OCMW TONGEREN Dijk 124 3700 TONGEREN
LOKAAL
SOCIAAL
Tel. (012)45 92 50 Fax (012)45 92 96
BELEIDSPLAN
2008 - 2014
Goedgekeurd in de Gemeenteraad dd. 26.02.2008 Goedgekeurd in de OCMW-Raad dd. 27.02.2008
P. 1.
INHOUDSTABEL
I.
VOORWOORD
pag. 4.
II.
INLEIDING
pag. 5.
II.1. II.2. II.3.
Doelstelling Wetgeving Aandachtspunten
pag. 5. pag. 5. pag. 5.
1. 2. 3. 4. 5.
pag. pag. pag. pag. pag.
Planning Samenwerking Coördinatie Sociaal Huis Participatie
5. 6. 6. 6. 6.
II.4.
Stand van zaken
pag. 7.
III.
STRATEGISCHE NOTA
pag. 8.
IV.
LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN VOOR TONGEREN
pag. 9.
IV.1. IV.2. IV.3. IV.4.
Samenwerken aan een sociaal beleid Algemene opdracht Wat wordt beoogd Samenwerking
pag. pag. pag. pag.
V.
TAAKVERDELING
pag. 11.
V.1. V.2.
Uitgangspunten Taakverdeling per beleidsdomein
pag. 11. pag. 12.
9. 9. 9. 9.
V.2.1. OCMW: 1. Algemene dienstverlening 2. Tewerkstelling 3. Opvangbeleid vluchtelingen 4. Schuldhulpverlening 5. Drugs 6. Huisvestingsbeleid 7. Thuiszorg 8. Senioren 9. Gezondheidsbeleid 10. Personen met een handicap 11. Wijk- en buurtontwikkeling 12. Jeugdwelzijn
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
12. 12. 12. 12. 13. 13. 14. 14. 14. 16. 16. 17. 17.
V.2.2. GEMEENTE: 1. Algemene dienstverlening 2. Tewerkstelling 3. Opvangbeleid vluchtelingen 4. Schuldhulpverlening
pag. pag. pag. pag. pag.
18. 18. 18. 19. 20.
P. 2.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. VI.
Drugsbeleid Huisvestingsbeleid Thuiszorg Senioren Gezondheidsbeleid Personen met een handicap Wijk- en buurtontwikkeling Jeugdwelzijn
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
ORGANISATIE VAN EEN TOEREIKENDE DIENSTVERLENING
20. 21. 22. 22. 23. 23. 24. 25.
pag. 26.
VI.1. Algemene uitgangspunten VI.2. Operationele werking VI.2.1. OCMW VI.2.2. GEMEENTE VI.2.3. BALIE- OF ONTHAALFUNCTIE
pag. pag. pag. pag. pag.
VII.
pag. 28.
SOCIAAL HUIS VERSUS MOBIEL SOCIAAL HUIS
26. 26. 27. 27. 28.
VII.1. Doelstelling Sociaal Huis VII.2. Werking Mobiel Sociaal Huis VII.3. Doelstelling Mobiel Sociaal Huis
pag. 28. pag. 29. pag. 30.
VIII.
pag. 30.
MEER SOCIAAL BELEID DOOR MEER SAMENWERKING
VIII.1. Tussen de gemeente en het OCMW VIII.2. Tussen het Lokaal Bestuur en de Derden VIII.3. Andere beleidsplannen
pag. 30. pag. 30. pag. 30.
IX.
OMGEVINGSANALYSE
pag. 32.
IX.1. IX.2. IX.3. IX.4. IX.5. IX.6. IX.7. IX.8. IX.9. IX.10. IX.11.
Bevolking en loop van de bevolking Sociaal-economische context Arbeidsmarkt Wonen Bestaansonzekeren Maatschappelijk kwetsbare groepen Allochtonen Ouderen Personen met een handicap Scholing Rangorde ifv de omgevingsanalyse
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
X.
BELEIDSDOMEINEN MET DOELSTELLINGEN
pag. 44.
X.1. – X.12. XI.
Diverse beleidsdomeinen
BIJLAGEN
33. 36. 37. 37. 38. 39. 40. 40. 41. 42. 43.
pag. 44 tot en met 57. pag. 57.
Lokaal Beleidsplan Kinderopvang Tongeren 2007-2012 Jeugdbeleidsplan 2008-2010 Stedelijk Seniorenbeleid Strategisch Veiligheids- en Preventieplan Tongeren 2007-2010 Raadsbeslissingen Gemeente- en OCMW-Raad m.b.t. goedkeuring LSBP 2008-2014 P. 3.
I.
VOORWOORD
Een goed sociaal beleid is de verantwoordelijkheid van iedereen. De gemeente en het OCMW – als lokaal bestuur – gaan uit van een gedragen sociaal beleid. Dit beleid strekt zich uit over twaalf beleidsdomeinen, van jeugdontwikkeling tot seniorenwerking: iedere beleidsverantwoordelijke heeft in zijn beleid oog voor de sociaal kwetsbaren in deze gemeente. Tegelijk zetten de gemeente en het OCMW specifiek middelen in om de toegang te verbeteren tot elk sociaal grondrecht. In die sociale grondrechten is er speciale aandacht voor vergrijzing, diversiteit en samenwerking. Sociaal beleid is immers een verhaal van rechten, verantwoordelijkheden en competenties. Het is de bedoeling de zelfredzaamheid van de Tongenaar te verhogen. Onderhavig Lokaal Sociaal Beleidsplan geeft een inzicht in de welzijnsplanning binnen de gemeente Tongeren voor de eerstvolgende jaren. Het geeft aan waar de bestuurders van het OCMW en de gemeente hun sociale beleidsaccenten wensen te leggen in de toekomst. NAMENS HET LOKAAL BESTUUR TONGEREN Tongeren, 28 februari 2008.
Marleen Haerden gemeentesecretaris wnd.
Carmen Willems burgemeester wnd.
Michel Geerinckx OCMW-secretaris
Johnny Noirhomme OCMW-voorzitter & schepen sociale zaken
P. 4.
II.
INLEIDING
II.1.
Doelstelling:
Het decreet “Lokaal Sociaal Beleid” dd. 19.03.2004 legt aan gemeenten en OCMW’s op om werk te maken van een gezamenlijk lokaal sociaal beleidsplan. Men wil ertoe komen dat elke burger gelijke toegang krijgt tot zijn basisrechten om een menswaardig leven te kunnen leiden. In eerste instantie dienen het OCMW en de gemeente, als enig politiek gelegitimeerd beleidsniveau dat het dichtst bij de burger staat, de handen in elkaar te slaan om een vlotte toegang te verzekeren tot alle mogelijke dienst- en hulpverleningen in het kader van het sociaal beleid, om in een latere fase uit te breiden naar het terrein van de welzijnssector door het aangaan van samenwerkingsverbanden met externe partners binnen de gemeente. II.2.
Wetgeving:
Op 03.03.2004 werd het decreet betreffende het Lokaal Sociaal Beleid goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Op 19.03.2004 heeft de Vlaamse regering het decreet Lokaal Sociaal Beleid bekrachtigd. Het decreet is op 12.05.2004 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en in werking getreden op 22.05.2004. Dit decreet verplicht de OCMW’s en de gemeenten tot de opmaak van een gezamenlijk gedragen lokaal sociaal beleidsplan. De centrale doelstellingen van het decreet zijn: 1. het verhogen van de toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger; 2. het nastreven van een optimaal bereik van de beoogde doelgroep. Die doelstellingen moeten de ongelijkheid tussen de burgers wegwerken voor wat betreft de toegang tot en de uitoefening van hun sociale basisrechten. Dit wil niet zeggen dat het lokaal sociaal beleid beperkt dient te blijven tot de sociale hulp- en dienstverlening, maar integendeel moet dit binnen een breder kader bekeken worden, met name heeft dit ook betrekking op de beleidsdomeinen zoals de tewerkstelling, het drugsbeleid, het huisvestingsbeleid, de thuiszorg, het seniorenbeleid, de gezondheidszorg, wijk- en buurtontwikkeling, jeugdwelzijn en preventie, … II.3.
Aandachtspunten:
Planning, Samenwerking, Coördinatie, Sociaal Huis en Participatie zijn “de” voornaamste aandachtspunten uit het decreet “Lokaal Sociaal beleid” (decreet LSB). II.3.1. Planning: Artikel 4 van het decreet LSB stelt dat het lokaal bestuur (gemeente en OCMW) één lokaal sociaal beleidsplan opstelt dat minstens volgende elementen bevat: 1. een omgevingsanalyse; 2. een geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid; 3. een meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en inzet van lokale middelen;
P. 5.
4. de taakverdeling en werkafspraken tussen de gemeente en het OCMW met betrekking tot de uitvoering van het meerjarenplan en de coördinerende rol van het lokaal bestuur (zoals omschreven in artikel 6 en 7 van het decreet); 5. de beschrijving van de wijze waarop de bevolking en lokale actoren bij de voorbereiding, de uitvoering, de voortgang van het beleidsplan betrokken worden. II.3.2. Samenwerking: Een gedragen Lokaal Sociaal Beleid vereist samenwerking tussen enerzijds de gemeente en het OCMW – als lokaal bestuur – én anderzijds de externe actoren. Het lokaal sociaal beleid is immers geen taak van het OCMW en de gemeente alleen, andere partners zijn ook actief op datzelfde grondgebied. Zonder samenwerking kan men geen afstemming realiseren op het beleidsvlak, op het niveau van de voorzieningen, de cliënten en de burgers. In het decreet is expliciet opgenomen (artikel 12) dat het lokaal bestuur één lokaal sociaal beleidsplan maakt waarin een geïntegreerde visie wordt omschreven met duidelijke taakverdeling en werkafspraken. Gelet op het gegeven dat ook in alle andere artikels in het decreet vertrokken wordt vanuit de terminologie ‘het lokaal bestuur’, is het logisch dat overleg in functie van afstemming en samenwerking op beleidsniveau tussen het OCMW en de Gemeente de eerste belangrijke opdracht is om dit engagement met succes aan te gaan. II.3.3. Coördinatie: In het decreet LSB wordt gesteld dat het lokaal bestuur het lokaal sociaal beleid moet coördineren (artikel 6). Het lokaal bestuur, OCMW en gemeente, is als democratisch bestuur het enige politiek gelegitimeerde beleidsniveau dat het dichtst bij de burger staat. De lokale overheid moet mee garant staan voor de basisdienstverlening op het vlak van welzijn naar z’n burgers. Zij moet het geheel van de beleidsbepaling en acties inzake lokaal sociaal beleid van haarzelf én van andere actoren - die actief zijn op het grondgebied coördineren. II.3.4. Sociaal Huis (artikel 8): Het lokaal sociaal beleid is gericht op een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een optimaal bereik van de beoogde doelgroep. Dit gebeurt door het realiseren van een Sociaal Huis, dat minimaal een informatie-, loket- en doorverwijsfunctie heeft. Het Sociaal huis diende gerealiseerd te zijn ten laatste op 01.01.2007, maar er werd een uitstelmogelijkheid voorzien tot 5 jaar na de inwerkingtreding van het decreet, dit betekent tot maximum 22.05.2009. II.3.5. Participatie: Volgens het decreet kan participatie gedefinieerd worden als het betrekken van de bevolking en de lokale actoren bij de voorbereiding van het beleidsplan, de uitvoering en de voortgang van het lokaal sociaal beleid. Uiteraard is participatie belangrijk, niet enkel omdat het wettelijk verplicht is, maar – enerzijds – vooral om input te verkrijgen van zowel informatie als expertise en – anderzijds – om een draagvlak bij derden te creëren.
P. 6.
II.4.
Stand van zaken:
1.
Het Vast Bureau heeft in zitting dd. 14.12.2005 gunstig advies verleend aan de ontwerptekst “Lokaal Sociaal Beleid”. De Gemeenteraad heeft in zitting dd. 20.12.2005 de goedkeuring verleend aan het Lokaal Sociaal Beleidsplan. De OCMW-Raad heeft in zitting dd. 21.12.2005 eveneens de goedkeuring verleend aan het Lokaal Sociaal Beleidsplan. De OCMW-Raad heeft in zitting dd. 22.02.2006 kennisgenomen van de ontvangstmelding van het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2006-2007 uitgaande van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap – cel Lokaal Sociaal Beleid. Verzoek uitgaande van het OCMW en de Gemeente dd. 29.11.2006 om uitstel te bekomen voor de realisatie van het Sociaal huis tot 5 jaar na de inwerkingtreding van het decreet. Uitstel verleend door de Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin voor de oprichting van het Sociaal Huis aan het OCMW en de Gemeente bij schrijven dd. 04.12.2006 (uitstel tot maximaal 22.05.2009). Verzoek tot uitstel indiening beleidsplan Lokaal Sociaal Beleid 2008-2014 ingediend bij Departement Welzijn, Volkgezondheid en Gezin – Afdeling Welzijn en Samenleving bij schrijven dd. 17.12.2007 (uitstel van 2 maanden). Goedkeuring van onderhavig Lokaal Sociaal Beleidsplan door de Gemeenteraad dd. 26.02.2008 en OCMW-Raad dd. 27.02.2008.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
P. 7.
III.
STRATEGISCHE NOTA
Elke persoon heeft het recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Het Lokaal Bestuur streeft een beleid na dat tot doel heeft elke burger de toegang te garanderen tot de rechten, vastgelegd in de artikels 23 en 24 par. 1 van de Grondwet. Artikel 23 van de Grondwet stelt: “Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen. Die rechten omvatten inzonderheid: - het recht op arbeid en de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat ondermeer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen; - het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand; - het recht op een behoorlijke huisvesting; - het recht op bescherming van een gezond leefmilieu; - het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing.” Artikel 24 par. 3 van de Grondwet stelt: “Ieder heeft het recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.” Die sociale grondrechten specifiëren de essentie wat onder het lokaal sociaal beleid moet verstaan worden. Ze gaan ervan uit dat het lokaal sociaal beleid niet alleen acties omvat die gericht zijn op de sociale dienst- of hulpverlening, maar ook betrekking heeft op de sociale aspecten van andere beleidsdomeinen zoals huisvesting, werkgelegenheid, onderwijs, cultuur, … Welke aspecten men precies dient op te nemen in het Lokaal Sociaal Beleidsplan en welke niet, is onderwerp van een lokale discussie, van het lokaal overleg naar aanleiding van het opstellen en de uitvoering van dit plan. Zowel het OCMW als het gemeentebestuur willen een maatschappelijk en lokaal draagvlak bieden waarbij het de betrachting moet zijn om mensen bij middel van sociale en juridische begeleiding of materiële en/of financiële ondersteuning te helpen om te komen tot een optimale zelfontplooiing. Ingevolge het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Lokaal Beleid Kinderopvang, wordt het betreffende beleidsplan kinderopvang in de bijlagen van dit Lokaal Sociaal Beleidsplan opgenomen.
P. 8.
IV.
LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN VOOR TONGEREN
IV.1.
Samenwerken aan een sociaal beleid:
Als uitgangspunt voor het lokaal sociaal beleid geldt voor de gemeente en het OCMW dat: 1. iedereen recht heeft op een menswaardig bestaan; 2. de drempels die de toegang tot deze rechten bemoeilijken, dienen weggewerkt. IV.2.
Algemene opdracht:
De coördinatie van het lokaal sociaal beleid is uitdrukkelijk een gezamelijke opdracht van de gemeente en het OCMW. Deze partijen komen overeen een geïntegreerd lokaal beleid te vormen met respect voor ieders autonomie. Beide besturen engageren zich om samen vorm te geven aan het lokaal sociaal beleid. In eerste instantie wordt gewerkt aan een betere afstemming van de eigen werkingen én een meer efficiënte en effectievere aanwending van de beschikbare middelen. In tweede en latere instantie worden gefaseerd de lokale actoren betrokken om mee gestalte te geven aan dit lokaal sociaal beleid (zie opsomming externe partners gerangschikt per beleidsdomein in de goedgekeurde tekst LSB 2005-2007 – goedgekeurd in de Gemeenteraadszitting dd. 20.12.2005 en de OCMW-Raad dd. 21.12.2005). IV.3.
Wat wordt beoogd (in zijn totaliteit):
De gemeente en het OCMW willen met het lokaal sociaal beleidsplan vooral bereiken dat: • er voor de burger een vlot toegankelijk en transparant aanbod van hulp- en dienstverlening beschikbaar is; • de vele diensten en organisaties, die actief zijn op het welzijnsveld in Tongeren, meer en beter samenwerken; • er over de verschillende beleidsdomeinen en bevoegdheden heen, een meer coherent beleid gerealiseerd wordt. IV.4.
Samenwerking:
De gemeente en het OCMW van Tongeren komen overeen om een lokaal geïntegreerd sociaal (en welzijns)beleid te voeren. *** Ter zijde dient gesteld dat in de verschillende toelichtings- en verduidelijkingsnota’s inzake het decreet LSB de terminologieën ‘sociaal beleid’ en ‘welzijnsbeleid’ door elkaar gebruikt worden. Het welzijnsbeleid richt zich op de algemene zorg voor welzijn en een bijzondere zorg waarbij aandacht en energie wordt geschonken aan belemmerende situaties voor personen voor wie het ‘wel-zijn’ tijdelijk of blijvend bedreigd of ontoereikend is. Onder het sociaal beleid wordt begrepen: maatregelen en instellingen die een evenwichtige verdeling der welvaart beogen alsook voorzieningen in maatschappelijke noden. Het sociaal beleid is een beleid dat vertrekt vanuit de maatschappij en de noden inzake welzijn én welvaart die er leven.
