennis wel hebben, zullen ze er bewuster mee omgaan.’
De reportage Undercover in Nederland zorgde voor veel opschudding landmacht februari 2009
13
“K r a c h t
door veelzijdigheid”
1 Logbrig en 101 GSB officieel samen als OOCL 1 Logistieke Brigade en 101 Gevechtssteunbrigade zijn niet meer. Samen vormen zij, sinds 1 januari formeel en na de oprichtingsceremonie op 5 februari officieel, het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL). Hoe ziet deze ‘nieuwe’ brigade er voortaan uit?
De samenvoeging van 101 Gevechtssteunbrigade (101 GSB) en 1 Logistieke Brigade (1 Logbrig) is het gevolg van een maatregel tot het verminderen van het aantal staven. De elf onderliggende eenheden (zie organogram) van de twee voormalige brigades worden nu aangestuurd door één staf. Hoewel de eenheden qua disciplines van elkaar verschillen, hebben ze veel gemeen. Ze ondersteunen allemaal de eenheden van de krijgsmacht, overal en altijd onder operationele omstandigheden. Daarnaast hebben ze allemaal ervaring op het gebied van deployment en redeployment; ze komen als eerste het uitzendgebied in en gaan als laatste weer weg. Deze overeenkomsten en gedeelde taken, worden in het OOCL gebundeld. Uitdagingen De voornaamste taak van het OOCL ligt bij het operationeel ondersteunen
landmacht februari 2009
van alle grondgebonden eenheden van de krijgsmacht waar ook ter wereld en bij civiel militair optreden in Nederland. De staf OOCL heeft daarnaast de opdracht om als staf (re)deployment op te treden. Met de Landmachtdagen van 5 tot en met 7 juni dit jaar in Amersfoort en de redeployment van de Taskforce Uruzgan in 2010 in het vooruitzicht, staan de eerste gezamenlijke uitdagingen al te wachten. Brigadecommandant Jan Broeks, voormalig commandant 1 Logistieke Brigade, voert het commando over het Operationeel Ondersteuningscommando Land. Volgens de generaal is het woord “commando”, dat deel uitmaakt van de naam van de nieuwe eenheid, een vaag begrip. ‘In onze taakuitvoering moeten we dus meteen laten zien wie we zijn en wat we kunnen. Ik realiseer mij dat er de komende tijd met een vergrootglas naar
ons gekeken zal worden. De verwachtingen zijn hoog gespannen, maar volgens mij kunnen we die druk aan.’ Aanvankelijk was generaal Broeks wat sceptisch over het grote aantal onderliggende bataljons (elf) en compagnieën, die allemaal een eigen, unieke specialisatie hebben en dus stuk voor stuk de nodige aandacht vragen. ‘Kan ik ze wel de aandacht geven die ze verdienen?, was een gedachte die meerdere malen door mijn hoofd spookte. Ik was bang dat ik tekort zou schieten als commandant. Het grootste plezier beleef ik namelijk met een bezoek aan de eenheden. Gewoon, de werkvloer op en met de mensen praten. Het is allemaal mooi wat mijn staf en ik kunnen bedenken, maar hoe het daadwerkelijk wordt uitgevoerd en ervaren, wil ik zelf zien en horen. We hebben er veel nieuwe disciplines bij gekregen, die ik allemaal wil leren
kennen. Het wordt dus flink sparren qua tijd en ik moet keuzes maken, maar ik hoop echt zichtbaar te blijven naar de werkvloer.’ Gemeenschappelijke taak ‘Het is een utopie om te denken dat de eenheden van het OOCL zich net zo met elkaar verbonden voelen als bijvoorbeeld een bataljon bij een Gemechaniseerde Brigade dat voelt’, vergelijkt Broeks. ‘Ik ben al heel blij als het saamhorigheidsgevoel op bataljonsniveau goed is. Ik wil van het OOCL geen eenheidsworst maken. Zoals je ziet bestaat het OOCL uit een grote diversiteit aan eenheden met elk een eigen cultuur. Deze verschillen
zullen altijd blijven. Waar ik wél naar streef, is een goede collegiale omgang tussen de eenheden. Men moet doordrongen zijn van het feit dat we een gemeenschappelijke taak hebben, namelijk ondersteuning. De eenheden kwamen elkaar al vaak tijdens oefeningen en op uitzending tegen, dus aan die samenwerking verandert weinig. Het ‘dagelijks bestuur’ van het OOCL is in handen van de Chef Staf, de sectiehoofden en de G3, G5 en G8. Binnen de ‘538’ werken functionarissen die ieder een monitorgebied hebben en kennis hebben van de verschillende bataljons en compagnieën. Voor de in totaal 6500 mannen en vrouwen van
de betrokken bataljons en compagnieën (vergelijk: even groot als de KMar; groter dan DMO) is er in de praktijk weinig veranderd. Zij blijven gewoon het werk doen waarin ze zijn gespecialiseerd. Alleen in de aansturing (één naam, één staf) en zichtbaarheid (één mouwembleem, zie afbeelding) is de verandering te merken. De grote (hoofd)locaties blijven Garderen, Ermelo, ’t Harde, Wezep en luchtmachtbasis De Peel. De eenheden bevinden zich op 22 locaties in totaal, verspreid over heel Nederland. Juist die verspreiding en veelzijdigheid aan disciplines, vormen de kracht van het OOCL.
Nieuw logo: de feniks De feniks is het logo van het OOCL. Dit fabeldier symboliseert enerzijds de diversiteit en anderzijds het continue aanpassingvermogen van het nieuwe commando. Volgens de Griekse mythologie was de feniks een veelkleurige vogel die in staat was steeds weer opnieuw uit zijn eigen as herboren te worden. Hiertoe maakte hij bovenin een boom van kruiden een nest. Als de feniks zich nestelde, vloog dit nest in brand waarbij de ziel van de feniks werd meegevoerd door de geur van de kruiden om vervolgens jong en fris herboren te worden, klaar om een nieuw leven te starten. De diversiteit van het OOCL wordt in het logo gesymboliseerd door de
veelkleurigheid van de vogel. Het keer op keer aanpassen van de operationele steun op nieuwe situaties komt tot uiting in het herboren worden. Het nest tot slot staat voor de vredessituatie waarin de eenheid zich kan recupereren en kan voorbereiden op de volgende taak. Om landgebonden operationele steun duidelijk aan te geven in het logo, is gekozen voor een donkergroene achtergrond met een zwaard. Het zwaard, als symbool van de macht en de weerbaarheid, staat vooral voor de eenheden waaraan de operationele steun wordt geleverd. De donkergroene achtergrond geeft aan dat het landoptreden betreft.
15
1 CIMICbataljon CIMIC (Civil-Military Cooperation) staat voor civiel-militaire samenwerking. De landmacht werkt samen met plaatselijke commandanten en lokale autoriteiten aan zaken als herstel van infrastructuur, voedseldistributie en schadeclaims door burgers. Het bataljon bestaat uit onder meer een pool reservisten en functioneel specialisten, zoals ICT-ers en landbouwdeskundigen.
Sie S4
ORGANOGRAM Operationeel
Sie S2
Sie S5
Ondersteuningscommando
Sie S3
Sie S6
Land (OOCL)
Sie 1
Sie Comm
t
Sie S7 Cogp
IC
ba
B&T 100
bat
M
CI
Staf Sie S8
100 en 200 Bevoorradingsen Transportbataljon Deze bataljons bevoorraden de troepen in het veld met onder meer munitie, brandstof, voedsel en water. Ook verlenen zij algemene vervoerssteun met verschillende typen voertuigen, waaronder trekker-oplegger combinaties en de Scania Wissellaadsystemen.
Sie S9 Sie Oplog
200 B&T bat
Sie Verpln Sie Gn Sie Gzhz
C OOCL 101C
IS ba t
10
1G
Stst cie
nb
A LU
at
CO
400
ci e t rs H 0
t
ba
33
R
400 Geneeskundig bataljon De missie van 400 Geneeskundig Bataljon is het leveren van hoogwaardige geneeskundige verzorging. De kerntaak is het uitvoeren van urgente chirurgische ingrepen. Daarnaast verpleegt het bataljon de patiënten in een eigen mobiel ziekenhuis. Een andere taak is het transporteren van gewonden en zieken tussen mobiele geneeskundige installaties.
TA
landmacht februari 2009
IS
310, 320 en 330 Herstelcompagnie De herstelcompagnieën ondersteunen alle eenheden van de landmacht. De herstelpelotons, uitgerust met alle noodzakelijke middelen, zorgen dat de eenheden van de landmacht materieeltechnisch inzetbaar blijven. De materieellogistieke pelotons richten zich op vier primaire processen: onderhoud, beheer, bevoorrading en opleg.
