N e d e r l a n d s e
V e r e n i g i n g
v a n
O r g a n i s a t i e s
v a n
G e p e n s i o n e e r d e n
decmber 2012 NVOG en CSO anders georganiseerd in 2013 Vanaf 2013 gaat de koepel van ouderenorganisaties CSO anders functioneren dan voorheen. De vier lidorganisaties PCOB, Unie KBO, NOOM en NVOG blijven samen onder de naam CSO optreden in de landelijke belangenbehartiging voor ouderen, maar met zo min mogelijk betaalde krachten. Er komt een verdeling van aandachtsgebieden, waarbij de beschikbare kennis van zaken per lidorganisatie leidend is. De NVOG krijgt daarom de dossiers Inkomen en Pensioenen toebedeeld, waarmee een CSO-brede commissie van inhoudsdeskundigen verder aan de slag gaat. Gedurende het transitieproces is het CSO-kantoor nog wel bereikbaar, met minimale bezetting en alleen om zaken door te geleiden en af te stemmen met de verantwoordelijke coördinatoren bij de ouderenbonden. Intussen ondergaat ook het NVOG-bureau grote veranderingen. Per 1 maart 2013 zijn twee van de drie vaste functies geschrapt en wordt het werk grotendeels door vrijwilligers voortgezet. De belangenbehartiging voor ouderen gaat niet verloren, maar wordt wel anders georganiseerd, als gevolg van de sterk gewijzigde financiële situatie bij de participerende organisaties.
Inhoud Interview met nieuwe NVOGvoorzitter Wim van den Brandt 2 Ander beleid nodig voor betaalbare zorg ouderen 5 Veranderingen in governance pensioenfondsen 6 Boekbespreking 7 Koopkrachtplaatjes 8 Column 50PLUS 10 Colofon 11
Laatste NVOG Expliciet in deze vorm Kill your darlings is een belangrijke regel bij het schrijven van teksten. Vaak moeten fraaie zinnen en alinea’s sneuvelen, om andere tekstdelen beter tot hun recht te laten komen, of simpelweg om het maximale aantal woorden niet te overschrijden. Toch blijkt vaak dat het met minder woorden ook mooi uitpakt. In feite gebeurt dit nu ook met dit blad Expliciet. De NVOG schrapt de papieren uitgave om zo andere wegen voor de externe communicatie in te kunnen slaan, met een kleiner budget dan voorheen. Het is een kwestie van een kosten-baten-afweging: leveren de inspanningen voor dit product op wat tegenwoordig voor de NVOG nog redelijk is? Nee, was de pijnlijke conclusie. Kill your darling, besloot de directeur/hoofdredacteur met het interimbestuur van de NVOG, maar zorg wel voor passende alternatieven. Daarom komt er een nieuwe website, waarop nieuws en achtergrondinformatie te vinden is voor leden en relaties. NVOG Expliciet begon met de voorloper van Expliciet in maart 1994. In deze vorm werd het blad voor het eerst in 2009 uitgebracht, met hulp van
Sjerps Communicatie voor redactie en eindredactie, en met vormgever Arts Design, later Rooduijn. De voorzitter en directeur hadden ieder een vaste column over de vereniging. De commissies en werkgroepen leverden inhoudelijke bijdragen over actuele vraagstukken. Lidorganisaties kwamen aan het woord in interviews. Verschillende Kamerleden schreven een column over onderdelen van het ouderenbeleid. De NVOG is niet bang om nieuwe wegen in te slaan, als het gaat om goede informatievoorziening, en belangenbehartiging voor de inmiddels drie miljoen gepensioneerden in Nederland. Hun geluid moet immers gehoord blijven, op basis van argumenten en met de macht van het getal. Daarom blijft de NVOG samenwerken met de andere ouderenorganisaties en kiest ze niet voor de Alleingang. Belangstellenden kunnen de NVOG en haar partners blijven volgen via publicaties op de websites www.gepensioneerden.nl en www.ouderenorganisaties.nl en sinds kort ook via twitter @koepelNVOG.
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
Samenwerken, veel samenwerken — vooral in CSO-verband — en varen op de inbreng van de leden en de deskundigheid van de commissies. Dat is de koers van het nieuwe NVOG-bestuur. Voorzitter Wim van den Brandt vertelt over zijn plannen voor de NVOG, en over zichzelf. Hij houdt van doorpakken, maar blijft voor alles een diplomaat.
