Informatiekrant N AT I O N A A L
PA R K
LAUWERSMEER U i t g a v e : N a t i o n a a l P a r k L a u w e r s m e e r 6e jaargang - nummer 2 - oktober 2005 www.lauwersmeer.org
Dit voorjaar presenteerde het BOWL (Breed Overleg Watervisie Lauwersmeer) haar eerste onderzoeksresultaten over het toekomstige waterbeheer in en om het Lauwersmeer. Zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend neerslagpatroon vergen op termijn ingrijpende maatregelen. Dit zal natuurlijk ook gevolgen voor het Nationaal Park hebben. De uitkomsten wekten nogal wat beroering bij met name natuurorganisaties en het Nationaal Park. Hieronder leest u daar meer over. De zomer is voorbij en de herfst is in aantocht. Ook weer en wind zorgen voor meer beroering. Vele broedvogels zijn al vertrokken naar zonnige oorden en de eerste wintergasten zijn alweer gearriveerd. Nu is het de tijd om warm ingepakt te genieten van rust, ruimte en de enorme vogelrijkdom. We nodigen u dan ook van harte uit om deze herfst en winter eens op pad te gaan in Nationaal Park Lauwersmeer. In deze krant vindt u verschillende suggesties om eens lekker uit te komen waaien.
Inhoud:
Pag 1 Watervisie Pag 2 Het mes snijdt aan twee kanten Colofon Pag 3 Monitoring Nieuwe fietsroute verschenen Wetlanddiploma Bezoekerscentrum Pag 4 Natuurschool opent je ogen Pag 5 Nieuwe hondenfolder Exoten Deze zomer Pag 6 Vogels tellen Pag 7 Column Kanovaren Op pad in de winter Pag 8 Excursies Met Atilla om je nek op de foto Staatsbosbeheer heeft uw hulp nodig
Onderweg naar de Watervisie Lauwersmeer Het Lauwersmeer heeft een sleutelpositie in de waterhuishouding van Noord-Nederland. Het is het knooppunt in de waterafvoer en waterberging vanuit het achterland van Fryslân, Groningen en Drenthe naar de Waddenzee. Bovendien is het een natuurgebied van internationale betekenis. De waterhuishouding is nu zo ingericht dat onder normale omstandigheden al het water via het Lauwersmeer geloosd kan worden zonder te pompen. Als de bodem blijft dalen, de zeespiegel blijft stijgen en het meer gaat regenen, zal dit in de toekomst niet meer mogelijk zijn. Dan zullen er op den duur gemalen, kades en sluizen bij moeten komen. In 2001 hebben de provincies Groningen en Fryslân en de waterschappen Noorderzijlvest en Fryslân besloten om een beleidsdocument op te stellen waarin de keuzes voor het toekomstige waterbeheer worden vastgelegd: de Watervisie Lauwersmeer. Voor het Nationaal Park Lauwersmeer is het van het grootste belang dat die keuze mede is afgestemd op de natuurwaarden die het park vertegenwoordigt als wetland van internationale betekenis. De laatste jaren neemt de verbossing snel toe, waardoor het wetlandkarakter in de verdrukking komt. De Schotse Hooglanders en de konikpaarden kunnen die verbossing onvoldoende tegengaan. In het Beheer- en Inrichtingsplan van het Nationaal Park Lauwersmeer is een toekomstbeeld geschetst: een open waterrijk landschap. Om dat te bereiken, moet het waterbeheer dynamischer worden dan nu het geval is. Die ontwikkeling begint met meer seizoensfluctuaties: een zomerpeil dat op het huidige niveau blijft en een hoger winterpeil. De volgende stap is een estuarien systeem met dagelijks op beperkte schaal getijdendynamiek door de inlaat van zout water. Dit levert volgens deskundigen het beste resultaat om het open, waterrijke landschap te behouden. Het zal niet alleen de verbossing
van het gebied tegengaan, maar een zoet-zout overgang zal ook voor een grotere visrijkdom in het meer zorgen. Natuurlijk mag de veiligheid daarbij niet in het geding komen. In april presenteerde het Bestuurlijk Overleg Watervisie Lauwersmeer (BOWL) - waarin de provincies Fryslân en Groningen, het Wetterskip Fryslân en het Waterschap Noorderzijlvest vertegenwoordigd zijn - de eerste resultaten van een onderzoek dat op termijn moet leiden tot aanpassing van het waterbeheer in en rond het Lauwersmeer. Aanpassing is nodig om te anticiperen op de stijging van de zeespiegel, de bodemdaling en de verwachting dat er door klimaatverandering meer neerslag zal vallen. Het BOWL heeft verschillende opties voor het toekomstig waterbeheer laten onderzoeken. De estuariene variant, waarbij via de spuisluizen bij Lauwersoog een gedempt getij wordt toegelaten, viel voor het BOWL af. De voor de natuur gunstige oplossing zou slechts van korte duur zijn omdat de zandplaten nog voor het eind van deze eeuw onder water verdwijnen. Daarnaast zou het hele Lauwersmeer gaan verzilten met deze variant. Aldus het
BOWL. In het vervolgonderzoek, dat inmiddels van start is gegaan, zullen de meest relevante maatregelen verder worden onderzocht. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken of het bouwen van een gemaal op Lauwersoog en/of bij Dokkumer Nieuwe Zijlen op de lange termijn uitkomst biedt, eventueel in combinatie met verhoging van de kades in het Lauwersmeer. Van diverse kanten werden kanttekeningen gezet bij het buiten beschouwing laten van de estuariene variant in het vervolgonderzoek. Ook het Overlegorgaan Nationaal Park Lauwersmeer liet weten daarover zeer teleurgesteld te zijn. Die teleurstelling ligt voor de hand omdat in het Beheer- en Inrichtingsplan (BIP) juist een estuarien systeem als streefbeeld voor de lange termijn is vastgelegd. Voor de minister van LNV was dit BIP eind 2003 aanleiding om het Lauwersmeergebied de status van Nationaal Park toe te kennen. Toch is een gedempt getij nog niet definitief van de baan. Het BOWL is namelijk inmiddels teruggekomen van zijn besluit om de variant estuarien verder buiten beschouwing te laten. Door middel van een ”quick scan” zal worden beoordeeld of de aannames op grond waarvan de estuariene variant in eerste instantie afviel, wel houdbaar blijken. De uitkomst van de quick scan zal in september door het BOWL worden besproken. Mogelijk leidt dit ertoe dat, naast de al gekozen varianten, de variant estuarien alsnog in het vervolgonderzoek wordt betrokken. Het Overlegorgaan Nationaal Park Lauwersmeer hoopt ten zeerste dat dit het geval is. Pas als ook deze variant op alle aspecten is onderzocht kan er in 2006 een afgewogen keuze worden gemaakt. Marjet Hoekstra Secretaris Nationaal Park Lauwersmeer
Het mes snijdt aan twee kanten Riet heeft in het Lauwersmeergebied een belangrijke functie. Het zuivert het water. Daarnaast biedt het riet aan talloze vogels beschutting. Ze kunnen er broeden, foerageren, rusten en jagen. Het is daarom belangrijk dat die enorme rietvelden in goede conditie blijven. Mooi met rust laten, dat riet, zou je denken...
