Kwadrant My Lai en de eigen verantwoordelijkheid van soldaten in oorlogstijd My Lai in beelden
Henderson
Medina
Calley Jr.
Meadlo
Thompson
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 1
Kwadrant My Lai en de eigen verantwoordelijkheid van soldaten in oorlogstijd. Docentenhandleiding
Iemand die het verleden onderzoekt ontdekt steeds weer dat iedereen anders reageert in een bepaalde situatie. In deze opdracht wordt er gekeken naar een zestal soldaten die in de Vietnamoorlog, specifiek in My Lai, een keuze hebben gemaakt. Dat gebeurt in twee delen. Eerst vertelt de docent aan de hand van een situatieomschrijving wat er zich in My Lai heeft afgespeeld. Daarna gaan de leerlingen onderzoeken of de soldaten gehoorzaamden of ongehoorzaam waren aan het gezag en of ze deze keuze maakten vanuit eigen belang of met het oog op het algemeen belang. De les in een oogopslag Onderwerp: Het bloedbad in My Lai tijdens de Vietnamoorlog Activiteit: Leerlingen verplaatsen zich in het leven van zes soldaten die betrokken waren bij het bloedbad in My Lai en moeten kiezen tussen eigen verantwoordelijkheid en opgelegd gezag. Tijdsduur: Lesuur van 50 minuten (kan optioneel ook worden verlengd/ingekort) Doelen: & Leerlingen kunnen zich inleven in het denken en doen van personen uit het verleden; (inleven) & Leerlingen kunnen een beargumenteerde waardering geven van de keuzen die personen tijdens een cruciale historische gebeurtenis hebben gemaakt; (argumenteren en redeneren) & Leerlingen kunnen hun keuzen voorleggen aan klasgenoten en in een discussie tot een bijgesteld en genuanceerd standpunt komen. (argumenteren en redeneren) & Leerlingen kunnen keuzen van mensen afzetten tegen de gegeven situatie (contextualiseren) & Leerlingen gaan aan de slag met een moreel dilemma; in hoeverre heb je als soldaat een eigen verantwoordelijkheid? Actief Historisch De kwadrant laat de leerlingen Denken: & verbanden en samenhang vinden & het nut van feitelijke kennis ervaren & vragen stellen en hypothesen opstellen & ontdekken dat analyseren en interpreteren van een bron mede bepaald wordt door de eigen kennis, vaardigheden en vooronderstellingen. & ontdekken dat analyseren en interpreteren van een bron mede bepaald wordt door de historische context van de bron. Beginsituatie: Niveau: 5 HAVO/ 6 VWO De leerlingen zijn bekend met de Vietnamoorlog en begrippen uit de stofomschrijving als (4.2) guerilla‐oorlog/falende Amerikaanse strategie (4.4) demoralisering van de Amerikaanse strijdkrachten (6.1) de rol van de media
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 2
(7.3) nationaal trauma/vietnamsyndroom Deze begrippen kunnen echter ook geïntroduceerd worden aan de hand van deze opdracht. & voor de docent is er een situatieomschrijving; & Voor iedere leerling is er een blad met de opdrachten; & Voor elke groep is er een kopie van de kwadrant; & De leerlingen hebben een A4‐tje, een potlood en een pen nodig & (optioneel: een beamer/smartboard om een foto te projecteren van het bloedbad)
Voorbereiden:
Instrueren:
Uitvoeren:
Wat: we gaan vandaag kijken naar soldaten die de Vietnamoorlog hebben meegemaakt en betrokken waren bij het bloedbad in My Lai en daarin uiteenlopende keuzen hebben gemaakt. De docent legt in 1 a 2 minuten uit wat er in My Lai gebeurd is. Dit kan optioneel ook aan de hand van een foto van het incident. Hoe: Jullie gaan een kwadrant invullen op grond van de keuze gehoorzaamheid/ongehoorzaamheid aan het gezag door soldaten en kijken daarbij naar het waarom van die keuze; dat doe je eerst alleen en daarna bespreek je het in groepjes van drie/vier. Daarna gaan jullie na of de soldaten deze keuze maakten uit eigenbelang of het algemeen belang; dit doe je eerst weer alleen en daarna bespreek je het met je groepje. Waarom: bij geschiedenis is het belangrijk dat je leert dat gebeurtenissen veel invloed hebben op