Kwalificaties en attesten in de kinderopvang Kinderopvang is goed voor kinderen én voor hun ouders, als het goede kinderopvang is. De kwalificaties van de personen die in de kinderopvang werken, leveren hierin een belangrijke bijdrage. Ook voor de verantwoordelijken en de kinderbegeleiders zelf zijn deze kwalificaties een goede zaak: met de kwalificaties nemen ook de kansen op een rijk gevuld professioneel leven toe. Ten laatste in 2024 moet iedereen in de kinderopvang kwalificaties hebben, uitgezonderd personen met voldoende ervaring. Zij kunnen afwijken van deze verplichting.
INHOUD KWALIFICATIES
2
Welke kwalificaties?
2
Kinderbegeleiders en verantwoordelijken met voldoende ervaring of met ervaring in een opvanglocatie met kwalitatieve werking krijgen een afwijking
4
Overgangsperiodes voor het behalen van de kwalificatie
4
Kwalificerend traject voor kinderbegeleiders in de vroegere erkende kinderdagverblijven
6
Ben jij in orde voor je kwalificaties?
7
ATTESTEN Attest van kennis van organisatorisch beheer
8 8
Attest van de module ‘kennismaken met de gezinsopvang’
10
Attest van de module ‘werken in de kinderopvang’
11
Attest van kennis van de Nederlandse taal
12
Attest levensreddend handelen
16
Andere attesten en identiteitsbewijs
16
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |1
KWALIFICATIES
WELKE KWALIFICATIES? Er is voor de kwalificatievereisten geen verschil tussen groepsopvang en gezinsopvang, maar wel tussen:
Groep 1:
alle kinderbegeleiders groeps- en gezinsopvang
verantwoordelijken voor maximaal 18 opvangplaatsen
Groep 2:
verantwoordelijken voor minstens 19 opvangplaatsen
Kinderbegeleiders en verantwoordelijken voor maximaal 18 opvangplaatsen Kinderbegeleiders in gezins- en groepsopvang en verantwoordelijken voor maximaal 18 opvangplaatsen in gezins- en groepsopvang moeten minimaal een kwalificatiebewijs van het secundair onderwijs hebben. Uitzonderingen en overgangsperiodes vind je verder in deze brochure. Bijna alle kwalificatiebewijzen uit het vroegere ministeriële besluit van 3 maart 2010 blijven gelden. Dit zijn de veranderingen:
Van het hoger beroepsonderwijs komen enkel nog bepaalde afstudeerrichtingen van het studiegebied sociaal-agogisch werk en een opleiding verpleegkunde in aanmerking.
Van de bacheloropleidingen komen enkel nog bepaalde afstudeerrichtingen van de studiegebieden sociaal-agogisch werk, onderwijs, en gezondheidszorg in aanmerking. Ook de studierichtingen uit het studiegebied psychologie en pedagogie komen in aanmerking.
Van de graduaatsopleiding orthopedagogie moeten 2/3 van de modules of de eerste twee studiejaren met vrucht voltooid zijn.
Van de bacheloropleidingen die in aanmerking komen (zoals hierboven vermeld) moeten voor minstens 120 studiepunten creditbewijzen behaald zijn of het eerste en tweede studiejaar met vrucht voltooid zijn.
Er komen ook een aantal opleidingen in aanmerking die niet volledig afgerond moeten zijn.
Voor een aantal opleidingen moet het kwalificatiebewijs uitgereikt zijn tot en met bepaalde datum.
Als je voor 1 april 2014 tewerkgesteld bent in een kinderopvanglocatie met een erkenning, attest van toezicht of toestemming, dan komt er een ruimere lijst van kwalificatiebewijzen in aanmerking.
Op www.kindengezin.be vind je een schematisch overzicht van de kwalificaties die in aanmerking komen voor kinderbegeleiders en verantwoordelijken voor maximaal 18 opvangplaatsen. Ga naar ‘Kinderopvang > Nieuw decreet > Vergunning > Personen in de opvang’. Bovenstaande veranderingen werden in dit schema verwerkt.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |2
Verantwoordelijken voor minstens 19 opvangplaatsen Alle verantwoordelijken in gezins- en groepsopvang vanaf 19 opvangplaatsen moeten minimaal een bachelordiploma hebben. Uitzonderingen en overgangsperiodes vind je verder in deze brochure. Dit zijn de veranderingen:
Van de bacheloropleidingen komen enkel nog bepaalde afstudeerrichtingen van de studiegebieden sociaal-agogisch werk, onderwijs, en gezondheidszorg in aanmerking. Ook de studierichtingen uit het studiegebied psychologie en pedagogie komen in aanmerking.
