Lage Zijde, Alphen aan den Rijn Energiescan
Lage Zijde, Alphen aan den Rijn Energiescan
Opdrachtgever Gemeente Alphen aan den Rijn Directie Grondgebied, afdeling Ruimtebeheer Postbus 13 2400 AA Alphen a/d Rijn Bezoekadres: Stadhuisplein 1 Contactpersoon: Dhr. A. Piest T 0172 - 464131 E
[email protected]
Opdrachtnemer W/E adviseurs duurzaam bouwen Postbus 256 5000 AG Tilburg Bezoekadres: Spoorlaan 404c, Tilburg Contactpersoon: E. Vrins T 013 - 583 5310 F 013 - 583 5319 E
[email protected]
W/E-7129 Utrecht/Tilburg, 24 juni 2008
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Samenvatting Aanleiding Doel en ambitie Conclusies Aanbevelingen
4 4 4 4 5
2 2.1 2.2 2.3
Locatiegegevens De Lage Zijde Planning Woningen en woningdichtheid
6 6 7 8
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Mogelijkheden energievoorziening Collectieve energievoorziening Warmtepompen en warmtekoudeopslag Mogelijkheden in de omgeving Duurzame elektriciteitsopwekking Toekomstige technieken/ontwikkelingen
9 9 9 10 10 10
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Varianten voor de energievoorziening Inleiding Varianten energievoorziening Lage Zijde Vergelijking varianten Financiële mogelijkheden
12 12 13 15 19
Bijlage 1: gebouwkenmerken varianten
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
20
3
1
Samenvatting
1.1
Aanleiding Zo’n 10 jaar geleden verscheen het Masterplan Stadshart Van centrum naar stadscentrum van de Gemeente Alphen aan den Rijn. Doel is om de kwaliteit van het centrum als volwaardig stadscentrum te versterken. Het plan is opgesplitst in twee delen: de Hoge Zijde en de Lage zijde. Het plan voor de Hoge zijde is grotendeels gerealiseerd. Met de Herijking Masterplan Lage Zijde wordt het Masterplan geactualiseerd en wordt een meer gedetailleerde planning ontwikkeld voor de Lage Zijde. De stad wordt meer verbonden met het water van de Oude Rijn en de Kromme Aar, voor wonen en winkelen aan het water. Bovendien wordt het centrum beter ingericht en ontsloten als regionaal centrum. Het plan voorziet in de nieuwbouw en renovatie van woningen, utiliteit en parkeerruimte. Ter beperking van het energieverbruik en optimalisatie van de energievoorziening in het plangebied wordt deze energiescan uitgevoerd.
1.2
Doel en ambitie Doelstelling van Gemeente Alphen aan den Rijn is in te zetten op energiebesparing en het vergroten van het aandeel duurzame energie voor de gemeentelijke organisatie en alle andere doelgroepen. Concreet betekent dit dat er gestreefd wordt naar een 5 tot 10% lagere EPC van nieuwbouw en een deels duurzame energievoorziening. Het ambitieniveau voor Lage Zijde op energiegebied is nog niet exact geformuleerd. De exacte prestatieeisen worden nader bepaald mede met behulp van de resultaten van deze energiescan. Daarnaast streeft de gemeente bij eigen gebouwen naar ‘zo energieneutraal mogelijk’. Dit zijn onder ander de bibliotheek en de muziekschool.
1.3
Conclusies Voor centrumdeel de Lage Zijde in Alphen aan den Rijn is een ambitieus nieuwbouw- en renovatieplan opgesteld. Hiervoor is nog geen specifieke energieambitie opgesteld. Met deze energiescan wordt inzicht gegeven in de mogelijkheden voor energiebesparing en de toepassing van duurzame energie in de nieuwbouw. Hiervoor zijn 1 referentiesituatie en 3 varianten voor de woningen en de energievoorziening opgesteld met behulp van een aantal referentiewoningen. De resultaten zijn samengevat in Tabel 1. In de referentie-variant worden de woning gebouwd conform de EPC-eis in het Bouwbesluit. Tot 2010 is de EPC-eis 0,8 en vanaf 2011 is de EPC-eis 0,6. In variant 1 worden alle woningen met EPC = 0,6 gebouwd, door toepassing van betere isolatie, efficiënte vraaggestuurde ventilatie en douchewater warmteterugwinning. In variant 2 wordt de EPC verder verlaagd naar 0,5. Dit wordt bereikt door duurzame elektriciteit op te wekken met zonnepanelen (PV). In variant 3 worden alle woningen van warmte, warm tapwater en koude voorzien met een collectief WKO-systeem. De woningen bereiken zo een EPC-waarde van minder dan 0,5. De energieprestatie op locatie (EPL) -score van de referentiesituatie is 6,9. Deze neemt toe naar 7,1 voor variant 1. In varianten 2 en 3 wordt een EPL van 7,7 behaald.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
4
De (meer-) investeringskosten ten opzichte van een woning met EPC = 0,8 zijn het laagst voor een woning met EPC = 0,6. De woningen uit variant 2, met zonnecellen op het dak, kennen de hoogste meerinvestering. De meerinvestering per woning in variant 3, met collectief WKO-systeem liggen tussen variant 1 en 2 in. De energielasten voor de bewoners zijn het hoogst in de referentiesituatie (EPC = 0,8) en het laagst bij variant 3. De totale woonlasten voor de bewoners, met inbegrip van de meerinvestering in de hypotheek en een vervangingsreservering vertonen hetzelfde beeld. Dit is wel afhankelijk van de manier waarop het collectieve WKO-systeem geëxploiteerd wordt. De nabijheid van utiliteit (nieuwbouw) in de Lage Zijde biedt voordelen bij de realisatie van een collectief WKO-systeem. De koudevraag in de zomer kan zorgen voor bronregeneratie en omdat een groter systeem aangelegd wordt, kan een kostenvoordeel ontstaan. Referentie Variant EPC = 0,6 Variant EPC = 0,5 Variant WKO
EPC 0,67 0,61 0,50 0,47
EPL 6,9 7,1 7,7 7,7
Investering 6300 8100 11700 9600
Energielasten 1599 1516 1385 1259
Tabel 1: Samenvatting resultaten per variant voor woningtype appartement.
