Kwaad Bloed Lesmap Theater Tuinhuis
Inhoud van deze lesmap Theater Tuinhuis Wat……………………………………………………………………………………………………………………..3 Wie……………………………………………………………………………………………………………………..4
Gebruik van deze lesmap Suggesties…………………………………………………………………………………………………………..6
Naar een theatervoorstelling met de klas……………………………..………………. 7 Kwaad Bloed… de theatervoorstelling Titel…………………………………………………………………………………………………………………….8 Inhoud………………………………………………………………………………………………………………..8
Kwaad Bloed… de jeugdroman Over het boek……………………………………………………………………………………………………. 9 Over de auteur…………………………………………………………………………………………………..19
Van boek naar voorstelling.............................................................................22 Over thema en motieven Naar de kostschool……………………………………………………………………………………………. 25 Seks op de schoolbanken………………………………………………………………………………….. 43 1961…………………………………………………………………………………………………………………… 62 Berenklauw……………………………………………………………………………………………………….. 69
Theater Theatertekens in Kwaad Bloed………………………………………………………………………….70 Een dramales over personages………………………………………………………………………….72
Muziek Vuile liedjes………………………………………..……………………………………………………………..77
Lesmap Kwaad Bloed
2
THEATER TUINHUIS Een spel vol fantasie in een houten huis Wat? THEATER TUINHUIS is een frisgroen theatergezelschap met een tikkeltje geel erin. Jan Schoolmeesters heeft in zijn tuin een huis gebouwd. Op een gewone dag met krulletjes nodigt hij zijn vrienden uit. Een paar vrienden maar, vier grote en twee kleine. Ze leggen pannen op het dak. THEATER TUINHUIS is geboren! THEATER TUINHUIS ontwikkelt producties & muzische projecten voor kleuters, jonge kinderen en jongeren. We bieden voorstellingen, familievoorstellingen & schoolvoorstellingen aan. Voor concrete vragen in verband met locaties, kostprijzen, technische vereisten kan je ons contacteren. We bieden graag een antwoord op uw persoonlijke vragen.
[email protected] 0485/757 727
'Maak zo niet van je theater', zei mama vroeger altijd. We kunnen het nog steeds niet laten. Dus zijn we maar een THEATERTUINHUIS gaan bouwen. Elk woord dat je spreekt en elke klank die je hoort omzetten in Dans en Drama en Doen. Elk boek dat je leest en elk gedicht dat je schrijft omzetten in Ziek en Zot en Zoen. Omdat je een dromer bent, omdat je een speler bent, stiekem, toch? Altijd! -TT-
Lesmap Kwaad Bloed
3
Wie? Jan Schoolmeesters Opleiding Kunstzinnige Media, optie Theater (Vincent van den Elshout) - theateropleiding bij Lydia Jelijt (Leuven) - improvisatietheater (vzw Wisper). Hij zette zijn eerste stappen op de scène bij Thespikon Leuven. Later speelde hij enkele grotere rollen bij CampusToneel (K.U. Leuven). Hij werkte twee jaar bij vzw Mooss (kunsteducatie voor kinderen en jongeren). In 1992 stortte hij zich op de regie van Het Nijlpaard, een musical van zijn muzikale vriend Jan Coeck. Nadien regisseerde Jan o.a. bij de Reynaertghesellen (Leuven) en bij Aleydis (Aarschot). Zijn rol in Open Huwelijk van Dario Fo werd in 2002 bekroond met het Fiere Margrietjuweel.
Jan is de trotse vader van drie zonen en heeft zijn eigen tuinhuis.
Wendy Van Humbeeck Studeerde Germaanse Talen (UA) en Dramatische Kunsten (Conservatorium Brussel/HRits). Speelde onder andere de rol van Phaedra in Corneille’s Illusion (University of Pittsburgh), de rol van de Dood (Muerte) in Oraculos van Enrique Vargas (Klapstuk Leuven), Teiresias in Raadseltjes (HetPaleis, Antwerpen), Stella in Les Soeurs Lumière (kortfilm van Karen Vanderborght, Kunstenfestivaldesarts) en Dene in Ritter Dene Voss (afstudeerproject Rits in een regie van Stany Crets) .
Wendy is mama van Pina, Olga en Ida en fan van The Waves, Midnight Cowboy en Tomas Geyskens
Gina Riti "De toneelmicrobe kreeg ik te pakken, toen ik meespeelde in de toneelvoorstelling Elckerlyc in het zesde middelbaar. Deze microbe heeft me niet meer losgelaten, al duurde het 7 jaar voor ik me echt op het theater stortte. Na mijn studies A1 Toerisme, bleek de commerciële sector niet echt iets voor mij te zijn ; dus, terug naar school. Deze keer een studierichting die ik echt wilde … theater. Volgde in Maastricht de halftijdse opleiding Docent/Regie. Sindsdien heeft zij al verschillende keren geacteerd en voorstellingen geregisseerd. Gina is mama van twee dochters en echtgenote van illustrator/auteur Leo Timmers.
Lesmap Kwaad Bloed
4
Chris Mazarese Zangeres en dit in meerdere bezettingen waaronder Cherchez la Femme (de groep die de eerste Nekkawedstrijd won in 2000), Jumbalaya (countryproject met stemcollega’s Eva De Roovere en Nathalie Delcroix) 2002-2004, Trio Comiso (project rond de zanger Adamo samen met Nils De Caster en Yves Meerschaert) 2004-2006, Schreeuw het uit (project van maandacht vzw) 2006,…Zij maakten ook deel uit van de mini-nekka-nachten “Houden van” samen met Hans De Booi , Miel Cools , Kathleen Van Den Hout,..
Ilse Vastiau In het werkleven niet met theater of muziek bezig, maar in de vrije tijd met heel veel plezier! Via klassieke piano, gekruid met wat kamermuziek, leidde de muziek Ilse langs enkele koren en gelegenheidsband Tumbafish tot bij Theater Tuinhuis, met Kwaad Bloed tot gevolg! Wat zou er nog volgen? ...
Luc Degrande “Kleine en grote problemen moeten opgelost worden.” “Bestaande dingen kunnen we verbeteren en wat er nog niet is moeten we uitvinden.”
Om een TUINHUIS te bouwen kan een muzikale timmerman handig zijn.
Leo Timmers Begon op zijn twaalfde strips te tekenen. Na zijn studies publiciteit en grafische vormgever begon hij als kleine zelfstandige. Hij illustreert voor verschillende bladen (zoals De Standaard, Knack en Humo), maakt covers voor jeugdromans en illustreert prentenboeken. Toen hij naar Brussel verhuisde, begon hij ook met schrijven. 'Blij met mij' was zijn eerste prentenboek dat hij ook zelf had geschreven. Met succes, want het werd in Vlaanderen bekroond met een boekenpluim. Zijn boeken worden uitgegeven in o.a. Frankrijk, Spanje, Noorwegen, Finland, Griekenland, USA, Australië, NieuwZeeland, Japan,… Leo woont in Brussel met zijn vrouw Gina en hun twee dochters.
Ann Kellen Ann is in het dagelijks leven leerkracht in het lager onderwijs. Daarnaast verdiept ze zich verder in de Educatieve studies, is ze actief in het Jeugdwerk en kleurt ze haar vrije tijd graag in met muziek allerhande: zingen met de gitaar in de aanslag, liedjes schrijven voor haar klas, ...
Lesmap Kwaad Bloed
5
Gebruik van deze lesmap Suggesties In deze lesmap vind je heel wat materiaal. We zijn ons ervan bewust dat je als individuele leerkracht wellicht niet voldoende tijd hebt om alles te gebruiken. Daarom willen we enkele suggesties doen…
Veel tijd? Je kan een vakoverschrijdend project opbouwen rond onze voorstelling Kwaad Bloed. Het materiaal in deze lesmap biedt daartoe zeker mogelijkheden. De schoolvakken die aan bod komen: Nederlands, geschiedenis, expressie/drama, godsdienst en muziek.
Tijd? Onze voorstelling Kwaad Bloed sluit naadloos aan bij de jeugdroman van Marita de Sterck. Hierdoor krijg je als leerkracht Nederlands een uitgelezen kans om op een ‘andere’ manier te werken rond jeugdliteratuur.
Weinig tijd? Als je je leerlingen ondanks een gebrek aan tijd toch degelijk wil voorbereiden op onze voorstelling
Kwaad Bloed is het aangewezen om zeker de delen ‘Naar een theatervoorstelling met de klas’, ‘Kwaad Bloed… de theatervoorstelling’ en ‘Over thema en motieven’ te bespreken.
Lesmap Kwaad Bloed
6
Naar een theatervoorstelling met de klas Theater Tuinhuis is zich er van bewust dat een bezoek aan het theater voor veel jongeren niet zo vanzelfsprekend is. Jongeren, die weinig ervaring hebben met het bijwonen van een voorstelling, beseffen niet altijd dat theater iets anders is dan een film op tv of in de bioscoop, een popconcert of festival. Acteurs op een scène kunnen namelijk wèl last hebben van ongepaste geluiden (krakende chips, openscheurende snoepzakken, voortdurend gepraat, GSM’s,…) die uit de zaal komen. Toneel spelen vraagt immers veel concentratie. Respect voor datgene wat er op het podium gebeurt, is dan ook een belangrijke voorwaarde voor het slagen van een theaterbezoek. Dat betekent natuurlijk niet dat jongeren nooit mogen reageren. Lachen en meeleven mag! Het is belangrijk dat jongeren op deze algemene gedragsregels geattendeerd worden. Uit ervaring is gebleken dat een goede voorbereiding op een theatervoorstelling werkt. De leerlingen weten dan waar ze aan toe zijn en wat zij van de voorstelling min of meer kunnen verwachten. Zo wordt de betrokkenheid en nieuwsgierigheid van de leerlingen vergroot. Alvast bedankt! TT
Lesmap Kwaad Bloed
7
Kwaad Bloed… de theatervoorstelling Titel Kwaad bloed zetten Spreekwoorden: (1914) Kwaad bloed zetten, d.w.z. aanleiding geven tot ongenoegen en wrok; eene zegswijze, die alleen verklaard kan worden door het geloof, dat kwaad bloed invloed heeft op iemands humeur, zijne gezindheid.1) Onder kwaad bloed zal men dan kunnen verstaan (zwart?) bloed, waarmede zich de gal vermengd heeft
De titel Kwaad bloed verwijst naar al wat destijds slecht, zondig, verdorven, schadelijk en schandelijk werd bevonden en ook naar kwade ziekte, kwade koorts; kwaad bloed betekende vroeger menstruatie, met de achterliggende gedachte dat het om ziek, slecht bloed ging. Maar kwaad kan ook boos betekenen, spreekwoordelijk verwijst ‘kwaad bloed zetten’ naar wrevel en misnoegdheid wekken en Emma’s boosheid is onmetelijk en voedt haar toenemend verzet. Marita de Sterck
Inhoud Met vaste hand schrijft zuster Josepha : ‘De Kempeneer, Emma, geboren 15 mei 1946’. Haar vader laat haar achter in een kostschool. Er is niets wat haar daar maar een beetje aan thuis doet denken. Ze snapt geen woord van wat ze er zeggen. Vader kon haar evengoed het woeste woud in sturen: ‘Dit is het bos, verdwaal hier maar…’ En verdwalen doet ze. Ze weet immers niets van die nieuwe wereld. Maar gaandeweg worden er heel wat mysteries opgehelderd… het verschil tussen de voorkanten boven de evenaar bij jongens en meisjes de ware betekenis van vuile liedjes waarom Maria altijd weer naar de bovenste tak kruipt wie tante Roos is uit Marokko en… dat duivenjongen niet altijd kaal en lelijk zijn En vooral… waarom ze naar de kostschool moest!
Ze was braaf en ze wist niets…
Wie slaapt en wie is wakker???