Wim van den Brandt nieuwe voorzitter NVOG
‘Onze kracht is de macht v — Marieke Sjerps — Op 28 november heeft de algemene ledenvergadering van de NVOG een nieuw verenigingsbestuur benoemd. Expliciet interviewt een paar dagen later voorzitter Wim van den Brandt (64) bij hem thuis in Lunteren. Hoe bent u bij de NVOG terechtgekomen? ‘Een paar maanden geleden sprak ik Gijp van Soest, de voorzitter van de CSO. Hij vroeg of ik interesse had in het voorzitterschap van de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden. Eerlijk gezegd had ik nog niet eerder over de NVOG gehoord. Ik heb me in de vereniging verdiept en het lijkt me zeer de moeite waard om me in te zetten voor de belangen van gepensioneerden. Na enkele kennismakingsgesprekken droeg het interimbestuur me als kandidaat voor.’ Hoe was de kennismaking? ‘De haarvaten van de NVOG zijn enerzijds de commissies, de vakmensen die overal van afweten, anderzijds zijn er de platforms: de verschillende verenigingen van gepensioneerden. Die matrix vind ik knap gekozen. Zo kunnen we het contact met de leden goed onderhouden en naar hen luisteren, terwijl tegelijkertijd de commissies en werkgroepen het zware inhoudelijke werk doen. Eén ding is zeker, ik ben geen pensioendeskundige, en de rest van het bestuur is dat ook niet. We moeten niet voor onze beurt spreken, maar de deskundigen in de commis-
2
sies alle ruimte geven om ons goed te informeren. Daarnaast viel al snel op dat de NVOG er soms mee heeft geworsteld haar positie te bepalen. Belangen behartigen kun je doen door op het sprekersgestoelte te klimmen en de publiciteit te zoeken. Je kunt ook goed advieswerk leveren, contact zoeken met ambtenaren en hun vragen wat ze ervan vinden. Als zij ons werk tot het hunne kunnen maken, als ze onze gedachten overnemen en het als hun werkstuk kunnen uitdragen, bereik je vaak meer dan wanneer je ze bruskeert. Natuurlijk kunnen uitgesproken meningen aantrekkelijk zijn. De realiteit is dat je telkens een keuze moet maken: iets binnenkamers oplossen, of je proteststem laten horen. Beide alternatieven hebben hun eigen kracht en mogelijkheden.’ Bent u een diplomaat? ‘Absoluut. Ik sta bekend als iemand van het harmoniemodel. Een paar maanden geleden nam ik afscheid als voorzitter van de CDA-afdeling Ede. Van de hartverwarmende toespraken die er toen werden gehouden, was voor mij de mooiste waarin gezegd werd dat ik mensen kan verbinden en ze warm kan maken voor idealen.’ U hebt verschillende bestuurs- en directiefuncties gehad. Vertelt u kort iets over uw achtergrond. ‘Van huis uit ben ik informaticus en bedrijfsjurist. Ik begon als leerling-programmeur en klom op tot projectleider, onder andere bij de fusie van de
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
van het getal’ Raiffeisen- en Boerenleenbanken. Een aantal jaren was ik bedrijfsadviseur bij wat nu automatiseerder PWC is. Toen leerde ik Jan Baan kennen en stapte ik over naar zijn pioniersbedrijf waar innovatieve software werd gemaakt. Het bedrijf groeide snel. Ten tijde van de beursgang was ik er vicepresident. Verder ben ik CIO (chief information officer) geweest van het huidige AON en divisiedirecteur van Logica. Twaalf jaar geleden begon ik met een paar maten een fonds dat investeert in softwarebedrijven. Ik ben gefascineerd door snelheid en door groei. Liefst bouw ik dingen op. Daar moet je flexibel voor zijn, je klanten moeten tevreden zijn, maar je personeel ook natuurlijk. Als directeur ben je leidinggevend en dienstbaar.’
stapjes maken met mijn moeder. Ook een mooie keuze. Ik lijk wat dit betreft meer op mijn grootvader en ben een laatbloeier. Ik heb lang nodig gehad om in mijn werk te groeien. De laatste jaren komen er ook andere dingen op mijn pad. Je kunt helemaal stoppen met werken, of maatschappelijk nuttige dingen gaan doen. Ik kies voor het laatste. In je werk heb je een sociale omgeving, een inkomen en ankers. Die vallen soms weg. Voor mij is het belangrijk ze weer aan te vullen met nieuwe dingen. Zo ben ik bijvoorbeeld ook voorzitter van Ede’s Bedrijfs Contact geworden en al ruim tien jaar ben ik penningmeester van Bethanië Oldenhof, een huis voor psycho-geriatrische ouderen en ouderen die somatische zorg nodig
hebben. Wij hebben een nieuw huis en aanleunappartementen gebouwd. Een hele ervaring.’ Wat bevalt u het best? ‘Dat kan ik zo niet zeggen. Ik heb drie keer voor een beursfonds gewerkt. Dan leef je van de ene in de andere kwartaalrapportage. Er is een constante wedloop om de doelstellingen te halen. Dat is een sport, maar het gaat op den duur ook wel veel om geld. Om dat te vertalen naar doelstellingen voor de mensen in het bedrijf, die het werk toch met plezier moeten doen, dat valt soms niet mee. Alleen maar werken voor de portemonnee van de aandeelhouders is geen motivatie. Je wilt ook werken om een mooi product in de markt te zetten, voor de groei
Wat bedoelt u daarmee? ‘Het leven bestaat niet uit commanderen. Het is kijken wat er gebeurt, invoelen en aan de hand daarvan het beste voor de betrokken partijen kiezen. Binnen een groot bedrijf kun je niet aan iedereen aandacht schenken, maar je moet wel proberen persoonlijke situaties eruit te vissen.’ Op uw cv staan ook niet-commerciële functies en activiteiten. ‘Steeds meer. Je kunt op verschillende manieren het ouder worden invullen. Mijn grootvader van moeders kant was molenaar en had een bedrijf hier in de buurt. Tot zijn 75e bouwde hij de bedrijfsactiviteiten geleidelijk af. Hij is 94 geworden. Mijn vader werkte tot zijn 62e, stopte met alles en ging uit-
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
3
van het bedrijf, voor een prettige werkomgeving, voor uitdagende innovaties waar je je aan kunt scherpen. Ik vind het mooi dat ik nu ook andersoortige functies heb, met andere speelvelden en andere tempo’s.’ Wat zijn uw plannen met de NVOG? ‘We hebben veel vergaderd met het interim-bestuur om een vliegende start te kunnen maken. Alle bestuursleden zijn immers nieuw. We moesten ons goed voorbereiden. Voor de zomervakantie hopen we de zaken goed op orde te hebben gebracht. Ook gaan we verenigingen benaderen die in de afgelopen periode hun lidmaatschap hebben opgezegd. We willen van ze horen of er een generiek probleem is dat we kunnen oplossen. Het is jammer die versplintering; heel Nederlands trouwens. Dat we als nieuw bestuur willen doorpakken, blijkt uit ons eerste wapenfeit, de brief over het effect van nieuwe belastingmaatregelen op de koopkracht van gepensioneerden, die binnen een week na onze benoeming naar de staatssecretaris van Financiën is gestuurd. De NVOG heeft het initiatief genomen en de redactie gevoerd. De besturen van de CSO-partners heb-
ben zich ermee akkoord verklaard en de brief ligt als CSO-product in Den Haag. Daarmee kom ik gelijk bij onze kracht: de macht van het getal in de samenwerking binnen de CSO. Daar komen vier ouderenorganisaties met verschillende achtergronden bij elkaar, met een gelijke insteek als het gaat om de belangenbehartiging. Als we ons onder die paraplu blijven verenigen, hebben we een sterker geluid dan dat we dat ieder op eigen houtje doen. Eendracht maakt macht. Ons geluid is meer dan nodig. De laatste tijd staan de belangen van ouderen behoorlijk onder druk. Volgens het CPB krijgen ouderen het beter. Ik weet niet of dat zo is. Het zet wel de toon dat er nog een heleboel bij ouderen te halen is. Vervolgens zijn er berichten dat ouderen meer belastingen en AOW-premie moeten betalen, en een deel van de pensioenpotten zou gebruikt moeten worden om de hypotheekproblematiek op te lossen. Maar het geld van ouderen is geen grabbelton van waaruit van alles gevist kan worden. De realiteit is dat ouderen er sterk op achteruit dreigen te gaan. De nieuwste Nibud-cijfers liegen er niet om.