De masteropleidingen psychologie en pedagogie komen ook in aanmerking.
De postgraduaatopleiding verantwoordelijke (Karel de Grote-School en Artevelde Hogeschool) moet behaald zijn voor een bepaalde datum.
Als je voor 1 april 2014 tewerkgesteld bent in een kinderopvanglocatie met een erkenning, attest van toezicht of toestemming, dan komt er een ruimere lijst van kwalificatiebewijzen in aanmerking.
Op www.kindengezin.be vind je een schematisch overzicht van de kwalificaties die in aanmerking komen voor kinderbegeleiders en verantwoordelijken voor maximaal 19 opvangplaatsen. Ga naar ‘Kinderopvang > Nieuw decreet > Vergunning > Personen in de opvang’. Bovenstaande veranderingen werden in dit schema verwerkt.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |3
KINDERBEGELEIDERS EN VERANTWOORDELIJKEN MET VOLDOENDE ERVARING OF MET ERVARING IN EEN OPVANGLOCATIE MET KWALITATIEVE WERKING KRIJGEN EEN AFWIJKING Als je voldoende ervaring in de kinderopvang hebt, wordt dat gewaardeerd. Je kan dan aan Kind en Gezin een afwijking aanvragen en het attest hiervoor krijgen. Binnenkort krijg je informatie over hoe je deze afwijking kan aanvragen. Kinderbegeleider Je bent in orde als je tussen 1 april 2009 en 1 april 2014 minstens 3 jaar gewerkt hebt als kinderbegeleider of verantwoordelijke in een locatie met een erkenning, toestemming of attest van toezicht. In je nieuwe functie werk je als kinderbegeleider. Verantwoordelijke Je bent in orde
Ofwel door een aantal jaren ervaring;
tussen 1 april 2009 en 1 april 2014 heb je minstens 3 jaar gewerkt als verantwoordelijke in een locatie met een erkenning, toestemming of attest van toezicht;
in je nieuwe functie werk je als verantwoordelijke of kinderbegeleider.
Ofwel door aan te tonen dat je ervaring hebt als verantwoordelijke in een opvanglocatie met een kwalitatieve werking;
als je voor 1 april 2014 werkte als verantwoordelijke in een opvang met erkenning, toestemming of attest van toezicht;
Kind en Gezin kan hiervoor een attest geven op gemotiveerde aanvraag.
OVERGANGSPERIODES VOOR HET BEHALEN VAN DE KWALIFICATIE Heb je als kinderbegeleider of verantwoordelijke niet het vereiste kwalificatiebewijs en heb je niet de nodige ervaring? Als je werkt in een kinderopvanglocatie met bepaalde kenmerken (zie verder in de tekst), dan is er een overgangstermijn waarbinnen je ruim de tijd hebt om een opleidingstraject op maat te volgen. Hierbij wordt rekening gehouden met verworven competenties en eerder gevolgde opleidingen. Deze opleidingen zullen kwaliteitsvol zijn, combineerbaar met werken, toegankelijk en betaalbaar. Kinderbegeleider groepsopvang
Een kinderdagverblijf dat voor 1 april 2014 een erkenning had, moet onmiddellijk aan deze voorwaarde voldoen, maar dit was voordien ook zo.
Alle andere organisatoren met een vergunning hebben tijd tot 31 maart 2024 om aan de kwalificatievereiste te voldoen voor de kinderbegeleiders, ook als de organisator na 1 april 2014 een vergunning aanvraagt.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |4
Kinderbegeleider gezinsopvang
Als een organisator voor 1 april 2014 een attest van toezicht, toestemming of een erkenning als dienst voor onthaalouders had, dan heeft hij tijd tot 31 maart 2024 om aan de kwalificatievereiste te voldoen voor de kinderbegeleiders, ook als deze kinderbegeleiders starten met werken na 1 april 2014.
Als een organisator na 1 april 2014 een vergunning voor een opvanglocatie aanvraagt en de kinderbegeleider niet voldoet aan de vereiste kwalificatie, dan heeft hij eveneens tijd tot 31 maart 2024. De niet gekwalificeerde kinderbegeleider moet dan wel voor de aanvraag van de vergunning de module ‘werken in de kinderopvang’ van 20u gevolgd hebben.