Lesmap Kwaad Bloed
8
Kwaad Bloed… de jeugdroman Over het boek
Lesmap Kwaad Bloed
9
We laten eerst Marita zelf aan het woord Boekvoorstelling Kwaad bloed op 16-8-2006
Hoe anders was het om vrouw te worden in grootmoeders tijd? Hoe vertrouwd lijken de wensdromen en nachtmerries van toen? En hoe vreemd? Vanuit die vragen groeide mijn historische roman ‘Kwaad bloed’, een poging om rond te reizen in de wereld van onze voormoeders, om uiteindelijk weer thuis te komen in deze tijden. Op de eerste bladzijde wordt Emma opgesloten in een ijselijk strenge kostschool, ver weg van grote zus die aan een vreemde ziekte lijdt, zo erg dat er geen naam voor is. Haar ongelovige ouders zien in de nonnenschool de enige uitweg om hun jongste dochter ‘braaf en gaaf’ te houden, de collectieve droom van zoveel ouders. Maar hoe overleeft een meisje uit een goddeloos nest in een school waar kloosterzusters bijna alles verbieden en verzwijgen ? Gelukkig is er de verbeelding om Emma een handje te helpen. Met haar fantasie tast ze de plooien van haar nieuwe lichaam af. Want hoe klein en kort de zusters de meisjes ook proberen te houden, hun lichamen groeien en bloeien en weten beter. Langzaam maar zeker leert Emma naar haar bloeiende lichaam te luisteren, al maken alle veranderingen haar bij tijden ook bang en kwaad. Kwaad is ze op alle mensen die verzwegen wat ze wou weten. Al beseft ze op het eind van het verhaal pas goed hoeveel ze niet gehoord en gezien heeft omdat ze het nog niet kon en wou zien en horen. En zou dat verhaal van selectief doof en blind zijn voor waar je nog niet aan toe bent, er niet een van alle plaatsen en alle tijden zijn? Ook van de grotere meisjes steekt Emma heel wat op. In het holst van de nacht slepen ze haar mee naar de bezemkast aan het eind van de slaapzaal. Ze nemen Emma op in hun geheime genootschap, precies omdat ze zo ongelooflijk bleu is, een garantie voor eindeloos plezier. De bezemkast gonst van de verboden verhalen en de vuile liedjes. Vooral de boerenmeisjes laten zich niet onbetuigd, en die oude volksliedjes, vetjes heten ze in Vlaanderen, vertelden op baldadig openhartige wijze wat de meisjes moesten weten. En de jongens. Ze leerden jonge mensen ook lachen met de wetten van het vlees en met het grootste mirakel aller tijden. Hoe gedurfd klinken die vuile volksliedjes nu, in internettijden? Weten we nog bij welke kinderspelen ze hoorden? Streep, streep, en onder hare reep, heffen de meiskes hun rokskes op en wassen ze hun gat met zeep... Overal en altijd smaakt de verboden vrucht zoeter. Nooit heeft Emma vuriger gedroomd dan van de jonge tuinman die geen woord met de meisjes mag wisselen. En ook achter de hoogste kloostermuren kruipt het bloed waar het niet gaan kan. De kloosterzusters bezingen zelf de verleidingen van het vlees en de talloze gelegenheden tot zonde in een erg beeldende, om niet te zeggen prikkelende taal en maken meer dan eens slapende meisjes wakker. Nooit heeft Emma spannender verhalen gehoord dan die over de bloedige strijd van de maagden en martelaressen die niet zelden in een bordeel werden gegooid om hun weerstand tegen de begeerte van heidense belagers te breken. Een goddeloze aanbidder laat zelfs de borsten van de Heilige Agatha afhakken, maar gelukkig is er de Heilige Petrus om met tedere aanrakingen beide bloedige wonden te helen. Daarover droomt Emma in haar chambrette, maar dat gaat ze echt niet biechten, want dat is toch eerder een devote gedachte dan een wellustige droom. Niemand kan heftiger preken over de gevaren van verboden boeken dan pater Ezechiel. Naar hem luisteren is bijna zo spannend als ze lezen. Maar vurige preken en waarschuwingsverhalen hebben wel eens het omgekeerd effect. Dat ongewild subversieve voedt de paleisrevolutie van Emma. De titel Kwaad bloed verwijst naar al wat destijds slecht, zondig, verdorven, schadelijk en schandelijk werd bevonden en ook naar kwade ziekte, kwade koorts; kwaad bloed betekende vroeger menstruatie, met de
Lesmap Kwaad Bloed
10
achterliggende gedachte dat het om ziek, slecht bloed ging. Maar kwaad kan ook boos betekenen, spreekwoordelijk verwijst ‘kwaad bloed zetten’ naar wrevel en misnoegdheid wekken en Emma’s boosheid is onmetelijk en voedt haar toenemend verzet. Hoe pijnlijk de verzwegen waarheid rond haar zus ook is, eerst komt Emma’s lichaam, dan haar verbeelding en dan haar verstand aan de weet wat er gaande is. Zoveel veiliger zou het voor haar zijn om te doen of haar neus bloedt, maar de nieuwe Emma est arrivée en nu ze weet wat ze weet, wil ze ook doen wat ze kan doen. En dat is niet niks voor een jong meisje in een tijd waarin genadeloos werd omgesprongen met gevallen vrouwen en waarin een vrouw ook bijzonder snel naar deze categorie verwezen werd. Kansloos en keuzeloos waren deze meisjes en menige fatsoenlijke Vlaamse familie kent wel een familieverhaal rond dit motief met vaak een gruwelijk unhappy end. Onze Magdalen Sisters van eigen bodem. Om haar zus te kunnen helpen moet Emma ervoor zorgen dat ze buiten vliegt. Ze weet intussen best welke doodzonde de nonnen het ergst vinden, in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen. Allesbehalve braaf en gaaf is het meisje dat na een half jaar naar huis wordt gestuurd. Allesbehalve klein is de opdracht waarvoor ze zich geplaatst ziet: meespelen in het donkerste sprookje aller tijden, opstaan tegen de machtigste belagers ter wereld, maar boven alles doen wat ze kan doen. Is dit boek ook een afrekening met het rijke roomse leven? Ook veel ongelovige milieus moesten in de jaren ’50 inzake verkrampte bekrompenheid niet onderdoen voor de gelovige. En gelukkig bestond er naast het gevestigde katholicisme, dat zeker niet vrij was van fundamentalistische trekken, ook een simpele volksgeloof met zoveel menselijke en zinnelijke en lijfelijke gebeden en bezweringen: “Moeder van kwade dagen, verlos ons van kwaad bloed en ondraaglijke krampen.” Het hele arsenaal aan verhalen over maagden martelaressen bevat ook ongemeen krachtige sensuele verhalen en er zijn de vleselijke schilderijen, de Maria’s met ontblote borst, de suggestieve Gabriëls en Sebastiaans …Menig Vlaamse moeder en grootmoeder heeft aan den lijve ervaren hoe erotiserend de oproep tot onthouding en verdringing kan werken, die elementen wou ik met een fijn glimlachje op papier krijgen. Kwaad bloed werd uiteraard een roman over maagden: er zijn de pubermaagden op kostschool, de maagden die voor een hemelse bruidegom kozen, de onvolprezen maagden-martelaressen uit de verhalen en uiteraard de ultieme Vlaamse maagd en moeder, ook nog onbevlekt ontvangen, een gegeven dat de Vlaamse volksverbeelding prikkelde en blijft prikkelen.
Misschien klinkt dit verhaal over een voorjaarsontwaken in een tijd toen schrik en schaamte lichamelijke groei kleurden, al te herkenbaar voor rijpere lezers. Maar ook bij jonge lezers in internettijden valt er achter en onder al die coole imagebuilding nog zeer zeker blank vlees te bespeuren, onzeker, bedeesd, beschroomd, zoals de coverfoto van Carla van de Puttelaar suggereert. In tijden waarin de eerste menstruatie steeds vroeger de lichamen van spelende kinderen overvalt, duiken wensdromen en nachtmerries op die kleindochter, dochter, moeder, grootmoeder en overgrootmoeder verbinden. Voorouderlijke schaamte en schrik reizen door de generaties heen, ze kleuren de moeders van nu, de moeders van later en hun opvoedingsstijl. Ook daarover gaat deze roman, over wat ‘Unbeschreiblich Weiblich’ is, over motieven die door de generaties heen vrouwelijk vlees beroeren. Vanuit mateloze fascinatie en intens vertelplezier heb ik mijn Emma laten groeien -- en haar groeilijn is steil – in een voor mij onwaarschijnlijk spannende voorouderlijke setting die niet zonder betekenis voor ons heden is. Ik kan alleen hopen dat dit narratief plezier mag overslaan in vonkjes leesplezier, door de generaties heen.
Marita de Sterck
Lesmap Kwaad Bloed
11
Wat zeggen anderen? Enkele besprekingen… Zilveren Zoen voor het beste jeugdboek 2007 De Vlaamse antropologe Marita de Sterk (1955) is ook een productieve schrijfster en ook zij won voor haar jeugdboeken al eerder prijzen. En nu een Zilveren Zoen voor haar meidenboek ‘Kwaad Bloed’ (uitgeverij Querido), een mooi verhuld geschreven verhaal over Emma die vanuit een niet-gelovig gezin opeens naar een strenge Katholieke nonnenkostschool wordt gestuurd, omdat haar oudere zus ‘ziek’ is...Het zijn de jaren 50 en schaamte, schande, zonde, hel en verdoemenis zijn nooit ver weg. Emma komt aan als meisje, maar maakt onder het ijselijk strenge gezag van de nonnen een lichamelijke en geestelijke groeispurt door als lid van een ‘stout’ vriendinnenclubje, dat ’s nachts in de bezemkast haar wildste en geheimste gedachten de vrije loop laat. Dat ‘kwaad bloed’ is de ongesteldheid die Emma overvalt. En dat geeft dat ‘kwaad’ ook een letterlijke betekenis: waarom was haar dit nooit verteld, verdorie! Dat scharnierpunt tussen kind en vrouw, een thema dat De Sterck vanuit haar werk als antropologe behoorlijk boeit en dat ze over de hele wereld onderzoekt. Je denkt misschien ‘wat moet een jonge meid van 11 of 12 anno 2007 met het larmoyante verhaal van meisjes uit de taboevolle jaren ‘50?’, maar ik geef haar gelijk als ze beweert dat misschien in deze 21ste eeuw alles open en bloot en toegankelijk is, maar dat je je als prepuber toch vaak selectief doof en blind houdt voor zaken die je te overrompelend vindt. Een heel normaal beschermingsmechanisme dat van alle tijden is. Krachtige rituelen ontbreken eigenlijk om dit soort cruciale momenten in een meisjesleven een prettig bed te geven en wat dan mooi is aan die strenge katholieke nonnen uit de jaren 50 is, dat je je realiseert dat dat Rijke Roomse leven een schat aan prachtige verhalen heeft, die je ook toen al als meisje behoorlijk konden inwijden in het ‘grote’, ‘echte’ leven dat er aan kwam! Denk maar eens aan al die heiligenverhalen over martelaressen en maagden! Stuk voor stuk sterke scenario’s met erotische lading! Ze verhaalden over bordelen, incest, wellust, begeerte en voedden onbedoeld de fantasie van de meisjes. Het is mooi en aannemelijk hoe Emma zich ontwikkelt en de kennis die ze over haar (zwangere) zus en haar ouders eigenlijk al die tijd al heeft, langzaam als waarheden toelaat. Ik vond het een erg mooi boek, maar niet gemakkelijk. Voor mijn dochter van 9 is het nog te verhuld. Ze zal nog iets meer naar dat scharnierpunt toe moeten groeien, maar over een mooi ritueel prakizeren we samen al langer... Een paar mooie citaten: (over de boeken die je niet mocht lezen van de nonnen:) ‘...Ik wou lezen over begeren en begeerd worden. Als ik regel na regel, bladzijde na bladzijde in de schoenen van die mensen zou rondlopen, zou ik groeien tot hun schoenen niet meer om mijn voeten zwabberden, maar naadloos pasten. Als ik maar genoeg over het echte leven en de grote liefde zou lezen, dan zou ik het later vast en zeker herkennen als het mij zou overkomen, en dan zou ik terugdenken aan de tijd dat ik het allemaal alleen nog uit boeken kende... (over de boeken die je wel mocht lezen van de nonnen:) ‘...Dat soort boeken lieten je krimpen, dat wist ik wel zeker...’ (over dromen:) ‘ook vader preekte van op zijn gewone stoel over onfatsoenlijk plezier en de gevaren van te veel dromen. Als een droom ook een soort film was, zat ik dag en nacht in de cinema.’ (een van de ‘vieze’ liedjes die haar vriendinnen haar leerden:) Iedere jongen moet het weten, dat een meisje een roos bezit, die vanbinnen is gespleten, rondom rond met pels bezet. Alle maanden moet ze bloeien. Bloeit ze niet, dan is ze ziek. Komt een jongen ze te besproeien, bloeit ze negen maanden niet
http://opvoedendoejezo.kro.nl/uittips/0722_kwaadbloed.aspx
Lesmap Kwaad Bloed
12
De geschiedenis van oma’s meisjesbloed Door Pjotr van Lenteren Op de ‘bloedzolder’ van een meisjesinternaat stonden vroeger manden vol gebruikte badstof lapjes, die eens in de maand moesten worden uitgekookt. Middeleeuwse toestanden? Nee hoor. Nog maar vijftig jaar geleden was ongesteld zijn een hels smerige onderneming. Dit vertelt Marita de Sterck in Kwaad bloed, een historische jeugdroman die nu eens niet over grote gebeurtenissen in de wereld gaat, maar over het meisjesleven van onze grootmoeders. En dat mag wel eens. Want bij alle aandacht die er de laatste tijd is voor de historische canon, wordt wel eens vergeten dat er in het verleden net als nu hoofdzakelijk gewone mensen waren, voor wie zoiets als de moord op Willem van Oranje niet per se belangrijker was dan een ongewenste zwangerschap. Dat lijkt een waarheid als een koe, maar wie moderne historische kinderboeken leest, bekruipt vaak het gevoel dat er in het verleden altijd wel een vrijgevochten jongen van een jaar of twaalf toevallig bevriend raakte met een grootheid en zo van dichtbij getuige werd van hoe er geschiedenis werd gemaakt. Ongeloofwaardig, maar dat willen we Thea Beckman, de uitvindster van dit populaire genre, best vergeven. Zij heeft immers ontzettend veel kinderen een onverwoestbare passie voor onze geschiedenis bijgebracht. Maar de potpourri die haar vele opvolgers ervan maken, schrijfsters als Simone van der Vlugt, Joyce Pool en Martine Letterie, begint zo langzamerhand echt te vervelen. Gelukkig staat De Sterck in haar belangstelling voor het alledaagse niet alleen. Toevallig begon RTL5 ongeveer in dezelfde tijd dat haar boek verscheen, met het programma Dat zal ze leren!. In deze reality soap laten moderne jongeren zich onderdompelen in dezelfde jaren vijftig van De Sterck. Maar waar het tv-programma blijft steken in het gemis van de mobiele telefoon, gaat Kwaad bloed een stapje verder. Emma komt uit een socialistisch arbeidersgezin. Haar vader is atheïst en ziet God als een uitvinding van de machtigen der aarde om de kleine man dom te houden. Toch stuurt hij Emma naar een streng, door nonnen geleid meisjesinternaat, nadat ze haar zus ‘het’ heeft zien doen met haar vriend Jef. Ineens is zus ‘ziek’ en kan Emma beter even ergens anders zijn. Zo ging dat. Onbezorgde kindertijd afgelopen en van de ene op de andere dag met honderd andere opbloeiende meisjes over niets anders dan borsten praten. Het kost de dromerige Emma, die nog denkt dat ze daar beneden slechts één gaatje heeft, wel wat tijd om het allemaal op zich te laten inwerken. Maar dan ontdekt ook zij de ware betekenis van het sprookje van Doornroosje en volksliedjes als De mosselman. Dat laatste is een intrigerend element in Kwaad bloed. De Sterck, van huis uit cultureel antropoloog en gespecialiseerd in inwijdingsrituelen, werd door verzamelaars geholpen in het bijeenbrengen van een indrukwekkende collectie schunnige Vlaamse liedteksten. Die kunnen worden gezien als slim verpakte seksuele voorlichting.
