Uiteindelijk voelden de ontwerpers zich zo betrokken dat zij minimaal twee dagen per week op de bouwplaats aanwezig waren. Zij staken de handen uit de mouwen en plantten zelf delen aan
LANDLAB studio voor landschapsarchitectuur
LANDLAB studio voor landschapsarchitectuur Arnhem www.landlab.nl
Start: 2009 Medewerkers: 3 Werkveld: uitvoeringsgericht ontwerp
ed joosting bunk en bram breedveld
Het Apen- en Vogelhuis in de Amsterdamse dierentuin Artis is een bijzonder en illustratief project. Bijzonder omdat er een landschap in een gebouw moest worden gemaakt en omdat geld niet de boventoon voerde. Illustratief vanwege het complexe proces met veel partijen en belanghebbenden – een tendens die over de gehele linie is waar te nemen en die ontwerpers dwingt na te denken over de eigen positie en meerwaarde. In het kader van het nieuwe masterplan voor het dierenpark wilde Artis in 2008 het Apenen Vogelhuis – een monument uit 1912 – restaureren en renoveren. Hierbij werd het casco door Rappange & Partners Architecten hersteld tot de oorspronkelijke vorm (afbeelding 1, 2 en 3). Landlab werd gevraagd voor het ontwerp van de publieksruimte en de dierenverblijven. Het proces begon met een telefoontje van Artisdirecteur Haig Balian en de vraag ‘om net zo’n goed idee als voor de Vlinderkas in 2006’. Er was bij hem en het kwaliteitsteam 1 twijfel ontstaan over het voorgestelde interieurplan.Was dit om dieren te houden en attractief genoeg voor het publiek. Een lang gesprek over het programma van eisen en de projectorganisatie- en planning (afbeelding 4) met de projectleider van Artis vormde de start van het werk. Het vergevorderde interieurplan werd verlaten en een gezamenlijke zoektocht naar een geschikt ontwerp voor het Apen- en Vogelhuis begon. Voor de overzichtelijkheid wordt alleen het Vogelhuis besproken. Het wensbeeld voor het Vogelhuis was de illusie van een landschap in een gebouw. Als inspiratie gold het dioramaprincipe. Deze inspiratie kwam voort uit het Panorama Mesdag in Den Haag, maar het enthousiasme groeide pas echt na kennismaking met het Heimans Diorama in Artis zelf (afbeelding 5). Op basis van het dioramaprincipe schetsten de ontwerpers van Landlab drie varianten voor de verdeling van de publieke ruimte en de dierverblijven (afbeelding 6). In alle varianten is gestreefd om het landschap en de beleving te maximaliseren. De ontwerpers hadden een voorkeur voor de variant waarbij de bezoeker het landschap vanaf de rand beleeft. In deze omgedraaide functieverdeling, waarbij bezoekers door de oude kooien lopen en de vogels de voormalige publieksruimte innemen, is zowel de ruimte voor de dieren als de beleving van de bezoeker optimaal. De verschillende varianten zijn aan het kwaliteitsteam gepresenteerd met principeschema’s, referenties en doorsnedes. De varianten zijn bediscussieerd en uiteindelijk wist het beeld van de Bronx Zoo (afbeelding 7) – dat symbool stond voor de voorkeursvariant – de opdrachtgever te overtuigen. Er was nog een hobbel te nemen. De architect en de Amsterdamse monumentencommissie moesten overtuigd worden om de radicale verandering in functionele ruimteverdeling te accepteren. Het Vogelhuis was immers een monument. Dit
61
landlab
lukte het kwaliteitsteam door hen te wijzen op de noodzakelijkheid van de ingreep vanwege moderne opvattingen over dierenwelzijn en het belang van een grote belevingswaarde. De basis was gelegd – het ontwerp moest concreet vorm krijgen.
