Kwaliteit zichtbaar Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius X College en Sg. Canisius
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................................... 2 Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 1.
Inleiding .......................................................................................................................................... 4
1.1 Proces van beleidsplanning .....................................................................................4 1.2 Invulling kadernota ...............................................................................................5 2. Missie, beleid en verbondenheid ..................................................................................................... 6 2.1 Pius X College en Scholengemeenschap Canisius: verbonden scholen ...................................6 3. Leerlingen en het onderwijs ............................................................................................................. 7 3.1 Opbrengstgericht onderwijs .....................................................................................7 3.2 Talentontwikkeling ............................................................................................................................. 7 3.3 Passend onderwijs ................................................................................................8 3.4 Waardegericht onderwijs ................................................................................................................... 9 3.5 Rekenen- en taalbeleid.................................................................................................................... 10 3.6 BYOD (Bring Your Own Divice) ....................................................................................................... 10 4. Ouders en het onderwijs................................................................................................................. 11 4.1 Ouderparticipatie ............................................................................................... 11 5. Medewerkers en het onderwijs ...................................................................................................... 12 5.1 5.2 5.3 5.4
Medewerkerbetrokkenheid .................................................................................... 12 Leeftijdsfase-bewust personeelsbeleid ..................................................................... 13 Professionalisering medewerkers ............................................................................ 13 PMO-Health check .............................................................................................. 14
6. Middelen en beheer ......................................................................................................................... 15 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Onderwijs en kwaliteitszorg .................................................................................. 15 Leermiddelenbeleid ............................................................................................ 15 Optimalisatie secundaire werkprocessen ................................................................... 16 Financiën ......................................................................................................... 16 ICT ................................................................................................................. 17 Communicatie ................................................................................................... 17
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
2
Voorwoord De samenleving vraagt om goede opbrengsten van het onderwijs. De samenleving verwacht van scholen een bijdrage die verder gaat dan het leren alleen. In toenemende mate liggen zowel allerlei maatschappelijke als pedagogische vraagstukken op het bord van de scholen. Scholen worden tegenwoordig steeds vaker aangesproken op hun sociale functies. Kortom, er is een verbreding en verdieping van verwachtingen van het hedendaagse onderwijs te zien. Onderwijskwaliteit is onderwerp van maatschappelijke discussie. Het is aan ons als scholen onze onderwijskwaliteit zichtbaar te maken, vandaar de titel van deze kadernota Kwaliteit zichtbaar. Er staan drie belangrijke veranderingen op stapel, waar wij als instelling op in moeten spelen: 1) De leerlingpopulatie verandert 2) De omgeving verandert 3) De financiering verandert Daarnaast zijn er in 2013 landelijke afspraken gemaakt en vastgelegd in het Nationaal Onderwijsakkoord. Onze instelling Pius Canisius is een sterke organisatie die de mogelijkheden heeft om haar ambities te verwezenlijken. Een scherpere focus op de resultaten en opbrengsten van ons onderwijs heeft prioriteit. Tegelijkertijd zullen we door de bezuinigingen van de overheid meer moeten doen met minder middelen. Het uitgangspunt is uitkomen met de financiële middelen die we krijgen. Almelo, januari 2014
drs. Ben A. Kokhuis
Kadernota 2014-2017
Anneke Veerbeek MME
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
3
1.
Inleiding
De huidige beleidsperiode 2011-2014 loopt ten einde, wat betekent dat de beleidslijnen voor de komende jaren uitgezet worden. In het kader van RVM en kwaliteitszorg hebben we in onze plannings- en beleidscyclus vastgelegd dat in de kadernota van de Centrale Directie, kaders worden aangegeven voor het te voeren beleid voor de komende drie schooljaren (2014-2015, 2015-2016 en 2016-2017) binnen de instelling Pius Canisius.