Het is daarom belangrijk dat we ook met jongeren in gesprek blijven over het pensioenstelsel. We moeten af van het idee dat er tegenstellingen zijn tussen de generaties. Het is logisch dat jongeren liever hun geld gebruiken voor de opbouw van hun gezin. Dat wilde ik ook toen ik jong was. De positie van ouderen moeten we niet verabsoluteren, anderzijds moeten ouderen zich ook niet de kaas van het brood laten eten.’ Wat gebeurt er met het NVOGbureau? ‘We moeten met een kleiner budget ons herpakken. Er is helaas onvoldoende geld om het bureau van de NVOG op de capaciteit te houden die we gewend zijn. Er zullen nu meer dingen door vrijwilligers gedaan moeten worden. De bureaus van de verschillende ouderenorganisaties worden het cement tussen de geledingen van de CSO. De NVOG houdt het dossier Inkomen en Pensioenen bij. Wij zullen die vergaderingen ook organiseren en ondersteunen. De CSO gaat verder als CSO 2.0 met een moderne infrastructuur en meer communicatie onderling, met minder beroepskrachten en meer vrijwilligers. We zijn zeer gemotiveerd om op een andere manier te gaan werken. De lijnen tussen de commissies, die samengesteld zijn uit de vier partnerorganisaties, en degenen die de delegatie voeren naar Den Haag worden korter. Ook de publiciteit zal kort en snel zijn, zodat de ouderen zien: ze komen voor ons op. Ik geloof in de kracht van de tientallen gedreven vrijwilligers die uit hun vroegere beroepspraktijk veel know how hebben meegekregen. We willen hun deskundigheid verder bundelen en ze blijven motiveren om zich in te zetten voor de NVOG, en dus ook voor de CSO. In de loop van het komende jaar bepalen we de definitieve vorm waarin we ons samengieten. Nu: aan de slag.’
Wim van den Brandt met zijn kleinkinderen in de sneeuw.
4
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
Ander beleid nodig voor betaalbare zorg ouderen — van de redactie —
Solidariteit is een essentieel uitgangspunt voor de ouderenorganisaties, tussen generaties, maar ook tussen gezonde en zieke burgers, arm en rijk. De kostenontwikkeling in de zorg moet de demografische ontwikkeling volgen. Er komen nu eenmaal meer ouderen met een zorgbehoefte en dat kan deze groep niet worden aangerekend. Om de kosten voor de zorg voor alle burgers aanvaardbaar te laten zijn, moet er een forse slag gemaakt worden om ze transparanter te maken en te houden. Er zal meer begrip en steun voor de afdrachten en voor een solidaire zorgvoorziening zijn als het duidelijk is waar uitgaven aan besteed worden. Kostenbeheersing Goede ouderenzorg legt de regie zoveel mogelijk bij de oudere zelf. Door zeggenschap over de eigen zorg en het bevorderen van zelfredzaamheid, maar ook door participatie van ouderen in het zorgbeleid. Activiteiten in de buurt en aandacht voor de fysieke en sociale omgeving kunnen ouderen helpen om gezond te blijven. Bovendien is een adequate afstemming nodig tussen professionele zorg en mantelzorg. Het invoeren van eigen betalingen, het verhogen van het eigen risico en premies, zijn niet de beste oplossingen, omdat ze de koopkracht behoorlijk aantasten. Dat soort maatregelen treft vooral ouderen, omdat die immers relatief meer zorg nodig hebben. Kostenbeheersing ligt meer voor de hand. Dit kan onder andere door in te
Foto Marco Bakker
Veel partijen bogen zich in de aanloop naar de verkiezingen over de vraag hoe de gezondheidszorg betaalbaar kan blijven. Ook het nieuwe kabinet staat voor deze vraag. De vergrijzing van de bevolking is slechts een van de oorzaken van de stijgende kosten. De koepel van ouderenorganisaties CSO (Unie KBO, PCOB, NVOG en NOOM), vindt het belangrijk om mee te denken over oorzaken en oplossingen.
zetten op het behoud van de gezondheid (preventie). Thema’s die hierbij aandacht verdienen zijn: veiligheid, alcoholgebruik, eenzaamheid, depressie, dementie, onder- en overvoeding, medicijngebruik en beweging. Meer levensloopbestendige woningen zijn nodig om ouderen in staat te stellen langer zelfstandig, met minder professionele hulp te laten wonen. Ouderenadviseurs Het behoud van de eigen regie kan onnodig zorggebruik voorkomen. Dat kan door de zorg meer in de buurt te organiseren, bijvoorbeeld in samenspraak met een wijkverpleegkundige. De ouderenorganisaties dragen hier-
aan bij met de inzet van Vrijwillige Ouderenadviseurs (VOA’s). Verder pleiten de ouderenorganisaties voor meer generalisten in de zorg. Breed opgeleide artsen en verpleegkundigen, met geriatrie als specialisme kunnen verschillende klachten en aandoeningen in samenhang beter behandelen. De overheid moet kaders stellen voor aanbieders en verzekeraars die binnen een bepaald budget onderhandelen. Met regie per regio en regiobudgetten kan voldoende zorg tegen beheerste kosten worden georganiseerd. De rol en positie van de huidige zorgverzekeraars zal hiermee anders worden, net zo goed als de rol van de klant.