3 10
Commando Luchtdoelartillerie Het Commando Luchtdoelartillerie (CoLua) heeft als kerntaak de grondtroepen te beveiligen tegen luchtaanvallen op lage en zeer lage hoogte. Het CoLua is een opleidingseenheid voor het eigen personeel. Verder ondersteunt CoLua operaties in het buitenland door bij te dragen aan lichte infanterietaken en Psychological Operations teams (PsyOps).
310 Hrstcie
32
0H
bat
rst
cie
GNK
101 Geniebataljon Bij deze eenheid werken de aannemers van Defensie. Zij zorgen ervoor dat landmacht, luchtmacht en mariniers bij operaties gebruik kunnen maken van een complete infrastructuur met nutsvoorzieningen (omheining, wegen, gebouwen, bruggen, elektra, water en gas). Een speciale verdedigingscompagnie neemt Nucleaire, Biologische en Chemische besmettingen waar en bestrijdt ze.
101 CISbataljon Dit bataljon verzorgt het opzetten, bedienen en onderhouden van data- en telecommunicatie en computernetwerken. Dankzij CISbataljon kunnen eenheden met elkaar communiceren bij operaties. Het bataljon voorziet ook speciale, kleinschalige missies van communicatieverbindingen.
103 ISTARbataljon ISTAR staat voor Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance (inlichtingen verzamelen, bewaken, doelopsporing en verkenning). Dit bataljon verzamelt, analyseert en verspreidt inlichtingen en geeft advies over de informatie-uitwisseling in het operatiegebied.
17
M e r c e d e s -B e n z G 280 CDI Mercedes-Benz G 280 CDI
De verbeterde MB softtop 68 verbeterde Mercedes-Benz softtops zijn onderweg naar Uruzgan. Vergeleken met zijn voorganger is de door CLAS onlangs aangeschafte MB G 280 CDI veel sterker in operationeel gebied, beter voor het milieu én voor de gebruiker.
Verbindingen In de nieuwe MB zijn veel meer opties voor het plaatsen van verbindingsmiddelen met bijbehorende antennes. Ook bijvoorbeeld jammers en satcom zijn nu goed plaatsbaar. Elektriciteit Het voertuig is voorzien van een 12V- en 24Vinstallatie. Het systeem biedt meer capaciteit en door de dubbele accusets start de MB ook na langdurig gebruik van radio’s bij stilstaande motor. Bagagerekken Er is meer opbergruimte rondom het voertuig, waardoor er meer bewegingsvrijheid overblijft in de wagen. Op het rek op de motorkap kan een rookbuslanceerinrichting worden gemonteerd.
Milieu Het voertuig heeft een Euro IV motor en voldoet zo aan de milieuwetgeving. Ook zijn de onderhoudsintervallen groter. Zo wordt het milieu minder belast en zijn de onderhoudskosten lager. 185 pk De MB G280 is zwaarder dan zijn voorganger en heeft dus meer vermogen nodig. 185 pk (was 90) is geen overbodige luxe bij de gewijzigde operationele inzet. Automatisch De volautomatische versnellingsbak neemt werk uit handen van de chauffeur. Het voertuig geeft altijd vermogen; bij opschakelen in zware terreinomstandigheden zal het voertuig niet stilvallen. Lier De lier is afneembaar en kan zonder gereedschap op een andere MB280CDI worden geplaatst. Zo is ook zelfberging een mogelijkheid geworden.
landmacht februari 2009
Motor : Mercedes-Benz OM 642 6-cilinder V turbocharged intercooled diesel CDI, Euro 4 Vermogen : 185 pk (135 kW) bij 3800 rpm Koppel : 400 Nm bij 1600 – 2600 rpm Aandrijving : 4x4, permanente vierwielaandrijving Versnellingsbak : MB automatische transmissie W5 A 580, met vijf versnellingen en touchshift Tankcapaciteit : 96 liter, diesel Actieradius : 600 – 800 kilometer Gewicht : 4800 kilogram : 160 km/u (weg), 70 km/u (terrein) Snelheid
Stoelen De stoelen zijn voorzien van een afneembare hoes, die voorkomt dat de temperatuur van de stoelen extreem oploopt bij langdurige blootstelling aan zonnewarmte. Ook zijn de stoelen in de laadbak aangepast aan internationale verkeersveiligheidsregels. Ringaffuit Het ringaffuit is aangepast. Het draaimechanisme met remwerking is verbeterd. Ook is er een in hoogte verstelbaar plateau onder het affuit aangebracht, waardoor schutters ongeacht de lichaamslengte een zo goed mogelijke positie kunnen innemen. Bepantsering De MB G 280 is voorzien van 700 kilo aan geïntegreerde bepantsering aan de onderkant en zijkanten. Ook is het voertuig voorzien van een verwijderbare mijnbescherming. Banden Voor Afghanistan zijn de standaardbanden vervangen door een type dat beter geschikt is voor het operationeel optreden onder zeer zware omstandigheden. De banden zijn groter en hebben een hoger draagvermogen. Vierwielaandrijving De vierwielaandrijving werkt automatisch. Hoge en lage gearing wordt elektrisch geschakeld en kan tijdens het rijden in- en uitgeschakeld worden. Het maken van schakelfouten is uitgesloten. Sperren De nieuwe MB heeft drie sperren, die het rijden in zwaar terrein bevorderen door de rotatie van de assen te regelen: voor, centraal en achter. De bediening is elektrisch gestuurd. Inschakelvolgorde is door de elektronica bepaald en kan niet fout gaan.
19
D e K o n i n k l i j k e M a r e c h a uss e e
op
Kamp Holland
‘Met de eenheden een goede missie neerzetten’ Bij elke grote missie naar het buitenland gaat een team van de marechaussee mee. Zowel voor politietaken op het kamp als voor onderzoeken naar bijvoorbeeld schietincidenten buiten de poort. Een kijkje achter de schermen bij de KMar op Kamp Holland. ‘We zijn er ter bescherming van de militair.’
Spiegeldoosjes, drie messen, scheermesjes en meerdere zakjes zwart- en groengekleurde hasj. De buit die wachtmeester der eerste klasse Patrick en wachtmeester Tanja aan de poort afhalen bij de Slowaakse bewakers is aardig groot. ‘Het wordt in beslag genomen bij de Jingletrucks’, vertelt Patrick. Dat zijn met spiegeltjes en kwastjes versierde Afghaanse trucks die goederen afleveren op Kamp Holland. De Slowaakse wacht fouilleert de chauffeurs en doorzoekt de voertuigen. Daarbij komen geregeld voorwerpen naar boven die het kamp niet op mogen vanwege de veiligheid. Drogerende middelen horen daar ook bij. Patrick: ‘In Afghanistan noemen ze het tabak, maar wij noemen het drugs.’ Hij werpt een snelle blik op de poederzakjes en herkent al snel de hasj. De twee marechaussees stappen weer in de Mercedes Benz waarop met grote letters ‘Royal Military Police’ prijkt. Bij het ziekenhuis worden de in beslag genomen drugs vernietigd in de verbrandingsovens. ‘Niet teveel tegelijk natuurlijk’, lacht Patrick, ‘want dan kan het hele kamp van de rook meegenieten.’ Military Police Het is één van de taken van de Koninklijke Marechaussee (KMar) op Kamp Holland, een kleine stad op zich waar veel mensen werken en veel gebeurt. Diezelfde dag kunnen ze worden opgeroepen om onderzoek te doen naar een brandmelding in één van de slaapvertrekken of vermissing van spullen. De KMar is beschikbaar voor eigenlijk alles waarvoor de politie thuis ook zou komen helpen. Zaken die veel tijd opslokken van de mannen en vrouw met de blauwe MP-band (Military Police) om hun linkerbovenarm. Tanja: ‘Bij een melding gaan we naar de locatie om onderzoek te doen. Daarna nemen we de verklaringen op van eventuele getuigen en handelen we de aangiftes van commandanten af.’ De taken van het KMar-detachement in Afghanistan, dat uit tien personen bestaat, liggen vastgelegd in Artikel 6 van de Politiewet en komen neer op alle voorkomende politietaken. ‘Veel eenheden denken nog steeds dat de
landmacht februari 2009
Tanja en Patrick nemen ‘de buit’ in ontvangst van de Slowaakse wacht.