het leven van mensen. Zowel voor de mensen in kwestie als voor de omgeving. & De leerlingen worden in groepjes verdeeld. & De docent legt in 1 à 2 minuten uit wat er is voorgevallen in My Lai (kan ook aan de hand van een foto) & Iedere leerling krijgt een opdrachtenblad en een leeg A‐4tje. Hierna kunnen ze meteen aan de slag. & De leerlingen maken individueel de opdracht en in de voorgeschreven volgorde. & Daarna worden de individuele resultaten in een groepje van 3/4 besproken en komt er een gezamenlijk kwadrant uit (het is handig wanneer de docent aangeeft wanneer ze samen mogen gaan werken)
Nabespreken:
Inhoud: De keuze waarvoor de soldaten stonden zodra ze My Lai binnenvielen. Bij de nabespreking wordt vooral ingegaan op de redenering van de leerlingen. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de gevoelens van de leerlingen en hun waardering van goed en kwaad/fout/slecht aangezien het om een morele kwestie gaat. De nadruk kan ook liggen in de moeilijkheid van het achteraf beoordelen van mensen. Het moet duidelijk worden dat een oordeel rekening houdt met de situatie waarmee de persoon te maken had. Eventuele richtvragen: Kun je uitleggen waar je …………(een van de personen) hebt geplaatst en waarom je dat hebt gedaan. Wanneer vind je dat iemand gehoorzaamt aan gezag (dan wel ongehoorzaam is)? Definitie van het begrip.
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 3
Vervolg:
Mag je, met wijsheid achteraf, over personen oordelen? Of mag je alleen uitgaan van de kennis van het moment? Waarom: De oorlog in Vietnam en het bloedbad in My Lai staan niet op zichzelf. Hebben soldaten in oorlogstijd een eigen verantwoordelijk en zo ja, wat houdt deze in? Inleven is belangrijk om een situatie goed te kunnen begrijpen en om een goede historische redenering op te zetten.
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 4
Kwadrant My Lai en de eigen verantwoordelijkheid van soldaten in oorlogstijd. Situatieomschrijving bloedbad My Lai voor de docent ‘Sommige mensen – de meesten, lijkt het – zullen, onder sommige omstandigheden, alles doen wat iemand met autoriteit hen opdraagt…’ Ron Ridenhour in Los Angeles Times op 16 maart 1998. In maart 1968 werd het Amerikaanse leger door de inlichtingendienst afgestuurd op het dorp My Lai, omdat verondersteld werd dat zich hier een groot aantal leden van de Vietcong ophielden. De Charlie Company, onderdeel van het Amerikaanse leger, kreeg de opdracht om het dorp in brand te steken en alle Vietcong te doden, evenals eventueel vee. Verwacht werd dat alle vrouwen en kinderen na zeven uur ’s ochtends naar de markt waren en dat alleen Vietcongstrijders in het dorp aanwezig zouden zijn. De Charlie Company was sinds december 1967 in Vietnam en had al een groot aantal mannen verloren bij aanvallen door de Vietcong, landmijnen en booby‐traps. Op de ochtend van 16 maart 1968 trok de Compagnie My Lai binnen. De psychologische oorlogsvoering die de Vietcong in het oerwoud met de Amerikanen had gevoerd zorgde ervoor dat de soldaten gespannen waren. Ook het idee dat het dorp tot de nok toe gevuld zou zijn met zwaarbewapende guerilla’s maakte de soldaten extra strijdlustig. Deze twee factoren droegen ertoe bij dat toen de soldaten eenmaal begonnen met schieten ze er niet meer mee ophielden totdat bijna iedereen dood was. De leiding lag die dag in handen van de 32‐jarige bevelhebber Ernest Medina en de 25‐jarige Tweede Luitenant William L. Calley Jr. Bij het binnenvallen van My Lai bleken de vrouwen, kinderen en bejaarden echter helemaal niet naar de markt te zijn. Ook waren er in het dorp geen Vietcongstrijders aanwezig. Desalniettemin besloot de Charlie Company het bevel van hoger hand uit te voeren. Binnen vier uur werd er een waar slachtveld aangericht; oude mensen, vrouwen en kinderen werden vermoord. Vrouwen werden verkracht, verschillende mensen kregen