het veld in. Dan zijn de omstandigheden optimaal: het riet is voldoende ‘gerijpt’, de bodem is nog goed begaanbaar, soms zelfs bevroren, en de meeste vogels die afhankelijk zijn van het riet, verblijven dan elders. “Dat is een mooie tijd”, zegt Piet, “het is prachtig om dagenlang in het veld te zijn. Je ziet er van alles, vossen, reeën, vogels, de overtrekkende ganzen, maar ook buizerds en andere roofvogels die juist in die pas gemaaide velden neerdalen in de hoop iets lekkers te verschalken. En nogmaals, die roerdomp, die bijna niemand ooit te zien krijgt, die scharrelt als het ware om de machine heen…” Judith ter Horst Medewerker Voorlichting & Educatie Nationaal Park Lauwersmeer IVN Consulentschap Fryslân
Riet dat met rust gelaten wordt, sterft af, valt om, bedekt de bodem en verstikt in de loop der tijd de eigen biotoop. Dat heeft tot gevolg dat het riet uiteindelijk verdwijnt en dat is nou juist niet de bedoeling. Door regelmatig te maaien en het riet af te voeren, blijft de bodem schraal en open, waardoor het riet gezond blijft. Zo blijven al die grote rietvelden aantrekkelijk voor de vogels en dieren die erin leven.
Lichtgewicht machines Het lijkt heel verstorend voor de natuur, die grote machines die in de wintermaanden aan het werk zijn. Piet de Vries, rietmaaier uit Cornjum, vertelt: “als we dagen achter elkaar in een gebied aan het werk zijn, zie je dat de natuur zich nauwelijks nog iets van ons aantrekt. Een roerdomp vliegt voor de machine op en landt er vlak achter weer tussen de gemaaide stengels. We bedreigen hem niet direct en dat heeft zo’n vogel direct door.” De Vries heeft in goed overleg met Staatsbosbeheer een zorgvuldig en zo natuurvriendelijk mogelijke maaimethode ontwikkeld. Die methode bestaat uit: maaien, maar elk jaar ‘eilanden’ van riet laten staan. Dieren die afhankelijk zijn van de beschutting van het riet, houden zo hun vluchtplaatsen ook na het maaien. Elk jaar worden die rieteilanden op een andere plaats gecreëerd, wel dicht bij elkaar. De Vries: “zo zorgen we dat we het hele terrein onderhouden, ook al maaien we niet elk jaar alles weg”. De Vries maakt gebruik van speciaal aan het terrein aangepaste machines. Deze machines lopen op brede rupsbanden, met een bodemdruk van zo’n 45 gram per cm2. Daardoor zakt zo’n machine niet in de bodem weg. De samenstelling en structuur van de bodem worden dan ook niet aangetast.
Lange termijn Dat het effect op langere termijn heel positief is, schetst De Vries als volgt: “toen we in een nieuw terrein voor het eerst gingen maaien, was daar al heel lang
niets gebeurd. Er leefden nauwelijks nog vogels. Toen we een jaar daarna weer in het terrein kwamen, telden we er in de periode tussen april en september wel 77 soorten!” We bekijken een paar velden en De Vries laat zien waar regelmatig gemaaid wordt. Hier groeit van alles tussen het riet. De bodem is schoon en je kunt je voorstellen dat roerdompen, reigers en karekieten in dit terrein alles vinden wat ze zoeken. We bekijken ook een veld dat in geen jaren is gemaaid. De bodem is hier bedekt met dood materiaal en een wirwar van omgevallen stengels. Het moet hier voor vogels en vossen ook haast onmogelijk zijn om over de bodem te lopen. Juist omdat het voor roofvogels en vossen minder toegankelijk is, zijn de niet gemaaide terreinen een ideale vluchtplaats voor kleine knaagdieren, zoals de noordse woelmuis.
Eilanden Door variatie te behouden in het terrein, ontstaat ook variatie in diersoorten. De natuur wordt er rijker van. Hier en daar zien we verhogingen in het terrein, tenminste zo lijkt het. De Vries wijst erop en vertelt: “daar zie je van die eilanden, die we niet gemaaid hebben vorig jaar. Ze steken een beetje boven het andere riet uit. Als alles pas gemaaid is, zijn deze eilandjes vluchtplaatsen voor de dieren die hier leven”. Over het oppervlak van een gezond veld wijzend, zegt hij: “kijk, hier zie je gezond riet, dat zie je aan de pluimen”. Voor een leek is het aan de individuele pluim misschien niet meteen te zien, maar het veld dat Piet aanwijst, lijkt op
dit moment (eind augustus) haast van dieprood fluweel, zo vol zijn de pluimen en zo mooi dicht staan ze opéén. De Vries: “een veld dat slecht beheerd wordt, ziet er heel anders uit. Er staan veel minder pluimen in bloei en de kleur van het riet is ook anders.”
Colofon
Het mes snijdt …
Deze informatiekrant is bestemd voor alle omwonenden rond Nationaal Park Lauwersmeer en wordt huis-aan-huis verspreid in de gemeenten De Marne, Dongeradeel, Kollumerland c.a. en Zuidhorn. Via VVV-kantoren en diverse recreatiebedrijven is de informatiekrant ook beschikbaar voor recreanten in het Lauwersland. Heeft u opmerkingen of klachten over de bezorging van de informatiekrant Lauwersmeer, dan kunt u contact opnemen met
[email protected] of tel. 058-2890463. De in deze informatiekrant gepubliceerde meningen geven niet noodzakelijk het standpunt van het Overlegorgaan Nationaal Park Lauwersmeer weer.
De Vries maait het riet en voert het af. Zo worden schadelijke stoffen die in het riet opgeslagen zijn gedurende de zomermaanden, mee afgevoerd. Daar is Staatsbosbeheer blij mee, maar De Vries zelf ook! Hij heeft een machine die de enorme balen riet verwerkt tot ‘pakken’ van honderd bundeltjes. Het riet wordt vooral voor dakbedekking gebruikt. De Vries: “de kwaliteit van het riet in het Lauwersmeer is erg goed. Natuurlijk verschilt het wel van jaar tot jaar, omdat niet elke zomer hetzelfde is. De afgelopen, natte, zomer heeft goed riet opgeleverd”.
Je ziet van alles Begin december gaan de machines weer
De zuiverende werking van riet 1 ha rietveld kan het water zuiveren voor 400 huishoudens, het riet in het Lauwersmeergebied bestrijkt 2000 ha. Dit kan het water zuiveren dat door 80.000 huishoudens wordt afgevoerd. In het Lauwersmeer, dat de boezem is voor de afwatering van een aantal rivieren in Noord-Nederland, heeft het riet dan ook een grote betekenis voor het schoon houden van het water in het meer.