P. 9.
Aangezien het ‘sociaal beleid’ een ruimere gebiedsomschrijving inhoudt, waartoe - binnen de maatschappelijke welvaart – ook het individuele wel-bevinden ressorteert, wordt in onderhavig beleidsplan enkel de terminologie ‘sociaal beleid’ gehanteerd (de individuele behoeften komen immers niet enkel aan bod, ook maatschappelijke noden als huisvesting, tewerkstelling, senioren, … vormen een belangrijk onderdeel van het lokaal sociaal beleid). *** Het sociaal beleid moet gedragen worden door het OCMW én het gemeentebestuur. Beide besturen engageren zich om gezamenlijk na te denken over het lokaal sociaal beleid en om samen het beleid vorm te geven in een lokaal sociaal beleidsplan (zie punt IV.2. – algemene opdracht). Beide besturen hebben ter zake wettelijke taken. Door gezamenlijk afspraken te maken en samen te werken op de diverse beleidsdomeinen, wordt overlapping voorkomen, afstemming gerealiseerd en concurrentie tegengegaan. Door het opnemen van de OCMW-voorzitter in het College van Burgemeester en Schepenen wordt door beide besturen de bevoegdheid en de intense betrokkenheid op sociaal vlak vergroot. Als beleidsinstrument is participatie van het bestuur een middel tot goede beleidsvoering. Het verhoogt de effectiviteit, de efficiëntie en de kwaliteit van het beleid. Bovendien schept de participatie een groter draagvlak. Het op vaste en geregelde tijdstippen bijeenkomen van dit College zorgt voor een continue werking, voortdurende bewaking en evaluatie van de overeengekomen opdrachten. OCMW en gemeentebestuur maken afspraken over de organisatie van het ambtelijk overleg tussen het personeel van beide besturen inzake de voorbereiding en de uitvoering van het lokaal sociaal beleid. Concreet betekent dit dat een werkgroep – die in een latere fase zal fungeren als coördinatiegroep – wordt samengesteld, bestaande uit verantwoordelijken van het OCMW en de gemeente van die diensten die een actieve rol vervullen in het lokaal sociaal beleid. Deze groep doet het beleidsvoorbereidend werk inzake ontwerpplannen en beleidsdocumenten opstellen, het uitwerken van een planningsproces in functie van een haalbaar stappenplan, … . De beleidsgroep stuurt bij, beslist en bewaakt het proces. Zij bestaat uit de OCMWVoorzitter en (een) vertegenwoordiger(s) van het College van Burgemeester en Schepenen. Van zodra de beleidsgroep het beleidsvoorbereidend werk gunstig adviseert, wordt de werkgroep omgevormd tot een coördinatiegroep die de verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van het volledige planningsproces. Deze groep treedt pas in werking van zodra effectief kan overgegaan worden met de uitvoering op terrein van het ontwikkelde stappenplan door de werkgroep. Het is de coördinatiegroep die: - waakt over de intrinsieke kwaliteit van het plan en de vooruitgang van het planningsproces; - analyses maakt en rapporteert aan de beleidsgroep. Daarbij houdt ze voortdurend rekening met de eisen die worden gesteld door het vigerende decreet op het Lokaal Sociaal Beleid. Om de communicatie met de beleidsgroep te verzekeren, wordt een projectverantwoordelijke aangeduid uit de coördinatiegroep die zorgt voor de verbinding met de beleidsgroep.
P. 10.
OCMW en gemeente maken afspraken over de openbaarheid en de communicatie naar de burger omtrent het lokaal sociaal beleid. Daarbij scheppen zij een zo groot mogelijke duidelijkheid voor de burgers over de toegankelijkheid en aanspreekbaarheid inzake sociale en welzijnsmateries van beide besturen. Er dient te worden nagegaan welke de beste kanalen zijn om communicatie te voeren en te verhogen met de burger (bv. via de gemeentelijke website, infoavonden, via het tweemaandelijkse gemeentelijke magazine, via diverse adviesraden, …). Deze LSB-stuctuur heeft tot doel de efficiëntie van het beleid te verhogen door de juiste en de meest competente mensen op de juiste plaats te zetten en onnodige vergaderingen te vermijden.
V.
TAAKVERDELING
V.1.
Uitgangspunten:
Gemeente en OCMW – als lokaal bestuur – nemen elk specifieke taken op zich. De taken moeten complementair aan elkaar zijn en zullen duidelijk afgebakend worden. Binnen de beleidsgroep wordt het globale sociale beleid uitgetekend en bewaakt. Indien op éénzelfde beleidsdomein beide besturen werkzaam zijn, wordt vastgelegd door de beleidsgroep welk bestuur de eindverantwoordelijkheid heeft voor dat domein, en wordt gedetailleerd omschreven wie binnen dat domein welke taken heeft. Er kunnen steeds beleidsdomeinen toegevoegd of afgevoerd worden. Het lokaal bestuur coördineert het aanbod en zorgt voor de beleidsvorming via de werking van de beleidsgroep. Het verdelen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden betekent geenszins dat een beleidsdomein een exclusieve beleidsmaterie wordt van één bestuur (OCMW of gemeente). Het ene bestuur wordt steeds betrokken of kan voorstellen formuleren rond beleidsmateries van het andere, kaderend binnen het lokaal sociaal beleid. Ook kan het ene bestuur operationele en uitvoerende taken opnemen binnen het beleidsdomein van het andere bestuur (ingevolge beslissing van de beleidsgroep). Het OCMW en de gemeente benadrukken dat het lokaal sociaal beleid zich niet alleen bezighoudt met individuele zorgvragen en hulpverlening. Het lokaal sociaal beleid heeft de betrachting ook maatregelen te treffen op domeinen die niet traditioneel tot het sociale gerekend worden – maar waar wel welzijnseffecten optreden – om het welzijn van de inwoners te verbeteren. Het lokaal bestuur streeft naar het samenstellen van goed afgelijnde en duidelijk omschreven opdrachten (dienstverlening), zodat een zo groot mogelijk geïntegreerd aanbod naar de burger verschaft wordt.
P. 11.
V.2.
Taakverdeling per beleidsdomein:
De verschillende beleidsdomeinen – 12 in totaal – werden reeds opgesomd in de eerste versie van het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Ze werden individueel toegelicht wat betreft de doelgroep, de opdrachten enerzijds vanuit de gemeente en anderzijds vanuit het OCMW, én de eventuele externe partners in het kader van participatie. In het kader van dit concept is het de bedoeling de beleidsdomeinen te toetsen aan de huidige werking van de betrokken gemeentelijke en OCMW-diensten. De beleidsdomeinen zijn de strategische doelstellingen die de gemeente en het OCMW beogen om een lokaal sociaal beleid te garanderen. Het takenpakket per beleidsdomein wordt als volgt verdeeld tussen de gemeente en het OCMW: V.2.1. 1.
HET OCMW ALGEMENE DIENSTVERLENING:
De Organieke Wet bepaalt ter zake dat het OCMW alle nuttige raadgevingen en inlichtingen moet geven alsook de nodige stappen moet zetten opdat personen die bij het bestuur aankloppen, aanspraak zouden kunnen maken op alle rechten en voordelen die krachtens de Belgische wetten aan hen kan verleend worden. De hulp- en dienstverlening inzake sociale zekerheid maakt hiervan een belangrijk onderdeel uit. Het OCMW-Tongeren zal de wettelijke opdrachten vervullen en zelf aanvullend initiatieven nemen om de geboden dienstverleningen – zonodig – uit te bouwen aangepast en beantwoordend aan de noden van de meest kwetsbaren van de Tongerse samenleving. Maatzorgbegeleiding staat dan ook centraal in de algemene dienstverlening (met een fundamenteel respect en erkenning voor de hulpvrager). 2.
TEWERKSTELLING:
De dienstverlening van het OCMW en de gemeente op het vlak van tewerkstelling hebben een iets verschillende invulling. Dit is hoofdelijk het gevolg van bepaalde bevoegdheden die door de wetgever aan het OCMW of de gemeente werden toegekend. Aan mensen met een OCMW-uitkering, die niet (of niet zonder bijzondere hulp) op de reguliere arbeidsmarkt terecht kunnen, verschaft het OCMW werk als hefboom tot integratie in de actieve welvaarstaat. Rond het beleidsdomein ‘tewerkstelling’ dient ook vermeld dat het OCMW extra inspanningen doet naar tewerkstellinginitiatieven op het vlak van startbanen en werkervaringsprojecten ten behoeve van hun eigen diensten. 3.
OPVANGBELEID VLUCHTELINGEN – ONTHAAL NIEUWKOMERS:
Het OCMW staat in voor de opvang van de individuele asielzoekers door: - het verlenen van financiële steun aan vreemdelingen die verblijven in de gemeente Tongeren met een geldige verblijfsvergunning, ingeschreven in het vreemdelingenregister en die voldoen aan de voorwaarden in het kader van de wet van 02 april 1965;
P. 12.
-
4.
materiële steunverlening aan kandidaat-vluchtelingen in asielprocedure in het kader van het M.B. 29.11.1999. OCMW-Tongeren beschikt over 49 opvangplaatsen die verdeeld zijn over 16 adressen; dringende medische hulpverlening aan vreemdelingen die illegaal in het land verblijven en die hun feitelijke verblijfplaats in Tongeren hebben, en dit volgens de wet van 02.04.1965 en het K.B. 12.12.1996; dringende medische hulpverlening aan illegalen die opgenomen worden in AZ Vesalius, die behoeftig zijn en waarvan de verblijfplaats niet kan worden aangetoond in het kader van de wet van 02.04.1965 en het K.B. 12.12.1996; het respecteren van de informatieplicht. Vreemdelingen die in Tongeren verblijven hebben recht om degelijk geïnformeerd te worden over hun statuut, hun mogelijkheden, hun rechten en hun plichten - ook al hebben ze geen recht op één van bovenstaande vormen van hulpverlening.
SCHULDHULPVERLENING:
Overmatige schuldenlast is een groeiend maatschappelijk probleem en het aantal burgers met schulden neemt jaar na jaar toe. De vaststelling is dat schuldoverlast zich niet beperkt tot louter mensen in armoede, ook de hoogste inkomens zijn een stijgende groep binnen onze consumptiemaatschappij. Voor het OCMW is het dan ook belangrijk zijn dienstverlening voortdurend af te stemmen op de maatschappelijke realiteit en in die zin werd werk gemaakt van een degelijke structurele uitbouw van budgetbeheer en schuldbemiddeling. Het OCMW staat borg voor kosteloze schuldbemiddeling en budgetbeheer. 5.
DRUGSBELEID:
Sedert 1993 is er een samenwerkingsproject tussen het CAD en alle Limburgse OCMW’s. Het project betreft het inzetten van hulpverleners met volgende 3 opdrachten: - ambulante hulpverlening aan cliënten met een verslavingsproblematiek; - vorming en consult aan welzijnswerkers; - preventie (advies geven en ondersteunen van concrete acties). Het project wordt provinciaal gestuurd en opgevolgd door een stuurgroep ambulante drughulpverlening, die bestaat uit alle deelnemende besturen. Sinds een tiental jaren participeert het OCMW van Tongeren aan dit project. In 2006 bedroeg de kostprijs 0,36 € per inwoner. Methadonprogramma: In samenwerking met CAD ging op 01.08.2003 het methadonprogramma van start in Tongeren. Het OCMW neemt deel aan de intervisiegroep en fungeert als 2de verstrekker. Het OCMW vervult hier veeleer een signalisatiefunctie om de inwoners met een verslavingsproblematiek (drugs, alcohol, gokken, medicatie, … ) door te verwijzen naar gespecialiseerde instellingen. Daarnaast is een maatschappelijke assistent(e) éénmaal per week aanwezig bij de methadonverstrekking vanuit de CAD. Project Mega/Donna: Het Mega-programma “Mijn Eigen Goede Antwoord” is een preventieproject dat werd ontwikkeld op initiatief van de politiediensten, CLB en de leerkrachten uit het basisonderwijs. In Tongeren werd dit project in 1999 opgestart door een werkgroep bestaande uit volgende
P. 13.
instanties: Comité Bijzondere Jeugdzorg – OCMW – Centra voor Leerlingenbegeleiding – politie – jeugddienst – CAD – schoolinstanties. De bedoeling is jongeren met de assertiviteitstrainingen weerbaarder te maken. Medewerkers van het OCMW ondersteunen en organiseren mee de slothappening van het ganse project. 6.
HUISVESTINGSBELEID:
Naast woonbegeleiding van OCMW-cliënteel, bemiddeling inzake uithuiszettingen, het toekennen van een installatiepremie voor huisvesting van daklozen, wil het OCMW ook deels tegemoetkomen aan de nood van sociale huurappartementen in het centrum van de stad Tongeren. Zo werd in 2006 het project goedgekeurd om in het oude OCMW-gebouw 4 appartementen te realiseren om voor mensen met een bescheiden inkomen en een gebrek aan mobiliteit het recht op wonen te waarborgen (realisatiedatum najaar 2008). Het project staat open voor zowel jonge als oudere valide gezinnen, die beantwoorden aan de voorwaarden betreffende het onroerend bezit en het inkomen, vastgesteld in het besluit van de Vlaamse regering ter uitvoering van artikel 80ter van de Huisvestingscode (Sociale Huurbesluit van 29.09.1994 en latere wijzigingen). 7.
THUISZORG:
In het kader van de extramurale dienstverleningen beschikt het OCMW over een poetsdienst, een klusjesdienst en een dienst warme maaltijden. Door de organisatie en coördinatie van dit gedifferentieerd thuiszorgaanbod garandeert het OCMW de mogelijkheid aan de burger om zolang mogelijk thuis te wonen. Het OCMW stimuleert hierdoor het zelfstandig thuiswonen in al zijn aspecten. Daarnaast anticipeert het OCMW aan het SIT. Dit is een samenwerkingsinitiatief m.b.t. de individuele thuisgezondheidszorg van personen binnen de regio. 8.
SENIOREN:
8.1. Het dienstencentrum: Om een passend antwoord te geven op enerzijds de vergrijzing die zich aandient en anderzijds op de behoefte aan een volwaardig burgerschap en participatie aan de samenleving van de steeds groter wordende groep senioren, opende het OCMW voor de Tongerse doelgroep het dienstencentrum “De Piepel”. Het dienstencentrum biedt de mogelijkheid om vanuit één plek een geïntegreerd aanbod te doen aan hulpverlening, sociaal cultureel werk, advies en informatie, ondersteuning en zorg, vrijwilligerswerk en zelfs coördinatie en ontwikkeling van nieuwe diensten. Voor de senioren werkt een dienstencentrum drempelverlagend en creëert vele kansen op zinvolle activiteit, ontmoeting en ontplooiing. Het is tevens een plaats waar door een maatschappelijk assistente van het OCMW de nodige informatie van algemene aard kan gegeven worden aan bejaarden, waar specifieke vragen waar bejaarden mee zitten, kunnen beantwoord worden. Een dienstencentrum beantwoordt aldus helemaal aan de behoeften van de moderne senior en treedt de toekomstige uitdagingen met een open vizier en in overleg en samenwerking met haar doelgroep tegemoet.
P. 14.
Het is ondertussen een ontmoetingsplaats geworden voor senioren (en hun verenigingen) waar ontspanning, zinvolle vrijetijdsbesteding en het behoud of de verhoging van de zelfstandigheid duidelijk voorop staan. Meerdere polyvalente ruimtes – voorzien van de nodige accommodatie – dienen voor het organiseren van tal van activiteiten. De lokalen worden gebruikt voor bezigheid, opvangen van sprekers, organiseren van kaartnamiddagen, organiseren van cursussen, … Niet te vergeten is dat de verschillende Tongerse ouderenverenigingen gebruik maken van de aanwezige mogelijkheden binnen het dienstencentrum. Het OCMW zal in de loop van 2008 de seniorenenquête analyseren, de resultaten bespreken met de diverse belangengroepen en terzake de nodige beleidsvoorstellen doen ten behoeve van een gerichter seniorenbeleid in de gemeente. 8.2. Woon- en zorgcentrum: In het kader van ouderenzorg biedt het OCMW een gespecialiseerde dienstverlening door het aanreiken van wonen en individuele zorg in het Rust en Verzorgingstehuis St.-Jacobus, dat deel uitmaakt van de welzijnscampus, Dijk 120 te 3700 Tongeren. Dit rustoord – daterend van 1978 - wordt omgebouwd tot een volledig nieuw woon- en zorgcentrum én zal de naam dragen van: “Woon- en Zorgcentrum De Motten”. In het najaar 2008 wordt gestart met de effectieve realisatie ervan. In drie fasen wordt dit grootse project gerealiseerd. Het einde wordt voorzien tegen 2012 – 2013. Het project omvat: 1. Nieuwbouw van 150 bedden: Rekening houdend met de toenemende mondigheid van kandidaat bewoners en de hogere eisen die gesteld worden, ondermeer op het vlak van privacy, EN rekening houdend met de normeringen die opgelegd zijn door de Vlaamse Overheid, wordt de bestaande hoofdbouw met 118 woongelegenheden en de prefabconstructie voor 25 RVT-bedden vervangen door een nieuwbouw. Het OCMW heeft een voorlopige vergunning voor de uitbreiding van het huidige Rustoord Sint-Jacobus met 6 woongelegenheden voor demente bejaarden (VIPA-procedure). Het OCMW wenst deze woongelegenheden daadwerkelijk te realiseren. Gezien de huidige realisatie van de programmatienorm en de toekomstige verwachte evolutie van de hoogbejaarde en zorgbehoevende bevolking, wordt gestreefd om binnen de vigerende reglementering extra woongelegenheden aan het nieuwbouwproject toe te voegen. Het OCMW wil het maximaal aantal bedden, dat erkend kan worden op een campus, ook effectief realiseren. Vandaar dat er nog een vergunning zal aangevraagd worden voor een extra woongelegenheid. 2. Serviceflats: De bestaande 10 appartementen zijn ten zeerste geschikt voor echtparen, doch indien er een appartement niet door een echtpaar kan ingenomen worden, blijken kandidaten voor opname steeds moeilijker te vinden. Maar deze appartementen zijn, mits kleine aanpassingen, vlot om te bouwen tot serviceflats (planning na realisatie van de hoofdbouw). Dit ombouwen van 10 appartementen naar 10 serviceflats, waarvoor reeds een voorlopige vergunning bekomen is, komt dan tegemoet aan de wens naar aangepaste opvangvormen voor de meer valide bejaarden.