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
5
Wezenlijke veranderingen in governance pensioenfondsen — Martina van den Dool — Vanaf 2013 hebben pensioengerechtigden het recht om direct vertegenwoordigd te zijn in het bestuur van hun pensioenfonds. Dan treedt — vooralsnog — de initiatiefwet van D66 en VVD (Ko er Kaya/Blok) in werking. Hoewel het nog de nodige tijd zal vergen om deze wetgeving te implementeren bij de pensioenfondsen, kunnen we spreken van een mijlpaal voor de NVOG. Achter de schermen werkte zij immers jarenlang mee aan voorstellen voor de verbetering van de positie van de pensioengerechtigden, samen met andere ouderenorganisaties in de CSO. Intussen zat ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet meer stil: begin dit jaar kwam dan toch een wetsvoorstel Versterking bestuur pensioenfondsen tot stand, dat op onderdelen de eerder aanvaarde wetswijzigingen teniet doet. De samenwerkende ouderenorganisaties waren het daar uiteraard niet mee eens. Er volgden diverse notities en overleggen over de plannen voor de governance van pensioenfondsen. De CSO gaf mede namens de NVOG commentaar op zaken als de wijze van zetelverdeling en benoeming van bestuursleden, verbetering van het intern toezicht, de bevoegdheden van de deelnemers- en pensioengerechtig-
denraad, en zo meer. Steeds vroegen de gezamenlijke ouderenorganisaties weer aandacht voor de positie van pensioengerechtigden bij rechtstreeks verzekerde regelingen, want daar doet het ministerie nog steeds weinig tot niets mee. In de achterban van de NVOG hebben meerdere verenigingen hiermee te maken: in de praktijk hebben ze vrijwel niets aan de medezeggenschapsregels die op dit moment gelden. De NVOG werkt daarom aan een document dat bij het ministerie moet landen om tot wetswijzigingen te komen. Als de berg niet naar Mohammed komt, dan moet Mohammed naar de berg komen, zo redeneren de gepensioneerden. Voorbereiding Voor verenigingen van gepensioneerden zijn het interessante tijden, want het belang van het verenigd zijn komt nu goed in zicht. Individueel, of in te kleine en niet georganiseerde staat komen gepensioneerden nu eenmaal minder ver bij hun pensioenuitvoerder. Veel van de NVOG-lidorganisaties hebben te maken met ondernemingspensioenfondsen, waar intussen al het nodige gerealiseerd is voor gepensioneerden — al kan het beter wellicht. Maar er zijn ook verenigingen, die nu met de wet in de hand een betere toegang tot hun bedrijfstakpensioen-
Interessante feiten (bron: CBS 2012) • In 2011 waren er ruim 2,8 miljoen pensioengerechtigden. Tien jaar eerder, in 2001 waren het er 2,2 miljoen. Het aantal, dat zal niemand verbazen, is stijgende. • Bijna 43 procent van de pensioenfondsen heeft een deelnemersraad en 95 procent heeft een verantwoordingsorgaan. Ruim eenderde van de zetels in dergelijke organen wordt bezet door pensioengerechtigden; actieve deelnemers nemen dus de meeste ‘ruimte’ in. • Bij 85 procent van de fondsen wordt het interne toezicht uitgeoefend door een visitatiecommissie.
6
fonds kunnen opeisen. Sommige verenigingen zijn zelfs onderling allianties aangegaan, zoals in het geval van de gepensioneerden van Siemens, Draka/ NKF en Stork, om samen nog sterker te staan in hun positie bij het pensioenfonds PME. In CSO-verband is enige tijd geleden een werkgroep gestart die ervoor zorgt dat de ouderenorganisaties zelf voorbereid zijn op de vraag naar gepensioneerden, die in pensioenfondsbesturen zitting kunnen nemen als er (nog) geen zelfstandige gepensioneerdenvereniging actief is. Bestuursdeelname is immers niet alleen voorbehouden aan vakbonden, al denken die daar soms anders over. Uiteraard moeten alle kandidaten wel aan de gestelde kwaliteitseisen van De Nederlandsche Bank voldoen. De werkgroep heeft in de afgelopen maanden met diverse partijen overlegd over de beste manier om dit te organiseren, zoals met de Pensioenfederatie en de ANBO. Vooral die ouderenbond lijkt een stuk verder te zijn op dit punt dan de andere ouderenbonden. De NVOG gaat dit dossier in het kader van de nieuwe samenwerkingsvorm in CSO-verband verder monitoren en wil de ANBO daar als het kan graag bij betrekken. Nieuwe voorstellen De CSO is in november bij het ministerie van SZW geweest om opnieuw te praten over de voorgenomen wetswijzigingen over de governance, die al zouden ingaan per 2013, en het advies van de Sociaal Economische Raad over de eerdere voorstellen van de minister. ‘De CSO heeft duidelijk gemaakt dat de zaken die geregeld werden dankzij het aangenomen initiatiefwetsvoorstel Ko er Kaya/Blok, integraal deel moeten uitmaken van het nieuwe wets-
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
op komst voorstel’, vertelt beleidsmedewerker Ans de Rooij, die jarenlang de dossiers medezeggenschap en pension fund governance voor de ouderenorganisaties heeft gecoördineerd. Als gevolg van het sluiten van het CSO-kantoor heeft zij dit werk inmiddels overgedragen aan de NVOG, die de coördinatie van pensioenzaken voor het samenwerkingsverband CSO op zich zal nemen. De nieuwe staatssecretaris Jetta Klijnsma zou begin december nog met een nota van wijziging voor de Tweede Kamer komen. Dat maakt het moeilijk om nog voor het einde van dit jaar tot besluitvorming te komen. Er zijn ver-
schillende berichten over wat er dan gebeurt met de eerder vastgestelde wetswijzigingen (Ko er Kaya/Blok). Erwin Nypels, die aan de basis stond van de wetgeving over bestuursdeelname voor gepensioneerden, schreef eind november op zijn website: ‘In januari van dit jaar is bij de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel Ko er Kaya/Blok in de Eerste Kamer een afspraak gemaakt over wat er in deze situatie zal gebeuren.’ Volgens hem zou dan de initiatiefwet Ko er Kaya/Blok, als voorloper van de nieuwe wettelijke regeling van de bestuursstructuur van de pensioenfondsen op 1 januari 2013 ingaan. De CSO gaat daar ook vanuit, maar definitieve zeker-
heid was er begin december nog niet. Bovendien moeten die wetswijzigingen ook nog geïmplementeerd worden. Andrea Hoogteijling van de NVOGcommissie Pensioenen stelt: ‘Voordat de eerste gepensioneerde bestuurder bij een bedrijfstakpensioenfonds kan aantreden, zullen eerst statuten en reglementen aanpassing vereisen.’ Voor NVOG-lidorganisaties is het niettemin belangrijk om nu al voorbereid te zijn op de vraag van hun ‘eigen’ pensioenfonds naar nieuwe deskundige bestuurders. Het verdient aanbeveling daar als vereniging ook zelf initiatief in te tonen.