KMar er is voor bekeuringen en snelheidscontroles, maar daar hebben we hier vaak niet eens de tijd voor’, vertelt detachementcommandant kapitein Albert. ‘In het uitzendgebied komt heel duidelijk naar voren dat we er zijn ten bate van de Nederlandse militairen in het buitenland. Waar wij op uit zijn, is met de eenheden een goede missie neer te zetten. Met als doel een beter en veiliger Afghanistan. Beleef ik dat echt zo? Ja, als wij er niet zijn en sommige situaties niet goed beoordelen, heeft dat zeker invloed op de missie.’ Bescherming van militairen De kapitein heeft het dan voornamelijk over zogenoemde geweldsaanwendingen buiten de poort. ‘Elk vuurcontact of waarschuwingsschot wordt door de commandant van de eenheid beschreven in een shootingof after action report. Dat komt via een juridisch adviseur en de Commandant Task Force Uruzgan bij mij terecht. Ik onderzoek aan de hand van de rules of engagement, waarin staat welke handelingen de militairen in het missiegebied mogen verrichten, de rechtmatigheid van de geweldsaanwending. Dat rapport gaat dan naar het Openbaar Ministerie (OM) in Arnhem, die dit rapport vervolgens beoordeelt. In mijn periode hier is het
OM nog geen enkele keer overgegaan tot vervolging van gevechtscontacten en waarschuwingsschoten. Ons werk heeft er niet alleen mee te maken dat iemand mogelijk iets verkeerd heeft gedaan. Het gaat ook om de bescherming van de militairen die buiten de poort geweld gebruiken. Wij doen objectief onderzoek naar een incident, waarbij onze kennis van de situatie in het gebied en op het kamp bijdragen aan een volledig beeld van de situatie. Dit werkt dus beide kanten op: het beschermt militairen tegen een onvolledige beeldvorming. Daarom ben ik ook aanwezig bij vergaderingen en briefings, om te weten wat er buiten leeft en speelt. Dat is ontzettend belangrijk. Ook vertegenwoordigers van het OM komen regelmatig langs om een goed beeld te krijgen van de omstandigheden waarin militairen werken.’ Relatie ‘De ondercommandanten binnen de Task Force Uruzgan maak ik met presentaties duidelijk hoe wij werken en welke procedures er gelden. Ook aan de Commandant TFU of de Chef Staf maak ik geregeld kenbaar wat er speelt en waar we mee bezig zijn. Uiteraard is er overleg met elkaar, zonder daarbij onze onafhankelijke positie uit het
21
oog te verliezen, in het belang van de operatie en van de mensen zelf. Wij werken immers als verlengstuk van het OM onder Justitie. Anders dan in Nederland, waar privacy een grote rol speelt, kan het hier belangrijk zijn om er wat anders mee om te gaan, in het belang van het individu, het groter geheel of de totale missie. De relatie onderling is in elk geval uitstekend.’ ‘De commandanten zijn ervaren en bovendien volgens de wet verplicht melding te maken van het vermoeden van een strafbaar feit. Ze hebben ook geen andere mogelijkheid. Alleen het Openbaar Ministerie kan besluiten dat een commandant het straffen zelf af mag doen.’ Behalve met de commandanten is ook de verhouding met de militairen
uitstekend. Ze lopen geregeld bij de marechaussees binnen voor een praatje of een kopje koffie. ‘In eerste instantie kijken ze ons weleens scheef aan’, is de ervaring van adjudant Herman. ‘Vaak zijn dat degenen die in Nederland eens door ons op de vingers zijn getikt. Naarmate de missie vordert is merkbaar dat ze doorhebben dat we veel voor ze kunnen doen. In een rapport naar het Openbaar Ministerie over een bepaald voorval houden we bijvoorbeeld rekening met de achtergrond van de militair; is hij nog maar net in het gebied en heeft hij al meerdere IED’s of schotenwisselingen meegemaakt? Tijdens een verklaring vragen we daar naar. Het is onze taak om ook de achtergrond te vertellen, om een zo goed en realistisch moge-
Gevonden voorwerpen Defensiemedewerkers die tijdens de uitzending naar Uruzgan persoonlijke goederen zijn kwijtgeraakt kunnen een brief sturen naar de marechaussee, met een gedetailleerde beschrijving van het voorwerp. Vermeld hierbij wat voor voorwerp het betreft, van welk materiaal het is gemaakt en of het inscripties of andere bijzonderheden draagt. Aan de hand daarvan probeert de marechaussee tussen alle gevonden voorwerpen uw eigendom te vinden om het u (aangetekend) op te sturen. Geef ook aan in welke periode u in Uruzgan hebt gediend. Stuur de beschrijving naar C-KMar Det Tarin Kowt, Napo 115, 3509 VP Utrecht. Vergeet niet je naam- en adresgegevens te vermelden.
lijk beeld van de gebeurtenissen en omstandigheden vast te leggen.’ Lage drempel Het team is gehuisvest in twee werkcontainers centraal op het kamp tegenover de kassier. Voor die locatie is gekozen om enerzijds de toegang laagdrempelig te houden en aan de andere kant te zorgen voor wat privacy en anonimiteit. Voor buitenstaanders is namelijk niet duidelijk wie de chalet binnenloopt om geld te halen of om een verklaring af te leggen. Eén werkruimte is voor de commandant en dient tevens als verhoorruimte. In de andere werken Herman, Patrick, Richard en Tanja. Herman coördineert als tweede man alle onderzoeken en onderhoudt als hulpofficier van justitie de contacten met het OM in Arnhem. Ook voor de drie teamleden in Kandahar en twee in Deh Rawod is hij het aanspreekpunt. Op de Nederlandse kampen geldt volgens kapitein Albert een zerozero beleid. ‘Geen alcohol en geen verdovende middelen. Dat gaat goed. Bij de uitbetaling van lokale Afghanen die op het kamp werken, houden we rekening met ongeregeldheden en lopen we ter beveiliging van de kassier mee.’ Albert merkt daarbij op dat de Afghanen zeer eerlijk zijn. ‘Elk voorwerp dat ze vinden, brengen ze naar ons: camera’s, waszakken, portemonnees inclusief geld. Zo eerlijk als de Afghanen zijn, zo slordig zijn soms de Nederlanders, zeg ik weleens. Ik barst van de gevonden spullen: veertien trouwringen, horloges, filmcamera’s, fototoestellen en zelfs lees- en kijkbrillen waarvan je zou denken dat ze dagelijks gedragen en dus gemist worden. Mijn vermoeden is dat de eigenaren al in Nederland zijn.’ Gevoelens die meespelen Al deze zaken steken schril af bij het sneuvelen van militairen. Ook dan speelt de marechaussee een belangrijke rol. Albert: ‘In zo’n situatie zorgt de marechaussee voor de identificatie en de schouw. Ook de afhandeling van eigendommen en goederen van het slachtoffer gebeurt door ons op ordelijke, officiële en zuivere wijze. Hoewel je hoopt dat het niet gebeurt,
Het team onderhoudt goede contacten met de eenheden in het ‘dorp’ Kamp Holland.
maakt het wel deel uit van ons werk.’ Richard: ‘Het is verschrikkelijk, je wordt met je neus op de feiten gedrukt, maar het heeft ook wat emotioneels om op zo’n triest moment iets te kunnen betekenen voor de nabestaanden. Dat gevoelens kunnen gaan meespelen, maakt het wel moeilijker.’ Ook Tanja ervaart dat: ‘Je zit dichter op de mensen op zo’n klein kamp en kent ze sneller.’ Patrick: ‘We proberen mensen ook zo veel en zo snel mogelijk te informeren hoe hun zaak ervoor staat. Vooral wanneer ze de poort uitgaan, moeten ze in hun hoofd niet met iets anders bezig zijn. Even een praatje doen wordt dan gewaardeerd. Met afstandelijkheid bereik je minder. We hebben juist graag dat mensen bij ons naar binnen stappen. Daar zijn we voor.’ Marechaussee op missie Het detachement van de Koninklijke Marechaussee werkt in het verlengde van het Openbaar Ministerie in Arnhem, onder het Ministerie van Justitie.
Het detachement heeft in het missiegebied een onafhankelijke positie en kan alleen opdrachten krijgen van de minister van Justitie of Defensie, het Openbaar Ministerie, de Commandant Koninklijke Marechaussee of zijn Hoofd Operatiën District Landelijke Buitenlandse Eenheden. De jurisdictie reikt niet verder dan daar waar Nederlandse militairen zijn betrokken
of waar duidelijk een Nederlandse link ligt. De teamleden komen uit een poule van marechaussees van de Brigade Buitenlandmissies in Apeldoorn. Bij grote onderzoeken kan een Team Algemene Recherche van de Brigade Centrale Recherche in Utrecht ter ondersteuning worden ingevlogen. Dit gebeurde bijvoorbeeld na het eigen vuur incident in januari 2008.
