Alle locaties van het Albert Schweitzer ziekenhuis zijn bereikbaar via hetzelfde telefoonnummer: (078) 654 11 11 Locatie Amstelwijck Van der Steenhovenplein 1 Dordrecht Postbus 444 3300 AK Dordrecht Locatie Dordwijk Albert Schweitzerplaats 25 Dordrecht Postbus 444 3300 AK Dordrecht Locatie Sliedrecht Wilhelminastraat 75 Sliedrecht Postbus 444 3300 AK Dordrecht Locatie Zwijndrecht Langeweg 336 Zwijndrecht Postbus 444 3300 AK Dordrecht
Arbo, Veiligheid en Milieu
www.asz.nl
Zorg met hoofd, hart en ziel
1.
In deze brochure wordt het veiligheidsbeleid van het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) toegelicht. Veiligheid vinden we in het ASz erg belangrijk. Niet alleen voor de patiënten, maar ook voor alle medewerkers. Daarom doen we er alles aan om de werkomgeving zo veilig mogelijk te maken. Enerzijds door beleid op te stellen en anderzijds door medewerkers hier actief bij te betrekken. U bent immers noodzakelijk voor een goede uitvoering van het opgestelde beleid.
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2.
Arbeidsomstandigheden (ARBO) 2.1 Veiligheid in kantoren 2.2 Zo tilt u goed 2.3 Trekken en duwen: voorzichtig 2.4 Persoonlijke beschermingsmiddelen: gebruik ze!
4 4 4 5 5
3.
Milieu 3.1 Afvalstoffen: zo veel mogelijk scheiden 3.2 Zuinig zijn met energie 3.3 Water: niet onnodig laten weglopen 3.4 Voorzichtig met gevaarlijke stoffen
U krijgt antwoord op vragen als: Wat heeft veiligheid te maken met arbeidsomstandigheden en milieu? Uit welke maatregelen bestaat het veiligheidsbeleid? En wat wordt er van mij gevraagd als het om veilig werken gaat? Of, met andere woorden: hoe kunnen we met elkaar zo veilig mogelijk werken? Om die reden vindt u in deze brochure ook veel tips.
8 8 11 11 11
4 Meldingsprocedure 4.1 Brand: snel reageren 4.2 Agressie en geweld: altijd melden 4.3 Opvang bij traumatische ervaringen 4.4 Overige meldingen 4.5 Reanimatie
13 13 13 13 15 15
5. Bedrijfshulpverlening (BHV) 5.1 Procedure ontruimen
16 16
6. Tot slot
19
Inleiding
Veilig werken is tenslotte de verantwoordelijkheid van iedere medewerker in ons ziekenhuis. Aan veiligheid moet je altijd blijven werken. Alleen dàn kun je met een veilig gevoel aan het werk blijven...
Wat betekent schade?
'Veilig' werken betekent vooral schade voorkomen. Maar over welke schade hebben we het dan? Het begrip 'schade' kan immers op verschillende manieren worden uitgelegd. Zo spreken we over schade bij arbo-omstandigheden o.a. over 'lichamelijke letsel en het welzijn van de medewerker'. Een voorbeeld: wie lang in een verkeerde houding achter z'n bureau zit, kan rug-, arm- of schouderklachten krijgen. En de verpleegkundige die patiënten in een verkeerde houding uit hun bed tilt, krijgt daar beslist lichamelijke problemen mee.
Op het gebied van milieu gaat schade vooral over lucht-, bodem- en waterverontreiniging: schadelijk afval zamelen we op zorgvuldige wijze in en met elektriciteit zijn we zuinig.
Als het over veiligheid gaat, ontstaat schade als gevolg van agressie, geweld, bedreiging en diefstal. Agressieve patiënten geven een groot gevoel van onveiligheid en diefstal is een grove inbreuk op iemands privacy.
Met ons Arbo- en milieubeleid proberen we al deze soorten schade zo veel mogelijk te voorkomen!
3
2. Arbeidsomstandigheden (arbo)
• Beweeg rustig en gelijkmatig, maak geen plotselinge bewegingen; • Let er goed op dat de inhoud niet kan schuiven; • Zorg voor goede handvatten of vraag erom; • Til niet met een grote krachtexplosie, maar bouw de kracht, in drie tellen, rustig op.