Lesmap Kwaad Bloed
13
Je kunt meiden wel achter doornstruiken verbergen tot ze oud genoeg zijn voor het huwelijk, dit soort informatieve rijmpjes pak je ze niet af. Emma’s vriendin Bie komt van een boerderij en kent er heel veel. Wist u bijvoorbeeld dat die tante uit Marokko Roos heet en altijd met een wapperende rode vlag komt aanzetten? Echt feestelijk wordt het echter pas met het hilarische Wiplied. Overigens is het ook op het punt van de erotiek waar Kwaad bloed mank gaat. De Sterck probeert er iets fysieks en broeierigs van te maken, maar een Louis Paul Boon of Hugo Claus is ze niet. Jammer, want je moet wel een heel voorzichtig vwo-meisje zijn om niet meteen door te hebben waar het allemaal over gaat. Als voor de zoveelste keer de spreekwoordelijke mieren over de ‘evenaar van haar navel’ richting Emma’s schaamstreek wandelen, verlangt zelfs de meest preutse vader dat De Sterck gewoon eens open en bloot vertelt hoe de zaken ervoor staan. De Sterck schrijft verdienstelijk, maar ze overtuigt niet op de plekken waar het ’t hardst nodig is. Gedachten die uit hoofden tuimelen, letters die van bladzijden worden geschopt: het zijn weinig spannende, veel te intellectualistische metaforen voor een verhaal als dit. Ze zijn bovendien al in dertig andere boeken van Querido-auteurs te vinden. en dus weinig origineel. Dat neemt niet weg dat Kwaad bloed, al was het maar vanwege de uitermate passende omslagfoto van kunstenares Carla van de Puttelaar, een welkome afwisseling biedt in de wereld van het historische jeugdboek. Want dat dit genre al sinds het ontstaan van het kinderboek ongemeen populair is, betekent niet dat het niet hoognodig aan vernieuwing toe is. Eindelijk eens wat anders dan ridders, schildknapen en Geuzen. Hoewel De Sterck daar ongetwijfeld ook wel raad mee zou weten. http://extra.volkskrant.nl/select/boeken/artikel.php?id=234
Lesmap Kwaad Bloed
14
En toen won Marita de Boekenleeuw 2007… JURYRAPPORT: GEZOCHT: Een strenge kostschool voor een braaf en gaaf meisje. Emma De Kempeneer wordt van de ene op de andere dag door haar vader in een strenge katholieke kostschool gedropt. Hij wil dat haar ongereptheid daar bewaard wordt tot haar zieke zus genezen is. De zusters zijn vastbesloten haar in haar naïviteit te houden en willen van het ‘goddeloze’ kind tevens een vroom meisje maken. Ze roepen hiervoor de hulp in van haar medeleerlingen. Ook zij moeten haar de heilige liederen, gebeden, verhalen leren. Ze wijden haar inderdaad in, maar doen dat wel op hun manier: met onkuise liedjes, rijmpjes, vertelsels. Zo groeit ze naar het besef van de echte wereld en naar de oplossing om haar zus te redden. De auteur voert ons op een bijzondere overtuigende en originele manier vijftig jaar terug in de tijd. De geur en de sfeer van het klooster komen je van in het begin tegemoet. Verschillende soorten zusters passeren de revue, ook de warme, wijze Maria. Uit haar woorden en daden haalt Emma kracht en een geloof waarvan ze het bestaan niet vermoedde. De metamorfose van Emma, van ontluikende naar rijpe tiener, wordt heel inlevend geschreven. We maken kennis met de vergeten heiligenlevens. We glimlachen bij de wazige uitleg van taboewoorden als wellust en onkuisheid. Wie heeft niet als kind uit volle borst een liedje meegezongen waarvan de betekenis jaren later je schaamrood naar de wangen deed stijgen? Ook de jongere van vandaag herkent zich zeker in dit verhaal: de schaamte en schrik, maar ook de moed en hoop bij het groeien naar volwassenheid. De vreugde iemand te ontmoeten die op dat moment in je leven je weer even verder op weg zet. Dit is een verhaal dat generaties bij elkaar brengt: grootmoeder, moeder dochter en kleindochter zullen herkenningen en verbazingen delen. Leesontdekkingen die hen bij elkaar brengen. Dit brengt ons bij... GEVONDEN: De laureaat. De Boekenleeuw 2007 reiken wij graag uit aan Marita de Sterck voor Kwaad Bloed, uitgegeven bij Querido. De Boekenleeuw en de Boekenwelpen zetten elk jaar de beste Vlaamse inzendingen in de schijnwerpers. Dit jaar werden er 108 boeken aan de jury bezorgd: 88 oorspronkelijk Nederlandstalige en 20 vertalingen.
Lesmap Kwaad Bloed
15
De toespraak van Marita n.a.v. deze bekroning Een leeuw voor Kwaad bloed, of drie keer springen
Toen ‘Kwaad bloed’ een half jaar geleden werd voorgesteld, op de verjaardag van deze sterrenbeeldleeuw, dook een vraag op die mijn collega’s wel zullen herkennen: zou dit boek de broodnodige zichtbaarheid en de bijhorende overlevingskansen krijgen? De sterren stonden niet slecht, maar zoals één van mijn redacteurs stelde, het ging om een “minder evident, onmodieus onderwerp”. En lijkt de houdbaarheidsdatum van een minder evident boek niet alsmaar korter te worden? Bijgevolg losten some wishfull thinking en some worst case scenario’s elkaar af. De meeste auteurs hebben overigens niet veel nodig om te pendelen tussen beide polen en het traject dat ze moeten afleggen biedt ook volop kansen om met beide soorten scenario’s te worstelen.
Minstens drie keer moet een auteur springen in diep, troebel en ijskoud water. De eerste sprong: de beslissing om reuzengrote lappen tijd leeg te gummen. Zat er wel een hele roman te wachten achter de vraag: Hoe anders was het om vrouw te worden in grootmoeders tijd? “Doen!” riep het thuisfront, dat me verzekerde dat die jaren stillekens zo ongelooflijk prehistorisch leken dat ze ook weer een beetje cool werden. Ik besloot om mijn hoofdfiguur vanuit die ‘amazing distance’ in de prehistorische sfeer van een halve eeuw geleden te laten groeien. Half juni 2005 deed ik iets wat ik nog nooit had gedaan. Slechts gewapend met enkele volgekrabbelde post-its vertelde ik de plot in wording aan mijn Vlaamse redacteur. Ik probeerde nauwgezet haar gezicht te lezen. De vragen waar ik op dat moment in stilte mee worstelde kreeg ik terug, nu hardop zoemend als venijnige muggen. Na de eerstvolgende redactievergadering zwol dat muggenkoor nog aan. Ze staken ook nog. Alsof het zo al niet lastig genoeg was om te starten, maar ik had er zelf om gevraagd. Geen enkele garantie had ik dat ik na meer dan een jaar lang ‘staan in ouderwetse schoenen’ uiteindelijk weer thuis zou komen, met een verhaal waar ik op dat moment min of meer tevreden over zou zijn. Ik moet, naast het nest waaruit ik dagelijks mocht wegvliegen en – veel belangrijker—waarnaar ik dagelijks kon terugkeren, veel boeiende sein- en sluiswachters bedanken die ik op mijn tocht mocht ontmoeten en die geen vraag te vreemd vonden, vooral de onvermoeibare verzamelaars van de Vlaamse volksliedjes die zo’n belangrijke plaats in het boek zouden krijgen. Ik kwam zoveel intrigerend materiaal tegen dat ik binnenkort eens een heel boek ga vullen met vuile Vlaamse liedjes.
Meer dan één keer moet een auteur springen in diep, troebel en ijskoud water en de tweede sprong is niet minder bangelijk: het prille manuscript ‘ontbloten’. Ik zocht dicht bij huis, ook in huis, een dozijn eerste lezers, lastige eerlijke klanten van diverse pluimage en leeftijd. Ik was benieuwd hoe dit verhaal over een voorjaarsontwaken in een tijd vol schrik en schaamte bij jonge lezers van nu zou klinken. Het werd al gauw duidelijk dat er in internettijden achter en onder al die coole imagebuilding zeker nog blank vlees te bespeuren valt, onzeker, bedeesd, beschroomd, zoals de coverfoto van Carla van de Puttelaar suggereert. In tijden waarin de eerste menstruatie steeds vroeger de lichamen van spelende kinderen overvalt, duiken wensdromen en nachtmerries op die kleindochter, dochter, moeder, grootmoeder en overgrootmoeder verbinden. Voorouderlijke schaamte en schrik reizen door de generaties heen, ook daarover wou ik vertellen, over wat ‘Unbeschreiblich Weiblich’ is, over motieven die intergenerationeel vrouwelijk vlees beroeren.
