>>LopendVuur03 De krant van de Nederlandse Topsport >>mei 2014
Chef de mission Mark Huizinga kijkt uit naar de YOG in China > 2
Coach Rogier Ummels hanteert een mensgerichte benadering > 3
Primeur: de Europese Spelen in Baku > 5
Nadine Broersen: “Ik heb bijgeleerd” > 7
ROUTE NAAR RIO
Kwalificatietraject Rio 2016 in de maak
>> Eerst nog even de regels zoals ze waren. Het IOC en de internationale federaties stellen voorafgaand aan iedere Spelen internationale kwalificatie-eisen vast. NOC*NSF en de bonden stelden vervolgens een aanvullend systeem aan eisen vast. Aan de hand van dit systeem konden sporters zich nomineren door een prestatie te leveren ruim voor de Spelen. In het jaar van de Spelen moesten ze vervolgens vormbehoud tonen. Van dit laatste deel van de procedure wordt afscheid genomen. NOC*NSFtechnisch directeur Maurits Hendriks legt uit waarom: “Sporters waren soms intensiever bezig met vormbehoud tonen dan met een optimale voorbereiding op de Spelen. We hebben als NOC*NSF inmiddels een goed zicht op de topsportprogramma’s bij de bonden, zodat het systeem voortaan gericht kan zijn op directe kwalificatie.” Evaluatie De kwalificatiestructuur en -regels voor Rio 2016 worden mede
FOTO: ANP PHOTO
Het is nog twee jaar wachten op de start van de Zomerspelen in Rio, maar het traject omtrent de kwalificatiemogelijkheden om aan die Spelen te mogen deelnemen is in volle gang. Hierbij worden de bonden, coaches en atleten de komende maanden nadrukkelijk betrokken. Op een aantal plekken worden de spelregels aangepast.
Maurits Hendriks: “We willen dat TeamNL bestaat uit sporters die een aansprekende prestatie kunnen leveren op de Spelen.”
vormgegeven op basis van de evaluatie van de methodiek zoals die voor de Spelen in Londen heeft plaatsgevonden. Daarbij is natuurlijk ook de belangrijke vraag gesteld of we aanvullende eisen blijven stellen bovenop de kwalificatie-eisen van de internationale federatie (IF). Het antwoord daarop luidt ‘ja’, vertelt Hendriks. “We willen dat TeamNL bestaat uit sporters die een aansprekende prestatie kunnen leveren op de Spelen. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is dat een sporter een redelijke kans heeft op een top 8-notering op de Olympische
Spelen. Omdat op de Paralympische Spelen het deelnemersveld kleiner is, is dat criterium daar verscherpt tot de top 4 tot 6.”
Maurits Hendriks: “We streven naar meer betrokkenheid van de sporters in het voortraject. Er zijn voorafgaand aan de vorige Spelen vijf rechtszaken geweest, waarvan er vier te maken hadden met het interne selectiebeleid van de bond. Het zou goed zijn als we dat dit keer kunnen voorkomen.
We gaan bonden daarom intensiever ondersteunen bij het opstellen van het interne selectiebeleid, hiervoor hebben we onder meer een checklist en een format opgesteld.”
Naar aanleiding van de evaluatie en de ontwikkelingen in de internationale sportwereld, is voor Rio ook goed gekeken naar de aanvullende eisen. Rian Smit, projectleider normen en limieten Olympische en Paralympische Spelen: “Eerder liepen er in feite drie systemen door elkaar: de internationale eisen van de IF’s, onze nationale normen en limieten en dan was er
nog het interne selectiebeleid van de bond. Deze systemen gaan wij meer op elkaar afstemmen.” Op weg naar Rio 2016 wordt waar mogelijk de IF-systematiek als werkwijze overgenomen. Als het IF-systeem bovendien voldoet aan de kwaliteitseis ‘kans op top acht’, dan volstaat die IF-eis. Dat gebeurt bijvoorbeeld standaard met teamsporten. Als dat niet zo is, dan stelt NOC*NSF in samenspraak met de sportbonden bovenop de internationale norm aanvullende >> lees verder op pagina 2
Inspraak >> Voorafgaand aan het overleg dat de bonden en NOC*NSF over de aanvullende eisen voeren, dienen de bonden (verplicht) de topsporters en bondscoaches te betrekken bij het opstellen van die prestatie-eisen. Dat geldt ook voor het interne selectiebeleid. Dat gebeurt niet voor niets, vertelt
Smit over de formele gang van zaken: “In juni en juli verzamelen we alle
documenten, dan bereiden we de besluitvorming voor. In augustus beslist het bestuur van NOC*NSF hierover. Tot slot zal in september op een persconferentie het definitieve kwalificatietraject voor de Olympische een Paralympische Spelen Rio 2016 wereldkundig worden gemaakt.”
HET LOPEND VUUR MEI 2014 NOC*NSF 1
VERVOLG PAGINA 1
prestatie-eisen. Die worden opgenomen in het zogenaamde ‘sjabloon’. Die aanvullende prestatie-eisen volgen uit een uitgebreide analyse van onder andere de resultaten van de afgelopen Olympische Spelen. De vraag die centraal staat is: Welke prestaties moet je in de praktijk geleverd hebben
vastleggen van aanvullende eisen een aardige klus is,” vertelt Smit. “Vanaf 1 april zijn we hierover in overleg met de bonden. Hierbij is in alle gevallen de chef de mission aanwezig, de prestatiemanager en de projectleider. Gedurende de komende maanden worden de sjablonen gevuld.” De bonden
om reëel te kunnen verwachten dat je bij de Olympische Spelen in de top 8 zal komen? Veel werk te verzetten “Je kunt je voorstellen dat het voor alle Olympische takken van sport onderzoeken, analyseren, afspreken en
moeten in die tijd ook het interne selectiebeleid formuleren voor het geval meer topsporters voor uitzending in aanmerking komen dan kunnen deelnemen aan de Olympische Spelen. >> Meer info:
[email protected]
MARK HUIZINGA, CHEF DE MISSION VAN YOUTH OLYMPIC TEAMNL:
“De lat om deel te mogen nemen ligt heel erg hoog” Vanaf 16 augustus is Nanjing (China) dertien dagen lang het decor van de tweede editie van de Jeugd Olympische Spelen. In 28 sporten gaan talenten in de leeftijd van veertien tot achttien jaar de strijd met elkaar aan. Daarnaast nemen ze deel aan een cultureel en educatief programma.
3.800 deelnemers telt dit toernooi relatief gezien weinig deelnemers en de lat om deel te mogen nemen ligt dus heel erg hoog.”