Voor deze module is er tot en met 31 december 2014 een overgang. Als de kinderbegeleider binnen de 3 maanden na de aanvraag niet bij de centra voor volwassenenonderwijs terecht kan, dan bezorgt de organisator een verklaring op erewoord aan Kind en Gezin en houdt hij een schriftelijk bewijs bij.
Meer informatie over deze module: zie attesten.
Alle kinderbegeleiders gezinsopvang die starten vanaf 1 april 2014, ongeacht of ze al dan niet gekwalificeerd zijn, moeten sowieso voor de aanvraag van de vergunning de module ‘kennismaken met de gezinsopvang’ van 20u gevolgd hebben.
Voor deze module is er tot en met 31 december 2014 een overgang. Als de kinderbegeleider binnen de 3 maanden na de aanvraag niet bij de centra voor volwassenenonderwijs terecht kan, dan bezorgt de organisator een verklaring op erewoord aan Kind en Gezin en houdt hij een schriftelijk bewijs bij.
Meer informatie over deze module: zie attesten.
Verantwoordelijke
Een kinderdagverblijf of dienst voor onthaalouders die voor 1 april 2014 een erkenning had, moet onmiddellijk aan deze voorwaarde voldoen, maar dit was voordien ook zo.
Alle andere organisatoren hebben tijd tot 31 maart 2020 om aan de kwalificatievereiste te voldoen voor de verantwoordelijke, op voorwaarde dat deze verantwoordelijke gestart is met werken in de kinderopvanglocatie voor 1 april 2015.
Verantwoordelijken die starten vanaf 1 april 2015 moeten vanaf de start de nodige kwalificaties voor verantwoordelijke hebben.
Verlies van vergunning Als een organisator de vergunning verliest voor de opvanglocatie waarvoor hij op de overgangsbepalingen beroep kon doen omdat hij voordien een erkenning, een attest van toezicht of een toestemming had, en voor dezelfde locatie terug een nieuwe vergunning aanvraagt, dan moet hij zich baseren op de overgangsbepalingen die er zijn voor de organisatoren die een vergunning aanvragen na 1 april 2014. De overgangsbepalingen zijn bijna identiek. Alleen zal de organisator met een nieuwe vergunning voor gezinsopvang die een kinderbegeleider heeft zonder vereiste kwalificatie dan wel een bewijs moeten voorleggen dat de kinderbegeleider de module ‘Werken in de kinderopvang’ gevolgd heeft.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |5
KWALIFICEREND TRAJECT VOOR KINDERBEGELEIDERS IN DE VROEGERE ERKENDE KINDERDAGVERBLIJVEN Als een kinderdagverblijf op 1 april 2014 een erkenning1 had, dan is ook een bewijs van een kwalificerend traject mogelijk, op voorwaarde dat:
er per kinderbegeleider (1 VTE) in een kwalificerend traject 3 voltijds equivalent kinderbegeleiders zijn met een kwalificatiebewijs, op niveau van de organisator (dus niet noodzakelijk in dezelfde locatie);
de kinderbegeleider in het kwalificerend traject het kwalificatiebewijs behaalt maximaal 6 jaar na het starten met werken als kinderbegeleider bij de organisator;
er per kinderbegeleider in een kwalificerend traject altijd een kinderbegeleider met een kwalificatiebewijs aanwezig is in de kinderopvanglocatie.
Opgelet: een kinderbegeleider die gebruik maakt van de afwijking omwille van voldoende ervaring wordt niet beschouwd als gekwalificeerd en kan dus niet alleen staan in een opvanglocatie met een kinderbegeleider in een kwalificerend traject.
Het bewijs van een kwalificerend traject is een inschrijvingsbewijs van maximaal 3 jaar oud, voor een opleiding die leidt tot het behalen van het vereiste kwalificatiebewijs.
1
In kinderdagverblijven die een attest van toezicht hadden of in gezinsopvang, is dit niet mogelijk.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |6
BEN JIJ IN ORDE VOOR JE KWALIFICATIES?
Heb je een kwalificatie volgens de nieuwe regelgeving?
JA
NEE Je bent in orde! Als je na 1 april 2014 voor het eerst in
Werk(te) je op 1 april 2014 in de kinderopvang met een diploma van het hoger
de gezinsopvang start: module ‘Kennismaken met de
beroepsonderwijs, hoger onderwijs of gelijkgesteld?
gezinsopvang’ volgen.
Voor verantwoordelijke vanaf 19 plaatsen: als verantwoordelijke.
