Kwaliteitskader sector visueel (inclusief doofblind) opgesteld door Vereniging van Instellingen voor mensen met een Visuele beperking (VIVIS) 25 juni 2014, VIVIS Eindmodel is een kwaliteitskader voor de sector waarnaar zorgverzekeraars bij de gunning van overeenkomsten en indiening van declaraties kunnen verwijzen. Aanbieders moeten hier aantoonbaar bij een zorginkooptraject aan kunnen voldoen dan wel afspraken met zorgverzekeraars hebben gemaakt over een ingroeitraject gedurende de transitie- en doorontwikkelfase. Binnen het traject Verbindend Vernieuwen is de basis voor het kwaliteitskader van de sector visueel (inclusief doofblind) ontwikkeld. Deze basis is bruikbaar bij de zorginkoop 2015. Onderdelen hiervan zijn reeds bij de zorginkoop 2014 gebruikt. In de doorontwikkeling van het kwaliteitskader richt de sector zich op de volgende onderdelen: - Aanscherping afbakening te verzekeren prestatie ZG; - Opstellen heldere productstructuur; - Beschrijving van deskundigheidseisen en competenties professionals; - Opstellen kwaliteitsindicatoren en instrumentarium cliëntervaringsonderzoek. - Gestandaardiseerd monitoren van behandelresultaten; Hieronder wordt onder punt 1 het eindmodel kwaliteitskader visueel (inclusief doofblind) beschreven. Resultaten hiervan komen gefaseerd beschikbaar. Onder punt 2 is aangegeven welke resultaten op welke momenten beschikbaar zijn en gebruikt kunnen worden bij de zorginkoop. 1. Eindmodel kwaliteitskader visueel (inclusief doofblind)
a
Onderdeel Aanspraak ZG
b
Productstructuur
c
Deskundigheidseisen
d
Monitoren behandelresultaten
e
Cliëntervaring
f
Kwaliteitsindicatoren
Voorwaarden - Heldere beschrijving zorgpaden visueel beschikbaar; - Heldere beschrijving van de toegang tot de ZG-zorg (verwijzing en instroom) op basis van NOG richtlijn Visusstoornissen, revalidatie en verwijzing; - Heldere beschrijving van de afbakening en onderscheidenheid ZG-zorg ten opzichte van voorliggende zorg beschikbaar; - Heldere beschrijving zorgpaden visueel gebaseerd op de zorgvraag, zorgzwaarte met een heldere medische herkenbare productstructuur beschikbaar; - Heldere beschrijving van de deskundigheids- en kwaliteitseisen voor de ZG-zorg per discipline beschikbaar; - Instrumentarium ten behoeve van het monitoren van behandelresultaten op cliëntniveau geïmplementeerd door instellingen; - Passend instrumentarium voor cliëntervaringsonderzoek beschikbaar; - Kwaliteitsindicatorenset die het mogelijk maakt voor zorgverzekeraars om de implementatie van bovenstaande
1
door individuele zorgaanbieders te kunnen beoordelen. 2. Fasering oplevering resultaten Toepasbaarheid door zorgverzekeraars Hieronder staat aangegeven welke eisen in 2015 door zorgverzekeraars kunnen worden gesteld aan de zorginkoop en aan declaraties van zorg aan cliënten met een visuele beperking (inclusief doofblind). In de rechterkolom is aangegeven op welke wijze dit toepasbaar is voor zorgverzekeraars: - Een aantal onderdelen kunnen in de declaratiestructuur worden opgenomen en getoetst (geldt zowel voor gecontracteerde als voor niet-gecontracteerde aanbieders). - Een aantal onderdelen kunnen bij de selectie van aanbieders bij de zorginkoop worden getoetst (geldt enkel voor gecontracteerde aanbieders), maar zij passen niet in de declaratiestructuur. Deze onderdelen zijn voor niet-gecontracteerde aanbieders enkel toetsbaar door uitvoering van materiële controles. 2.1.