P. 15.
3. Kortverblijf: Het OCMW opteert eveneens voor kortverblijf en dit voor 6 woongelegenheden. Binnen de campus van de nieuwbouw is ruimte voorzien om een centrum voor kortverblijf op te richten. Dit centrum heeft tot doel de thuiszorg te ondersteunen en tijdelijk te ontlasten. Door het aanbieden van (re-)activatie, verzorging, verpleging, toezicht en begeleiding in de activiteiten van het dagelijks leven en verblijfsaccommodatie kunnen bejaarden tijdelijk opgevangen worden. Hierdoor kan de mantelzorg en de thuiszorg de toe te dienen hulp aan hun bejaard familielid tijdelijk aan anderen overlaten en kunnen ze zelf genieten van een vakantie of van de tijdelijke afwezigheid van de bejaarde en terug op adem komen. Tot op heden biedt alleen nog maar het Sint-Franciscusrust- en verzorgingstehuis deze vorm van dienstverlening aan, en dit dan nog maar voor 3 woongelegenheden. Desondanks wordt hiervoor nu reeds samengewerkt met het Sint-Franciscusrust- en verzorgingstehuis te Tongeren. Een uitbreiding van deze faciliteit, op initiatief van het OCMW en binnen de campus van de nieuwbouw van het OCMW, kan dan ook alleen maar als positief ervaren worden. 4. Dienstencentrum: Onder één dak en onder de gemeenschappelijke noemer van een erkend dienstencentrum kunnen reeds bestaande activiteiten, die momenteel hoofdzakelijk door het OCMWontmoetingscentrum “De Piepel” georganiseerd worden, gegroepeerd worden samen met nieuwe initiatieven. De hoofdbedoeling hiervan is dat er een ontmoetingsplaats gecreëerd wordt voor senioren (en hun verenigingen) waar ontspanning, zinvolle vrijetijdsbesteding en het behoud of de verhoging van de zelfstandigheid voorop staan (zie punt 8.1. hiervoor). Het dienstencentrum zal dan architectonisch deel uitmaken van het woon- en zorgcentrum. 9.
GEZONDHEIDSBELEID:
Het OCMW engageert zich om in te staan voor de verdere uitbouw en ontwikkeling van de gezondheidszorg (Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg of SIT). Het OCMW staat de cliënt bij door het bieden van een financiële tussenkomst in het kader van gezondheidszorgen. 10.
PERSONEN MET EEN HANDICAP:
Teneinde personen met een handicap zolang mogelijk in de thuissituatie te laten, engageert het OCMW zich in de continue werking van de poetsdienst, de klusjesdienst en het SIT. Het OCMW neemt de nodige maatregelen naar het wegwerken van drempels die de toegankelijkheid belemmeren van het administratieve centrum.
P. 16.
11.
WIJK- EN BUURTONTWIKKELING:
De gemeente en het OCMW van Tongeren willen door een wijkgerichte aanpak de leefbaarheid van en de levenskwaliteit in de stad verbeteren. Het lokaal bestuur zal hiertoe de dienstverlening optimaliseren en afstemmen op de specifieke noden. De buurtwerking wordt zo efficiënt mogelijk ingezet. 12.
JEUGDWELZIJN:
Wat de -25 jarigen betreft heeft het OCMW een wettelijke opdracht, houdende de toekenning van het recht op maatschappelijke integratie en/of leefloon. Daarnaast zorgt een actieve tewerkstellingscel voor een optimale opvolging van voornoemde doelgroep.
P. 17.
V.2.2. 1.
DE GEMEENTE ALGEMENE DIENSTVERLENING:
Het gemeentebestuur is het meest levensnabije beleidsniveau voor “de” burger van de Stad Tongeren. Deze per definitie laagdrempelige positie heeft tot gevolg dat de burger er spontaan en permanent terecht kan voor noden, vragen, verduidelijkingen van welke aard dan ook. De gemeentelijke overheid is de eerste overheid die terzake het aanspreekpunt is voor algemene dagdagelijkse informatie. De wetgever heeft een aantal bevoegdheden duidelijk toebedeeld aan de gemeente. Voor heel wat andere domeinen zal de gemeentelijke administratie (moeten) doorverwijzen naar andere beleidsniveaus. Op het vlak van sociale zaken heeft de dienst Welzijn eigen methodieken ontwikkeld, waarbij telkens getracht wordt de individuele burger/cliënt een totaal overzicht te bieden van alle mogelijke voorzieningen en oplossingen die vanuit de diverse overheden aangeboden worden. Steeds vaker is het de gemeentelijke administratie die de burger wegwijs maakt in de doolhof van reglementeringen en voorzieningen. Naast de louter ambtelijke taak van het administratief assisteren krijgt de werkinhoud een andere dimensie, zijnde het coachen en sturen van hulp- en/of informatievragen. Centraal in dit gegeven is een open en duidelijke communicatie tussen overheid (ambtenaar) en burger (cliënt). In tegenstelling tot het OCMW krijgt de gemeente inzake dienstverlening in het kader van de sociale zekerheid meer administratieve opdrachten toebedeeld. In eerste instantie wordt de pensioenaanvraag behandeld op de sociale dienst van de gemeente. Daarnaast ontvangt en behandelt deze dienst ook aanvragen m.b.t. het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (GIB), de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden en de integratietegemoetkoming en inkomensvervangende tegemoetkoming aan gehandicapten. De burger zal zich voor dit soort van dienstverleningen blijvend richten tot de sociale dienst van de gemeente. 2.
TEWERKSTELLING:
Mensen kunnen hun leven enkel comfortabel en goed uitbouwen als ze een fijne job kunnen uitoefenen. Werken aan tewerkstelling is dan ook een beleidsprioriteit. Het industrieterrein Tongeren-Oost zal verder ontwikkeld worden als een regionaal bedrijventerrein met de nadruk op distributie. De gemeente denkt mee over de nodige ruimtelijke- en inrichtingsvoorwaarden. De huidige uitbreiding van Tongeren-Oost met 40 ha wordt momenteel ingevuld. De aandacht gaat niet enkel uit naar de ontwikkeling van nieuwe industriegronden, de gemeente levert ook inspanningen op het vlak van sociale tewerkstelling en ondersteunt maximaal privé en publieke investeringen in Tongeren die tewerkstelling genereren. Voor werkzoekenden die niet gemakkelijk een reguliere job vinden zijn er het PWA, het dienstenbedrijf “To Do” en de werkwinkel. Verder heeft de gemeente een eigen tewerkstellingsambtenaar. Hij/zij voorziet in trajectbegeleiding voor risicogroepwerklozen. Die trajectbegeleiding is een begeleiding op maat van deze doelgroep. Verder is de gemeente een tewerkstellingsplaats voor leerlingen die deeltijds leren (de zogenaamde brugprojecten – zie verder).
P. 18.
In concreto situeert het tewerkstellingsbeleid van de gemeente zich rond een aantal speerpunten die zeker kansen verdienen voor verdere verdieping. - werkwinkel: Stadsbestuur heeft mede aan de wieg gestaan van dit initiatief. Ook nu participeert de gemeente aan de bestuursvergadering. Als gemeentebestuur heb je hier de vinger aan de pols en wordt er actief geanticipeerd aan het plaatselijke tewerkstellingsbeleid. - brugprojecten: Stad Tongeren is mede participant in de organisatie en planning van brugprojecten. Deze projecten kaderen in het project deeltijds leren. Waar mogelijk wordt een tewerkstelling aangeboden binnen de stadsorganisatie. Indien er geen mogelijkheden zijn wordt er actief meegezocht naar externe tewerkstelling. - project rijbewijs C Stad Tongeren: Geïnteresseerden worden vooraf door de stadsambtenaar gescreend en proberen via het behalen van een rijbewijs C hun tewerkstellingskansen te vergroten. De administratieve kosten worden ten laste genomen door de gemeente. Het doorlopen van de cursus verhoogt de kansen op een vaste tewerkstelling. Via het IBO-stelsel worden de kandidaatwerknemers geïntroduceerd in een tewerkstellingsituatie. Al deze initiatieven staan bij voorrang open voor doelgroepen die bijzondere moeilijkheden ervaren bij het participeren aan de arbeidsmarkt. Sociale categorieën die reeds aan bod kwamen zijn o.a. laaggeschoolde langdurige werklozen, allochtonen en personen met een handicap. Het gemeentebestuur heeft terzake een netwerk uitgebouwd met organisaties zoals VDAB, interim-kantoren, Basiseducatie en initiatieven binnen het kader van sociale economie, … met het oog op: - informatieverstrekking en informatiedoorstroming; - werkingen op elkaar afstemmen; - eventuele ontwikkeling van nieuwe initiatieven. 3.
OPVANGBELEID VLUCHTELINGEN – ONTHAAL NIEUWKOMERS:
De huidige wetgeving bepaalt een inburgeringsplicht voor een aantal nieuwkomers. Dit kadert in een wettelijke verplichting waarvan sprake in het Vlaams inburgeringsdecreet dd. 28.02.2003, gewijzigd bij decreet dd. 14.07.2006. Naast die omschreven wettelijke plicht tot informatieverstrekking en doorverwijzing creëerde het gemeentebestuur actieve samenwerkingsbanden met het “Huis van het Nederlands” en de centra voor basiseducatie. Het gemeentebestuur onderschrijft daarmee volop de inburgeringsmodellen zoals die door het onthaalbureau Limburg worden aangewezen. Daarnaast houdt de gemeente de inschrijvingen up to date in het vreemdelingenregister en verleent daarbij de horende administratieve handelingen betreffende het afleveren, het verlengen van of het intrekken van de noodzakelijke documenten (bv. verblijfsvergunningen, …).
P. 19.
4.
SCHULDHULPVERLENING:
De taken van het gemeentebestuur beperken zich – wat dit domein betreft – hoofdzakelijk tot het signaleren van noden en behoeften binnen het lokale welzijnsbeleid. In de overlegstructuur engageert het gemeentebestuur zich om ter zake actief te participeren ten voordele van de inwoners. 5.
DRUGSBELEID:
Centraal meldpunt methadonverstrekking: In 2003 werd een centraal meldpunt methadonverstrekking opgestart. Het centraal meldpunt is de spil tussen de verstrekker van het voorschrift voor methadon en de apothekers. Tot en met juli 2003 werden de voorschriften voorgeschreven door een aantal artsen die hiervoor gemandateerd werden door de Tongerse huisartsenkring. Vanaf augustus 2003 worden deze voorschriften voorgeschreven door de CAD. De CAD startte op 1 augustus 2003 tevens een methadonprogramma op. Het centraal meldpunt brengt het methadongebruik in kaart. Door deze registratie, de opvolging en evaluatie ervan volgt het gemeentebestuur het methadongebruik van zeer nabij op. Drugplancontract – project straathoekwerk: In het kader van het Globaal Plan sloot de federale overheid tot en met 2006 met een aantal gemeenten een drugplancontract af. Het drugplancontract moet bijdragen tot de verwezenlijking van de prioriteiten van de Federale Regering, met name de verzekering van de veiligheid van de bevolking en de strijd tegen criminaliteit. De drugsproblematiek te Tongeren in 2003 was de concrete aanleiding voor het gemeentebestuur om werk te maken van een geïntegreerd en gecoördineerd drugsbeleid. Vanaf 2004 werd door het gemeentebestuur van Tongeren met het ministerie van Binnenlandse Zaken jaarlijks een drugcontract afgesloten. De algemene doelstelling van dit project is het op een laagdrempelige en emancipatorische wijze zoeken naar een ondersteunend netwerk om de kwetsbaarheid van druggebruikers om te buigen in kracht en weerbaarheid. Met de middelen van het drugplancontract werd het project ‘Straathoekwerk naar druggebruikers’ opgestart. De straathoekwerker zoekt de doelgroep op de plaatsen waar die zich bevindt. Hij/zij maakt deel uit van de CAD/MSOC-hulpverleningsteam, die een eigen methodiek ontwikkelde om de levenskwaliteit van de gebruiker en zijn omgeving te verbeteren. Dit project wordt opgevolgd door een stuurgroep bestaande uit het OCMW (Sociale Dienst), de stedelijke jeugddienst, CAW Sonar (Pergo/ontmoetingsruimte), CAD (straathoekwerk, preventie- en hulpverlening) MSOC en de schepen van Sociale Zaken. Werkgroep DOS (Drugs Op School): Het overleg tussen de CAD en het vrij middelbaar onderwijs werd uitgebreid naar alle Tongerse middelbare scholen en de jeugddienst van de stad. De belangrijkste acties van deze werkgroep zijn: • het project ‘europarents’ (vanaf 2004 in Tongeren); • het project ‘europeers’ (vanaf 2004 in Tongeren); • het protocol tussen school – politie en parket inzake drugs.
P. 20.
In 2006 werd een ontwerp van protocol omtrent de politionele interventie inzake drugs op school opgesteld. Dit ontwerp is goedgekeurd door de directies en ouderraden van alle (7) Tongerse secundaire scholen, alsook door de zonale veiligheidsraad. Europeers is een drugspreventieproject dat zich richt naar jongeren van het derde jaar secundair onderwijs. Het project stelt zich tot doel een verandering teweeg te brengen bij de leerlingen door hun niet enkel kennis bij te brengen omtrent de problematiek maar vooral vaardigheden (lifeskills) aan te leren zodat ze weerbaarder worden. Europarents is een project uitgewerkt naar het concept van Europeers maar de doelgroep betreft hier de ouders, actief in het verenigingsleven. De training van de opinieleiders bestaat in dit project uit 4 avondsessies. Project Mega/Donna: Het Mega-programma “Mijn Eigen Goede Antwoord” is een preventieproject dat werd ontwikkeld op initiatief van de politiediensten, CLB en de leerkrachten uit het basisonderwijs. In Tongeren werd dit project in 1999 opgestart door een werkgroep bestaande uit volgende instanties: Comité Bijzondere Jeugdzorg – OCMW – Centra voor Leerlingenbegeleiding – politie – jeugddienst – CAD – schoolinstanties. De bedoeling is jongeren met de assertiviteitstrainingen weerbaarder te maken. Medewerkers van jeugddienst ondersteunen en organiseren mee de slothappening van het ganse project. Tenslotte wordt het Tongerse drugbeleid opgevolgd door de preventieraad, waarvan de dienst Welzijn het secretariaat waarneemt. 6.
HUISVESTINGSBELEID:
Het huisvestingsbeleid als een gemeentelijke opdracht. De band tussen wonen en welzijn is reeds voldoende omschreven. Een goede kwaliteitsvolle en vooral betaalbare huisvesting is een essentiële voorwaarde om een minimaal welzijnsniveau te bereiken. Stad Tongeren beschikt over een heel instrumentarium om een echt woonbeleid uit te bouwen: - recht van voorkoop; - kwaliteitsbewaking; - premies/vergunningen; - sociaal beheersrecht; - bouwrijp maken van kavels; - ter beschikking stellen van bouwkavels; - bestrijding van onverantwoord langdurige leegstand van woningen. Binnen een strategisch huisvestingsbeleid zal de zorg voor een kwaliteitsvolle woning tegen een betaalbare prijs centraal staan. Vooral de huurders zijn in dit verhaal vaak de zwakste schakel. In samenspraak met het O.C.M.W. kunnen huurondersteunende maatregelen in de vorm van financiële premies afgesproken worden. De privé-markt mag niet meer vrijblijvend overgelaten worden aan de wetten van vraag en aanbod. Een echt huisvestingsbeleid kan alleen mits afspraken en planning met alle partners. We denken dan aan Tongershuis cv, Kleine Landeigendom, Vlaamse Gemeenschap, SVK enz…
P. 21.
Voor de kwaliteitsbewaking van het bestaande woningaanbod is de aanstelling van een “wooninspecteur” een aangewezen zaak. Woningen van slechte kwaliteit dienen geïnventariseerd en opgevolgd te worden. Zo wordt vermeden dat woningen die niet aan minimale kwaliteitsvereisten voldoen opnieuw op de markt komen en verhuurd worden aan sociaal zwakkeren. Momenteel is er binnen de gemeentelijke administratie een overleggroep “crisisopvang” actief. Deze overlegvorm resulteert rechtstreeks onder de bevoegdheid van de burgemeester. Dit is een periodiek overleg waarbij vanuit verschillende ambtelijke standpunten getracht wordt precaire huisvestingssituaties voor bewoners te verbeteren. Desgevallend worden de bewoners rechtstreeks bij het overleg betrokken. 7.
