EXAMEN BLR -3
HBO AC
20 JANUARI 2009
-1– Overlegorgaan van HBO - scholen met een accountancy - opleiding Secretariaat: Postbus 90116 4800 RA Breda
LANDELIJK EXAMEN ACCOUNTANCY POST-HBO BELASTINGRECHT DATUM: TIJD :
20 JANUARI 2009 13.30 u - 16.30 u
Vooraf: * Lees eerst al de onderstaande aanwijzingen * Dit examen bestaat uit 5 pagina's inclusief voorbladen. Controleer dit !!!. * Wilt u op elk uitwerkingenvel uw naam, examennummer, klas en examenonderdeel duidelijk vermelden. * Elke opgave met een nieuw vel beginnen. Toegestane hulpmiddelen: * Alle niet geannoteerde uitgaven met de belastingwetten betrekking hebbende op 2008 (alleen onderstrepen is toegestaan). * Fiscaal Memo nr. 1 (Uitgave Kluwer Deventer) mede betrekking hebbende op 2008. * Geluidloze rekenmachine. Aan de kandidaten: * Bij de beantwoording dient u per opgave de vraagstelling exact aan te houden. * U wordt verzocht uw beantwoording kort en zakelijk te houden. * U moet altijd motiveren (o.a. door een precieze verwijzing naar het van toepassing zijnde wetsartikel dus: niet art 3.16 IB maar wel art 3.16.2.a IB, jurisprudentie e.d.). Ook het buiten gebruik laten van gegevens dient gemotiveerd te worden. * U moet duidelijk leesbaar schrijven. Niet of slecht leesbare uitwerkingen worden geheel fout gerekend. * In verband met de benodigde schrijfruimte voor correctoren mag u uitsluitend rechts van de kantlijn schrijven. * Altijd de voor de belastingplichtige voor dat jaar voordeligste oplossing kiezen. * Per vraagstuk is een indicatie van de maximaal te behalen punten gegeven. * Voor de in uw uitwerking vermelde onjuiste onderdelen van antwoorden kunnen punten in mindering worden gebracht. * Alle gegevens in dit examen hebben betrekking op 2008, tenzij uitdrukkelijk anders is gegeven. * U heeft geen rekening te houden met Overgangsregelingen.
VEEL SUCCES!!! Redactiecommissie Belastingrecht
EXAMEN BLR -3 Opgave 1
HBO AC
20 JANUARI 2009
Inkomstenbelasting
-2– (55 punten)
1.1 Cora en Jan zijn gehuwd op 1 juni 1997. Ze wonen in Tilburg in een koopwoning die in juli 1997 is gekocht. De WOZ-waarde van het huis bedraagt € 310.000 en de hypothecaire lening voor de financiering ervan € 90.000. De rente à 5% wordt maandelijks vooraf betaald. Het echtpaar wenst in verband met het werk van Jan te verhuizen naar Bunnik. Via internet wordt het huis in Tilburg in de verkoop geplaatst. De verkoop verloopt niet voorspoedig en het huis staat eind 2008 nog steeds te koop. Cora en Jan verwachten dat het huis bij verkoop € 340.000 op zal brengen. Ondertussen heeft het echtpaar in Bunnik een geschikte woning gevonden en gekocht. De juridische levering van dit pand vindt plaats op 1 augustus 2008. Het echtpaar betrekt de woning per 1 september 2008. De woning in Bunnik is gekocht voor € 610.000. De WOZ-waarde in 2008 is € 600.000. Voor de financiering van deze woning is een hypothecaire lening van € 500.000 afgesloten bij de Fin Bank tegen 5% per jaar. De rente wordt maandelijks vooraf betaald. De fiscaal aftrekbare kosten in verband met het afsluiten van de hypotheek op deze woning bedragen € 2.500. Het belastbare loon van Cora is € 60.000 en dat van Jan is € 55.000. Gevraagd: (12 punten) 1.1.1 Hoeveel zal de eigen woningreserve bedragen als het huis in Tilburg in 2009 voor € 340.000 wordt verkocht? 1.1.2 Wat is het fiscale gevolg van deze eigen woningreserve bij aankoop en financiering van de woning in Bunnik en in welk jaar treedt dit gevolg op? (geen berekening geven) 1.1.3 Bereken voor Cora en Jan de belastbare inkomsten uit eigen woning in 2008. 1.1.4 Bij wie worden de belastbare inkomsten uit eigen woning in aanmerking genomen en waarom?