BOEKBESPREKING
Handig naslagwerk over pensioenen Het Handboek voor Pensioenfondsen, dat dit najaar verscheen, is geschreven door verschillende experts uit de pensioenwereld. Op de achterkant staan zelfs zestien logo’s van deelnemende organisaties en bedrijven. Kennis van zaken dus. De voorzitter van de AFM, dr. Ronald Gerritse en de directeur van DNB, mr. Joanne Kellermann schreven het voorwoord. Zij relativeren de vroegere opvatting dat een goed pensioen een gegarandeerd pensioen moest zijn. ‘Nominale zekerheden zijn bij het wegblijven van indexatie immers slechts schijnzekerheden.’ Beter is het daarom uit te gaan van een ‘realistisch’ pensioen,
waarover goed gecommuniceerd wordt, omdat onzekerheid blijft. Voor iedereen die op enigerlei wijze betrokken is bij pensioenfondsen, dus ook verenigingen van gepensioneerden, kan dit naslagwerk interessant zijn. Het is goed leesbaar, voorzien van illustraties en het heeft een prettige lay-out. Inhoudelijk beschrijven de auteurs de pensioengeschiedenis en beleidskaders, en gaan ze in op zaken als beleggingsbeleid, governance, communicatie en toezichteisen. Ook kostentransparantie en internationale ontwikkelingen komen aan bod, en worden er recente ontwikkelingen, zoals de markt en economie, en het pensioenakkoord behandeld.
Het Handboek voor Pensioenfondsen, uitg. Pensioen Bestuur & Management, PBM Dossierreeks nr. 7, red. Prof. dr. Jean Frijns, dr. Carel Petersen, drs. Benne van Popta, 2012, ISBN 978-90-79281-00-8, 303 pag., € 75,-
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
7
Wat zeggen ze, en wat niet?
Koopkrachtplaatjes — Maarten Maas — Koopkrachtplaatjes geven inzicht in de historische ontwikkeling, of de verwachte toekomstige richting van de koopkracht van een bepaalde groep mensen. Ze kunnen bijvoorbeeld laten zien wat de koopkracht was of wordt van gepensioneerde paren met een aanvullend pensioen van 1000 euro per maand, zonder speciale zorgvraag. Deze plaatjes zeggen dus niets over de koopkracht van één persoon of gezin. Tegenwoordig zijn de meest gebruikte koopsomplaatjes opgesteld door het CPB (Centraal Planbureau) en het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting). Daarnaast beschikt de werkgroep Koopkracht bij de NVOG over een eigen model, dat ontwikkeld is en onderhouden wordt door Henk Hemmers en Theo Wortman. Met dit model, dat vergelijkbaar is met het Nibud-model, kunnen ze zelfs gedetailleerdere berekeningen maken dan het Nibud doet. Zoals kleinere stappen in inkomen, aparte overzichten per pensioenfonds en langere historische reeksen. Alle modellen vergelijken de koopkracht in principe van jaar op jaar, waarbij de persoonlijke omstandigheden gelijk worden gehouden. Dat is weliswaar een theoretisch verhaal, maar beslist waardevol als algemene indicator van de koopkrachtontwikkeling. De politiek gebruikt het ook zo, dus is het van belang dat ook de NVOG de koopkracht op die manier blijft volgen. Uitkomsten Met behulp van het model van Hemmers en Wortman zijn berekeningen gemaakt die inzichtelijk moeten maken welke factoren, maar ook welke actoren er van invloed zijn op de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden tot en met het jaar 2017. Hierbij
8
is een onderscheid gemaakt tussen de inflatie exclusief de wijzigingen in belastingen en premies, de effecten van de begroting voor 2013 opgesteld door Rutte-I (met latere wijzigingen), en het regeerakkoord Rutte-II. De uitkomsten staan in de onderstaande tabel. In de kolom CPI afg. staat het effect van het niet indexeren van de aanvullende pensioenen, waardoor de inflatie — exclusief de gevolgen van wijzigingen van belastingen en premies — niet wordt bijgehouden. In de kolom Rutte-I staat het effect van de begroting 2013 van Rutte-I, plus de wijzigingen van het Kunduzakkoord, plus de wijzingen bij de begrotingsbehandeling op voorstel van PvdA en VVD. Een kanttekening bij de uitkomsten is dat individuele
specifieke zorgkosten niet zijn opgenomen. De wijzigingen in de zorg leiden wel tot hogere individuele kosten. De uitkomsten van de totale koopkrachtdaling zijn vergelijkbaar met de uitkomsten van het Nibud voor zover er cijfers zijn gepubliceerd. (NB Het Nibud gaat uit van een gemiddelde korting op de aanvullende pensioenen van 0,75% over de periode 2012-2017). Alleen AOW De koopkracht van gepensioneerden met alleen AOW was de afgelopen jaren positief, en zal volgens de plannen van de regering de komende jaren op ongeveer hetzelfde niveau blijven, mogelijk zelfs met een heel kleine verbetering. De NVOG-berekeningen (Hemmers en Wortman) laten zien dat die lijn inderdaad wordt voortgezet. Of dat ook
Koopkrachtmutatie 2012-2017 Paar alleenverdiener
Alleenstaande
Totaal
Totaal
RutteRutte-I II
Totaal
Totaal
CPI afg.