Marechaussee op missie Het detachement van de Koninklijke Marechaussee werkt in het verlengde van het Openbaar Ministerie in Arnhem, onder het Ministerie van Justitie. Het detachement heeft in het missiegebied een onafhankelijke positie en kan alleen opdrachten krijgen van de minister van Justitie of Defensie, het Openbaar Ministerie, de Commandant Koninklijke Marechaussee of zijn Hoofd Operatiën District Landelijke Buitenlandse Eenheden. De jurisdictie reikt niet verder dan daar waar Nederlandse militairen zijn betrokken of waar duidelijk een Nederlandse link ligt. De teamleden komen uit een poule van marechaussees van de Brigade Buitenlandmissies in Apeldoorn. Bij grote onderzoeken kan een Team Algemene Recherche van de Brigade Centrale Recherche in Utrecht ter ondersteuning worden ingevlogen. Dit gebeurde bijvoorbeeld na het eigen vuur incident in januari 2008.
Richard neemt een verklaring op in één van de marechausseewerkruimtes.
landmacht februari 2009
23
43 Herstelcompagnie REGIMENT TECHNISCHE TROEPEN Landmacht brengt elk nummer een eenheid onder de aandacht in de rubriek ‘Eenheid in Beeld’. Deze keer is het de beurt aan 43 Herstelcompagnie (43 Hrstcie) uit Havelte. Deze eenheid is de logistieke dienstverlener op materieeldienstgebied voor 43 Gemechaniseerde Brigade. 43 Hrstcie bestaat voor bijna een vierde uit burgers. Het motto is dan ook: ‘Blauw en groen moeten het samen doen’.
Tradities • 43 Hrstcie heeft een bever als mascotte. Zijn naam is Willem Bever, naar de knutselaar uit de Fabeltjeskrant. De bever vind je overal binnen de eenheid terug als logo, zoals op de vlag. • Tijdens appel staan militairen en burgers door elkaar heen opgesteld. Dit om de saamhorigheid te bevorderen en in stand te houden. Bij 43 Hrstcie werken 360 militairen en honderd burgers. • De FIT wordt altijd gezamenlijk afgelegd.
Geschiedenis Compagnie 43 Herstelcompagnie is opgericht in april 1966. In 1996 werd de eenheid mobilisabel gesteld en in 1998 paraat als 43 Hrstcie Mechbrig. Naast het sleutelen aan voertuigen heeft de eenheid nog andere taken. Zo is de eenheid bijvoorbeeld ingezet bij watersnoodrampen, beveiligingstaken en als wachtdetachement in Kandahar. In haar bestaan heeft de eenheid meerdere hoogtepunten beleefd. Zo werd 43 Hrstcie in 1987 en 1993 uitgeroepen tot beste zelfstandige eenheid van compagniesgrootte van 4 Divisie. Dit werd zichtbaar gemaakt door de uitreiking van de divisie-richtvlag. Tweemaal, in 1989 en 1993, ontving een peloton van 43 Hrstcie de zilveren steeksleutel; in die tijd de onderscheiding voor het best presterende herstelpeloton. Regiment Het Regiment Technische Troepen heeft als formele oprichtingsdatum 1 oktober 1944, de dag waarop in Eindhoven de eerste werkplaats op Nederlands grondgebied is opgericht. Eerder al beschikte de in Engeland opgerichte Koninklijke Nederlandse Brigade ‘Prinses Irene’ over een centrale hersteleenheid, om in te zetten bij een mogelijke toekomstige invasie. Anders dan bij bijvoorbeeld een infanterie- of cavalerieregiment, is het Regiment Technische Troepen van oudsher samengesteld uit een bonte verzameling van verschillende losse TD-staven en grote en kleine hersteleenheden.
Standplaats en taken Bij 43 Herstelcompagnie werken de monteurs van de brigade. Zij onderhouden en repareren het materieel van de brigade. Of het nu defect is gegaan op de kazerne, tijdens oefening of uitzending, de monteurs zijn wereldwijd in staat het materieel te repareren. Hiertoe beschikt de compagnie over een aantal herstelpelotons, die werkzaam zijn voor de diverse eenheden van de brigade. Elk herstelpeloton is gekoppeld aan een eenCompagniescommandant: luitenant-kolonel Pieter van Broekhoven. Compagniesadjudant: adjudant Marcel de Bont.
landmacht februari 2009
Vaandels en emblemen Het vaandel van het Regiment Technische Troepen werd toegekend door Koningin Beatrix bij Koninklijk Besluit op 25 maart 1994 en werd uitgereikt tijdens de feestelijkheden rond het 50-jarig bestaan van het dienstvak van de Technische Dienst op 27 september 1994. Het vaandel wordt gebruikt bij beëdigingen en commando-overdrachten. heid. Een pelotonslid ‘hoort’ dus in feite bij twee eenheden: 43 Hrstcie én de eenheid waarvoor het onderhouds- en reparatiewerk wordt uitgevoerd. Dit kan een cavalerie-, infanterie-, genie- of overige (bijvoorbeeld geneeskundige) eenheid zijn. De herstelpelotons zijn groter dan ‘normale’ pelotons. De staf, hrstpel 44 Painfbat, hrstpel Overige Eenheden (OVE) en hrstpel 42 Tkbat van 43 Hrstcie zijn gelegerd op de Johannes Postkazerne in Havelte. De overige pelotons bevinden zich op andere kazernes, afhankelijk van de eenheid waaraan ze gekoppeld zijn.
Wapenfeiten Van 43 Hrstcie zijn altijd wel veertig à vijftig mensen op uitzending. Libanon, Bosnië, Afghanistan: 43 Hrstcie was en is er altijd bij. De meesten gaan op uitzending met de eenheid waar hun peloton aan gekoppeld is. Maar er worden ook veel militairen op individuele basis uitgezonden, afhankelijk van hun (technisch) specialisme.
EENHEID AAN HET WOORD Soldaat der eerste klasse
Sergeant-majoor Jos Bollen
Kapitein Ruud Jansen
Roland Rouw
Anton Martens Chauffeur en
Groepscommandant Voertuig-
Stafofficier bedrijfsvoering
SST’er (Schietsystemen) Hrst-
administratief medewerker
systeemgroep Hrstpel 42 Tank-
ondersteuning Hrstpel Staf
pel 45 Pantserinfanterieba-
bedrijfsbureau Hrstpel OVE
bataljon
taljon
(overige eenheden) ‘Ik had eerst een administratieve functie bij de staf, maar sinds 2005 ben ik administratief medewerker bedrijfsbureau en chauffeur. Dat vind ik leuker, want dan kom je ook veel buiten. Ik heb het erg naar mijn zin bij de eenheid. We werken hier met veel jongelui, veel uit de buurt ook. De sfeer is goed en gezellig. Mijn peloton is heel jong. Die ‘frisse wind’ die de afgelopen tijd door de eenheid heeft gewaaid, is goed. De discipline is daardoor verbeterd. Jongeren hebben nog wel zin om de veters in de schoenen te stoppen. Hierdoor hebben we meer militaire uitstraling gekregen.’
‘43 Hrstcie is een hardwerkende no-nonsense eenheid. Het is een kleine, hechte en gezellige club met goeie, jonge gasten. “Niet zeuren, maar doen”, is de mentaliteit hier. Dat is voor een commandant, zoals ik, heel prettig. Zeuren is overigens iets anders dan meedenken. Want dat verwacht ik wel van mijn mensen, dat ze dat doen. Wij zijn hier veel meer van het poldermodel - het overleg - dan andere eenheden. Ik ben een TD’er pur sang. Het liefst ben ik lekker zelf aan het sleutelen. Een echte ‘43 Herstelman’, ja. Ik vind mijn werk gewoon verschrikkelijk leuk.’
‘Ik ben hier in 1978 als radiomonteur begonnen, heb vervolgens op heel veel plekken gewerkt, en sluit nu mijn loopbaan hier weer af. Mooi, de cirkel is rond. Het is hartstikke leuk hier. We hebben altijd plezier, naast het serieuze werk dat we doen. We durven hier te praten over problemen. Mogelijkheden tot communiceren zijn er altijd. We proberen elkaar op een leuke manier te corrigeren, en dat werkt. Zo vul je elkaar aan. Wat ik ook goe vind is dat de staf overal zo bij betrokken wordt.’