Dit hoofdstuk gaat in op het Arbo veiligheidsbeleid in het ASz. Hoe werkt u veilig op uw werkplek, wat betekent 'veilig tillen, duwen of trekken' en welke persoonlijke veiligheidsmiddelen kunt u gebruiken? Onderstaand vindt u op ieder aandachtsgebied het beleid van het ASz , aangevuld met tips over hoe u zelf zo veilig mogelijk kunt werken.
2.3. Trekken en duwen: voorzichtig... Bij trekken, duwen en manoeuvreren moet u denken aan activiteiten als rijden met karren, bedden, rolstoelen of maaltijdwagens en het verschuiven van meubels of plantenbakken. Daarnaast moet er rekening gehouden worden met de veiligheid van anderen. Lopend achter een hoge wagen of rolcontainer is het risico groot dat u patiënten, bezoekers of collega’s niet ziet of op een kruising van gangen niet tijdig kruisend verkeer opmerkt. Daarom moet een hoge wagen of rolcontainer worden getrokken. De norm voor trekken en duwen is niet meer dan 25 kg.
2.1. Veiligheid op de werkplek Het ASz werkt alleen met meubilair, klimaatsystemen en verlichting die aan de daarvoor gestelde eisen voldoen. Kantoren staan over het algemeen niet bekend als onveilige werkplekken, onderstaand toch enkele aandachtspunten: Tips: • Zorg voor slipvrije (droge) en opgeruimde vloeren; • Zorg voor voldoende loop- en vluchtroutes zonder obstakels; • Laat geen kabels en snoeren op de grond liggen; • Markeer glazen wanden en deuren.
Tips: 1. Maak gebruik van uw lichaamsgewicht; 2. Duw en draai nooit tegelijk: doe of het één of het ander. Duwen is meestal beter dan trekken; 3. Als u draait, loop dan zelf om het object heen en neem het in die beweging met u mee. Het object zal dan soepel om zijn as draaien. Laat het object nooit om u heen draaien, u verwringt dan uw rug. 4. Plaats één voet op het onderstel of richel als dat mogelijk is. Dat helpt bij het duwen. Als de wieltjes nog niet in de juiste richting staan, kunt u ze op deze manier in de juiste rijrichting krijgen, zonder dat u met uw armen hoeft te sjorren. 5. Beweeg rustig en gelijkmatig. Plotselinge bewegingen zijn slecht voor uw lichaam en bij het manoeuvreren met een rolstoel ook onplezierig voor de patiënt. Gebruik de ‘3-seconden-regel’: neem altijd 3 seconden de tijd om het object rustig in beweging te zetten. 6. 'Keep them rolling': stop en start niet te vaak als u over langere afstanden moet rijden. Beweeg rustig.
Informatiebeveiliging In het ASz gaan we veilig om met onze informatie. Ons beleid hierover vindt u op intranet. Klik op de homepage op de knop 'Projecten' in het linkermenu en kies de button 'Informatiebeveiliging’. 2.2. Zo tilt u goed! Binnen het ziekenhuis wordt een veilig tilgewicht van 23 kg gehanteerd. Dit geldt voor af en toe tillen. Wanneer u vaker dan 12 keer per dag moet tillen, geldt de norm van 12 kg.
2.4. Persoonlijke beschermingsmiddelen: gebruik ze! Tips: • Houd de last zo dicht mogelijk tegen uw lichaam; • Til zo veel mogelijk vanuit uw knieën. Tilt u vanaf de vloer, til dan tussen uw benen omhoog; • Til zo min mogelijk met een gebogen of gedraaide rug; • Zorg dat u weet, vóórdat u gaat tillen, hoe zwaar de last ongeveer is en of die goed te hanteren is;
4
In het ziekenhuis zijn verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig. Indien de werkvoorschriften bepaalde middelen (zoals veiligheidshelmen, veiligheidsschoenen, veiligheidsbrillen, handschoenen, gehoorbescherming en ademhalingsbescherming) voorschrijven, is de medewerker verplicht deze te gebruiken. De beschermingsmiddelen worden gratis aangeboden.