201213
201317
CPI afg.
0
2,6%
0,0%
0,6%
2,1%
1,7%
0,0%
0,6%
1,2%
5000
-1,7%
-1,2%
-1,8%
1,4%
-3,4%
-1,8%
-1,4%
-0,3%
10000
-4,7%
-2,0%
-3,0%
0,3%
-6,1%
-2,3%
-2,5%
-1,3%
15000
-6,3%
-2,4%
-3,4%
-0,5%
-8,0%
-2,9%
-3,1%
-2,0%
20000
-7,7%
-2,9%
-3,8%
-1,1%
-9,9%
-2,6%
-3,1%
-4,2%
25000
-9,2%
-2,2%
-4,3%
-2,7%
-11,1%
-3,3%
-3,3%
-4,4%
30000
-10,3% -3,1%
-3,8%
-3,4%
-11,5%
-3,7%
-3,2%
-4,6%
40000
-10,7% -3,7%
-3,1%
-4,0%
-12,5% -4,6%
-2,9%
-4,9%
50000
-10,8% -4,3%
-3,1%
-3,4%
-11,4% -4,4%
-2,9%
-4,0%
60000
-10,4% -4,3%
-2,8%
-3,2%
-11,1%
-4,8%
-2,7%
-3,7%
70000
-10,3% -4,6%
-2,6%
-3,0%
-11,0% -5,0%
-2,5%
-3,5%
80000
-10,2% -4,8%
-2,5%
-2,9%
-10,8% -5,3%
-2,3%
-3,3%
Aanvullend Pensioen in 2012
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
RutteRutte-I II
werkelijk zal lukken voor veel gepensioneerden, zeker als ze een grote zorgvraag hebben, moet nog blijken. Indien er ook een aanvullend pensioen genoten wordt, is de historische koopkrachtsituatie minder of niet positief geweest, vooral bij het grote aantal fondsen dat al enige jaren niet meer geïndexeerd heeft. Gepensioneerden met een aanvullend pension vanaf 30.000 euro hebben de laatste tien jaar gemiddeld circa 7% in koopkracht ingeleverd. Vooruitkijkend naar de komende jaren is het niet waarschijnlijk dat er snel opnieuw een indexatie van de pensioenen zal plaatsvinden. Voor 2012 wordt een koopkrachtverlies ten opzichte van 2011 verwacht van gemiddeld circa 2%. De tabel geeft inzicht in de cijfers voor de komende jaren (periode 2012-2017 ). Zo zijn alleenstaanden 1 à 2% slechter af dan paren. Het niet indexeren van het aanvullend pensioen veroorzaakt circa 40% van het totale koopkrachtverlies. De kans dat dit voor een nog langere tijd gaat gelden, neemt toe indien de premies niet meer gaan bijdragen aan het verhogen van de dekkingsgraad, zoals De Nederlandsche Bank in het verleden altijd eiste. De druk van de regering om de premies te verlagen omdat de opbouw lager is, wordt hopelijk weerstaan door de pensioenfondsen. Prioriteit zal moeten hebben de dekkingsgraad weer op peil te brengen.
Het is opmerkelijk dat het effect van de begroting 2013 bij aanvullende pensioenen vanaf 25.000 euro qua orde van grootte vergelijkbaar is met het effect van Rutte-II over vier jaren. (Alleen de SP en PVV hebben tegen de begroting 2013 gestemd). De gevolgen van de begroting 2013 zijn voor de middeninkomens op jaarbasis bijzonder slecht. Rutte-II ontziet de paren met een middeninkomen enigszins, maar de grootste “winst” door de nivellering ligt natuurlijk bij de lagere inkomens. De alleenstaanden met meer dan 15.000 euro aanvullend pensioen worden echter ook door Rutte-II zwaar getroffen. Bedacht moet worden dat van de alleenstaande 65-ers circa 75% vrouw is met een relatief laag pensioen. Zij worden dus relatief wel ontzien. Het interim-rapport van de Commissie-Van Dijkhuizen De commissie-Van Dijkhuizen doet allerlei voorstellen vooral over aanpassingen van het fiscale stelsel. Een voor gepensioneerden belangrijk onderdeel hiervan is de geleidelijke fiscalisering van de AOW. Daarnaast wordt de inkomstenbelasting over het aanvullend pensioen sterk verhoogd — tot maximaal 37% in de nieuwe eerste schijf — zonder dat duidelijk is in hoeverre er op compenserende maatregelen gerekend mag worden. Het eindrapport van de Commissie wordt voorjaar 2013 verwacht. In het regeerakkoord Rutte-II worden geen maatregelen aangekondigd om deze
SCP-model Het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) hanteert een ander model, dat zowel de vermogens- als de inkomenssituatie van bijvoorbeeld alle 65-jarigen van nu vergelijkt met alle 65-jarigen van vijf of tien jaar geleden. Daaruit zou blijken dat de situatie nu duidelijk positiever is dan in het verleden. Dit model duikt regelmatig op in maatschappelijke discussies, vooral waar het opportuun lijkt om aan te geven dat ouderen niet moeten klagen over hun koopkracht. In ditzelfde kader is er op 20 november jl. door het SCP een uitvoerig rapport (tevens proefschrift) gepubliceerd: Tevreden met pensioen. Veranderende inkomens en behoeften bij ouderen (Arjan Soede). Hierin wordt gesteld dat veel ouderen er bij hun pensionering duidelijk in inkomen op achteruit zijn gegaan. Tevens blijkt dat de meeste van de onderzochte ouderen, ondanks deze daling, in het algemeen goed met hun inkomen hebben kunnen rondkomen. Blijft over de vraag in welke mate we dat ook voor de komende jaren mogen verwachten.
fiscalisering op termijn in te voeren. Het is natuurlijk wel verstandig de vinger aan de pols te houden, en dat zal de werkgroep Koopkracht van de NVOG zeker ook doen. * N.B. In deze notitie wordt niet ingegaan op de gevolgen voor mensen met een vroegpensioen en/of met een AOW- of pensioengat. Zij kunnen nog aanmerkelijk meer koopkracht gaan inleveren. Dit artikel schreef Maarten Maas, voorzitter van de werkgroep Koopkracht in samenspraak met de leden van deze werkgroep.