Londen (2012) maakte NOC*NSF bekend dat Mark Huizinga in Nanjing de chef de mission van Youth Olympic TeamNL zal zijn. De oud-judoka nam viermaal deel aan de Olympische Spelen – eenmaal goud, tweemaal brons – en hij hoefde niet lang na te denken toen hij werd benaderd voor deze functie. “Ik voel me nog steeds betrokken bij de topsport en ben binnen het judo ook bondscoach geweest van de juniorendames. Ik vind het heel erg leuk om me nu als chef de mission bezig te kunnen houden met talenten in de topsport.” Begin vorig jaar zat Huizinga voor het eerst om tafel met de verschillende sportbonden die talenten zouden kunnen afleveren. “Het is een groot evenement dat een lange aanloop vergt en inmiddels komen we met het projectteam maandelijks bij elkaar.” Met een kleine Nederlandse delegatie was Huizinga eind maart in Nanjing, de miljoenenstad in het oosten van China, waar hij het chefs de mission-seminar bijwoonde. “De Chinezen pakken het groots aan en speciaal voor dit toernooi bouwen ze een aantal nieuwe accommodaties. Zo wordt er een compleet Olympisch dorp uit de grond gestampt.” Lat Gevraagd naar een voorzichtige schatting van het aantal Nederlandse deelnemers komt Huizinga uit op 35. Het enige Nederlandse team dat naar Nanjing
FOTO: NOC*NSF
>> Tijdens de Olympische Spelen in Mark Huizinga hoopt dat de Jeugd Olympische Spelen een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling van topsporters.
afreist is het meidenhockeyteam (vijf tegen vijf). “Deze meiden zijn Europees kampioen geworden en dat was ook de voorwaarde om te mogen gaan. Met
Huizinga benadrukt dat het evenement geen kleine kopie is van de ‘gewone’ Olympische Spelen, waar het enkel om prestaties draait. “In Nanjing leren de talenten vooral hoe het is om deel te nemen aan zo’n groot evenement, waardoor ze vervolgens een betere topsporter kunnen worden.” Namens Nederland gaat ex-bmx’er Joyce Seesing mee als Young Ambassador en in die rol zal ze de sporters begeleiden tijdens het aanpalende culturele en educatieve programma. Oud-hockeyer Teun de Nooijer is door de internationale hockeyfederatie aangewezen als Athlete Role Model en in die hoedanigheid zal hij de jeugdige sporters vertellen over
zijn weg naar de top. Huizinga besluit: “In het meest ideale geval zegt een Nederlandse sporter in de toekomst na het winnen van Olympisch goud dat deze Jeugd Olympische Spelen een belangrijke rol hebben gespeeld in zijn of haar ontwikkeling.” >> Meer info: www.nocnsf.nl/nanjing2014
Share the Games, Share our Dreams In 2010 vond in Singapore de eerste editie van de Jeugd Olympische Spelen plaats. Twee jaar later werd in het Oostenrijkse Innsbruck de eerste winterversie van het evenement georganiseerd. De slogan van de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing is: Share the Games, Share our Dreams.
Athlete Services: NL Sporter, Atletenco directeuren als klankbord Het Ministerie van VWS, NOC*NSF en haar Partners In Sport bieden topsporters – in aanvulling op de ondersteuning door sportbond, bonds- en privésponsoren – diverse financiële en materiële voorzieningen aan. Denk aan het stipendium, een kostenvergoeding voor topsportkosten, vervoersvoorzieningen, een ziektekosten- en een arbeidsongeschiktheidsverzekering en loopbaanbegeleiding. Deze voorzieningen zijn afhankelijk van de topsportstatus en het topsportprogramma en worden vanuit NOC*NSF Athlete Services gecoördineerd.
>> NOC*NSF onderzoekt momenteel of de verschillende voorzieningen en regelingen nog voldoende aansluiten bij de uitgangspunten van de Sportagenda 2016. Sommige regelingen en voorzieningen vragen om een update. Daarbij is er de nodige druk op de beschikbare middelen ontstaan, omdat de afgelopen
jaren meer sporters gebruik hebben gemaakt van de voorzieningen. Ook wordt rekening gehouden met een terugloop van beschikbare middelen in de komende jaren. Klankbord Bij het optimaliseren van de
voorzieningen is de werkgroep Athlete Services als klankbord betrokken. De werkgroep denkt mee in mogelijkheden en eventuele consequenties van herzieningen voor topsporters. NOC*NSF heeft daarbij de regie en het voorzitterschap, in de persoon van Els van Kernebeek (hoofd topsport NOC*NSF). De sporters zijn in de werkgroep vertegenwoordigd door Jeroen Straathof namens de NOC*NSF Atletencommissie en Adam Bakker, directeur NL Sporter. Vanuit de bonden zijn verschillende (technisch) directeuren en topsportmanagers betrokken: Jan Kossen van de zwembond, Maarten van der Heijden uit de hippische sport, Kees Rodenburg
Colofon Lopend Vuur is een uitgave van NOC*NSF Ontwerp Diep Arnhem, Opmaak en druk Edauw & Johannissen BV, Den Haag, Hoofdredactie Friso Schotanus (Het Sportbureau)/NOC*NSF, Eindredactie Janneke Westermann, Medewerkers Erik Duiven, Joost Hanewinkel, Roelof Jan Vochteloo Productie Arko Sports Media, Nieuwegein, Redactieadres NOC*NSF: Lopend Vuur T.a.v. Annemiek van der Meer, Postbus 302, 6800 AH ARNHEM, Tel.: 026 483 47 83, E-mail:
[email protected], www.nocnsf.nl/lopendvuur 2
NOC*NSF HET LOPEND VUUR MEI 2014
DE COACH ROGIER UMMELS
Al een half leven atletiektrainer Nationaliteit: Nederlands
Beroep:
Bondscoach vrouwen sprint/estafette
Leeftijd:
FOTO: SPORTFOTOGRAFIE.NL
32 jaar
Werkzaam sinds:
>> Als ventje van zeventien assisteerde hij zijn coach al bij atletiekvereniging Atverni. Vijftien jaar later is Rogier Ummels bondscoach sprint/estafette bij de Atletiekunie. “Het is eigenlijk helemaal uit de hand gelopen.” Het verhaal begint na de middelbare school, als Ummels een opleiding fysiotherapie gaat volgen. De kennis uit de schoolbankjes wil hij graag in de praktijk brengen. “Samen met een klasgenootje verzorgde ik daarom trainingen op het gebied van kracht en blessurepreventie. Dat ging goed, en ik ben eigenlijk steeds meer gaan doen.” Puur vanuit de passie voor het vak heeft hij zichzelf ontwikkeld. Ummels volgde cursussen en liep onder meer stage bij de gerenommeerde Britse atletiekcoach Dan Pfaff. Mensgericht Daarnaast werkte hij acht jaar lang als fysiotherapeut, maar hij heeft zijn praktijk intussen vaarwel gezegd om
FOTO: SPORTFOTOGRAFIE.NL
2014
Rogier Ummels met de bronzen estafetteploeg op het EK junioren.