5
Onderstaand volgt een opsomming van de aanwezige persoonlijke beschermingsmiddelen in het ASz en hun toepassing. A. Veiligheidshelmen Draag deze altijd bij gevaar voor vallende voorwerpen, stoten van het hoofd of als de kans bestaat dat u gegrepen kunt worden door draaiende delen. B. Veiligheidsbril Het dragen van een veiligheidsbril is nodig bij werkzaamheden waarbij door stof of rondvliegend materiaal gevaar voor de ogen aanwezig is. Collega’s in de omgeving moeten worden gewaarschuwd wanneer rondvliegende deeltjes binnen hun bereik terecht kunnen komen. Ook zij moeten in dat geval hun ogen beschermen. C. Gehoorbescherming Langdurig geluid boven 80 decibel is gevaarlijk voor het oor en kan na verloop van tijd lawaaidoofheid veroorzaken. De beste gehoorbescherming wordt pas geboden als de middelen gedurende de totale werktijd worden gedragen. D. Veiligheidsschoenen Veiligheidsschoenen worden gedragen in de volgende situaties: • Bij transportwerkzaamheden; • Bij montagewerk; • Bij hijsen van zware voorwerpen; • Bij werken met gevaarlijke stoffen. E. Handschoenen De handen zijn vaak in een kwetsbare positie omdat daarmee meestal de handelingen worden verricht. De handen kunnen in aanraking komen met agressieve stoffen, scherpe delen, vuur, vonken of stroom. Goede bescherming is dan ook noodzakelijk. F. Ademhalingsbescherming Bij de inademing van stoffen, gassen of dampen lopen niet alleen de luchtwegen en longen gevaar. Veel gassen en dampen worden via de longen in het lichaam opgenomen en kunnen ook op andere plaatsen in het lichaam schade veroorzaken. Het kiezen van een het juiste ademhalingsbeschermingsmiddel is vaak moeilijker dan het kiezen van een ander type beschermingsmiddel. Overleg daarom in alle gevallen met de milieuadviseur of de ARBO- coördinator voordat een masker gebruikt gaat worden.
6
7
3. Milieu
B. Specifiek ziekenhuisafval (SZA) Het specifieke ziekenhuisafval wordt verzameld in een UN-gekeurde (naalden)container. Voordat de containers worden afgevoerd, moeten de deksels goed worden aangedrukt. De deksel wordt door middel van een lijmring automatisch aan de container vastgehecht en is niet meer te verwijderen. Specifiek ziekenhuisafval is bijvoorbeeld:
Op ons milieu moeten we zuinig zijn. Afvalstoffen moeten goed worden ingezameld, met energie letten we extra op en ook water verdient onze aandacht. Het ziekenhuis heeft een milieuzorgsysteem waarmee we de verwerking van stoffen zo goed mogelijk kunnen afhandelen. Daar hebben we wèl uw medewerking voor nodig.
• Anatomische resten en orgaandelen; • Afval van afdelingen/ kamers, waar patiënten vanwege hun besmettingsrisico voor ziekenhuismedewerkers geïsoleerd worden verpleegd; • Afval van microbiologische laboratoria; • Scherpe voorwerpen als injectienaalden, scalpels, glazen bloedbuizen; • ‘Grotere’ hoeveelheden bloed, plasma en andere pasteuze en vloeibare afvalstoffen; • Cytostatica.
3.1. Afvalstoffen: zo veel mogelijk scheiden Afvalstoffen worden waar mogelijk ingezameld in het, op elke afdeling aanwezige, afval- inzamelsysteem. Om de belasting voor het milieu te verminderen, is scheiding van afval noodzakelijk. Door afval optimaal te scheiden, worden ook de kosten voor het ziekenhuis gereduceerd. Er zijn verschillende afvalstromen: A. Bedrijfs- of huishoudelijk afval Bedrijfs- of huishoudelijk afval kan vergeleken worden met het afval in de particuliere huishoudingen; het wordt verzameld in de daarvoor bestemde plastic zakken. De afvalstoffen die in ons ziekenhuis vrijkomen bij normale huishoudelijke- en kantoorwerkzaamheden zijn bijvoorbeeld: • Kunststof verpakkingsmateriaal; • Verband en pleisters; • Lege infuuszakken; • Gebruikte toedieningssystemen zonder naald; • Afval afkomstig van schoonmaakwerk.