a
b
c d
e f g h
April 2014 gereed tbv zorginkoop 2015
Resultaat Toepassing revalidatiemodel: - Ordening op basis van cliëntprofielen - Productenboek gebaseerd op ICF - Hulpvraag volwassenen op basis van PAI systematiek Toegang tot de zorg kan alleen plaatsvinden op verwijzing van een oogarts of andere medisch specialist op basis van de NOG richtlijn Visusstoornissen, revalidatie en verwijzing Uniforme registratierichtlijnen activiteitenregistratie Dataverzameling op basis van 100% activiteitenregistratie op cliëntniveau welke heeft geleid tot een dataset over het jaar 2012 (gereed) en een dataset over het jaar 2013 (medio 2014 gereed); Aantoonbaar ISO-gecertificeerd (bv. HKZ); Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg wordt ingevuld voor wat betreft pijler 1 kwaliteitsgegevens op organisatieniveau; Hanteren structurele meting cliënttevredenheid doelgroep volwassenen
toepasbaarheid Via inkoop
Eindverantwoordelijk voor de geleverde zorg en het zorgplan is de oogarts of de GZ-psycholoog. Ook de klinisch fysicus visueel systeem of andere disciplines kunnen deze taak uitvoeren. De activiteiten van de klinisch fysicus of andere disciplines beperken zich in dat geval tot de zorg zoals omschreven in artikel 2.5d Bzv en de eisen en voorwaarden die daarbinnen aan de ZG-zorg worden gesteld.
In declaratiestructuur
In declaratiestructuur
Via inkoop Via inkoop
Via inkoop Via inkoop Via inkoop
2
2.2.
Gereed tbv zorginkoop 2016
Vooraf past de opmerking dat voor het resultaat genoemd onder c een grote afhankelijkheid bestaat met de opdracht aan de NZa om te onderzoeken of de cliëntprofielen medisch hanteerbaar zijn en kunnen dienen als basis voor de definitieve bekostiging. Randvoorwaarde is dat sector, NZa en ZN stappen hierin in nauwe samenhang en afstemming met elkaar zetten. Toepasbaarheid door zorgverzekeraars Dit wordt op basis van de resultaten in nauwe afstemming met ZN/zorgverzekeraars tezijnertijd nader uitgewerkt.
a b
c
d
e
f
g
Resultaat Heldere beschrijving van de toegang tot de ZG-zorg (verwijzing en instroom) en de inclusiecriteria voor cliënten is gereed; Instrumenten revalidatiemodel worden toegepast; - Hulpvraagverduidelijking - Revalidatiedoelstelling - Meting effectiviteit; Een vertaling van de aanspraak ZG naar medisch herkenbare producten en doorontwikkeling van het cliëntprofielen- en productenboek naar zorgpaden is beschikbaar en systemen ingericht, leidend tot een dataset en structuur die voldoet aan de eisen van de definitieve bekostigingssituatie in de Zvw ; Methodieken en interventies - Structuur op basis waarvan op sectorniveau permanent wordt gewerkt aan verbetering van de onderbouwing van de effectiviteit is ingericht Benodigde specifieke expertise - Benodigde specifieke expertise per discipline is beschreven - Structuur voor branchespecifieke opleidingen en scholingen is ingericht Clientervaring - Meting effectiviteit revalidatie mbv PAI systematiek wordt toegepast - Bepaalt voor welke specifieke doelgroepen beschikbaar systeem meting clienttevredenheid dient te worden uitgebreid kwaliteitsindicatoren voor de sector zijn vastgesteld en afspraken zijn gemaakt over de implementatie
2.3.
a 2.4.