Voor kinderbegeleider of verantwoordelijke < 19 plaatsen: als kinderbegeleider of verantwoordelijke.
JA
NEE
Heb je tussen 1 april 2009 en 1 april 2014 drie jaar ervaring in de kinderopvang met erkenning, attest van toezicht of toestemming?
JA
Voor verantwoordelijke: als verantwoordelijke.
Voor kinderbegeleider: als kinderbegeleider of verantwoordelijke.
Vraag een afwijking een Kind en Gezin. Met dat attest ben je in orde!
NEE Werkte je voor 1 april 2014 als verantwoordelijke in opvang met erkenning, toestemming of attest van toezicht en heb je ervaring als verantwoordelijke in een
JA
opvang met kwalitatieve werking?
Verantwoordelijke erkend
Andere opvang
kinderdagverblijf: eerst je kwalificatie
Kinderbegeleider: voor 31 maart 2024 je kwalificatie
halen.
halen.
Kinderbegeleider in erkend
kinderdagverblijf: eerst je kwalificatie halen of kwalificerend traject volgen.
Verantwoordelijke dienst voor
Versie januari 2015
Als je start in gezinsopvang: eerst ook module ‘Werken in de kinderopvang’ volgen.
Verantwoordelijke :
onthaalouders: eerst je kwalificatie halen.
Gezin.
NEE
NEE
Bezorg een gemotiveerde aanvraag aan Kind en
gestart voor 31 maart 2015: je kwalificatie voor 31 maart 2020 halen;
gestart na 1 april 2015: eerst je kwalificatie halen.
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |7
ATTESTEN
ATTEST VAN KENNIS VAN ORGANISATORISCH BEHEER Voor wie? Vanaf januari 2015 moet een organisator met minstens 19 opvangplaatsen binnen de organisatie 1 persoon hebben met de kennis om een kinderopvanglocatie organisatorisch te beheren. Een organisator die reeds een erkenning, een attest van toezicht of een toestemming had op 1 april 2014, moet voor die kinderopvanglocaties en voor nieuwe opvanglocaties na 1 april 2014 niet aan deze voorwaarde voldoen. Wie als nieuwe organisator startte na 1 april 2014 (en voor 1 januari 2015) moet bij de aanvraag van vergunning ook geen attest kennis organisatorisch beheer voorleggen. Voor nieuwe vergunningen die aangevraagd worden na 1 januari 2015, moeten deze organisatoren wel beschikken over het attest organisatorisch beheer. Let op: de afwijking geldt voor de organisator en het ondernemingsnummer die een erkenning of attest van toezicht had op 1 april 2014 (nu omgezet naar vergunning). Wijzigt het ondernemingsnummer en dus de organisator, dan vervalt deze afwijking!
Wat? Het attest organisatorisch beheer bevat minstens basiskennis over:
de opmaak van een ondernemingsplan;
het voeren van een boekhouding;
fiscaliteit en steun- en financieringsmaatregelen;
kasplanning en de toepassing ervan in het kasboek;
de verschillende ondernemingsvormen;
de verschillende statuten waarin je kan werken en van het arbeidsrecht;
de verschillende wijzen van prijssetting.
Door wie?
Dit attest wordt afgeleverd door Synta.
Het opleidingsaanbod vind je op www.syntra.be: kies je regio, zoek op ‘kinderopvang’ en kies ‘attest organisatorisch beheer’.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |8
Vrijstellingen Wie één van onderstaande diploma’s heeft, voldoet aan de voorwaarden voor het attest organisatorisch beheer en is vrijgesteld.
Diploma OT BC verantwoordelijke in de kinderopvang binnen Syntra
Bachelor of master studiegebied economische of toegepaste economische wetenschappen
Alle masters binnen het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde
Alle bachelors bedrijfsmanagement studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde
Bachelor pedagogie van het jonge kind, op voorwaarde dat de houder een van de volgende modules heeft gevolgd (te bewijzen door het voorleggen van het diplomasupplement):
‘Ondernemen in de kinderopvang’ (Karel De Grote Hogeschool);
‘Profileren tot ondernemer’ (Arteveldehogeschool);
‘Bedrijfsbeheer’ (Erasmushogeschool).
Meer details over dit attest en de criteria van de opleidingsinstanties vind je in het ministerieel besluit van 27 februari 2014.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |9
ATTEST VAN DE MODULE ‘KENNISMAKEN MET DE GEZINSOPVANG’ Voor wie?
Als je vanaf 1 april 2014 start als kinderbegeleider gezinsopvang, dan moet je vóór de start de module ‘Kennismaken met de gezinsopvang’ volgen.