Oktober 2005 Zesde jaargang, nummer 2
Redactieadres IVN Consulentschap Fryslân Postbus 538 8901 BH Leeuwarden telefoon: 058-2890463 e-mail:
[email protected] Eindredactie Jörgen de Bruin en Judith ter Horst Aan dit nummer werkten mee Lies Compier, Marjet Hoekstra, Jan Willems, Judith ter Horst, Jörgen de Bruin, Nico Beemster, Piet de Vries, Ib Huysman, Ton van der Made, Jos Bosma Fotografie Simon Bijlsma, Hans Hut, Jörgen de Bruin, Judith ter Horst, Lies Compier, Roelof Stroetinga, Aaldrik Pot Oplage 32.500 exemplaren Vormgeving en druk Banda Kollum Verspreiding Interlanden Spreigroep, Groningen Copyright Het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelen uit deze krant is slechts toegestaan na overleg met de redactie.
Monitoring in het Nationaal Park Lauwersmeer In november 2003 heeft Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het Nationaal Park Lauwersmeer ingesteld. Om de status van Nationaal Park te behouden, is het van belang om aan een aantal kwaliteitseisen te voldoen. Eén daarvan is het monitoren van de doelstellingen die zijn opgesteld in het Beheeren Inrichtingsplan, oftewel onderzoeken en in de gaten houden of de doelen van het Nationaal Park worden nageleefd en behaald. Deze monitoring in Nationaal Park Lauwersmeer bestaat uit drie meetrondes. Tijdens de eerste meetronde in 2005 (de ‘nulmeting’) wordt de huidige stand van zaken geschetst. In de volgende metingen (2010 en 2015) worden de ontwikkelingen in kaart gebracht. De nulmeting op het gebied van recreatie & beleving en voorlichting & educatie wordt in 2005 door Bureau Vandertuuk te Beetsterzwaag uitgevoerd.
Eén van de onderdelen die Bureau Vandertuuk uitvoert, is het ondervragen van bezoekers van het Nationaal Park Lauwersmeer. De bezoekers wordt gevraagd naar hun mening over het Nationaal Park. Daarnaast wordt aan de hand van tellingen (telslangen) een inschatting gemaakt van het aantal bezoekers aan het Nationaal Park. In het najaar ontvangen inwoners van nabijgelegen dorpen een vragenlijst, waarin hen wordt gevraagd hoe vaak zij het Nationaal Park bezoeken en wat hun mening is over het gebied. Dit onderzoek wordt in samenwerking met de ANWB uitgevoerd. Na afloop van deze onderzoeken worden de gegevens geanalyseerd en vastgelegd in een rapport. Aan het eind van het jaar levert dit het Nationaal Park Lauwersmeer informatie op over:
� Bezoekersaantallen (fietsers, wandelaars, automobilisten, verblijfstoeristen) � Het toeristisch aanbod (wandel- en fietspaden, voorzieningen gehandicapten en kinderen, verblijfsmogelijkheden) � Analyse van de bezoekers (kenmerken bezoekers, beleving en mening van bezoekers) � Economisch effect � Mening van de streekbewoners In 2010 en 2015 worden de vervolgmetingen uitgevoerd. Aan de hand van die metingen kan het Nationaal Park Lauwersmeer meten of de doelstellingen, die in het Beheer- en Inrichtingsplan zijn vastgesteld, ook daadwerkelijk zijn gehaald. Jos Bosma Bureau Vandertuuk B.V.
Nieuwe fietsroute verschenen! Net voor de zomer is er een nieuwe brochure verschenen met daarin twee fietsroutes, één langs de rand van Nationaal Park Lauwersmeer, de ander door Nationaal Park Schiermonnikoog. Met deze fietsbrochure hopen we u te stimuleren om beide parken eens per fiets te gaan verkennen. Per slot zijn het buurparken, die “slechts” door enkele kilometers Waddenzee van elkaar gescheiden zijn. Twee Nationale Parken aan de rand van de
Waddenzee, met overeenkomsten, maar ook duidelijke verschillen. Deze aspecten komen in de routebeschrijvingen duidelijk naar voren. De full colour brochure is voor 2,- te koop bij de VVV en bij een aantal recreatieondernemers rond het Lauwersmeer en op Schiermonnikoog. We wensen u alvast veel fietsplezier in de twee noordelijkste Nationale Parken van Nederland!
Wetlanddiploma voor Nationaal Park Lauwersmeer Op 11 juli 2005 heeft Nationaal Park Lauwersmeer, samen met acht andere gebieden in Noord Nederland, een Wetlanddiploma gekregen. Uit handen van de Regiodirecteur Noord van het Ministerie van LNV, dhr. H.R. Oosterveld, mocht een trotse heer Wanders (regiodirecteur Noord van Staatsbosbeheer) het diploma in ontvangst nemen. Het Lauwersmeergebied was in 2000 reeds aangewezen als Wetland onder het zogenaamde Wetlandverdrag. Deze overeenkomst inzake watergebieden van internationale betekenis, in het bijzonder als verblijfplaats voor vogels, kwam in 1971 te Ramsar (Iran) tot stand en heet daarom ook wel de Conventie van Ramsar. Doel van de overeenkomst is het tegengaan van de verdere aantasting en het verlies van waterrijke gebieden. Inmiddels hebben meer dan 130 landen dit verdrag ondertekend. Een diploma krijg je niet zomaar. Daar moet hard voor gewerkt worden. Staatsbosbeheer, en met haar het Nationaal Park, is trots dat het gelukt is de natuurwaarden zodanig in stand te houden dat het gebied dit Wetlanddiploma verdient. Zo heeft het gebied (en de beheerder ervan) erkenning gekregen als belangrijk watergebied van internationale betekenis. Het diploma onderstreept nogmaals het grote belang van dit gebied voor met name vogels.