1.4
Aanbevelingen 1.
In een ontwikkelingsovereenkomst of programma van eisen vastleggen dat op de locatie een EPL van 7,1 of hoger wordt gerealiseerd.
2.
Variant 3 met warmte- en koudelevering met collectief WKO-systeem, verder uitwerken met een marktscan om de investeringen in de praktijk te toetsen.
3.
Als gekozen wordt voor een collectieve warmte- en koudevoorziening, hierop woningen én utiliteit aansluiten. Zo worden kostenvoordelen behaald, wordt de energieprestatie van de utiliteit verbeterd, en wordt bronregeneratie verbeterd.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
5
2
Locatiegegevens
2.1
De Lage Zijde De Lage zijde ligt in het centrum van Alphen aan den Rijn, aan de oostzijde van de Oude Rijn. Met de Alphense brug worden Lage Zijde en Hoge Zijde met elkaar verbonden. Samen vormen deze gebieden het centrum van de stad. De begrenzing aan de oostzijde wordt gevormd door de Oranje Nassausingel. Aan de noordzijde wordt de Lage Zijde begrensd door de W.M.C. Regtstraat, de Groen van Prinstererstraat en de Thorbeckestraat en aan de zuidzijde door de Aarkade en de achtertuinen van de woningen aan de Bloemhofstraat en de Van Boetzelaerstraat. Het plangebied is weergegeven in Figuur 1.
Figuur 1: Plangebied lage zijde in huidige situatie. (Herijking Masterplan Lage Zijde, 2007)
In het nieuwe plan worden de Oude Rijn en de Kromme Aar meer zichtbaar in de stad geïntegreerd. Het deel aan de Oude Rijn ten westen van De Vest vormt het winkelgebied van Alphen met functies als winkelen, werken, wonen en horeca. Het deel ten oosten van De Vest is een hoogwaardig stedelijk woongebied. Hier worden 185 woningen gesloopt en 430 nieuwe woningen gebouwd. Het bouw- en sloopprogramma is samengevat in Tabel 2.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
6
Functie Woningen Winkel- en horecaruimte Bibliotheek en muziekschool Kantoorruimte Parkeerplaatsen
Sloop 235 7.300 m² 1.400 m² 5.800 m² 430
Nieuwbouw 540 10.000 m² 3.500 m² 0 m² 710
Tabel 2: Bouw- en sloopprogramma.
Bij de planontwikkeling zijn behalve de Gemeente Alphen aan den Rijn ook Bouwfonds MAB als ontwikkelaar, WonenCentraal als woningcorporatie en Twynstra Gudde als adviseurs. Daarnaast zijn ook vertegenwoordigers van ondernemers en bewoners betrokken. (Herijking Masterplan Lage Zijde, 2007).
2.2
Planning De realisatie van het plan Lage Zijde is verdeeld in een aantal fasen. -
In de periode 2007-2010 worden de gebouwen aan de noord- en zuidzijde van de Thorbeckestraat (o.a. voormalige Emmaschool), grenzend aan de Oranje Nassausingel ontwikkeld worden. Hier worden in totaal circa 155 appartementen gebouwd.
-
In 2009-2011 worden de woningen tussen het Aarplein en de Aarkade (voormalige Thorbeckeschool), de Triangel, de passantenhaven en de uitbreiding van de Aarhof aangepakt. Hierbij worden circa 38 grondgebonden woningen gebouwd: 18 huurwoningen en circa 20 koopwoningen; ook wordt circa 3600 + 3750 m² (commercieel + cultureel resp.) utiliteit gerealiseerd.