Lesmap Kwaad Bloed
16
Dan is het wachten op het verdict van de uitgeverij: komt er een boek en hoeveel timmerwerk staat er nog te wachten? Ze noemden me verwend omdat er meerstemmige feedback terugkwam. Ze hadden gelijk. Het is en blijft pure verwennerij om door meerdere professionele ogen getaxeerd te worden, eerlijk, recht voor de raap, scherp maar toch uitnodigend. Maar het gaat om een verwennerij die deze auteur broodnodig heeft en die meer groeikansen creëert dan een enkelvoudige of een tweevoudige feedback. Mannelijke en vrouwelijke klanken, de ene roodgerijpter, de andere frisgroener, de ene zoemend, de andere klakkend, of schrapend, of porrend,… een diversiteit aan toonaarden waaruit veel te leren valt, met als grondtoon de vraag om vooral niet te rap content te zijn. Dankuwel, Querido kind, misschien nog een tikje meer voor de lastige vragen dan voor de warme woorden, dank ook omdat ik een Vlaams mag bezigen dat uit het putteke van mijn ziel komt. En dank aan de promotiemensen voor de steun bij de derde sprong in diep, troebel en ijskoud water: het boek vertrekt, de wereld in, een onzekere tocht, vaak al te kortstondig. Vanuit mateloze fascinatie en intens vertelplezier heb ik mijn Emma laten groeien in een voor mij onwaarschijnlijk spannende voorouderlijke setting. Ik kan alleen hopen dat dit narratief plezier mag overslaan in vonkjes leesplezier, maar niets is zeker in boekenland. Het blijft wachten op lezersmails, recensies, reacties bij lezingen,… Een 14-jarige jongen vertelde : “ik wou wel weten wat de meisjes dan voelen, maar dat ga ik ze echt niet vlakaf vragen, daarom wou ik het boek lezen, maar met zo’n kaft wil ik niet gezien worden, dus heb ik er een papierke rond geplakt.” Maar hij gaf ruiterlijk toe dat hij het niet zo vast had geplakt dat hij niet meer naar de foto kon kijken. Het boek kreeg een plek in boekhandel en bibliotheek, én een rij recensies, wat heden ten dage echt niet evident is. Ik voelde me dus al een beetje verwend en nu – met deze boekenleeuw – een bedorven scheet. In een vorig leven zat ik ooit zelf wel eens in een jury, dus ik realiseer me dat een andere boekenzee, een andere vissersboot, een andere vissersploeg, een andere hengel, ander aas… een andere buit had opgeleverd, maar ik ga de prijs niet kapot relativeren en er vooral content mee zijn. Ik wil boek.be bedanken samen met de door hen geëngageerde groep professionele lezers die dit boek hier en nu een schouderklop waard vinden. Ik wil het Fonds voor de Letteren Nederland en Vlaanderen bedanken dat ik voor dit project een werkbeurs kreeg, wat me in staat heeft gesteld om een schrijfhol te huren en mijn lesopdracht te minderen. Straks, na deze dag, moet er weer gesprongen worden. In het holst van de nacht moet ik door de koudste dagen van de grote oorlog dwalen, zonder te weten of ik de tocht ten einde breng, of er een boek van komt, of dat boek niet van de recensententafels dondert, of mijn lezers mee zullen zwerven. En ik ga verder op zoek naar verhalen die van meisjes vrouwen zouden kunnen maken, de halve wereld rond, maar ik zou liegen als ik dat laatste een groot offer zou noemen, de verhalen uit de mond van de vertelsters op papier krijgen met respect voor authenticiteit, dat zal nog een ander paar mouwen zijn. Maar genoeg gezeverd. Met de warme adem van deze leeuw in de nek hou ik mijn adem in en spring.
Marita de Sterck Leuven, 28 februari 2007
Lesmap Kwaad Bloed
17
En toen won ze met Kwaad Bloed in datzelfde jaar ook nog de Zilveren Zoen… JURYRAPPORT: ‘Zoals uw dochter werd afgeleverd, braaf en gaaf, zo krijgt u haar weer terug.’ Emma’s vader kan met een gerust hart naar huis, nadat hij zijn jongste dochter heeft toevertrouwd aan nonnen die haar wel ‘passender verhalen’ zullen leren dan de sprookjes waar ze nog in gelooft. Op Maria Maagd en Moeder kan haar niets overkomen. Emma Dekempeneer is het hoofdpersonage in Kwaad bloed van Marita de Sterck. De enige exacte tijdsaanduiding in de roman is haar geboortedatum, 15 mei 1946. Maar de enkele verwijzingen naar ‘de eerste echte gelovige president van Amerika’, de verdrietige gebeurtenissen rond de ‘vroomste koningin die het land ooit had gekend’, een overstroming en een staking zijn duidelijk genoeg om er zeker van te zijn dat het verhaal zich afspeelt in het Vlaanderen van 1961. Emma, hoewel ‘plat als een plank’, moet dan veertien, bijna vijftien zijn. Dat ze – ‘zo klein en zo onwetend’ – hals over kop naar deze katholieke kostschool (‘on-in-neembaar’) moet, heeft, zo vermoedt ze, te maken met de ‘ziekte’ van haar oudere zus. De keuze van haar ouders voor de school waar ‘niets ook maar een beetje aan thuis doet denken’ lijkt een verstandige, maar zal anders uitpakken dan ze gehoopt hadden. Als een onnozel bloedje komt Emma er binnen. Van jongens bijvoorbeeld weet ze niet meer dan dat die een andere voorkant hebben en onder hun navel iets dat verder nergens toe dient. En natuurlijk dat ze voor hen moet oppassen, omdat ze ‘hun verstand amper een kwart van de tijd’ gebruiken en omdat hun vlees zo zwak is. Het heeft er alle schijn van dat Kwaad bloed geschreven werd vanwege een nog openstaande rekening. Tegelijkertijd wordt met dat vermoeden de auteur van deze historische roman over hoe meisjes vrouw worden ernstig te kort gedaan. Emma’s groeispurt is ook het startschot dat haar de ogen en oren opent voor waar ze eerst nog blind en doof voor was. Het is een verhaal dat universeel en van alle tijden is: ‘Zag je dan alleen wat je wou zien, en hoorde je alleen wat je wou horen? Kwam je alleen maar te weten wat je wou weten of wat je vanbinnen al wist? Misschien was weten niet zozeer iets van de ogen en de oren maar meer iets van de binnenkant.’ Kwaad bloed moet met buitengewoon veel plezier zijn geschreven. Minstens zo groot is het genoegen waarmee wij het hebben gelezen. Omdat er zoveel humor in dit boek zit. Omdat er zoveel onvergetelijke personages in figureren. Zo’n ‘keuzeke’ als Emma, natuurlijk, en haar vriendinnen die met elkaar als zusters-inhet-kwaad altijd de nonnen een slag voor zijn met de subversieve, ‘vuile’ liedjes die ze zingen. Zuster Agatha met haar gloedvolle verhalen over het beestachtig afgrijselijks dat godverloofde maagden en martelaressen werd aangedaan door wellustige mannen. En zeker zuster Maria die weet dat je ziek van liefde kunt zijn en ook dat de liefde je kan genezen. En dan nog pater Ezechiël, als hij vanaf de preekstoel losbarst over alle gevaarlijke gelegenheden tot zonde. Wat een vondst om juist hem –leesbevorderaar pur sang met zijn slogan ‘slechte lectuur in het vuur!’ – de vraag in de mond te leggen ‘Wie denkt over het leven te kunnen leren door boeken te lezen?’ Zijn dreigend waarschuwen voor verschrikkelijke verwoestingen erger dan besmettelijke ziekten, kon ons er echter niet van weerhouden Kwaad bloed te bekronen met de Zilveren Zoen 2007. Marita de Sterck zal het ons niet kwalijk nemen als we leentjebuur spelen en beamen wat ze op pagina 82 in haar boek zelf ongeveer zo zegt: “als je maar genoeg over het echte leven en de grote liefde leest, zul je het later vast en zeker herkennen als het je overkomt.”
Lesmap Kwaad Bloed
18
Over de auteur Marita de Sterck werd op 16 augustus 1955 geboren in Antwerpen. Ze studeerde talen, perswetenschappen en antropologie. Ze doceert literatuur en antropologie aan de bibliotheekschool van Gent en geeft ook workshops verhalen schrijven aan jongeren.
Ze debuteerde met reisverhalen en heeft intussen een 40-tal titels gepubliceerd : prentenboeken, boekjes voor beginnende lezers, informatieve boeken over andere culturen, makkelijk-lezenverhalen, jeugdromans en boeken over jeugdliteratuur. Er loopt een lijn van de groeirituelen en de inwijdingsverhalen die ze als antropoloog bestudeert naar haar eigen jeugdromans. Een terugkerend thema in haar werk is hoe je kunt leren liefhebben zonder jezelf te verliezen. Ook de kracht van het vertellen en de ingewikkelde relaties tussen de generaties duiken vaak op. Splinters, in 2000 bekroond door de Jeugdjury Vlaanderen, vertelt hoe Anton en Jutta meegesleurd worden in een lastige liefde waarin het verleden steeds weer de kop opsteekt, waarin meer vragen dan antwoorden opduiken. In Wild vlees, in 2001 bekroond met de Gouden Zoen, zet Max alles op alles om te weten te komen hoe zijn grootvader verongelukt is. Een verhaal over verlies en gemis, maar ook over de beste tegenzet die liefde heet. De Zoen-jury noemde het ‘een boek dat uitdaagt en confronteert, dat dwingende vragen stelt over liefde en dood.’ Op kot werd in 2004 bekroond door de Jeugdjury Vlaanderen. Als Nina op kamers gaat, komt er oud zeer bovendrijven. Nachtmerries werpen haar terug in de tijd. Hoe ver zou het geheugen teruggaan ? Kun je ooit uitwissen wat je nog het liefst wou vergeten ? Voor Met huid en haar kreeg ze in 2005 een Zilveren Zoen en de Prijs van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen 2006. Terwijl Joppe met zijn vrienden een grote vredesdemonstratie organiseert, worstelt zijn overgrootvader met zijn oorlogen. Joppe wil te weten komen wat hij verzwijgt, voor het te laat is. Maar hij ervaart aan den lijve dat noch de dood, noch de liefde zich laat dirigeren. Het boek werd in het Duits en in het Frans vertaald. ‘Kwaad bloed’ werd bekroond met de Boekenleeuw 2007 voor het beste Vlaamse jeugdboek uit 2006 en met de Zilveren Zoen 2007. Het is genomineerd voor de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen 2008. Emma wordt in een strenge kostschool opgesloten om haar braaf en gaaf te houden. Nooit heeft ze spannender verhalen en pikanter liedjes gehoord, nooit heeft ze vuriger gedroomd. Als ze van school wordt gestuurd, weet ze wat meisjes moeten weten. Splinters (2005) Wild vlees (2003) zijn verkrijgbaar in de serie Jonge Lijsters van Wolters- Noordhoff (www.lijsters.nl) «Veel boeken waren er thuis niet. Wat er was, las ik stuk. Een dik boek met de sprookjes van Grimm met illustraties van Anton Pieck was mijn favoriet, vooral het verhaal over de jongen die wilde leren griezelen vond ik ongelooflijk spannend. Ook al kon ik daarna niet slapen, ik moest en zou het blijven herlezen. Mijn vader kon urenlang vertellen: verhalen over vroeger, over dorpsfiguren, over de pekduivels in de rivier die onvoorzichtige kindjes in het slib trokken... De ergste straf was zonder verhaal naar bed en dan nam ik wel eens mijn vaders taak over. Als puber zwierf ik over de Kalmthoutse heide, waar bomen, moerassen, duinen … doordrongen zijn van verhalen. De lichtjes boven de moerassen waren floddermadammekes die de mensen het moeras in lokten.
Lesmap Kwaad Bloed
19
Landschappen en de bijhorende verhalen keren vaak terug in mijn boeken. In ‘Met huid en haar’ laat ik verhalen door de generaties reizen. In ‘Wild vlees’ heb ik heide-verhalen gevlochten, ook het verhaal over Pitta die nog altijd klopt in haar kist. Dat waren bloedstollende verhalen, je haren rezen ten berge maar je had als kind wel het gevoel iets over het echte leven te horen. Ik droomde ervan om zelf verhalen te vertellen en te reizen. Ik bestudeer verhalen die mensen vertellen tijden feesten of rituelen die te maken hebben met de overgang van kind naar volwassene. Ik verzamel nu wereldwijd verhalen over de groei van meisje naar vrouw.”