Bezoekerscentrum Nationaal Park Lauwersmeer In de eerste informatiekrant van (mei) dit jaar stond een bericht over de plannen voor een kleinschalig bezoekerscentrum dat gevestigd zal worden bij Restaurant Het Booze Wijf in Lauwersoog. U kunt daar straks terecht voor inlichtingen over het Nationaal Park Lauwersmeer, bijvoorbeeld over wat er te doen en te zien is. Zo’n informatiepunt is hard nodig, vooral voor bezoekers die het gebied nog niet goed kennen. Nu er - na jaren van praten en plannen maken - eindelijk duidelijkheid is over de opzet ervan, zouden we het informatiepunt ook graag meteen willen realiseren. De locatie waar het informatiepunt komt is dan wel bekend, naast het complex van Het Booze Wijf op Lauwersoog, maar er blijven nog heel veel zaken over die eerst geregeld moeten worden. Daarom zijn we druk in gesprek met de partijen die een plek krijgen in dit bezoekerscentrum. Over hoe het er precies uit gaat zien, wie achter de balie plaatsnemen, dat zijn vragen waar we ons nu mee bezig houden. De VVV-Lauwersland, Staatsbosbeheer, het IVN denken hierin hard mee. Ook over de financiën wordt gesproken met de diverse partijen, want niet alleen de eerste investeringskosten moeten financieel afgedekt zijn, ook de exploitatie voor de jaren daarna. We zijn er nog niet, maar we zijn op de goede weg! In de volgende informatiekrant laten we u weten hoe ver we gevorderd zijn en wanneer u van het bezoekerscentrum gebruik kunt maken. Marjet Hoekstra Secretaris Nationaal Park Lauwersmeer
De Natuurschool opent je ogen Wie geregeld in het Nationaal Park Lauwersmeer komt, heeft vast wel eens gezien hoe bij het Nieuwe Robbengat een buslading schoolkinderen werd uitgeladen, die vervolgens het schoolreisje van hun leven meemaken. De Stichting Natuurschool is organisator van deze razend populaire schoolreisjes. Die populariteit neemt nog steeds toe. De Natuurschool bestaat dit jaar 15 jaar. Een goede reden om Ib Huysman, oprichter en directeur van de Natuurschool te interviewen over zijn succesformule. Wat houdt zo’n schoolreisje ongeveer in? “Samen met een gids en met de leerkracht en ouders, gaan de kinderen in het Lauwersmeer en op het wad op zoek naar allerlei vormen van leven. Garnalen, krabben, stekelbaarsjes, er is van alles te vinden rond Lauwersoog. De kinderen, die uit heel Nederland naar het Hoge Noorden komen, gaan zelf intensief op onderzoek uit. De gedachte hierachter is dat als kinderen eenmaal zelf ontdekt hebben hoe bijzonder de natuur is, ze vanzelf respect voor die natuur zullen krijgen”. Hoe is de Natuurschool ontstaan? “Als kind ging ik altijd met mijn moeder en mijn zusjes naar de duinen bij Leiden/ Den Haag. Dat was niet speciaal om er van alles over te leren, maar om er telkens weer op ontdekkingstocht te gaan. Er was altijd wel wat te beleven. Daarom heb ik na mijn middelbare schooltijd gekozen voor de opleiding Biologie. Nadat ik was afgestudeerd, heb ik een tijd gewerkt als steward bij Martinair. Ik vloog vooral op Noord-Amerika en Canada. Dan was je soms dagen vrij en dan ging ik met collega’s vaak op stap naar de mooie natuurgebieden daar. Al gauw ontdekte ik een organisatie die natuur bij kinderen wilde brengen en dan vooral bij kansarme kinderen die nooit bij de zee kwamen. In een vrachtauto werd dan een container ‘zee’ naar die kinderen gebracht. Hun methode om kinderen te laten beleven wat zee en natuur is, sprak mij heel erg aan. Toen ik na mijn diensttijd bij Lenie ’t Hart voorlichter werd, kwam ik ook weer met natuurgerichte educatie in aanraking. Ik had een contract voor twee jaar en toen het werk daar ophield, ging ik tijdelijk werken voor de toenmalige gemeente Eenrum. Mijn taak was om het publiek in Pieterburen langer vast te houden met natuurgerichte activiteiten. Zo heb ik uiteindelijk de kans gekregen
om een start te maken met de Natuurschool. Aanvankelijk waren de activiteiten gericht op de toeristen in Pieterburen, inmiddels is de Natuurschool vooral gericht op scholen in heel Nederland”. Hoe heb je dat aangepakt? “Toen ons concept eenmaal duidelijk was, hebben we 1500 scholen aangeschreven en daar kwam een enorme en enthousiaste respons op. We ontdekten dat het een gat in de markt was. Zo’n natuur-schoolreisje is heel wat anders dan een pretpark. Veel scholen vonden het een geweldig alternatief. “Naar een pretpark gaan ze wel met hun ouders”, zo redeneerden veel leerkrachten, “maar dit doen ze niet snel uit eigen beweging”. En elk jaar komen de kinderen weer laaiend enthousiast thuis van zo’n Natuurschool-
reisje. We richten ons vooral op schoolklassen; groep 3 tot en met 8 van de basisschool en klas 1, 2 en 3 van het voortgezet onderwijs”. Dan heb je wel goede begeleiding nodig? “Daarvoor moet je inderdaad goede gidsen hebben, die zo’n klas weten te boeien. We werven vooral via advertenties in de krant en via onze website. Elk jaar komen daar veel gidsen op af. Veel jonge mensen van opleidingen als Pabo en Biologie, maar ook mensen die Rechten gestudeerd hebben of een taal. We kijken altijd kritisch of deze mensen de vonk kunnen overbrengen. Als gids moet je wel een duizendpoot zijn. Het contact tussen kinderen en natuur tot stand brengen en de groep bij elkaar houden, maar ook goed omgaan met de leerkracht en de ouders. De gidsen doen twee maanden dit werk, in de mooiste tijd van het jaar zijn ze elke dag buiten. Dat spreekt veel mensen enorm aan”. Maakt het nog verschil of je met stads- of plattelandskinderen te maken hebt? “Van welke school ze ook komen, of dat nou de Vrije school is of een school op religieuze grondslag, of een zwarte school uit een achterstandswijk, de kinderen zijn altijd laaiend enthousiast.” Jullie komen ook in de haven van Lauwersoog. Hoe reageren de vissers op die schoolklassen? “De vissers waren aanvankelijk nogal gereserveerd. Ze zagen ons komen en dan gingen we bij zo’n boot staan vertellen wat die vissers deden. Zonder erover te oordelen, of hun werk te labelen. Gewoon puur het verhaal; wat vissen is, hoe ze dat doen. Inmiddels weten de vis-
sers dat dat onze aanpak is. Niet oordelen, geen negatief beeld schetsen, maar puur vertellen hoe het in zijn werk gaat. Nu vinden ze het wel leuk als er weer een schoolklas komt kijken naar hun boot. Zo hebben we ook goed contact met Staatsbosbeheer, die ons vergunning heeft gegeven om met de kinderen te vissen in het Nieuwe Robbengat”. De Natuurschool is geen gesubsidieerde organisatie? “We ontvangen geen subsidies, we hebben alles helemaal zelf opgebouwd. Dat was in het begin wel vreemd in de groene sector. In die tijd was dat nog beladen, verdacht als je commercieel was. Nu moeten de meeste organisaties ‘hun eigen broek ophouden’. Wij deden dat vanaf het begin en daar zijn we trots op”. Zijn jullie nog bezig met nieuwe plannen, nieuwe ontwikkelingen? “We hopen in de toekomst naast schoolreisjes ook bedrijfsuitjes te organiseren. We willen ook schoolreisjes opzetten naar Borkum vanaf de Eemshaven. Het is leuk om te merken dat er inmiddels van alles op ons af komt, onze naamsbekendheid wordt steeds groter. Verwante organisaties die soortgelijke activiteiten doen, zoeken samenwerking. Wij willen wel samenwerken, maar we houden in elk geval vast aan de belevingsgerichtheid, daar zit de kern van onze visie en missie, dat heeft onze passie en dat is ons succes”. Judith ter Horst Medewerker Voorlichting & Educatie Nationaal Park Lauwersmeer IVN Consulentschap Fryslân
Deze zomer Een groot deel van de afgelopen zomer heeft zich gekenmerkt door slecht weer. Vooral de bezoekers van de stranden rondom het Nieuwe Robbengat, waren de dupe. Gelukkig had september een aardige verrassing in petto: prachtig weer met hoge temperaturen. Voor Staatsbosbeheer was dit bijzonder prettig omdat alle bloemrijke hooilanden en bermen gemaaid konden worden. Vorig jaar was dit door de hevige regenval niet overal mogelijk. Het jaarlijks maaien en afvoeren van graslanden waar zeldzame planten groeien is beslist noodzakelijk om deze vegetatie in stand te houden.