-
In 2010-2012 wordt het Aarplein herontwikkeld, worden er nieuwe woningen gebouwd aan de Thorbeckestraat (zuidoost, ten westen van de voormalige Emmaschool) en wordt gestart met de bouw van het nieuwe Thorbeckegebouw. In deze periode worden circa 150 appartementen (huur en koop) en circa 70 grondgebonden woningen (koop) geraliseerd. Ook wordt bijna 6000 m² utiliteit gebouwd.
-
In de laatste planperiode, 2011-2013 zullen het Thorbeckeplein, de appartementen aan Thorbeckelaan zuidwest en het havenfront ontwikkeld worden. In deze fase worden 128 koopappartementen gebouwd worden en ook 1750 m² utiliteit gerealiseerd. (Herijking Masterplan Lage Zijde, 2007).
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
7
Figuur 2: Plankaart Lage Zijde toekomstige situatie. (Herijking Masterplan Lage Zijde, 2007)
2.3
Woningen en woningdichtheid De nieuwbouw betreft 552 woningen, 13.500 m² utiliteit en 710 parkeerplaatsen, parkeergarage en ondergronds. De woningdichtheid van de appartementen is vanzelfsprekend hoog genoeg voor een collectieve energievoorziening. De grondgebonden woningen worden in een dichtheid van 40 woningen per hectare gebouwd, wat ook voldoende is voor een collectieve energievoorziening.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
8
3
Mogelijkheden energievoorziening
3.1
Collectieve energievoorziening Verschillende vormen van collectieve energievoorziening zijn haalbaar, gezien het aantal woningen en de woningdichtheid, zie Tabel 3. Energievoorziening Individuele warmtepompen Kleinschalige collectieve warmtepompen Grootschalige warmtepompen Biomassa warmteproductie Biomassa warmte-kracht Aardwarmte
Aantal woningen 1 20 á 30 Vanaf 100 Vanaf 400 Vanaf 1200 Vanaf 2500
Tabel 3: Draagvlak in aantallen woningen voor diverse vormen van collectieve energievoorziening
3.2
Warmtepompen en warmtekoudeopslag Een systeem met warmtekoudeopslag (WKO) maakt gebruik van warmte uit de bodem en/of oppervlakte water om met een warmtepomp warmte te leveren voor ruimteverwarming en tapwaterverwarming. Bovendien levert een WKO-systeem ’s zomers koude om gebouwen te koelen. Vooral voor utiliteitsbouw levert dit een comfortabele en zeer energie-efficiënte koeling op. De bodem is geschikt voor het gebruik van verticale bodemwisselaars (Bodemgeschiktheidskaart voor toepassing van verticale bodemwisselaars, SenterNovem en EZ, 2001). Op deze kaart is te zien dat het de Lage Zijde deels in of dichtbij een provinciaal restrictiegebied wat betreft gebruik van grondwater ligt. In het algemeen is dit systeem minder gewenst omdat hiervoor vele boringen in de bodem gemaakt moeten worden. Bij de geplande hoge bebouwingsdichtheid is dit systeem ook lastige uitvoerbaar, mn. voor de utiliteit, waarbij de weinig oppervlakte beschikbaar is. Een andere mogelijkheid is de realisatie van een WKO-systeem gebaseerd op open grondwaterbronnen. Hierbij worden minimaal twee grondwaterbronnen geslagen: één voor grondwateronttrekking en één voor grondwaterinjectie. Of de bodem hiertoe geschikt is is onbekend. Hiervoor is nader onderzoek nodig (deskstudie en/of boring). Over het algemeen is het tweede watervoerende pakket in Zuid-Holland echter zeer geschikt. Voor dit systeem is een vergunning van de provincie nodig. Hierbij wordt, naast de aanwezigheid en geschiktheid van een watervoerend pakket, ook beoordeeld of geen andere behinderingen zijn: aanwezigheid van boringsvrije zones, drinkwateronttrekking, effecten op flora en fauna, aanwezigheid en beïnvloeding van andere grondwateronttrekkers etc. Combinatie met utiliteit Als gekozen wordt voor een collectief WKO-systeem, ligt het voor de hand om hiermee ook in warmte en koude te voorzien voor de (nieuw te bouwen) utiliteit. Dit levert meerdere voordelen op. In utiliteitsgebouwen is vaak een aanzienlijke koudevraag in de zomer, met een WKO-systeem kan daarin op kosten-effectieve wijze worden voorzien, vergeleken met de standaard airconditioning. Daarnaast zorgt deze koeling voor
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
9
belangrijke regeneratie (opwarmen) van de bron van het systeem, zodat die op temperatuur blijft en het systeem efficiënt blijft werken.