6 Drie varianten voor de indeling van de publieksruimte en het dierenverblijf in het Vogelhuis. In de eerste variant is de klassieke indeling gehandhaafd, maar zijn de dierenverblijven vergroot. In de tweede variant ligt de versmalde publieksruimte, net als in de oorspronkelijke situatie, centraal in het gebouw en is de bezoeker omringd door het landschap. In de derde variant loopt de bezoeker aan één zijde en kijkt hij naar het aaneengesloten landschap. In deze variant zijn de principes van het diorama herkenbaar. De varianten zijn schematisch getekend om de principes te verduidelijken. De doorsnedes laten de ruimtelijke consequenties in het verticale vlak zien en helpen diegenen die het niet gewend zijn kaarten te lezen. 7 Het referentiebeeld van de Bronx Zoo overtuigde de opdrachtgever om voor de voorkeursvariant te kiezen.
Het was voor Artis een puzzel om de verschillende vogelsoorten te combineren naar habitat en onderlinge verdraagzaamheid, zonder daarbij de gehele collectie te herzien. Tijdens het ontwerpproces was onbekend welke vogels het huis zouden gaan bewonen. Lastig omdat elke soort verschillende eisen stelt aan zijn leefomgeving en de vormgeving daarvan. Het voorstel om naar aanleiding van de driedeling in het gebouw drie archetypische landschappen te creëren, bleek richting te geven aan deze zoektocht (afbeelding 8). In overleg is besloten voor drie verschillende landschappen te kiezen: klifkust, jungle en woestijn (afbeelding 9). De potentiële bewoners bleken elk in een van deze drie habitats te leven.
1
2
3
5
de noodzaak van ontwerpen
7
1 Het Vogelhuis in 1910. De oorspronkelijke indeling bestond uit een grote en hoge centrale publieksruimte met aan beide zijden lagere dierverblijven. 2 Het Vogelhuis in 2006, vlak voor de restauratie. Door het verlaagde plafond zijn de publieksruimte en de dierenverblijven op gelijke hoogte. 3 Het Vogelhuis in 2006 tijdens de restauratie. Het originele casco met mooie houten spanten is weer zichtbaar. 4 Schema van de projectorganisatie voor de restauratie van het Apen- en Vogelhuis. Het project bestond uit vier deelprojecten met eigen teamleiders. Landlab was teamleider van het deelproject ‘interieur’ en werkte intensief samen met de andere projectteams. 5 Het Heimans Diorama in Artis was een belangrijke inspiratiebron om de illusie van een landschap in een gebouw vorm te geven. De illusie wordt in een diorama gewekt door voor- en achtergrond naadloos in elkaar te laten overlopen, en door het diorama groter te laten lijken – door de publieksruimte kleiner en donkerder te maken dan het diorama zelf. Deze basisprincipes zijn gebruikt bij het opstellen van de ruimtelijke varianten.
4
62
6
Het vormgeven van de rotsformaties in de habitats wekte felle discussies op. Konden deze vrij vormgegeven worden of moesten zij natuurgetrouw zijn? Het kwaliteitsteam besloot tot geologische correctheid. Dit betekende voor de ontwerpers een uitgebreide zoektocht naar rotsformaties met de juiste vorm, structuur, textuur en kleur. Uiteindelijk bracht de televisieserie Beagle, in het kielzog van Darwin de juiste voorbeelden. Met het concreter worden van de ideeën rees het aantal vragen explosief. Deze betroffen niet alleen discussies over de vormgeving van de dierenverblijven – dienen deze zo natuurlijk mogelijk vormgegeven te worden of zijn zij juist een uiting van cultuur? De vragen gingen ook over de ethiek van het houden van dieren, over moderne vormen van natuureducatie, over de concrete uitvoering en technische details. Op welke manier ontstaat de illusie van een eindeloos landschap? Met een fotowand, een muurschildering, een groene wand of toch anders? Hoe worden de dierverblijven gescheiden zonder de historische zichtlijn door het gebouw te blokkeren? Hoe pas je een waterpartij in zonder het risico te lopen ziektes te verspreiden? Moeten interactieve educatiesystemen een plek krijgen? Hoe ziet het hek eruit, en de voerbakjes (afbeelding 10)?