De CPI-AH (consumenten prijsindex alle huishoudens) geeft het prijsverloop van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door alle huishoudens in Nederland. De CPI-AH wordt maandelijks door het CBS gemeten. De jaarlijkse CPI-AH is dan het gemiddelde van de twaalf maandelijkse metingen.
N.B. De verplichte zorgkosten, die veel sneller stijgen dan de CPI-AH, zitten niet in de CPI-AH, waardoor de CPI niet de echte geldontwaarding weergeeft. De CPI-afgeleid is een afgeleide van de CPI-AH waaruit de btw, de accijnzen en sommige gemeentelijke belastingen weggelaten zijn. Deze index geeft beter aan wat de prijsstijgingen zijn exclusief directe maatregelen vanuit de overheid. Maar als index voor pensioenen komt die lager uit dan de CPI-AH. De CPI-AH is in ons model over de 5-jaarsperiode van 2012 - 2017 geraamd op 10% totaal, en de CPI-afgeleid op 8,5% totaal.
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
9
Column
2013: vol nieuwe pensioenonzekerheden Het rijk heeft nooit gespaard voor het kunnen betalen van de eerste pensioenpijler, de AOW-uitkering, die betaald wordt uit de rijkskas. Dom, dom, dom. De werkenden van nu moeten het geld opbrengen voor de AOWers van nu. Door de vergrijzing moeten steeds minder mensen voor meer dat geld ophoesten. Om dit probleem te verzachten, is gekozen voor het verhogen van de AOW-leeftijd. Dan hebben minder mensen recht op de AOW. 50PLUS vindt een verhoging van de AOW-leeftijd niet onredelijk. Wel onredelijk vindt ze de snelheid waarmee die verhoging van 65 naar 67 jaar wordt ingevoerd. Het kabinet en de sociale partners kwamen begin 2012 als eindjaar 2025 overeen. Door het lenteakkoord — waar overigens de PvdA tegen was — medio dit jaar, ging het eindjaar omlaag naar 2023. Nu, nog geen halfjaar later besluiten VVD en PvdA tot het invoeren van 67 jaar in 2021. Hoe onbetrouwbaar kan de politiek zijn? Een zwaarwegend punt voor 50PLUS is dat mensen zich er niet financieel op kunnen voorbereiden. Wie spaart met een horizon tot 65 jaar, moet er plots één en nu zelfs twee jaren bijtellen. Echter veel regelingen (VUT, prepensioen) maar ook arbeidsovereenkomsten eindigen nog op 65 jaar, dus er ontstaat een gat. Soms kan dit met lapmiddeltjes uit de eigen portemonnee opgevangen worden. Maar voor velen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen betekent het onredelijk inleveren. De VVD-PvdA-meerderheid in de Tweede Kamer vindt het echter prima als ouderen gepakt worden. ‘Samen de broekriem aanhalen’, heet
10
het dan. Voor 50PLUS absoluut een broekriemgaatje teveel.
voor de toekomstige verplichtingen. Dat wordt de dekkingsgraad genoemd.
Na de duizelingwekkende rit naar beneden voor de AOW, lijkt er komend jaar eenzelfde keldering te volgen voor de pensioenen, de tweede pijler voor de oudedagsvoorziening. Het verhogen van de pensioenleeftijd voldoet niet als enige oplossing, dus nu dreigen er kortingen, verlaagde pensioenen, extra belastingen voor pensioengerechtigden en opengebroken contracten. Hoezo duidelijkheid en rust?
Dit wordt nog eens versterkt door het verlagen van het opbouwpercentage voor de pensioenen, zoals VVD en PvdA hebben afgesproken. Dat er dus minder premie in een fonds komt, is voor het kabinet van groot belang: niet alleen de werknemers leggen dan minder in, ook de werkgevers gaan minder betalen. En dus ook de rijksoverheid, die een van de grootste werkgevers in ons land is. Als er minder geld in een fonds komt, als er met een kunstmatig laag rendementspercentage gerekend wordt, dan is er voor de fondsen maar één mogelijkheid om aan de wettelijke eisen te voldoen, namelijk het korten van de pensioenen. Soms wordt net gedaan alsof de pensioenfondsen de kwaaie pier zijn. Maar zoals vaak, zij zijn slechts de boodschapper. De kwaaie pier is het kabinet Rutte-Asscher. Het zal duidelijk zijn dat 50PLUS hiertegen in actie komt. Met onze twee zetels in de Tweede Kamer hebben de kiezers een begin gemaakt om deze actie te ondersteunen. Het zal nog een lange weg zijn. Samen met de belangenorganisaties van pensioengerechtigden hoopt 50PLUS in 2013 te werken aan een succesvolle strijd tegen dit onrecht.
Verdampt De kern van het probleem is dat gemaakte afspraken met de pensioengerechtigden, buiten hun schuld om, niet worden nagekomen. Buiten beschouwing wordt gelaten dat werkgevers — met de rijksoverheid als werkgever voorop — eind vorige eeuw vele miljarden uit de pensioenfondsen hebben gehaald voor eigen gebruik. Ondanks dat er veel geld verdampt is tijdens de beurscrisis in 2008, hebben de meeste pensioenfondsen goed gevulde kassen. Dit komt doordat zij jaarlijks weer meer dan 6% rendement halen op het beschikbare vermogen. De beurzen zijn immers weer een beetje opgekrabbeld — en laten we niet vergeten: nog steeds komen de verplichte pensioenpremies binnen. Het is de kerntaak van een pensioenfonds om een goed rendement te halen, en dat lukt de meeste ook goed. Geen probleem zou je denken, maar nu komt de grote truc: volgens de regels van het rijk moet een pensioenfonds uitgaan van een vast onrealistisch laag rendement, en te veel geld in kas hebben
Norbert Klein
Lid Tweede Kamer 50PLUS, woordvoerder Pensioenen Voor elk nummer van Expliciet wordt een politicus uitgenodigd een column te schrijven.