3.3
Mogelijkheden in de omgeving Nabijheid Zegerplas Op circa 1 kilometer ten oosten van de Lage Zijde ligt de Zegerplas, een voormalige zandafgraving. Deze kan gebruikt worden als bron voor een WKO-systeem. In dat geval is het niet nodig om grondwaterbronnen te boren. Bijkomend voordeel is dat de plas dan netto over het hele jaar gezien gekoeld wordt. Dit kan mogelijke problemen met blauwalg voorkomen. Voorwaarde is wel dat de plas voldoende diep is en zo genoeg water bevat om als bron te dienen. Bovendien wordt zo gegarandeerd dat ook ’s zomers het water onderin de plas koud genoeg is om voor koeling van woningen en utiliteit te dienen. Een andere mogelijkheid is om de Zegerplas te gebruiken voor regeneratie van de grondwaterbron van het WKO-systeem. ’s Zomers wordt dan warmte aan de plas onttrokken die wordt overgegeven aan het grondwater. Ook hier wordt dus de plas afgekoeld en worden problemen met blauwalg voorkomen. Voor beide mogelijkheden is nader onderzoek vereist. Mogelijkheden parkeergarages Ook aan de (ondergrondse) parkeergarages kan warmte onttrokken worden voor regeneratie van de bron van het WKO-systeem. Dit gebeurt via de ventilatielucht in combinatie met gladheidsbestrijding op de in- en uitritten.
3.4
Duurzame elektriciteitsopwekking Zonnestroom Zonnestroom (PV panelen) op de woningen zorgen voor een verlaging van de EPC. PV is opgenomen in variant 2. Meer zonnepanelen kunnen altijd, woninggebonden of projectgewijs, aanvullend opgenomen worden. Bovendien kan het dakoppervlak van de andere gebouwen hiervoor gebruikt worden. Wind De locatie is niet geschikt voor de toepassing van grootschalige windenergie voor het opwekken van duurzame elektriciteit. Kleinschalig zijn er windmolens op de markt die geschikt zijn voor plaatsing op woningen of gebouwen in de wijk. Ook hier geldt dat deze maatregelen los staan van het klimaatsysteem en altijd afzonderlijk per woning gekozen kunnen worden.
3.5
Toekomstige technieken/ontwikkelingen De ontwikkelingen in de energiewereld gaan verder. Nieuwe mogelijkheden voor de toekomst dienen zich nu al aan. Verbeteringen zijn te verwachten aan de HR-ketel. De HRE (ketel plus stirlingmotor die elektriciteit produceert) is klaar voor veldproeven. De
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
10
komende jaren wordt daar veel van verwacht. Toepassing op grote schaal is niet te verwachten binnen twee jaar. Ook de zogenaamde HR-WP is in ontwikkeling. Dit is een HR-ketel met ingebouwde kleine warmtepomp. Ook hier geldt dat de komende jaren geen grootschalige toepassingen worden verwacht. Infrastructurele mogelijkheden zijn hard in ontwikkeling. De energieopwekking wordt steeds efficiënter door betere warmtepompen en mogelijkheden van toepassing van biogas WKK.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
11
4
Varianten voor de energievoorziening
4.1
Inleiding Nieuwbouw Het aspect duurzaamheid is een belangrijke randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de locatie. De woningen worden gebouwd voor 50 tot 100 jaar, of langer. Dat betekent concreet dat woningeigenschappen die de komende decennia logischerwijze niet meer veranderd gaan worden niet op een niveau van ‘vandaag de dag’, maar van ‘overmorgen’ gebracht moeten worden. De eerste stap op de weg naar een verlaging van het energiegebruik in de woningen is daarom dan ook om te zorgen voor een duurzaam casco van de woningen. Een duurzaam casco is daarom uitgangspunt met: -
zeer goede isolatiewaarde, waardoor warmtebehoefte van woning sterk beperkt wordt
-
vergaande aandacht voor detaillering (beperking transmissie- en infiltratieverliezen)
Ook de keuze voor de wijze van warmteafgifte wordt voor langere tijd vastgelegd. Hierbij geldt dat hoe lager de temperatuur van het medium is, hoe meer mogelijkheden er zijn om deze op te wekken. Daarom is de keuze voor lage temperatuurverwarming (maximaal 55°C aanvoertemperatuur, en bij voorkeur vloerverwarming) ook een toekomstgerichte maatregel. De verdere uitwerking van het energetisch concept bestaat daarnaast uit de uitwerking van de (nog benodigde) installaties voor verwarming en ventilatie. Hierbij worden naast energetische aspecten ook de aspecten comfort en de kwaliteit van het binnenmilieu betrokken in de beoordeling. De meest gebruikelijke manieren voor ventilatie zijn: -
natuurlijke luchttoevoer en mechanische afvoer, verbeterd door toevoeging van drukgeregelde roosters of vraaggestuurde ventilatie (elektronische sturing op aanwezigheid van aantal personen of (nieuw) door meting van CO2 gehalte in het binnenmilieu);
-
mechanische luchttoevoer en - afvoer, verbeterd door toevoeging van warmteterugwinning (met hoog rendement).
