Betreft: Engels in po, pabo en doorlopende leerlijn Aan:
Dr. R. H. A. Plasterk, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mevrouw J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van OC&W Mevrouw S. .A. M. Dijksma, staatsecretaris van OC&W
Cc:
Landelijk Overleg Lerarenopleidingen Basisonderwijs (LOBO) HBO-raad, sector pedagogisch onderwijs, vaste kamercommissie OC&W
Utrecht, 23 juni 2008 Zeer geachte mevrouw Dijksma, zeer geachte mevrouw van Bijsterveldt, zeer geachte heer Plasterk, In deze brief met bijlage spreken we als voorzitters van de Vedocep, van het Sectiebestuur Engels van Levende Talen en van Levende Talen niet alleen onze zorg uit over Engels in basisschool, de aansluiting met het voortgezet onderwijs en Engels in de pabo maar presenteren we ook een aantal concrete voorstellen ter verbetering. We sluiten daarbij aan op het rapport van de Onderwijsraad “Onderwijs in vreemde talen in Nederland”. Wij onderschrijven van harte het advies van de Onderwijsraad t.a.v. een plan van aanpak voor de langere termijn. We zien ook enkele knelpunten. Daarnaast is ons voorstel om ook het onderwijs in Engels aan de huidige leerlingen in groep 7, 8 en brugklas en studenten pabo bij de plannen te betrekken. Het accent van onze brief ligt dan ook op praktische verbeterpunten om Engels op het spoor te houden, op voorstellen ter reparatie en we betrekken nadrukkelijk de pabo bij onze voorstellen. Door de segmentering zijn de problemen en verbeterpunten voor Engels in po, vo, mbo en pabo door de betrokken instanties vaak alleen vanuit het eigen perspectief bekeken en doorgeschoven naar een ander onderwijssegment. Dat maakt dat het de laatste 20 jaar bijzonder lastig gebleken is om de problematiek aan te pakken. Het is evident dat maatregelen ter verbetering vragen om een nieuw, duidelijk en samenhangend beleid. Vandaar dat we deze brief richten aan u als de drie bewindslieden voor onderwijs en niet aan u afzonderlijk. Met vriendelijke groet, Marianne Bodde-Alderlieste, voorzitter Levende Talen Janneke Geursen, voorzitter Sectiebestuur Engels van Levende Talen Joke Schokkenbroek, voorzitter Vedocep
Stand van zaken Engels in het basisonderwijs is een vak dat nationaal en internationaal enorm in ontwikkeling is. Op papier is het goed geregeld: Engels is al meer dan twintig jaar verplicht in groep 7 en 8 en op de pabo. In de praktijk blijkt dat Engels een ondergeschoven kindje is. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van het vak Engels, de doorlopende leerlijnen van de leerlingen en van het rendement van Engels in het onderwijs. Dat komt o.a. tot uitdrukking in de gebrekkige aansluiting van Engels in het primair onderwijs (po) naar het voortgezet onderwijs (vo). Engels is een kernvak in het vo en ook voor studenten mbo en hbo is het noodzakelijke bagage. Omdat de problemen zich meteen al in de beginfase aftekenen, is dit nadelig voor grote groepen leerlingen en zijn juist de meest kwetsbare leerlingen zoals (taal)zwakke en anderstalige leerlingen hiervan de dupe, ondanks het feit dat er een aangepaste didactiek is ontwikkeld voor deze groep. Kennis van vreemde-talendidactiek is ook van wezenlijk belang voor scholen met veel leerlingen van Nederlands als tweede taal. In Nederland kiest een toenemend aantal scholen er voor om vanaf groep 1 te beginnen met Engels. Anders dan voor verbetering van het verplichte Engels in de basisschool, is er voor vroeg vreemdetalenonderwijs Engels (VVTO-E) en voor de introductie van Spaans, Duits en Frans in het po ruimschoots subsidie beschikbaar. Op den duur zorgt VVTO-E ongetwijfeld voor een impuls aan Engels in de bovenbouw van de basisschool. Het gaat nu nog om minder dan 2% van de meer dan 7.000 basisscholen en een goede voorbereiding voor invoering van VVTO-E kost een school ca twee jaar, na het moment van keuze. Op korte termijn zijn positieve gevolgen op grote schaal dus nog niet te verwachten. Daarnaast baart het taalvaardigheidsniveau Engels van de instromende studenten aan de pabo ons grote zorgen, in combinatie met competentiegericht opleiden op de pabo, vanwege de nadruk op algemene competenties, en