63
landlab
11 De complexiteit van het proces blijkt het planningschema van de projectleider. Het toont hoe alle ingrepen en ideeën onderling gecommuniceerd en afgestemd moesten worden met de dierverzorgers, mensen van educatie, de architect en het management. 12 Een belangrijke stap in het tot in detail tekenen van het ontwerp, was het uitwerken van de voorgestelde hoogteverschillen. Hiertoe zijn verschillende studies uitgevoerd: op papier met plattegronden en doorsnedes, en met maquettes. Het bleek een uitstekend middel om de driedimensionale compositie vorm te geven, en deze inzichtelijk te maken voor de opdrachtgever. 13 De uiteindelijke ontwerptekening. Het ontwerp is door (ontwerp)studie, nieuwe inzichten en input van deskundigen uitgewerkt in een plan dat de basis vormde voor het bestek. De tekening is op schaal en gedetailleerd getekend om zoveel mogelijk informatie te geven. In het ontwerp is de ruimtelijke verdeling in publieksruimte en dierenverblijf vastgelegd, net als de verdeling in land, rots en water. De driedimensionale rotsvormen en de beplanting zijn slechts indicatief weergegeven.
8
11
10
9
12
Op al deze vragen moest een antwoord komen – of op z’n minst een visie. Dit gebeurde door overleg met een keur aan betrokkenen en adviseurs (afbeelding 11). In de tussentijd werden de bevindingen besproken in het kwaliteitsteam en tegelijkertijd werd de opgedane kennis zo goed mogelijk gebundeld, getoetst en geïntegreerd in het ontwerp. Het hielp enorm dat de eerste bewoners van het vogelhuis bekend werden: de incasterns. Hiermee werd het programma van eisen voor het oostelijke deel van het Vogelhuis concreet en konden de ontwerpideeën getest worden. Bij deze tests werd het gebruik van werk- en presentatiemaquettes steeds belangrijker. De ontwerpers kregen de derde dimensie beter in de vingers en konden het ontwerp op een inzichtelijke manier aan de opdrachtgever demonstreren (afbeelding 12). Met de studies naar de vormgeving van de verblijven van de incasterns groeide het besef dat de wanden in de verblijven maximaal benut moesten worden voor de vogels, en niet slechts als fotowanden moesten dienen – zoals in het ontwerp stond. Dit werd opgenomen in de plannen voor de klifkust en het woestijngedeelte (afbeelding 13). In het jungledeel bleef de wand tot in de bestekfase een groene muur. Het toepassen van rotswanden leidde in het kwaliteitsteam tot een discussie over hoe deze wanden zich dienen te verhouden tot de architectuur. Wordt de wand doorgetrokken tot het plafond, waardoor de architectuur ondergeschikt wordt? Of blijft een deel van de oorspronkelijke muur zichtbaar, waardoor de rotswand meer onderdeel wordt van het interieur en het monument de ‘drager’ blijft? Na een kleurenstudie naar de relatie tussen rots en wand werd voor het laatste gekozen. de noodzaak van ontwerpen
64
8 Het voorkeursmodel met een eerste invulling van de drie delen met drie verschillende biotopen. Een concrete invulling was onmogelijk aangezien het toen nog onduidelijk was welke vogels het huis zouden gaan bewonen. Hoewel de tekeningen schematisch zijn, geven zij door vorm en kleurgebruik toch een na te streven sfeer weer. In de perspectieftekeningen is te zien hoe de dioramaprincipes vertaald zijn naar het ontwerp. 9 Het ontwerp met de verdeling van publieksruimte en dierenverblijf, en waarin de drie archetypische habitats voorlopig vorm hebben gekregen – het bosgedeelte hoort bij de droge savanne. De leefgebieden zijn met elkaar verbonden door een waterloop die zijn bron heeft in de savanne, in de jungle een brede stroom wordt en uiteindelijk uitwaaiert tot een delta bij de klifkusten. De achterwanden bestaan op dit moment nog uit foto’s. De plattegrond en de doorsnede geven een idee van de beplanting en dichtheid. Het ontwerp is schematisch om de schetsmatige status te benadrukken. 10 Het ontwerp voor de voederbak: de bak heeft een terughoudende vormgeving.