zich volledig te kunnen richten op zijn werk bij de Atletiekunie. Sinds dit jaar heeft Ummels de vrouwenestafetteploeg onder zijn hoede. Daarnaast houdt hij zich op Papendal dagelijks bezig met de ontwikkeling van talentvolle sprinters. “Ik ben een coach met een mensgerichte benadering. Door in gesprek te gaan met de atleten wil ik een werkwijze creëren die goed functioneert. Iedereen heeft zijn eigen ambities en ik bewaak of die worden nageleefd. Een sprintploeg opbouwen is een hele uitdaging. Pas als je de kwaliteiten van individuele sprinters met elkaar kunt verbinden, stijg je als team boven jezelf uit. Eén plus één moet meer dan twee worden.” Het moet zich dit jaar vertalen in prestaties op het EK in Zürich. “Het doel is daar de finale te halen. Twee jaar geleden won de ploeg zilver, dus er is wel iets te verdedigen.”
mmissie en technisch vanuit het korfbal, Niels Boysen van de Golffederatie en Willem van de Worp van de Atletiekunie. Stipendium Een van de onderwerpen waar de werkgroep zich momenteel over buigt, is de groei van het stipendiumgebruik. Op dit moment maken ruim 430 sporters gebruik van het stipendium. Halverwege vorig jaar, na het doorvoeren van het focusbeleid, waren dit er 360. Els van Kernebeek: “De groei van het aantal statussen is natuurlijk heel erg mooi, want dat komt doordat er topprestaties geleverd zijn. Maar het betekent ook een toename van de druk op het bedrag dat VWS beschikbaar stelt voor het stipendium.” Samen met de werkgroep Athlete Services en het Ministerie van VWS onderzoekt NOC*NSF de scenario’s en mogelijkheden om het stipendium betaalbaar te houden. Voor 1 juli aanstaande moet hier duidelijkheid over komen.
Master Coach Ummels was in zijn jeugd een snelle hordeloper en werd als B-junior Nederlands indoorkampioen op de zestig meter. “Maar ik heb daarna veel blessures gehad, kwakkelde met mijn gezondheid. Mijn eigen ambities gingen daarom aan de kant en ik maakte helemaal de overstap naar het coachen. Ik vind het nu leuker dan zelf lopen. Mensen met hoge doelen begeleiden, dat vuur in hun ogen, dat vind ik geweldig in dit vak.” Om zich te blijven ontwikkelen, volgt Ummels sinds vorig jaar het Master Coach in Sportsprogramma van NOC*NSF. “Door de interactie met andere coaches binnen
Invloedrijke IOC-portefeuille voor Camiel Eurlings Even geleden heeft het Internationaal Olympisch Comité de lijst met de nieuwe samenstelling van de IOC-commissies bekendgemaakt. Het Nederlandse IOC-lid Camiel Eurlings heeft een invloedrijke portefeuille toebedeeld gekregen. Hij heeft een plaats gekregen in drie commissies, te weten Financiën, Marketing en Internationale betrekkingen.
Camiel Eurlings moedigt met de koning, de koningin en Mark Rutte Sven Kramer aan op de Olympische Spelen.
>> De commissies ondersteunen het Agenda werkgroep Athlete Services De focus van de werkgroep ligt vooral op de (financiële) voorzieningen voor topsporters. Onderwerpen waar de werkgroep bij betrokken is, zijn onder meer: - financiering van de stipendiumregeling en kostenvergoedingen; - nieuw beleid en inzet van de NS-Business Cards; - inrichting van een Vertrouwenspunt Sport per eind mei aanstaande; - verkenning van een overbruggings- en/of pensioenregeling voor topsporters. Hierover is recent een enquête verzonden. Bovenstaande onderwerpen zullen in volgende edities van Lopend Vuur voorbij komen.
>> Meer info: www.nocnsf.nl/athleteservices en
[email protected]
dit programma maak ik nu een enorme verdiepingsslag. Het is ontzettend interessant om te horen hoe zij denken over allerlei onderwerpen. Met Gijs Ronnes van het beachvolleybal en Wim Scholtmeijer van het korfbal heb ik goed contact. We praten dan bijvoorbeeld over periodisering: Hoe bouw je een seizoen op? Of hoe kom je tot selecties? Het verbreedt mijn eigen blik. En het werkt ook omgekeerd. Gijs vroeg mij een aantal trainingen te verzorgen op het gebied van snelheid en wendbaarheid. Vanzelfsprekende dingen in mijn sport, maar zo word je je ook weer even bewust van wat je zelf goed doet.”
FOTO: SPORTFOTOGRAFIE.NL
Rogier Ummels
dagelijks bestuur en de professionals van het IOC bij hun werk en ze assisteren de organisatiecomités van de Olympische Spelen. Met name Financiën, onder voorzitterschap van de Singaporese Ser Miang Ng, is een erg belangrijke commissie. Hier overlegt men over de financiële reserves van het IOC en over de besteding van inkomsten uit uitzendrechten, de meest lucratieve inkomstenstroom van de Olympische Beweging. Met die gelden werkt het IOC aan de wereldwijde verdere ontwikkeling van de sport. Eurlings gaat hier met zijn financiële achtergrond een bijdrage aan leveren en een adviserende rol op zich nemen. De commissie Marketing beheert het sponsorprogramma van het IOC, dat miljoenen dollars omvat. Daarnaast monitort deze commissie de sponsorprogramma’s van de steden die de Spelen organiseren. Het is een commissie met meerdere leden. Voorzitter is de Japanner Takeda, en onder de grote namen die een bijdrage leveren aan deze
commissie zijn Patrick Hickey, Richard Pound, Frank Fredericks, Gerhard Heiberg, Alexander Popov en Olegario Vázquez Raña. Internationale betrekkingen wordt aangevoerd door commissievoorzitter Mario Pescante. NOC*NSF heeft veel met hem te maken gehad omdat hij lange tijd voorzitter is geweest van de Europese Olympische Comités EOC. De commissie Internationale betrekkingen beslaat een enorm werkveld en heeft een groot netwerk. De in Nederland woonachtige Margaret Sikkens-Ahlquist, voorzitter van de Gymnastics for All Committee van de internationale gymnastiekfederatie, heeft zitting in de IOC-commissie Sport for All. Zij is een van de experts die als niet-IOC-lid zitting heeft in deze groep. Al jarenlang levert zij vanuit deze positie een bijdrage aan de toegankelijkheid van sport. Haar inzet is beloond met een verlenging van het lidmaatschap van deze IOC-commissie.