8
9
C. (Klein) Gevaarlijk afval
Bijvoorbeeld: • Groente-, fruit- en tuinafval (GFT); • Oude metalen; • Bouwafval; • Tonercartridges en inktcassettes voor printers; • Computerapparatuur.
Voor (Klein) gevaarlijk afval (KGA) staan er op verschillende punten in het ziekenhuis zogenaamde ECO- zuilen. Het gaat hier bijvoorbeeld om: • Batterijen; • Vaste- en vloeibare chemicaliën; • Correctievloeistof; • Markeerstiften; • Spaarlampen.
3.2. Zuinig zijn met energie Iedereen kan door zijn of haar gedrag invloed uitoefenen op het verbruik van energie. Wanneer we met elkaar extra letten op ons energieverbruik, kunnen we de totale kosten voor onnodig energieverbruik verlagen.
Grotere hoeveelheden worden op afroep opgehaald door de logistieke dienst. De hoeveelheid en samenstelling van de stof moet dan duidelijk op een etiket worden vermeld.
Tips: • Doe overdag de lamellen open en het licht uit; • Schakel verlichting uit als u een ruimte verlaat; • Laat gloeilampen vervangen door spaarlampen; • Laat na werktijd geen ramen open staan; • Draai de verwarming eens een graadje lager; • Laat de computer niet aan staan als het niet noodzakelijk is; • Ontdooi vriezers en koelkasten regelmatig.
D. Papier en karton Op verschillende plaatsen in ons ziekenhuis staan speciale blauwe papiercontai¬ners, voorzien van een gleuf en een slot. Karton moet platgevouwen worden, omdat het anders te veel volume inneemt. Enkele afdelingen hebben eigen kartonkarren, waar het platgevouwen karton kan worden aangeleverd. Volle containers worden verwisseld tegen lege containers. Daarvoor kunt u bellen naar tel: 77777.
3.3. Water: niet onnodig laten weglopen
N.b: alle papier wordt vanwege mogelijke privacygevoeligheid vernietigd.
Bij het gebruik van water zijn twee zaken van belang: de hoeveelheid die uit de kraan wordt getapt en het water dat wegloopt via de riolering. Het water dat we als ziekenhuis afvoeren, moet aan bepaalde normen voldoen om het milieu niet te veel te belasten. Aandacht hiervoor is dus van belang.
E. Glas Op alle afdelingen die glasafval produceren, zijn glasbakken geplaatst. Afvoer en lediging vindt dagelijks plaats in grote glascontainers. Eventuele flessen dienen door de afdelingen leeg en schoon te worden aangeboden. Vlakglas mag niet in de glasbak worden gedeponeerd. Voor afvoer van vlakglas kunt u bellen naar tel: 77777. Voorwerpen van aardewerk (zoals serviesgoed) horen niet in de glasbak en moeten samen met het huishoudelijke afval worden afgevoerd.
Tips: • Laat patiënten niet onnodig lang onder de douche staan; • Draai de kraan dicht bij het tandenpoetsen; • Gebruik indien mogelijk in het toilet de waterbesparende knop; • Spoel geen (gevaarlijke) afvalstoffen weg door het riool.
F. Overig afval
3.4. Voorzichtig met gevaarlijke stoffen
Met 'overig afval' bedoelen we een verzameling van bijzondere afvalstromen die in het algemeen via bepaalde afdelingen zoals keuken, civiele techniek, magazijn etcetera worden ingezameld.
10
Veel medewerkers hebben dagelijks te maken met gevaarlijke stoffen. Bij verkeerd gebruik kunnen deze stoffen nadelige gevolgen hebben voor mens en milieu. Bij desinfectie, schoonmaak, toedienen van medicijnen en in veel andere situaties is het
11
4. Meldingsprocedure
van belang dat u goed op de hoogte bent van de bijbehorende procedures en werkinstructies. Ook voor de opslag en de afvoer van gevaarlijke stoffen moeten de juiste werkinstructies in acht genomen worden.
Ongevallen moeten zo snel mogelijk gemeld worden. Alleen dan kunnen we snel handelen. Dit moet uiteraard wel veilig gebeuren. In dit hoofdstuk krijgt u antwoord op vragen als: wat te doenbij brand, agressie van patiënten of bezoekers en ongevallen? En waar is het reanimatieteam te bereiken?