Boeken na 2005 Tasjes ( met Ceseli Josephus Jitta) (Zwijsen, 2006), 4+, familie, tasjes Kwaad Bloed (Querido, 2006), 12+, puberteit, kostschool, jaren '50 En rijen is plezant (Van Halewyck, 2008), 14+, liedjes, erotiek Het Feest van het Nieuwe Meisje (MAS I Etnografisch Museum Antwerpen, 2008), 12+, Amazone-Indianen, menstruatie, rituelen, orale verhalen Koekeloeren (Met An Candaele) (De Eenhoorn, 2008), 4+, katttekwaad Schatjepatatje (met Ceseli Josephus Jitta) (De Eenhoorn, 2009), 4+, honden, katttekwaad Boto (met Jan Bosschaert) (Van Halewyck, 2009), 14+, sprookjes, erotiek, Zuid-Amerika De hondeneters (Querido, 2009), 12+, oorlog, groei Boeken na 2000 Grote tanden (met Ingrid Godon) (De Eenhoorn, 2001) 4+, tanden Op kot (Querido, 2002) 15+, studentenleven, verliefdheid, dood Bollebuikbaby (met Marjolein Pottie) (De Eenhoorn, 2003) 4 +, baby’s Vingeroefeningen (met Beerten, Billiet, Janssen, Simoen en Sollie) (Afijn, 2003) 13+, schrijven Wolven in het donkere bos (Zwijsen, 2004 ) 7+, kamperen, angst Met huid en haar (Querido, 2004) 14+, oorlog, dood, verliefdheid
Lesmap Kwaad Bloed
20
Boeken na 1995 Zoë zwijgt (Averbode, 1996) 13+, verliefdheid Indianen Verhalen (Averbode, 1996) 12+, Indianen Alle dagen feest (met Klaas Verplancke) (Lannoo, 1997) 11+, godsdiensten Mijn eiland (Zwijsen, 1997) 8+, vakantie, Turkije Lees je mee? (Lannoo, 1997) volwassenen, leesbevordering Schrijver Gevonden, encyclopedie van de jeugdliteratuur (met Herman Kakebeeke en Ed Franck) (Lannoo, 1998) 10+, jeugdauteurs Splinters (Querido, 1998) 13+, verliefdheid Het woordenboek (met Klaas Verplancke) (Lannoo, 1998) 8+, taal Loop naar de zon (Zwijsen, 1999) 8+, Indianen Vroem vroem … boem (met Ingrid Godon) (Querido, 1999) 2+, peuters Wild vlees (Querido, 2000) 14+, dood, grootouders, verliefdheid
Boeken tussen 1990 en 1995 Het trimspook (Zwijsen, 1990) 7+, kamperen Schrikzalf (Altiora, 1990) 9+, angst Ben jij mijn vriend? (Altiora, 1991) 7+, ruzie Feest in de klas (Davidsfonds/Infodok, 1991) 6+, carnaval, heksen Anders is niet gek (Altiora, 1992) 12+, anders zijn Bij nader inzien (Davidsfonds/Infodok, 1992) 12+, migranten Red de meester (Altiora, 1992) 7+, verliefdheid, school Daar gaat mijn tak! (Zwijsen, 1993) 7+, dieren Ook een garnaal heeft een hoofd (Davidsfonds/Infodok, 1993) 9+, anders zijn Sofie en Fatima (Davidsfonds/Infodok, 1993) 11+, vriendschap, anders zijn De toren (met Klaas Verplancke) (Altiora, 1994) 8+, torens Een vijf met negen nullen (met Klaas Verplancke) (Lannoo, 1994) 11+, anders zijn Vlinders op het dak (Zoeklicht Plus) (Zwijsen, 1994) 12+, verliefdheid, Marokko Wachten (Altiora, 1995) 13+, verliefdheid Liefste (Zwijsen, 1995) 13+, verliefdheid
Boeken voor 1990 Hakim (Davidsfonds/Infodok, 1986) 9+, anders zijn Sander en de kippen (Altiora, 1986) 7+, kippen Komt de baby nu al ? (Zwijsen, 1986) 7+, baby’s Wat een verjaardag (Altiora, 1987) 7+, feesten Vandaag komt opa spelen (Altiora, 1989) 7+, grootouders
http://users.telenet.be/marita.de.sterck/ Meer informatie: www.queridokind.nl of mail naar :
[email protected]
Lesmap Kwaad Bloed
21
Van boek naar voorstelling Een roman kan je natuurlijk niet zomaar integraal spelen. Proza is geen speelbare toneeltekst en bovendien vaak veel te lang; het gaat ook om totaal verschillende genres. Hoe kom je dan van een boek tot een speelbare tekst? Acteurs kunnen gaan improviseren rond sleutelscènes uit de roman. Soms worden bepaalde dialogen of monologen wel letterlijk overgenomen of lichtjes herschreven en een dramaturg komt ook altijd goed van pas. Een dramaturg bewaakt onder andere het logische vertelverloop van een toneelproductie. Over wat het werk van een dramaturg inhoudt, kan je hieronder een beetje lezen: “Verwachtingsvol zitten de deelnemers aan een workshop theaterdramaturgie in een kring in het Universiteitstheater in Utrecht. Te gast is Peter Anthonissen, dramaturg bij het Nederlands gezelschap Artemis en het Vlaams gezelschap Fabuleus. We beginnen met een simpele vraag: wat is een dramaturg, en wat doet hij? Het valt stil… Wat doet een dramaturg eigenlijk? ‘Dit is een van de meest gestelde vragen. En ook de moeilijkste.’ Peter Anthonissen vraagt eerst wat wij denken dat een dramaturg is? Uiteindelijk komen we tot de definitie “de eerste ideale toeschouwer en gesprekspartner van de regisseur”. Maar wat dat precies inhoudt, daar komen we snel achter, is niet duidelijk. Iedere dramaturg, en zeker ook iedere regisseur heeft daar andere ideeën bij. Sommige dramaturgen begeleiden alleen het schrijfproces van de toneelteksten, andere dramaturgen zitten het gehele repetitieproces naast de regisseur. Hoe ziet Peter Anthonissen zijn rol in een voorstelling? In ieder geval is hij bij het schrijfproces betrokken, vervolgens blijft hij enkele weken van het repetitieproces weg. Naarmate de voorstelling echter dichter bij komt, raakt hij steeds meer in het repetitieproces betrokken. Peter laat de mensen zoveel mogelijk vrij. De schrijvers wil hij zo veel mogelijk in hun eigen fantasie laten leven. ‘Flexibiliteit is bij mij bijna een gebod.’ Wat hij dan concreet aan een voorstelling bijdraagt is vaak moeilijk aan te wijzen. ‘Het is ook niet het meest dankbare beroep, want wat heeft een dramaturg eigenlijk gedaan?’ Voor Peter is het echter duidelijk: hij wil zeker niet mee regisseren. Een dramaturg moet in het werkproces volgens Anthonissen naar de grote lijnen kijken, primair vragen stellen. Hij analyseert en rationaliseert. ‘Als ik onzichtbaar ben, ben ik idealiter tevreden. Ik heb een hekel aan dramaturgisch perfecte voorstellingen. Je moet de passie bij het publiek aanwakkeren.’ “ http://passie-voor-dansen.blogspot.com/2009/02/een-dramaturg-wakkert-passie-aan.html
Lesmap Kwaad Bloed
22
Voor onderstaande oefeningen is het nodig dat de leerlingen het boek hebben gelezen én de voorstelling hebben gezien. De lkr. kan om het even welke scène uit het stuk selecteren en deze koppelen aan de desbetreffende pagina’s uit de roman (en aan de leerlingen vragen deze te herlezen).
Volgende vragen zijn mogelijk: Wat vind je van de bewerking en van de keuzes van de regisseur? Wat is weggelaten? Wat is toegevoegd? Wat had je anders verwacht? Zou jij het podium anders ingericht hebben? Zou jij de dialoog/confrontatie tussen de personages anders, langer, korter, . . . gemaakt hebben? Vind je dat de sfeer in het stuk klopte met de sfeer in de roman?
De lkr. kan ook bepaalde lijnen die doorheen het stuk lopen, vanuit één bepaalde passage/citaat in het boek bespreken. Een heel belangrijke lijn is die rond het tot weten/inzicht komen van Emma. Interessant citaat om vanuit te vertrekken staat op p. 41: “Ik wou niets liever dan te weten komen wat ik nog niet wist en toch wou ik nu ook mijn handen tegen mijn oren drukken. Was het dan toch beter om niet te veel te weten? Wat als meer weten me nog banger zou maken? Wat als ik dingen te horen zou krijgen die ik echt niet wou horen? Hoe kon ik van tevoren weten wat ik wel of niet wou weten?” Laat de lln. dit herlezen. Bespreek met hen. Hoe en waar kwam dit aan bod in het stuk? Komt Emma veel te weten; wat en wanneer? Hoe belangrijk is dit voor Emma? Is Emma bang om meer te weten te komen? Hoe heb je dit in het stuk gezien? Heb je een groei gemerkt in het personage van Emma met betrekking tot “het weten”? Zou jij dit anders aangepakt hebben als regisseur/dramaturg/actrice . . .?
Lesmap Kwaad Bloed
23
Van p. 90 tot en met 97 komen heel wat relaties en verliefdheden aan bod (Bie/duivenjong, Emma/duivenjong, zus en Jef). Welke zinnen hebben de lln. letterlijk in het stuk gehoord? Laat de lln. een liefdesscène herschrijven. Vraag de lln. om één van relaties anders te laten eindigen. Sommige lln. doen dit in een stukje prozatekst, andere in een speelklare dialoog (die eventueel gespeeld wordt). Nog andere mogelijke vragen, los van het bovenstaande, zijn: -
Vond je dat de speciale vriendschap tussen meisjes in een internaat duidelijk werd in het stuk?
-
Heb je de bezemkast gezien op het podium?
-
Wat betekent de monoloog rond het “ei”? Waarom staat die verwijzing naar een ei er (p. 4041)?
-
Leg het einde van het verhaal eens uit in je eigen woorden. Vind je dit een happy ending?
-
Noem eens een paar zonden/taboes op die in het boek aangestipt worden. Welke heb je op de scène gezien en hoe (Onder welke vorm? Wat deden de actrices, de muzikanten?)?
-
Waarom worden er zoveel sprookjesfiguren vernoemd?
-
Waarom is de pop, Marie-Louise, zo belangrijk? Waar heb je dat in het boek gelezen?
.....
Lesmap Kwaad Bloed
24
Over thema en motieven Naar de kostschool Het is nog niet zo lang geleden dat het rooms-katholieke geloof een cruciale invloed had op onze maatschappij in het algemeen en op de opvoeding van meisjes in het bijzonder. Zo werden meisjes uit de ‘betere kringen’ vroeger vaak naar een pensionaat gestuurd om daar van de nonnen een goede, degelijke en vooral vrouwelijke opvoeding te krijgen, die erop gericht was goede katholieke echtgenotes en moeders van hen te maken. De bloeiperiode van die katholieke meisjesinternaten of kostscholen in Vlaanderen viel tussen 1920 en 1965. Hoe was het om als jong meisje op een van de buitenwereld afgesloten kloosterpensionaat opgevoed te worden? Hoe zag het dagelijkse leven eruit? Hoe was de omgang met andere meisjes en met de zusters? Hoe gingen jonge vrouwen binnen de muren van de kostschool om met hun ontluikende seksualiteit? Na de rondleiding sloeg ze een vuistdik boek open. Met vaste hand schreef ze: De Kempeneer, Emma, geboren 15 mei 1946.
Waarom naar de kostschool? Er bestonden vele motieven om naar de kostschool te gestuurd te worden. Deze redenen hadden bijna allemaal te maken met het sociale milieu waaruit de meisjes afkomstig waren, bijvoorbeeld status of tijdsgebrek van de ouders door de gezinsgrootte, maar ook gebrek aan middelbaar katholiek meisjesonderwijs in de buurt kon een argument zijn. Sommige pensionaten waren deftiger dan andere. Kostgeld en onderwijsniveau varieerden. Op een pensionaat kregen meisjes de opvoeding die paste bij hun sociale achtergrond. Het was echter altijd een opvoeding die erop gericht was hen tot degelijke katholieke echtgenotes en moeders te maken.