1.1 Proces van beleidsplanning We werken met een planning- en beleidscyclus op het gebied van strategisch, tactisch en operationeel management. De planning- en beleidscyclus is een cyclisch proces van voorbereiding, opstelling, besluitvorming, uitvoering en evaluatie binnen de instelling. De beleidsplanning kent bovendien een jaarlijkse cyclus, vaste thema’s die hierin aan bod komen zijn: beleidsmatig/organisatorisch, opbrengsten/IDU, tevredenheidsonderzoeken, financiën/begroting, personeel & organisatie, communicatie en overige evaluaties en onderzoeken. We maken gebruik van de PDCA-cyclus:
Plan
Do
Kadernota Locatiebeleidsplan Teambeleidsplan
Uitvoering onderwijs Projecten IPB
Act
Check Monitoring beleidsplannen Tevredenheidsonderzoeken Kengetallen
Bijstellen van plannen en projecten
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
4
1.2 Invulling kadernota Het schooljaar 2013-2014 is een belangrijk schooljaar in de planning- en beleidscyclus; in dit schooljaar worden de beleidsplannen voor de komende jaren geschreven. In de schoolleiding en teams is inmiddels aandacht besteed aan de evaluatie van de locatie- en teambeleidsplannen 20112014. Doel van deze evaluatie was het opsporen van positieve en negatieve punten. Deze punten zorgen voor een basis voor de nieuwe beleidsplannen. Deze kadernota komt van de Centrale Directie en hierin worden de belangrijkste ontwikkelingen en doelstellingen voor de beleidsperiode 2014-2017 uiteen gezet. De kadernota dient als input voor de komende locatie- en teambeleidsplannen. Daarmee worden vanuit de Centrale Directie de kaders van het beleid vastgesteld. De concrete invulling over ‘hoe en wat’ ligt bij de locaties en teams. Schema voor het proces tot beleidsvorming:
Kadernota CD Koers 2014-2017
LocatieBeleidsplan 2014-2017
Teambeleidsplan 2014-2017
Kadernota 2014-2017
Teambeleidsplan 2014-2017
Teambeleidsplan 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
5
2. Missie, beleid en verbondenheid ‘Samen leren, samen werken’ Zorg voor de mens ‘ieder mens en heel de mens’ staat centraal binnen onze scholen en binnen de Stichting Carmelcollege, waar de instelling Pius Canisius onderdeel van uitmaakt. Daarbij worden de kernwaarden betrokkenheid van mensen bij elkaar, verantwoordelijkheid van ieder voor het geheel en onderlinge verbondenheid gehanteerd. Dit geldt niet alleen voor de primaire taak van de scholen (het aanbieden van onderwijs), maar ook bij het scheppen van randvoorwaarden voor het onderwijs (Koers 2013, Stichting Carmelcollege). De ontwikkeling van het individu, van zowel de leerling als de medewerker is een belangrijke kernwaarde. De missie van de instelling Pius Canisius is ‘samen leren, samen werken’. Deze missie staat voor alle geledingen binnen de instelling centraal, om zo het optimale uit leerlingen en medewerkers te halen. Het doel is goed te presteren, in de breedste zin van het woord. Onderwijs en zorg, integraal personeelsbeleid, bedrijfsvoering, verantwoording, opbrengstgerichtheid, omgevingsgerichtheid en communicatie zijn thema’s die hierbij een grote rol spelen. Door onderwijs te organiseren op een menselijke maat, wordt ruimte geboden voor eigen inzet en verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. Thuisnabij en kleinschaligheid zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. ‘Dat je gezien en gehoord wordt’, daar gaat het om. Een sterke drijfveer voor veel leerlingen is dat ze persoonlijk gekend worden door docenten. Dat iemand ze in een groep als zelfstandige persoon erkent geeft zelfvertrouwen en het bewustzijn van eigen kracht. Beide zijn belangrijke voorwaarden om te leren: niet alleen voor leerlingen, maar ook voor ouders en medewerkers. Mensen hebben het nodig om nodig te zijn, zoals pedagogen zeggen. Ze willen dat hun mening er echt toe doet, en zo wordt er binnen de instelling gewerkt. Dat maakt dat er sprake is van gezamenlijke verantwoordelijk voor de school waarin mensen samen werken en samen leven.
2.1 Pius X College en Scholengemeenschap Canisius: verbonden scholen Het Pius X College en Scholengemeenschap Canisius vormen een onderwijsinstelling met vijf locaties die onderwijs verzorgen aan circa 3450 leerlingen. Pius en Canisius zijn hechte leer- en leefomgevingen met een eigen identiteit en geven actief vorm aan hun verbondenheid met leerlingen, medewerkers en de omgeving. Beide scholen hebben een sterk regionale functie en zijn nauw verbonden met de streek Twente en de inwoners van deze streek. Binnen de instelling Pius Canisius werken we samen aan: (ver)nieuw(end) onderwijs; opbrengstgericht werken; optimalisering van de kwaliteit en het verder ontwikkelen van een kwaliteitszorgsysteem; verdere versterking van de marktpositie in Almelo en omgeving; netwerken om met andere onderwijsinstellingen in Almelo en omgeving onderwijsverbeteringen te realiseren. Hierbij staat het leren van elk kind centraal. Tijdens het verblijf op school gaat het uiteindelijk om de persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling van de leerlingen, zodat zij uitgroeien tot verantwoordelijke en autonome burgers.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
6
3. Leerlingen en het onderwijs Leerlingen zijn de belangrijkste geleding binnen de instelling Pius Canisius; immers zonder leerlingen is er geen onderwijsinstelling. Goed en passend onderwijs is een belangrijke peiler binnen de scholen. De kinderen worden op een optimale manier voorbereid op een verdere carrière en maatschappelijke participatie.
3.1 Opbrengstgericht onderwijs Opbrengstgericht werken is een belangrijke pijler van de kwaliteitsagenda VO. In de huidige onderwijskundige omgeving is een focus naar opbrengsten en rendementen aan de orde. Het blijven communiceren en verantwoorden van onderwijsprestaties wordt steeds belangrijker: zowel intern als extern. Scholen die opbrengstgericht werken, benutten beschikbare data voor het verbeteren van hun onderwijs. Concreet betekent dit dat scholen gegevens verzamelen en gericht gebruiken om leerlingenresultaten te verbeteren. Het meten van leerling-resultaten, het analyseren ervan en aanpassingen van het onderwijs naar aanleiding van de analyse van resultaten is een cyclisch proces. Doelstelling voor de instelling op gebied van opbrengstgericht onderwijs is de kwaliteit van het onderwijs en de resultaten op alle punten op tenminste gemiddeld niveau te brengen. Iedereen heeft hierin een eigen rol en verantwoordelijkheid. Het eerste uitgangspunt ten aanzien van het rendement is dat alle locaties minimaal moeten voldoen aan de basisnormen zoals de Inspectie die stelt in het, onlangs vernieuwde, toezichtkader VO. Dit houdt in dat in het meerjarenoverzicht alle onderdelen voor elke afdeling van elke locatie minimaal voldoende moet zijn. In dit nieuwe toezichtkader VO is er naast de focus op opbrengsten, ook meer aandacht voor het onderwijsproces. Doelstelling: Alle locaties voldoen tenminste aan de basisnormen zoals de inspectie ze stelt in het vernieuwde toezichtkader VO.