‘Als burger voel ik me hier absoluut geen eenling. Je hoort er helemaal bij. Ik ben als dienstplichtige opgekomen bij de verbindingsdienst, en heb daarna altijd binnen de verbindingen en wapensystemen gewerkt. Nu werk ik aan de hydrauliek, het kanon en de elektronica van de YPR. Het bevalt mij super bij de eenheid. Ik ben 50, maar voel mezelf jong door de collega’s om mij heen. Als er een oefening is, ook in het weekend, ga ik gewoon lekker mee. Ondanks de verspreiding vind ik 43 Hrstcie een hechte club. Je hebt elkaar toch nodig. Doordat je overal wel iemand kent, krijg je een groot netwerk.’
25
Visie Commandant Landstrijdkrachten
op ontwikkeling landoptreden
‘Beslissen in het gevecht, bouwen aan veiligheid Ook na de missie in Afghanistan blijft het CLAS deelnemen aan operaties wereldwijd. Maar waar staat het CLAS in 2025? In het document ‘Beslissen in het gevecht, bouwen aan veiligheid’, geeft Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Rob Bertholee zijn visie op het landoptreden in de toekomst. ‘Dit document geeft richting aan het denken en handelen op elk niveau,
‘Gereed en relevant blijven’
van groepscommandant tot generaal.’
‘De ontwikkelingen in de wereld waarin wij leven voltrekken zich in een steeds hoger tempo. Deze dynamiek heeft zijn invloed op de vrede en veiligheid in de wereld. Waar we in sommige delen van de wereld de stabiliteit zien toenemen, zien we in andere delen instabiliteit groeien. Het verstoren van het evenwicht is van alle dag en een voedingsbodem voor conflicten. Conflicten zullen ook in de toekomst wereldwijd voorkomen. Nederland is hier vaak bij betrokken, vanuit een (in)direct veiligheidsbelang, of vanuit de ambitie bij te dragen aan de internationale rechtsorde, vrede en stabiliteit in de wereld. De krijgsmacht is één van de machtsinstrumenten die de Nederlandse regering hierbij kan inzetten. De vele ontwikkelingen in de omgeving van de landstrijdkrachten en de ervaringen
landmacht februari 2009
ting’ aan voor de ontwikkeling van het landoptreden tot 2020 en vormde een uitgangspunt voor de ontwikkeling van doctrine, studies en operationele concepten. Sinds 2005 is er echter het nodige veranderd in de wereld om ons heen. Niet alleen heeft onze minister het beleidsdocument “Wereldwijd dienstbaar” uitgegeven maar zijn er ook nationale en vooral ook internationale ontwikkelingen die hun invloed hebben op de inzet en het optreden van landstrijdkrachten. Deze relevante veranderingen zijn voor mij aanleiding geweest de bestaande studie
die wij opdoen in de missies waaraan wij bijdragen, zijn van grote invloed op het landoptreden. De verdere professionalisering als gevolg van recente missies zoals in Afghanistan en Irak is blijvend. Maar tegelijkertijd zijn de ervaringen in Afghanistan niet de enige norm. Toekomstige conflicten zullen variëren in aard, omvang, plaats, geweldsniveau en actoren. De landstrijdkrachten moeten daarom gereed en relevant blijven voor het gehele spectrum van conflicten (full spectrum operations), met alle capaciteiten die daarvoor ook in de toekomst nodig zijn. Waarom dit document? Dit document bouwt voort op de studie “De ontwikkeling van het landoptreden, de Koninklijke Landmacht op weg naar de toekomst” uit april 2005. Die studie gaf de ‘hoofdschootsrich-
“De ontwikkeling van het landoptreden” uit 2005 tegen het licht te houden. Het nieuwe document “Beslissen in het gevecht, bouwen aan veiligheid” gaat in op deze ontwikkelingen. Zaken als globalisering, klimaatverandering, demografische en technologische ontwikkelingen beïnvloeden elkaar en vormen samen de achterliggende oorzaken of bronnen van conflicten en dreigingen in de toekomst. Maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland zoals individualisering en de snelheid van de publieke opinie, hebben consequenties voor onze krijgsmacht. De maatschappij stelt daarbij steeds hogere eisen aan Defensie: relevantie, bruikbaarheid, efficiency én verantwoording. Daarnaast zien we binnen het landoptreden allerlei ontwikke-
lingen die hun consequenties voor de landstrijdkrachten hebben. “Beslissen in het gevecht, bouwen aan veiligheid” geeft een analyse daarvan en vertaalt deze naar het landoptreden in de toekomst. Voor iedereen “Beslissen in het gevecht, bouwen aan veiligheid” geeft richting aan het werk van ons allen. Het is dan ook een niet te missen document. Iedereen die een bijdrage levert aan het landoptreden, militair of burgermedewerker, jong of oud, in het veld of op kantoor, sergeant of generaal, krijgt met deze visie te maken. Het heeft gevolgen voor de manier van optreden in operatiegebieden. Maar het is ook de basis voor de toekomst van het opleiden en trainen, het zet de toon voor werving en behoud en het bepaalt de manier waarop we met materieel omgaan in de komende jaren. Het is dus de grondgedachte voor ieders werk. Elke lezer zal zich dus af moeten vragen: wat betekent dit nu voor mijn werk, voor mijn verantwoordelijkheid voor de dingen die ik doe? We zullen deze visie dus op elk niveau, overal binnen het CLAS moeten vertalen naar het werk waarmee we bezig zijn. Er is niets geheim aan onze visie voor de toekomst. Hoe meer collega’s die visie kennen, hoe beter we er samen werk van kunnen maken. Dankzij dit document weet iedereen waar we naartoe gaan en hoe. “Beslissen in het gevecht, bouwen aan veiligheid”, zo gaan we het dus doen.’
Elk kaderlid en burgercollega vanaf schaal 10 van de Koninklijke Landmacht ontvangt het document ‘Beslissen in het gevecht, bouwen aan veiligheid’ deze maand thuis in de brievenbus. Het document zal daarnaast ook digitaal terug te vinden zijn op het intranet. Voor eventuele vragen: neem contact op met kolonel G.F. Koot, Hoofd sectie AO Staf CLAS, (
[email protected])
27
Militair personeel bevorderd kolonel M. van der Giessen (inf), H.G.J.M. Vermetten (log gnk) luitenant-kolonel H.J.T. Deloo (art), J.J.J.M. van den Dungen (mil psy-sociologische dienst), J. van Gijssel (log b&t), M. Hoedeman (mil jur dienst), H.J. Jacobs (inf), L. Jans (log gnk), M.E. Jansen (log gnk), A.H. de Jonge (log gnk), L. Lagerwerf (gen), C.M. Luteijn (log td), H.J. Schaap (log b&t), A.H.G. Schuilenburg (log b&t), F.T.M. Snels (vbdd), J. Stienstra (gn), M.L. Teunisse (log b&t), H.W. Veldhuis (inf), E.P. Vonk (cav), J.J.M. Wagtmans (vbdd), J. Weijers (log td) majoor M.F.A. van Baal (inf), M.H. van Bavel (log b&t), R.F.G. van den Beemt (inf), C.M. van Benten (art), E. Bliek (log gnk), M.F. Bouman (log gnk), J.H. Brakert (inf), J. Graver (log adm), D.P. Grouwstra (log b&t), E.J.M. Jaspers (log b&t), C.J. Knol (mil jur dienst), J.B. Kronshorst (log gnk), R. van der Linden (log gnk), J.H.J. van Mill (gn), P. van Mourik (log b&t), M.S. Parlevliet (log gnk), G.A. Schouwstra (cav), H. Smedema (alg), N.W. Teerds (inf), S.B. Tilma (inf), J.H.J.A. Verdonschot (inf), P.J. Vink (log gnk), A. de Vos (vbdd), M.C. Zandee (log td), T.W.M. Zwiers (lua) kapitein / ritmeester E.W. Blok (log B&t), O.R. van Boven (inf), V.L.J. Commandeur (log gnk), M.J.B. Corstjens (art), R.J.A. Dekkers (log td), K.J.G. van Dinter (gn), E.T.P.R. van Dongen (log gnk), S. Donker (inf), W.H. Dorland (inf), J.H.M. van Engelen (inf), M.A.H.F. van den Elzen (inf), J.J. Euving (cav), I.L. de Fretes (inf), S.M. Greuter (log b&t), S. Groothedde (log b&t), R.S. Hali (log gnk), A.P.A. Haverkamp (lua), R.A. Headley (inf), C.R.J. Hildenbrant (log td), F.J.P.P. Hombergen (log b&t), F. Hoogendoorn (log gnk), R.P. Hoogwerf (inf), H.B. H.J. Horsmeijer (log gnk), Hovestad (gn), R. de Jong (inf), H.G. Menalda (cav), G. Niezen (log adm), J. Nogarede (art), D.A.M.M. Otten (lua), J.P. Quist (gn), F. Reekers (log b&t), B.J. Reijnen (inf), S.M. Reuzel (log gnk), J.P.G. van Rossum (log td), N.J. de Ruiter (log b&t), N. Schoone (art), G. Schüssler (inf), F. Schutz (log b&t), R.F.J. Sloekers (cav), W.I.M. Theuns (log gnk), T.C.J. Tilleman (log td), P.H.V.M. Timmermans (log gnk), J.M.M. Verboeket (art), S.P.N. Verlaat (log td), S. Wilkens (art), H.J. Wolterink (gn) eerste-luitenant E.G.M. Arts (art), P. de Beeld (log td), A.C.H.M. Berkers (lo/sport), N.W. Bobeldijk (log gnk), D. Boschman (lo/sport), M. Bronkhorst (inf), C.J.M. Cats (log b&t), F.W. Guit (log td), M.P.J. Hendriks (cav), J.J. van de Hesseweg (log b&t), J. van Hoorn (log td), C.A. Kamp (log td), M.J.W. Krebbeks (log td), C.M. Luijk (log gnk), A.G. van Donk (cav), J.M.P. Nijsten (inf), M.E. Pater (log gnk), J.F. Petersen (cav), E.J.H. Reker (log td), J. Rebergen (log adm), J.H.C. Timmers (log adm), M.W. van de Velde (log b&t), R.R.J. Verbossen (vbdd), L.J. Veth (log gnk), I.M. Vogelesang (log gnk) tweede-luitenant W. Bondt (log gnk), A.J.A. van Holsteyn (log gnk) adjudant H.J.W. van Berkum (cav), N.J. Bloem (log td), C.J.M. Damen (art), R. Dijkstra (log b&t), J.G. van Drunen (cav), B.J.H. van Eck (inf), R.M. Fransooijs (vbdd), L. van der Gronden (log adm), F. Harmsen (inf), J.H.A.M. Heijmans (log b&t), R.E. Huwaë (log b&t), B.T. Kok (log td), J. Kuiper (lo/sport), W.A.P. Landman (inf), J. Otten (inf), H.L.M. Rikken (log td), J.J.F. Sanders (log b&t),
landmacht februari 2009
B.J. Stokkink (vbdd), M.M. Takkenberg (vbdd), M.P.M. Versteijnen (log td), R.J. Weijts (vbdd), J.R. Welling (lo/sport) sergeant-majoor / opperwachtmeester F. Boland (vbdd), L. Brink (log b&t), M. Does (log gnk), H.R. Doorn (log td), M. van Goinga (vbdd), M de Groot (log td), L. Gussenhoven (log td), F.P. van der Haak (log b&t), M.M.C.J. van Hemert (log gnk), A.T. Idsinga (lua), M.E. Kleefman (log gnk), R.H.K. Knoppersen (log b&t), K.J. van Komen (inf), P.C. Kooij (log gnk), S.J.H. Lemmens (log adm), G.A. Lindeboom (art), E.P.C. Mooren (inf), M.B.C. Nienhuis (log b&t), J.E. Pols (gn), O.M.D. Rohde (log gnk), H.J.J. Sagt (gn), D. Sins (log gnk), G.L. Tamboer (vbdd), R. van Toorn (cav), M.B. Waterreus (gn), M. de Wolf (log td) sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse M. van Aalst (lua), M.C. Annaars (art), E. Barbiers (lua), H.B.T. Boers (gn), C. de Blaauw (vbdd), R. de Boer (log adm), E. Bos (log adm), G.H. Box (log b&t), E.J.H. Driessen (gn), D.A.L. Dussel (log b&t), O.W. van Esterik (lua), T.F.W. Graven (log b&t), J. van de Griendt (log b&t), G.D.E. Groen (log adm), I. Gün (inf), S. van Haaften (inf), P.G.H. van Haastert (vbdd), J.C. van Herk (inf), R. van Hoorn (log td), C.J. Huijgens (log b&t), S. Huitema (log td), M.J.W. Jansen (lua), M.G.A. Janssen (log td), R.C. Kerkhoff (gn), A.J.S. van Kesteren (log adm), S.M. Krijnen (log b&t), P.P. Kloostra (inf), S. de Koning (vbdd), L.S. Kraan (inf), R. Lantinga (inf), J.B.F. Lasomer (cav), J.D.M. Letwory (inf), M.A.M.W. van Lokven (log b&t), T. van Maanen (log adm), J.H. Meijerink (gn), M.H.B. Moonen (log b&t), J. Moorlag (log b&t), D.A.M. Nieuwenhuis (log b&t), B. Olthof (log adm), B.S. Ouwerkerk (inf), R.B.O. Patterson (log gnk), R.R.E.M. Pelt (gn), R.A.F. Raaijmakers (art), B.B. Rietbroek (vbdd), J.F. Rijnenberg (vbdd), G.P.J. de Rooij (log b&t), E.J. Roovers (vbdd), M.J.P. Saat (lua), S. Schotanus (inf), F.H. van der Sluijs (gn), M. Swolfs (inf), P.R. Teggelove (log b&t), J.J.L.M. den Teuling (gn), R.P. Versteeg (lo/sport), G.A.J. de Vries (vbdd), T.F. Vromen (vbdd), X.F.G. Wennink (log b&t), O.W. Wijma (log b&t), A.A.J. de Wit (log b&t), S. Wunderink (vbdd), N. Zwaneveld (inf), B de Zwart (log adm) sergeant J. Brumlief (log b&t), C. van Noorloos (inf), H.J. Ruitenbeek (log adm) korporaal der eerste klasse E.V. Albrecht (inf), F.C.H. Amory (lua), R.C.G.S.M. Balmaakers (log td), W. Been (log td), R. van den Berg (log b&t), L. Beutick (log adm), L. Blok (log td), M. Bosman (cav), S. de Bruin (vbdd), M. Buijze (log b&t), M. van Dongen (log td), A. J. Douma (log b&t), N. Driehuijs (inf), S.J.G. Duineveld (log b&t), R. Dusseldorp (inf), A.D. Finney (log td), J.D. Franken (log td), M. Fritsma (log td), S. A Gawel (log gnk), B.W.C. Geurts (log td), J. ter Haar (art), I. Haisma (log gnk), J. Halfhide (inf), A. van Hattem (inf), N. van der Heiden (inf), R. Henkes (inf), D. Hopman (log td), M. Huberts (inf), S.S. Humphries (gn), I.J.H. Huttinga (inf), J. de Jager (cav), P.J. Janson (log b&t), D. Janssen (vbdd), T. Joling (inf), G.H. Jonkers (log td), L.J. Jonkman (inf), M.V. Kamstra (inf), P.P.A. Kanselaar (gn), M. Ketting (log gnk), S.W. Kirkpatrick (art), M.H.H. Kivits (log b&t), M. koelewijn (inf), J.G.M. (gn), R.E. Kuperus (gn), J.J.C. Landbrug (log td), P.H. de Leeuw (gn), R. Leo (tech staf), P. Lust (cav), W.A. Malenstein (gn), R. Mammona (log td), E.C. van de Meeberg (art), H.C. ter Meer (inf), M. Meesters (log td), M. Michielsen (inf), M.P.J. migchielsen (log td), R. Molenaar (log td), G. Molina (log b&t), K. van Oostenbrugge (inf), S.M.M. Out (log b&t), R.A. Overkempe
(gn), M. pleiter (inf), S.D. Poelstra (gn), S.J. voor de Poorte (cav), M.P.H. Ray (vbdd), S. Reijnier (cav), K. Rekveld (inf), R.B. Roelofs (log td), J.J. de Roo (inf), S.J.H. Schoenmakers (log td), B.J. Scholte Aalbes (inf), T.H.P. Schutjes (inf), B.K. Schuurmans (art), E.R. Sipma (inf), R. Sluijmer (inf), J.A. Smits (inf), W. Smits (log gnk), P.F.P. Spaendonck (vbdd), M. Spijker (log td), J.H. Sprangers (log td), K.A. Springer (log td), K. Steentjes (vbdd), H. Sufrain (vbdd), R.M. Termorshuizen (cav), K. Tsekpo (log td), J.E. Uittenbogaard (inf), A.J. van Veen (log td), D.J. van Veen (gn), P. van der veen (gn), J. Veenstra (log b&t), S.R.J.C. van de Velde (log gnk), K.S.A. Verhoeven (log td), P.H.W.J. verpoort (inf), M van de Vooren (gn), W.K.M. Vroomen (log adm), B.B. Watkin (log b&t), J. Wedman (gn), P. Weerdmeester (log alg), A.L. Wegen (vbdd), M. Werkman (log b&t), S. de Winter (inf), S.S. Zaal (inf)