13
65
landlab
Na de goedkeuring van het ontwerp begon Rod’or Advies met de bestektekening en gingen de ontwerpers en deskundigen van Artis op zoek naar een geschikte rotsenbouwer. Er werden verschillende referentieprojecten bezocht en uitgebreide discussies gevoerd met het kwaliteitsteam over hoe een artificiële rotspartij eruit zou moeten zien. Door het bezoek aan referentieprojecten werd tevens op de valreep besloten om de junglewand niet als groene muur vorm te geven, maar als een aardverschuiving. Uiteindelijk werden drie bouwers uitgenodigd hun werk te tonen. Uit deze drie werd Houthoff Zoodesign geselecteerd. Hen werd gevraagd een uitvoeringsmaquette te maken. Tot grote schrik gingen zij op de ontwerpstoel zitten en voldeed de maquette niet aan het ontwerp. Er ontstond twijfel of Houthoff aan de vraag kon voldoen. Om de twijfel weg te nemen kregen zij de opdracht een proefrots te maken. Dit bleek een prachtig werkstuk en getuigde van vakmanschap (afbeelding 14). Het werk kon beginnen. Met de start van de aanleg waren de ontwerpers niet klaar. De bestek- en werktekeningen bleken ontoereikend. Ook de uitvoering werd intensief door hen begeleid. De gemaakte bestek- en werktekeningen bleken ontoereikend. Tijdens het werk werden dan ook verschillende details uit het ontwerp gewijzigd: rotsen veranderden van vorm, ze werden lager of hoger afhankelijk van het nagestreefde beeld. Deze improvisaties werden direct uitgevoerd door met de internationale rotsenbouwers (afbeelding 15) de grondvormen van piepschuim, staal en beton in de juiste verhoudingen te boetseren (afbeelding 16). Later werden de rotsen door een Parijse rotsenschilder van de juiste tinten voorzien. Tegelijkertijd zochten de ontwerpers met de plantendeskundige van Artis naar geschikte planten en het beste beplantingsbeeld om de illusie van een eindeloos landschap te vervolmaken (afbeelding 17). Met het ontwerpbeeld in de hand struinden ze kwekerijen af om de juiste planten te vinden. Pas daarna werden beplantingslijsten gemaakt en plantposities bepaald. Saillant detail was dat Artis op dit gebied concurreerde met de dierentuin van Berlijn waardoor sommige aankopen razendsnel gesloten moesten worden. Dat was lastig, want alle planten moesten eerst getoetst worden op giftigheid.
17 H et beplantingsplan geeft de plantposities en de verschillende soorten aan. De tekening is eenvoudig en eenduidig om miscommunicatie te voorkomen. 18 Er was groot materieel nodig om de bomen in het rotslandschap te planten.
14 Om er zeker van te zijn dat de rotsbouwers goed werk zouden leveren, moesten zij een proefmodel maken. Houthoff Zoodesign maakte een kubus van beton – de vier zijden representeerden vier typen gesteenten en landvormen. 15 Het internationale team van rotsbouwers aan het werk. De rotsen zijn hol of gevuld met piepschuim omdat de vloer een te grote belasting niet aan kan. De buitenkant bestaat uit staalgaas met een laag van spuitbeton. 16 Tijdens de uitvoering waren de ontwerpers betrokken om laatste wijzingen in het ontwerp door te voeren.