1.2 Tim en Eva beëindigden hun huwelijk in 2007. In het echtscheidingsconvenant is afgesproken dat Eva in verband met de alimentatie aan Tim een afkoopsom van € 150.000 zal betalen in januari 2008. Hiervan heeft € 60.000 betrekking op de afkoop van pensioenrechten en is het resterende bedrag van € 90.000 de afkoopsom voor de alimentatie. In 2008 bedroeg het belastbare loon van Eva € 80.000. In 2008 heeft Eva via de bank betaald aan het Nederlandse Rode Kruis € 1.900 en aan de Nierstichting € 700. Tijdens de vakantie in Zuid Afrika heeft zij in contanten voor € 150 een crèche in een van de Townships van Durban ondersteund. Tim heeft geen inkomen in 2008 en gebruikt de afkoopsom van € 150.000 voor zijn kosten van levensonderhoud. Gevraagd: (15 punten) 1.2.1 Geef aan welke giften voor aftrek in aanmerking komen en tot welk bedrag. 1.2.2 Wat zijn de gevolgen van de giften en de afkoopsom alimentatie en pensioenrechten voor het inkomen van Eva in 2008 en volgende jaren? 1.2.3 Wat zijn de gevolgen van de afkoopsom alimentatie en pensioenrechten voor het inkomen van Tim in 2008?
1.3.1 Jochum, 28 jaar, heeft 7 jaar geleden het diploma HTS techniek behaald. In 2008 heeft hij, naast zijn werkzaamheden als projectleider in de bouw, een opleiding gevolgd en afgesloten om een volgende stap in zijn carrière te maken. De kosten van deze één jarige opleiding bedragen € 5.500. In verband met deze studie heeft Jochum gedurende 10 zaterdagen cursus gevolgd. De cursuslocatie was op 80 km afstand (enkele reisafstand) van zijn huis. Hij kocht voor € 800 aan boeken. De werkgever heeft uitsluitend de cursuskosten tot een bedrag van € 2.000 vergoed. Alle bedragen zijn in 2008 betaald. Het belastbare loon van Jochum is € 35.000.
Redactiecommissie Belastingrecht
EXAMEN BLR -3
HBO AC
20 JANUARI 2009
-3–
Gevraagd: (5 punten) 1.3.1 Hoeveel bedragen de aftrekbare scholingskosten voor Jochum in 2008?
1.4 Tanja (28 jaar) en Gerrit (31 jaar) zijn gehuwd en ze hebben samen 2 kinderen, Petra (3 jaar) en Tim (5 jaar). De familie heeft dit jaar de volgende bezittingen en schulden. De bedragen zijn per begin en einde van het kalenderjaar gelijk, voor zover niet anders is vermeld. a. Tanja heeft enkele jaren geleden een schilderij op de rommelmarkt gekocht voor een bedrag van € 250. Bij toeval heeft zij vorig jaar, tijdens een K & K taxatiemiddag te horen gekregen dat het schilderij zeker € 250.000 waard is. Tanja en Gerrit willen het waardevolle schilderij niet in hun huis aan de muur hangen en besluiten om het schilderij in bruikleen te geven aan het Design Museum in Breda. b. Banksaldo van Tanja en Gerrit van € 3.400. c. Tanja heeft nog een studieschuld aan Studiefinanciering van € 9.000. d. Tim heeft een spaarrekening van € 5.000 en Petra van € 3.000. e. Het echtpaar heeft de beschikking over een auto van de werkgever van Gerrit. De waarde daarvan is € 20.000. f. Tengevolge van een erfenis, drie jaar geleden, heeft Tanja een woning die wordt verhuurd aan haar 80-jarige tante Toos. Deze tante betaalt € 600 huur per maand. De WOZ-waarde van de woning bedraagt € 140.000 en de werkelijke waarde € 190.000. De huur wordt onregelmatig betaald. De huur over december werd te laat, namelijk in janua ri van het volgende jaar, betaald. De kosten in verband met het onderhoud van het pand zijn dit jaar € 2.500 g. Het echtpaar heeft een inboedel met een waarde van € 80.000. h. Tanja heeft recht op een belastingteruggave inkomstenbelasting van € 1.500. Het betreft het vorige jaar. Gevraagd: (23 punten) 1.4.1 Bepaal van de bovenstaande gegevens of deze wel of niet van invloed zijn op het voordeel uit sparen en beleggen van Tanja en Gerrit en bereken vervolgens hun voordeel uit sparen en beleggen.
Redactiecommissie Belastingrecht
EXAMEN BLR -3
OPGAVE 2 2.1
HBO AC
20 JANUARI 2009
Successiewet en Belastingen van rechtsverkeer
-4–
25 punten
Piet van der Velde was 63 jaar toen hij kwam te overlijden. Hij was in gemeenschap van goederen getrouwd met Trees (58 jaar). Ze hebben twee kinderen, Bert (37) en Ria (35 jaar). Piet heeft niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt, zodat Trees en de kinderen ieder voor 1/3 deel erfgenaam zijn. Trees krijgt alle bezittingen en schulden toegedeeld en de kinderen krijgen een renteloze niet-opeisbare geldvordering op Trees ter grootte van de waarde van hun erfdeel. De huwelijksvermogensgemeenschap bestond op het moment van overlijden uit de volgende bestanddelen: • Een eigen woning met een waarde in onbewoonde staat van € 300.000 en een waarde in bewoonde staat van € 250.000. • Roerende zaken bestaande uit inboedel, o.a. antieke meubels, ter waarde van • € 60.000 en een auto waard € 40.000. • Spaartegoeden van € 3.200.000. Voorts had Piet een pensioen van € 50.000 per jaar. Na het overlijden van Piet gaat het pensioen over in een weduwenpensioen voor Trees van € 35.000 (70% x € 50.000) per jaar. Gevraagd: (17 punten) 2.1.1 Hoeveel bedraagt de belaste verkrijging (dus na aftrek van eventuele vrijstellingen) voor Trees? 2.1.2 Hoeveel bedraagt de belaste verkrijging van Bert?