FOTO: SPORTFOTOGRAFIE.NL
Naam:
HET LOPEND VUUR MEI 2014 NOC*NSF 3
TRANSITIEPROGRAMMA REGIONALE TOPSPORTSTRUCTUUR 2016:
Nieuwe koers in de ontwikkeling van topsporttalent Op 4 april jl. is op Papendal de kickoff gegeven voor het transitieprogramma Regionale Topsportstructuur 2016. Met de top 10-ambitie als leidraad en de constatering dat de concurrentie in het buitenland niet stil staat, is met dit programma ‘een vliegende start’ gegeven aan een inhoudelijke en organisatorische vernieuwing van de regionale topsportinfrastructuur. Tommy Mollet (ex-taekwondo en lid van de Atletencommissie), Esther Deden (handboogschieten, s-1-talentenprogramma op CTO Papendal), Stijn van
>> “In 2010 zijn we gestart met het CTO’s-beleid; op vier plaatsen in het land kunnen sporters sindsdien fulltime wonen, studeren en trainen”, vertelt Ingrid van Gelder, vanuit NOC*NSF programmamanager van het transitieprogramma. “Dat staat nu redelijk goed, maar feit is dat er een gat is ontstaan tussen deze nationale infrastructuur en wat er in de regio gebeurt. Talenten moeten een inhaalslag maken op het moment dat ze op een CTO terechtkomen.” Dit was twee jaar geleden de aanleiding om te starten met inhoudelijke en organisatorische vernieuwingen. Dit heeft geresulteerd in het transitieprogramma, waarin ambities uit de Sportagenda 2013-2016, het meerjarenbeleid van NOC*NSF en sportbonden gebundeld zijn. Doel: succesvolle regionale en nationale programma’s creëren vanaf acht jaar voor het podium, die bijdragen aan de top 10-ambitie. NOC*NSF heeft hierin een coördinerende rol, sportbonden zijn verantwoordelijk voor de sportinhoudelijke invulling en de regionale partijen hebben hierin een faciliterende rol. Regionale Topsport Organisaties Naast de betrokken ministeries van VWS en OCW
Tilburg (volleybal s-1-talentenprogramma op CTO Papendal) bij de kick-off van het transitieprogramma Regionale Topsportstructuur 2016.
waren al deze stakeholders aanwezig bij de kick-off, waar de meest in het oog springende wijziging de omzetting van dertien Olympische netwerken naar zeven Regionale Topsport Organisaties is. Dit moet om te beginnen versnippering en diversiteit in de voorzieningen voor jonge sporters tegengaan. Bij deze organisatorische wijziging hoort ook een inhoudelijk nieuwe koers. “We willen waarborgen dat talenten ook op regionaal niveau voldoende uren maken, dat er goede coaches zijn, goede accommodaties. Uitgangspunt is dat de basis goed moet zijn, daarna kunnen we kijken naar extra voorzieningen. Voorheen werd die volgorde nog wel eens omgedraaid”, aldus Van Gelder.
Maatschappelijke carrière Bij de langetermijnvisie op het ontwikkelen van talent hoort ook een vooruitblik op de carrière na de sport. Om naast topsport een maatschappelijke carrière mogelijk te maken, is flexibel onderwijs noodzakelijk. Van Gelder: “Dat maakt nauw overleg met de onderwijssector essentieel, bijvoorbeeld over het positioneren van Topsport Talent Scholen in de buurt van regionale programma’s. Wat dat betreft was het tijdens de kick-off goed om te zien dat veel partijen bereid zijn om het programma gezamenlijk tot een succes te maken en de sporters te helpen hun droom te verwezenlijken.”
“We proberen op deze manier de verbinding tussen het nationale en regionale niveau te versoepelen. De ‘doorlopende leerlijn’ waar we naar streven moet niet alleen sporttechnisch van aard zijn, ook kennis op het gebeid van voeding, fysieke training en dopingvoorlichting moet een plaats krijgen, zodat de talenten een bepaald basisniveau hebben op het moment dat ze op een CTO binnenkomen.”
Legenda Regio Topsport Noord Regio Topsport Oost Regio Topsport Zuid Regio Noord-West Regio Utrecht Regio Metropool Den Haag-R’dam Regio Limburg
Vertrouwenspunt Sport in aantocht NOC*NSF werkt volop aan de inrichting van het ‘Vertrouwenspunt Sport’. Sporters, begeleiders en hun directe omgeving kunnen vanaf eind mei terecht bij een telefoonnummer en een website voor vragen of meldingen over zaken die mogelijk in strijd zijn met de regels, waarden en normen in de sport. Dat kan gaan over grensoverschrijdend gedrag van anderen, maar ook over persoonlijke dilemma’s.
>> Deskundige vertrouwenspersonen helpen sporters bij het doen van hun verhaal, bijvoorbeeld over zaken als doping, matchfixing, seksuele intimidatie en discriminatie. “We zijn goed bereikbaar, wel 74 uur per week, en je krijgt altijd gelijk een deskundige vertrouwenspersoon aan de lijn”, zegt Maarten Borneman, coördinator van de huidige hulplijn tegen seksuele intimidatie in de sport van NOC*NSF. Achter deze hulplijn zitten twaalf vertrouwenspersonen voor ongewenst gedrag. Deze personen – ongeveer 4
NOC*NSF HET LOPEND VUUR MEI 2014
evenveel mannen als vrouwen, met verschillende achtergronden – zitten zo verspreid dat het hele land ‘gedekt’ is.
Training Over de personele invulling van het Vertrouwenspunt gaat Borneman verder: “Van de twaalf vertrouwenspersonen hebben inmiddels zes de aanvullende training ‘Vertrouwenspersoon integriteit in de sport’ gevolgd. Dat is de bestaande training ‘Vertrouwenspersoon integriteit’, die veel in het bedrijfsleven wordt gegeven, maar dan in samenspraak met de trainer toegespitst op de sport.”
“Deze bestaande hulplijn tegen seksuele intimidatie is de basis van het Vertrouwenspunt Sport en wordt uitgebreid met de genoemde andere thema’s”, zegt Borneman. “Vandaar dat het Vertrouwenspunt opgestart wordt bij NOC*NSF. Mocht in de toekomst blijken dat het Vertrouwenspunt beter elders georganiseerd kan worden, dan staat die optie open.”
