Landelijk onderzoek toegepaste Normkostensystemen gemeenten. Transparante Bouwgerelateerde leges CONCEPT W.C.G. Ankersmit
Transparante leges Voor veel aspecten van de omgevingsvergunning, waarvoor het bevoegd gezag leges kan of moet heffen, is het werken met vaste tarieven de meest voor de hand liggende oplossing, die ook in redelijke verhouding tot de met dit aspect gemoeide kosten staat. Een uitzondering hierop geldt vooral voor de direct of indirect aan bouwactiviteiten gerelateerde leges. Politiek en publicitair rumoer ontstaat met enige regelmaat over met name die categorie. De grote verschillen in legestarieven en het ontbreken van voldoende transparantie daaromtrent hebben betrekking op: o De grondslag van de berekening o Inzicht in de kosten en de mate van kostendekkendheid o Toepassing van „kruissubsidiëring‟: meer dan kostendekkende tarieven voor grote bouwwerken compenseren de verre van kostendekkende tarieven voor kleine werken. Om deze reden is nagedacht over een meer transparante wijze van legesberekening. De grondslag is misschien van deze drie nog het meest transparante aspect, maar door de grote verschillen in de wijze waarop informatie hierover door aanvragers zelf wordt aangeleverd ontstaat hierover toch dikwijls discussie.
De grondslag van de berekening De grondslag van de bouwleges is nu in de meeste gemeenten en voor de meeste bouwwerken de opgegeven bouwsom in euro‟s exclusief btw. Die grondslag levert in de praktijk nogal eens discussie op omdat de werkelijke bouwkosten vaak hoger zijn, verschillen in afwerkingsniveau wel de bouwsom beïnvloeden, maar amper de toetsings- en toezichttaken van de overheid, en de bouwsom bovendien conjunctuurafhankelijk is. Daarnaast weet de professionele aanvrager dat de leges zijn gebaseerd op de opgegeven bouwkosten waardoor hij altijd een voor de gemeente acceptabele ondergrens als bouwkosten zal opgeven. Dit kan hem tenslotte duizenden euro‟s leges schelen. Een ander aspect dat mee gaat tellen is de verruiming van het vergunningvrij bouwen. Doordat vergunningvrij bouwen na de inwerkingtreding van de Wabo ook tijdens de realisatiefase mag worden toegepast zal de aanvrager mede om de te betalen leges alle uit- aan, en bijgebouwen (in de nieuwe terminologie bijbehorende bouwwerken) zoveel mogelijk buiten de aanvraag laten. Ook dit kan hem tot duizenden euro‟s leges schelen. Buiten het te realiseren hoofdgebouw kan hij zonder vergunning dus ook zonder leges vergunningvrije bijbehorende bouwwerken realiseren met als bovengrens de in het bestemmingsplan maximaal mogelijke bebouwing in het achtererfgebied met een maximale hoogte van 5 meter. Als voorbeeld zou in het geval van onderstaand bouwwerk uitsluitend de hoofdbouwmassa (het hoofdgebouw) worden aangevraagd, en de uitbouw aan de linkerzijde en de garage aan de rechterzijde zijn vergunningvrij waardoor ook legesvrij.
Objectieve grondslag voor legesberekening In het door de VBWTN geïnitieerde project “Transparante Tariefstelling voor Bouwgerelateerde Leges in het kader van de Wabo” is gezocht naar een meer objectieve grondslag in de vorm van m² of m³ bouwwerk. Gaandeweg en vooral naar aanleiding van de vergelijking tussen deze systematiek en de bouwsommethode is echter gebleken dat de ogenschijnlijke transparantie van het objectieve gegeven wordt teniet gedaan door allerlei andere parameters die nodig zijn om een redelijke verhouding tussen het bouwwerk en (de kosten van) toetsing en toezicht te borgen. Door het bestuur van de VBWTN en vervolgens ook door de begeleidingscommissie, waarin naast VROM ook VNG, IPO en BZK participeren is geconcludeerd, dat de bouwsommethode zo gek nog niet is, maar meer geobjectiveerd moet en kan worden om de hierboven genoemde discussie te vermijden. Overigens staat deze wijziging van de grondslag voor de berekening los op het effect van het vergunningvrij bouwen zoals hierboven beschreven. Hiervoor kan alleen gebruik worden gemaakt als er ook voor grotere objecten standaard legesbedragen worden voorgesteld.
