Kwalificatie Voetverzorger 10505
Operationalisaties praktijktoets hygiëne, arbo en milieu
1
2005
Toetsplan Kwalificatie Voetverzorger
Deelkwalificatie Examenvorm 2.5 Sociale communicatieve en commerciele vaardigheden 2.6 Hygiene, Arbo en Milieu 2.7 3.5 3.7 3.8 3.8 3.9
Maatschappelijke culturele kennis 1 Maatschappelijke culturele kennis 2 Kwaliteitszorg Diagnose stellen, analyse uitvoeren en behandelplan opstellen Behandelplan Behandeling voet, nagels en huid
Totaal aantal examens Praktijk 45 minuten
1
Praktijk Theorie Theorie Theorie Theorie Theorie
+3.9pr, 60 minuten 60 minuten 60 minuten 60 minuten 60 minuten
2
Praktijk
45 minuten 60 minuten
2
1 1 1 3
2
2005
Inhoudsopgave
1. PRAKTIJKTOETS HYGIËNE, ARBO EN MILIEU .............................................................................................................. 4 1.1 VAARDIGHEDEN VAN DE PRAKTIJKTOETS HYGIËNE, ARBO EN MILIEU:............................................................... 5 1.2 BEOORDELINGSCRITERIA PRAKTIJKTOETS HYGIËNE, ARBO EN MILIEU .............................................................. 8
3
2005
1. Praktijktoets Hygiëne, arbo en milieu 1.1 VAARDIGHEDEN VAN DE PRAKTIJKTOETS HYGIËNE, ARBO EN MILIEU: Vereiste vaardigheden die een kandidaat nodig heeft voor het uitvoeren de behandeling voet- nagels en huid, rekening houdend met hygiënische omstandigheden, arbeidsomstandigheden en milieutechnische vaardigheden. 1.2 BEOORDELINGSCRITERIA Criteria waar een kandidaat aan moet voldoen om kundig te zijn in deze vaardigheden.
4
2005
1.1 VAARDIGHEDEN VAN DE PRAKTIJKTOETS HYGIËNE, ARBO EN MILIEU: Eindterm: 2. Reproductieve vaardigheid; cognitief, psychomotorisch, reactief. De kandidaat kan handelingen uitvoeren volgens de richtlijnen voor hygiëne a. De volgende handelingen zoals omschreven in de HAMCODE; i. Handen wassen ii. Handschoenen dragen iii. Materialen reinigen en desinfecteren iv. Werkomgeving reinigen 3. Reproductieve vaardigheid; cognitief, psychomotorisch, reactief. De kandidaat kan de salon op orde brengen, reinigen en desinfecteren a. De volgende handelingen uitvoeren zoals omschreven in de HAMCODE; i. De praktijkruimte 1. droog reinigen 2. nat reinigen 3. desinfecteren ii. stoelen reinigen iii. wasbak reinigen 4. Reproductieve vaardigheid; cognitief, psychomotorisch, reactief. De kandidaat kan instrumenten en gereedschappen reinigen en desinfecteren. a. De volgenden handelingen uitvoeren zoals omschreven in de HAMCODE i. Gereedschappen en instrumenten 1. huishoudelijk reinigen 2. desinfecteren a. instrumentenwasmachine b. ultrasoonreiniger en onderdompelen in desinfectans met N –nummer 3. disposable materialen op de juiste wijze verwijderen 7. Reproductieve vaardigheid; cognitief, psychomotorisch, reactief De kandidaat kan milieuvervuiling in de salon voorkomen a. Omschrijf hoe waterverbruik kan worden teruggedrongen i. Mengkranen ii. Spaarkoppen iii. Druppelstop iv. Energieknop op de wasmachine gebruiken b. Omschrijf gescheiden afval c. Geef verschil aan tussen huishoudelijk afval en chemisch afval d. Aanbieden van chemisch afval uit de salon e. Het scheiden van afval in de salon toepassen f. Maatregelen om de afvalstroom in de branche terug te dringen omschrijven i. Kringloopproducten ii. Navulverpakkingen g. Nut omschrijven van aangepaste verpakkingswijzen in relatie tot milieuvervuiling h. Omschrijf oplossingen om luchtverontreiniging terug te dringen i. Autogebruik ii. Rookgedrag iii. Spuitbussen
5
2005