3.2 Talentontwikkeling Binnen de instelling Pius Canisius hebben we vertrouwen in de mogelijkheden en talenten van onze leerlingen. We streven we ernaar het beste uit leerlingen en medewerkers te halen; we willen hen in staat stellen op verschillende niveaus en in verschillende vormen te laten excelleren. De leerling dient op school uitgedaagd te worden. Leerlingen worden gestimuleerd hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Er is zowel aandacht voor kennis als voor vaardigheden, competenties en karakter. Persoonlijk contact en coachen van leerlingen helpt leerlingen om het beste uit zichzelf te halen en een goed beeld te krijgen van de eigen mogelijkheden. De staatssecretaris voorstaat een brede definitie van talentontwikkeling: excelleren moet op alle niveaus in het onderwijs – van vmbo tot vwo - en op een breed gebied gestimuleerd worden. Er moet niet alleen oog zijn voor cognitieve vaardigheden, maar ook bijvoorbeeld voor creatieve en ambachtelijke vaardigheden.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
7
Binnen de instelling Pius Canisius zijn wij voorstander van zo’n brede definitie, waarbij ontwikkeling van talent volop de ruimte krijgt en het onderwijs beter afgestemd wordt op de verschillen tussen leerlingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het sneller behalen van een diploma, het aanbieden van masterclasses of het modulair afsluiten van vakken op verschillende niveaus. Extra inspanningen en resultaten voor honoursprogramma’s, olympiades of beroepenwedstrijden zouden zichtbaar moeten worden op diploma’s. Pius en Canisius hebben een breed onderwijsaanbod gericht op het stimuleren en optimaliseren van talenten op alle niveaus. Het totale onderwijsaanbod is meer dan gemiddeld en kent op de scholen mogelijkheden tot verdieping naast het reguliere aanbod. Aandacht voor talentontwikkeling vraagt ruimte in het curriculum. De komende jaren gaan Pius en Canisius hier mee aan de slag. Doelstelling: De instelling Pius Canisius zorgt ervoor dat er sprake is van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en dat locaties hun huidige verdiepingsaanbod waar mogelijk uitbreiden, om leerlingen zoveel mogelijk te stimuleren hun talenten te ontdekken en maximaal te ontplooien.
3.3 Passend onderwijs De instelling Pius Canisius streeft ernaar de doorgaande lijn van onderwijs en begeleiding (van basisonderwijs tot en met vervolgonderwijs) te optimaliseren. In de zorgstructuur is een belangrijk uitgangspunt de ‘driehoeksverantwoordelijkheid’. Zorg kan alleen succesvol zijn als er een goede afstemming is tussen de drie betrokkenen: Leerling Ouder School Zorg begint niet op het ogenblik dat een leerling wordt aangemeld bij één van de scholen en stopt niet als de leerling de school weer verlaat. Er is nadrukkelijk sprake van een ‘ketenverantwoordelijkheid’ op de scharnierpunten bij instroom en uitstroom van leerlingen. Eén van de ontwikkelingen waardoor de leerlingenpopulatie van de instelling Pius Canisius wijzigt, is passend onderwijs. Per 1 augustus 2014 treedt de zorgplicht bij de Wet Passend Onderwijs in werking. Als ouders hun kind - met extra ondersteuningsbehoeften - bij een school aanmelden, moet de school een passend onderwijsaanbod doen. Dat kan bij die school of bij een andere school, afhankelijk van de ontwikkeling van het kind, de wensen van de ouders en de mogelijkheden van de school. Uit de tweede voortgangsrapportage Passend Onderwijs (juni 2013): Ieder kind verdient goed onderwijs. Goed onderwijs dat kinderen in staat stelt hun talenten te ontwikkelen en dat hen uitdaagt om steeds een stap extra te zetten. De huidige organisatie van de extra onderwijsondersteuning biedt daarvoor onvoldoende mogelijkheden. Met passend onderwijs wordt de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de extra onderwijsondersteuning neergelegd bij de schoolbesturen, in overleg met ouders, leraren en gemeenten. Schoolbesturen krijgen met de start van passend onderwijs een zorgplicht en werken hierbij samen in een samenwerkingsverband. Door de verantwoordelijkheden dicht bij de scholen te beleggen kan beter worden aangesloten bij de ondersteuningsvraag van kinderen en de specifieke kenmerken van het samenwerkingsverband. Goede ondersteuning in de reguliere scholen kan voorkomen dat kinderen verwezen moeten worden naar het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so). Voor kinderen die dat echt nodig hebben, blijft het (v)so bestaan. Deze wijzigingen zijn vastgelegd in de Wet passend Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
8
onderwijs die op 5 november 2012 is gepubliceerd in het Staatsblad. Vanaf 1 augustus 2014 gaan de samenwerkingsverbanden van start met passend onderwijs. Het vormgeven aan passend onderwijs is niet uitsluitend een inhoudelijke omslag. Tegelijkertijd is het ook een bezuiniging vanuit de overheid; er wordt fors gesneden in geldstromen voor onderwijs/zorgtrajecten. Daardoor wordt bij het onderwijs de opdracht neergelegd om met minder middelen meer te realiseren. Passend Onderwijs vraagt van onze scholen een heroriëntatie op de inrichting van het onderwijs voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Er is sprake van een bezuiniging vanuit de overheid in de geldstromen voor begeleidingstrajecten in het onderwijs. Bovendien worden de beschikbare middelen voor begeleiding aan leerlingen voortaan niet meer direct aan de school toebedeeld, maar zullen deze binnenkomen bij het regionaal samenwerkingsverband 23.01 waarbij de instelling is aangesloten. De instelling Pius Canisius wil in het samenwerkingsverband haar bijdrage leveren aan een regionaal dekkend aanbod van onderwijs/ begeleidingsarrangementen. Uitgangspunt hierbij is dat voor elke leerling die begeleiding nodig heeft in de regio een passend onderwijs/begeleidingstraject wordt aangeboden. Doelstelling: De instelling Pius Canisius levert in het nieuwe regionaal samenwerkingsverband 23.01 haar bijdrage aan een regionaal dekkend aanbod van onderwijs/begeleidingsarrangementen.