Lesmap Kwaad Bloed
25
Een geïsoleerde opvoeding Als je als (jong) meisje naar de kostschool werd gestuurd, werd je van de ene op de andere dag afgezonderd van je vertrouwde omgeving, je familie, je vrienden en vriendinnen. Meisjes kwamen, als ze eenmaal op het pensionaat gingen wonen nog maar zelden buiten de muren. Hun bewegingsvrijheid werd sterk beperkt. Contacten werden ondermeer bemoeilijkt door censuur op brieven en boeken. Veel meisjes hadden heimwee. Ik slikte tot mijn keel zeer deed. ‘Braaf zijn, prinses, tot over een maand.’ En daar liet vader zijn prinses achter. Hij kon me evengoed het woeste woud insturen: ‘Dit is het bos, verdwaal hier maar . . .’ Ik voelde me 10 keer kleiner dan Duimelijntje die in een notendop paste, 100 keer droeviger dan Sneeuwwitje die met de jager mee moest, 1000 keer banger dan Roodkapje die de wolf in grootmoeders bed vond. Hier is niets dat ook maar een beetje aan thuis doet denken. Ik snap geen woord van wat ze zeggen, ik ken geen enkel sprookje waarin zulke griezels rondlopen. Het kan niet anders of een maand duurt hier langer dan een eeuw. Mee, neem je prinses alsjeblieft weer mee naar huis. Maar de deur bleef dicht… Tot in de jaren veertig gingen de meisjes slechts drie keer per jaar naar huis. Eenmaal per trimester, per maand of per veertien dagen was er bezoektijd. Meisjes ontvingen hun ouders in de speciaal daarvoor ingerichte ‘parloir’. In de loop van de jaren vijftig werd op heel wat pensionaten een aantal vrije weekends ingesteld. Het gegeven dat veel meisjes de lange afzondering van hun ouders en familie onplezierig vonden, werd door de zusters uitgebuit door het tot straf te maken. Je ouders niet mogen zien, ook al kwamen ze op bezoek of niet naar huis mogen op de vrije dagen was een vaak uitgedeelde straf. Emma, je vader heeft gebeld. Je zus is zieker geworden. Volgende maand zal het wel beter gaan. Volgende maand! Mag ik dan naar huis bellen? Dat is echt niet nodig, je weet wat je moet weten, Emma. En ik wil niet één traan zien. Dus slik je tranen in. Aan het werk: kruisjesteek!
snit- en confectieklas H.-Hart Heverlee
Lesmap Kwaad Bloed
26
Een streng en gedisciplineerd leven Het leven op de kostschool was erg streng en gedisciplineerd. De zusters oefenden een sterk gezag uit en de dagindeling was strak gepland. Tientallen regels, zoals lange perioden van verplicht zwijgen, moesten de meisjes in toom houden. Het kloosterlijk dagritme en de vele regels perkten het leven van de meisjes in. De ergernis daarover wisten dezen echter vaak om te zetten in plezier door zich tegen de regels te verzetten. Als ze me nu niet wegsturen, moet ik direct iets anders zoeken. Als ze me deze lading kwaad bloed vergeven, weet ik al welke zonde de nonnen onvergeeflijk vinden, welke zonde zij de allergrootste vinden, in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen.
Lesmap Kwaad Bloed
27
Een vrouwelijke opleiding Pensionaten boden een echt ‘vrouwelijke’ opleiding met de nadruk op de algemene ontwikkeling en weinig aandacht voor de exacte wetenschap.
Eén lichtpunt is er tijdens deze verschrikkelijke uren handwerk. Soms wil zuster Agatha vertellen over de heilige naar wie zij genoemd is.
Lesmap Kwaad Bloed
28
Slaapzalen Pensionaten bestonden behalve uit een aantal klaslokalen onder meer uit een eetzaal, studiezaal, een of meer slaapzalen en een recreatiezaal. De slaapzalen bestonden meestal uit een aantal chambrettes. Een chambrette was een klein ‘kamertje’ om een bed, gevormd door houten schotten met gordijnen.
Tachtig chambrettes waren er op onze slaapzaal. Ik wou dat ik een chambrette op een hoek had, maar ik had er een midden in een rij, met een buur links, rechts en achter.
Lesmap Kwaad Bloed
29
Op de slaapzalen waren lampetkannen voor de leerlingen om zich te wassen. De meisjes moesten zich wassen met hun nachtkleed aan. Baden mocht alleen als er iets heel bijzonders was.
Reglementen Het dagelijks leven was doorspekt met regels. Strenge reglementen dienden om de orde in de groep te handhaven en de meisjes een gedisciplineerde manier van leven bij te brengen. De zusters vonden het noodzakelijk om de leerlingen dagelijks te oefenen in attentie, zelfbeheersing, onbaatzuchtigheid en inschikkelijkheid, zodat ze later deugdelijke vrouwen zouden worden. Spelen, meisjes! Niet stilstaan, bewegen. Spe-tuut-len-tuut!
In de Lindenlaan - H.-Hart Heverlee
Lesmap Kwaad Bloed
30
De zusters De houding van de zusters tegenover de leerlingen was doorgaans autoritair. De meisjes zagen de zusters niet als gewone mensen.
Is dat waar? Ik dacht dat het zware kleed al wat zacht en rond is, verstopt, maar misschien valt er bij kloosterzusters niets te verstoppen. Er zijn hier een stuk of veertig zusters in het klooster. Hun namen klinken als die van Merovingers: Wisigonda, Rigoberta, Roswitha, Isidora,... Maar wie is zuster Miserie? Die naam belooft niet veel goeds.
Tussen zusters en leerlingen bestond in het algemeen een autoritaire, hiërarchische relatie. Maar tegelijkertijd blijkt dat een aantal meisjes met één van de zusters juist wél een goede band had, de uitzondering op de regel.
Lesmap Kwaad Bloed
31
Arm kind, laat je door zuster Maria maar eens lekker verwennen. Heb ik meer dan veertig? Mag ik naar huis als ik brandblaren heb waar de etter uitspringt? Brandblaren? Kind toch! Wil je zo graag naar huis? Ik heb je ouders gebeld. Ze vinden het beter dat je hier blijft. Je zus moet nog een tijd in bed blijven. Is ze allang ziek?
Godsdienst De godsdienst nam op katholieke meisjesinternaten een prominente plaats in. Godsdienstigheid was het belangrijkste middel én doel van de opvoeding. Godsdienstoefeningen werden beschouwd als het opvoedingsmiddel bij uitstek. Op een pensionaat verkeerden meisjes dag en nacht in een religieus milieu. De zusters probeerden ook hun manier van leven op de leerlingen over te brengen. Weet je al wat je morgen zult biechten, Emma? Kniel, mijn kind, Pater Ezechiël luistert. Wat zegt het negende gebod, mijn kind? Wees steeds kuis in uw gemoed.
Lesmap Kwaad Bloed
32
De Tien Geboden 1. Bovenal bemin één God 2. Zweer niet ijdel, vloek noch spot 3. Heilig steeds de dag des Heren 4. Vader, moeder zult gij eren 5. Dood niet, geef geen ergernis 6. Doe nooit wat onkuisheid is 7. Vlucht het stelen en bedriegen 8. Ook de achterklap en 't liegen 9. Wees steeds kuis in uw gemoed 10. En begeer nooit iemands goed.
Lesmap Kwaad Bloed
33
De verering van Maria nam een bijzondere plaats in. De meeste kostscholen hadden een Mariacongregatie waarin alleen de braafste kinderen welkom waren. De leden van deze congregatie beloofden een deugdzaam leven te leiden en hun medeleerlingen aan te zetten tot hetzelfde. De zusters schreven: ‘Een innige devotie tot de Heilige Maagd zal den kinderen een schild zijn tegen de vele gevaren der wereld, en zij die tot de Mariacongregatie behooren, vormen een elite, die de anderen in christelijke deugd moet voorgaan.’
Knielen, meisje. Kijk, Emma, zo knielde het arme herderinnetje Bernadetje toen de Heilige Maagd en Moeder bij de grot aan haar verscheen. Als je een mirakel wil, fluister dan een wens in een spleet. O Moeder Maagd, o wellust van mijn leven, laat zus door u geheel en volkomenlijk herstellen. Stel dat het werkte. Klaar voor het mirakel achter de grot? Raak die planten niet aan! Ze zetten je in vuur en vlam!
Lesmap Kwaad Bloed
34
Grot in het H.-Hartinstituut Heverlee
Deugd en zonde Kloosterpensionaten waren bastions van de katholieke moraal. Naast allerlei beloningen voor goed gedrag werd slecht gedrag bestraft en daarbij voorzien van het etiket ‘zonde’. Wat goed was of slecht werd afgeleid uit het geloof. Het idee van zondigheid kwam vooral tot uiting in het denken over lichamelijkheid en seksualiteit. Katholieke deugden Nederigheid, bescheidenheid, gehoorzaamheid en discipline behoorden tot de deugden zowel van de nonnen als van de leerlingen. Stiptheid, wellevendheid, orde, ijver, kuisheid, al deze deugden behoorde een kostschoolmeisjes zich eigen te maken. De ernstigste fouten die de leerlingen konden begaan, waren die tegen de godsdienst, de goede zeden en de discipline. Ook tegenspreken en gemor werden niet getolereerd. Zonde De rooms-katholieke zeden moesten door de leerlingen strikt worden nageleefd. Ongehoorzaamheid werd niet alleen streng gestraft, bijvoorbeeld door het meisje deelname aan de recreatie te ontzeggen, maar ook voorzien van het morele predikaat ‘zonde’. Dat had op langere termijn een groter effect: het besef een zonde te hebben begaan maakte dat de gestrafte meisjes zich slecht voelden. Angst voor de straf die hun in het hiernamaals zou wachten, was voor vele meisjes een reële dreiging. De meisjes leefden in de kostschool voortdurend in een sfeer van geboden en verboden. Alles wat ze deden werd teruggevoerd tot de godsdienst, tot goed en kwaad.
Lesmap Kwaad Bloed
35
De nadruk op het begaan van zonden was zeer groot. Daardoor kregen de meisjes vaak gewetensproblemen. Dit alles resulteerde in een algehele sfeer van angst voor het doen van slechte dingen, nog versterkt doordat vaak onduidelijk bleef wàt er nu precies allemaal slecht was. Alleen als je halfdood bent, of als je een doodzonde begaat. Wat is een doodzonde? Ze doken allemaal onder hun deken. Ik hoorde ze snuiven en proesten. Ik voelde me dommer dan dom. Niets wist ik over doodzonden en duivels en engelen en heiligen. Hier zaten ze overal, maar thuis of op mijn oude school had ik er niets over geleerd. ‘Daar doen wij niet aan mee,’ zei vader. ‘Alleen wie te weinig verstand heeft stopt zijn hoofd vol met onzin.’ Tot zus ziek werd en ik hals over kop naar een school moest die Maria Maagd en Moeder heette en waar alle meisjes ook nog dochters van Maria waren. Bie glunderde. ‘Je weet echt niets, hé? Geeft niet, ik leer je alle zonden kennen.’ ‘Heb je al eens bier en wijn geproefd?’ Ik schudde mijn hoofd. Ook al wilden ze thuis niets weten over doodzonden, dit vonden vader en moeder vast en zeker niet goed. Hoe dikwijls had ik ze niet horen zeggen: ‘Als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan.’
Lesmap Kwaad Bloed
36
Lichaam en seks
Het idee van zondigheid had vooral betrekking op alles wat met lichamelijkheid en seksualiteit te maken had. Er werd voortdurend op gehamerd dat het lichaam slecht was. Zo was de vrouw slecht omdat zij het ‘middel’ was om de man te verleiden. Meisjes, ontvlucht alle gelegenheden tot zonde! Vermijdt tot slot lichtzinnige kledij en overdadige beschilderingen van het gezicht. Maakt toch van uzelve geen gelegenheid tot zonde! Meisjes, hebt medelijden met de jongens. Hun vlees is zo zwak. Seksuele voorlichting werd op de kostschool niet gegeven. Thuis kregen de kinderen dan weer te horen dat ze dat later allemaal wel zouden leren.
Lesmap Kwaad Bloed
37
De kerkelijke leer raadde seksuele voorlichting af omdat dit als schadelijk werd bevonden. ‘Om kinderen tegen verlokkingen en moeilijkheden op seksueel gebied te beschermen dienen opvoeders bij het kind het schaamtegevoel en een mentaliteit die van onzedigheid afkerig is, aan te kweken.’