2.2 Geert de Groot overleed op 15 januari 2008. Hij had alle aandelen in De Groot Drukwerk BV. De aandelen zijn destijds verkregen voor € 50.000. Bij testament heeft Geert de Groot de aandelen gelegateerd aan zijn zoon Gijs, die directeur is van De Groot Drukwerk BV. De aandelen hadden op overlijdensdatum een waarde in het economisch verkeer (going concernwaarde) van € 1.000.000. Gijs is niet van plan de aandelen te verkopen. Gevraagd: ( 4 punten) 2.2.1 In hoeverre is dit legaat belast met successierecht voor Gijs? 2.2.2 Wanneer moet Gijs het successierecht betalen? Tot het vermogen van De Groot Drukwerk BV behoort een bedrijfspand met een waarde in het economisch verkeer van € 400.000. Gevraagd: (2 punten) 2.2.3 Is er overdrachtsbelasting verschuldigd als Gijs de aandelen van de BV gelegateerd krijgt? Gijs besluit om nominaal € 50.000 aandelen De Groot Drukwerk BV bij te plaatsen. Gijs brengt een pand ter waarde van € 150.000 in als storting op de aandelen. Gevraagd: (2 punten) 2.2.4 Is de inbreng van het pand belast met overdrachtsbelasting?
Redactiecommissie Belastingrecht
EXAMEN BLR -3
OPGAVE 3
HBO AC
Formeel belastingrecht
20 JANUARI 2009
-5–
(20 punten)
3.1 Belastingplichtige Laura, alleenstaand, wordt vanaf januari 2009 door haar werkgever voor twee jaar uitgezonden naar het buitenland. Ze heeft om deze reden haar eigen woning verkocht en de belastingdienst verzocht om een beschikking af te geven voor de zo genoemde eigen woningreserve. De beschikking wordt afgegeven op 30 mei 2008 en vermeldt een eigen woningreserve van € 280.000. Laura is het niet eens met de hoogte van het bedrag, het juiste bedrag moet volgens haar zijn € 250.000. Volgens Lara is er sprake van een typefout van de belastingdienst en gezien de gegevens is dit vermoeden juist. Gevraagd: (7 punten) 3.1.1 Welk actie moet Laura ondernemen om de beschikking te bestrijden en binnen wel ke termijn en bij wie moet zij dit doen? 3.1.2 Wat zal de inspecteur doen indien Laura wel in actie komt maar dat niet binnen de daarvoor gestelde termijn doet?
3.2 In 2008 heeft Laura de aanslag inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen 2006, ontvangen met de dagtekening 10 september 2008. Na verrekening van de voorheffing en de voorlopige aanslag moet Laura nog € 1.000 betalen. De belastingdienst heeft rente in rekening gebracht. Gevraagd: (2 punten) 3.2 Hoeveel rente zal de belastingdienst in rekening brengen als gegeven is dat het te hanteren rentetarief 5% bedraagt? 3.3 Door de drukte van de uitzending naar het buitenland is Laura vergeten om de aanslag onder 3.2 te betalen. Ze betaalt de aanslag op 10 januari 2009. Gevraagd: (3 punten) 3.3 Hoeveel rente zal de belastingdienst in deze situatie in rekening brengen in verband met het te late betalen door Laura (tarief ook hier 5%)? 3.4 Inmiddels heeft de inspecteur ontdekt dat Laura een lucratieve bijverdienste van € 25.000 opzettelijk niet op haar aangifte IB 2007 heeft vermeld. Gevraagd: (8 punten) 3.4.1 Zal de inspecteur hiervoor een boete opleggen en zo ja, hoe zal hij de hoogte daarvan bepalen? 3.4.2 Laura zegt de inspecteur dat ze de voorgenomen boete onmogelijk kan betalen omdat ze haar spaargeld had belegd in aandelen Fortis en deze weinig meer waard zijn. Kan de inspecteur hiermee bij het opleggen van een boeterekening houden? 3.4.3 Kan Laura ook op een andere manier worden bestraft voor het niet vermelden van haar bijverdienste? Zo ja, welke straf kan ze dan maximaal krijgen?
Redactiecommissie Belastingrecht