3.4 Waardegericht onderwijs In het onderwijs gaat het naast de inhoudelijke kant van het onderwijs geven, de kenniscomponent, ook over de ethische kant van leven. Het gaat op school ook over waarden en normen die gehanteerd worden, de voorbeeldrol van de docent en de overige medewerkers en het als katholieke school aangaan van de dialoog met en tussen leerlingen. Waardoor zij niet alleen hun eigen waarden en normen kunnen vormen, maar ook met respect met die van een ander leren omgaan. Hierbij gaat het om morele vorming van leerlingen als aanvulling op wat de leerlingen van huis uit meekrijgen. We bereiden onze leerlingen voor op het volwassen zijn, waarin vormen, bijstellen en het hebben van een eigen visie en mening en het daarover in dialoog gaan tot de competenties behoren - die alle leerlingen dienen te bezitten. Zelfrespect, zelfkennis en zelfbeheersing. Daarnaast is het hanteren van en omgaan met sociale media een onderwerp dat binnen de scholen op de agenda staat. Welke ethische codes horen daarbij in een maatschappij waarin je met respect met elkaar omgaat? Het gaat hierbij ook om het belichten van positieve zaken in ons leven, en in onze maatschappij, die door de media vaak niet belicht worden. Tegen de achtergrond van de missie van de Stichting Carmel College, waarin ‘heel de mens’ centraal staat, is het de opdracht aan de scholen goede balans te houden tussen, aan de ene kant rendementsdoelstellingen, en aan de andere kant de ideële kernwaarden waar de scholen voor staan. Van de scholen wordt verwacht dat binnen het onderwijs de dialoog aangegaan wordt over waarden en normen binnen de verschillende geledingen. Wat het onderwijs betreft: waardegericht onderwijs wil leerlingen doen groeien in de vaardigheid om te reflecteren over de eigen waarden en die van anderen. Want wie dat kan, heeft de kracht om voorbij het eigen standpunt te zien en daardoor respect op te brengen voor de waarden van anderen, ook als hij zichzelf daarin niet herkent. We gaan als instelling Pius Canisius een vertaalslag maken naar een beleidsnota ‘waardegericht onderwijs’ (of identiteit), waarbij de verschillende geledingen actief betrokken worden. Doelstelling: De beleidsnota ‘waardegerichtonderwijs’ is in het najaar van 2015 gereed. Vanaf 2014-2015 is - afhankelijk van het onderwerp van het werkstuk - een ethische paragraaf onderdeel van profiel- en sectorwerkstukken. Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
9
3.5 Rekenen- en taalbeleid Leerlingen die vanuit het VO doorstromen naar het hoger onderwijs zijn de laatste jaren achteruit gegaan als het gaat om het niveau in rekenen en taal. De scholen in het primair en voortgezet onderwijs werken daarom samen aan het verbeteren van het taal- en rekenniveau van leerlingen. Taal en rekenen vormen de basis van het onderwijs. Deze vaardigheden zijn nodig om de andere lessen op school goed te kunnen volgen. Op 1 augustus 2010 is de wet 'Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' in werking getreden. De referentieniveaus bepalen wat leerlingen op strategische momenten in hun schoolloopbaan moeten kunnen. De referentieniveaus taal en rekenen worden geïmplementeerd in het eindexamen VO. Met de komst van referentieniveaus werken scholen doelgericht aan de verhoging van het niveau van taal en rekenen in het voortgezet onderwijs.
Doelstelling: De instelling Pius Canisius realiseert met ingang van schooljaar 2014-2015 in alle opleidingen een reken- en taalniveau dat voldoet aan de wettelijke vastgestelde referentieniveaus. Leerlingen zijn voldoende voorbereid voor het nieuwe Centraal Examen Nederlands 2014-2015 en voor de Centrale Rekentoets.