In pedagogische beschouwingen over internaatsopvoeding werd aan het seksuele aspect van de opvoeding veel aandacht geschonken. Het gevaar voor onkuisheid was volgens veel pedagogen groter in een kostschool dan in de ‘natuurlijke omgeving’ van het gezin, omdat in een kostschool veel leeftijdsgenoten in de puberteit bijeen zaten. De pedagogen waren vooral bang van homoseksuele contacten op internaat. Spiegeltje aan de wand, wie is de schoonste van het land? Kus me! Nee! Ik heb nog iets van je te goed. Ik wil een kus. En geen kus in ere die niemand kan deren. Ik wil een echte kus!
Een ander groot probleem voor de opvoeders was masturbatie. De vermeende zonde van de zelfbevrediging leidde onder leerlingen vaak tot grote gewetensconflicten.
Lesmap Kwaad Bloed
38
De opvoeding op meisjespensionaten hield ook in dat de meisjes strikt gescheiden werden van de jongens. Tegen contacten met jongens werd bijzonder streng opgetreden. Als er buiten de kostschool wandelingen werden gemaakt, probeerden de zusters uit alle macht te vermijden dat ze jongens zouden tegenkomen.
Leven in groep
Internen H.-Hartinstituut Heverlee
Lesmap Kwaad Bloed
39
Kostschoolmeisjes waren grotendeels afgesloten van de buitenwereld en ze waren voor alle aspecten van hun sociale leven dus aangewezen op de groep binnen de kostschoolmuren. Het resultaat was een groot aantal sociale contacten binnen de groep, zowel positieve, als negatieve, maar steeds waren die contacten erg intens. Dit ondanks de vele beperkende regels die er waren, zoals lange perioden van zwijgen en het verbod om zich met z’n tweeën af te zonderen van de groep.
numquam duo, semper tres Toch konden vriendschappen voor kostschoolmeisjes erg belangrijk zijn. Meestal hadden de meisjes één boezemvriendin met wie al het lief en leed gedeeld werd. Veel van deze vriendschappen werden echter door de zusters tegengewerkt. ‘Bijzondere vriendschappen’ werden afgekeurd. De angst voor seksuele contacten tussen de meisjes speelde daarbij een grote rol. De nonnen zeiden heel vaak: ‘Pas à deux, mes enfants!’ Je moest minstens met zijn drieën zijn. De zusters waren bang dat vriendinnen te intiem zouden worden. In elkaars chambrette komen, was het ergste wat er kon gebeuren. Ondanks alle beperkingen slaagden vele meisjes er toch in op een of andere manier vorm te geven aan hun vriendschappen en ze tot een belangrijk deel van hun dagelijks bestaan op het internaat te maken. Hou je van me? Mmmm. Je moet zeggen: met heel mijn hart en ziel. Dan zal ik je alles vertellen, alles wat meisjes moeten weten. Niet bang zijn.
pensionaires H.-Hart Heverlee 1912
Lesmap Kwaad Bloed
40
WOORDVERKLARING: pensionaat: kostschool, internaat kostgeld: geld dat men voor kost en inwoning betaalt censuur: toezicht op voor publicatie bestemde teksten, films, voorstellingen enz. parloir: spreekkamer chambrette : een klein ‘kamertje’ om een bed, gevormd door houten schotten met gordijnen autoritair: 1 eigenmachtig: ~ handelen 2 bazig hiërarchisch: volgens rangorde religieus: godsdienstig, vroom congregatie: 1 vereniging van kloosterlingen met bep. geloften 2 godsdienstige broederschap van leken deugdzaam: van deugd getuigend devotie: vroomheid; verering bastion: bolwerk moraal: 1 de leer vd plichten en deugden; zedenleer 2 zedenles; strekking: de ~ vd fabel 3 beginselen, principes: een man zonder ~ 4 (sp) zelfvertrouwen, moreel zeden: 1 landsgewoonte, gebruik, manier: ~n en gewoonten 2 (in het mv) heersende opvatting over wat men wel en niet hoort te doen, m.n. op seksueel gebied pedagogisch: betrekking hebbend op de opvoeding; opvoedkundig
In open lucht - H.-Hart Heverlee
Lesmap Kwaad Bloed
41
Lesideeën… Je kan de tekst over de kostscholen voorlezen, laten lezen of vertellen… liefst voor de lln de voorstelling zien. Mogelijke vragen: Waarom moet Emma naar de kostschool? Hoe merk je in de voorstelling dat Emma haar ouders en zus mist? Het leven in een kostschool was hard. Geef aan waar je dat in de voorstelling zag. Welke aspecten van de ‘vrouwelijke opvoeding’ zijn herkenbaar in de voorstelling? Hoe staan de meisjes t.o.v. de zusters? Waaraan merk je dit? De godsdienst en het geloof waren fundamenten van de opvoeding in de kostscholen. Bewijs dit met 3 uitspraken of handelingen uit de voorstelling. Wat leer je uit de voorstelling over het verschil in lichamelijkheid, seksualiteit en seksuele opvoeding tussen vroeger en nu?
Lesideeën voor een tikkeltje meer… Laat de lln. hun moeder en grootmoeder interviewen over het leven in de kostschool, seksuele voorlichting,…
Bibliografie HILHORST, M., Bij de zusters op kostschool, A.W. Bruna Uitgevers BV, Utrecht, 1989, 167 blz. CHRISTENS, R., 100 jaar Heilig-Hartinstituut Annuntiaten Heverlee, v.z.w. Congregationeel Fonds, Annuntiaten Heverlee i.s.m. KADOC Leuven, 1994, 387 blz. Illustraties Alle foto’s zonder bijschrift komen uit het boek Bij de zusters op kostschool. De foto’s met bijschrift komen uit het archief van de Zusters Annuntiaten van het Heilig-Hartinstituut in Heverlee. Tekstfragmenten De schuingedrukte tekstjes (grijs gearceerd) komen uit de theaterbewerking van ‘Kwaad Bloed’. De andere teksten met kader zijn fragmenten uit het boek Bij de zusters op kostschool.
Lesmap Kwaad Bloed
42
Seks op de schoolbank In Kwaad Bloed , het boek van Marita de Sterck, wordt al snel duidelijk dat Emma zich vragen stelt bij de zogenaamde ‘ziekte’ van haar zus. Emma verblijft op een strenge kostschool waar de nonnen verwoede pogingen ondernemen om al wat ‘onkuis’ is uit de hoofden van de meisjes te bannen. Zo is praten over menstruatie en alles wat met het seksueel ontluikende lichaam te maken heeft, taboe.
Wat zegt het negende gebod, mijn kind? Wees steeds kuis in uw gemoed. Schreven ze onkuise dingen, mijn kind?
Toch durven de meisjes zich achter de nonnenruggen geregeld aan een ‘vuil’ liedje te wagen en slagen ze er in om ongezien de bezemkast in te kruipen waar ze elkaar trakteren op - voor hen‘pikante verhalen’. Zo verdwijnt stilaan hun kinderlijke naïviteit en ontdekt Emma dat haar zus eigenlijk zwanger is...
Tot diep in de twintigste eeuw bleef men in het Katholieke Vlaanderen vaak verstoken van degelijke voorlichting. Waarom gaven ouders geen informatie aan hun opgroeiende kinderen? Waarom weigerden ze soms botweg te antwoorden op de simpele vraag ‘Waar komen de kindjes vandaan?’ Het lijkt nu, in een tijd dat er open over seksualiteit kan gepraat worden, onbegrijpelijk. Seksuele voorlichting als dusdanig bestond zelfs helemaal niet tot ergens in de achttiende eeuw. Historici menen dat seksuele voorlichting helemaal niet hoefde omdat de toenmalige samenleving er ook niet om vroeg. Maar naarmate jongeren vroeger geslachtsrijp werden en later trouwden, zoals zeker in de negentiende eeuw het geval was, werd voorlichting wel een punt. Tien tot vijftien jaar nadat zijn – of haar – lichaamsgroei hem – of haar - daartoe in staat stelde, kreeg een jongere de kans om zich seksueel te uiten en dan nog enkel binnen het enige maatschappelijk aanvaarde speelveld: het huwelijk. Wat er in die tijdspanne daarvoor allemaal kon gebeuren, hield men liever in de hand…
In de negentiende eeuw werd de grote periode van het zwijgen geïnstalleerd, onder het mom van ‘wat niet weet niet deert’. Men zag de onwetendheid, zelfs tot aan de eerste huwelijksnacht, als het ideaal van opperste zuiverheid. Ik dacht dat het kind uit de navel kwam. Toen mijn moeder wist dat mijn regels wegbleven, heeft ze het toch maar verteld. Ze heeft toen gezegd dat ik een kindje ging krijgen, dat in mijn buik zou groeien. [Anna H. °1915]
Lesmap Kwaad Bloed
43
Er werd geen voorlichting gegeven. Mijn moeder was een vrouw van weinig woorden. Toen ik in verwachting was, zei mijn oudere zus dat ik, als ik ‘pijn’ kreeg, naar de kliniek moest gaan of de dokter moest bellen. Ik vroeg me zelfs af: ‘Hoe gaat dat kind eruit komen? Hoe kan dat?’ [Emilie B. °1919]
Roos was twintig in de vroege jaren 1960 en zelfs zij wist nergens van. Zulke dingen durfde ik niet te vragen aan mijn moeder. Toen ik dat te weten kwam, was ik al getrouwd. Ik was al in verwachting. Ik wist zelfs niet hoe het er zou uitkomen. Toen ik zestien was, dacht ik nog dat je zwanger kon worden van een kus. Ik heb dat lang gedacht. Mijn man heeft me alles moeten uitleggen. [Roos G. °1943]
Ik heb nog nooit iemand helemaal bloot gezien. Alleen de achterkant van zus. De achterkanten van jongens en meisjes zijn hetzelfde, de voorkanten niet, zoveel weet ik. Ergens halverwege de voorkant moet er een lijn lopen vanaf waar het verschillend wordt. Zoiets als de evenaar die de aarde in tweeën verdeelt. Rond de evenaar is het bloedheet en er woeden verschrikkelijke stormen. Als ik aan mijn evenaar denk, krijg ik het al warm en steekt er een storm op. Hoe anders is de andere kant van de evenaar bij jongens? En bij de nonnen?
Moeder vertelde me een heel klein beetje. ‘De kindjes groeien onder hun moeders hart. Mooi, hé.’ knikte. Maar hoe…? Moeder mompelde. ‘De rest leer je op school, als de tijd rijp is.’
Naast het verzwijgen, had men ook de strategie van het ‘schrik aanjagen’. Aan de seksuele voorlichting koppelde men begrippen zoals verbod, gebod, afschrikking waarmee men vooral de verwoestende kracht van de onkuisheid wilde benadrukken. Zo hoopten de voorlichters dat de jeugd zich vooral niet zou inlaten met zelfbevrediging, onbedoelde zwangerschappen, geslachtsziekten, homoseksualiteit en andere ‘afwijkingen’. Jongeren werden her en der om de oren geslagen met de meest verschrikkelijke gevolgtaferelen van voorhuwelijkse seks zodat enige ‘goesting’ geen kans kreeg zich verder te ontspruiten.
In het dorp kwam de aalmoezenier van MILAC (Militianenactie) spreken voor de jongens die soldaat waren of naar het leger gingen. De jeugdbewegingen werden ook uitgenodigd op die voordracht. De meisjes werd gevraagd om af en toe een briefje te schrijven, vooral naar hun broers die soldaat waren. Omdat de bekoring voor de jongens soms toch te groot was, werd een film getoond over geslachtsziekten. Alle meest afschrikwekkende aandoeningen kwamen in beeld zoals een druiper, gonorroe en syfilis. De bedoeling hiervan was de jongens af te brengen van het idee om ooit een bordeel te bezoeken of om te gaan met slechte vrouwen. [Marleen D. °1934]
Lesmap Kwaad Bloed
44
Ik
Vanaf de jaren zestig zien we een ommekeer op het vlak van seksualiteit: stilaan verdwijnen de meeste taboes en komt er meer eer tolerantie en een hogere waardering voor alles wat met seks en lichaamsexpressie te maken heeft. Voor het eerst wil men via de seksuele voorlichting jongeren objectief informeren.
Fabels der voorplanting ‘Waar komen de kinderen vandaan? ‘Een vraag waarop waarop vele kinderen vroeger geen antwoord kregen. Maar hoe mysterieuzer hun ouders deden, des te nieuwsgieriger werden de kinderen.