Voor deze module is er tot en met 31 december 2014 een overgang. Als de kinderbegeleider binnen de 3 maanden na de aanvraag bij het centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) niet bij dit centrum terecht kan, dan bezorgt de organisator een verklaring op erewoord aan Kind en Gezin en houdt hij een schriftelijk bewijs bij (een e-mail is ok).
Als je al gewerkt hebt binnen de gezinsopvang als gemelde, zelfstandige onthaalouder of aangesloten onthaalouder, dan hoef je deze module niet te volgen.
Wat? Deze module van 20 uur geeft inzicht in het werken binnen de gezinsopvang: de impact op je gezinssituatie, het financiële aspect, de organisatie en taken en de competenties. Je leert er de job van kinderbegeleider in de gezinsopvang kennen. Door wie?
Het attest wordt afgeleverd door bepaalde centra voor volwassenenonderwijs (CVO).
Het opleidingsaanbod vind je op de website van Kind en Gezin, ga naar ‘Opleidingen en infosessies > Sector en partners > Door andere organisaties > Kinderopvang > Vorming’.
Meer details over dit attest en de criteria van de opleidingsinstanties vind je in het ministerieel besluit van 27 februari 2014.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |10
ATTEST VAN DE MODULE ‘WERKEN IN DE KINDEROPVANG’ Voor wie?
Als een organisator na 1 april 2014 start en een vergunning voor gezinsopvang aanvraagt, dan heeft hij tijd tot 31 maart 2024 om ervoor te zorgen dat de kinderbegeleiders de vereiste kwalificaties hebben (zie puntje 4).
Als hij een vergunning aanvraagt voor een kinderopvanglocatie waar een kinderbegeleider zonder de vereiste kwalificaties zal werken, dan moet de kinderbegeleider gezinsopvang de module ‘werken in de kinderopvang’ van 20 uren gevolgd hebben vóór men de vergunning kan aanvragen.
Voor deze module is er tot en met 31 december 2014 een overgang. Als de kinderbegeleider binnen de 3 maanden na de aanvraag niet bij de centra voor volwassenenonderwijs terecht kan, dan bezorgt de organisator een verklaring op erewoord aan Kind en Gezin en houdt hij een schriftelijk bewijs bij.
Niet gekwalificeerde starters gezinsopvang moeten dus vanaf 1 april 2014 voor de start 2 modules volgen, van in totaal 40 uur. Voor deze 40 uur krijgen ze een vrijstelling binnen de CVO-opleiding ‘Begeleider in de kinderopvang’.
Wat? Deze module van 20 uur geeft inzicht in het professioneel opvoeden van kinderen, de samenwerking met gezinnen, de verzorging en veiligheidsaspecten. Door wie?
Het attest wordt afgeleverd door bepaalde centra voor volwassenenonderwijs (CVO).
Het opleidingsaanbod vind je op de website van Kind en Gezin, ga naar ‘Opleidingen en infosessies > Sector en partners > Door andere organisaties > Kinderopvang > Vorming’.
Eind 2013 werd het attest ook afgeleverd door VCOK, het VormingsCentrum Opvoeding en Kinderopvang vzw.
Meer details over dit attest en de criteria van de opleidingsinstanties vind je in het ministerieel besluit van 27 februari 2014.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |11
ATTEST VAN KENNIS VAN DE NEDERLANDSE TAAL2 Overzicht van de taalvereiste Nederlands in de vergunnings- en subsidievoorwaarden. Wie?
Wat?
Tegen wanneer ? Opvang actief op 1/04/2014
Vergunning
Elke verantwoordelijke
B2 spreken /luisteren B1 lezen /schrijven
Erkend + attest + gemeld op 01/04/2014
Starters na 1/04/2014 01/04/2014
Afwijking mogelijk: verantwoordelijken van vroegere zelfstandige kinderdagverblijven (met attest van toezicht) met een bewijs door Kind en Gezin aanvaard op basis van kwalificatiebewijs van NLtalig onderwijs, bewijs van Selor of bewijs van een Huis van het NL taalniveau 2.3. Vergunning
Aanspreekpersoon ter vervanging verantwoordelijke
B2 spreken /luisteren B1 lezen /schrijven
Erkend + attest + gemeld op 01/04/2014
01/04/2014
uitzondering: aangesloten onthaalouder 31/03/2019
Afwijking mogelijk: verantwoordelijken van vroegere zelfstandige kinderdagverblijven (met attest van toezicht) met een bewijs door Kind en Gezin aanvaard op basis van kwalificatiebewijs van NLtalig onderwijs, bewijs van Selor of bewijs van een Huis van het NL taalniveau 2.3.