De zes andere vertrouwenspersonen volgen over twee weken deze training, die gegeven wordt door een door de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen erkend bureau. Borneman: “De vertrouwenspersonen zijn er straks zeker niet alleen om een onderwerp bij aan te kaarten, maar vooral ook om mee te sparren. Als iemand daarna iets aan de kaak wil
stellen of actie wil ondernemen, dan kan de vertrouwenspersoon het proces begeleiden.” Vertrouwelijk Naast de training van alle vertrouwenspersonen, is NOC*NSF in gesprek met betrokken bonden en instanties als de Dopingautoriteit, maar ook met het Openbaar Ministerie. “We moeten goed duidelijk maken wat we wel en niet willen”, verklaart Borneman. “De informatie die we binnen het Vertrouwenspunt bespreken, is vertrouwelijk. De vertrouwelijkheid van de sporter moeten we altijd respecteren. Eerst de sporter helpen bij de afweging of hij of zij een geval wel of niet wil melden. Dat is heel belangrijk voor de geloofwaardigheid van het Vertrouwenspunt.” Het Vertrouwenspunt Sport gaat eind mei officieel van start. In het najaar wordt het vertrouwenspunt onder de aandacht van het grotere publiek gebracht.
Genetica en Sport: Science fiction of realiteit? 23 april jongstleden vond op Papendal de 76e editie van het Nationaal Coach Platform plaats. Zo’n 150 topsportcoaches, -coördinatoren, technisch directeuren en embedded scientists kwamen af op het door dagvoorzitter Kamiel Maase samengestelde programma, dat in het teken stond van sportwetenschap en sportinnovatie. Henk Engel, klinisch chemicus bij Isala Klinieken, sloot het inhoudelijke deel af met zijn lezing ‘Genetica en sport. Science fiction of realiteit?’ >> Maase, prestatiemanager Sport Science & Innovation bij NOC*NSF, over dat laatste thema: “Er is een behoorlijk aantal studies verricht naar de correlatie tussen specifieke varianten van genen en sportprestaties. Hoewel de studies op dit moment slechts een tipje van de sluier oplichten, is duidelijk dat we in de toekomst op dit terrein steeds meer kennis mogen verwachten. Los van de vraag of je hier als coach of bond iets mee moet willen, willen we onze coaches hier zo goed mogelijk over informeren.” Mitsen en maren Henk Engel weet dat de
wetenschappelijke discussie over dit thema nog vol mitsen en maren zit. Harde uitspraken over de voorspellende waarden van genen in relatie tot het leveren van een sportprestatie zijn dus nog nauwelijks te doen. Maase: “Van een beperkt aantal genen is duidelijk dat er een relatie bestaat tussen het hebben van aanleg voor duur- of explosieve sporten, maar veel verder dan dat is de wetenschap nog niet. Bovendien is een sportprestatie een zeer complex geheel, dat niet terug te voeren is op een klein aantal specifieke genen. We weten eenvoudigweg niet hoeveel – en welke – genen potentieel relevant zijn voor sportprestaties, laat staan de
relatieve importantie van elk van die genen.” Sommige onderzoekers speculeren over het screenen van genen om een voorspelling te kunnen doen over toekomstige sportprestaties. Maase geeft aan dat dit nog niet mogelijk is en het ook diverse nadelen met zich meebrengt. “Een aantal van de genen die in beeld zijn, is ook gerelateerd aan erfelijke ziektes. Wat doe je als je een tienjarig jongetje screent op een bepaald gen en erachter komt dat hij later in zijn leven hoogstwaarschijnlijk last gaat krijgen van harten vaatziekten? In deze discussie is ethiek een erg belangrijk thema.”
De oud-atleet spreekt dan ook met verwondering over de commerciële firma’s in Amerika die tegen betaling van enkele honderden dollars en na het inleveren van wat wangslijm hun klanten vertellen welke sport het beste bij ze past. “Die bedrijven pretenderen iets te kunnen wat nog helemaal niet kan.”
Breed palet Voorafgaand aan de lezing van Henk Engel en drie series van zeven parallelsessies stonden er lezingen van professoren Bert Otten (‘Verder kijken dan de coach’) en Paul Wylleman (‘Zin en onzin rond expertprestatiegedrag’) op het programma. Maase over het NCP: “Het was mijn streven om de coaches te laten zien op welke terreinen de wetenschap ze mogelijk kan helpen en daarom heb ik ze een breed palet aan wetenschappelijke thema’s voorgeschoteld. Hopelijk komen hier bij de coaches ideeën uit voort in de komende weken.”
Europese Spelen: Baku wil iets groots neerzetten In navolging van andere continenten krijgt Europa vanaf volgend jaar zijn eigen continentale Spelen. In juni 2015 vindt in Baku (Azerbeidzjan) de eerste editie van de Europese Spelen plaats. Dit negentien sporten tellende evenement zal vervolgens elke vier jaar – één jaar voor de Olympische Zomerspelen – gehouden worden.
Serieus Bijl is nu met de bonden in gesprek over de selectiecriteria en die rondgang leert hem dat ook de Nederlandse sportbonden het toernooi serieus nemen. “Sommige bonden zien het toernooi als een EK, andere als een Olympisch kwalificatiemoment, terwijl bijvoorbeeld het zwemtoernooi een jeugd-EK zal zijn. Het is de eerste keer dat de Europese Spelen gehouden worden en we moeten het toernooi de kans geven om zich te ontwikkelen. Na een paar edities moet het écht een volwaardig evenement zijn.”
FOTO: ANP PHOTO
Samen met projectleider Yvonne Karman was Bijl in maart twee dagen lang in Baku, de stad die volgens de Azerbeidjaanse minister van Sport Azad Arif oglu Rahimov het best bewaarde geheim van de wereld is. Ze kregen inzicht in de organisatie van het evenement en mochten hun feedback daarop geven. “De grote gemene deler is dat de organisatie het goed voor elkaar heeft. Baku heeft veel mensen uit de organisatie van London 2012 aangetrokken en dat betaalt zich uit. Het is niet zomaar een toernooi en al helemaal niet voor de Azerbeidzjanen. Zij willen echt iets groots neerzetten, ook in de hoop dat ze in de toekomst eens de Olympische Spelen mogen organiseren.”
Jeroen Bijl: “Het is de eerste keer dat de Europese Spelen gehouden worden en we moeten het toernooi de kans geven om zich te ontwikkelen.”
