Laatste zondag van het kerkelijke jaar 23 november 2014
Voorganger: Ds. J.P Greving Organist: Mans Kuipers m.m.v. de Cantorij, piano Tinie v/d Stelt Gereformeerde Kerk Zweeloo (PKN)
Orgelspel Welkom en mededelingen Antifoon psalm 121a (cantorij) Intochtspsalm Psalm 121 vers 1 1. Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn Here, die dit alles heeft geschapen. Mijn herder zal niet slapen. Uit de bijbel Psalm 121 vers 5 en 6 De HE E R is je wachter, de HE E R is de schaduw aan je rechterhand: overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. Zingen Psalm 121 vers 4 4. De Heer zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, in eeuwigheid bewaren.
2
Bemoediging en groet Kyriegebed Ik sta voor u in leegte en gemis Lied 942 vers 1 en 2 1. Ik sta voor U in leegte en gemis, vreemd is uw naam, onvindbaar zijn uw wegen. Gij zijt mijn God, sinds mensenheugenis, dood is mijn lot, hebt Gij geen and’re zegen? Zijt Gij de God bij wie mijn toekomst is? Heer, ik geloof, waarom staat Gij mij tegen? 2. Mijn dagen zijn door twijfel overmand, ik ben gevangen in mijn onvermogen. Hebt Gij mijn naam geschreven in uw hand, zult Gij mij bergen in uw mededogen? Mag ik nog levend wonen in uw land, mag ik U eenmaal zien met nieuwe ogen? Liturgische schikking. De lange weg, die Leven heet, ligt voor je. Ga hem stap voor stap. Zorg voor een lach en deel die met je medemens. Gods Zegen “Je mag er zijn”. Wij noemen hen in gedachten naam voor naam en dragen hen stap voor stap op aan het Licht tot zij in U volkomen zijn.
3
Gloria Spreek Gij het woord Lied 942 vers 3 3. Spreekt Gij het woord dat mij vertroosting geeft dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Open die wereld die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood zowaar Gij leeft. Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden. Gebed om Gods Geest
De kinderen gaan naar de nevendienst terwijl we zingen:Wij gaan voor even uit elkaar.
2. Wij geven Gods verhalen door. En wie zich open stelt ervaart misschien een beetje licht, door wat er wordt verteld. 4
3. Straks zoeken wij elkaar weer op, en elk heeft zijn verhaal. Het licht verbindt ons met elkaar: het is voor allemaal. Schriftlezing Matteüs 25 vers 1-13 Zingen Waar de mensen dwalen in het donker Lied 286: Cantorij 1 en 2, allen vers 3.
5
2. Waar de mensen lijden onder onrecht in een wereld die geen vrede vindt, heb vertrouwen, draag het kruis met blijdschap, er is licht dat alles overwint. refrein: Want het licht … 3. Steek een kaars aan tegen al het duister, als een teken in een bange tijd, dat ons leven niet in wanhoop eindigt dat de vrede sterker is dan strijd. refrein: Want het licht … Overdenking Cantorij zingt: Dat een nieuwe wereld komen zal Tekst: Huub Oosterhuis, muziek: Antoine Oomen Dat een nieuwe wereld komen zal waar brood genoeg- en water stroomt voor allen. Daar bouwen wij veilige buurten wonen dooreen in wijken van vrede in schaduw van bomen. Geen kinderen zullen daar sterven oude mensen maken hun dagen vol en jonge mensen zullen daar pas op hun honderdste sterven. Wij zullen niet voor de leegte zwoegen, geen kinderen baren voor de verschrikking. De wolf en het lam zullen weiden tezamen: wij leren de oorlog af. Dat een nieuwe wereld komen zal
6
waar brood genoeg- en water stroomt voor allen.