Onderzoek naar toegepaste herberekening opgegeven bouwkosten Om te onderzoeken op welke wijzen nu door gemeenten de opgegeven bouwkosten worden gecontroleerd en eventueel worden bijgesteld is door de vereniging BWT Nederland onderzoek gedaan bij meer dan 230 gemeenten. Door het ruime aantal onderzochte gemeenten mag worden uitgegaan van een goed representatief beeld. Uiteraard kunnen de genoemde percentages hier en daar afwijken van het landsdekkend beeld. Uit dit onderzoek dat is gebaseerd op ruim 50% van alle Nederlandse gemeenten blijkt dat alle in dit onderzoek geïnterviewde gemeenten correcties toepassen op de door de aanvrager opgegeven bouwkosten. 70% van de gemeenten doet dit stelselmatig wat inhoudt dat al ruim 2/3 van alle gemeenten de leges in principe niet baseert op de opgegeven bouwkosten, maar op de normbouwkosten. Daarnaast wordt de herberekening op basis van Normbouwkosten bij 12 % van de gemeenten Steekproefsgewijs gedaan en bij 18% als er sterke twijfel is over de hoogte van de opgegeven bouwkosten op het aanvraagformulier.
Herbereking opgegeven bouwkosten
18%
12%
Steekproefsgewijs stelselmatig Bij sterke twijfel
70%
Doordat, zoals blijkt uit het onderzoek, de gemeenten allen in meer of mindere mate toepassing geven aan het vaststellen van de bouwkosten op basis van normbouwkosten zal het landelijk invoeren van een Normbouwkostensysteem geen grote verandering in werken met zich meebrengen.
De huidige regelgeving moet er wel licht voor worden aangepast. De modelverordening biedt nu namelijk alleen de mogelijkheid om via een aangewezen genormeerd systeem de bouwkosten te bepalen als deze niet zijn opgegeven door de aanvrager. De praktijk is echter, zo blijkt uit dit onderzoek, dat alle gemeenten deze berekening wel uitvoeren ook als de bouwkosten wel zijn opgegeven. Door het toepassen van een Normbouwkostensysteem hoeft op het aanvraagformulier niet meer te worden aangegeven wat de bouwkosten zijn voor het betreffende project, maar dient deze altijd te worden bepaald op basis van deze normkostensystematiek.
Toegepaste Normbouwkostensystemen Ook is onderzocht welke normbouwkostenmethoden worden gebruikt als grondslag voor de berekening van de leges. Uit de ruim 230 onderzochte gemeenten blijkt dat 36 % van de gemeenten gebruik maakt van de door Reed Business geproduceerde en geactualiseerde „taxatieboekjes‟ en of het daarbij behorende programma Taxarom. 26% van de gemeenten gebruikt een regionaal ontwikkelde lijst, overigens ook vaak gebaseerd op één van de door een commerciële partij ontwikkeld systeem. Bekende in regionaal verband gebruikte lijsten zijn de door het Regionaal overleg Eindhoven Bouwtoezicht ontwikkelde lijst (ROEB-lijst), de lijst van Hus en Hiem die in Friesland wordt gebruikt en de voor de regio Twente ontwikkelde lijst. 14% van de (vooral grotere) gemeenten gebruiken een zelf ontwikkelde lijst en 6% van de gemeenten geeft aan geen lijst te gebruiken maar stelt de bouwkosten bij op ervaringscijfers of hanteert referentie plannen voor het bepalen van de hoogte van de bouwkosten. Dit zijn ook met name de gemeenten die slechts bij sterke twijfel over de opgegeven bouwkosten dit bedrag bijstellen. Overige door commerciële partijen ontwikkelde bouwkostencalculatiesystemen zijn NBI / NBCI/ MBCP / Multi Consultants (marktaandeel 9%), Bouwkostencheck (2%), Bouwkostenkompas (marktaandeel 3%), Bouwkosten online (1%) en IGG bouwkostenadvies (1%). Daarnaast heeft 2 % van de gemeenten aangegeven dat zij van verschillende normbouwkostenmethoden gebruik maken e.e.a afhankelijk van het type bouwplan.
Normbouwkostenmethoden
6%
2%
Bouwkostencheck
3% 1%
Bouwkostenkompas
14%
Bouwkosten online Regionaal ontwikkelde lijst
26%
2%
IGG bouwkostenadvies. NBI / NBCI / MBCP Reed business Taxatieboekjes / Taxarom.