>> Jeroen Bijl is chef de mission van de Nederlandse ploeg in Baku. Hij verwacht volgend jaar juni met een groep van honderd à 150 atleten in Baku actief te kunnen zijn. “Continentale Spelen zoals de Pan American Games en de Asian Games worden al jaren met heel veel succes georganiseerd. Men hecht veel waarde aan die toernooien en daarom ligt het niveau
van competitie ook erg hoog. Dit heeft het Europees Olympisch Comité ‘getriggerd’ om te starten met de Europese Spelen.” Wat volgens Bijl ook meetelt is dat sommige sporten moeite hebben om een EK te organiseren en aandacht te vragen voor hun sport. “Voor deze sporten zijn de Europese Spelen een uitkomst.”
>> Meer info: www.nocnsf.nl/baku2015 Paralympische discipline Tijdens de Europese Spelen in Baku strijden zestien visueel beperkte judoka’s – acht mannen en acht vrouwen – met elkaar om de ereplaatsen in de twee disciplines. Daarmee worden de Europese Spelen het eerste continentale evenement met een Paralympische discipline op het programma.
HET LOPEND VUUR MEI 2014 NOC*NSF 5
Koersen op een schone sport Vorig jaar kwam de Commissie Anti-Doping Aanpak met een rapport over de dopingcultuur in het Nederlandse wegwielrennen. Met het actieplan ‘Koersen op een schone sport’ wordt beoogd om op een adequate wijze opvolging te geven aan de aanbevelingen uit dit rapport.
>> Op 17 juni 2013 presenteerde de Commissie Anti-Doping Aanpak (Commissie Sorgdrager) haar eindrapport ‘Meedoen of stoppen’. De conclusie: het wegwielrennen staat op een keerpunt. De onthullingen van de laatste jaren hebben geleid tot een andere houding ten opzichte van doping. Echter, de ingezette cultuurverandering is nog jong en verdient alle steun die hij kan krijgen. Gezamenlijke aanpak In navolging op het rapport hebben de KNWU, de Dopingautoriteit en NOC*NSF het actieplan ‘Koersen op een schone sport’ opgesteld. Het plan – gesubsidieerd door het ministerie
van VWS – richt zich hoofdzakelijk op de wielersport, maar dient daarnaast als pilot voor een sportbrede antidopingaanpak. De doelstellingen van het gezamenlijke actieplan zijn: - het versnellen van de cultuurverbetering en bewustwording onder sporters, trainers en begeleiders in de (wieler)sport; - het vergroten van de integriteit van de sport op nationaal en internationaal niveau; - het ontwikkelen van een blauwdruk voor een effectievere antidopingaanpak voor andere sporten op nationaal en internationaal niveau.
Het totale actieplan bestaat uit vijf pijlers: bewustwording, openheid, trainers & begeleiders, wielrennen internationaal en dopingcontroles. Het plan zal worden uitgevoerd naast de al bestaande initiatieven van de KNWU. Discussiesessies De meeste activiteiten uit het plan worden in de loop van het jaar uitgevoerd, enkele andere zijn al bijna afgerond. Zo zijn er al interactieve voorlichtingsbijeenkomsten geweest bij bijna alle RTC’s en districten van de KNWU. Tijdens deze sessies voerde Rudi Kemna (ex-profwielrenner die doping heeft gebruikt) een open en eerlijke discussie over het gebruik van prestatieverhogende middelen in de sport. Zijn verhaal maakt duidelijk dat we allemaal ons steentje kunnen bijdragen aan het verbeteren van de sportcultuur.
Activiteiten Enkele andere belangrijke onderdelen die in de loop van het jaar worden ontwikkeld zijn een informatiepakket, een interactieve challenge, een online voorlichtingsmodule, een Vertrouwenspunt Sport bij NOC*NSF, een sportbrede leerlijn dopingpreventie voor talenten, bijscholingsprogramma’s voor sportkaderleden en een medisch-ethische werkgroep met experts van binnen en buiten de wielersport. Al met al levert ’Koersen op een schone sport’ een flink pakket aan acties om gezamenlijk de ingezette cultuurverandering een extra impuls te geven voor een eerlijke, integere en schone sport.
Sportwereld lobbyt voor Wat te doen bij een organisatie internationale eetstoornis? evenementen
Eetstoornissen komen bij sporters vaker voor dan bij niet-sporters, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. De brochure ‘Eetstoornissen in de sport’ geeft inzicht in de problemen en biedt tips over hoe hiermee om te gaan.
De vijf grootste Nederlandse gemeenten (Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en Eindhoven, verenigd in de G5) en NOC*NSF hebben begin april tijdens de SportAccord Convention in het Turkse Belek veel en nuttig contact gehad met vertegenwoordigers van internationale sportfederaties. Er werd flink gelobbyd voor onder meer de bids voor het EK springen 2017 in Rotterdam, het WK zeilen 2018 in Den Haag en Amsterdam als speelstad voor Euro 2020 (voetbal).
>> Anorexia en boulimia zijn de belang-
FOTO: NOC*NSF
rijkste vormen van eetstoornis. Een psychische aandoening ligt eraan ten grondslag, waardoor mensen afwijkend eetgedrag vertonen. Patiënten hebben vaak een vervormd beeld van het eigen lichaam, angst om dik te worden en streven een (te) laag lichaamsgewicht na. Een bekend voorbeeld uit het verleden is Leontien van Moorsel. Aan het begin van haar wielercarrière leed ze aan anorexia. Lichter en lichter wilde ze worden, zodat ze nog beter zou kunnen klimmen. Van Moorsel ging door een diep dal, vocht terug en is nu een van de succesvolste Olympische sporters in de Nederlandse geschiedenis.
De stand van 'Holland Moves' gaf een beeld van de mogelijkheden en de kracht van Nederland als organisatieland van sportevenementen.
>> De SportAccord Convention is een jaarlijks evenement waarbij de gehele mondiale sportwereld aanwezig is. Het is een optelsom van jaarvergaderingen van internationale organisaties (met een bijbehorend congres en een beurs), in de aanwezigheid van voorzitters en secretarissen-generaal van internationale federaties, IOC-leden en overige internationale bestuurders. Tijdens de SportAccord Convention 2014 gaf de Nederlandse delegatie met een grote 6
NOC*NSF HET LOPEND VUUR MEI 2014
stand van ‘Holland Moves’ op de beurs een inkijkje in de mogelijkheden en de kracht van Nederland als organisatieland van sportevenementen. Naast de lobby voor verschillende internationale evenementen in de toekomst, was er ook veel aandacht voor de evenementen die dit jaar in Nederland plaatsvinden, zoals het WK hockey in Den Haag, het WK BMX in Rotterdam en het WK roeien in Amsterdam.