het teken van de C‐Company in de borst gekrast, kinderen werden zonder uitzondering in greppels gegooid en met machinegeweren neergemaaid. Het bloedbad werd beëindigd door de Amerikaanse helikopterpiloot Hugh Thompson (1943‐2006) die tot een andere Compagnie behoorde en zag “dat er iets helemaal niet klopte”. Het exacte aantal slachtoffers is nooit vastgesteld, maar het monument op de plek van het bloedbad bevat 504 namen. Het incident is in eerste instantie door het leger in de doofpot gestopt, maar kwam door een ingezonden brief van soldaat Ron Ridenhour aan het licht. Ridenhour vernam in Vietnam via vrienden uit de Charlie Company de onlusten in My Lai. Hij besloot de verhalen en verklaringen te verzamelen. Bij terugkomst in de Verenigde Staten in maart 1969 stuurde hij een brief aan dertig leden van het Congres. In deze brief liet hij weten dat er naar zijn mening een grootscheeps en publiekelijk onderzoek ingezet zou moeten worden. Op die manier is de zaak aan het rollen gegaan. Journalist Seymour Hersch kreeg hier lucht van en besloot de betrokken soldaten te interviewen. De artikelen die hij hierover publiceerde waren omstreden. Uiteindelijk kreeg Hersch echter een prijs voor de manier waarop hij verslag heeft gedaan over de gebeurtenissen in My Lai. In november 1970 werd er onder leiding van Generaal William R. Peers een grootscheeps onderzoek ingezet naar het bloedbad in My Lai.
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 5
Kwadrant My Lai en de eigen verantwoordelijkheid van soldaten in oorlogstijd. Opdrachtenblad Naam leerling…………………………………………………………………………………………klas:……………… Wat gaan we doen? Geschiedenis draait om mensen. Met name om wat mensen hebben gedaan, hoe ze hebben gehandeld op een bepaald moment op een bepaalde plaats. Wat geschiedenis zo interessant maakt is hoe het komt dat bepaalde individuen en groepen zo anders handelden dan andere individuen en groepen. Hoe komt dat? In deze opdracht ga je kijken naar de manier waarop verschillende Amerikaanse soldaten uit de Charlie Company omgingen met het incident dat de slag om My Lai wordt genoemd. Welke keuze maakten zij? Dit ga je doen in drie delen. (1) Je docent zal je vertellen wat het incident in My Lai inhield? (2) Je gaat zelf onderzoeken aan de hand van persoonsgegevens hoe de soldaten omgingen met gehoorzaamheid aan het gezag. Met andere woorden: in hoeverre namen ze eigen verantwoordelijkheid. (3) Uiteindelijk ga je kijken of deze soldaten handelen vanuit eigenbelang of vanuit algemeen belang. Opdrachten 1. Teken midden op een leeg blaadje een horizontale lijn van 15 cm (zorg dat je boven en onder de lijn 10 cm ruimte hebt.) Aan het uiteinde links schrijf je “ongehoorzaamheid aan het gezag”. Aan het uiteinde rechts schrijf je “gehoorzaamheid aan het gezag”. 2. Omschrijf in je eigen woorden de begrippen “gehoorzaamheid aan het gezag” en “ongehoorzaamheid aan het gezag”. Gehoorzaamheid aan het gezag: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Ongehoorzaamheid aan het gezag: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 3. Lees de persoonsgegevens op het bijgevoegde blad: Persoonsgegevens 4. Zet van ieder zijn initialen met potlood langs de horizontale lijn die je op het blad hebt getekend. Aan welke “kant” hoort ieder van hen thuis? (En… hoevér naar links of rechts?) 5. Bespreek je keuzen met je groepje. Welke verschillen of overeenkomsten ontdek je? Zijn deze verschillen te verklaren? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 6