THUISZORG:
Thuiszorg in het kader van de mobiliteit. ”Mobiliteit” zou ook als een apart beleidsdomein kunnen beschouwd worden. Als één van de eerste gemeenten in Vlaanderen organiseerde het gemeentebestuur van Tongeren in samenwerking met “De Lijn” een eigen stadnetwerk openbaar vervoer. Dit initiatief resulteerde in een fijnmazig netwerk van buslijnen die het volledig grondgebied bestrijken. De mobiliteitsvragen die vooral vanuit de deelgemeenten naar boven kwamen werden alzo grotendeels opgevangen. De formele samenwerkingsbanden met De Lijn werden aangescherpt met als gevolg dat beide besturen mekaar weten te vinden met betrekking tot gezamenlijke projecten (b.v. werken openbare wegeninfrastructuur, vervoer Bewel, enz…). Voor sociale groepen met grote niet voldane mobiliteitsvragen is er nog de “Minder Mobielen Centrale” (MMC). Deze werd opgericht om mensen met verplaatsingsproblemen en een beperkt inkomen toch de nodige transportmogelijkheden te bieden. Het gemeentebestuur hanteert hierbij het model zoals dit aangeboden wordt door de v.z.w. Taxistop. Binnen het mobiliteitsvraagstuk neemt het initiatief “Selectief Ophalen Huisvuil” een enigszins aparte plaats in. Welomschreven doelgroep van personen met een handicap en senioren die bovendien aan inkomstenvoorwaarden voldoen kunnen gratis beroep doen op de MMC van de gemeente om huisvuilfracties aan huis te komen afhalen. 8.
SENIOREN:
Burgers met vragen rond eindeloopbaanproblematieken kunnen voor informatie en dossierbehandeling terecht bij de gemeentelijke welzijnsdienst. De gemeentelijke welzijnsdienst schreef zich in in samenwerkingsverbanden met andere openbare instanties. Zo worden er plaatselijke zitdagen georganiseerd zodat de burgers uit eerste hand en via directe weg contacten kunnen leggen met dossierbehandelaars. Strategische beleidsafspraken tussen O.C.M.W. en het gemeentebestuur bepalen dat het seniorenbeleid grotendeels gepland wordt vanuit het O.C.M.W.
P. 22.
9.
GEZONDHEIDSBELEID:
Gezondheidspreventie kan niet los gezien worden van sport- en ontspanningsaanbod dat momenteel actief door de stedelijke sportdienst gepromoot wordt. Het bestaande aanbod aan sportmogelijkheden binnen onze stad is reeds zeer divers maar toch stelt men vast dat een aantal sociale bevolkingscategorieën in participatiegraad ondervertegenwoordigd zijn. Het sportplan bevat dan ook bepalingen en opties om sportzwakke groepen beter met het sportgebeuren te betrekken. Om de maatschappelijke diversiteit ook binnen het sportgebeuren beter aan bod te laten komen wordt een actief doelgroepenbeleid opgestart. Vanuit de sport is men immers vragende partij om dit te doen samen met andere actoren. Momenteel worden reeds pilootacties ondernomen in het kader van G.-voetbal. Nu reeds wordt het sportaanbod aangeboden tegen de laagste prijs. Indien mocht blijken dat de financiële drempel een struikelsteen is of zou kunnen zijn, zal het gemeentebestuur met de betrokken dienst zoeken naar een creatieve oplossing van dit probleem. Binnen de preventiemethodieken nemen de initiatieven Europeers en Europarents een aparte plaats in. Deze initiatieven richten zich op de eerste plaats op het voorkomen en duiden van “middelenmisbruik”. Het project wordt europees gewaardeerd en vertrekt vanuit de leefwereld van de deelnemers. Specifiek is wel de benadering vanuit een peercounseling d.w.z. het opzetten van een beïnvloedingsproces via personen in dezelfde sociale/econ./cult. Situatie (zie ook beleidsdomein “Drugsbeleid”). Het stadbestuur heeft terzake nauwe banden ontwikkeld met C. A. D. 10.
PERSONEN MET EEN HANDICAP:
Binnen het sociale veld beschouwt het gemeentebestuur de personen met een handicap als een belangrijke doelgroep waarvoor preventief sociaal beleid dient gevoerd te worden. Vanuit deze vaststelling wenst het gemeentebestuur in overleg te gaan met de personen met een handicap en hun vertegenwoordigers. Hiertoe werd een Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap opgericht. De doelstellingen staan omschreven in de statuten: Art.2: De adviesraad heeft tot doelstelling “bijdragen tot een inclusief gehandicaptenbeleid en dit vooral door het organiseren van lokaal overleg en sensibilisering”. Art.3: De bijzondere opdrachten van de adviesraad zijn de volgende: - Inventariseren van knelpunten die een inclusief beleid in de weg staan; - Informeren van personen met een handicap en hun sector m.b.t. hun integratierechten; - Het organiseren van overleg tussen alle personen met een handicap, organisaties voor personen met een handicap en instellingen voor personen met een handicap; - Het verstrekken van advies naar de overheid toe m.b.t. elk onderwerp dat voor personen met een handicap van belang zou kunnen zijn; - De stedelijke adviesraad voor personen met een handicap verbindt zich ertoe de lokale overheid jaarlijks een actieprogramma voor te leggen;
P. 23.
-
De lokale overheid verbindt zich naar de adviesraad tot een consultatieplicht m.b.t. het lokaal gehandicaptenbeleid.
Belangrijke actiepunten die uit dit overleg naar voor komen zijn o.a. het ijveren voor een zo toegankelijk mogelijke openbare infrastructuur, het parkeerbeleid, het terrassenbeleid, informatieve dossiers. De knelpunten met betrekking tot “toegankelijkheid” werden algemeen als het meest dringend ervaren en resulteerden in de oprichtingen van een toegankelijkheidscel, alsook het ondertekenen van een convenant met de v.z.w. Toegankelijkheidsbureau. In de toegankelijkheidscel zetelen zowel ambtenaren van diverse gemeentelijke diensten als een afvaardiging van de adviesraad als een vertegenwoordiger van het College van Burgemeester en Schepenen. De cel vergadert periodiek om de 3 maanden. Bijzondere aandacht gaat hier o.a. naar het toegankelijk maken van sportinfrastructuur. Deze bezorgdheid loopt samen met de intenties van het sportbeleidsplan waar bijzondere inspanningen gedaan worden om personen met een handicap bij het sportgebeuren te betrekken. 11.
WIJK- EN BUURTONTWIKKELING:
Het gemeentebestuur wil Tongeren op de kaart zetten als stad waar het goed is om te wonen, te leven en te werken. Via de wijk- en buurtontwikkeling worden de contacten met de burger, met de verenigingen en de groeperingen alsook de samenhorigheid tussen de buurtbewoners onderling versterkt. Het doel van wijk- en buurtontwikkeling is fysieke en sociale leefbaarheid verbeteren – leefbaarheid wordt bepaald door de volgende thema’s: - huisvesting; - woonomgeving; - sociale contacten; - diensten en voorzieningen; - veiligheid. Wijkwerking Tongeren werd opgericht in het kader van het SIF-beleidsplan en wordt sedert 2003 gecontinueerd door het Tongerse gemeentebestuur. Momenteel is Wijkwerking Tongeren beperkt tot de wijk Nieuw-Tongeren. De noodzaak aan wijkwerking binnen deze wijk werd onlangs nog aangetoond via de veiligheidsscan 2006 van de lokale politie van de politiezone Tongeren-Herstappe. Wijkwerking Tongeren werkt via haar ontspanningsactiviteiten aan ontmoeting tussen en communicatie met de bewoners. Verder wordt via haar ontspanningsactiviteiten isolement en vereenzaming tegengegaan. Via de mogelijkheid om zich als vrijwilliger bij Wijkwerking Tongeren in te zetten krijgen de bewoners de kans om zelf de handen uit te mouwen te steken, wordt een zinvolle tijdsbesteding aangeboden, krijgen zij de kans om hun levenservaring en talenten te benutten, leren zij nieuwe vaardigheden en wordt hun zelfwaardegevoel verhoogd. Via de meldingsfiches, mogelijkheid tot doorgeven van defecten binnen de wijk, wordt de betrokkenheid van de bewoners op de leefbaarheid en veiligheid binnen Nieuw-Tongeren geactiveerd. Via het doorgeven van de gemelde en vastgestelde problemen/defecten/overlast.
P. 24.
Wijkwerking Tongeren zorgt voor een aangepaste doorverwijzing van hulpvragers zodat deze de binnen Tongeren aanwezige diensten en voorzieningen optimaal weten te benutten. Het gemeentebestuur heeft de intentie om de kennis en ervaring van de medewerkers van Wijkwerking Tongeren in de toekomst ook binnen andere wijken aan te wenden. Via het project Buurtsport biedt de Tongerse sportdienst iedere woensdagnamiddag van maart tot juni vanaf 14.00 uur op de wijken Paspoel, Nieuw-Tongeren en Koninksem initiaties aan met o.a. voetbal, basketbal, volleybal, hockey, ... De 6- tot 16-jarige deelnemers worden constant begeleid en elke activiteit is gratis. Hierbij wordt een gezonde ontspanningsactiviteit aangeboden die zorgt voor ontmoeting en samenhorigheid tussen de jongere bewoners van de wijk. Onrechtstreeks werkt dit een betere leefbaarheid van de wijken in de hand daar dit de overlast van rondhangende jongeren tijdens deze namiddagen verminderd en hen respect voor de binnen deze wijken aanwezige sport- en speelterreinen bijbrengt. 12.
JEUGDWELZIJN:
- Jeugdbeleidsplan: Het gemeentebestuur ontwikkelde een jeugdbeleidsplan. Zoals omschreven in het decreet werd dit opgesteld in samenwerking met vertegenwoordigers uit de sector. Na gunstig advies vanwege de stedelijke jeugdraad werd het dossier goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting dd. 18.12.2007. Het voorliggend jeugdbeleidsplan omvat 2 doelstellingen die een uitgesproken sociaal karakter kennen:
Doelstelling 1: jeugdwerkbeleid:
Een gevarieerd spel- en sportaanbod organiseren voor alle Tongerse kinderen en jongeren én hen op deze manier de mogelijkheid geven om kennis te maken met het jeugdwerk van Tongeren en de verschillende sportmogelijkheden.
Doelstelling 2: jeugdbeleid:
Kinderen en jongeren een toffe actieve vakantie aanbieden tijdens de zomermaanden juli en augustus.
De Jeugddienst plant en organiseert een gevarieerd aanbod van ontspanning en opvangmogelijkheden voor alle Tongerse jongeren. Zowel georganiseerde jongeren als niet georganiseerde jongeren kunnen participeren. Meest gekend is de speelpleinwerking en de werking voor kleuter en tieners. De stedelijke jeugddienst beschikt over een Jongeren Informatie Punt (J.I.P.), waar jeugdigen informatie kunnen vinden over de meest diverse items. Er is een J.I.P.-mobiel die de dienst kansen geeft om aanwezig te zijn op manifestaties of jongerenactiviteiten. Inzake de beleidsvisie over de kinderopvang zie het Lokaal Beleidsplan Kinderopvang in bijlage aan onderhavig dossier.
P. 25.
VI.
ORGANISATIE VAN EEN TOEREIKENDE DIENSTVERLENING
VI.1.
Algemene uitgangspunten:
Tongeren als lokaal bestuur wil een efficiënte sociale dienstverlening uitbouwen voor alle inwoners. Het realiseren van een herkenbaar, toegankelijk en vlot bereikbaar aanspreekpunt moet de burgers in de mogelijkheid stellen zich te informeren over hun basisrechten. Zo’n aanspreekpunt is eigenlijk een sociaal informatieknooppunt ten dienste van de burgers. Voor alle duidelijkheid: het gaat niet om nieuwe loketten, maar over bestaande diensten en loketten, die samen, in een netwerk, zorgen voor een actieve oriëntatie van de burgers doorheen het Tongerse sociale aanbod. De baliedienst van de gemeente en de onthaaldienst van het OCMW spelen hierin een primordiale informatierol. Het zijn deze loketten waarbij de burger terecht kan voor: - heldere conceptinformatie. Welk product of welke dienst biedt een antwoord op mijn nood? Wat houdt het product of de dienst precies in? Kan ik er beroep op doen? Onder welke voorwaarden? - correcte administratieve informatie. Waar kan ik terecht? Bij wie moet ik precies zijn? Wat moet ik bij mij hebben? Welke formulieren vul ik in? Kortom de balie- en onthaaldienst geeft de burger informatie over en verwijst hem/haar door naar deze diensten en producten. Ongeacht of ze door de gemeente, het OCMW of een andere organisatie worden aangeboden. Op die manier is het lokaal bestuur ervan overtuigd dat die burger – letterlijk en figuurlijk – overzichtelijke informatie krijgt. Het OCMW en de gemeente gaan inzake het contact met de burger nog een stap verder. In het voorjaar 2008 wordt gestart met een gezamenlijke mobiele informatiefunctie. Hiervoor wordt verwezen naar deel VII – Sociaal huis versus Mobiel Sociaal Huis – van onderhavig Lokaal Sociaal beleidsplan. VI.2.
Operationele werking:
Iedereen moet met zijn/haar individuele welzijnsvragen terecht kunnen bij het lokaal bestuur (de gemeente of het OCMW) met echter de bedenking dat de bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbaren niet in het gedrang mag komen. Belangrijk hierbij is het ‘vraag gestuurd’ werken. De burger/de bezoeker/de cliënt – kortom, de gebruiker van de openbare dienst – die zich aanbiedt, wordt geïnformeerd m.b.t. zijn vraaggerichte rechten en mogelijkheden. De individuele benadering van de hulpvraag staat voorop alsook de voortdurende aandacht voor de evolutie in de welzijnsnoden. Op alle vragen zal niet onmiddellijk een gepast antwoord kunnen gegeven worden. In dat geval wordt de burger gericht doorverwezen om de goede afhandeling van het gestelde probleem of vraag te waarborgen. Enige mate van begeleiding is nodig bv. vooraf contacteren van een dienst voor een eventuele afspraak, door mee te delen welke documenten meegebracht moeten worden. Goede doorverwijzing is slechts mogelijk als de medewerkers elkaar goed kennen en hun dienstverlening voor elkaar transparant maken. Zo is de Sociale Kaart een nuttig instrument om door te verwijzen naar externe diensten. Deze inventaris van diensten en voorzieningen biedt de mogelijkheid voor de balie- of onthaaldienst een beter zicht te hebben over de bereikbaarheid en de werking van externe diensten en voorzieningen.
P. 26.
VI.2.1.
OCMW
Contact met de algemene sociale dienstverlening van het OCMW gebeurt voor de burger hoofdzakelijk via het Administratief Centrum, met de publieksingang op het adres: Dijk 124 te 3700 Tongeren. Deze locatie zal – weliswaar in de toekomst – deel uitmaken van een Welzijnscampus waar de burger/bezoeker/cliënt door wegwijzers wordt gestuurd naar de diverse dienstverleningen van het OCMW, het rustoord en het dienstencentrum. De burger/bezoeker/cliënt die het gebouw betreedt zal in de eerste plaats bij de bediende van de onthaalbalie terecht komen aan wie de vraag of het probleem wordt voorgelegd. De onthaalbediende zal in de mate van het mogelijke een antwoord op de vraag of het probleem trachten te formuleren. Het kan gaan om zeer uiteenlopende informele vragen (bv. openingsuren, bestaande diensten van extramurale dienstverlening en bejaardenhuisvesting, het verkrijgen van informatiefolders m.b.t. diverse geboden dienstverleningen, …). Voor deze vorm van dienstverlening, zijnde eenvoudige inlichtingen of voor de hand liggende doorverwijzing naar een externe instantie, wordt geen cliëntdossier gecreëerd. Indien de vraag niet door de onthaler kan worden beantwoord omdat het aanbod van het OCMW daarin niet voorziet, zal de burger/de bezoeker/de cliënt dadelijk op gerichte wijze worden doorverwezen (bv. naar de V.D.A.B., R.V.A., de gemeentelijke diensten, …). Wel wordt ernaar gestreefd om deze doorverwijzing naar externe diensten en instanties op een zo klantvriendelijk mogelijke wijze te laten verlopen. Indien het een vraag betreft die niet dadelijk kan beantwoord worden aan de onthaalbalie of indien de burger/de bezoeker/de cliënt te kennen geeft een maatschappelijk assistent(e) te willen spreken of indien de burger/de bezoeker/de cliënt zijn/haar vraag niet gemakkelijk kan verwoorden, dan zal de onthaalbediende deze laten plaatsnemen in de wachtzaal. De persoon wordt opgevangen door de maatschappelijk assistent(e) om te helpen met de vraagverheldering en eventueel een intakegesprek af te nemen op basis waarvan een hulpverleningstraject kan worden uitgezet. Cliënten die reeds een dossier in behandeling hebben én/of een afspraak hebben, worden door de onthaalbediende doorverwezen naar de wachtzaal. De onthaalbediende zal derhalve de gevraagde maatschappelijke assistent(e) telefonisch verwittigen en de eventuele afspraak verifiëren. Daarnaast treft de onthaler de nodige administratieve schikkingen zodanig dat het cliëntdossier – via de administratief medewerker – bij de desbetreffende maatschappelijk assistente geraakt. Dit werkt zeer bevorderlijk naar de cliënt toe wanneer deze merkt dat de hulpverlener reeds zijn/haar dossier bij de hand heeft (verpersoonlijking van het dossier). VI.2.2.