Nieuwe hondenfolder Staatsbosbeheer heeft de hondenfolder voor het Lauwersmeergebied herdrukt. In de tekst zelf zijn niet veel veranderingen aangebracht. Wel is de kaart, waarop aangegeven staat waar honden wel of niet los mogen lopen of helemaal niet mogen komen, enigszins aangepast. Belangrijk verschil met de oude folder is de nieuwe huisstijl van Staatsbosbeheer. Enige tijd geleden is deze huisstijl ingevoerd en langzamerhand is deze terug te vinden in alle producten van Staatsbosbeheer. De titel van de folder, ‘Welkom met de hond in het Lauwersmeergebied’ doet vermoeden dat honden niet verbannen worden uit ons Nationaal Park. Dat klopt. Honden mogen ook van dit prachtige gebied genieten. Wel zijn er enkele regels waar hondenbezitters zich aan moeten houden als zij zich laten begeleiden door hun viervoeters. In de folder is dit over-
zichtelijk weergegeven. De boswachter en surveillanten van Staatsbosbeheer hebben onlangs over een periode van een week alle hondenbezitters die zij aantroffen in het Nationaal Park, benaderd en de nieuwe folder uitgereikt. Goed gedrag werd beloond, want de honden die goed naar hun baasje hadden geluisterd, kregen een zakje hondenbrokken. Deze waren beschikbaar gesteld door de firma Hill’s Pet Nutrition. Dit gebaar werd door hond en baas gewaardeerd. De folder is gratis verkrijgbaar bij de bekende VVV adressen, of bij Staatsbosbeheer Lauwersmeer, De Rug 1 te Lauwersoog.
Jan Willems, Boswachter Staatsbosbeheer Nationaal Park Lauwersmeer
Toezicht Vernielingen zijn er nauwelijks geweest in ons Nationaal Park. Wat dat betreft leven we in een gezegend deel van Nederland. Er is dit jaar een speciale toezichtgroep voor het Lauwersmeergebied opgericht. Deelnemers, zoals regiopolitie, KLPD (Waterpolitie), Marechaussee, boswachters, jachtopzichters, etc. hebben zich verenigd en treden vooral projectmatig op tegen overtreders van de ‘groene wetten’. Bij de eerste actie van deze toezichtgroep werd meteen al iemand geverbaliseerd wegens het uitsteken van orchideeën. Onder de paraplu van Staatsbosbeheer, maar betaald door het Nationaal Park Lauwersmeer, is een nieuwe surveillant benoemd: Kees van Straten. Hij heeft in de drukste tijd – tussen april en oktober gesurveilleerd. Kees is door zijn uniform niet te onderscheiden van de andere surveillanten en boswachters van Staatsbosbeheer. Toezicht houden is een vak en
nu al blijkt dat we een vakman in huis hebben.
Natuur Het was een beroerd vlinderjaar, vooral in de voor-zomer. Zo is er op de 2 vlinderroutes in het Ballastplaatbos geen enkel Landkaartje gezien. Ook waren er minder Icarusblauwtjes dan andere jaren. Merkwaardig was de aanwezigheid van een Zeearend, die zich de hele zomer liet bewonderen. Later, eind augustus, kreeg deze gezelschap van een tweede exemplaar. Bijzonder verheugend is de uitbreiding van het aantal vindplaatsen van de Herfstbitterling (Blackstonia perfoliata), die nog niet zolang geleden in het Lauwersmeergebied ontdekt is. Dat de beheerders van het Nationaal Park Lauwersmeer op de goede weg zijn, blijkt wel uit de uitreiking van een Wetlanddiploma.
Exoten
De bewering, dat het Lauwersmeergebied een vergaarbak is van exoten, gaat te ver. Toch fronsen de mannen van Staatsbosbeheer regelmatig hun wenkbrauwen als ze in het Nationaal Park Lauwersmeer bepaalde diersoorten aantreffen. In de meeste gevallen gebeurt dit door menselijk toedoen, maar niet altijd. Sommige vogelsoorten worden letterlijk en figuurlijk uit vreemde oorden het Lauwersmeergebied ingeblazen. Een goed voorbeeld hiervan is de Amerikaanse goudplevier. Een stevige bries blaast dit vogeltje geregeld over de oceaan naar ons Nationaal Park, tot vreugde van vogelaars. Bij exotisch eendensoorten moet men oppassen: Carolinaeenden, Nijlganzen en Zwarte zwanen, bijvoorbeeld, komen weliswaar uit verre landen, maar zij, of hun nakomelingen, zijn ontsnapte volièrevogels. Vaak houden vogels, hoewel ze misschien al van de zoveelste gene-
ratie zijn, wel de gewoonten van hun oorspronkelijke woongebied er op na. Zo kun je een Zwarte zwaan diep in de herfst op eieren zien zitten. Geen wonder want in Australië, waar ze eigenlijk thuis horen, is het dan voorjaar. Van de zoogdieren die in het Nationaal Park te zien zijn, is de Bisamrat wel de bekendste. Sinds kort wordt een ver familielid van deze noeste knager, de Beverrat, hier ook gezien. Zou je een Zeehond als exoot mogen beschouwen? Zo nu en dan wordt er namelijk één in het zoete water van het Lauwersmeer aangetroffen. Het blijft een opwindend gezicht om hem hier te zien vissen! De menselijke fantasie is grenzeloos. Verhalen over vermeende dieren als krokodillen, slangen e.d. blijken vaak op misverstanden te berusten. Toch moet je hierbij oppassen. Toen een medewerkster van Natuurdorp Suyderoogh melding maakte van de aanwezigheid van een
kangoeroe, werd ze honend bejegend door de boswachter. Toch bleek dit waar te zijn. Het dier was ergens ontsnapt en heeft zich nog maandenlang op- en nabij de kazerne opgehouden. In september 2005 maakte dezelfde medewerkster melding van het feit, dat gasten van Suyderoogh een Bruine beer hadden gezien in het noorden van het Lauwersmeergebied! Ze werd nu wel serieus genomen en de gasten, een echtpaar uit Limburg, werden bezocht. Naar aanleiding van hun verhaal werd groot alarm geslagen. Onder toeziend oog van de landelijke media werd ijverig naar de beer gezocht. Naar aanleiding van de aanwezigheid van sporen werd de (voorbarige) conclusie getrokken dat er hier sprake was van een Beermarter. De boswachter van het Lauwersmeergebied was het daar niet mee eens en beweerde dat de sporen van een grote hond waren. Gelukkig voor hem werd niet lang daarna nabij
Lauwersoog een New Foundlander ontdekt. Deze grote hond leek sprekend op een bruine beer en was eigendom van iemand die tijdelijk met zijn boot in de haven bij het Booze Wijf lag. In veel gevallen kan het dumpen van exoten in de natuur vervelende gevolgen hebben. Als een exotische diersoort zich weet te handhaven, kan dat grote, meestal negatieve gevolgen hebben. Wanneer ze zich bijvoorbeeld zo thuisvoelen dat ze de inheemse soorten verdringen. Dan ontstaat er een verschuiving in het evenwicht van het ecosysteem. Toch hoeven we voorlopig gelukkig niet te vrezen voor een explosie van New Foundlanders in het Lauwersmeergebied…