Vergunning
1 kinderbegeleider
B1 spreken/luisteren
Erkend + attest + gemeld op 01/04/2014
A2 lezen / schrijven
Gezinsopvang: 31/03/2017
01/04/2014
Groepsopvang: 31/03/2015
In de oorspronkelijke voorwaarden stond het gebruik van Nederlands in de werking ook als voorwaarde voor de basissubsidie. Deze voorwaarde is niet van toepassing. Ze werd vernietigd door het arrest van het Grondwettelijk Hof van 30 juni 2014. 2
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |12
Wie?
Wat?
Tegen wanneer ? Opvang actief op 1/04/2014
Basissubsidie (trap 1)
Subsidie Inkomenstarief
Alle kinderbegeleiders
B1 spreken /luisteren
Per 3 VTE op niveau organisatie
1 kinderbegeleider zonder attest
Max 4 jaar na start bij organisator te behalen + altijd kinderbegeleider met attest aanwezig in kinderopvanglocatie
Voorrang aan Nederlandstalige ouder
Door organisator bepaald percentage
01/04/2014
(trap 2)
A2 lezen / schrijven
1 april 2016 groepsopvang en 1 april 2017 gezinsopvang'
Starters na 1/04/2014 01/04/2014
Max 55 % Min 1 kind
Welke attesten Nederlands komen in aanmerking? In het ministerieel besluit van 27 februari 2014 is vastgelegd welke attesten Nederlands aanvaard worden om het vereiste niveau aan te tonen. Het gaat over attesten die minstens de vastgelegde ERK-niveaus testen voor de 4 verschillende vaardigheden: lezen, schrijven, luisteren en gesprekken voeren. Verantwoordelijke 1. Een diploma van een instantie waarvan het Nederlands de onderwijstaal is, die erkend is door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, bijvoorbeeld een diploma secundair onderwijs. 2. Een certificaat Nederlands als Vreemde Taal van de Nederlandse Taalunie dat overeenstemt met de gevraagde ERK-niveaus of hogere ERK-niveaus test. 3. Een certificaat dat overeenstemt met de gevraagde ERK-niveaus of hogere ERKniveaus test van een onderwijsinstantie die in die hoedanigheid erkend is in het land van herkomst en geaccrediteerd als taalopleiding Nederlands.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |13
4. Een (deel)certificaat dat overeenstemt met de gevraagde ERK-niveaus of hogere ERK –niveaus test van een instantie die erkend is door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, en waarop het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming het toezicht uitoefent.
Hierbij behoren de centra voor volwassenenonderwijs (CVO). CVO reiken (deel-)certificaten of getuigschriften uit per ‘richtgraad’. Een richtgraad kan bestaan uit verschillende modules. Hieronder vind je welke richtgraden en modules minstens overeen stemmen met welke ERK-niveaus. (Deel-)certificaten met hogere richtgraden zijn ook ok.
Lezen en schrijven Luisteren en gesprekken voeren
Minstens te behalen richtgraad Richtgraad 2 (modules 2.1., 2.2., 2.3. en 2.4.) Module 3.1.
Overeenstemmend ERKniveau B1 B2
Het volledig overzicht vind je als bijlage achteraan in deze brochure. 5. Een bewijs van de Huizen van het Nederlands.
De Huizen van het Nederlands toetsen ook volgens de richtgraden van de CVO. Je kan hiervoor dezelfde tabel als hierboven toepassen.
Vanaf 1 juli 2014 kunnen de Huizen van het Nederland een test afnemen specifiek voor de functie van verantwoordelijke in de kinderopvang. Meer info: www.huizenvanhetnederlands.be.
6. Een certificaat van Selor.
SELOR neemt geen testen af die specifiek zijn voor de functie van verantwoordelijke in de kinderopvang.
SELOR neemt wel allerlei algemene testen af, soms met hogere ERK-niveaus dan vereist.
Opgelet! Vraag na of de testen de 4 verschillende vaardigheden meten: lezen/ schrijven, luisteren en gesprekken voeren. Het kan zijn dat een kandidaat verschillende testen moet afleggen.
Vraag welke testen best overeenstemmen met de gevraagde ERK-niveaus.