GEMEENTE
De gemeente heeft binnen haar structuur een sociale dienst, waartoe de burger zich kan wenden na zich te hebben aangeboden aan de baliedienst in het onthaal van het Administratief Centrum Praetorium, Maastrichterstraat 10 te 3700 Tongeren. De sociale dienst situeert zich op de eerste verdieping en is gemakkelijk bereikbaar via een lift of via een ruime loopbrug die de toegankelijkheid vergemakkelijkt voor rolstoelgebruikers. Dankzij een overzichtelijke signalisatie wordt de burger/bezoeker geleid tot aan de burelen van deze dienst. De burger/bezoeker/cliënt die het ‘Praetorium’ betreedt komt terecht in een groot luchtig atrium en wordt als het ware automatisch geleid naar de balie van het administratief
P. 27.
centrum. Hier kan hij/zij terecht met zijn hulp- en dienstverleningvragen. Voor vragen omtrent: - algemene en voor de hand liggende informatieve vragen, wordt de burger onmiddellijk geholpen door de baliebediende; - de sociale dienstverlening eigen aan het gemeentelijk takenpakket, wordt hij/zij – na telefonisch contactname - doorverwezen naar de wachtzaal van de sociale dienst, alwaar de bevoegde medewerker hem/haar zal helpen met de vraagverheldering en/of vraagbehandeling; - dienstverleningen niet eigen aan het beleidsdomein van de gemeente, wordt hij/zij op een gerichte en klantvriendelijke wijze doorverwezen naar externe diensten of instanties VI.2.3. DE BALIE- OF DE ONTHAALFUNCTIE: In kader van het lokaal sociaal beleid fungeert de balie- en onthaalfunctie als een sociaal aanspreekpunt. De burger moet er informatie kunnen bekomen over het ruime aanbod van basisdiensten en –producten binnen de sociale dienstverlening die zowel door de gemeente als het OCMW worden aangeboden. Hierbij neemt de onthaalbediende bijgevolg de rol op van een dienstverlener en dient deze persoon over de nodige bekwaamheid te beschikken. Zo moet het mogelijk zijn dat de burger voor allerlei individuele administratieve formaliteiten zich kan wenden tot de balie of het onthaal. Een balie waar men attesten, reglementen, folders, aanvraagformulieren voor pensioen en allerhande tegemoetkomingen, kan afhalen verhoogt de kwaliteit van klantgerichte dienstverlening. Deze vorm van nieuwe dienstverlening beoogt een betere bereikbaarheid en werkt alleszins drempelverlagend.
VII.
SOCIAAL HUIS VERSUS MOBIEL SOCIAAL HUIS
VII.1. Doelstelling Sociaal Huis: In het decreet dd. 19.03.2004 betreffende het Lokaal Sociaal Beleid staat in artikel 8 dat het lokaal beleid gericht is op een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een optimaal bereik van de doelgroep. Met het oog hierop, dient volgens artikel 9 het lokaal bestuur een Sociaal Huis te realiseren dat minimaal een informatie-, loket- en doorverwijsfunctie heeft. Volgens artikel 10 heeft het Sociaal Huis de opdracht zo ruim mogelijk informatie te verstrekken over onder meer de mogelijke dienst- en hulpverleningen en bestaande voorzieningen op het lokale niveau. De loketfunctie wordt gerealiseerd door het minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het OCMW, de gemeente en de eventuele partners. In de nieuwsbrief LSB van december 2004 uitgaande van de Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt verduidelijkt wat onder Sociaal Huis dient te worden verstaan: “Het concept ‘Sociaal Huis’ is voor mij een systeem waarbij het OCMW, het
gemeentebestuur en andere partners die op dit terrein een aanbod verzorgen, overleggen en
P. 28.
afspraken maken. Het één-loketprincipe zorgt ervoor dat mensen gemakkelijker de weg vinden naar de sociale dienstverlening. Het is de bedoeling dat de burger op de juiste plaats terecht kan en zo snel mogelijk antwoord krijgt op zijn vraag. Klantgericht werken en afstemming tussen de lokale partners zijn hierbij de basisprincipes. De burger wordt goed geïnformeerd, dadelijk geholpen of passend doorverwezen door deskundige medewerkers. Ik benadruk dat lokale besturen hiervoor niet noodzakelijk een bouwproject moeten opzetten. De realisatie van de principes die ik hiervoor schetste vormt de kern van de zaak.” De term ‘Sociaal huis’ is niet gedefinieerd als een bakstenen gebouw, noch als een actor voor het welslagen van het LSB-plan. Het ‘Sociaal Huis’ is een concept dat de acties omvat die tot doel hebben de toegankelijkheid van de sociale dienstverlening te verhogen. Het is één van de middelen om te werken aan de beoogde maximale toegankelijkheid, maar het is niet een doel op zich. Zoals reeds eerder gesteld gaat de voorkeur uit de huidige dienstverlening naar de Tongerse burger toe – zowel vanuit de gemeente als het OCMW – te handhaven en te streven naar een verhoging van de kwaliteit van die geboden dienstverlening. Daarnaast is het de bedoeling om gezamenlijk naar de burger te stappen. Dit werkt vooral drempelverlagend doordat iedere burger waar dan ook op het Tongerse grondgebied de informatie, deskundige doorverwijzing en/of hulp die hij/zij wenst of nodig heeft ter plaatse kan krijgen. Een mobiele dienst zal hiervoor ingezet worden. VII.2. Werking Mobiel Sociaal Huis: Onder Mobiel Sociaal Huis wordt verstaan een speciaal daartoe ingericht voertuig dat zich dagelijks - conform een voorop vastgesteld rooster en lokatie - zal bevinden in een dorp of wijk op het Tongers grondgebied. Aan de burger van die wijk/dat dorp wordt de mogelijkheid geboden bij de ambtenaar zijn/haar vraag of het probleem voor te leggen. De ambtenaar, die grotendeels zicht heeft op de diversiteit aan dienstverleningen van zowel de gemeente als het OCMW, zal afhankelijk van de soort vraag/dienstverlening of gestelde problematiek: akte nemen van de probleemstelling; de burger van antwoord kunnen dienen inzake de basisdienst- en de basishulpverlening van de Stad en het OCMW; de burger gericht doorverwijzen naar Stad- en OCMW-diensten; de burger gericht doorverwijzen naar externe diensten; de burger voorzien van de nodige documenten, aanvraagformulieren, attesten, reglementen, folders, … ; … Terug op het bestuur aangekomen, zal de ambtenaar: de onopgeloste vragen doorgeven aan de bevoegde Stad- of OCMW-dienst; contacten maken en afspraken vastleggen; de nodige documenten opvragen; de nodige documenten overmaken aan desbetreffende dienst; informatie inwinnen; het registreren van de vragen of problematieken; …
P. 29.
VII.3. Doelstelling Mobiel Sociaal Huis: Dit initiatief beoogt de diversiteit aan dienst- en hulpverleningen direct en dichter bij de burger te brengen. Hierdoor wordt bijgedragen tot meer efficiëntie en coherentie met als belangrijke aandachtspunten de toegankelijkheid (= direct) en de bereikbaarheid (= dichter) van de dienstverleningen (zowel Stad als OCMW). Het feit dat het aanbod van dienst- en hulpverlening zeer uitgebreid en ondoorzichtig is, het feit dat de communicatie tussen de deskundige ambtenaar en de burger niet altijd afgestemd is op het individu, het feit dat brieven en folders met boordevolle informatie niet het meest geschikte media is voor sommige groepen binnen de Tongerse bevolking, maakt dat vanuit beide besturen moet gezocht worden naar oplossingen – binnen het gedachtengoed van het decreet LSB. Het Mobiel Sociaal Huis biedt hierin deels een oplossing daar het eigenlijk overeenstemt met het principe van één-loketdienst, zijnde een gezamenlijk loket dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de diversiteit aan dienstverleningen van het OCMW en de gemeente, maar dan een mobiel informatieknooppunt!
VIII. MEER SOCIAAL BELEID DOOR MEER SAMENWERKING VIII.1.
Tussen de gemeente en het OCMW:
Dit Lokaal Sociaal Beleidsplan doorbreekt de tweedeling gemeente-OCMW. Er wordt uitdrukkelijk gekozen voor een gezamenlijke planningsaanpak per beleidsdomein. Voor elke beleidsdomein wordt een verantwoordelijke aangeduid, verdeeld over de gemeente en het OCMW. Hij/zij is vertegenwoordigd in de coördinatiegroep en stelt voor zijn/haar beleidsdomein een algemeen strategisch plan op. De coördinator dirigeert en coördineert het team van domeinverantwoordelijken. Naast het bewaken van het planningsproces, rapporteert de coördinator op regelmatige tijdstippen het beleid. De gemeente en het OCMW engageren zich om voldoende personeelscapaciteiten en financiële middelen in te zetten om het Lokaal Sociaal Beleid op de agenda te houden en tijdig de nodige bijsturingen te doen, initiatieven of beslissingen te nemen (financiële meerjarenplanning 2008 – 2012). VIII.2.
Tussen het Lokaal Bestuur en de Derden:
Uiterlijk eind 2008 staat in elk van de 12 beleidsdomeinen een goed overleg op poten. In een latere fase – begin 2009 – start het lokale bestuur met de derden een overleg dat de beleidsdomeinen overstijgt: het Lokaal Sociaal Beleidsoverleg. VIII.3.
Andere beleidsplannen:
Volgende beleidsplannen werden uitgewerkt door de bevoegde diensten en maken deel uit van onderhavig Lokaal Sociaal Beleidsplan: -
het Strategisch Veiligheids- en Preventieplan Tongeren 2007-2010 door de Gemeenteraad goedgekeurd in zitting dd. 25.09.2007;
P. 30.
-
het Stedelijk Seniorenbeleid door goedkeuring van de statuten van de seniorenraad, het reglement van inwendige orde en de afsprakennota tot doel de communicatie te bevorderen tussen de seniorenraad en het lokaal bestuur, in het rustoordcomité dd. 19.09.2007, bekrachtigd tijdens de OCMW-Raad dd. 26.09.2007, en in de Gemeenteraad dd. 25.09.2007;
-
het Jeugdbeleidsplan Tongeren door de Gemeenteraad goedgekeurd in zitting dd. 18.12.2007;
-
het Lokaal Beleidsplan Kinderopvang Tongeren 2007-2012, respectievelijk goedgekeurd in de Gemeenteraad dd. 30.10.2007 en door de OCMW-Raad dd. 28.11.2007.
P. 31.
IX.
OMGEVINGSANALYSE
Voor het analyseren van cijfergegevens omtrent onze gemeente kunnen wij ons baseren op het model van de sociale conjunctuurbarometer uitgaande van de Vlaamse overheid en de daarbij horende gegevens ter beschikking van de lokale besturen (te raadplegen op de website www.lokalestatistieken.be) of op de welzijnsmonitor die opgesteld werd door de 2de directie Welzijn van de provincie Limburg voor het jaar 2006. Voor de verdere uitwerking van onderhavige omgevingsanalyse beroepen wij ons op de welzijnsmonitor. Deze welzijnsmonitor bundelt een aantal cijfermatige indicatoren over de provincie en haar gemeenten. Deze indicatoren geven zicht op de demografische en sociaaleconomische context. Tevens vinden we er informatie over sociale uitsluiting op het vlak van werken – wonen en leren en brengen ze de aanwezigheid van (doel)groepen in kaart: bestaansonzekeren – maatschappelijk kwetsbaren – allochtonen – personen met een handicap – ouderen en gezinnen. Een goede kennis van de eigen omgeving is immers onontbeerlijk voor een doelmatig sociaal beleid. Het lokaal sociaal beleid beperkt zich echter niet tot de gemeentegrenzen. Algemeen maatschappelijk tendensen beïnvloeden ook de lokale situatie! Bemerking: De welzijnsmonitor brengt maatschappelijke ontwikkelingen louter en alleen op basis van objectieve, kwantitatieve gegevens in kaart. Maar de maatschappelijke werkelijkheid is niet met cijfers alleen te vatten. Een omgevingsanalyse in functie van sociale beleidsplanning dient ook aangevuld te worden met kwalitatieve informatie, verzameld vanuit het eigen organisatie- en beleidsperspectief. Analyse van het voorzieningenaanbod en analyse op basis van registratie dienen niet over het hoofd gezien te worden. Bovendien wordt een omgevingsanalyse pas volledig wanneer er ook aandacht is voor de subjectieve beleving van de burgers – doelgroepen en klanten. bron: www.limburg.be/welzijn/studiecel Er zijn in Limburg 44 gemeenten. Bij iedere gegevensreeks vindt men op het einde een kolom met rang gemeente. In de kolom standaard score gemeente wordt gewerkt met een kleurenarcering. Deze heeft de volgende betekenis: Legende standaardscores
z < -1,5: -1,5 < z < -0,5: veel lager dan Limburg lager dan Limburg
-0,5 < z < +0,5: +0,5 < z < +1,5: z > +1,5: gemiddeld hoger dan Limburg veel hoger dan Limburg
P. 32.
Totale bevolking
ac
29.635
0,77
18.834
10
Private huishoudens
ac
12.288
0,88
7.315
6
rang gemeente
indicator Vlaams Gew.
stand.score gemeente
indicator Limburg
indicator gemeente
indicator Zuid-Limb.
Bevolking en loop van de bevolking: aard indicator
IX. 1.
Bevolking en loop van de bevolking
Familiekernen
ac
8.424
0,83
inw/km²
338
0,03
270
334
447
16
Geboorten per 1000 inwoners
‰
8,30
-1,38
9,07
9,90
10,37
39
Sterfte per 1000 inwoners
‰
10,06
1,33
9,48
7,69
9,34
6
Inwijkingen per 1000 inwoners
‰
30,95
-1,08
39,96
37,85
44,66
38
Uitwijkingen per 1000 inwoners
‰
26,75
-1,55
36,58
35,41
41,83
42
Bevolkingsdichtheid
5.279
8
Uit de gegevens van de welzijnsmonitor blijkt dat het een grote uitdaging is de kaap van de 30.000 inwoners te bereiken aangezien Tongeren op de 39ste plaats staat wat betreft het aantal geboortes per 1.000 inwoners (8,30) en op de 38ste plaats wat betreft het aantal inwijkingen per 1.000 inwoners (30,95). Tongeren zit wat deze twee items betreft lager dan hetgeen in het algemeen geldt voor de provincie Limburg (geboortes: 9,90 – inwijkingen: 37,85). Een ander belangrijk element maakt het aantal sterftegevallen uit. Hier staat Tongeren op een 6de plaats. Dit betekent dat het aantal sterftegevallen in Tongeren (10,06) heel wat hoger ligt dan algemeen gangbaar is in de provincie (7,69). Positief is dat Tongeren op de 42ste plaats bij het percentage uitwijkingen per 1.000 inwoners (26,75). Dit is heel wat lager dan we in het algemeen over de gehele provincie (35,41) vaststellen. Onderstaande tabel en grafiek geven de evolutie van de Tongerse bevolking over de voorbije twee legislaturen (1995 – 2007) weer. bron: www.lokalestastistieken.be
Evolutie aantal inwoners: Aantal inwoners
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
29.788 29.798 29.864 29.803 29.798 29.723 29.598 29.621 29.690 29.531 29.635 29.687 29.806
Evolutie aantal inwoners 29900 29800 29700 29600 29500 29400 29300 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07
Jaar
Begrip inwoners: Toestand van de bevolking op 1 januari van het aangegeven jaar. bevolkingscijfers bevatten zowel inwoners van Belgische als van vreemde nationaliteit.
De
P. 33.
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
indicator Limburg
stand.score gemeente
indicator Zuid-Limb.
indicator gemeente
aard indicator
Nationaliteiten:
Niet-Belgen
%
3,1
-0,75
4,4
8,1
4,9
29
Niet-Belgen van Nederland
%
42,9
-0,34
60,8
52,2
31,0
20
Niet-Belgen van Maghreblanden en Turkije
%
4,3
-0,67
4,3
11,8
16,1
25
Nationaliteiten
Niet-Belgen van ex-Oostbloklanden
%
8,53
1,08
6,02
3,10
7,21
12
Niet-Belgen van EU-ex-migratieland.
%
14,1
-0,61
8,1
23,9
14,4
21
Niet-Belgen van lage-inkomensland.
%
20,3
0,11
20,6
18,4
35,5
23
Nieuwkomers per 1000 inwoners
‰
3,28
-0,64
5,86
7,30
5,76
29
Nieuwkomers, afkomstig van EU-exmigratieland. en lage-inkomensland.
%
26,8
-0,03
29,7
27,6
45,0
24
Nieuwkomers, afkomstig van Nederland
%
40,2
-0,52
47,6
54,6
22,1
23
Wat betreft het aantal niet-Belgen in de gemeente Tongeren zijn er t.o.v. de provincie Limburg geen uitschieters vast te stellen. Er is een kleine kanttekening mogelijk: het aantal niet-Belgen uit ex-Oostbloklanden ligt in Tongeren (7,21%) hoger dan in de provincie Limburg (3,10%).
rang gemeente
0,23
indicator Vlaams Gew.
stand.score gemeente
14,9
indicator Limburg
indicator gemeente
%
indicator Zuid-Limb.
aard indicator
Leeftijdsopbouw:
14,9
14,7
15,3
19
Leeftijdsopbouw Kinderen op voorschoolse leeft. (0-2) Kinderen op kleuterleeftijd (3-5)
%
15,1
-0,26
15,3
15,4
15,7
23
Kinderen op lagere schoolleeftijd (6-11)
%
34,4
1,15
33,3
33,1
33,5
10
Tieners op middelbare schoolleeftijd (12-17)
%
35,6
-0,75
36,5
36,9
35,6
35
Minderjarigen (0-17)
%
17,8
-1,47
18,6
19,9
20,0
39
Jongeren (0-19)
%
20,1
-1,32
20,7
22,3
22,2
39
Jongeren (0-24)
%
25,9
-1,41
26,7
28,8
28,3
38
Bevolking op actieve leeftijd (20-59)
%
55,7
-1,07
57,1
57,2
55,0
39
Ouderen (60-...)