17
18
15
16
14
de noodzaak van ontwerpen
66
67
digitaal schilderen | Steffen nijhuis
Het planten van de gekozen bomen en planten werd door de ontwerpers van Landlab nauwgezet begeleid om het nagestreefde ontwerpbeeld te bereiken. Het was een spectaculaire aangelegenheid, waarbij grote bomen door het dak van het Vogelhuis gehesen werden en bungelend aan de kraan gedraaid en gekanteld moesten worden om ze de juiste plek in de compositie te geven (afbeelding 18). Uiteindelijk waren er zoveel vragen en voelden de ontwerpers zich zo betrokken dat zij minimaal twee dagen per week op de bouwplaats aanwezig waren. Zij staken de handen uit de mouwen en plantten zelf delen aan. De illusie werd steeds meer werkelijkheid en moest tot in detail kloppen (afbeelding 19). Door de vrijheid die de opdrachtgever aan de ontwerpers gaf, zijn zij zich bewust geworden van de rol en de meerwaarde die een landschapsarchitect heeft in een complex ontwerpproces. De rol en de meerwaarde komen tot uitdrukking in een drietal activiteiten. Inspireren. Door zijn creativiteit inspireert en motiveert de landschapsarchitect mensen en kan hij vastgelopen processen vlot trekken. De landschapsarchitect heeft de kwaliteit om een heldere en overkoepelend gedachte – het droombeeld – in woord en beeld neer te zetten. Hij gebruikt dit beeld gedurende het ontwerpproces als leidraad en toetssteen, van ontwerptekening tot uitvoering. Faciliteren. Een landschapsarchitect is vaak de centrale persoon (afbeelding 20). Hij is degene die de wensen en eisen van alle betrokkenen samen probeert te brengen, zonder het voorgestelde beeld te ontkrachten. Als hij die rol krijgt, is hij de bindende factor in het proces. Hij weet alle gedachten op de juiste manier te visualiseren en heeft het talent om ideeën en voorstellen onderling af te wegen, met elkaar te confronteren en ruimtelijke consequenties inzichtelijk te maken. Daarbij werkt hij als one of the guys intensief samen met alle betrokkenen. Creëren. De landschapsarchitect is een ambachtsman. Hij is in staat de eerste ideeën te vertalen naar schetsen en plannen, en uiteindelijk naar materialisering en uitvoering. De landschapsarchitect is consistent en verliest het eindbeeld nooit uit het oog. Hij is bereid het ontwerp aan te passen, ter plekke te improviseren en zijn handen uit de mouwen te steken. Tussen de eerste gesprekken en de opening van het Apen- en Vogelhuis in 2011 zat tweeënhalf jaar. Hoewel er vanaf het begin een duidelijk startbeeld was, is het ontwerp tijdens het proces flink gewijzigd. Door het streefbeeld steeds voor ogen te houden en door activiteiten flexibel in te zetten, hebben de ontwerpers de geest van de plek overeind weten te houden. Dankzij de samenwerking met de vakmensen van Artis en andere experts is het maximale ontwerpeffect behaald. Maar: uiteindelijk bepalen de dieren en de bezoekers of het ontwerp geslaagd is. noot 1 Het kwaliteitsteam van Artis is opgericht om de kwaliteit van projecten op conceptueel en uitvoeringsniveau te garanderen. Voor ontwerpers heeft het team heeft twee posities: kwaliteitsbewaker en sparringpartner. In het kwa-
liteitsteam zitten Artisdirecteur Haig Balian, architect Oliver von der Lippe, historicus Erik de Jong, landschapsarchitect Michael van Gessel, lichtspecialist Simon Corder en grafisch ontwerper Paul Mijksenaar.
20 19
19 De illusie voltooid. 20 Verbeelding van de positie van de ontwerpers tijdens het proces. De ontwerpers werkten nauw samen met verschillende betrokkenen en probeerden als centrale partij de verschillende wensen, eisen en technische randvoorwaarden zo goed mogelijk te integreren.
de noodzaak van ontwerpen
68
69
landlab