1%
Verschillende methoden Zelf ontwikkelde lijst
36%
9% Geen standaardlijst
tabel toegepaste normbouwkostenmethoden bij gemeenten
Gelet op de resultaten uit dit kleine onderzoek stellen wij voor in overleg tussen overheid en Bouwend Nederland één of enkele van de bestaande normbouwkostenmethoden aan te wijzen, die aanbevolen wordt voor de legesvaststelling van omvangrijke en complexe bouwwerken. Of hiervoor in de plaats een redelijk simpele variant met normkostenbedragen te ontwikkelen. Vaste leges voor kleine bouwwerken Het verschil in werkzaamheden tussen te behandelen vergunningaanvragen is vooral aanwezig bij grotere complexe aanvragen. Kleine bouwwerken of standaardvoorzieningen die vergunningplichtig zijn zoals een airco, schotelantenne e.d. zijn qua werkzaamheden bij een gemeente zoals toetsing aan de voorschriften vrijwel het zelfde. Voor meer eenvoudige bouwwerken kan dan ook goed met vaste tarieven worden gewerkt. Deze vaste tarievenlijst is als bijlage toegevoegd. Deze kleine bouwwerken zullen door de voorgestelde verruiming van het vergunningsvrij bouwen al in veel minder gevallen vergunningplichtig zijn. Waar zij nog wel omgevingsvergunningplichtig zijn betreft het doorgaans al bouwwerken waarvan de legestarieven op zich verre van kostendekkend zijn en die door „kruissubsidiëring‟ vanuit de grotere bouwwerken mee worden bekostigd. Onderzocht is in welke bouwkostenschijven de aanvragen liggen en welke inkomsten aan leges hier tegenover staan. Uit de onderzochte gemeenten is gerekend naar een gemeente met ongeveer 80.000 inwoners.
Deze gemeente heeft gemiddeld op jaarbasis 1091 aanvragen om bouwvergunning. In onderstaande tabel is aangegeven het aantal vergunningaanvragen per bouwkostencategorie. In de tabel daaronder zijn de leges per bouwkostencategorie te zien.
Gemiddeld aantal aanvragen gemeente 80.000 inwonwers 300 250 200 150 100 50 0
249
245 147
141
105
87
64
34
19
€ 800.000,00
€ 100.000,00
€ 311.153,00
€ 121.863,00
€ 200.000,00
€ 78.462,00
€ 17.577,00
€ 300.000,00
€ 49.102,00
€ 400.000,00
€ 125.742,00
€ 500.000,00
€ 352.182,00
€ 600.000,00
€ 271.255,00
€ 700.000,00
€ 699.527,00
0, 00 0. .. 00 1. 1. € € n en ve ,bo 00 .0 en .. 00 st 4. 4 ko € € n uw en se bo ,s 0 tu 00 en 0. .. st 2. 20 ko € € uw en en bo ,ss 0 tu 00 en 0, ... 0 st 1 10 ko € € uw n en bo ss -e tu 0, 0 en .0 ... st 50 50 ko € € uw n en bo ss -e , tu 00 en .0 ... st 20 20 ko € € uw en en bo ss , tu 00 en .0 ... st ,0 10 ko € 10 € uw en n bo ss -e tu 0, en 00 st 5. ko € n uw e bo ss 0, tu 00 5. en st € ko an uw rd bo ge la en st ko uw bo
ontvangen leges gemiddelde gemeente met 80.000 inwoners
5. 00 0, -e n €
tu ss en
bo uw ko st en
bo uw ko st en
bo uw ko st en
la ge rd an
€
5. 00 0, -
tu ss bo en € uw 10 € .0 10 ko 00 .0 st ,en 00 ,tu e s bo n se € uw n 20 € ko .0 2 0 st 00 . en 00 ,0 tu , ss e bo n en uw € € 50 ko 5 .0 0. st 00 en 00 ,0, tu -e ss bo n en € uw € 10 10 ko 0. 0, st 00 en 00 0, 0 tu , -e ss bo n en uw € € ko 20 20 st 0. en 0. 00 0 0, tu 00 ss ,en en € € 40 40 0. 0. 00 00 0, 0, -e bo n uw € 1 ko .0 00 st en .0 00 bo ,ve n € 1. 00 0. 00 0, -
€ 0,00
6%
3% 2%
bouwkosten lager dan € 5.000,-
13%
bouwkosten tussen € 5.000,- en € 10.000,-
10%
bouwkosten tussen € 10.000,- en € 20.000,bouwkosten tussen € 20.000,- en € 50.000,-
22%
8%
bouwkosten tussen € 50.000,- en € 100.000,bouwkosten tussen € 100,000,- en € 200.000,bouwkosten tussen € 200.000,- en € 400.000,-
23%
bouwkosten tussen € 400.000,- en € 1.000.000,-
13%
bouwkosten boven € 1.000.000,-
Percentage aanvragen per bouwkostencategorie
1%2% 4% 6% 6%
36%
13%
15%
17%
bouwkosten lager dan € 5.000,bouwkosten tussen € 5.000,en € 10.000,bouwkosten tussen € 10.000,en € 20.000,bouwkosten tussen € 20.000,en € 50.000,bouwkosten tussen € 50.000,en € 100.000,bouwkosten tussen € 100,000,- en € 200.000,bouwkosten tussen € 200.000,- en € 400.000,bouwkosten tussen € 400.000,- en € 1.000.000,bouwkosten boven € 1.000.000,-
Percentage te ontvangen leges per bouwkostencategorie Deze aantallen en legesinkomsten vertaald in een cirkeldiagram laten zien dat alle bouwwerken tot € 20.000,- bouwkosten bij elkaar 48% van alle aanvragen betreft, maar dat deze slechts 7% van de leges opbrengen. Daartegenover leveren de 5% grootste plannen (53 van de 1091) 51 % van de leges op. Het voor de vergunningplichtige bouwwerken in het lage bouwkostensegment een vast legestarief te vragen is slechts zeer beperkt (tot maximaal 3%) van invloed op de jaarlijkse legesinkomsten. Het levert echter een landelijke uniformiteit op voor met name de particuliere aanvrager.