Tips: • Een gevaarlijke stof is te herkennen aan een oranje etiket met gevarensymbool; • Zorg voor een goede opslagmogelijkheid; • Minimaliseer voorraden (totaal max. 25 ltr.); • Zorg dat veiligheidsinformatie beschikbaar is; • Gebruik de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen; • Laat afval zo snel mogelijk afvoeren; • Zorg bij afvoer voor de juiste etiketten.
4.1. Brand: snel reageren Bij het ontdekken van een (beginnende) brand is het inslaan van een handbrandmelder de snelste methode om de brand te melden. Handbrandmelders treft u aan in alle gangen van het ziekenhuis. Daarnaast moet de brand gemeld worden via het interne nummer 112. Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar. Bij het melden van een brand moet u de volgende informatie doorgeven: 1. Naam en locatie waar u zich bevindt; 2. Wat er aan de hand is; 3. Hoeveel slachtoffers er zijn; 4. Het telefoonnummer waar u te bereiken bent. Wat u moet doen terwijl u wacht op de komst van de hulpverleners, leest u in hoofdstuk 5.1 van deze brochure ('Procedure Ontruiming'). 4.2. Agressie en geweld altijd melden Het Albert Schweitzer ziekenhuis wil haar medewerkers een zo veilig mogelijke werkomgeving bieden. Desondanks kan het voorkomen dat u getuige of slachtoffer wordt van agressie en geweld. Het is dan ook van groot belang dat u een dergelijk incident meldt. Bij kleine incidenten kan dat via de desbetreffende meldingsformulieren, bij ernstige incidenten kunt u de melding doorgeven via het interne nummer 112. Bij de melding moet u het volgende melden: 1. Naam en locatie waar u zich bevindt; 2. Wat er aan de hand is; 3. Het telefoonnummer waar u te bereiken bent. 4.3. Opvang bij traumatische ervaringen Medewerkers van het ziekenhuis kunnen bij het uitoefenen van hun beroep te maken krijgen met traumatische ervaringen en/of schokkende gebeurtenissen. Wat houdt dat in? ‘Een traumatische ervaring of een schokkende gebeurtenis is een
12
13
gebeurtenis op het werk die het slachtoffer zodanig aangrijpt dat zijn / haar denken en doen er minimaal één of twee dagen door wordt beheerst’. Bij lichtere en matige incidenten vindt de opvang in uw eigen team plaats. Is dit niet voldoende, dan kunt u ook gebruik maken van het opvangteam. Bij zwaardere en ernstige incidenten kunt u een beroep doen op het vangnet van het ziekenhuis. Wilt u weten wat we bedoelen met een licht- of ernstig incident? Alle informatie hierover kunt u terugvinden in het Protocol Vangnet (dit vindt u op intranet in QDC. Klik op de homepage op 'Toepassingen' en kies voor de optie QDC. Vervolgens kunt u het protocol opvragen). Het opvangteam is te bereiken onder het interne nummer: 41198 4.4. Overige meldingen Alle (bijna) ongevallen/gevaarlijke situaties/traumatische ervaringen moeten gemeld worden bij de leidinggevende. Ook moeten ze geregistreerd worden op het desbetreffende meldingsformulier, dit kunt u vinden op het intranet. Het formulier moet via de leidinggevende worden opgestuurd naar het adres dat op het formulier vermeld staat. 4.5. Reanimatie De locaties Amstelwijck, Dordwijk, Zwijndrecht en Sliedrecht zijn voorzien van een reanimatieteam. Dit team kan hulp bieden bij acute medische problemen, zoals adem- of hartstilstand. Wanneer u bij een medewerker of bezoeker van het ziekenhuis dergelijke problemen bemerkt, moet u direct 112 intern bellen. Vermeld uw naam, de reden van de oproep en de plaats waar het team verwacht wordt.
Alle informatie over meldingsprocedures is terug te vinden op het intranet. Daarnaast hebben sommige afdelingen aanvullende informatie/mogelijkheden over de procedures bij reanimatie. Vraag uw leidinggevende ernaar.
14
15
5.