a
April 2016 gereed tbv zorginkoop 2017 Resultaat Passend kwaliteitskader beschikbaar April 2017 gereed tbv zorginkoop 2018 Resultaat Op basis van het sectorbreed monitoren van de behandelresultaten over een periode van twee jaar de inrichting van de bekostiging
3
Vereniging van Instellingen voor mensen met een Visuele beperking
VIVIS
Ontwikkeling kwaliteitskader sector van expertisecentra voor mensen met een visuele beperking. 1 Kwaliteit van zorgaanbieder - Aanwezige voorzieningen - Aantal patiënten - Benodigde aanwezige expertise /opleidingsniveau 2 Kwaliteit van het zorgtraject - Medisch herkenbare productstructuur Wat zijn de bepalende elementen in het individuele zorgtraject waarover gesproken moeten worden. Dit gesprek zou aan moeten sluiten op de ontwikkeling van de producten en zorgpaden. Hiervoor is nodig: o Duidelijkheid ten aanzien van de zorgvraag ZG cliënt (noodzaak 3e lijn) o Duidelijkheid ten aanzien van zorgvraagzwaarte cliënt (verklaring differentiatie in behandelzwaarte in zorgaanbod ZG) o Duidelijkheid ten aanzien van behandelpaden (uniforme behandelpaden waarmee huidige differentiatie in zorgaanbod wordt beëindigd) 3
Transparantie op gebied van outcome - Het transparant maken van de (medische) outcome en de ervaringen van de cliënt.
Ad 1 Kwaliteit van de zorgaanbieder 1.1 Expertisecentra voor mensen met een visuele beperking De expertise centra voor mensen met een visuele beperking zijn verenigd en aangesloten bij de Vereniging van Instellingen voor mensen met een visuele beperking. De instellingen kenmerken zich door het leveren van gespecialiseerde zorg en dienstverlening op de terreinen wonen, arbeid, zorg en revalidatie gericht op de doelgroep van mensen met een visuele (en bijkomende) beperking. De instellingen werken samen op het gebied van deskundigheidsbevordering, expertiseontwikkeling en –borging en wetenschappelijk onderzoek. 1.2 Aantal patiënten De totale doelgroep omvat ongeveer 350.000 mensen met een visuele beperking (Vision 2020 en NOG verwijsrichtlijn). 1.3 Revalidatiemodel Ten behoeve van de revalidatie wordt binnen de sector gewerkt met een multidisciplinair revalidatiemodel waarin een aantal stappen worden onderscheiden en de binnen het kwaliteitskader ontwikkelde instrumenten, producten, methodieken worden gehanteerd. In het -
cliënt proces wordt onderscheid gemaakt in de volgende stappen: Aanmelding Hulpvraagverduidelijking Onderzoek & diagnostiek Revalidatie Evaluatie
Tussen en binnen de verschillende stappen kan een multidisciplinair overleg nodig zijn.
4
Schematische ziet het proces voor cliënten die zich met een revalidatievraag, er als volgt uit:
Revalidatiemodel
Aanmelding Intake Legitimering van zorg
MD1
Onderzoek en Diagnostiek
MD2
Revalidatie
Evaluatie Afsluiten
Planning cliënttraject
Monitoring cliënttraject
1.4 benodigde aanwezige expertise De diversiteit in de doelgroep en het multidisciplinaire karakter van de revalidatie betekent dat een expertisecentrum dient te beschikken over een brede expertise. De sector onderscheidt de volgende betrokken disciplines naar hun deskundigheid in drie categorieën: - Zien: videoloog, oogarts, optometrist, orthoptist, technisch oogheelkundig assistent (toa), low vision specialist. - Gedrag: GZ-psycholoog, neuropsycholoog, psycholoog, orthopedagoog, psychologische assistent, maatschappelijk werker. - Vaardigheid: ergotherapeut, bewegingstherapeut, logopedist, creatief therapeut, braille/taaldocent, ambulant oftewel ontwikkelingsbegeleider. Eindverantwoordelijk voor wat betreft het ‘zien’ (stoornisdiagnostiek) en de coördinatie van de behandeling kunnen zijn de oogarts, de klinisch fysicus en de optometrist/orthoptist (Low Vision specialist). Eindverantwoordelijk voor wat betreft (complexe) hulpvragen waarbij het gaat om psychische en/of gedragsproblematiek ten gevolge van de visuele beperking zijn de GZpsycholoog of een vergelijkbare gedragskundige. Eindverantwoordelijk voor wat betreft hulpvragen primair gericht op het leren om gaan met de visuele ( en eventueel bijkomende) beperkingen kunnen zijn de ergotherapeut of maatschappelijk werker. Doorontwikkeling 2015 Eindverantwoordelijkheid voor de ZG-zorg voor de sector visueel is beschreven en afgestemd met ZN. Het revalidatiemodel wordt hierop ingericht. 1.5 specifieke opleidingen en scholing Een van de specifieke aspecten van de sector is dat wij zelf onze professionals dienen toe te rusten op het werken met en voor mensen met een visuele beperking. Hiervoor bestaan geen algemene opleidingen. Binnen de sector wordt gewerkt aan het komen tot basiscurricula per discipline en gezamenlijke (gecertificeerde) branche scholingen en opleidingen.
5
In 2014 is gestart met het inventariseren en ordenen van de beschikbare opleidingen (een deel wordt al gezamenlijk gegeven). Daarnaast wordt gewerkt aan een structuur waarbinnen de opleidingen en scholing op sector niveau vorm kan worden gegeven. Doorontwikkeling 2015-2017 - December 2014; inventarisatie beschikbare methodieken en interventies beschikbaar - 2015-2017 systematisch (en programmatisch) werken aan verbetering van de onderbouwing Ad 2 Kwaliteit van het zorgtraject 2.1 Toegang tot de revalidatie op basis van NOG richtlijn visusstoornissen, revalidatie en verwijzing Toegang tot de ‘revalidatie’ vindt plaats op basis cq met gebruikmaking van de NOG richtlijn visusstoornissen, revalidatie en verwijzing. Dit is een door het NOG (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap) vastgestelde richtlijn op basis waarvan (oog)artsen patiënten doorverwijzen voor revalidatie. De richtlijn is eind 2011 herzien en vastgesteld door het NOG en wordt al binnen de AWBZ gehanteerd. Doorontwikkeling 2015 In overleg met NOG en ZN uitwerken hoe verwijsrichtlijn binnen ZVW kan worden toegepast 2.2 Bepalen zorgvraag patiënt met behulp van PAI systematiek De PAI systematiek is een evidence based systematiek gebaseerd op ICF om hulpvraag/vragen van cliënt in kaart te brengen en revalidatieplannen op te baseren. De systematiek kent 3 onderdelen: - vragenlijst ten behoeve van hulpvraag verduidelijking - verfijnde vragenlijst om door cliënt te behalen resultaten (per ICF domein) te kunnen vaststellen - evaluatie om het effect van de revalidatie te kunnen bepalen Stand van zaken In 2014 wordt gewerkt met de systematiek voor volwassenen en worden de systemen van de organisaties geschikt gemaakt om de gegevens uniform te kunnen registreren. In 2013 is de VU gestart met de ontwikkeling van een ‘PAI systematiek’ specifiek voor kinderen en jong volwassenen. Met ingang van 2015 komen data beschikbaar Doorontwikkeling 2015-2017 - Met ZN uitwerken hoe PAI in kwaliteitskader tbv inkoop (toezien op gebruik instrument) kan worden opgenomen. (gereed april 2015) - Uitkomsten betrekken in ontwikkeling zorgpaden (2016-2017) 2.3 van productenboek naar medisch herkenbare producten De sector beschikt over een basisproductenboek gebaseerd cq geordend op basis van de ICF systematiek. De ‘productieregistratie’ is hierop ingericht. Het uitgewerkte productenboek is medio 2014 beschikbaar. Toegewerkt wordt naar medisch herkenbare producten. De eerste stap hierin vormt fase 2 van het NZa onderzoek. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek, in samenhang met ‘de doorontwikkeling van de PAI, systematische beschrijving en onderbouwing van methodieken en interventies vormen de basis voor de doorontwikkelen naar medisch herkenbare producten (en/of zorgpaden)