werkplekleren in de basisschool, waar leerkrachten niet of lang geleden zijn geschoold in vakdidactiek en taalvaardigheid. De Vedocep zet zich al ruim 20 jaar in voor de kwaliteit van Engels in po en pabo; de laatste tien jaar met behulp van het Sectiebestuur Engels van Levende Talen. Op de conferentie “Early English: a good start!” (september 2006), ter gelegenheid van het twintigjarige jubileum van Engels in het basisonderwijs, spraken de organisatoren Vedocep/SBE/Levende Talen, Europees Platform, Early Bird) hun zorg uit over de aansluiting. Uit het derde PPON-onderzoek naar de kwaliteit van het vak Engels in het basisonderwijs in 2006 (Citogroep, 2008), blijkt dat Engels in de basisschool nauwelijks verschilt van de gemeten kwaliteit in 1991 en in 1996. Dat is des te opvallender omdat er sprake is van een toegenomen aanbod van Engels buiten school. Enkele conclusies uit het onderzoek: - 50% van de leerlingen scoort onvoldoende in het PPON-onderzoek; - 33 % van de leerkrachten heeft geen specifieke scholing voor het vak Engels gehad. Tenslotte blijkt uit de praktijk van docenten Engels aan de pabo dat de positie van Engels op de pabo, met de invoering van competentiegericht opleiden na het laatste onderzoek naar Engels op de pabo (English, a matter of concern, Vedocep, 2003), is verslechtert. NB Het betreft hier niet keuzeminoren VVTO-E voor een beperkt aantal studenten maar het reguliere vakprogramma (wettelijk verplicht) voor alle studenten om Engels te kunnen geven in de bovenbouw van de basisschool. Zorgpunten en voorstellen verbetering De voorzitters van de Vedocep, het Sectiebestuur Engels van Levende Talen en van Levende Talen pleiten in deze brief voor een integrale aanpak van Engels, gekoppeld aan de adviezen van de Onderwijsraad. Wij vragen uw aandacht voor de zorgpunten A tot E en voorstellen ter verbetering 1 tot 12. Wij gaan daarbij uit van een realistisch scenario en al aanwezige kennis of producten.
Binnenhof 62
-
1412 LC NAARDEN
-
035-6783254
-
[email protected]
www.levendetalen.nl
2
A. Wij constateren dat aankomende leerkrachten op de pabo voor het vak Engels niet zodanig worden opgeleid dat ze na hun opleiding voldoende startkwalificaties hebben voor het geven van Engels, met alle negatieve effecten vandien. Wij constateren dat het de taak van de pabo’s is om leerkrachten goed op te leiden, ook voor Engels, en dat de pabo’s deze taak niet goed op zich hebben genomen. Wij doen in dat kader de volgende aanbevelingen: 1a Verplicht aanbieden van Engels op de pabo aan alle studenten in de initiële opleiding, in de deeltijdopleiding en in werkplekleren zodanig dat toekomstige leerkrachten goed worden voorbereid en in staat zijn om dit vak te geven. 1b Standaardisering van het vak Engels in de pabo, gericht op verbetering van de kwaliteit van Engels door middel van het vaststellen van landelijke minimumeisen t.a.v. het eindniveau taalvaardigheid Engels t.b.v. de uitoefening van het beroep en t.b.v. the European teacher. landelijke eisen t.a.v. het eindniveau voor vakdidactiek Engels po. Opname in de landelijke kennisbasis van de pabo’s van deze beide onderdelen. 1c Invoering van een verplichte landelijke taalvaardigheidstest Engels aan het begin van de pabo, zoals de Quick Placement Test of de Dialangtest, gekoppeld aan het Europees Referentiekader (ERK), met een te behalen minimumniveau. Studenten die dit niveau niet halen, tonen aan het eind van de opleiding aan dat zij deficiënties hebben weggewerkt. De test dient ook als indicatie voor het onderhouden en/of verbeteren van taalvaardigheid tot einde pabo. 2
Invoering van een gemeenschappelijk onderdeel vakdidactiek Engels in het basisonderwijs in het curriculum van de pabo en van de lerarenopleiding Engels tweede graad.
3
Betrekken van vakdidactiek Engels en taalvaardigheid Engels in de toekomstige accreditaties en visitaties van de pabo’s. NB Bij de accreditatie van verschillende pabo’s is dit jaar wel aandacht besteed aan internationalisering en het lezen van Engelstalige literatuur om het HBO-niveau te waarborgen maar niet aan de twee hierbovengenoemde curriculumonderdelen.