Voor een verantwoordelijke kan bijvoorbeeld test ‘artikel 7 niveau C’ . Dit certificaat komt bijna volledig overeen met de gevraagde ERK-niveaus. Het enige verschil is dat Selor B2 test voor lezen i.p.v. het gevraagde B1.
Afwijking mogelijk voor verantwoordelijken en aanspreekpersonen van vroegere zelfstandige kinderdagverblijven of zelfstandige onthaalouders met een attest van toezicht die een bewijs van kennis van Nederlands hebben dat door Kind en Gezin aanvaard werd op basis van een kwalificatiebewijs van het Nederlandstalig onderwijs, een bewijs van Selor of een bewijs van een Huis van het Nederlands van taalniveau 2.3.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |14
Kinderbegeleider 1. Alle attesten van de hierboven vermelde instanties voor verantwoordelijke komen in aanmerking, als deze (deel-)certificaten minstens overeenstemmen met de gevraagde ERKniveaus of hogere ERK-niveaus Bijkomend: een attest van een instantie die 9 jaar lager en secundair onderwijs aantoont waarin het Nederlands de onderwijstaal is. 2. CVO en Huizen van het Nederlands
Minstens te behalen richtgraad
Overeenstemmend ERKniveau
Lezen en schrijven
Richtgraad 1
A2
Luisteren en gesprekken voeren
Richtgraad 2 (modules 2.1, 2.2, 2.3. en 2.4.)
B1
Vanaf 1 juli 2014 kunnen de Huizen van het Nederland een test afnemen specifiek voor de functie van kinderbegeleider in de kinderopvang. Meer info: www.huizenvanhetnederlands.be. 3. SELOR
SELOR neemt geen testen af die specifiek zijn voor de functie van kinderbegeleider in de kinderopvang.
SELOR neemt wel allerlei algemene testen af, soms met hogere ERK-niveaus dan vereist. Vraag welke testen best overeenstemmen met de gevraagde ERK-niveaus.
Opgelet!
Vraag na of de testen de 4 verschillende vaardigheden meten: lezen/ schrijven, luisteren en gesprekken voeren. Het kan zijn dat een kandidaat verschillende testen moet afleggen.
SELOR heeft GEEN specifieke test op het ERK-niveau A2 voor lezen en schrijven. SELOR test dit enkel op een hoger ERK-niveau.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |15
ATTEST LEVENSREDDEND HANDELEN Voor wie? Verantwoordelijken en kinderbegeleiders moeten een attest van kennis van levensreddend handelen bij kinderen hebben. Wat? Het ministerieel besluit van 27 februari 2014 legt de voorwaarden vast waaraan de opleidingsinstanties moeten voldoen om dit attest te kunnen uitreiken. Ze zijn gelijkaardig aan de huidige voorwaarden, behalve dat voortaan ook ervaren hulpverleners-ambulanciers met een onderscheidingsteken van FOD Volksgezondheid de opleiding kunnen geven. Dit document wordt om de drie jaar hernieuwd, tenzij er een gegronde indicatie aanwezig is en de organisator of Kind en Gezin gemotiveerd verzoekt om sneller een nieuw document te geven. Door wie?
Het opleidingsaanbod is steeds te vinden op www.kindengezin.be, ga naar ‘Opleidingen en infosessies > Sector en partners > Door andere organisaties > Kinderopvang > Levensreddend handelen’.
Meer details over deze opleidingsinstanties vind je in het ministerieel besluit.
ANDERE ATTESTEN EN IDENTITEITSBEWIJS We geven voor de volledigheid ook de andere attesten mee die je volgens de vergunningsvoorwaarden moet hebben. Deze zijn geregeld in het vergunningsbesluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |16
Wat
Voor wie
Details
Identiteitsbewijs
organisator
waarbij enkel de naam en de geboortedatum zichtbaar is;
waaruit blijkt dat de organisator, hetzij de natuurlijke persoon, hetzij de persoon of personen die handelingsbekwaam zijn om de rechtspersoon te vertegenwoordigen, minstens 21 jaar oud is.
Identiteitsbewijs Identiteitsbewijs Een uittreksel uit het strafregister
Verantwoordelijke Kinderbegeleider organisator
waarbij enkel de naam en de geboortedatum zichtbaar is;
waaruit blijkt dat de verantwoordelijke minstens 21 jaar oud is.
waarbij enkel de naam en de geboortedatum zichtbaar is;
waaruit blijkt dat de kinderbegeleider minstens 18 jaar oud is.
voor de organisator die een natuurlijke persoon is, model 2;
voor de organisator die een rechtspersoon is, een uittreksel uit het Centraal strafregister op naam van de rechtspersoon;
voor wie niet in België gedomicilieerd is: een gelijkwaardig attest uitgereikt door de bevoegde buitenlandse instantie is, waaruit blijkt dat:
de organisator van onberispelijk gedrag is om met kinderen om te gaan;
hij in staat is om een kinderopvanglocatie organisatorisch te beheren.