Symptomen Een eetstoornis kenmerkt zich door een sterke hang naar controle. Omdat topsporters streven naar excellente prestaties, maakt het hen extra ontvankelijk voor een eetstoornis. Sporters zijn bij het leveren van prestaties bovendien sterk afhankelijk van hun eigen lichaam. Een laag gewicht en een slank lichaam is een voordeel in sporten als judo, wielrennen, hardlopen en turnen. Maar ook in andere sporten, waarbij het gewicht niet direct cruciaal is, kunnen atleten buitensporig gaan lijnen. Elke sporter kan zo een eetstoornis ontwikkelen. Het is belangrijk dat de symptomen vroeg worden opgepikt, want dan is de kans op genezing het grootst. Symptomen oppikken is echter niet zo
eenvoudig. Patiënten zullen niet snel toegeven dat ze lijden aan een eetstoornis. Ze houden hun afwijkende eetgedrag verborgen en hoeven er ook niet per se extreem dun uit te zien. De stoornis kan dus makkelijk onopgemerkt blijven. In de brochure staat een overzicht met gedragskenmerken die kunnen duiden op een eetstoornis. Denk daarbij aan eetbuien, vaak voor de spiegel of op de weegschaal staan, sporten tijdens blessures en een sociaal isolement. Patiënten hebben vaak ook een negatief lichaamsbeeld, lage zelfwaardering en somberheid. Wat te doen? In het geval van topsporters is er een specifieke richtlijn opgesteld. Al dan niet geholpen door de brochure kan iedereen in de omgeving van een topsporter een (beginnende) eetstoornis herkennen. Het is belangrijk om vervolgens de topsportarts hierover te informeren. Deze kent de geldende richtlijn en weet wat te doen. In gevallen van andere sporters heeft het de voorkeur een sportarts, sportpsycholoog of sportdiëtist te informeren. Voor wie de sporter zelf aanspreekt, is het belangrijk niet beschuldigend, afkeurend of (ver)oordelend te zijn. >> Meer info:
[email protected] De brochure ‘Eetstoornissen in de sport’ is ook te lezen via www.nocnsf.nl/eetstoornis.
OPVALLEND SUCCES NADINE BROERSEN
“Vroeger keek ik te veel naar anderen” Overdonderd, was ze. Sprakeloos ook. Nadine Broersen (23) veroverde goud op de meerkamp bij het WK indooratletiek in het Poolse Sopot en kon het maar niet beseffen. Een maand later dringt de realiteit door. “Maar nog steeds is het bizar.”
haar indrukwekkende prestatie. Wereldkampioen, dat betekent wat. “Tja, mensen kijken natuurlijk vooral naar titels. Ik kan tien keer tweede worden, maar alleen met een titel kan je later nog iets. Ik heb redelijk naam gemaakt, ja.” In haar beschouwing komt het mentale aspect vaak naar voren. Natuurlijk, Broersen is nu nog meer van haar kunnen overtuigd, maar in haar hoofd zit het al een tijdje goed. “Sinds vorig jaar ben ik mentaal heel sterk. Ik ga nooit meer een wedstrijd in om te winnen, wel om mezelf te verbeteren. Alleen op die manier kan ik er het beste uithalen. Vroeger wilde ik per se winnen en keek ik te veel naar anderen.” Kritiek De Olympische Spelen van Londen zijn cruciaal geweest. Ze werd er dertiende, met een persoonlijk record. “Die prestatie heeft me sterker gemaakt. En ik blijf mijn coach Ronald Vetter noemen. Voor 2012 zat ik bij Bart Bennema. Die haalde
me bij de nationale selectie, dat was het moment dat ik definitief voor de sport koos. Ik kwam van mijn club en had het gevoel dat ik een aantal onderdelen al wel redelijk kon, maar ik moest nieuwe dingen aanleren en in die tijd kon ik slecht met kritiek omgaan. Een moeilijke periode. Toch heb ik veel geleerd en op de trainingen ging het goed. In de wedstrijd kon ik het echter niet brengen. Dat was heel frustrerend. Ik ben toen overgestapt naar Ronald. Hij heeft me geholpen door me net wat meer vertrouwen te geven.” Bijgeleerd Na haar titel in Sopot nam Broersen zich voor bewust te genieten van haar prestatie. “Want eigenlijk had ik al snel het gevoel: hup, weer verder met trainen en op naar het volgende toernooi. Maar dit is zo bijzonder, dat ik er even bij stil wil blijven staan. Nu heb ik een rustigere week en kom ik daar ook echt aan toe. Nee, ik heb niet het gevoel dat ik nu te weinig train. Vroeger had ik dat wel, hoor. ‘Rust,
FOTO: SPORTFOTOGRAFIE.NL
>> Rustig analyseert Broersen
Nadine Broersen werd tot haar eigen verrassing wereldkampioen in Sopot.
is dat wel verstandig?’ dacht ik toen. Maar ik heb bijgeleerd.” Götzis Het buitenseizoen komt eraan, dus traint Broersen nu vooral op snelheid en uithoudingsvermogen. Ze richt zich op de prestigieuze meerkamp in Götzis en het EK in Zürich. Op die
eerste wedstrijd eindigde ze vorig seizoen als tweede, maar Broersen is geen type om nu te azen op een plekje hoger. “In Götzis wil ik gewoon een goede meerkamp draaien. Als ik mijn persoonlijk record verbeter, vind ik het al snel goed. En dat moet kunnen. Dat is het doel, net als op het EK.”
Esther Vergeer: “Ik wil mijn ervaringen met deze groep delen” Een groep van acht Paralympische sporters gaat zich de komende 2,5 jaar onder leiding van Esther Vergeer optimaal voorbereiden op hun mogelijke uitzending naar de Spelen in Rio in 2016: het project Rookies2Rio.
>> Vergeer gaat de sporters – uit verschillende takken van sport, geselecteerd door haarzelf en chef de mission André Cats – de komende 2,5 jaar regelmatig individueel en in groepsverband in aanraking brengen met allerlei relevante aspecten van topsport, zoals het omgaan met media, zoeken van sponsoren, omgaan met druk en tegenslagen, keuzes maken en tijdmanagement. “Ik heb er ontzettend veel zin in”, aldus
Vergeer. “Deze sporters hebben geweldig veel potentie. Als sporter, maar ook als persoonlijkheid, om zichzelf en hun sport verder te brengen. Ik heb zelf twintig jaar aan rolstoeltennis gedaan en weet dat je het niet alleen kunt. Het is belangrijk om de kennis en kunde van sporters uit verschillende takken van sport met elkaar te delen. Daarnaast wil ik ook graag mijn eigen ervaringen als topsporter met deze groep delen.”