%
24,2
1,76
22,1
20,5
22,8
3
Hoogbejaarden (80-...)
%
4,34
1,68
3,73
3,08
4,21
5
Opmerkelijk is het feit het Tongeren minder jongeren in haar bevolking telt. Voor de leeftijd van 0 tot 24 jaar staan we op de 38ste plaats in de ranglijst van de 44 gemeenten van de provincie. Te bemerken valt dat de groep van 12 tot 17 jaar eenderde van de bevolking van onze gemeente uitmaakt.
P. 34.
Zeker te vermelden is het hoge percentage aan 60-plussers binnen Tongeren. Er zijn in Tongeren 3,70% meer 60-plussers dan over het algemeen in de provincie Limburg. Dit maakt dat Tongeren op de 3de plaats eindigt voor de provincie Limburg.
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
indicator Limburg
stand.score gemeente
indicator Zuid-Limb.
indicator gemeente
aard indicator
Demografische coëfficiënten:
Vervangingscijfer
index
82,0
-1,39
86,0
90,5
91,3
39
Dependentiecoëfficiënt
index
79,5
1,09
75,0
74,7
81,9
6
Verouderingscoëfficiënt
index
120,0
1,79
106,7
91,7
102,6
7
Demografische coëfficiënten
Grijze druk
index
43,3
1,77
38,7
35,7
41,5
3
Groene druk
index
36,1
-0,91
36,3
39,0
40,4
34
Familiale zorgindex
index
30,2
1,38
26,3
22,8
32,1
6
Uitleg omtrent de in deze tabel gebruikte begrippen: Vervangingscijfer: de verhouding van de jonge actieven (20 –39 jaar) t.o.v. de oudere actieven (40 – 59 jaar). Dit is een indicator voor de vraag of er binnen de bevolking op actieve leeftijd voldoende jonge actieven zijn om de oudere op te volgen op de arbeidsmarkt. Indien het cijfer kleiner is dan 100 zijn er onvoldoende jonge werkkrachten om alle oudere werkkrachten te vervangen. Dependentiecoëfficiënt: de verhouding van de nog niet-actieven (0 – 19 jaar) en de nietmeer actieven (vanaf 60 jaar) t.o.v. de bevolking op actieve leeftijd (20 – 59 jaar). Dit is een indicator voor de afhankelijkheid van de niet-actieven t.o.v. de actieven; het maatschappelijk draagvlak van het economisch productieve deel van de bevolking t.o.v. het economisch niet-productieve deel van de bevolking. Verouderingscoëfficiënt: de verhouding van de ouderen (vanaf 60 jaar) t.o.v. de jongeren (0 – 19 jaar). Dit is een indicator voor de mate waarin de oudere bevolking weegt op de jongeren. Grijze druk: de verhouding van de ouderen (vanaf 60 jaar) t.o.v. de bevolking op actieve leeftijd (20 – 59 jaar). Dit is een indicator voor de mate waarin de niet-meer actieve bevolking weegt op de bevolking op actieve leeftijd. Groene druk: de verhouding van de jongeren (0 – 19 jaar) t.o.v. de bevolking op actieve leeftijd (20 – 59 jaar). Dit is een indicator voor de mate waarin de nog-niet actieve bevolking weegt op de bevolking op actieve leeftijd. Familiale zorgindex: de verhouding van de hoogbejaarden (vanaf 80 jaar) t.o.v. de oudste actieven (50 – 59 jaar). Dit is een indicator voor de mate waarin de oudste actieven kunnen instaan voor hun hoogbejaarde ouders. Er zijn in Tongeren te weinig jongeren actief om de oudere actieven op te volgen op de arbeidsmarkt. Voor Tongeren mogen we besluiten dat de vervangingscoëfficiënt en de groene druk lager liggen dan in de provincie Limburg.
P. 35.
In Tongeren is de vergrijzing sterker dan in de rest van de provincie. Het hoge aantal 60-plussers binnen Tongeren zorgt ervoor dat er een omgekeerde piramideverhouding is t.o.v. de 0- tot 19-jarigen en dat de actieve bevolkingsgroep een zware last te dragen heeft.
0,00
8,3
rang gemeente
indicator Zuid-Limb.
10,0
indicator Vlaams Gew.
stand.score gemeente
%
indicator Limburg
indicator gemeente
Sociaal-economische context: aard indicator
IX.2.
10,0
8,0
9 39
Sociaal-economische context Werkloosheidsgraad Seksekloof werkloosheidsgraad
ratio
1,51
-0,59
1,66
1,68
1,44
Jeugdwerkloosheidsgraad
%
22,2
0,3
19,1
21,3
18,5
9
Werkzaamheidsgraad
%
64,0
0,29
65,4
62,8
67,7
24
ratio
0,76
0,18
0,76
0,76
0,79
19
%
63,8
0,35
48,2
57,2
63,6
8
Gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner
EUR
12.759
0,40
12.782
12.407
13.485
17
Mediaaninkomen van alle inkomensaangiften
EUR
18.602
-0,32
18.943
19.384
30
%
54,2
0,26
53,3
51,9
14
Seksekloof werkzaamheidsgraad Werkgelegenheidsgraad
Inkomens < 20.000 EUR
54,5
Wat betreft de sociaal-economische gegevens zijn er voor Tongeren geen uitschieters t.o.v. de provincie Limburg. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner binnen Tongeren (€ 12.759) iets hoger ligt dan voor de gehele provincie Limburg (€ 12.407).
P. 36.
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Zuid-Limb.
indicator Limburg
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
Arbeidsmarkt: aard indicator
IX.3.
Werkzoekenden zonder diploma HSO
%
56,1
0,78
53,4
52,6
51,4
7
Werkzoekenden langer dan 2 jaar werkloos
%
28,2
0,40
25,6
26,6
26,0
14
Werkzoekenden van 30 jaar en ouder
%
63,9
0,28
65,5
62,7
63,4
Werkzoekenden van EU-ex-migratielanden en lage-inkomenslanden
%
3,1
-1,36
4,3
8,6
Werkzoekenden met cumulatie van minstens 2 risicofactoren
%
50,9
0,56
50,1
49,0
49,3
11
Werkzoekenden met cumulatie van minstens 3 risicofactoren
%
17,8
0,55
16,1
16,2
15,7
9
Werkzoekenden die arbeidsgehandicapt zijn
%
16,4
0,46
15,3
14,7
12,0
16
Werkzoekenden jonger dan 25 jaar en langer dan 1 jaar werkloos
%
6,0
-0,05
4,6
6,1
5,6
10
Werkzoekenden jonger dan 25 jaar en zonder diploma HSO
%
10,5
0,15
9,1
10,1
10,8
10
Arbeidsmarkt
29 34
Zorgen voor bijkomende tewerkstelling blijft een prioriteit voor Tongeren. Gelet op het feit dat momenteel de oudere actieven (40- tot 59- jarigen) doorwegen, zal er werk gemaakt moeten worden van een beleid dat de toeleiding van werkzoekenden naar deze jobs stimuleert.
stand.score gemeente
indicator Zuid-Limb.
indicator Limburg
indicator Vlaams Gew.
Huurwoningen
%
20,7
0,40
17,2
18,9
23,7
6
Sociale huurwoningen
%
2,1
-0,68
2,3
3,4
2,7
29
Sociale huurappartementen
%
4,2
1,33
2,0
2,1
2,7
3
Sociale huisvesting ( 2 + 3)
%
6,3
0,28
4,3
5,5
5,4
10
Kandidaat sociale huurders
%
3,3
-0,24
2,5
3,7
2,9
11
Woningen zonder comfort
%
5,4
1,71
4,6
3,3
4,5
6
Leegstand en verkrotting
%
0,90
1,43
0,40
0,41
0,82
5
rang gemeente
indicator gemeente
Wonen: aard indicator
IX.4.
Wonen
Sociale huisvesting in Tongeren: 2002
2003
2004
2005
2006
772
771
772
772
791
P. 37.
Wat betreft wonen scoort Tongeren niet zo goed binnen de provincie Limburg. Er zijn nog vele woningen zonder comfort en ook is er veel leegstand en verkrotting. Positief is het feit dat er in Tongeren meer sociale huisvesting voor handen is dan hetgeen geldt voor de gehele provincie. Wat betreft het aantal sociale huurwoningen zijn er dan weer minder dan hetgeen geldt voor de gehele provincie. Met betrekking tot sociale woningbouw zit Tongeren op het goede spoor. In 2006 was er de realisatie van bijkomende sociale huurappartementen in Het Convent, het voormalige Benedictinessenklooster in de Sint-Jansstraat en nog andere projecten zijn in opstart. Kleine Landeigendom is een sociale bouwmaatschappij die sociale woningen verkoopt (niet verhuurt) en leningen toestaat voor nieuwbouw en aankoop met sanering van een woning in de provincie Limburg. Kleine Landeigendom had en heeft ook heel wat projecten op zijn agenda staan. De afgelopen vijf jaar investeerden Tongershuis en Kleine Landeigendom samen heel wat financiële middelen in de sociale woningsector. Wat betreft de geografische spreiding van de sociale huurwoningen stellen we vast dat de sociale huisvesting binnen Tongeren zich vooral concentreert binnen vier wijken m.n.: • • • •
binnen de wijk Paspoel, (Paquaylaan, Thyslaan, Necropolisstraat en SintServaasstraat); binnen de wijk Nieuw-Tongeren (Bevrijdingsstraat, Depuisstraat, Driehoekstraat, Europalaan, Radiostraat, Tongershuisstraat, Verbindingsstraat, Verenigde-Natiënlaan, Witboomstraat en Ziegelsmeer); binnen de wijk De Locht (De Locht, De Vochtlaan en Hasseltsesteenweg) en in de wijk tussen Dijk en Wijkstraat (Dijk, Churchilllaan, Eisenhowerlaan, Montgommerylaan, Rooseveltlaan, Trumanlaan en Wijkstraat).
Er is echter uitbreiding in de spreiding van de sociale huisvesting voorzien binnen andere wijken en straten van Tongeren.
indicator Zuid-Limb.
indicator Limburg
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
Leefloners
%
0,39
0,74
0,32
0,29
0,57
7
Personen met een handicap met recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming
%
1,12
1,05
1,07
0,88
0,92
8
Ouderen met een inkomensgarantie voor ouderen
%
5,1
0,59
5,8
4,3
4,9
14
Mensen met een leefloon of een inkomensgarantie
%
2,34
1,20
2,30
1,78
2,25
6
Mensen met recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering
%
9,6
1,22
9,5
8,0
8,1
7
‰
2,53
0,66
2,46
1,85
2,68
10
%
0,45
-0,02
0,81
0,45
aard indicator
stand.score gemeente
Bestaansonzekeren: indicator gemeente
IX.5.
Bestaansonzekeren
Ambtshalve geschrapten Asielzoekers
14
P. 38.
Tongeren heeft vele bestaansonzekeren onder haar bevolking (7de voor de gehele provincie) zoals blijkt uit bovenstaande tabel. Het aandeel leefloners is nog groot. Hier valt echter een positieve kentering te vermelden t.o.v. 2005 waar Tongeren toen een 2de plaats op provinciaal niveau innam. Tongeren staat op de 10de plaats van de 44 Limburgse gemeenten bij het aantal ambtshalve geschrapten. Mensen worden ambtshalve geschrapt omdat ze niet meer verblijven op het adres waarop ze zijn ingeschreven, terwijl hun nieuwe woonplaats niet kan worden vastgesteld. Dit kan een indicator zijn voor de omvang van een zeer kwetsbare groep: naast mensen die voor langere tijd of definitief naar het buitenland vertrekken zonder zich af te melden, omvat deze categorie ook mensen die ergens in België verblijven. Doordat zij geen domicilieadres hebben, ondervinden ze heel wat moeilijkheden om beroep te doen op de hulp- en dienstverlening. Opvallend is het feit dat Tongeren minder asielzoekers telt dan in Limburg gangbaar is.
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Zuid-Limb.
indicator Limburg
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
Maatschappelijk kwetsbare groepen: aard indicator
IX.6.
Geboorten in kansarme gezinnen
%
3,7
-0,59
6,9
6,4
5,9
18
Jongeren in het secundair onderwijs die risicoschoolloopbaan ontwikkelen
%
28,0
-0,68
26,9
32,2
Maatschappelijk kwetsbare jongeren 17
12
4,96
7
Jongeren (18-24), langer dan 1 jaar werkzoekend
%
3,6
0,34
2,4
3,2
2,6
9
Jongeren (18-24) met een leefloon
%
0,50
0,15
0,44
0,46
1,11
18 rang gemeente
1,11
5,31
indicator Vlaams Gew.
1,12
4,68
indicator Limburg
1,21
0,56
indicator Zuid-Limb.
0,18
6,29
stand.score gemeente
1,21
%
indicator gemeente
%
Jongeren (18-24), werkzoekend en zonder diploma HSO
aard indicator
Jongeren in de bijz. jeugdbijstand
Gezinnen met minderjarige kinderen
%
38,1
-1,11
39,0
40,5
41,1
36
Eénoudergezinnen met minderjarige kinderen
%
11,5
2,03
9,8
9,1
11,5
1
Alleenwonenden
%
27,4
1,25
24,8
23,6
29,0
5
Huishoudens met meer dan 5 personen
%
1,51
-0,97
1,67
2,24
1,90
35
Gezinnen
Met 11,50% van de gezinnen staat Tongeren op de eerste plaats wat betreft het aantal éénoudergezinnen met minderjarige kinderen. (Limburg: 9,10%). Hier kan een aanbod van opvoedingsondersteuning – van buitenschoolse kinderopvang en integrale jeugdhulpverlening ondersteunend werken.
P. 39.
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Zuid-Limb.
indicator Limburg
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
Allochtonen: aard indicator
IX.7.
%
0,63
-1,01
0,91
1,49
1,75
26
‰
0,40
-0,17
0,48
0,47
0,79
16
%
0,35
-0,94
0,39
1,25
1,04
28
Allochtonen Niet-Belgen van lage-inkomensland. Erkende vluchtelingen Werkzoekenden met als etniciteit Maghrebijn, Turk of niet-EU-burger
Tongeren scoort hier op alle items lager dan gemiddeld in Limburg.
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Zuid-Limb.
indicator Limburg
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
Ouderen: aard indicator
IX.8.
Ouderen (60-...)
%
24,2
1,76
22,1
20,5
22,8
3
Hoogbejaarden (80-...)
%
4,34
1,68
3,73
3,08
4,21
5
Alleenwonende ouderen (60-...)
%
23,7
1,43
21,6
20,9
24,6
4
Ouderen (60-...) van EU-ex-migratielanden en lage-inkomenslanden
%
0,5
-0,74
0,4
3,5
1,1
21
Ouderen (65-...) met een integratietegemoetkoming
%
1,48
0,88
1,58
1,11
1,03
13
Ouderen (65-...) met tegemoetkoming hulp aan bejaarden
%
9,9
0,68
11,8
8,0
7,0
14
Ouderen (65-...) van nationaliteiten 4 met tegemoetkoming hulp aan bejaarden
%
0,0
-1,76
0,0
4,9
3,5
16
Ouderen
Tongeren scoort hoog (3de plaats) wat betreft ouderen vanaf 60 jaar. Maar liefst 24% van de Tongerse bevolking is zestig jaar of ouder. In Limburg gaat het om 20,50%. Bij deze ouderen zijn er heel wat hoogbejaarden die 80 jaar of ouder zijn. In Tongeren 4,34% t.o.v. 3,08% in Limburg. In Tongeren zijn er meer ouderen (60 jaar en ouder) alleenwonend. 23,7% in Tongeren t.o.v. 20,90% in Limburg. Hierdoor staat Tongeren op de vierde plaats wat betreft dit item. Opvallend is dat er in Tongeren meer ouderen (65 jaar en ouder) van een integratietegemoetkoming (1,48%) of een tegemoetkoming hulp aan bejaarden (9,9%) genieten dan voor de provincie geldt (1,11% en 8,0%).
P. 40.
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Zuid-Limb.
indicator Limburg
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
Personen met een handicap: aard indicator
IX.9.
Personen met enkel een integratietegemoetkoming
%
0,66
1,03
0,67
0,52
0,57
3
Personen met integratietegemoetkoming en recht op inkomensvervangende tegemoetkoming
%
0,80
0,85
0,78
0,66
0,65
9
Personen met een integratietegemoetkoming (1 + 2)
%
1,46
1,06
1,45
1,19
1,22
6
Personen met integratietegemoetkoming, niet in een instelling verblijvend
%
1,33
2,05
1,16
0,92
0,95
3
Personen met een handicap
Tongeren scoort hoog voor wat betreft personen met een integratietegemoetkoming t.o.v. de gemiddelde Limburgse score (dient ook wel in samenhang gezien te worden met de hoge score qua leeftijd).