Actieve dienst verlaten kolonel F.E.V.M. Bouwdijk Bastiaanse (cav), M.C.J. Felix (cav), N.H.T. Jansen (mil jur dienst), J.W. Koet (mil jur dienst) luitenant-kolonel T.G.A. Berns (log b&t), P. van Geldere (inf), C.P. Heijstek (log td), M.C. van Riemsdijk (tech staf), H. Souer (inf), H.M. Teuwen (cav) majoor E.W. Beekhuizen (inf), J. Boode (log gnk), J.L. van Dijk (log alg), J. Jongejan (gn), A.W. Kiel (log b&t), M.A. van Loon (inf), A.M.J. Voorn (vbdd), J.J. Westerbeek (vbdd), P. van de Wijngaard (gn), T. Zwaneveld (vbdd)
(lo/sport), S.D. de Neef (gn), S. de Rudder (art), M. Verschuur (art), B.M.A. van der Zeyden (log gnk) korporaal der eerste klasse R.L. Albers ( log b&t), N.C. Alsemgeest (log td), G. Antes (log b&t), J. Bal (log b&t), K. van den Berg (inf), P.J.M. Bleize (vbdd), F. de Boer (gn), J. van Boeschoten (gn), L.C. Boom (inf), M. Boone (log td), J. Bongers (log td), L. Bosua (art), M. Brontsema (log b&t), R.M.J. Degens (inf), P. Demas (vbdd), J. Dijkstra (inf), A.C. Evers (log b&t), J.S. Everts (vbdd), R.A. Fernandes (inf), T. Fonteijn (log td), C.J.J. van de Geer (log b&t), C.F.L. Geurts (log td), T.R. Griek (gn), M.W.E.H. Hardy (inf), S. van der Heijden (gn), B.M.D. Helweg (log b&t), R. Hendriks (log td), J. Hoekstra (gn), F.R. Hoffman (gn), M.B. de Jong (log gnk), J.H. Klok (log gnk), A.K. Koning (log b&t), N.C. Krikke (log td), E.H. Krops (log gnk), S. Kruizinga (vbdd), T.E.M. van de Kuilen (log b&t), M.P.L. van de Laak (log gnk), R. de Lange (log td), C.F. Lodowica (inf), V. Marcks (lua), S. Ooteman (vbdd), R.P. Pierik (log td), J.W. Pieters (log td), G.S.L. Plaate (vbdd), D. Radix (cav), E.A.W.M. Scheepers (inf), J.M. van Schie (log td), B.C. Smid (log B&t), S. Snijder (log b&t), Z. Taskiran (log adm), J. Timmerbeul (log td), M.R. Vink (log gnk), A.F.H. Wams (log b&t), M. Werff (gn), H. Wieringa (log td), N. Wintermans (log b&t), H. Yilmaz (log b&t)
IFOR Datum: vrijdag 27 maart 2009 Locatie: Voormalig vliegbasis Soesterberg, Soesterberg Bijzonderheden: De Identiteitsgroep Vredesmachten, onderdeel van de Bond van Wapenbroeders, organiseert een reünie voor (ex-) militairen die zijn uitgezonden met de operatie IFOR Info/aanmelden:
[email protected], Frank Kluiters, Albert Schweitzerlaan 10, 2641 ZT Pijnacker of via www.vredesmachten.nl
18-19e A.A.T., Hupva, Veld.H.
Schaal 9 J. Reinders
31 B-Hospitaal Medan
eerste-luitenant R.M.J. Dohmen (art), S.P.C. Jurjus (log gnk), E.I.M. Mes (art)
Schaal 6 E. Hoogland, A.C.E. Knoops, L.W. Boonstra, R. Tienstra
kornet / vaandrig C. Boonstra (art)
Schaal 5 K. Beerens, K.T. Harink, R.T. Jongsma,K.M. Schra
adjudant J.W.J. van Buul (log b&t), F. Driessen (vbdd), G.J. Esten (log b&t), W.J.H.B. Kuijpers (log gnk), J.H.M. Kupers (vbdd), G.J. Lokhorst (vbdd), J.A.P. Nijhof (gn), J. Olofsen (cav), J. Pistorius (vbdd), H. van der Ploeg (inf), G. Prins (log b&t), N.V. Roode (vbdd), A.W. Scheltema (inf), J.E.P. Stroes (loh b&t), J. van ’t Veen (inf), A.J. Verbunt (art), R.L.L. van der Wal (inf)
Schaal 4 W.J.T. Bakker, N.J.H. Geurts, E.S. Groothof, J. de Roder, J. Stundebeek, R. de Vries
sergeant / wachtmeester P. Bouw (inf), R. van den Elshout (gn), J. Koreman
Datum: zaterdag 21 februari 2009 Locatie: Officierskantine Artillerie Schietkamp, Oldenbroek Bijzonderheden: Ontvangst is vanaf 18.00 uur. Tenue: donker kostuum met korpsdas Info/Aanmelden:
[email protected] / 0525658725
Schaal 10 A. van Veldhuizen, R.G.C. Verweij
Burgerpersoneel bevorderd
Schaal 8 A.W.G.M. Princée
sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse S. Bons (vbdd), K. Buijvoets (log b&t), K. Duitemeijer (lo/sport), P.J.W. Gerrits (log b&t), J.A. Goncalves (log td), M.T.M. Hagewoud (log gnk), A. Jager (inf), F.S.H.M. de Jong (log b&t), H. Kucukkose (vbdd), B.J.H. Lainsamputty (vbdd), J.R.J. Lut (lo/sport), J.M. Parnell (inf), J.N. Peperkamp (inf), E. Reiber (inf), J.A.M. Schrurs (inf), A. Smit (log td), E.A. Thomassen (inf), M.T.G. van der Zwan
Korpsdiner Korps Rijdende Artillerie
Datum: vrijdag 3 april 2009 Locatie: Generaal Spoorkazerne, Ermelo Bijzonderheden: Jaarlijkse reünie voor 18 en 19 Compagnie Aan- en afvoertroepen, 1 en 2 Compagnie Gewondenvervoer, 4, 7, 30, 31, 32 en 42 Hupva en 31 Veldhospitaal Info/aanmelden: Job Teunissen, tel. 0180 617130
kapitein / ritmeester M. Bos (inf), A.R. Coppoolse (inf), A.J.P. Dieker (log td), A. Hamidi (inf), J.L. Jongen (lua), R.G.H. Koks (gn), F.J. Komans (vbdd), C. J. Kromhout (vbdd), J. Miedema (log gnk), E. Muller (vbdd), D. van Neerbos (log td), R.P.G. Prins (log gnk), J.H. Roubos (log td)
sergeant-majoor / opperwachtmeester C. Schipper (log gnk), P.J.J.J. Coumans (vbdd), M.W.L. Klijn (log b&t), C.M.H. van Nunen (log gnk), G.F.S. Schipper (cav), H.J. Wichgers (log gnk)
Reünies
Schaal 7 A. van Asselt, C.T.J. Blom, J.J.C. Branderhorst, J.A. van der Ende, E.H.F. Supusepa, J.H.L.P. Tillij, L.W. Vermeulen
Burgerpersoneel dienst verlaten G. Vermeulen, J.C. Geers, J. den Hartogh, H.C. van der Zwan, K.G. van den Berg, R.E. Blok, W.J.M. Embrechts, J.E. Ettema, J.W.A.H. Schoumakers, J.Y. Wijnia, B.A. Mulderij, A.V. Willemztijn, K. Akker, A.M. Mastebroek, P.H.M. Stassen, P.A.A. Alferink, J. Groothuis, H.K. Huizinga, R.P.P.E. Ramaekers, L. Wezel , J. Blaauw, J. de Jager, C.G.M. Kuepers, M.L. Santos, R.E.P. Veerman, I.M.G.H. van den Diepstraten, B.I. Halapiry, M.E.G. Houben, H.J. Leroy, D. Lof, P.J.A. Mallant, J.M.J. Ras, B. Somerwil, K.A. van der Steen, J.A.M. Vissers, L.M. van Beek, M.I. van Dam, G.H. Haan, J.T. de Kok, F.J.A.R. Pereira, W.H. Wagner, E.B. Weerd, M. Brug, A.C.H. Demers, F.J. Pape
D
Datum: woensdag 15 april 2009 Locatie: Kumpulan Bronbeek, Arnhem Bijzonderheden: De commissie is op zoek naar oudmedewerkers die in de jaren 1948, 1949 en 1950 in het hospitaal aan de Boolweg (nu: Djalan Putri Hijati) te Medan hebben gewerkt. Info/aanmelden: tel. 0348 413413
Vereniging Vrouwelijke Militairen Koninklijke Landmacht Datum: zaterdag 25 april 2009 Locatie: Kumpulan Bronbeek, Arnhem Bijzonderheden: De reünie wordt gehouden in het kader van “65 jaar vrouw in de Koninklijke Landmacht”. Vrouwelijke militairen in of buiten dienst van alle Wapens en dienstvakken KL en zij, die behoorden tot het VHK, NVKL en de MILVA kunnen deelnemen. Info/aanmelden: Een inschrijfformulier met nadere informatie kan worden aangevraagd via VVMKL@ hotmail.com of het secretariaat VVMKL, Waterlelie 19, 2631 DE Nootdorp
Twents/Gelders bataljon 5-4 R.I. Datum: woensdag 13 mei 2009 Locatie: Generaal Winkelmankazerne - ISK, Harskamp Bijzonderheden: T-Brigade, Midden-Java 48-50; Salatiga/Djocja Info/aanmelden: T.J. Jansen Venneboer, tel. 0575 519424, e-mail
[email protected]
436 Bataljon Infanterie (7-3 R.I.) Datum: woensdag 27 mei 2009 Locatie: Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal Bijzonderheden: H-Brigade (Noord-Sumatra – WestJava 1949/1951), personen uit het adressenbestand van de reüniecommissie worden nader geïnformeerd. Meer informatie: G.H. Swijnenburg, Ghijseland 335, 3161 VW Rhoon, tel.: 010-5013316, e-mail:
[email protected]
Ook uw reünie op deze pagina? Om er zeker van te zijn dat zoveel mogelijk (oud-)collega’s naar de reünie van uw voormalige) eenheid komen, is het verstandig om de bijeenkomst Landmacht-breed aan te kondigen. Dat kan door een oproepje te sturen naar de redactie van het blad Landmacht. Stuur een berichtje met informatie als datum, tijdstip, locatie en gegevens waar deelnemers zich voor de reünie kunnen aanmelden naar:
[email protected]. Of stuur een briefje naar: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. Redactie Landmacht Aankondiging reünie MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht
In Memoriam: Omgekomen tijdens missie: † Sergeant M. Weijdt - 12 Infbat RvH Militairen: † Adjudant N.J.J. Pashouwers - 103 Istarbat † Majoor W.F. Zwager - CDC/SPEER † Adjudant K.J.F. van Hulst - 101 Gnbat Burgers: † Dhr. A. Beukema - LFD De Marne
eze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en beschikbaar gesteld door het Bureau Rapportages van het Dienstencentrum Human Resources (DC HR) in Enschede. Indien de getoonde informatie onjuist is, kan contact opgenomen worden met DC HR: *06-733-3 / 0800-225573 of uw eigen regionale P-dienst. 29
Oefenrit kaartlezen vanuit ’t Harde
photoshoot
De Militaire Commissie voor Automobiel- & Motorwedstrijden (MCAM) houdt zaterdag 18 april 2009 een oefenrit kaartlezen voor militair en burgerpersoneel van alle krijgsmachtdelen. De rit heeft een lengte van ongeveer 105 kilometer en voert over verharde wegen. De oefenrit start om 10.00 uur vanaf de Tonnetkazerne in ’t Harde. Voor beginners geldt een vereenvoudigd reglement ten opzichte van de gevorderden. Omdat het een oefenrit is, zal vooraf en tussen de te rijden trajecten in uitleg gegeven worden over het reglement en de kaartleessystemen. Na afloop van een traject wordt de ideale route nog eens besproken. Voor de gevorderden telt de rit mee voor het Defensiekampioenschap Kaartlezen. De tweede rit in deze titelstrijd is de 18-uursrit op 2 en 3 oktober vanaf de KMS te Weert. Deelname is in teamverband (een chauffeur en een kaartlezer) mogelijk in een gevorderden- of beginnersklasse. De kosten voor deelname aan de oefenrit bedragen 7,50 euro per equipe. Diegenen die graag willen meerijden, maar geen maatje hebben, kunnen dit kenbaar maken bij het MCAM-secretariaat, die dan eventueel kan bemiddelen. Inschrijven voor de kaartleesrit kan via e-mail (secretariaat MCAM, a.balm.
[email protected]), telefonisch (alleen maandag en dinsdag, MDTN *06497-8661 / 0346-338661) of via de website van de MCAM: www.mcam.info. Wie niet waagt, wie niet wint. Dat dacht de korporaal Jimmy Bagijn toen hij op 13 januari zijn rode baret in ontvangst nam in het bijzijn van de minister van Defensie, Eimert van Middelkoop. Geen mooiere plek, bedacht korporaal Bagijn zich, om op te vallen dan op het hagelwitte gips van de minister, dat hij droeg sinds een schaatsongeluk. Met stift en fotocamera stapte hij op Van Middelkoop af. “Hij zei dat hij later weer naar de Tweede Kamer moest en dat het daar niet zo netjes zou staan”, vertelt de korporaal. “Toen stelde ik voor het op de binnenkant te schrijven. Het mocht.” Met de namen Samarinda en Van Heutsz ‘versierde’ Bagijn het ministeriële gips. En zo was de minister van Defensie, tot hij werd bevrijd van zijn verband, innig verbonden aan 11 Luchtverdedigingscompagnie Regiment van Heutsz Samarinda.
Oproep photoshoot Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto gemaakt tijdens een oefening, uitzending of op de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie zoals waar en wanneer de foto is genomen, welke eenheid of personen te zien zijn en waarom de foto zo bijzonder is. De foto moet voldoende resolutie hebben, bij voorkeur 1 MB of meer, vanwege de afdrukkwaliteit. De foto, bij voorkeur, mailen naar:
[email protected] Postadres: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. redactie Landmacht / Photoshoot MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht Geplaatste inzendingen worden beloond met een Victorinox Multi Tool!
landmacht februari 2009
Donderdagavond 26 maart wordt op de Koninklijke Militaire Academie in Breda een debatavond gehouden met als thema: ‘Is God een illusie?’. De discussie wordt georganiseerd in het kader van een Corpsdag, maar ook andere collega’s van Defensie zijn welkom.
Redactieraad: Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kun je terecht bij de leden van de redactieraad: OTCLog : smi Erik Vriens 45 Painfbat : aooi Douwe Bruinsma Colua : kap Arjen Nijkamp Staf CLAS : maj Tjeerd Dijkstra ISK Harskamp : aooi Paul Fontein KCT : kap Marcel Krul KMS : aoo Leo Wijntjes Korps Natres : elnt (r) Fred Warmer OTCMan : maj Jeff Rutten Persco : Sandra van der Schleij Artillerie : kap Corné van den Berg DIVI : aooi Ruud Slangen 11 Luchtmobiele Brigade : maj Peter Grotens 101 GSB : aoo (R) Roel van Essen Staf OTCO : Daniëlle Broer-Warnar
Discussie op KMA: ‘Is God een illusie?’
* 06 500 19166 * 06 533 78058 * 06 678 81703 * 06 573 73259 * 06 538 54212 * 06 589 58021 * 06 578 62660 * 06 573 73107 * 06 500 61731 * 06 580 7616 * 06 549 65690 * 06 536 37742 * 06 564 32374 * 06 573 71708 * 06 557 66129
Is jouw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en praat je graag eens in de twee maanden mee over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie van Landmacht:
[email protected]
Televisiepresentator Andries Knevel leidt het gesprek tussen aan de atheïstische zijde kolonel Hans Leijtens en wetenschapper Simon Rozendaal en aan de christelijke zijde generaal-majoor Henk Morsink en wetenschapper Cees Dekker. Andries Knevel is als televisiepresentator bekend van Het Elfde Uur en Knevel & Van den Brink. Kolonel Hans Leijtens is commandant van district Zuid-Nederland van de Koninklijke Marechaussee. Zijn medestander, Simon Rozendaal, is wetenschapsredacteur bij Elsevier en presenteerde diverse wetenschapsprogramma’s op televisie. Generaal-majoor Henk Morsink was in 2006 commandant van de Nederlandse Deployment Task Force en is nu chef van het Militaire Huis van Hare Majesteit de Koningin. Cees Dekker is hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft en publiceerde over de relatie tussen wetenschap en geloof verschillende boeken. Tijdens de avond wordt ook het publiek de gelegenheid geboden vragen te stellen of kritische opmerkingen te maken. Militairen en medewerkers van Defensie zijn uitgenodigd de avond bij te wonen. Zij dienen zich wel vóór 23 maart in te schrijven. Vanaf 19.30 uur is de zaal open, om 20.00 uur begint de discussie. Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Aanbevolen tenue: nette vrijetijdskleding. Toegang: gratis. Voor opgave en vragen:
[email protected].
31