Bijlage 1
Lijst van bouwwerken waarvoor een vast tarief geldt (op basis van zeer beperkt onderzoek vanuit enkele legesverordeningen)
Nr.
Omschrijving
Soort
Leges
1
Bijgebouw of overkapping tot 20 m²
Bg
€ 250,-
2
Klein losstaand bouwwerk op het erf
Bg
€ 100,-
3
Rijwielstalling tot 6 m²
Bg
€ 100,-
4
Beschoeiing, damwand aan het erf
Erf
€ 100,-
5
Erf- of perceelafscheiding
Erf
€ 75,-
6
Speeltoestel
Erf
€ 75,-
7
Steiger tot 6 m²
Erf
€ 125,-
8
Tuinmeubilair
Erf
€ 75
9
Voorzieningen
Erf
€ 75,-
voor
het
overbruggen
van
een
terreinhoogteverschil < 1 meter 10
Zwembad, whirlpool, jacuzzi of vijver
Erf
€ 150,-
11
Reclamebord
Los object
€ 125,-
12
Bouwbord tot 12 m²
Los object
€ 125,-
13
Elektronische sirene
Los object
€ 75,-
14
Antennedrager / -installatie< 5 m hoogte
Los object
€ 100,-
15
Vlaggenmast < 6 m
Los object
€ 75,-
16
Mast tot 10 m
Los object
€ 75,-
17
Zendmast tot 20 m
Los object
€ 250,-
18
Standplaats
Los object
€ 150,-
19
Woonwagenverplaatsing
Los object
€ 150,-
20
Afscheiding tussen balkons of dakterrassen
Vu
€ 75,-
21
Balkon tot 6 m²
Vu
€ 200,-
22
Dakterras tot 20 m²
Vu
€ 150,-
23
(Rol)luik of rolhek tot 12 m²
Vu
€ 100,-
24
(Schotel)antenne
Vu
€ 75,-
25
Banier
Vu
€ 75,-
26
Dakraam,
Vu
€ 75,-
daklicht,
lichtstraat
of
soortgelijke
daglichtvoorziening 27
Gevelwijziging tot 20 m²
Vu
€ 200,-
28
Kooiladder
Vu
€ 150,-
29
Kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel
Vu
€ 150,-
30
Reclamelichtbak
Vu
€ 100,-
31
Verandering aan kozijn, luik of gevelpaneel tot 10 m²
Vu
€ 150,-
32
Zonwering, rolhek, luik of rolluik
Vu
€ 100,-
33
Afzuig- of rookkanaal
Vu
€ 200,-
34
Zonnepaneel of collector tot 6 m²
Vu
€ 100,-
35
Collector
Vu
€ 100,-
voor
warmteopwekking
of
paneel
voor
elektriciteitsopwekking 36
Dakkapel
Vu
€ 150,-
37
Dakopbouw tot 13 m²
Vu
€ 220,-
38
Geveloptrekking
Vu
€ 250,-
39
Luchtbehandelingsunit, airco-unit
Vu
€ 100,-
40
Aan- of uitbouw tot 13 m²
Vu
€ 250,-
41
Erker
Vu
€ 230,-
42
Doorbraak dragende muur
Vi
€ 150,-
43
Interne verbouwing tot 50 m²
Vi
€ 220,-
44
Magazijnstelling >3 m met verdiepingsvloer
Vi
€ 100,-
45
Bouwwerk voor infrastructurele voorzieningen <15 m²
Weg
€ 230,-
46
Container voor inzamelen huishoudelijk afval < 4 m²
Weg
€ 120,-
47
Straatmeubilair
Weg
€ 120,-
48
fiets- en voetgangersbrug tot 20 m²
Weg
€ 780,-
49
wijkbrug tot 50 m²
Weg
€ 780,-
Toelichting soort: Bg = bijgebouw Vu = verbouwing uitwendig Vi = verbouwing inwendig