P. 41.
rang gemeente
indicator Vlaams Gew.
indicator Limburg
indicator Zuid-Limb.
stand.score gemeente
indicator gemeente
aard indicator
IX.10. Scholing:
Onderwijs en scholing Risicoschoolloopbanen in basis- en secundair onderwijs Schoolse vertraging in het gewoon kleuteronderwijs
% 0,61 -0,21 0,66 0,68
25
Buitengewoon kleuteronderwijs volgen
% 0,91 0,00 0,67 0,91
19
Risicoschoolloopbanen in het kleuteronderwijs
% 1,52 -0,14 1,33 1,59
19
Schoolse vertraging in het gewoon lager onderwijs
%
9,8 12,2
30
Buitengewoon lager onderwijs volgen
% 8,43 0,46 6,93 7,59
12
Risicoschoolloopbanen in het lager onderwijs
% 17,7 -0,49 16,7 19,8
21
Schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs
% 22,5 -0,77 22,3 26,7
22
9,2 -0,90
Buitengewoon secundair onderwijs volgen
%
4,2
9
Deelt. beroepssecundair onderwijs volgen
% 0,65 -0,81 0,71 1,23
4,8 0,58
4,0
25
Risicoschoolloopbanen in het secundair onderwijs
% 28,0 -0,68 26,9 32,2
17
Lage scholing Jongeren (18-24), werkzoekend en zonder diploma HSO
%
6,3 0,56
4,7
5,3
5,0
7
Werkzoekenden zonder diploma HSO
% 4,32 0,59 3,44 3,79 3,17
4
Doorstroming naar hoger onderwijs Doorstromers naar het hog. onderw.
% 50,7 -0,08 52,5 51,5
28
Leerlingen in de A-stroom van 1ste graad in het gewoon sec. onderwijs
% 85,4 0,47 85,7 83,8
22
Leerlingen in de B-stroom van 1ste graad in het gew. secund. onderwijs
% 14,6 -0,47 14,3 16,2
23
ASO-leerlingen 2de-3de graad in het gewoon secundair onderwijs
% 40,2 0,79 39,0 35,9
11
TSO-leerlingen 2de-3de graad in het gewoon secundair onderwijs
% 29,3 -0,91 33,2 33,3
40
KSO-leerlingen 2de-3de graad in het gewoon secundair onderwijs
% 1,98 0,01 1,75 1,97
25
BSO-leerlingen 2de-3de graad in het gewoon secundair onderwijs
% 28,6 -0,05 26,0 28,8
18
Spreiding over de onderwijsvormen in het gewoon secundair onderwijs
Wie laag geschoold is, heeft minder kansen op werk en een sterke maatschappelijke positie. We kunnen uit gaan van het principe dat onze gemeente, met relatief veel laaggeschoolden onder de werkzoekenden, ook relatief veel laaggeschoolden telt.
P. 42.
IX.11. Rangorde ifv de omgevingsanalyse: Overzicht van de beleidsdomeinen in functie van de behaalde scores in onderhavige omgevingsanalyse en dit t.o.v. het Limburgs niveau: 1. Algemene dienstverlening(maatschappelijk kwetsbaren groepen – bestaansonzekeren – personen met een handicap) 2. Senioren en thuiszorg 3. Huisvesting 4. Werken 5. Scholing Het ‘gevoel van welzijn’ van de burgers wordt ook beïnvloed door hun leefomgeving. Een aangename leefomgeving waar men zich thuis voelt is belangrijk. In dit kader heeft de politiezone Tongeren-Herstappe in samenwerking met de universiteit Hasselt in 2006 een veiligheids- en leefbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Geconcludeerd werd dat de Tongerse burger zich veilig voelt in zijn stad, uitgezonderd op bepaalde specifieke locaties zoals het station. Thematische aandachtspunten zijn het aanpakken van overdreven snelheid, parkeerproblemen, fietspaden, vandalisme, zwerfvuil en hondenpoep. 66% heeft vertrouwen in de werking van het lokaal bestuur. Samengevat kan uit de omgevingsanalyse gesteld worden dat Tongeren hoog scoort op het vlak van vergrijzing, woningen zonder comfort, éénoudergezinnen met minderjarige kinderen en werkzoekenden zonder diploma HSO.
P. 43.
X.
BELEIDSDOMEINEN MET DE DOELSTELLINGEN
Zowel de gemeente als het OCMW van Tongeren bieden een aantal sociale hulp- en dienstverleningen aan. Elk van die dienstverleningen zijn geordend onder een welbepaald beleidsdomein. Dit aanbod werd geïnventariseerd en gebundeld in het eerste Lokaal Sociaal Beleidsplan dat respectievelijk dd. 20.12.2005 door de Gemeenteraad en dd. 21.12.2005 door de OCMW-Raad werd goedgekeurd. De uitvoering en de realisatie van de diverse beleidsdomeinen worden vertaald in onderhavige doelstellingen. Om duidelijkheid te creëren wordt er per beleidsdomein melding gemaakt van de doelgroep, de taken van het gemeentebestuur en het OCMW, de externe partners en – dit alles aangevuld met – de beoogde doelstellingen. Met doelstellingen wil het lokaal bestuur weergeven welke effecten men wil realiseren op langere termijn. X.1.
ALGEMENE DIENSTVERLENING
Doelgroep:
in het algemeen: de ganse bevolking van Tongeren personen met een ontoereikend inkomen of met problemen om rond te komen omwille van diverse redenen personen met sociale en/of juridische vragen of problemen
Taken van het gemeentebestuur: algemene dienstverlening geven, op klantvriendelijke wijze signaleren van noden en behoeften binnen het lokale welzijnsbeleid in het kader van openbaarheid van bestuur en participatie: alle maatregelen, voorzieningen, reglementen, … on-line, op folders, op andere communicatiedragers, … verstaanbaar en toegankelijk ter beschikking stellen van gans de bevolking informeren van de Tongerse bevolking betreffende de dienstverlening door o.m. het gericht verspreiden van folders, affiches, artikels in de Tongerse informatiekrant Actua, on-line, … en dit op een verstaanbare en toegankelijke manier (taal, druk, zonder vakterminologie of afkortingen, …) preventiebeleid voor de ganse bevolking , gericht op verschillende onderdelen van het Lokaal Sociaal Beleidsplan Tongeren, en dit in samenwerking met (externe) partners aanvragen van rust- en overlevingspensioenen in het stelsel van werknemers en zelfstandigen aanvragen van inkomensgarantie voor ouderen informatie en administratie toegelaten arbeid voor gepensioneerden algemene informatie m.b.t. pensioenregeling toepassing sociaal tarief gemeentelijke fiscaliteit toekenning gemeentelijke geboortepremie toekenning gemeentelijke geboortecheques voor kansarme gezinnen bevorderen cultuurparticipatie kansarme jongeren (jongerencheques) maatschappelijk overleg Tongeren (MOT) – inventarisatie en secretariaat welzijnsoverleg – voorbereiding stuurgroep en vertegenwoordiging in algemene vergadering alternatieve gerechtelijke maatregelen – detachering personeelslid – dossieropvolging
P. 44.
agendering College ten laste neming begrafeniskosten – dossieropvolging agendering College lidmaatschap Minder Mobielen Centrale (MMC) aanspreekpunt initiatieven rond “wonen” vanuit sociaal oogpunt agenderen en toekennen van toelagen aan sociale initiatieven – dossieropvolging toekenning financiële tegemoetkoming “noodhulp” ondersteuning initiatieven rond “ontwikkelingssamenwerking” logistieke ondersteuning van acties met een sociaal doel interventies vanuit sociaal oogpunt bij situaties van zelfwaarlozing en sociale achterstelling bemiddeling bij samenlevingsproblemen nazicht dossiers arbeidstekens secretariaat en dossieropvolging van het lokaal overleg kinderopvang; in het kader van het decreet Sociaal Beleid meewerken aan de uitbouw van een sociaal huis voor Tongeren ter beschikking stellen van de lokale sociale kaart intern, aan externe partners en aan de bewoners van Tongeren communicatie met bevolking over kansengroepen uitwerken (via onderwijs, via informatiebeleid, via verenigingen, … )
Taken van het OCMW: preventiebeleid, gericht op kwetsbare bevolkingsgroepen, gericht op de verschillende onderdelen van het Lokaal Sociaal Beleidsplan Tongeren, en dit in samenwerking met (externe) partners toekenning van diverse vormen van financiële hulpverlening recht op maatschappelijke integratie inclusief leefloon toekenning voorschotten op sociale uitkeringen borgstelling opvang daklozen toekennen van tussenkomst in het kader van de culturele – sociale en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de maatschappelijke dienstverlening van het OCMW toekenning tussenkomst in het kader van het Sociaal Stookoliefonds juridische hulpverlening schuldhulpverlening (budgetbegeleiding – budgetbeheer – schuldbemiddeling – wet op collectieve schuldenregeling) tussenkomst in verblijfskosten van erkende onthaaltehuizen – rusthuizen – R.V.T.-diensten – ziekenhuizen hulp aan personen die kampen met problemen inzake betaling energiekosten; informatie – advies en doorverwijzing administratieve begeleiding en hulpverlening psychosociale begeleiding; lokale adviescommissie lokaal cliëntoverleg sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met diverse welzijnsinstanties teneinde de hulp- en dienstverlening aan de Tongerse bevolking te waarborgen samen met de gemeente een Sociaal Huis voor Tongeren uitbouwen in het kader van het decreet Lokaal Sociaal Beleid signaleren van noden en behoeften binnen het lokale welzijnsbeleid ter beschikking stellen van de lokale sociale kaart intern en aan externe partners
P. 45.
Externe partners: diverse sociale zekerheidsinstellingen maandelijkse zitdag afgevaardigde RVP maandelijkse zitdag RSVZ maandelijkse zitdag Rijksfonds Arbeidsongevallen maandelijkse zitdag Federale Overheidsdienst Sociale Zaken jaarlijkse infodag studietoelagen mutualiteiten vakbonden diverse welzijnsinstanties (CAW Sonar – Vereniging Geestelijke Gezondheidszorg – Comité Bijzondere Jeugdzorg – Onthaaltehuizen – Open School – Dienst Begeleid en Beschut Wonen … )
Doelstellingen:
X.1.Bis
het bevorderen van een kwalitatieve sociale hulp- en dienstverlening het verhogen van de betrokkenheid van alle welzijnsactoren bij het Lokaal Sociaal Beleid organiseren van een structureel welzijnsoverleg afstemming – overleg en samenwerking van het lokaal bestuur en gekoppelde lokale sociale actoren het vermijden van uitsluiting en discriminatie van bepaalde doelgroepen één ambtenaar eindverantwoordelijke maken voor de algemene dienstverlening
ARMOEDE
Doelgroep:
personen met een ontoereikend inkomen of met problemen om rond te komen omwille van diverse redenen personen die dreigen in de armoede terecht te komen
Taken van het gemeentebestuur: aanvragen van inkomensgarantie voor ouderen toekenning gemeentelijke geboortecheques voor kansarme gezinnen bevorderen cultuurparticipatie kansarme jongeren (jongerencheques) agenderen en toekennen van toelagen aan sociale initiatieven – dossieropvolging toekenning financiële tegemoetkoming “noodhulp” interventies vanuit sociaal oogpunt bij situaties van zelfwaarlozing en sociale achterstelling aanspreekpunt initiatieven rond “wonen” vanuit sociaal oogpunt er voor zorgen dat bij de uitstippeling van het beleid op het vlak van sport, cultuur, ruimtelijke ordening … voldoende aandacht gaat naar de belangen van de personen bedreigd door/in armoede Taken van het OCMW: toekenning van diverse vormen van financiële hulpverlening recht op maatschappelijke integratie inclusief leefloon toekenning voorschotten op sociale uitkeringen borgstelling opvang daklozen toekennen van tussenkomst in het kader van de culturele – sociale en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de maatschappelijke dienstverlening van het OCMW toekenning tussenkomst in het kader van het Sociaal Stookoliefonds
P. 46.
schuldhulpverlening (budgetbegeleiding – budgetbeheer – schuldbemiddeling – wet op collectieve schuldenregeling) tussenkomst in verblijfskosten van erkende onthaaltehuizen – rusthuizen – R.V.T.-diensten – ziekenhuizen hulp aan personen die kampen met problemen inzake betaling energiekosten signaleren van noden en behoeften binnen het lokale welzijnsbeleid
Externe partners: Diverse welzijnsinstanties zoals (niet beperkend): CAW Sonar De Living Poverello Vincentius Tongeren Comité Bijzondere Jeugdzorg onthaaltehuizen Open School sociale woonmaatschappijen en sociale verhuur kantoren gerechtelijke wereld (schuldenproblematiek)
Doelstellingen:
X.2.
het bevorderen van een kwalitatieve sociale hulp- en dienstverlening het verhogen van de betrokkenheid van alle welzijnsactoren bij het Lokaal Sociaal Beleid organiseren van een structureel welzijnsoverleg afstemming – overleg en samenwerking van het lokaal bestuur en gekoppelde lokale sociale actoren het ondersteunen van personen die geconfronteerd worden met armoede het vermijden van uitsluiting en discriminatie van bepaalde doelgroepen één ambtenaar eindverantwoordelijke maken voor de algemene dienstverlening
TEWERKSTELLING
Doelgroep:
personen die werkloos zijn specifieke doelgroepen: de “risicogroepen” op de arbeidsmarkt – voor Tongeren inzonderheid jongeren en personen met lage beroepskwalificaties
Taken van het gemeentebestuur: adequaat personeelsbeleid, dat rekening houdt met kansengroepen (externe) begeleiding van personen, tewerkgesteld via art. 60, activeringsmaatregelen en brugprojecten doorgedreven samenwerking/samensmelting tussen de tewerkstellingscellen van de gemeente en het OCMW oprichting van één werkwinkel, met alle betrokken partners, op één locatie sociale economie P.W.A., dienstencheques, lokale werkwinkel Taken van het OCMW: adequaat personeelsbeleid, dat rekening houdt met kansengroepen (externe) begeleiding van personen, tewerkgesteld via art. 60, activeringsmaatregelen en brugprojecten tewerkstelling van OCMW-cliënteel volgens art. 60 § 7 van de organieke wet; P. 47.
in het kader van de R.M.I.-wet activering centraal stellen gebruik maken van diverse (federale) tewerkstellingsmaatregelen (activaplan, invoeginterim, ….) oprichting van één werkwinkel, en dit op één locatie opleiding en vorming voor kansarmen nieuwe tewerkstellingsplaatsen zoeken voor art. 60-gers bij lokale vzw’s
Externe partners: lokale werkwinkelpartners (V.D.A.B., R.V.A., P.W.A., A.T.B.) alle dienstenchequesbedrijven, actief op het Tongers grondgebied interim-kantoren bedrijven in Tongeren en omgeving V.Z.W’s samenwerkend in het kader van art. 60: - vzw Kinderparadijs - vzw De Wroeter - vzw Nederheem Dagcentrum en Bezigheidstehuis Bergerhof - … Brugprojecten in samenwerking met vzw ’t Heft verder ontwikkelen; - Stadsdiensten de Motten, containerpark, kerkhof, onderhoud, reinigingsdienst, AZ Vesalius, Eco-Net, …
Doelstellingen:
X.3.
het terugdringen van het probleem van de langdurige werkloosheid doorgedreven samenwerking/samensmelting tussen tewerkstellingscellen van de gemeente en het OCMW sociale economieprojecten stimuleren en mee ontwikkelen het bevorderen van samenwerking tussen alle organisaties die actief zijn in het begeleiden – opleiden en bemiddelen van werklozen de kansen op reguliere tewerkstelling voor werklozen verhogen werkverhinderende omstandigheden zoals flexibele en haalbare kinderopvang (cfr aantal éénoudergezinnen met kinderlast), mobiliteit (cfr bereikbaarheid Tongeren-Oost met openbaar vervoer, met fiets …) aanpakken één ambtenaar eindverantwoordelijke maken voor het tewerkstellingsbeleid
OPVANGBELEID VLUCHTELINGEN – ONTHAAL NIEUWKOMERS
Doelgroep:
alle toegewezen vluchtelingen aan Tongeren alle nieuwe inwoners van Tongeren, inclusief meerderjarige anderstalige nieuwkomers (volgmigranten – asielzoekers wier aanvraag ontvankelijk is verklaard – geregulariseerden – erkende vluchtelingen) inwoners van Tongeren, bewustwording problematiek
Taken van het gemeentebestuur: minderhedendecreet: gemeente is verantwoordelijk voor integratie- en inburgeringsbeleid verwelkoming, informeren en doorverwijzen naar het Huis van het Nederlands van alle nieuwe inwoners van Tongeren op de gepaste manier samenwerken met onthaalbureau Zuid-Limburg en het Huis van het Nederlands inwoners van Tongeren, bewustwording problematiek jeugddienst en scholen: werken aan multicultureel samenleven jongeren
P. 48.
Taken van het OCMW: maatschappelijke dienstverlening verzekeren aan migranten – erkende vluchtelingen – dringende medische hulpverlening aan illegalen uitbouw van materiële hulpverlening aan toegewezen asielzoekers (wonen – leven – ontspannen – gezondheidszorg) doorverwijzing van vreemdelingen welke in aanmerking komen voor integratie- en inburgeringsbeleid samenwerken met en ondersteunen van vrijwilligers in begeleiding van de asielzoekers speciale aandacht besteden aan kinderen van asielzoekers overgang begeleiden van asielzoekers bij eventuele regularisatie Externe partners: Pric Limburg Fedasil Huis van het Nederlands Basiseducatie Vzw Gastama ev. andere opvanginitiatieven
Doelstellingen:
X.4.
afstemming – overleg en samenwerking van het lokaal bestuur en gerelateerde actoren verder concretiseren van de inburgeringsmodellen het vermijden van uitsluiting en discriminatie van de doelgroep één ambtenaar eindverantwoordelijke maken voor het asiebeleid-in-de breedste-zin
SCHULDHULPVERLENING
Doelgroep:
in het algemeen de ganse bevolking inwoners die kampen met betalingsmoeilijkheden
Taken van het gemeentebestuur: signaleren van noden en behoeften binnen het lokale welzijnsbeleid Taken van het OCMW: ondersteuning geven aan cliënten met betalingsmoeilijkheden behandeling aanvragen budgetbegeleiding – budgetbeheer – schuldbemiddeling – wet op collectieve schuldenregeling ontwikkelen van preventieve acties informatiesessies geven aan scholen en andere diensten werkzaam in het lokale welzijnsbeleid deelname aan de provinciale stuurgroep voor schuldhulpverlening Externe partners: diverse maatschappijen nutsvoorzieningen gerechtsdeurwaarders allerhande schuldeisers V.V.S.G. werkgroep schuldhulpverlening L.S.O. c.a.w. Sonar
P. 49.
Doelstellingen: X.5.
gerechtelijke diensten, bezig met schuldhulpverlening preventiegroepen betrekken (onderwijs, verenigingsleven, andere diensten, …)
het bevorderen van een kwalitatieve sociale dienstverlening het terugdringen van de wachtlijsten schuldbemiddeling uitbouwen van preventieve acties één ambtenaar eindverantwoordelijke maken voor schuldhulpverlening
DRUGSBELEID
Doelgroep:
inwoners die kampen met verslavingsproblemen (drugs – alcohol – gokken – medicatie … )
Taken van het gemeentebestuur: het algemeen drugsbeleid coördinatie drugpreventie (i.s.m. jeugddienst) methadonprogramma deelname en secretariaat preventieraad overleg straathoekwerk Taken van het OCMW: deelname aan en meedenken over het beleid signaleren van problemen zoals die naar voorkomen uit de werking van het OCMW uitvoeren en opvolgen van de overeenkomst die werd gesloten met het C.A.D. Limburg inzake drughulpverlening en –preventie; deelname aan de preventieraad deelname aan de intervisiegroep in het kader van het methadonprogramma deelname aan de provinciale stuurgroep voor drugsbeleid Externe partners: C.A.D. Limburg politie gespecialiseerde instellingen op het vlak van drughulpverlening (Katarsis – M.S.O.C. - … ) preventiegroepen: onderwijs, verenigingsleven, welzijnsvoorzieningen, …
Doelstellingen:
afstemming – overleg en samenwerking van het lokaal bestuur met alle organisaties die actief zijn op dit terrein inpassen van acties in het kader van het Lokaal Veiligheidsdiagnogstiek Plan ondersteunen en verder uitbouwen van preventiebeleid één ambtenaar verantwoordelijk maken voor het drugsbeleid
P. 50.
X.6.