De kinderen komen terug van de nevendienst Rondom leven en sterven Rondom Leven Op mensenkinderen laat de Eeuwige het licht van zijn ogen vallen. Vroeger, vandaag en steeds opnieuw. God roept hen het leven in en kent hen bij name. Zij staan in zijn handpalm geschreven. Zingen In de schoot van mijn moeder geweven Lied 780 Cantorij: 1, 2 en 3, allen 4 en 5 1. In de schoot van mijn moeder geweven, als een wonder bereid, aan het licht toegewijd, is mijn leven door liefde omgeven. 2. Lang voor ik van Je woorden kon weten, eer de dag nog begon, ging Jij op als de Zon, die mijn licht en mijn leven wilt heten. 3. Voordat ik aan het licht ben gekomen was Jij met mij vertrouwd, heb Jij mij al gebouwd en mijn naam op Jouw lippen genomen. 4. In de mond, die nog amper kon spreken is de toon al gezet, is het lied al gelegd dat voorgoed door de stilte kan breken. 7
5. Jij, die kleinen je grootheid doet zingen, laat het lied om je naam heel mijn leven bestaan om de dreigende nacht te bedwingen. Wij willen hier de namen noemen van de kinderen die geboren werden in ons midden. Voor hen is er een witte roos, als teken van reinheid en nieuw leven. Deze roos wordt geplaatst in het liturgisch bloemstuk. Zo wordt gesymboliseerd dat zij deel van het geheel van onze gemeente zijn. Wij noemen hun namen:
Emily Kuipers Jan Joost Koopman Elen Yeghiazarjan
Rondom Sterven Op mensenkinderen laat de Eeuwige het licht van zijn ogen vallen. Vroeger, vandaag en steeds opnieuw. God roept hen het leven in en kent hen bij name. Zij staan in zijn handpalm geschreven. De cantorij zingt: Voor jou brand ik een kaars Nader tot jou - Marten Kamminga 270
8
Wij willen hier de namen noemen van hen die ons het leven gaven, hun liefde en vriendschap, van hen die onze dagen en nachten deelden. Vol herinnering zijn onze gedachten, vol verdriet omdat hun leven ten einde ging, vol dankbaarheid om wie zij voor ons waren. Laat hun naam niet vergeten raken, wie zij waren en waar zij voor stonden. Laat ons verbonden blijven met wat zij ons nalieten. Dat God hen verzamelt bij zijn getrouwen, in zijn eeuwig licht, dat geloven wij. Steek een kaars aan tegen al het duister, als een teken in een bange tijd, dat ons leven niet in wanhoop eindigt dat de vrede sterker is dan strijd. Want het licht is sterker dan het donker en het daglicht overwint de nacht, zoek je weg niet langer in het duister, keer je om en zie Gods nieuwe dag. We noemen hun namen:
Remke Manting-Kruizinga Aly Kiers-Vos Jan Eising Meltje Jantje Frensen-Kalk
Ook gedenken we allen die in eenzaamheid en onbekendheid gestorven zijn, naamloos voor ons, maar door God bij name gekend. Gelegenheid om gedachteniskaarsjes aan te steken. Tijdens het aansteken van de kaarsjes speelt Tinie v/d Stelt: Introspection II van Rogier van Otterloo 9
Zingen Zolang wij ademhalen Lied 657 1. Zolang wij adem halen schept Gij in ons de kracht om zingend te vertalen waartoe wij zijn gedacht: elkaar zijn wij gegeven tot kleur en samenklank. De lofzang om het leven geeft stem aan onze dank. 2. Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht, het lied op and're lippen draagt mij dan door de nacht. Door ademnood bevangen of in verdriet verstild: het lied van uw verlangen heeft mij aan 't licht getild! 3. Het donker kan verbleken door psalmen in de nacht. De muren kunnen vallen: zing dan uit alle macht! God, laat het nooit ontbreken aan hemelhoog gezang, waarvan de wijs ons tekent dit lieve leven lang. 4. Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop: Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt. Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest. In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest. Gebeden afgesloten met een gezamenlijk Onze Vader Collecte
10
Slotlied Bron van liefde, licht en leven Lied 793 1. Bron van liefde, licht en leven, voor elkaar zijn wij gemaakt door uw hand elkaar gegeven, door uw vinger aangeraakt. Laat ons op uw toekomst hopen, gaandeweg U tegemoet; dat wij samen lachend lopen in uw grote bruiloftsstoet. 2. Bron van liefde, licht en leven, zon die hartverwarmend schijnt, woord van hogerhand gegeven, trouw en teder tot het eind – al zou ons een vijand haten, al gaat zelfs de liefste heen, liefde zal ons nooit verlaten: Gij laat ons geen dag alleen. 3. Bron van liefde, licht en leven, laat uw vreugde in ons zijn; is de blijdschap weggebleven, liefde maakt van water wijn. Dat wij dan elkaar beminnen zó dat zelfs de dood niet scheidt; niets kan liefde overwinnen – liefde heeft de eeuwigheid. Zegen
11