Jan Willems, boswachter Staatsbosbeheer Nationaal Park Lauwersmeer
Jaar in jaar uit vogels tellen Nico Beemster woont in Arnhem, maar is sinds 1979 nauw betrokken bij het ecologisch onderzoek in het Lauwersmeergebied. Vooral de relatie tussen vogels en het landschap heeft zijn warme belangstelling, zowel beroepsmatig als persoonlijk. Vandaag staat de maandelijkse vogeltelling van het hele Lauwersmeergebied op zijn agenda. Een gesprek over vogels, heel veel vogels, persoonlijke bevlogenheid en het Lauwersmeergebied. Het is maandagochtend even voor negen uur. Langzaam druppelen de vrijwilligers voor de maandelijkse vogeltelling De Bosschuur van Staatsbosbeheer binnen. Bij een kop koffie worden de ervaringen van de afgelopen maand uitgewisseld en het moge geen verbazing wekken dat het vooral over vogels en het Lauwersmeergebied gaat. De telformulieren worden uitgedeeld en na een tweede bakje gaat ieder op pad om in zijn deel van de Lauwersmeer de vogels te gaan tellen. Ik ga deze maandagochtend op pad met Nico Beemster, die al meer dan twintig jaar aan deze vrijwillige vogeltellingen meedoet. Wie is Nico Beemster? “Ik ben ecoloog en werk bij Bureau Altenburg & Wymenga te Veenwouden. In 1976 ben ik begonnen met mijn studie Biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1979 was mijn eerste kennismaking met de Lauwersmeer. Tijdens een stage hebben we de plantengroei in de Lauwersmeer in kaart gebracht. We overnachtten op een boot in Zoutkamp. Een prachtige tijd was dat! Het gebied was nog vrijwel open. Het barstte van de weidevogels en ook de kemphaan was toen nog een algemene broedvogel. Vanaf die tijd heb ik eigenlijk jaarlijks onderzoek gedaan in het Lauwersmeergebied. Zo heb ik in het verleden onder andere broedvogelinventarisaties gedaan, heb ik het wel en wee van torenvalken onderzocht, heb ik studies uitgevoerd naar de effecten van begrazing op de vegetatie, volg ik al vele jaren het voorkomen van roofvogels in het gebied en heb ik een paar studies naar het voorkomen van de vos in het Lauwersmeergebied uitgevoerd. En daarnaast doe ik sinds 1982 mee aan de maandelijkse vogeltellingen in het gebied.
Wat is er zo leuk aan vogels tellen? “Door mijn verleden heb ik een enorme belangstelling en betrokkenheid bij het Lauwersmeergebied. Dus ik vind het heerlijk om er geregeld te zijn. Daarnaast is de maandelijkse telling natuurlijk een goed excuus om minimaal één keer per maand lekker buiten te zijn. Bijna letterlijk midden tussen de vogels. En geen enkele telling is natuurlijk hetzelfde. Het is altijd weer een verrassing wat we tegenkomen. Dat houdt het spannend. Daarnaast is het natuurlijk ook vanuit onderzoek en beheer zeer interessant wat we doen. Sterker nog, voor Staatsbosbeheer is het zelfs een verplichting de vogels te monitoren. Een belangrijk deel van de natuurwaarden van het Lauwersmeergebied zit toch in de enorme
vogelrijkdom. Het is niet voor niets een Vogelrichtlijngebied. Om die kwalificerende waarden te behouden, moet je de vogels behouden. En je kunt veranderingen pas waarnemen als je de vogels goed in de gaten houdt. Een meetreeks van vijf jaren is dan eigenlijk te kort. Je moet bij dit soort zaken echt over langere tijd kijken. Pas dan kan het voor je toekomstige beheer duidelijke aanwijzigen geven. De telreeks van het Lauwersmeergebied is uniek. Hier wordt al sinds 1971 vrijwel maandelijks geteld. Dus we hebben een unieke langjarige reeks die een schat aan informatie bevat over de ontwikkelingen van de vogelstand. Wel zouden we al die gegevens nog eens wat verder moeten analyseren. Er valt nog veel meer uit te halen dan we tot nu toe gedaan hebben. Het belangrijkste is natuurlijk wel dat we de gegevens hebben en dat we daar altijd nog eens nader naar kunnen kijken”. Al pratende zijn we bij het Jaap Deensgat aangekomen, één van Nico’s telgebieden. En één van de vogelrijkste gebieden van de Lauwersmeer. Dat is vandaag niet anders! Het gegak van duizenden ganzen klinkt ons tegemoet. Op de plaat rechts van de hut zitten honderden kieviten. Daartussen scharrelen allerlei soorten eenden en steltlopers. Het valt niet mee om die allemaal te tellen. Nico begint met de ganzen. Het is een tijdje stil en dan volgt een kort: 3600 grauwe ganzen. Ondertussen zijn de knobbelzwanen en lepelaars ook geteld. Maar dat waren de makkelijke soorten. Het wat kleinere grut zit dicht op en door elkaar. “Het zou makkelijker zijn als de boel even opvloog”, zucht Nico. En toeval of niet hij wordt op zijn wenken bediend. Daar verschijnt een jonge zeearend ten tonele en het effect op de aanwezige vogels is verbijsterend. Alles gaat de lucht in. Nico profiteert dankbaar door de vluchten vogels snel te tellen. Ik geniet ondertussen van de zeearend, die voor de hut een dode eend uit het water vist en deze vervolgens op zijn gemak oppeuzelt. Na de maaltijd vliegt de zeearend weg en keert de rust terug. We kunnen ons gesprek voortzetten. Wat heb je in al die jaren zien veranderen in het gebied? “Toen ik eind jaren zeventig hier kwam, bestond de begroeiing voornamelijk uit graslanden en restanten van
voormalige kwelders. Het gebied was nog grotendeels open. Het was een eldorado voor weidevogels en koloniebroeders. In de jaren tachtig trad er een sterke toename van riet op. Vooral in het zuidelijk deel was de opkomst van riet enorm. In het zandiger noordelijke deel greep de kruipwilg om zich heen, gevolgd door duindoorn en berkenopslag. De pioniersvegetaties van het zoute milieu zijn nu bijna verdwenen. Door verruiging verdwenen met name de op de grond broedende kolonievogels, zoals kluut en meeuwen, en de weidevogels. De opmars van de vos eind jaren tachtig heeft dit proces versneld”. Hoe moet het verder met het Lauwersmeergebied? “In mijn ogen moet er vooral gekeken worden naar een natuurlijker waterpeil in de Lauwersmeer. In de zomer wat lager en in de winter wat hoger. Hiermee valt veel winst te boeken met betrekking tot het openhouden van het landschap. Ik verwacht dat hiermee de zuidelijke kleiige platen wel rietvelden zullen blijven. Maar op de zandige noordelijke platen zal de bosvorming doorzetten. Dit deel zal op termijn moeilijk open te houden zijn. Wat betreft de inlaat van zout water, zie ik nog veel onzekerheden. Als het de bedoeling is om via de huidige spuisluis een gedempt getij in het Lauwersmeer te creëren, vraag ik me sterk af wat het effect hier van zal zijn. Ik zie bijvoorbeeld de Schildhoek nog niet weer zout worden. Daar zou je nog eens veel beter naar moeten kijken. Maar het Lauwersmeergebied is natuurlijk nog steeds een prachtig gebied en zal dat op een bepaalde manier ook wel blijven. Alleen de omvang van circa 6.000 ha natuur maakt het gebied al heel bijzonder. Maar de veranderingen gaan door. De natuur staat nooit stil en alleen daarom al moeten we ook in de toekomst de vogels blijven tellen. Je hoort het al, er valt nog genoeg te onderzoeken”! Jörgen de Bruin Coördinator Voorlichting & Educatie Nationaal Park Lauwersmeer IVN Consulentschap Fryslân