FOTO: NOC*NSF
Deze sporters maken deel uit van het Rookies2Rio-project 1. Tristan Bangma (wielrennen); 2. Rody de Bie (rolstoeltennis); 3. Guus Bijlard (zeilen); 4. Simon Boer (zwemmen);
5. Stefan Boersma (CP-voetbal); 6. Marlène van Ganzewinkel (atletiek); 7. Rixt van der Horst (paardensport); 8. Sebastiao Nijman (rolstoelbasketbal).
Vlnr: Rixt van der Horst, Simon Boer, Sebastiao Nijman, Tristan Bangma, Esther Vergeer en Stefan Boersma. Niet op de foto: Rudy de Bie, Guus Bijlard en Marlène van Ganzewinkel.
HET LOPEND VUUR MEI 2014 NOC*NSF 7
AGENDA 2014 11-14 mei: Werkbezoek met Heineken, Rio de Janeiro 20 mei: Algemene vergadering NOC*NSF 23-24 mei: Seminar European Olympic Committees, Cyprus 25 mei: Paralympische talentendag, Papendal 1 juni: Kick-off-bijeenkomst met potentiële sporters en begeleiders Paralympische Spelen Rio 2016 10 juni: netwerkbijeenkomst TeamNL-alumni bij het WK hockey in Den Haag 10-12 juni: Seminar Chefs de mission Europese Spelen Baku 2015, Baku
HET TALENT KIM VERMAAS
>> Ze bokste het voor elkaar op het kwalificatietoernooi in Metz, waar ze in de finale een Koreaanse leeftijdsgenoot naar huis stuurde. Ze boog een 3-1-achterstand om. “Koreanen zijn altijd goed. In het begin was ik te onrustig, later ging ik slimmer spelen en wachtte mijn kansen af. Als ik onder druk kom, speel ik beter. Het is leuker als er wat op het spel staat. En mijn eigen coach was mee, Gerard Bakker jr. Dat geeft me vertrouwen, hij kent met al van kleins af aan. Het maakte verschil.” Nanjing Nu mag ze in augustus afreizen naar het Chinese Nanjing, waar de tweede editie van de Jeugd Olympische Spelen wordt georganiseerd. Vermaas was
FOTO: HENK HOMMES
Ze had een matchpoint tegen, maar sleepte de pot toch uit het vuur. Tafeltennisster Kim Vermaas (18) kwalificeerde zich op spectaculaire wijze voor de Jeugd Olympische Spelen in China. “Gewoon vet om daar naartoe te mogen.”
Een van de kwaliteiten van Vermaas is dat ze veel voor haar sport opzij wil zetten.
dolblij, uiteindelijk. “Toen ik begon met het kwalificatietraject dacht ik: wel leuk. Toen mislukte het twee keer en ik was er ziek van. Daardoor besefte ik: ik wil dit toch wel heel graag. Nu mag ik er heen en ga ik gewoon genieten. Qua prestaties weet ik niet goed wat ik moet verwachten. Er doen goede en minder goede spelers mee, ik moet mijn plaatsing afwachten.”
seizoen. Ik zal niet veel aan spelen toekomen, maar het is sowieso een mooie ervaring. Voor mij is het jeugdEK het belangrijkste toernooi van het jaar. Daar wil ik zover mogelijk komen. Meestrijden om medailles, zowel in single als dubbel.” Camping Haar carrière zit aardig in de lift, Vermaas heeft het zelf ook in de gaten. “Maar ik heb de laatste jaren gewoon heel hard getraind, dus deze prestaties zijn wel enigszins verwacht. Het komt me in elk geval niet aanwaaien.” Ze is al jong begonnen op haar club Scylla, waar ze zich aanmeldde met een kaart voor tien gratis lessen. “Ik moest van mijn moeder op een sport. Tafeltennissen deed ik altijd op de
Voor het zover is, mag Vermaas ook nog mee naar het WK tafeltennis in Tokio. Een leuke verrassing, vindt ze. “En een bekroning op een goed
NIEUWS
Olympisch kampioenen bieden petitie aan gingen op het onderhoud van paden tegen te gaan.
Eenzaam Dit seizoen hoeft ze er voor het eerst geen school naast te doen, omdat ze slaagde voor de havo. Vermaas traint nu dagelijks tweemaal. “In augustus begin ik met een studie. Toerisme, denk ik. Ja, met tafeltennis kun je niks verdienen. En alleen maar trainen is ook wel eenzaam, hoor. Ik vind het wel leuk om nu ook iets anders te gaan doen.”
NIEUWS
Erkenning sportarts baat sporters
FOTO: WWW.MELISSEN.NET
Anky van Grunsven, Bart Brentjens en Stephan van den Berg hebben in Den Haag twee petities aangeboden aan Mariëtte Hamer van de Kamercommissie van Economische Zaken. Zij vragen daarmee aandacht voor het feit dat natuurgebieden in Nederland dreigen dicht te gaan voor buitensporters, wegens gebrek aan geld voor onderhoud. Paardensportbond KNHS heeft samen met de wielersportbond NTFU de landelijke petitieactie ‘Red de buitenrit’ op touw gezet om drastische bezuini-
camping, dus toen ben ik dat maar gaan doen.” Gerard Bakker sr, de oud-coach van Bettine Vriesekoop, herkende toen al haar talent. “Hij zei dat ik goed kon worden, zelf had ik dat niet door.” Wel was ze bereid om veel voor haar sport opzij te zetten. “Dat is een van mijn kwaliteiten, denk ik.”
Minister Edith Schippers (VWS) erkent de sportgeneeskunde per 1 januari 2016 als medisch specialisme. Dit betekent dat niet iedereen zich meer zomaar sportarts mag noemen. De titel wordt wettelijk beschermd op grond van de Wet BIG. Dat geldt ook voor de bijbehorende opleidingseisen. De praktische en financiële consequenties: een geblesseerde sporter
hoeft behandeling door een sportarts niet langer volledig uit eigen zak te bekostigen en kan voor bepaalde onderzoeken of behandelingen een beroep doen op de basisverzekering. Samen met de Vereniging voor Sportgeneeskunde probeert NOC*NSF de ingangsdatum, vooralsnog dus 1 januari 2016, te bespoedigen.
FOTO: JACOB MELISSEN (KNHS)
“Het is leuker als er wat op het spel staat”