Infrastructuur Voorbereiden van de locatie of woningen op klimaatneutrale energiedragers is een toekomstgerichte maatregel. Het elektriciteitsnet kan eenvoudig een klimaatneutrale energiedrager worden als alleen groene stroom wordt opgewekt en afgenomen. Warmtenetten hebben ook veel potentie. De warmte wordt op de locatie geproduceerd en geleverd. Voor de productie van warmte kunnen duurzame bronnen worden ingezet. De beide energiedragers elektriciteit en warmte hebben op dit moment de meeste potentie als klimaatneutrale energiedrager. EPC-eisen voor nieuwbouw Sinds 1 januari 2006 geldt voor nieuwbouwwoningen een EPC-eis van 0,8. Naar verwachting wordt deze eis vanaf 2011 aangescherpt naar 0,6 en na 2015 naar 0,4.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
12
Bouwopgave In de Lage Zijde wordt gebouwd: -
105 grondgebonden woningen
-
417 appartementen
-
12.070 m² commerciële ruimte
-
3.570 m² culturele ruimte (theater en muziekschool)
-
710 parkeerplaatsen
Daarnaast wordt een onbekend aantal woningen gerenoveerd. Deze zijn niet meegenomen in de voorliggende energiescan. Dit is wel mogelijk, door een vergelijking te maken van verschillende opties voor renovatie en energievoorziening. Voor de EPC en EPN-berekeningen worden de woningen, op basis van SenterNovem referentiewoningen nieuwbouw (2006), als volgt voorgesteld: -
105 rijwoningen
-
116 galerijwoningen
-
301 appartementen
Hierbij moet worden opgemerkt dat met name de rijwoningen en de appartementen in het plan voor de Lage Zijde groter zijn dan de referentiewoningen. Hierdoor zullen in de praktijk het verbruik en de energielasten per woning hoger uitvallen, maar zullen ook de besparingen groter zijn. De maatregelen die per woning nodig zijn geven een indicatie.
4.2
Varianten energievoorziening Lage Zijde Er is een viertal varianten voor de energievoorziening en met verschillende EPC-waarden samengesteld, zie Tabel 4.
Individuele installatie met gas en elektriciteit
EPC-waarde woningen 0,80 0,60 0,50 Ref Var 1 Var 2
Collectieve installatie WKO en elektriciteit
Var 3
Tabel 4: Varianten naar EPC waarde van uitgangs-woning en energievoorziening.
Referentie: Conform Bouwbesluit EPC=0,8 Voor de woningen die voor 2011 gebouwd worden geldt een EPC-eis van 0,8. Uitgangspunt is een duurzaam casco met goede isolatie, HR++-glas en extra aandacht voor energiezuinig detaillering (voorkomen van koudebruggen). Bovendien wordt optimaal gebruik gemaakt van zonlicht in verkaveling en verdeling van het glasoppervlak en wordt aandacht besteed aan zonwering. De warmte voor ruimteverwarming en tapwater wordt geleverd door een individuele HR 107 ketel, met kwaliteitsverklaring voor tapwater en lage temperatuurverwarming. De ventilatie wordt gerealiseerd door een vraaggestuurd (op aanwezigheid) systeem en bij de grondgebonden tussenwoningen door een drukgeregeld systeem. Variant 1: EPC=0,6 Alle woningen worden gebouwd met EPC = 0,6. Ten opzichte van de woningen met EPC 0,8 wordt betere isolatie toegepast. Ook hier wordt de warmte voor ruimteverwarming en tapwater geleverd door een individuele HR 107 ketel, met kwaliteitsverklaring voor tapwater en lage temperatuurverwarming. De woningen zijn voorzien van vloerverwarming. De ventilatie wordt verzorgd door een vraaggestuurd systeem (CO2-
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
13
concentratie). Alle woningen worden voorzien van douchewater warmteterugwinning. Bij de appartementen betreft het een ‘douchebak warmteterugwinning’. Een mogelijk alternatief voor de douchewater warmteterugwinning is een zonneboiler. Dit is kostbaarder, maar levert in de meeste gevallen een grotere EPC-reductie op. Variant 2: EPC = 0,5 Voor de woningen wordt hetzelfde casco gebruikt als voor de woningen met EPC = 0,6. Overig zijn de maatregelen gelijk aan variant 1. Om de EPC verder te verlagen tot 0,5 worden fotovoltaïsche zonnecellen (PV) geplaatst. Deze leveren duurzame elektriciteit aan de woning en aan het elektriciteitsnet. De hoeveelheid m2 zonnepaneel (PV) die nodig is, is afhankelijk van het woningtype en de woninggrootte. Voor een klein appartement gaat het om 6 m² per woning, voor een galerijwoning en voor een gemiddelde rijwoning woning om 5 m². Ook hierbij is de zonneboiler een alternatief voor de douchewater WTW. Vanwege de grotere CO2 reductie