Column Column Kanovaren Een jaar of wat geleden hebben we een hele dag met een kano rondgevaren door het prachtige watergebied van de Weerribben. Zoiets hadden we nog nooit eerder gedaan, dus de eerste minuten bij de boot waren een echte onderneming. Neem alleen het instappen al: dat is vragen om moeilijkheden, maar zonder nat pak zaten we er uiteindelijk in. De kostbaarheden, waaronder HET ETEN, in een goed afsluitbaar plastic tonnetje, want stel je voor je slaat om dan blijft dat wel drijven. Er was bijna geen wind op deze warme septemberdag en redelijk rustig, een dag om niet gauw te vergeten. Toen we aan de oever van het Lau-
wersmeer stonden en de mensen zo zagen rond spetteren in een kano, kwam de herinnering weer boven en wat doe je dan??? Je gaat naar een botenshow en je laat je voorlichten. We zijn zo verschillend van lengte en gewicht, zoek daar maar eens een geschikte kano voor. Ons oog viel op een robuuste Canadees van 5 meter, nou dáár kun je wat mee. We vroegen om een proefvaart. De verkoper was stomverbaasd, toch zag hij er de humor van in en hij liet het geval te water. Keek eens naar de lucht en zei wat bezorgd: “Het ziet er niet zo best uit hoor, het waait flink en onderschat het Lauwersmeer niet ….”.
Het wordt weer kouder. De zon schijnt korter en de winter ligt weer voor ons. Met jaloezie kijken we naar de trekvogels die met de seizoenen meevliegen. Sommige soorten vliegen duizenden kilometers naar Afrika of Zuid-Spanje om daar de winter door te brengen. Andere vogels komen vanuit het hoge noorden naar Nederland om hier te overwinteren. Voor hen biedt het Nationaal Park Lauwersmeer in de winter een gedekte tafel. De echte vogelaars kunnen de komende maanden hun hart weer ophalen in de vogelkijkhutten en op de uitzichtpunten rond het Lauwersmeer.
Kletsende ganzen Toch is het Lauwersmeergebied niet alleen een eldorado voor vogelaars die de meest bijzondere soorten in één oogopslag op naam kunnen brengen. Ook voor de gewone natuurliefhebber valt er veel te genieten. Trek er eens een zaterdag of zondag voor uit om bijvoorbeeld een vogelkijkhut te bezoeken. Neem verrekijker en vogelboek mee. U zult zien dat er van alles te beleven is. Of rijd gewoon in de ochtend- of avondschemering eens naar de Ezumakeeg en laat u als het ware overspoelen door een vlucht opstijgende of neerdalende ganzen. Een overweldigende ervaring: zo’n vlucht van honderden, soms zelfs duizenden, ganzen die kletsend en gakkend van plaats naar plaats trekken.
Van wind merkte ik niks, want ik stond in de luwte van een groot aangemeerd schip. Oké, het water leek wat donker en de zon was ook niet écht van de partij…, we stonden te popelen. De kano lag te dansen…, de golven duwden hem telkens tegen de beschoeiing en met wat hulp stapten we voorzichtig in. Ja, wie peddelt er rechts en wie doet dat links?? De boot was vrij breed. Het had nogal wat voeten in de aarde cq water voordat we van de kant af waren en al varende geraakten we uit de beschutting van de aangemeerde boot. Ik peddelde verwoed links en dan weer rechts, mijn stuurmanmaat moest mij weer corrigeren en onze foxterriër sprong als een gek, luid blaffend op de kant heen en weer. De wind kwam dwars op ons vaartuig en we naderden die aangemeerde boot erg snel. De verkoper lachte zich wild en keek naar onze rode koppen van inspanning en zwaaide met zijn armen en deed voor hoe het moest… Afijn, de proefvaart werd afgeblazen…, althans met mij. Hij nam de peddel over en samen met mijn man trokken ze met forse slagen het Robbengat uit en riepen opgewekt joehoe en verdwenen om de hoek. We hebben het geleerd en we beleven er bijzonder veel plezier aan. Vanaf het water zie je het Lauwersmeer vanuit een heel andere hoek, alles is zo dichtbij, bijna aaibaar. Wel blijven we vlak onder de wal, waarom? Het meer geeft het zelf aan: “Pas op, hier is ook zeewind, die komt plotseling aanblazen en er valt met mij dan niet te spotten..!!”
plek. Het riet beweegt heel zachtjes en ruist, je speelt met je handen in het water waar de zon lichtpuntjes in tovert. Doet de hermetisch afgesloten plastic emmer open, eet je boterhammen met gesmolten boter en drinkt lauwe limonade. Je wordt rozig, staart in het water en je zwijgt en geniet. En dan moet je weer dat hele end terugpeddelen. Dat is na zo’n dag een hele opgave, maar voel je de vermoeide zaligheid als je met een warm gebruind hoofd en stijve armspieren, lang uitgestrekt in bed, de hele dag nog eens overdoet?? Zalig toch?? Lies
Een warme dag, weinig wind, de boot ligt zachtjes te dobberen op een stille
Op pad in de winter In het najaar en in de winter verblijven hier meestal ook grote aantallen kleine zwanen die zich tegoed doen aan de wortelknolletjes van het schedefonteinkruid. Die knolletjes vinden ze, al grondelend, met de ‘kont’ omhoog en de kop diep onder water. Zo zoeken ze de bodem af om deze knolletjes te verschalken. Indrukwekkend Minder makkelijk te spotten, maar wel zeer indrukwekkend, is de zeearend. In deltagebieden in voormalig Oost-Duitsland en in het noorden van Polen zijn de broedgebieden van deze enorme roofvogels. Hun aantal neemt toe en de jongen die in het afgelopen zomerseizoen zijn grootgebracht, gaan op zoek naar een eigen territorium. In de wintermaanden strijken geregeld jonge vogels neer in het Lauwersmeergebied, in de hoop een geschikt gebied te vinden om zich te vestigen. Daar hopen de vogelaars natuurlijk ook op, maar hoewel de omstandighe-
den al heel gunstig zijn, is het helaas nog niet aantrekkelijk genoeg voor hen om hier te gaan broeden.