4 Verplichte invoering van taalvaardigheid Engels in het mbo met een versnelde invoering voor de mbo-vooropleiding voor de pabo, af te sluiten met een taalvaardigheidstoets waarbij een minimumniveau ERK B1 moet worden behaald. B. Uit het PPON-onderzoek Engels blijkt dat aan het vak Engels op 74 % van de basisscholen gemiddeld drie kwartier in de week besteed wordt (30 uur per jaar per groep). Los van de vraag of dit de werkelijke situatie weergeeft of als politiek correct antwoord door leerkrachten is ingevuld in de vragenlijsten, besteedt 25% van de scholen dus minder tijd aan het vak Engels en besteedt 10% van de basisscholen geen of nauwelijks aandacht aan Engels (Citogroep, PPON 2008). Uit bezoeken aan stagescholen door docenten Engels van het netwerk Vedocep, blijkt echter dat er veel meer scholen zijn die minder dan drie kwartier per week Engels geven. Vooral in groep 8 vallen veel lessen Engels uit in verband met feesten als Kerstmis, Sinterklaas en voor oefenen voor de Cito-toets, eindmusical en voorbereiding jaarafsluiting. Wij constateren dat gebrek aan motivatie voor Engels bij de leerkrachten door onvoldoende kennis van Engelse taalvaardigheid, van vreemdetalendidactiek en van het ontbreken van beleid t.a.v. een doorlopende leerlijn hierbij vaak een belangrijke rol speelt. C. Niet alleen in het basisonderwijs is er een gebrek aan aandacht voor de doorlopende (individuele) leerlijn Engels van leerlingen maar het vervolgonderwijs blijkt al sinds de invoering in 1986 niet goed in staat om in te spelen op het Engels van instromende Binnenhof 62
-
1412 LC NAARDEN
-
035-6783254
-
[email protected]
www.levendetalen.nl
3
leerlingen, los van de variëteit in taalvaardigheidsniveaus. De Onderwijsraad pleit daarom voor twee keuzemogelijkheden. Wij stellen dat het een illusie is dat het vervolgonderwijs dientengevolge maar met twee absolute niveaus van Engels van de instroom rekening zou moeten houden. Naast de voorstellen van de Onderwijsraad voor de keuze om in groep 1 of 5 te starten met Engels, pleiten we hierbij dan ook enerzijds voor krachtige maatregelen t.a.v. de doorlopende leerlijn voor Engels van groep 7 en 8 naar het voortgezet onderwijs ter verbetering van de huidige situatie. Anderzijds zijn we van mening dat er niet voldoende pabostudenten zijn die qua taalvaardigheid in staat zijn om immersion onderwijs Engels te geven. Vanuit realistisch oogpunt kiezen we er dan ook voor om de mogelijkheid om te starten met Engels in groep 7 of 8 open te houden en bij het plan van aanpak te betrekken. NB Omdat de factor tijd een belangrijke rol speelt bij de voorstellen van de Onderwijsraad en de plannen gericht zijn op een periode van tien jaar, achten we het noodzakelijk om ook de leerlingen die nu in groep 7 en 8 in- en uitstromen nadrukkelijk te betrekken bij het plan van aanpak. Het negeren van het Engels van deze leerlingen bij instroom in het vervolgonderwijs is niet in het belang van deze leerlingen. D. Met het advies van de Onderwijsraad om te starten met Engels in groep 1 of 5, constateren we dat het aanbod in Engels, zo er al een aanbod was op de pabo, zich op dit moment en in de voorgaande jaren in eerste instantie richt op de bovenbouw: de zittende leerkrachten zijn dan ook niet goed geschoold om Engels te geven, en zeker niet aan jonge kinderen. De Onderwijsraad pleit voor scholing met een lerarenbeurs. Wij pleiten daarnaast voor structurele reparatie van kennis van vakdidactiek en taalvaardigheid Engels bij zittende leerkrachten. Ons uitgangspunt is daarbij steeds het belang van de leerlingen. 5
Vaststelling van een minimum aantal uren t.b.v. eind- en tussenniveaus Engels voor het basisonderwijs met als richtlijn de kindtijd - tijd die de leerling daadwerkelijk bezig is met Engels –. NB Met de invoering van Eibo in 1986 werd een totaal aantal van 100 lesuren voor groep 7 en 8 aanbevolen. Dit aantal wordt tegenwoordig op bijna geen enkele basisschool bereikt. (Citogroep, PPON 2008)
6
Opnemen van Engels in de CITO eindtoets voor het basisonderwijs.
7
Toezicht op de kwaliteit en kwantiteit van Engels in de basisschool door de Inspectie van het onderwijs.
8
Structurele nascholingsronde Engels in de basisschool voor zittende docenten basisonderwijs, zowel voor taalvaardigheid (minimumniveau B1/B2 van het ERK) als voor vakdidactiek/nieuwe ontwikkelingen Eibo, met een drieledig doel: (bij)scholing van leerkrachten die nooit Engels hebben gehad op de pabo; nascholing van leerkrachten die meer dan 7 jaar geleden zijn afgestudeerd of nageschoold, onderhouden en verbeteren nieuwe ontwikkelingen op het vakgebied. Aansluiting op beroepsstandaarden in het talenonderwijs (BiT, LT).