is het mogelijk een kleiner oppervlak aan PV te realiseren. Variant 3: Collectief warmte- koudeopslagsysteem (WKO) De woningen hebben hetzelfde casco als de woningen met EPC = 0,6. Een in de wijk opgesteld WKO-systeem levert warmte voor ruimteverwarming en warm tapwater aan de woningen via een collectief leidingstelsel. Een comfortverhogend aspect is dat er ook zeer energie-efficiënt koude geleverd wordt voor ruimtekoeling in de zomer. De woningen zijn voorzien van CO2-gestuurde ventilatie en de grondgebonden woningen hebben bovendien douchewater warmteterugwinning. Aan de woningen wordt geen gas geleverd. Zo bereiken de grondgebonden woningen een EPC van 0,45, de galerijwoningen en de appartementen een EPC van 0,47. Combinatie met utiliteit Bij variant 3 ligt een collectieve WKO-installatie die de woningen èn de utiliteit (winkels, bibliotheek, etc.) voorziet voor de hand. Hierdoor zijn schaalvoordelen te behalen die tot lagere kosten leiden. Daarnaast kan op zeer energie-efficiënte manier gekoeld worden, zodat voorkomen wordt dat er bijvoorbeeld in de winkels op grote schaal airconditioning gebruikt gaat worden. Met het treffen van energiebesparende gebouwgebonden maatregelen in de utiliteit is veel (energetische) winst te behalen. Een voorwaarde is wel dat vroegtijdig in het bouwproces (ontwerpfase) wordt nagedacht over de te nemen maatregelen. Deze maatregelen kunnen dan vervolgens in het gebouwontwerp worden geïntegreerd. De geplande utiliteitsgebouwen bestaan uit winkels, een bibliotheek en een muziekschool. Voor de winkels geldt nu een EPC-eis van 3,4; voor de bibliotheek van 2,2 en voor de muziekschool van 1,4. Naar verwachting worden ook deze EPC-eisen in de toekomst verder aangescherpt. Er zijn verschillende mogelijkheden om de EPC te verbeteren, hieronder worden die aangegeven voor winkels. Winkels (EPC = 3,4) De EPC-waarde kan verlaagd worden door gebruik te maken van o.a.: -
betere isolatie, Rc =4,0 ipv 3,0 (-3%)
-
lichtregeling op 22 W/m² ipv 30 W/m² (-16%)
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
14
4.3
-
HR+-glas (-1%)
-
WKO-systeem voor warmte- en koudevoorziening (-7%)
-
raampercentage 25 ipv 35 (-3%)
Vergelijking varianten Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) en Energie Index (EI) berekende EPC varianten
rijwoning appartement galerijwoning gemiddelde EPC [-]
[-]
[-]
[-]
Referentie : epc 0,8
0,80
0,78
0,77
0,67
Variant 1
0,59
0,61
0,62
0,61
Variant 2
0,50
0,50
0,50
0,50
Variant 3
0,45
0,47
0,47
0,47
Tabel 5: EPC per woningtype bij de verschillende varianten.
De energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van de woningen neemt af als er extra gebouwgebonden maatregelen worden toegepast.. Technisch blijkt het goed mogelijk met gebouwgebonden maatregelen een EPC van 0,60 en lager te behalen. Daarmee wordt voldaan aan de Bouwbesluit-eisen die gaan gelden vanaf 2011. Nog lagere EPC waarden zijn te behalen door het toepassen van zonnecellen (PV, variant 2) of een een collectief WKO-systeem met warmtepompen (variant 3) of het verhogen van de gebouwgebonden maatregelen. Energieprestatie van de locatie (EPL)
EPL berekening Lage Zijde 8,0 7,7
7,7
Variant 2
Variant 3
7,6
7,2
7,1 6,9
6,8
6,4
6,0 Referentie
Variant 1
Figuur 3: EPL van de diverse varianten
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
15
Voor de EPL-berekening van de referentiesituatie zijn de woningen aan de hand van de geplande fasering van de bouw onderverdeeld in woningen met EPC = 0,8 en EPC = 0,6. Dit omdat vanaf 2011 een EPC-eis van 0,6 geldt. De energieprestatie op de locatie neemt in de regel toe als de EPC afneemt (zie Tabel 5 en Figuur 3). Dat is in bovenstaande figuur duidelijk zichtbaar. Zoals te zien is in de figuur wordt met het bouwen volgens bouwbesluit een EPL-score van 6,9 behaald. Worden alle huizen met EPC 0,6 gebouwd, dan stijgt de EPL naar 7,1. Door de toevoeging van PV aan de woningen stijgt de EPL verder naar 7,7. Met een collectieve WKO-installatie wordt ook een EPL van 7,7 behaald. CO2-uitstoot De milieuprestatie zal uitgedrukt worden in de mate van energiebesparing en de hieraan gekoppelde CO2- emissie reductie. In de berekening van de emissiewaarden zijn de uitgangspunten (SenterNovem in het 'Protocol duurzame energie'): -
Gas (m): 1,780 kg CO2;
-
Elektriciteit (kWh): 0,566 kg CO2.