3.6 BYOD (Bring Your Own Device) De instelling Pius Canisius kiest er nadrukkelijk voor om ICT in te zetten als activerend multimediaal (hulp)middel in het onderwijsproces: ICT versterkt de didactische pijler doordat met behulp van ICT op een activerende multimediale manier directe feedback op kennis en vaardigheden gegeven wordt. Hoe directer de feedback, hoe groter het leerrendement. Voor de pedagogische pijler betekent de inzet van ICT dat er beter individuele leerlijnen gerealiseerd worden. Leerlingen kunnen zich met behulp van ICT makkelijker in eigen tempo en eigen tijd, vaak zelfs op eigen niveau, de leerstof eigen maken. Ook kunnen ze hun opdrachten gedifferentieerd in niveau en tempo uitvoeren. Kritisch leren omgaan met de inzet van ICT geeft ook een extra dimensie in de vorm van de noodzakelijke discussie over het omgaan met elkaar en bronnen via internet. De leerling centraal betekent dat deze leerling een motiverend en uitdagend onderwijsprogramma wordt aangeboden gedurende zijn gehele schoolcarrière. Voor de instelling Pius Canisius levert ICT hieraan een belangrijke bijdrage. Vanuit deze visie en de ontwikkeling van het onderwijs en de ontwikkelingen in de maatschappij, waaronder de ROC’s, HBO en Universiteiten is er behoefte ontstaan aan 1 op 1 devices. We bedoelen hiermee dat iedere leerling over een eigen device in de klas beschikt. Het kan hier gaan om bijvoorbeeld een netbook, laptop of I-pad, te bepalen door de school. Om de kwaliteit van het onderwijs binnen Pius en Canisius te verhogen wordt laptopgebruik in het leerproces geïntegreerd. Hiervoor is BYOD-onderwijs bij Canisius in schooljaar 2013-2014 ingevoerd vanaf klas 1 tot en met klas 4. Het Pius X College is in schooljaar 2013-2014 gestart met BYODonderwijs in klas 2. Doelstelling: In 2017 is het BYOD-onderwijs binnen de instelling Pius Canisius geïntegreerd in alle leerjaren.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
10
4. Ouders en het onderwijs De relatie tussen school en ouders is essentieel; beide partijen worden als educatieve partners aan elkaar gekoppeld. Ouders dragen een deel van de opvoeding over aan de school. De school vormt de leerlingen gedurende een belangrijke fase van hun leven. Ouders vertrouwen ons, rekenen op zorg en bescherming naast de vorming van hun kinderen. Daarom is het belangrijk dat de school zich de waarde realiseert van het onderhouden van de relaties met ouders/verzorgers, zowel op individueel als op groepsniveau. De betrokkenheid van ouders bij hun kinderen wordt actief bevorderd door individuele en persoonlijke communicatie van de school naar de ouders. Sleutelfiguren zijn vooral de mentor en de teamleider: ieder personeelslid is daarbij ambassadeur van de school.
4.1 Ouderparticipatie We leven in een transparante wereld. Ouders, burgers, gemeenten, werkgevers, andere instanties en de media stellen vragen over wat er in de school gebeurt. Scholen leggen verantwoording af aan hun omgeving door middel van horizontale ofwel meervoudige publieke verantwoording. Het doel van horizontale verantwoording is dat scholen het vertrouwen van de omgeving vergroten, het beleid afstemmen op de maatschappelijke behoeften en hun keuzes legitimeren. Hierdoor worden doelen eerder bereikt en bovendien leidt dit tot betere prestaties en kan de school rekenen op meer draagvlak vanuit de omgeving. Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas zijn instrumenten voor onze scholen om te laten zien hoe we als school presteren. De school verantwoordt hiermee naar buiten toe en neemt haar verantwoordelijkheid hiervoor. Dit vormt de basis voor de dialoog die scholen moeten onderhouden met de belanghebbenden. Essentieel is daarom verbetering en continuering van het project Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas, waarbij het houden van tevredenheidsonderzoeken onder leerlingen en ouders een tweejaarlijks terugkerend item is. Ouders zijn een belangrijke geleding uit de omgeving van de school. De bijdrage van ouders aan de kwaliteit van het onderwijs wordt op prijs gesteld. De ouderbetrokkenheid blijkt onder andere uit de ouderraad, ouderklankbordgroepen en de respons op tevredenheidsonderzoeken onder ouders.
Doelstelling: Pius en Canisius richten zich op horizontale verantwoording in dialoog met belanghebbenden, waarbij continuering en verfijning van Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas de basis is. Pius en Canisius houdt tweejaarlijks een oudertevredenheidsonderzoek onder ouders van leerjaar 3.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
11
5. Medewerkers en het onderwijs Om het onderwijs optimaal vorm te kunnen geven en uit te kunnen voeren zijn professionele medewerkers essentieel. Als organisatie hechten wij aan medewerkers die passie voor het onderwijs hebben, voor hen willen we een goed werkgever zijn. Individuele medewerkers ontlenen hun meerwaarde aan het functioneren binnen een locatie of een team. De ontwikkeling van een team wordt bepaald door de mate waarin medewerkers samenwerken aan een gezamenlijk doel en de wijze waarop men hierbij met elkaar omgaat. Hierbij gaat het om het gebruik kunnen maken van elkaar, het aanvullen van elkaars expertise en persoonlijke eigenschappen, respect, waardering en vertrouwen. Samen moeten we de klus klaren. Binnen de instelling wordt dan ook bewust in teams samengewerkt. Voor het versterken van de kwaliteit van ons personeelsbestand is beleid ontwikkeld voor werving, selectie en ontwikkeling van medewerkers. Het belangrijkste instrument voor de ontwikkeling van medewerkers is de gesprekkencyclus, als onderdeel van het IPB beleid. En daarop aansluitend de persoonlijk ontwikkelplannen en scholing welke daaruit voortvloeiend. Onderwijsprocessen verbeteren betekent in onze visie onder andere verdere professionalisering van medewerkers.