Dit document is bij de aanvraag van de vergunning maximaal drie maanden oud.
Dit document wordt om de drie jaar hernieuwd, tenzij:
er een gegronde indicatie aanwezig is en de organisator of Kind en Gezin gemotiveerd verzoekt om sneller een nieuw document te geven;
Versie januari 2015
er een aanvulling op het uittreksel is in welk geval dit direct wordt doorgegeven.
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |17
Wat
Voor wie
Details
Een uittreksel uit
verantwoordelijke
Een uittreksel uit het strafregister, model 2
het strafregister
kinderbegeleider
persoon met
Voor wie niet in België gedomicilieerd is: een gelijkwaardig attest uitgereikt door de bevoegde buitenlandse instantie, waaruit blijkt dat de persoon van onberispelijk gedrag is om met kinderen om
regelmatig direct
te gaan.
contact met de
Dit document is bij de aanvraag van de vergunning maximaal drie maanden oud.
kinderen
Dit document wordt om de drie jaar hernieuwd, tenzij:
er een gegronde indicatie aanwezig is en de organisator of Kind en Gezin gemotiveerd verzoekt om sneller een nieuw document te geven;
er een aanvulling op het uittreksel is in welk geval dit direct wordt doorgegeven.
Een attest van
verantwoordelijke
Een attest van medische geschiktheid waaruit blijkt dat de persoon geen fysieke en psychische beperking
medische
kinderbegeleider
of aandoening heeft die de opgevangen kinderen in gevaar kan brengen:
geschiktheid
persoon met regelmatig direct contact met de kinderen
Een attest A van medische geschiktheid opgemaakt door de betrokken persoon, volgens een vastgelegd model.
Als blijkt uit attest A dat de betrokkene in onderzoek of behandeling is voor een bepaalde fysieke of psychische beperking of aandoening, of als er een gegronde indicatie aanwezig is en Kind en Gezin daartoe gemotiveerd verzoekt, dan is een attest B van medische geschiktheid nodig opgemaakt door een huisarts, volgens een vastgelegd model.
Een attest opgemaakt door de arbeidsgeneesheer van de organisator (voor verantwoordelijke en kinderbegeleider), dat in de plaats van de twee voorgaande attesten kan gebruikt worden
Dit document is bij de aanvraag van de vergunning maximaal drie maanden oud.
Dit document wordt om de drie jaar hernieuwd, tenzij:
er een gegronde indicatie aanwezig is en de organisator of Kind en Gezin gemotiveerd verzoekt om sneller een nieuw document te geven.
Overgangsperiode: als de verantwoordelijke of kinderbegeleider op 1 april 2014 al een attest van medische geschiktheid heeft, dan moet het pas worden vernieuwd zodra het bestaande attest niet meer geldig is of 3 jaar oud.
Dit formulier vind je op de website van Kind en Gezin. Ga naar ‘Kinderopvang > Nieuw decreet > Vergunning> Formulieren’.
Versie januari 2015
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |18
Wat
Voor wie
Details
Vanaf 1 april 2016:
kinderbegeleider
Een attest draagkracht
attest draagkracht
gezinsopvang
gezinsopvang
opgesteld door een pedagogische ondersteuningsorganisatie;
met het maximaal aantal tegelijk aanwezige kinderen waarvoor de kinderbegeleider draagkracht heeft;
Versie januari 2015
bij de aanvraag van de vergunning maximaal drie maanden oud.
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |19
Bijlage Volledig overzicht CVO richtgraden /ERK
Richtgraad
Module
Europese naam (ERK)
Richtgraad 1
1.1.
Breakthrough
A1
1.2.
Waystage
A2
2.1.
Threshold 1
B1
2.2
Threshold 2
2.3.
Threshold 3
2.4.
Threshold 4
3.1.
Vantage 1
3.2.
Vantage 2
4.1.
Effectiveness
Richtgraad 2
Richtgraad 3
Richtgraad 4
Versie januari 2015
Nex Rijbewijs
B2
C1
KWALIFICATIES EN ATTESTEN |20