De uitstoot van CO2 neemt af naarmate de EPC van de woningen daalt (vergelijk Tabel 5 en Tabel 6). Daarnaast doet het gebruik van collectieve (duurzame) warmtebronnen de CO2-uitstoot dalen. In Tabel 6 wordt een indicatie gegeven van de CO2-uitstoot veroorzaakt door de woningen. Het betreft een indicatie, omdat gewerkt is met referentiewoningen. De werkelijke woningen zijn gemiddeld gezien groter, waardoor in de praktijk het energieverbruik en de CO2-emissie hoger zullen zijn. berekende CO2 emissie varianten
[ton]
[%]
Referentie
1.470
Variant 1
1.390
5%
Variant 2
1.100
25%
Variant 3
1.130
23%
Tabel 6: Indicatie CO2-uitstoot bij de verschillende varianten voor de energievoorziening
Investeringen De (meer-) investeringen in de woningen zijn afhankelijk van het type woning en het ontwerp. Een indruk van de meerkosten voor de verschillende varianten is weergegeven in Figuur 4 en Tabel 7. Hierin zijn de kosten weergegeven voor appartementen, voor de andere woningtypen zullen de kosten anders zijn. Met name voor grondgebonden woningen zijn de kosten vaak hoger. NB. bij ‘referentie’ worden de investeringen gegeven voor een woning met EPC = 0,8; bij ‘variant 1’ voor een woning met EPC = 0,6. 1.
De bouwkundige kosten betreffen de meerkosten voor isolatie ten opzichte van Rc=3,0 (NB)
2.
De kosten voor douche WTW (variant 1, 2 en 3) betreffen de kosten van een douchebak WTW unit, inclusief de installatiekosten. Deze wordt onder de douchebak aangebracht. Bij de inrichting van de badkamer dient rekening gehouden te worden met de plaatsing van de douchebak-WTW. Hierdoor zal de douchebak hoger komen te liggen. Met een douchebak WTW wordt een energiebesparing van circa 30-40% op het verbruik voor tapwater verwarming behaald.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
16
3.
In alle varianten wordt LT-verwarming toegepast. Het betreft hier de meerkosten voor warmteafgifte ten opzichte van een standaard ontwerp met conventionele radiatoren (waarbij vanaf 2007 geldt dat de maximale aanvoertemperatuur 80°C is).
4.
De kosten voor warmteproductie en ventilatie zijn de investeringen in de HR-ketel en rookgasafvoer of warmtewisselaar voor aansluiting op het collectieve warmtenet. Hieronder vallen ook de investeringen in het ventilatiesysteem.
5.
De aansluitbijdrage betreffen de kosten voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en het gasnet of warmtenet.
Investeringskosten varianten Lage Zijde 14000
Investeringskosten [€]
12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 Referentie aansluitbijdrage
Variant 1 warmteproductie en ventilatie
Variant 2 warmteafgifte
douche WTW
Variant 3 bouwkundig
pv
Figuur 4:Investeringskosten in euro’s (appartement), excl. BTW en opslagen,, excl subsidies
Voor de referentie en varianten 1 en 2 is duidelijk te zien dat de investeringen toenemen naarmate de EPC afneemt. Bij het collectieve WKO-systeem zijn de investeringen lager dan bij variant 2, terwijl de EPC-waarden verder afgenomen zijn. Dit wordt veroorzaakt door de relatief hoge kosten van een PV-systeem. De grootste kostenpost bij de collective variant (variant 3) is de aansluitbijdrage op het warmtenet. Mogelijk kan deze met name voor de gestapelde bouw dalen door schaalvoordelen. Dit schaalvoordeel wordt bereikt door ook de utiliteit aan te sluiten op het collectieve WKO-systeem voor de levering van warmte en koude. De exacte kosten zijn afhankelijk van het gekozen exploitatiemodel. Een marktscan zal uitwijzen hoe de outsourcing precies vormgegeven kan worden en wat de kosten daarvoor zullen zijn. Het grote voordeel van variant 3 is, naast de lage EPC-waarden en de goede EPL-score, dat er naast warmte ook koude geleverd wordt.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
17
Investeringen Appartement
Referentie
Variant 1
Variant 2 Variant 3
aansluitbijdrage
1400
1400
1400
5500
warmteproductie en ventilatie
3550
3550
3550
950
800
800
800
800
0
800
800
800
550
1550
1550
1550
warmteafgifte douche WTW bouwkundig PV
3600
totaal
6300
8100 11700
meerkosten
1800
5400
9600 3300
Tabel 7: Meerkosten in euro’s (appartementen), excl. BTW