5.1 RI&E en medewerkerbetrokkenheid Een hoge mate van medewerkerbetrokkenheid is van groot belang voor de prestaties van de instelling Pius Canisius. Indien medewerkers zich betrokken voelen draagt dat bij aan hun werkplezier en aan de prestaties van de leerlingen. De RI&E (vier jaarlijkse Risico Inventarisatie & Evaluatie) vormt een instrument om de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De RI&E brengt op gestructureerde wijze de risico’s en managementverantwoordelijkheden in kaart. Met het uit de RI&E voortvloeiende plan van aanpak wordt de mogelijkheid geschapen verbeteringen door te voeren met als gevolg een veiliger en gezonder werkklimaat. Redenen voor het uitvoeren van de RI&E zijn: • Het bevorderen en/of garanderen van de inzetbaarheid van medewerkers; • Het minimaliseren van het verzuim en de toetreding tot de WIA; • Het voorkomen van letsel en schade door ongevallen, calamiteiten en incidenten; • Het voldoen aan wettelijke verplichtingen. In de gevalideerde RI&E van oktober 2013 is de arbo-vragenlijst gecombineerd met de vragenlijst van het Medewerkers Tevredenheids Onderzoek (MTO).
Doelstelling: In december 2016 zijn de uit de RI&E en MTO voortvloeiende plannen van aanpak op de locaties uitgevoerd.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
12
5.2 Leeftijdsfase-bewust personeelsbeleid Voor iedere leeftijdscategorie binnen ons personeelsbestand gelden andere aandachtsgebieden. Er is ons veel aan gelegen dat medewerkers vitaal en krachtig hun loopbaan vervolgen tot zij met pensioen wensen te gaan. Hierbij is aandacht voor de behoeften van de verschillende leeftijdsfasen, echter rekening houdend met de behoeften van de school. Wij hechten grote waarde aan een duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers en willen kaders scheppen om deze inzetbaarheid te realiseren.
Doelstelling: In 2016 is het plan duurzame inzetbaarheid gereed met aandacht voor de behoeften tijdens de verschillende leeftijdsfasen van personeelsleden.
5.3 Professionalisering medewerkers Voor de werving, selectie en ontwikkeling van professionele onderwijsgevenden investeren wij als instelling Pius Canisius door te participeren binnen het partnerschap tussen Hogeschool Windesheim, Pius/Canisius, Twickel/Grundel, het Etty Hillesum Lyceum en het Marianum waarbij partijen kiezen voor Samen Opleiden om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen in: Het opleiden van nieuwe leraren; Het professionaliseren van de zittende docent; Het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs voor onze leerlingen; Het koppelen van nieuwe theoretische inzichten aan het handelen in de praktijk; Een goede onderwijswerkgever te zijn. Binnen het Samen Opleiden bevordert de koppeling van theorie en praktijk de kwaliteit van het opleiden van nieuwe leraren en biedt startend personeel een professionele ondersteuning om sneller en beter in de introductiefase te ontwikkelen en hen (mede daardoor) voor het onderwijs te behouden (kwaliteit en kwantiteit). Leren, werken, opleiden en professionaliseren komen als functies in de school bij elkaar. Expertise vanuit scholen en instituten wordt gebundeld en met de realisatie van het Samen Opleiden realiseren partners ook een capaciteit voor scholing en nascholing. Een samenhangend opleidings- en begeleidingsconcept professionaliseert (toekomstige) docenten, door begeleiding op concreet niveau (in de klas), op toegepast niveau (intervisie en supervisie) en op theoretisch niveau, tot docenten die bekwaam zijn en bekwaam blijven. Wij willen docenten opleiden die het maximale uit zichzelf én de leerlingen halen.
Doelstelling: In 2016 voldoet de instelling Pius Canisius binnen het partnerschap aan de accreditatienormen Samen Opleiden.
Loopbaanontwikkeling Het huidige gemeenschappelijk beleidskader IPB opent loopbaanperspectief voor docenten binnen hun docentfunctie, van LB naar LC en LD. Centraal daarin staan: Professionele ontwikkeling en loopbaanperspectief binnen de docentfunctie; Uitzicht op betere beloning via individuele afspraken over scholing en ontwikkeling; Het vergroten van de aantrekkingskracht voor eerstegraads bevoegde docenten. Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
13
De Stichting Carmelcollege heeft op basis van dit gegeven in april 2009 de doestellingen t/m 2014 voor Pius en Canisius berekend. Het is nu van belang de gestelde doelen van de functiemix te bewaken en uit te voeren conform de richtlijnen. Nader beleid voor LD benoeming is op dit moment afhankelijk van de af te sluiten cao, waarschijnlijk in het voorjaar van 2014. De Stichting heeft ook voor ondersteunende medewerkers loopbaanbeleid ontwikkeld met dezelfde ambitie als het loopbaanbeleid van docenten en leidinggevenden. Daarmee is er nu een samenhangend loopbaanbeleid voor al het personeelsleden van de Stichting Carmelcollege vastgesteld.
Doelstelling: Pius en Canisius voldoen aan de vereisten uit de functiemix en het daaraan verwante Carmelbeleidskader zoals vastgelegd in het Loopbaanbeleid.