8. Reproductieve vaardigheid; cognitief, psychomotorisch, reactief De kandidaat kan milieuvoorschriften in de salon toepassen a. Omschrijf milieuvoorschriften voor wat betreft: i. Afvalverzameling ii. Waterverbruik iii. Energieverbruik 12. Reproductieve vaardigheid; cognitief, psychomotorisch, reactief De kandidaat kan vakhandelingen uitvoeren volgens richtlijnen voor de ARBO a. De kandidaat kan omschrijven: i. Inrichting salon ii. Werken met hulpmiddelen 1. kappersfiets 2. werkstoel 3. behandelstoel 4. werktafel iii. Het belang van gezond werken 13. Reproductieve vaardigheid; cognitief, psychomotorisch, reactief De kandidaat kan apparatuur en instrumenten veilig hanteren aan de hand van gebruiksaanwijzigingen a. De kandidaat kan gebruiksaanwijzingen lezen en toepassen 14. Reproductieve vaardigheid; cognitief, reactief. De kandidaat kan de apparatuur en instrumenten controleren op veiligheid a. Omschrijf welke informatie moet staan op een veilig apparaat i. Dubbele isolatie ii. Aarde aansluiting iii. Pictogrammen iv. Spanning en weerstand v. KEMA b. Omschrijven van een aardlekschakelaar c. Omschrijven van een geaard stopcontact d. Omschrijven van een niet geaard stopcontact e. Omschrijven kortsluiting met de oorzaken f. Omschrijven wanneer een instrument gebreken vertoont i. Beoordelen of een instrument nog gebruikt kan worden 15. Reproductieve vaardigheid; cognitief. De kandidaat kan in geval van nood de juiste maatregelen nemen a. inschatten wanneer er sprake is van een noodgeval i. brand ii. stroomstoring iii. ongelukken van persoonlijke aard b. omschrijven van het noodgeval, aard van het probleem i. conclusie trekken en de juiste handelingen uitvoeren 1. ontsmetten 2. koelen 3. stabiele zijligging 4. verbinden 5. gerust stellen 6. brand blussen 7. stroom uitschakelen 8. nooduitgang vinden ii. de hulp van de juiste deskundigen inroepen 6
2005
18. Reproductieve vaardigheid; cognitief, psychomotorisch. De kandidaat kan maatregelen nemen ter voorkoming van allergie / eczeem met betrekking tot werkomstandigheden. a. De kandidaat i. Leest bijsluiter en volgt voorschriften ii. Vermijd contact met risicovolle producten iii. Werkt veilig en secuur 1. handschoenen 2. berekenen van percentages 3. werkt met afzuiger 4. werkkleding 5. goede hygiene
7
2005
1.2 BEOORDELINGSCRITERIA PRAKTIJKTOETS HYGIËNE, ARBO EN MILIEU Criteria waar een kandidaat aan moet voldoen om kundig te zijn in deze vaardigheden. 1. Omgeving / Randvoorwaarden: 1.1 De kandidaat heeft een verzorgde werkomgeving: - De materialen staan op een schoon onderblad - Er is geen stof in de buurt - De materialen zijn ordelijk gerangschikt. 1.2 De te gebruiken materialen zijn gereinigd en gedesinfecteerd 2. Reinigen en desinfecteren 2.1 De kandidaat reinigt en desinfecteert: o materialen o hulpstukken van apparatuur 3. Persoonlijke Hygiëne: 3.1 De kandidaat draagt handschoenen bij de volgende handelingen: - Gedurende de gehele behandeling 3.2 De handen worden na iedere noodzakelijke handeling gewassen en/ of handschoenen worden vervangen indien nodig. 3.3 - Haren zijn verzorgd en bijeengebonden zonder losse plukjes, - De kandidaat draagt bedrijfskleding, wit, glad van stof en met korte mouwen, - De kandidaat komt met haar handen niet in eigen haren en gezicht. 4. Afvalvoorschriften / milieuvoorschriften: 4.1 De waterkraan wordt niet onnodig aan gelaten. 4.2 Het afval wordt verzameld in een milieuvriendelijk afvalzakje. 4.3 Afval als mesjes en naalden wordt gescheiden en apart verwerkt. 5. Arbovoorschriften: 5.1 De kandidaat heeft een juiste houding welke ergonomisch kan worden genoemd 6. Apparatuur: 6.1 De apparatuur wordt gecontroleerd op veiligheid; 6.1.1 Snoeren, 6.1.2 Hulpstukken, 6.1.3 Verbindingsstukken. 6.2 De apparatuur wordt gehanteerd zoals beschreven staat in de gebruiksaanwijzing. 7. Nood: 7.1 De kandidaat kan de nooduitgang aanwijzen. 7.2 De kandidaat kan eerste hulp bij ongelukken verrichten. 8. Allergie: 8.1 Kandidaat kan allergieën vermijden door; 8.1.1 Bedrijfskleding, 8.1.2 Handschoenen. 8.2 Risicovolle producten te kunnen benoemen. Cesuur: de kandidaat dient om te slagen voor deze toets niet meer dan 4 items onvoldoende te scoren.
8
2005