Er bestaat voor de warmtepompvarianten de mogelijkheid tot externe financiering en exploitatie (outsourcing). De woonlasten (vastrecht en energietarieven) worden dan vergelijkbaar gesteld met het niveau van een traditionele woning, aangesloten op een gasnet. Dit wordt ook wel het ‘niet meer dan anders’ (NMDA) beginsel genoemd. In deze energiescan is ‘outsourcing’ voor variant 3 in de berekeningen meegenomen (zie tabel 4, 5 en 6). Indien voor koudelevering een vastrecht van € 100 per jaar wordt gerekend, daalt de aansluitbijdrage met € 1.000 per woning. Woonlasten De woonlasten van de bewoners zijn afhankelijk van de energetische kwaliteit van de woning zelf, van de tarieven voor de energie-inkoop en van onderhoud en vastrecht (elektriciteit en gas of warmte). De energiekosten voor warmte, elektriciteit en gas zijn afgeleid van de gebouwgebonden energievraag voor verwarming, tapwater, hulpenergie voor verwarmen en ventilatie. Het energiegebruik voor koken en verlichting is niet opgenomen in de berekeningen. In Tabel 8 zijn de woonlasten voor het meest voorkomende woningtype appartement weergegeven. Deze zijn inclusief onderhoud en afschrijving van de installatie. Energielasten Appartement
Referentie Variant 1 (EPC = 0,8) (EPC = 0,6)
Variant 2
Variant 3
energiekosten
805
649
502
624
vast recht gas/warmte
191
191
191
320
vast recht elektra
120
120
120
120
25
25
25
25
125
125
125
0
onderhoud ventilatie onderhoud ketel vervangingsreservering Energielasten totaal voordeel
189
249
369
119
1599
1516
1385
1259
0
82
214
339
Tabel 8: Jaarlijkse energielasten in euro’s voor de bewoner van de appartementen incl. BTW en REB
De extra investeringen leiden tot een daling in de energielasten. Hierbij is ervan uitgegaan dat de opbrengst van het PV-systeem direct in mindering gebracht wordt op de gebruikte elektriciteit. Dit is mogelijk dankzij de zogenaamde ‘salderingsregeling’
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
18
(Amendement Samson, 2004). Het jaarlijkse voordeel voor de bewoner van een appartement kan oplopen van € 82,- (variant 1) tot € 339,- (variant 3). Dat zijn forse dalingen. Tegenover de daling in energielasten staat een stijging van de hypotheeklasten. In onderstaande Tabel 9 zijn de verschillen in de totale woonlasten (hypotheek en energie) weergegeven. Bij de berekening van de jaarlasten voor de extra lening is uitgegaan van een rente van 5% (klimaathypotheek) en een belastingaftrek van 42%. woonlasten Appartement
hypotheek energie totaal [€/jaar]
referentie (EPC = 0,8) variant 1 (EPC = 0,6)
0
[€/jaar]
[€/jaar]
0
0
52
-82
-30
variant 2
157
-214
-57
variant 3
96
-339
-243
Tabel 9: Stijging of daling van de jaarlijkse woonlasten voor de nieuwbouw incl. BTW
Uit Tabel 9 komt variant 3 als beste naar voren. De keuze voor energiebesparende maatregelen blijkt bij de hier beschouwde varianten altijd aantrekkelijk. Het comfort verbeterd, de woonlasten dalen en het klimaat is erbij gebaat.
4.4
Financiële mogelijkheden Outsourcing Bij de collectieve warmtepomp en de PV-installaties zijn er diverse financieringsmogelijkheden afhankelijk van de keuze van de projectontwikkelaar of de eigenaar van de woning. Investeringen kunnen worden gedaan door externe exploitanten. Door huur of uit de exploitatie verdienen die de investeringen terug. Er wordt dan een bijdrage in de aansluitkosten gevraagd. Die is afhankelijk van de keuze van de projectontwikkelaar. De jaarlasten voor energie zijn dan laag. Prestaties, aansluitkosten en leveringskosten dienen expliciet deel uit te maken van het programma van eisen bij de aanbesteding voor het collectieve energiesysteem. Subsidieregelingen In berekeningen van investerings- en energiekosten is geen rekening gehouden met subsidies. Bij de aanleg van een collectief WKO-systeem kan echter door de exploitant mogelijk gebruik gemaakt worden van de EIA (energie investeringsaftrek), die een belastingvoordeel oplevert. Daarnaast kan uit de nieuwe SDE (subsidieregeling duurzame energie) een subsidiebedrag per geproduceerde hoeveelheid elektriciteit van de PVsystemen verkregen worden.
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
19
Bijlage 1: gebouwkenmerken varianten Woningniveau
isolatie vloer/dak isolatie gevel kozijn/deur
Varianten Referentie
Variant 1
Variant 2
Variant 3
3,5/4,0
4/5
4/5
4/5
3,5
4,0
4,0
4,0
1,8/2
1,5/2
1,5/2
1,5/2
HR 107
HR 107
HR 107
collectieve warmtepomp op collectieve open bron
45-55
<35
<35
<35
HR verklaring
HR verklaring
HR verklaring
nvt
zongericht
25%
25%
25%
25%
koudebruggen
25%
25%
25%
25%
verwarming afgifte tapwater
ventilatie
vraaggestuurd vraaggestuurd vraaggestuurd vraaggestuurd
douche wtw
nee
ja
ja
ja
zonneboiler
nee
nee
nee
nee
koeling
nee
nee
nee
ja
W/E adviseurs – 7129 Energiescan Lage Zijde, Alphen aan den Rijn
20