5.4 PMO (periodiek medisch onderzoek) Wij hechten grote waarde aan een duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers en willen kaders scheppen om deze duurzame inzetbaarheid te realiseren. Als bijdrage hieraan kunnen de medewerkers op vrijwillige basis deelnemen aan een PMO-Health Check waarbij er een basisarrangement beschikbaar is en tevens de mogelijkheid geboden wordt deze tegen bijbetaling uit te breiden.
Doelstelling: In 2014 en in 2015 vindt een PMO-Health Check plaats op vrijwillige basis. In 2014 wordt deze mogelijkheid geboden voor medewerkers van 40 jaar en ouder, in 2015 voor de overige medewerkers.
5.5 Lerarenregister In het Lerarenregister kunnen docenten bijhouden welke scholings- en professionaliseringsactiviteiten ze ondernemen om hun vakbekwaamheid te onderhouden. Het register wordt verder ontwikkeld door de Onderwijscoöperatie (OC). Door het register worden bevoegde docenten ondersteund en gestimuleerd om hun bekwaamheid te onderhouden, zichtbaar te maken en om het gesprek daarover aan te gaan. In het Bestuursakkoord VO is het streefdoel opgenomen dat in 2015 50 procent van de leraren is geregistreerd en dat zij hun bekwaamheden systematisch onderhouden. Ook in het regeerakkoord zijn hier afspraken over gemaakt: het kabinet wil de bekwaamheidseisen uit het Lerarenregister en de bijscholingsplicht van docenten vanaf 2017 wettelijk verankeren.
Doelstelling: In 2016 zijn alle leraren binnen de instelling Pius Canisius geregistreerd in het lerarenregister.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
14
6. Middelen en beheer 6.1 Onderwijs en kwaliteitszorg De kwaliteit van het onderwijs staat binnen de scholen hoog in het vaandel. Pius en Canisius blijven werken aan optimalisering van de kwaliteit. Het is een landelijke trend dat scholen steeds meer zelf verantwoordelijk worden voor hun eigen kwaliteit en kwaliteitszorg. De school wil voor zichzelf vaststellen of zij ‘de goede dingen doet’ en ‘de dingen goed doet’. Daarnaast hebben scholen meer autonomie gekregen om het onderwijs naar eigen inzicht in te richten en vorm te geven. In de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) wordt beschreven dat de school zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van haar onderwijs. De Inspectie voor het Onderwijs sluit in haar toezicht hierop aan en stimuleert de scholen een systeem van kwaliteitszorg te hanteren. De opzet en uitvoering van kwaliteitszorg is de verantwoordelijkheid van de Centrale Directie Pius Canisius. De beleidsmedewerker kwaliteitszorg ondersteunt de schoolleiding bij het ontwikkelen, implementeren en toepassen van kwaliteitszorgsystemen, het analyseren van de resultaten en het opstellen van onderzoeksrapporten en beleidsrapportages. In de praktijk betekent dit dat de beleidsmedewerker kwaliteitszorg vooral functioneert als ontwikkelaar, uitvoerder en coördinator. De uitvoering van kwaliteitsbeleid kan nooit een zaak zijn van alleen directie of een beleidsmedewerker. Alleen als iedereen doordrongen is van het belang van kwaliteitszorg en meewerkt aan de realisering van de doelen, kan kwaliteitsbeleid leiden tot een verhoging van de kwaliteit van de school en de kwaliteit van het leren. Doelstelling: In 2017 is het systeem van kwaliteitszorg zo ingericht, dat de verantwoordelijkheid voor kwaliteit uiteindelijk bij alle medewerkers komt te liggen en geborgd is in een kwaliteitscyclus.
6.2 Leermiddelenbeleid Leermiddelenbeleid vormt een knooppunt tussen het schoolplan, ICT-inzet en activerende didactiek. Dit beleid speelt in op de behoefte aan maatwerk voor leerlingen, inzet van ICT en intensief contact tussen docent en schoolleiding. We willen rekening houden met verschillen. Daar zit de gedachte in: de wereld verandert, de leerling verandert, dus leermiddelen veranderen. Om de ambities van Pius en Canisius te kunnen verwezenlijken kunnen leermiddelen een belangrijke rol spelen. Daarnaast maken de beschikbaarheid van steeds meer leermiddelen (via internet) en de nieuwe financieringssystematiek voor leermiddelen het ontwikkelen van leermiddelenbeleid zinvol. De vraag waar een leermiddelenbeleidsplan een antwoord op wil geven is: ‘Welke leermiddelen hebben we nodig om onze onderwijskundige ambities te kunnen realiseren en welke consequenties heeft dat voor beleid rond ICT, personeel en financiën?’ Doelstelling: De instelling Pius Canisius stelt in de periode 2014-2017 het leermiddelenbeleid jaarlijks bij, met speciale aandacht voor het thema digitalisering.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
15
6.3 Optimalisatie secundaire werkprocessen Gezien de elders in deze kadernota aangegeven ambities op onderwijskundig en organisatorisch (vooral financieel) gebied, is het van belang de ondersteunende administratieve processen binnen de school in kaart te brengen en waar nodig te verbeteren. Om de voortgang van onderwijskundige en organisatorische ontwikkelingen te kunnen analyseren, dienen alle betrokkenen elk gewenst moment te beschikken over volledige, actuele en kloppende gegevens. In het kader van AO/IB (administratieve organisatie en interne beheerprocessen) zullen daarom vanaf januari 2014 vooral administratieve processen op het gebied van leerlingen, personeel, financiën en organisatie in kaart worden gebracht, waar nodig beter op elkaar worden afgestemd en uiteindelijk vastgelegd in een vernieuwd handboek AO/IB. In augustus 2015 dient dit vernieuwde handboek gereed en operationeel te zijn. Met betrekking tot het ontwikkelen van documenten (o.a. beleid, procedures etc.) is uniformiteit en eenduidigheid het uitgangspunt.