Teken nu een lijn van 15 cm verticaal, door het midden van je eerste lijn. Zet boven aan “algemeen belang” en onderaan “eigenbelang”. 6. Omschrijf in jouw eigen woorden de begrippen “eigenbelang” en “algemeen belang”. Eigen belang: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Algemeen belang: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 7. Plaats met potlood, de initialen van de personen ook langs de verticale lijn die hieronder staat. In hoeverre handelde men uit eigenbelang of in het algemeen belang? (En… hoevér naar boven of beneden?) 8. Bespreek je keuzen met je groepje. Welke verschillen, overeenkomsten ontdek je? Zijn deze verschillen te verklaren? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………. 9. Verbind van iedere persoon zijn twee ‘plekken’ op het kruis met elkaar. Zo krijgt ieder een plaatsje in het kwadrant… Op deze manier projecteer je beide posities in het kwadrant, zodat je een grafiek krijgt met twee assen waarin de initialen staan. 10. Vraag aan je docent een blad met een leeg kwadrant. Bespreek met je groepje de verschillen en vul dan samen het kwadrant in. Elke persoon moet ergens geplaatst worden. Bedenk dus telkens hoe ver naar links of rechts en naar boven of beneden een persoon geplaatst moet worden. Zet de initialen van de persoon in het kwadrant. Het hele groepje moet het er mee eens zijn. 12. Hieronder schrijf je op waarom je de persoon juist daar hebt geplaatst: Oran Henderson hebben we geplaatst in kwadrant……………………………………………, omdat ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. William L. Calley Jr. hebben we geplaatst in kwadrant………………………………………., omdat ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. Ernest L. Medina hebben we geplaatst in kwadrant………………………………………….., omdat ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. Paul Meadlo hebben we geplaatst in kwadrant………………………………………………..., omdat
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 7
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. Michael A. Bernhardt hebben we geplaatst in kwadrant……………………………………., omdat ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. Hugh Thompson hebben we geplaatst in kwadrant…………………………………………, omdat ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. 13. Wat zou jij gedaan hebben in deze situatie? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………. 14. Als je in één van de kwadranten géén initialen hebt geplaatst, omschrijf dan een verzonnen personage dat daarin thuishoort. Bedenk er een naam (en eventueel een functie) bij. Naam:…………………………………………………………………………………………………………………….. Functie:…………………………………………………………………………………………………………………… Geplaatst in kwadrant:……………………………………………………………………………………………… omdat……………………………………………………………………………………………………………………..
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 8
Kwadrant My Lai en de eigen verantwoordelijkheid van soldaten in oorlogstijd. Persoonsomschrijvingen De namen van de onderstaande personen zijn niet verzonnen. Ook hun (verkorte) oorlogsgeschiedenis is niet fictief. Om het hanteerbaar te maken is slechts een grove lijn geschetst. De personen staan in hiërarchische volgorde; van officier tot soldaat. Officier Oran Henderson (O.H.) is in maart 1968 47 jaar. Hij vocht al eerder mee in de Tweede Wereldoorlog en de Korea‐oorlog voordat hij uitgezonden wordt naar Vietnam. Op het moment van het My Lai incident zit hij al meer dan 25 jaar in het leger en is hij vastbesloten dat hij na Vietnam tot Generaal benoemd wil worden. In totaal voert hij in Vietnam het bevel over meer dan 3500 man. De dag voor de aanval op My Lai roept Henderson zijn officieren bij elkaar voor een peptalk: ‘Wanneer we door het 48ste bataljon van de Vietcong heenkomen hebben we nooit meer last van ze”. Hij spoort zijn mannen aan agressiever te zijn dan in vorige missies. Op 16 maart 1968 vliegt Henderson in de bevel‐ en controlehelikopter van de Charlie Company over het terrein van My Lai. Hij is om 9 uur terug op het hoofdkwartier (de mannen van de Charlie Company hebben van 7:00 tot 11:00 uur “gevochten”) en hoort over de radio dat het dodental rap oploopt, maar hij hoort geen geluiden van een gevecht dat over en weer gevoerd wordt. Hij besluit een onderzoek in te