6
Doorontwikkeling 2015-2017 - Juli 2014 productenboek 2014 beschikbaar - Oktober/november 2014 op basis van NZa advies plan van aanpak doorontwikkeling naar medische herkenbare producten (en/of zorgpaden) Uitwerking in 2015 2.4 Methodieken en interventies Met de PAI systematiek wordt de zorgvraag en te bereiken revalidatiedoelstellingen systematisch in kaart gebracht. In de revalidatie (en onder de producten) wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methodieken en interventies. Binnen de sector wordt toegewerkt naar een structuur waarbinnen systematische gewerkt wordt aan de beschrijving en onderbouwing van de effectiviteit van interventies in de visuele sector. Dit is in 2014 gestart met het inventariseren en ordenen van de beschikbare methodieken (labelen van de methodieken op de ladder van evidence) en het ontwerpen van een systematiek op basis waarvan op sectorniveau permanent (en programmatisch) gewerkt wordt aan de verbetering van de onderbouwing van de methodieken en interventies (in relatie van met onderzoeksagenda van de sector) Doorontwikkeling 2015-2017 - December 2014; inventarisatie beschikbare methodieken en interventies beschikbaar - 2015-2017 systematisch (en programmatisch) werken aan verbetering van de onderbouwing 2.5 van clientprofielen naar zorgpaden Ten behoeve van het inzicht krijgen in de clientenstroom zijn profielen ontwikkeld. Deze zijn met ingang van 2011 in gebruik. Deze ordening geeft inzicht in de clientenstroom maar zijn nog geen zorgpaden. Een zorgpad wordt gezien als een combinatie van hulpvragen (naar aard en ernst), persoonlijke en externe factoren, vertaald in een gemeenschappelijke zorgbehoefte en waar mogelijk in een standaard traject (programma/pakket/straat e.d.). De uitkomsten / resultaten van 2.1-2.4 en het NZa advies fase 2 vormen input voor het komen tot zorgpaden. Doorontwikkeling 2015-2017 - 2014 eerste beschrijving zorgpaden en inrichten systemen (dataverzameling) - 2015 op basis van data analyse validatie zorgpaden (in afstemming met ZN) - 2016 uitwerken bekostiging 3
Transparantie op gebied van outcome
3.1 resultaat meting effect revalidatie op basis van PAI De PAI systematiek bestaat uit 3 onderdelen; - vragenlijst ten behoeve hulpvraag verduidelijking - verfijnde vragenlijst om door cliënt te behalen resultaten (per ICF domein) te kunnen vaststellen - evaluatie om het effect van de revalidatie te kunnen bepalen In de evaluatie wordt systematisch het effect van de revalidatie gemeten. Met ingang van 2015 komen data beschikbaar Doorontwikkeling 2015-2017 - Met ZN uitwerken hoe PAI in kwaliteitskader tbv inkoop (toezien op gebruik instrument) kan worden opgenomen. (gereed april 2015) - Uitkomsten betrekken in ontwikkeling zorgpaden (2016-2017)
7
3.2 systematische meting clienttevredenheid In 2013 is door de sector (in samenspraak met de cliëntenraden) gekomen tot een vragenlijst en systeem van meting van de clienttevredenheid. Gestart is met de doelgroep ‘volwassenen’; in 2014 en 2015 zullen vragenlijsten worden ontwikkeld voor andere doelgroepen waaronder kind en jeugd. Doorontwikkeling 2015 - Met ZN uitwerken hoe systematische meting in kwaliteitskader tbv inkoop kan worden opgenomen
8