HUISVESTINGS- EN ENERGIEBELEID
Doelgroep:
in het algemeen: de ganse bevolking personen die niet op eigen kracht terecht kunnen op de private huisvestingsmarkt specifieke doelgroepen: éénoudergezinnen – kansarme alleenstaanden – geregulariseerden de bewoners van woningen-zonder-comfort (cfr omgevingsanalyse)
Taken van het gemeentebestuur: volgens de Vlaamse wooncode is de gemeente de motor van het plaatselijk huisvestingsbeleid: deze wooncode moet optimaal benut worden kwaliteit van het privaat patrimonium verbeteren door het verlenen van huisvestingspremies coördinerende en kwaliteitsbewakende taak in Vlaamse Wooncode (vb. afleveren conformiteitsattest); strikte toepassing van de wetgeving inzake de bewoonbaarheid van huizen en appartementen realiseren van sociale woonprojecten, vooral huurwoningen (cfr omgevingsanalyse) in samenwerking met derden, in casu sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren organiseren van lokaal woonoverleg met diverse partners verstrekken van informatie over wonen in Tongeren en over de voordelen en premies inzake huisvesting informatie verstrekken en aanpassingen stimuleren in verband met het aanpassen van de woning, levenlang wonen, energiebesparing en alle mogelijke subsidies opeisingsrecht gebouwen Taken van het OCMW: woonbegeleiding (met inbegrip van financiële tussenkomst in huurwaarborgen en huurprijzen) en energiebegeleiding van OCMW-cliënteel en personen die met armoede (dreigen) geconfronteerd (te) worden samenwerken met LAC, Tongers Huis, Stebo, … meedenken over een lokaal woonbeleid binnen het kader van een lokaal woonoverleg bemiddeling inzake uithuiszettingen toekenning installatiepremie huisvesting ex-daklozen signaleren van noden en problemen Externe partners: sociale bouwmaatschappijen, actief op het grondgebied van Tongeren Gewestelijke vennootschap Kleine Landeigendom Overheidsdiensten op het vlak van financiën en ruimtelijke ordening Provinciale Dienst Huisvesting sociaal verhuurkantoor Stebo en/of andere diensten die knowhow hebben in verband met (energiezuinig) wonen
Doelstellingen:
het verhogen van het aanbod van kwaliteitsvolle en betaalbaar woningen nieuwe partners zoeken om kwaliteitsvolle sociale huurwoningen aan te bieden
P. 51.
X.7.
verbeteren van de overleg- en samenwerkingsverbanden tussen alle betrokken huisvestingsactoren actief binnen de gemeente één huisvestingsambtenaar verantwoordelijk maken
THUISZORG
Doelgroep:
zieken, bejaarden, personen met een handicap, die mits hulp zo lang mogelijk in eigen huis/omgeving kunnen blijven wonen
Taken van het gemeentebestuur: tegemoetkoming aanvragen voor personen met verminderde zelfredzaamheid tussenkomst in mantelzorg tussenkomst in thuiszorg ter beschikking stellen van medicatiedozen vervoer via de Minder Mobielen Centrale (MMC) ophalen selectief huisvuil (zie hoofdstuk V.2.2. – punt 7 “Thuiszorg’) bekendmaken mogelijke hulpmiddelen, premies, ondersteuning thuiszorgondersteunende diensten en groepen steunen communicatiebeleid aanpassen aan personen die specifieke zorgen nodig hebben (toegankelijkheid qua opzet, druk, …) Taken van het OCMW: dienst thuis geleverde maaltijden poetsdienst klusjesdienst opzetten van personenalarmtoestellen samenwerkingsinitiatief thuisgezondheidszorg (S.I.T. S.E.L.S.) zorgverzekering (lokaal agent van de Vlaamse Zorgkas en indicatiestellingen) palliatief netwerk ondersteunen Externe partners: Vlaamse Zorgverzekeringskas OCMW- en private thuishulpdiensten Listel A.Z. Vesalius (ontslagmanagement) diverse zelfstandige hulpverleners in de thuiszorg (artsen – apothekers – kinesisten – verpleegkundigen) ziekenfondsen, vrijwilligersverenigingen die thuiszorg ondersteunen
Doelstellingen:
door de hoge cijfers van vergrijzing verdere uitbouw van thuiszorg door OCMW en externe partners stimuleren inzetten op opleiding – zorg en extra omkadering voor mensen die in de thuiszorg werken evalueren huidige thuiszorgondersteunende Tongerse reglementering samenwerken met bestaande diensten één ambtenaar eindverantwoordelijke maken
P. 52.
X.8.
SENIOREN
Doelgroep:
senioren
Taken van het gemeentebestuur: in het algemeen beleid moet het seniorenbeleid (cfr omgevingsanalyse) een aandachtspunt zijn nauw betrekken van de doelgroep bij dit beleid door middel van de seniorenraad logistieke ondersteuning aan de seniorenraad zorgen dat er bij de uitstippeling van het beleid op het vlak van cultuur, sport, ruimtelijke ordening en veiligheid, voldoende aandacht gaat naar de belangen van de senioren aanvragen pensioenen aanvragen en informatie rond tegemoetkomingen hulp aan bejaarden bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid organiseren van zitdagen voor aanvragen overlevingspensioenen werknemers en zelfstandigen organiseren van vervoer Minder Mobielen Centrale (MMC) Taken van het OCMW: thuiszorg: zie hoofdstuk over thuiszorg financiële tussenkomsten voor bepaalde categorieën in de verblijfskosten voor rusthuizen – R.V.T.-diensten vertegenwoordiging, met adviserende stem, in de gemeentelijke seniorenraad vervoer senioren uit eigen OCMW-rusthuis sociaal restaurant uitbaten van R.O.B., R.V.T. en serviceflats met opname van zowel valide bejaarden als semi validen – verzorgingsbehoevenden en dementen bejaarden volgens hun specifieke behoeften dienstencentrum ‘De Piepel’ - met aanbod van individuele- en zorgverlenende functie - met aanbod van activiteiten van algemeen informatieve aard – algemeen vormende aard en recreatieve aard vrijwilligers blijvend motiveren en ondersteunen, zowel in ‘De Piepel’ als in de seniorengroepen in de wijken Externe partners: private en openbare rusthuizen, service-flats, dag- of nachtopvang, verzorgingscentra, … in het Tongerse dementiecentrum Limburg de seniorengroep op de verschillende locaties in Tongeren A.Z. Vesalius Provinciale dienst Ouderen Rijksdienst voor Pensioenen Provinciale Raad voor Ouderen
Doelstellingen:
uitbouw van een gezamenlijke visie (Stad/OCMW/Seniorenraad/Zorgvoorzieningen voor ouderen) m.b.t. seniorenbeleid, en dit zowel voor de mobiele senior als de zorgvragende senior analyseren van gevoerde behoeftenonderzoek dat aan de basis dient te liggen van het toekomstige seniorenbeleidsplan
P. 53.
X.9.
meewerken aan het toekomstig seniorenbeleidsplan samenwerken met en afstemmen van alle zorgvoorzieningen die aanbod voor de Tongerse senioren hebben één ambtenaar eindverantwoordelijk maken voor het seniorenbeleid
GEZONDHEIDSBELEID
Doelgroep:
ganse bevolking inzonderheid personen die door gezondheidsproblemen dreigen in armoede terecht te komen
Taken van het gemeentebestuur: informatiebeleid inzake acties volksgezondheid, van belang voor de Tongerse bevolking uitwerken van preventieve acties, in samenwerking met deskundigen, onderwijs, verenigingen gezondheidsbevorderende initiatieven ondersteunen participatie lokaal gezondheidsoverleg – opvolging vergaderingen – verslaggeving en administratie i.s.m. preventiewerker adviseren preventiewerker i.v.b. opzetten van algemene informatiemomenten rond actuele gezondheidsthema’s registratie verplichte polio-inentingen antitabak dag – advisering en inhoudelijke vormgeving zie ook beleidsdomein: Thuiszorg Taken van het OCMW: financiële tussenkomsten verlenen aan minderbegoeden in het kader van gezondheidszorgen zorgen voor verplichte verzekering geneeskundige verzorging (individuele) gezondheidspreventie bij kansarme groepen (woonkwaliteit, aangepaste kledij, voeding, … ) zie ook beleidsdomein: Thuiszorg Externe partners: ziekenfondsen A.Z. Vesalius Limburgse Preventie Gezondheidsraad huisartsen thuisverpleegkundigen paramedici
Doelstellingen
coördineren van overleg tussen diensten en organisaties actief rond gezondheid stimuleren van lokaal gezondheidsbeleid en ondersteunen van preventief gezondheidsbeleid één ambtenaar eindverantwoordelijke maken voor het gezondheidsbeleid
P. 54.
X.10.
PERSONEN MET EEN HANDICAP EN MET MOBILITEITSPROBLEMEN
Doelgroep:
personen met een handicap en mobiliteitsproblemen
Taken van het gemeentebestuur: continu de (letterlijke) toegankelijkheid van de dienstverleningen bewaken via het informatiebeleid het algemeen beleid t.a.v. personen met een handicap gehandicaptenraad en logistieke ondersteuning initiatieven ontwikkelen voor personen met een handicap er voor zorgen dat bij de uitstippeling van het beleid op het vlak van sport en cultuur voldoende aandacht gaat naar de belangen van de personen met een handicap en mobiliteitsproblemen er voor zorgen dat bij de realisatie van openbare werken er voldoende aandacht besteed wordt aan de specifieke eisen en behoeften van personen met een handicap en mobiliteitsproblemen behandeling van de aanvragen en informatie rond inkomensvervangende en integratietegemoetkomingen voor personen met een handicap bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid inlichtingen verschaffen over de diverse maatregelen en voordelen ten behoeve van gehandicapten (Vlaams Fonds, tewerkstelling, zorgvoorzieningen, woningaanpassingen, onderwijs, hulpmiddelen, … ) fiscale en sociale voordelen zoals sociaal telefoontarief – vermindering belastbaar inkomen - vermindering onroerende voorheffing – vermindering BTW aankoop wagen - parkeerkaart voor personen met een handicap – sociaal telefoontarief – vermindering kabeldistributie – sociaal tarief gemeentelijke fiscaliteit – witte-gele stok visueel gehandicapten – aanpassingspremie voor verbouwen woning algemene inlichtingen sociale zekerheid organiseren van vervoer via de Minder Mobielen Centrale (MMC) Taken van het OCMW: continu de (letterlijke) toegankelijkheid van de dienstverleningen bewaken via het informatiebeleid deelname aan en meedenken over het beleid signaleren van problemen zoals die naar voorkomen uit de werking van het OCMW toekenning van tussenkomsten in noodzakelijke kosten van personen met een handicap welke niet over voldoende financiële middelen beschikken Externe partners: plaatselijke verenigingen voor personen met een handicap federale en Vlaamse diensten voor personen met een handicap Provinciale Raad voor Personen met een Handicap (Limburgse Gehandicaptenraad) Provinciale Dienst voor Personen met een Handicap Toegankelijkheidsbureau Limburg
Doelstellingen
gezien de cijfers vanuit de omgevingsanalyse is dit een belangrijke doelgroep waarvoor een preventief en informatief beleid dient gevoerd te worden
P. 55.
X.11.
organiseren van lokaal overleg en sensibilisering tewerkstellingskansen van de doelgroep stimuleren, in de eerste plaats binnen de eigen diensten toegankelijkheid van de dienstverlening bewaken één ambtenaar eindverantwoordelijke maken
WIJK- EN BUURTONTWIKKELING
Doelgroep:
buurten waar de bewoners (dreigen) geconfronteerd (te) worden met isolement, wegvallen van de sociale cohesie, problemen op het vlak van samenleven, infrastructuur en socio- economische situaties
Taken van het gemeentebestuur: bewoners moeten zich thuis voelen in een aangename en gezonde buurt: preventief spelen alle beleidsonderdelen hierin mee ruimtelijke ordening en onderhoudswerken openbaar domein zijn hier essentieel: in infrastructuur aandacht voor buurtontwikkeling permanent bewaken ontmoetingsruimten in de buurten stimuleren (bank, lokaal, pleintje, …) buurtactiviteiten stimuleren (zie ook jeugdbeleidsplan) buurtwerking via de bewoners zelf, via werkgroepen, verenigingen , groepen, … bevraging van de buurt diverse toelagen Taken van het OCMW: medewerking verlenen aan het beleid terzake Externe partners: alle gemeentelijke diensten wijkpolitie sociale woningmaatschappijen plaatselijke groepen en verenigingen RIMO en/of andere groepen die sociale cohesie begeleiden
Doelstellingen: X.12.
in elke buurt ontmoetingsplaatsen, in samenspraak met en op maat van de bewoners in alle beleidsbeslissingen gevolgen voor buurtleven opnemen het bevorderen van rechten detectie op zowel hulp- als dienstverleningsniveau het verhogen van de betrokkenheid van wijken en buurten organiseren van een structureel welzijnsoverleg één ambtenaar eindverantwoordelijke maken
JEUGDWELZIJN
Doelgroep:
jongeren beneden 25 jaar
P. 56.
Taken van het gemeentebestuur: algemeen jeugdbeleid jeugdbeleidsplan speelpleinwerking en speelruimtebeleid, voor alle leeftijdsgroepen kleuterwerking kindergemeenteraad ondersteuning jeugdverenigingen secretariaat jeugdraad jongeren en tienerwerking J.I.P. organisatie van diverse activiteiten voor jongeren uitleendienst beleidsplan kinderopvang verwante beleidsdomeinen: onderwijs, cultuur, sport, ruimtelijke ordening, … Taken van het OCMW: toekenning recht op maatschappelijke integratie en/of leefloon –25 jarigen medewerking verlenen aan het MEGA-project specifieke ondersteuning voor kinderen uit gezinnen met OCMWondersteuning Externe partners: alle kinderopvanginitiatieven jeugdsportgroepen jeugdverenigingen en jeugdgroepen bovenlokale jeugdondersteunende diensten C.A.D. politie scholen
Doelstellingen:
XI.
implementeren van het jeugdbeleidsplan in het LSB structureel overleg plannen met onderwijssector m.b.t. decreet onderwijs (gelijke kansen en flankerend onderwijsbeleid) en verdere uitbouw van participatie in het lokaal overlegplatform inpassen van acties in het kader van het Lokaal Beleidsplan Kinderopvang Tongeren van jeugdbeleid komen tot jeugdwelzijnsbeleid één ambtenaar eindverantwoordelijke maken
BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Lokaal Beleidsplan Kinderopvang Tongeren 2007-2012 Jeugdbeleidsplan 2008-2010 Stedelijk Seniorenbeleid Strategisch Veiligheids- en Preventieplan Tongeren 2007-2010 Beraadslaging Gemeenteraad dd. 26.02.2008 m.b.t. goedkeuring LSBP 20082014 Beraadslaging OCMW-Raad dd. 27.02.2008 m.b.t. goedkeuring LSBP 20082014 _________________________________________________________
P. 57.