Tip De afsluitdijk van Lauwersoog naar de Hoek van de Bant vormt
een landbrug waarop vermoeide trekvogels landen om even bij te komen. Juist in najaar en voorjaar is dat een perfecte plek om bijzondere soorten te zien.
Met de boswachter op pad Wilt u meer weten over wat er in het winterseizoen in het Nationaal Park Lauwersmeer te beleven is? Ga dan eens met de boswachter op stap. Er zijn ook deze winter weer een paar interessante excursies waarvoor u zich kunt aanmelden. Meer hierover leest u op de achterpagina van deze krant.
Ontdek Nationaal Park Lauwersmeer
Staatsbosbeheer heeft uw hulp nodig! In de Kollumerwaard rukken wilgen op, terwijl het de bedoeling is dat dit gebied een open karakter heeft en houdt. Het gebied is namelijk vooral belangrijk voor water- en moerasvogels. Zo broeden hier jaarlijks enkele paren van de in Nederland zeldzame roerdomp. Grote en kleine zilverreigers bezoeken dit gebied ook vaak. Om dit gebied in de toekomst geschikt te houden voor deze in Nederland zeldzame vogels, moet het niet al te zeer verbossen. Daarom vraagt Staatsbosbeheer uw hulp bij het verwijderen van wilgen uit de Kollumerwaard.
We nodigen u daarom van harte uit om op zaterdag 26 november samen met ons de handen eens goed uit de mouwen te steken. We verzamelen tussen 8.30 en 9.00 op het parkeerterrein aan de Kwelderweg (zuidoostkant Nationaal Park Lauwersmeer). Hier staat de koffie al voor u klaar. De dag duurt tot circa 15.30 uur.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Rinus de Jong, tel. 06-22483818.
De lunch wordt u aangeboden door Staatsbosbeheer. Neem zelf (hoge) laarzen en regenkleding mee. Heeft u werkhandschoenen, neemt u die dan s.v.p. mee. Voor overige materialen wordt gezorgd.
Staatsbosbeheer, Beheerseenheid Lauwersmeer De Rug 1, 9976 VT Lauwersoog Telefoon: 0519-345145 (9.00 – 12.00 uur) E-mail:
[email protected]
Aanmelden:
Met Atilla om je nek op de foto
In Insektenwereld in Leens kun je lekker griezelen… tenminste, zo lijkt het als je binnenkomt. Je kunt er allerlei ‘enge’ beesten bekijken. Langs de wanden staan terraria opgesteld waarin kikkers, padden, slangen, insecten en spinnen elk hun eigen – bijna - natuurlijke wereldje hebben. In een groot aquarium zwemmen heuse piranha’s en over een tak, boven de hoofden van de bezoekers, hangt een gekko lekker lui naar beneden te loeren. Hij zit doodstil en alleen een trage beweging van zijn oog verraadt dat hij niet slaapt.
Ton van der Made leidt zijn gasten graag rond door deze wereld van bizarre en bijzonder mooie dieren. Daarbij houdt hij een vlammend betoog voor een zo diervriendelijk mogelijke verzorging van deze dieren. In Insektenwereld wordt hun leefwijze zo goed mogelijk nagebootst. Zo krijgen ze niet elke dag op vaste tijden voedsel, maar willekeurig
op verschillende momenten van de dag. Zo gaat het immers ook in de natuur. Er loopt bij een wolf ook niet elke dag precies om vijf uur een konijn langs om opgegeten te worden!
Ton vertelt enthousiast over de leefwijze van alle dieren, over wat ze eten en hoe belangrijk ze zijn als onderdeel van de natuur. En voor wie al die dieren eng vindt, legt Ton uit waarom bijvoorbeeld een slang bijt. Áls hij bijt, want dat gebeurt alleen als we hem in het nauw drijven. Het is een verhelderend verhaal dat ons duidelijk maakt dat wij gevaarlijker zijn voor deze dieren dan zij voor ons. Dit is de boodschap die Ton aan ons wil doorgeven: alle dieren zijn bijzonder en waardevol, of het nu gaat om een minuscuul spinnetje of om een grote beer. En vreemd genoeg worden al die dieren minder eng als je ze eens echt goed bekijkt en als je weet hoe ze leven.
Wie geïnteresseerd is, kan van woensdag tot en met zaterdag gedurende de hele winter een bezoek brengen aan Insektenwereld. Er zijn speciale educatieve kinderarrangementen te boeken, bijvoorbeeld voor een verjaarspartijtje of een uitstapje van school. Ook met een groep volwassenen is het een belevenis om eens rondgeleid te worden door deze wondere wereld van – ineens helemaal niet enge – griezels. En wie durft, mag op de foto met de grote boa, Atilla genaamd. Ton van der Made promootte het Lau-
wersmeergebied als mooiste plek van Nederland in de gelijknamige NCRV TV-serie. Dat deed hij met succes, want het prachtige natuurgebied werd gekozen tot de op één na mooiste plek van Nederland. En met al die aandacht zette Ton het Nationaal Park Lauwersmeer nog eens extra op de kaart. Insektenwereld Leens Wierde 17 9965 PGLeens 0595 572659 Open woensdag t/m zaterdag van 10.00 uur tot 17.00 uur.
Paddestoelenexcursie Het seizoen van paddestoelen is weer aangebroken. In het Nationaal Park Lauwersmeer zijn veel bijzondere soorten te vinden. Wilt u weten welke paddestoelen u hier aantreft? Ga eens met de boswachter van Staatsbosbeheer op pad. Hij wijst u op de bijzondere soorten en hun biotoop. Datum: Aanvang: Startplaats: Kosten:
zaterdag 22 oktober 13.00 uur camping Lauwersoog 3,- p.p. tot 12 jr 1,-.
Voor beide excursies is bespreken noodzakelijk: Tel. 0519-345145 (werkdagen tussen 9-12 uur) e.mail:
[email protected]
Wandelexcursie “snertweer” Ga mee op een winterse wandeling met de boswachter van Staatsbosbeheer over de Ballastplaat. U komt op plaatsen waar u normaal gesproken niet mag komen en de boswachter laat u de schoonheid van het winterlandschap zien. Na afloop kunt u napraten en erwtensoep eten in restaurant Suyderoogh Startpunt: oog Datum: Aanvang: Kosten:
parkeerplaats voor Restaurant Suyderoogh, De Rug 5 te Lauwersvrijdag 23 december 2005 10.30 uur (einde plm. 13.30 uur) 10,00 p.p., kinderen tot 6 jaar gratis