9
Vanuit ERK opstellen van doorlopende leerlijnen voor Engels, conform de doorlopende leerlijnen voor taal (Commissie Meijerink)
E. De Onderwijsraad pleit voor een coördinator. Dat onderschrijven wij van harte. Wij zien als aanvulling daarop ook de noodzaak van een fysiek steunpunt/centrum waar ontwikkelingen t.b.v. Engels in het basisonderwijs, vroeg vreemdetalenonderwijs, aansluiting en doorlopende leerlijnen worden gecoördineerd en waar initiatieven worden genomen om de kwaliteit van het onderwijs in Engels te regisseren en te verbeteren in samenwerking met het veld. Wij constateren dat het Expertisecentrum MVT door de beperkte opdracht en looptijd, tot eind 2008, en haar afhankelijke positie, hierbij alleen een rol speelt om kennis en Binnenhof 62
-
1412 LC NAARDEN
-
035-6783254
-
[email protected]
www.levendetalen.nl
4
informatie te verzamelen. Dat er na 1 januari 2009 met de pensionering van Gerard Westhoff geen hoogleraar didactiek MVT meer in Nederland is, is eveneens een punt van grote zorg. 10
Instellen van een onafhankelijk steunpunt/centrum voor de coördinatie van ontwikkelingen, expertise en advies betreffende doorlopende leerlijnen Engels in brede zin met als doel het bevorderen van de kwaliteit van het vak Engels c.q. doorlopende leerlijnen met de nadruk op de startfase in het basisonderwijs. 11
Instellen van een leerstoel en/of lectoraat doorlopende leerlijnen Engels van basisonderwijs tot voortgezet onderwijs en mbo/pabo met de nadruk op de startfase. 12
Opstellen van een masterplan Engels om tot een geïntegreerde aanpak en implementatie te komen.
Wat is er al ontwikkeld Graag wijzen wij u erop dat al veel werk om de kwaliteit van Engels te verbeteren is verricht door de Vedocep en het Sectiebestuur Engels van Levende Talen, i.s.m. het Nationaal bureau (NaB) MVT, Expertisecentrum MVT of SLO zoals de ontwikkeling van - startbekwaamheden en handreiking Engels voor gemeenschappelijk curriculum pabo, - een vakcurriculum Engels voor de pabo met uitwerkingen van drie programma’s, - een gemeenschappelijk curriculumonderdeel Engels voor pabo en tweede-graadsopleiding, - vakspecifieke competenties Engels voor de pabo, - een docenten taalportfolio, - adviezen en leerlijnen Engels voor het basisonderwijs (TULE, SLO, 2006) en pabo, - een geaccrediteerd digitaal taalportfolio, toegankelijk voor alle leerlingen po en vo, - een lijst Engels po voor basisscholen t.b.v. de overdracht naar de brugklasdocenten. Ook was er overleg met experts, o.a. i.s.m. het Expertisecentrum MVT en NaB MVT en hebben er veel gesprekken plaatsgevonden van Vedocep/Levende Talen met diverse stakeholders zoals Inspectie HBO, met het landelijke platform lerarenopleidingen basisonderwijs (LOBO); brieven aan vaste commissie en Minocw, onderzoeken, publicaties. We constateren echter dat er voor implementatie van deze ontwikkelingen en producten beleid en een concreet plan nodig is om de problemen aan te pakken. Samenvatting Waar initiatieven en producten om de problemen van Engels vanaf de startfase in het onderwijs aan te pakken op stuk lopen, is de ‘verzuiling’ en het gebrek aan controle op en sturing t.b.v. de kwaliteit en kwantiteit van dit vak op pabo, basisschool en aansluiting t.b.v. de doorlopende leerlijn van de leerling. Veel van de producten ter verbetering blijven op de plank liggen en wettelijke verplichtingen worden niet nageleefd. Toezicht, controle en regie ontbreken voor dit kernvak. Graag willen wij onze zorgpunten en voorstellen in een gesprek toelichten. Ook is het bestuur van de Vedocep en SBE van Levende Talen bereid om aan de voorstellen tot verbetering mee te werken en bij te dragen aan een plan van aanpak vanuit de expertise die in het netwerk door de docenten Engels in de pabo en in SBE bijeengebracht wordt. Met vriendelijke groet, Marianne Bodde-Alderlieste, voorzitter Levende Talen Janneke Geursen, voorzitter Sectiebestuur Engels van Levende Talen
Binnenhof 62
-
1412 LC NAARDEN
-
035-6783254
-
[email protected]
www.levendetalen.nl
5
Joke Schokkenbroek, voorzitter Vedocep
Binnenhof 62
-
1412 LC NAARDEN
-
035-6783254
-
[email protected]
www.levendetalen.nl
6