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
Colofon NVOG Expliciet is de nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden. Het blad is het gratis informatieorgaan voor de aangesloten lidorganisaties en externe relaties van de NVOG. In NVOG Expliciet verschijnen artikelen op het gebied van ouderenbeleid, in het bijzonder over pensioenen, inkomen, zorg en welzijn. Het NVOG-bestuur is eindverantwoordelijk voor de inhoud. De operationele verantwoordelijkheid is in handen van de redactie. NVOG Expliciet kan niet langer per post worden ontvangen. Aan een doorstart voor een e-mailuitgave wordt gewerkt. Adreswijzigingen kunnen worden doorgegeven aan de NVOG, per e-mail of telefonisch. Het magazine is ook te downloaden via de website van de NVOG. Het overnemen van artikelen en/of foto’s uit NVOG Expliciet is toegestaan met toestemming van de NVOG én met bron- en auteursvermelding. Externe medewerkers vragen hiervoor een honorarium. Om dit te regelen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de betreffende fotograaf of journalist (onder andere vindbaar via internet). Redactie Hoofdredactie Martina van den Dool (NVOG), Eindredactie Marieke Sjerps (Sjerps Communicatie) Redactiesecretariaat Belinda Koops (NVOG) Aan dit nummer werkten mee Norbert Klein, Werkgroep Koopkracht, Maarten Maas Redactieadres NVOG Postbus 2069 3500 GB Utrecht tel.: 030 - 284 60 80 E-mail:
[email protected] Website: www.gepensioneerden.nl Twitter: @koepelNVOG Bestuur NVOG per 28 november 2012 Wim van den Brandt, voorzitter Paul Sonnenschein, secretaris Frans van der Lee, penningmeester Jaap van der Spek, bestuurslid Vormgeving en druk Rooduijn, Den Haag
Over de NVOG De NVOG is de landelijke overkoepelende vereniging van organisaties van gepensioneerden, afkomstig uit het bedrijfsleven, de overheid en maatschappelijke organisaties. De NVOG werd opgericht in 1986. Ze behartigt de collectieve belangen van de gepensioneerden en hun nagelaten betrekkingen bij de overheid, politieke partijen en andere relevante instanties. Bij de vereniging zijn ruim 90 organisaties aangesloten (met circa 150.000 leden), die de belangen van ruim een miljoen gepensioneerden behartigen. De NVOG is een vrijwilligersorganisatie die steunt op de onbetaalde medewerking van tientallen leden van de aangesloten organisaties. Verder heeft de vereniging in Utrecht een klein kantoor met drie vaste krachten. Onderwerpen waarvoor de NVOG zich inzet liggen voornamelijk op de terreinen inkomen, pensioenen, zorg en welzijn. De NVOG is verenigd met de Unie KBO, de PCOB en het NOOM in de koepel van ouderenorganisaties CSO, die samen ruim 550.000 ouderen vertegenwoordigt.
ISSN-nummer: 1877-9697
NVOG Expliciet - 22e jaargang, december 2012
11
Zoek de verschillen...
Het kan ook anders in de zorg! Iedereen is het er over eens: de ouderenzorg en de zorg thuis moet anders om het in de toekomst toeganke lijk, betaalbaar en goed te houden. Maar als de plannen van het regeerakkoord doorgaan, blijft er wel erg weinig over. Zoals voor Jan (79) en Ada (82, dementerend) die afhankelijk zijn van zorg en ondersteuning. Er is een alternatief plan, want het kan ook anders in de zorg!
1
situatie regeerakkoord
Jan en Ada krijgen geen hulp meer in het huishouden. Ze kunnen het niet zelf en ze kunnen het ook niet apart betalen. 58.000 huishoudelijke hulpen worden ontslagen.
De dagopvang van Ada is verdwenen. Jan hield de nonstop verzorging van Ada daardoor niet meer vol. Ze woont nu in een verzorgingshuis, waarvan er steeds minder zullen zijn...
Er is geen hulp meer om gewassen te worden of om steunkousen aan te trekken.
Voor aanpassingen thuis – het verbreden van de douche of online contact met de thuiszorg – komt onvoldoende geld beschikbaar.
2
situatie Het kan ook anders in de zorg
Om zorg te krijgen, moet je bij verschillende instanties aankloppen. Dat maakt het – zeker als je wat ouder bent – ingewikkeld.
Jan en Ada krijgen hulp om hun huis schoon te houden. Eén keer per week komt de buurvrouw en één keer per week komt de hulp van de thuiszorg.
Jan en Ada kunnen via één loket hun zorg regelen. Ze bepalen zelf hoe en bij wie ze hun zorgbudget besteden.
Jan kan via zijn laptop de wijkverpleeg kundige laten weten hoe het met Ada gaat. 24 uur per dag kan hij vragen stellen.
Ada gaat naar de dagopvang, zodat Jan even ontlast wordt en tijd heeft voor hobby’s en sociale contacten. Zodoende kunnen ze samen thuis blijven wonen.
De thuiszorg voorzag Jan van een apparaatje waarmee hij zélf zijn steunkousen kan aantrek ken. Nu hoeven ze maar twee keer per week te komen om Ada te helpen wassen.
Anders in de zorg betekent: H Mogelijk maken dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen H Mensen hebben een eigen zorgbudget (al is dat minder dan nu) en bepalen zelf hoe ze dat besteden H Er wordt geen ‘onnodige zorg’ verleend H Mantelzorgers, vrijwilligers en familie gaan, indien mogelijk, meer doen H Meer technologie bij de zorg betrekken Kortom: de zorg wordt echt afgestemd op het individu. Dit is beter voor iedereen en scheelt enorm in kosten.
Het kan ook anders in de zorg is een initiatief van ActiZ, branche vereniging van zorgondernemers en wordt ondersteund door BTN, NPCF, LOC, V&VN, Per Saldo, NU ’91, CNV Publieke Zaak, FBZ, ANBO en CSO koepel van Unie KBO, PCOB, NVOG en NOOM.
het kan ook ANDERS in de ZORG
Twitter mee: #hetkanookandersindezorg of kijk op hetkanookandersindezorg.nl