stellen en besluit op 19 maart 1968, drie dagen na het bloedbad, dat er geen sprake is geweest van het doden van burgers, vrouwen en kinderen in het dorp My Lai. In zijn verklaring achteraf vertelde Henderson dat hij die dag maar 6 tot 8 dode lichamen had zien liggen (dit terwijl anderen die met hem in de helikopter zaten beweerden dat het eerder 30 tot 40 doden waren). Henderson was de enige officier die uiteindelijk terecht stond. Op 17 december 1971 werd hij echter niet schuldig bevonden aan de aanklacht die tegen hem was ingediend. Bevelhebber Ernest L. Medina (E.L.M) is in maart 1968 31 jaar en voert het eindbevel over de Charlie Company. Hij staat bekend als een sterke en goede soldaat. Hij belooft zijn mannen op 16 maart 1968 een mooi gevecht in My Lai en benadrukt dat alle inwoners sympathisanten zijn van de Vietcong. Medina ziet voor zijn ogen gebeuren dat alle dorpelingen worden gedood en is op dat moment de enige die dit een halt toe kan roepen. Hij doet niets. Hij dood zelf ook een aantal burgers en houdt na het bloedbad actief informatie achter over de dood van deze burgers. Tijdens de rechtszaak verdedigt Medina zich met de opmerking dat hij pas te laat doorhad dat zijn mannen door het lint gingen. De aanklagers kunnen niet bewijzen dat hij betrokken geweest zou zijn bij de dood van minstens 100 burgers. Zijn militaire carrière is desalniettemin voorbij. Tweede Luitenant William L. Calley Jr. (W.L.C.) is in maart 1968 24 jaar. Zijn bijnaam is “Rusty”, vanwege zijn rode haar. Calley meldt zich op 26 juli 1966, na het voortijdig verlaten van het Palm Beach Junior College, aan bij het leger. Hij volgt negen weken basistraining en wordt toegelaten tot de Officierenopleiding. Op 7 september 1967 wordt Calley benoemd tot Tweede Luitenant. Bij aankomst in Vietnam heeft de Charlie Company niet direct veel te doen. Calley probeert met name zijn mannen weg te houden van het spelen met en het geven van snoepjes aan Vietnamese kinderen. Hij is namelijk bang voor Vietnamese kinderen en zegt dat hij ze haat. Op 16 maart 1968 bij het binnenvallen van My Lai is Calley degene die het voortouw neemt en besluit dat iedereen die in het dorp aanwezig is, zelfs wanneer hij doorheeft dat dit met name oude van dagen, vrouwen en kinderen zijn, bij elkaar gedreven moet worden. Wanneer dat gebeurd is
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 9
geeft hij het bevel dat ze neergeschoten moeten worden. Wanneer iemand weigert om te schieten pakt Calley het geweer en schiet hij zelf. In totaal wordt Calley ervan verdacht 109 Vietnamezen eigenhandig gedood te hebben, waaronder een groot aantal kinderen. Verder heeft hij veel van zijn soldaten aangespoord hetzelfde te doen. Bij de rechtzaak die uiteindelijk aangespannen wordt tegen de betrokkenen van de excessen in My Lai is Calley degene die het het zwaarst te verduren krijgt. Hij geeft zelf echter steeds aan dat hij gehandeld heeft naar het bevel dat hij kreeg van Ernest Medina, namelijk: schiet op alles wat beweegt. Uit psychologische testen die gedaan zijn tijdens de rechtszaak bleek dat Calley geen noemenswaardige afwijkingen had waardoor hij mogelijke ontoerekeningsvatbaar kon zijn geweest. Hij had zelf het idee dat hij gewoon zijn werk deed. In eerste instantie is Calley veroordeeld tot levenslang voor het doden van 22 Vietnamese burgers, maar door de gratie die president Nixon hem verleende is Calley na drieëneenhalf jaar huisarrest weer een vrij man. Soldaat Paul Meadlo (P.M.) is op 16 maart 1968 21 jaar. Hij is sinds zijn aankomst in Vietnam het pispaaltje van William L. Calley. Bij het binnenvallen van My Lai krijgt ook Meadlo het bevel van Calley om een groep Vietnamezen, die in een greppel samengedreven zijn, neer te schieten. Hij doet dit terwijl hij hysterisch huilt en een beroep doet op anderen. De dag na het bloedbad stapt Meadlo op een