Doelstelling: In het jaar 2014 wordt onderzocht hoe de bestaande administratieve processen zodanig verbeterd kunnen worden dat alle benodigde managementinformatie op een efficiënte wijze wordt verkregen en ingezet. In dit kader wordt het AO/IB-plan (administratieve organisatie en interne beheerprocessen) in het najaar van 2015 opnieuw vastgesteld.
6.4 Financiën De instelling Pius Canisius wil goed onderwijs verzorgen in een financieel gezonde omgeving. Dat lijkt vanzelfsprekend maar is in de huidige recessie met stijgende kosten en daarop achterblijvende bekostiging niet altijd haalbaar. Het Nationaal Onderwijsakkoord en het nieuwe begrotingsakkoord verlichten de pijn, maar de financiële positie blijft een groot aandachtspunt. Professionalisering op gebied van bedrijfsvoering en financiële deskundigheid kan ons daarbij helpen. Naast directe bezuinigingen heeft onze instelling al een aantal jaren te maken met stille bezuinigingen. De kosten voor ons personeel blijven stijgen en dit wordt onvoldoende gecompenseerd vanuit de overheid. Als gevolg hiervan lopen de tekorten op en worden wij gedwongen te bezuinigen. Investeringen behelzen vooral middelen voor prestatiebeloning en professionalisering van onderwijspersoneel. Dat is de reden dat het noodzakelijk is om de aankomende jaren onze ambities bij te stellen, met als uitgangspunt goed kwalitatief onderwijs met een sluitende begroting. Aanscherping en concretisering van ons financiële beleid krijgt daarom de aankomende jaren prioriteit. Een scherpere focus op de resultaten en opbrengsten van ons onderwijs is noodzakelijk om onze beloften en ambities waar te maken. Uitkomen met de middelen die de instelling tot haar beschikking heeft zijn daarbij uitgangspunt.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
16
Om grip op de financiële situatie van de twee scholen te houden zijn binnen de meerjarenbegroting bezuinigingen opgenomen. Een gezonde jaarlijkse exploitatie is, zeker gezien de financiële situatie van de overheid, strikt noodzakelijk.
Doelstelling: De begrotingen en formatieplannen voor de periode 2014-2017 zijn taakstellend; bezuinigingen worden conform afspraak uitgevoerd.
6.5 ICT De ICT-voorzieningen van de locaties zullen de komende periode verder aangepast worden aan het onderwijs en het werken in de cloud. Dit betekent dat er door de inzet van BYOD-onderwijs steeds minder vaste apparatuur aanwezig is. De ICT-infrastructuur zal de komende jaren Carmelbreed gestandaardiseerd en gecentraliseerd worden, dit betekent onder meer dat de huidige servers in 2015 niet op dezelfde wijze vervangen worden.
Doelstelling: De instelling Pius Canisius maakt in 2017 gebruik van de gezamenlijke infrastructuur van de Stichting Carmelcollege.
6.6 PR & Communicatie De keuze voor een middelbare school door leerlingen en hun ouders gebeurt meer en meer op basis van het functionele en emotionele voordeel die de schoolkeuze met zich meebrengt. De identiteit van de school is daarbij richtinggevend voor, onder andere, de manier van communiceren naar buiten toe. Externe communicatiemiddelen en de media zijn daarbij essentieel. Pius en Canisius blijven de komende jaren werken aan verdere versterking van de markpositie en de naamsbekendheid van de scholen. Om de verdere versterking van de markpositie en de naamsbekendheid van de scholen te verhogen, zullen de website en social media zoals Facebook en Twitter een belangrijke positie blijven innemen. Canisius en Pius zijn op dit moment actief op laatstgenoemde communicatiekanalen. Deze media worden veelvuldig gebruikt door de doelgroepen en bieden daarom met betrekking tot werving en pr nieuwe kansen. Wij zullen de komende jaren nog intensiever inzetten op het gebruik van sociale media. ‘Beleving’ van de scholen staat bij dit alles centraal. Dit betekent dat we de potentiële brugklasleerlingen zoveel mogelijk letterlijk ‘in’ de school willen krijgen. Open dagen, maar ook extra themadagen zijn uitgelezen kansen om de scholen door leerlingen van de basisscholen te laten beleven.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
17
Om de naamsbekendheid van de scholen te vergroten zal, naast het bovenstaande, de profilering van de scholen de komende jaren hoog op de agenda blijven staan. Wie zijn we als school, wat willen we uitstralen, hoe zien de doelgroepen ons en hoe zorgen we ervoor dat dit overeenkomt met hoe we ons zien? Uiteraard wordt dit door vertaald in de middelen die we inzetten in de communicatie.
Doelstelling: Op het gebied van PR & communicatie blijven Pius en Canisius werken aan versterking van de markpositie en de naamsbekendheid van de scholen.
Kadernota 2014-2017
Centrale Directie Pius Canisius
januari 2014
18