Bedrijfshulpverlening (BHV)
Doen in afwachting van de hulpverleners: • Alarmeer collega’s; • Ontruim uw directe omgeving; • Let op toiletten en sanitaire ruimten; • Breng direct bedreigde slachtoffers in veiligheid, eerst horizontaal en daarna verticaal; laat slachtoffers niet alleen; • Sluit ramen en deuren; • Blijf telefonisch bereikbaar; • Probeer een eventuele brand te blussen; • Volg de aanwijzingen op van de bedrijfshulpverleners, de beveiligingsdienst of andere hulpdiensten; • Gebruik nooit de liften.
Het Albert Schweitzer ziekenhuis heeft een professionele bedrijfshulpverleningsorganisatie (BHV). Deze reageert snel en deskundig op calamiteiten zoals brand en bedreigende situaties. De BHV wordt samengesteld uit medewerkers die zoveel mogelijk op de werkplek aanwezig zijn. De BHV’ers zijn opgeleid om incidenten binnen het ziekenhuis effectief te bestrijden. Als de BHV in actie is, kunt u deze medewerkers herkennen aan hun hesjes. U moet altijd hun instructies opvolgen en zo veel mogelijk medewerking verlenen. Wat doet de BHV? • Het verlenen van eerste hulp bij rampen en ongevallen; • Het beperken en het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen; • Het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle medewerkers en andere personen in het ziekenhuis; • Het samenwerken met hulpverleningsorganisaties. De BHV- organisatie bestaat uit één hoofd BHV en ploegleiders op elke locatie van het ziekenhuis. 5.1. Procedure Ontruimen Als het ziekenhuis in geval van een ramp moeten worden ontruimd, is het zeer belangrijk dat dit zo snel mogelijk gebeurt. Als medewerker moet u dan ook precies weten wat het calamiteitenplan inhoudt en wat u moet doen in noodsituaties. Elke etage is verdeeld in een aantal brand- en rookwerende compartimenten; in geval van brand is het meestal mogelijk dat u zich op uw etage veilig terugtrekt naar zo'n beschermend compartiment. Dit wordt horizontaal ontruimen genoemd. Tips: • Blijf kalm en voorkom paniek; • Zorg dat u de vluchtwegen op uw afdeling kent, bekijk de vluchtwegenplattegronden die in de gangen van uw afdeling hangen; • Koppel bij het vervoer van patiënten de infuussystemen los van de infuusstandaard en maak deze op het bed vast; • Sluit de medische gastoevoer af; • Loop op trappen achter elkaar en blijf aan de rechterkant lopen; • Meldt u bij een ontruiming bij de opgegeven verzamelplaats; • Houdt vluchtwegen en branddeuren vrij van obstakels. 16
17
6. Tot slot De zorg voor veilige en goede arbeidsomstandigheden is een verantwoording van ons allemaal. Milieu- en arbeidsomstandigheden kunnen we samen zo goed mogelijk aanpakken. Als medewerker moet u bovendien op de hoogte zijn van het calamiteitenplan en de daarbij horende procedures en voorschriften kunnen toepassen. Iedere medewerker moet in staat te zijn om, in geval van een calamiteit, direct en volgens de voorschriften te kunnen handelen. De leidinggevende van de afdeling is er verantwoordelijk voor dat noodzakelijke voorschriften, procedures en middelen aanwezig zijn. Voor meer informatie kunt u altijd contact opnemen met: Veiligheidscoördinator: Rob de Jong Arbocoördinator: Erik van der Linden Adviseur FB milieu: Dirk Heijkoop
Tel: (078) 654 12 90 Tel: (078) 654 27 74 Tel: (078) 652 37 00
Veiligheid doen we samen! Dit is een uitgave van het Albert Schweitzer ziekenhuis. De informatie van deze brochure is aan verandering onderhevig. Aan de inhoud kunnen geen rechten ontleend worden. Redactie: Afdeling Communicatie & Voorlichting in samenwerking met de afdeling Facilitair Bedrijf Sacha Eikenboom Vormgeving: Manifesta, Rotterdam Illustraties: Leon Rijnders Druk: JB&A, Wateringen Oplage: 6.000 stuks Maart 2008
Albert Schweitzer ziekenhuis Postbus 444 3300 AK Dordrecht
18
19