landmijn. Hij verliest daarbij een voet. Hij is er zelf van overtuigd dat dit zijn straf is voor wat hij heeft gedaan. Achteraf is aan Paul Meadlo gevraagd waarom hij ermee instemde om te schieten op vrouwen en kinderen. Hij gaf toe dat hij bang was geweest dat als hij dit niet had gedaan hij zelf zou zijn gedood. In het verleden had Calley hem namelijk al een paar keer in elkaar geslagen als hij een bevel niet goed opvolgde. Paul Meadlo is niet veroordeeld. Soldaat Michael A. Bernhardt (M.A.B.) is op 16 maart 1968 22 jaar. Hij raakt achterop tijdens de inval in My Lai en komt het dorp daardoor later binnen. Hij ziet hoe hutten in brand gestoken worden, hoe soldaten wachten tot de Vietnamezen uit hun hutten komen en hoe ze vervolgens neergeschoten worden. Hij is vooral verbaasd om te zien dat er geen verzet is van de Vietnamezen en dat er tot dan toe nog maar drie wapens in beslag genomen zijn. Geen van de leden van de Charlie Company zijn gewond en als hij beter kijkt ziet hij dat er alleen maar oude van dagen, vrouwen en kinderen aanwezig zijn. Bernhardt besluit geen deel te nemen aan het geheel. Zijn persoonlijke regel is namelijk: ik schiet alleen op mensen die op mij schieten. Na het bloedbad wordt Bernhardt het zwijgen opgelegd, maar zoals hij zelf zegt: ‘er zijn sommige bevelen waarbij ik zelf moet beslissen of ik ze opvolg of niet; ik heb mijn eigen geweten waar ik rekening mee moet houden.’ Volgens Michael Bernhardt was ongeveer negentig procent van de Charlie Company, die uit 60/70 man bestond, betrokken bij de moorden. Naar zijn overtuiging was de Company geconditioneerd om dit te doen. Daarnaast rekenden ze op de aanwezigheid van Vietcongstrijders. Helikopterpiloot Hugh Thompson Jr. (H.T.) is op 16 maart 1968 24 jaar. Hij behoort niet tot de Charlie Company. Hij vliegt die dag toevallig boven My Lai met twee van zijn mannen en ziet in een rijstveld een gewonde vrouw liggen. Terwijl hij de helikopter dichter bij de grond brengt ziet Thompson hoe een legeraanvoerder een vrouw schopt en haar vervolgens in het hoofd schiet. Thompson besluit verderop polshoogte te nemen en ziet langs een weg in een greppel grote hoeveelheden lichamen en soldaten die een rookpauze nemen. Over de radio zegt hij: ‘Het lijkt er voor mij op dat er hier beneden onnodig gedood wordt. Er klopt hier iets niet. Er liggen overal lichamen. We zagen een greppel vol met lichamen. Er is hier iets helemaal mis.’ Hij besluit verder te vliegen en ziet een paar honderd meter verderop hoe Amerikaanse soldaten een andere greppel, gevuld met Vietnamezen,
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 10
beschieten. Hij wordt woedend en kan zijn ogen niet geloven. Terwijl hij met zijn helikopter boven het dorp hangt ziet hij een groep Vietnamezen door een rijstveld rennen om te ontkomen aan de Charlie Company. Thompson besluit te landen tussen de Vietnamezen en de Amerikanen in. Calley meldt zich een paar minuten later bij Thompson’s helikopter. Er volgt een verhitte discussie tussen beiden. Thompson geeft zijn twee bemanningsleden de opdracht om Calley neer te schieten als hij niet de kans krijgt om de Vietnamezen uit het rijstveld mee te nemen in zijn helikopter. Het lukt en hij vliegt ze naar Quang Ngai Stad. Achteraf heeft Thompson de moorden gerapporteerd. Ook heeft hij een verklaring afgelegd aan Oran Henderson, wat niets opleverde. Toen het bloedbad in My Lai publiekelijk werd gemaakt heeft Thompson zich weer gemeld en zijn verhaal nogmaals gedaan. In 1998 kreeg Thompson de “Soldiers Medal” als dank voor zijn optreden in My Lai op 16 maart 1968.
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 11
Kwadrant My Lai en de eigen verantwoordelijkheid van soldaten in oorlogstijd.
algemeen belang ongehoorzaamheid aan het gezag
gehoorzaamheid aan het gezag
eigenbelang
Workshop ICLON geschiedenisdag 2010
Pagina 12