Seks en het resultaat ervan waren niet bespreekbaar in deftig gezelschap en zeker niet als er kinderoren meeluisterden. De stelregel telregel luidde: ‘Laat geen kind vuile rede horen, want kleine potten hebben oren.’ Daarom moest er maximaal verbloemd en gecamoufleerd worden om toch te melden dat er een kind was geboren. Zowel de oudste vrouwen als sommige vrouwen van de jongere generatie generatie werden als kind met het spreekwoordelijke kluitje - en ooievaarooievaar in het riet gestuurd. Ze moesten het gaan zoeken tussen de afdeling kolen in de tuin. Ze hoopten dat het nieuwe broertje of zusje met de boot over het water zou komen of dat het uit de lucht ht zou komen vallen, zomaar uit een overvliegend ‘vliegmachien’. En verder werden kindjes gekocht; op de markt, in de winkel en later vooral ook in het ziekenhuis. Gewoon geboren werden ze maar uiterst zelden…
Ik kwam uit het witloof, zo vertelden mijn ouders me. Mijn zus kwam uit de rodekolen en nog een andere uit de bloemkool. En als ik vroeg of ik dan toch niet met de boot was gekomen, werd me heel beslist geantwoord dat ik uit het witloof kwam. [Marie-Louise L. °1941]
Lesmap Kwaad Bloed
45
Kwaad bloed Wanneer ze voor de eerste keer menstrueren, veranderen jonge meisjes in jonge vrouwen. De dag van vandaag worden vele dochters door hun moeder ingelicht over de heuglijke betekenis van dit moment, maar eens was dit anders…
Voor ze mijn koffer sloot, gooide moeder er een pak in. ‘Voor je weet wel.’ Ik vroeg: Voor je weet wel wat? Ze antwoordde natuurlijk weer: ‘Dat leer je nog op school. Als de tijd er rijp voor is.’ Ik wou niet wachten tot de tijd rijp was en maakte het pak de eerste avond al open. En? Geen koekjes, geen briefpapier, geen fijne verrassing, maar lange lapjes katoen met knoopsgaten aan de uiteinden en een vleeskleurige elastieken riem met twee knopen eraan. Ik snapte er niks van en legde het pak onder de kast tot ik erover zou leren .
Het taboe op vrouwelijk bloedverlies is van alle tijden en culturen. Opmerkelijk is wel dat tegenover de negatieve waardering van het bloedverlies bij vrouwen het ontzag staat waarmee de confrontatie van mannen met bloed vaak omkleed is. Mannen hebben meer dan vrouwen te maken met bewust bloedvergieten: als soldaat, offerpriester, beul… Deze vormen van bewust bloedvergieten leveren de man een aureool van eer of heiligheid of toch minstens respect en een zweem van macht. Ook in de kerk zien we deze dubbelzinnige houding. Het bloedverlies dat bij de vrouwelijke vruchtbaarheid hoort, geldt in kerkelijke context meestal als uitgesproken ‘onrein’. Centraal in de katholieke eredienst staat daartegen het heilige misoffer, de gedachtenis aan het lichaam en bloed van Christus.
Wist je dat …er vroeger vele vrouwen dachten dat ze gingen doodbloeden bij hun eerste menstruatie? ...er nog steeds mensen zijn die denken dat als je ongesteld bent, je geen mayonaise kan maken of geen slagroom kan kloppen? …de mensen vroeger dachten dat de menstruatie vooral een reinigende functie had? En om deze reiniging niet te onderbreken of te verstoren, mocht je je amper wassen. …de generatie van °1900-°1919 de eerste keer gemiddeld 13 jaar was en dat de leeftijd bij de jongste generatie gemiddeld op 12 jaar ligt? …de vrouwen vroeger soms een kleurrijke taal hanteerden om hun maandelijkse bloedingen een naam te geven? Zoals daar zijn: regels, maandstonden, Tante Rosa, vodden, kweddelen, de Russen met hun rode leger, bazaar, prutsen, brol, bucht…
Lesmap Kwaad Bloed
46
Je hebt ons toch horen zeggen dat die of die haar vodden had, dat zuster Miserie bij iemand op bezoek was, dat er rood alarm was, dat de vlag uit hing?
Over lapjes en doekjes
Geen meisje of vrouw zou zich nu nog kunnen indenken om een hele dag met haar gebruikte maandverbanden of tampons op zak te lopen. Toen er nog lapjes en doekjes gebruikt werden om het bloed op te vangen was dat echter de normaalste zaak van de wereld. Je moet zorgen dat je er een paar in de zak van je schort stopt, met een zakje erbij om de vuile in te doen. Je mag overdag niet naar de slaapzaal. De vuile verbanden moet je ’s avonds naar de zolder brengen en in de mand gooien waar je naam op staat. Dus op zolder staat een mand met mijn naam erop. Waarom heeft niemand me dat van tevoren verteld? Oh, daarom heet dat bloedzolder. De geschiedenis van het maandverband loopt parallel met die van de vrouwelijke onderbroek of is het omgekeerd? Onderkleren beschermen onze bovenkleding tegen allerlei lichaamsvochten. Bij vrouwen hebben ze uiteraard nog een bijkomende functie: het menstruatiebloed opvangen. Lange tijd droegen vrouwen echter helemaal niets onder hun onderrokken. Hun onderkleding beperkte zich tot een hemd en een korset. Zeker op het platteland was het helemaal niet aanstootgevend dat vrouwen onder hun kleren hun genitaliën en achterwerk onbedekt lieten. Het was namelijk de man die de broek droeg en niet de vrouw. Als de vrouw toch de broek droeg, was ze meteen verdacht, van lichte zeden of actief als danseres, wat eigenlijk op hetzelfde neerkwam. Slechts op het einde van de negentiende eeuw begonnen vrouwen speciaal vervaardigde onderbroeken te dragen. Waarschijnlijk werden ze voor het eerste gedragen door vrouwen uit de hogere klassen. De preutsheid van die eeuw dicteerde dat meisjes en vrouwen hun benen en zeker hun geslachtsorganen voortaan zouden afschermen van indiscrete blikken.
De eerste onderbroeken waren ‘open’ onderbroeken: het waren twee pijpen die werden samengehouden door een band in de taille. In die onderbroeken was geen ‘kruis’. Menstruerende vrouwen lieten het bloed gewoon op de grond druppen of veegden het weg met hun onderhemd.
Lesmap Kwaad Bloed
47
Het maandverband werd door de bretellen vast gehouden tussen de benen.
De vrouwen gebruikten banden die men net zoals de luiers kon uitwassen en hergebruiken. Aan de uiteinden van het maandverband zaten lusjes of knoopsgaten die aan beide kanten ter hoogte van de taille van de vrouw kwamen. De banden werden met een knoop of veiligheidsspeld of via lussen bevestigd aan een gordeltje.
Lesmap Kwaad Bloed
48
Later werden er speciale onderbroeken op de markt gebracht. Daardoor konden de uiteinden van het verband via haakjes of touwtjes aan het daarvoor gemaakte onderbroekje vast gehangen worden. Het aanbrengen van kleefstof in de jaren zeventig op de banden betekende het einde van het gebruik van gordeltjes en aangepaste onderbroeken.
Tampons bestaan al sinds mensenheugenis. Egyptische vrouwen gebruikten papyrusrollen, Romeinse vrouwen rolden repen linnen of wol op. Elke cultuur gebruikt en gebruikte natuurlijk materiaal dat in zijn directe omgeving te vinden was om die op te rollen en inwendig het bloed op te vangen. De eerste tampons verschenen in Amerika op de markt in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Zij hadden geen inbrenghulzen. Misschien was de Fax tampon de eerste op de markt. Fax gebruikte bij de handleidingen van zijn producten immers niet het woord tampon maar “pad-type napkin.” Dit kan er op duiden dat men het woord tampon niet gebruikte, simpelweg omdat het een nog ongekend woord en product was.
Gewenst versus ongewenst
Gewenst versus ongewenst?
Lesmap Kwaad Bloed
49
Gewenst versus ongewenst? Tot aan de eerste wereldoorlog waren er heel wat onwettige geboorten in België, zelfs tot 7%. Onder invloed van de katholieke kerk daalde dit tot zo’n 2% in de jaren 1940-1960. Toen de anticonceptiepil nog niet bestond waren er trouwens veel koppels die ‘moesten trouwen’. Maar dit betekende niet dat het aanvaard was. Ouders van een ‘zondig’ meisje deden er dan ook alles aan om de ongewenste zwangerschap van hun dochter te verbergen voor de gemeenschap. Liefste, ik laat je niet in de steek, ik weet wat ik moet weten, ik doe wat ik moet doen, loop vannacht weg, kom naar onze plek, wat van ons is moet bij ons blijven. Hé, dat moet van mijn zus zijn! Wie zo’n brief krijgt, heeft een pakske. Is ze weggelopen? Nee. Aan tafel praatte ik mijn mond voorbij. Ik was zo stom om zus te vragen hoe lang ze weg zou blijven. Moeder stoof naar boven en vond het pak kleren onder ons bed. Vader sloot zus op in onze kamer. Ik moest in de logeerkamer slapen en mocht niet meer met haar praten. Mijn zus wou dat ik dat briefje vond en las en snapte. Het ging niet om een pakske kleren, maar om een pakske kind!
Soms werden ongewenste kinderen te vondeling gelegd. Tot het einde van de 18e eeuw of het Ancien Regime, gebeurde het nogal eens dat een moeder of een ouderpaar dat om een of andere reden geen kinderen kon (of mocht) onderhouden, het kind bij een kerk of woonhuis neerlegde, in de hoop dat het op tijd gevonden zou worden, en in een betere omgeving zou opgroeien. Soms werd een vondeling vergezeld van een zogenaamd vondelingenbriefje waarop dan de namen en eventueel het geloof werden vermeld. Kloosters en hospitalen waren soms voorzien van een vondelingenluikje waarin men een kind kon neerleggen zodat het snel gevonden werd zonder dat de ouders zich bekend hoefden te maken. In de middeleeuwen en het Ancien Regime werden ouders van kinderen die te vondeling gelegd werden, twaalf dagen op een schavot publiekelijk gesteld om daarna uit de stad te worden verbannen. De vondeling zelf werd op de arm van een dienaar van de armenkamer begeleid door stadtrompetters, rondgedragen en getoond. In België bepaalde het decreet van 1811 dat in elk arrondissement een vondelingentehuis moest opgericht worden, voorzien van een vondelingenrol of –schuif waarin het kind kon worden gelegd (ook tour genoemd). Dat is zeker niet overal uitgevoerd. Uiteindelijk zullen in de 19e eeuw enkel in Brussel, Bergen (België), Gent (van 1820 tot 1863), Leuven en Antwerpen (van 1820 tot 1880) gedurende enkele decennia schuiven worden ingericht. De bedoeling van de wetgever was om hiermee de vondelingensterfte te beperken en kindermoorden te voorkomen. Mogelijk zorgde dit er wel voor dat er minder kinderen werden neergelegd langs openbare wegen, voor portieren of elders. Maar de controverse bleef bestaan of men hiermee niet juist de handel in kinderen in de hand werkte. Van verschillende zijden werd wel gepleit voor het opnieuw instellen van dergelijke veilige plaatsen voor het te vondeling leggen van pasgeboren kinderen. In 1999 werd op particulier initiatief in
Lesmap Kwaad Bloed
50
Hamburg een vondelingenschuif opgericht, spoedig gevolgd in talrijke andere Duitse en Europese steden. In Borgerhout (Antwerpen) nam de vzw Moeders voor moeders zulk initiatief in 2000, niet zonder inhoudelijke discussie, die echter ook politiek werd aangewakkerd omdat politici van het Vlaams Belang zich uitdrukkelijk achter dit initiatief schaarden. Op 17 november 2007 werd voor het eerst een baby te vondeling gelegd in de schuif te Borgerhout. Het kind, dat in goede gezondheid was, werd Thomas Nicolaas De Kleine genoemd.
Lesideeën voor een tikkeltje meer… -
Zin om Leuven op een andere manier te verkennen? Neem met je leerlingen deel aan de wandeling ‘Door Leuven met rode oortjes’: Een wandeling langs verdwenen middeleeuwse badstoven en 19de eeuwse rendezvoushuizen. Verhalen over prostitutie maar ook over bastaarden en vondelingen, of zwemmen in de Dijle waar dat mocht en niet mocht. Ook de naakte figuren in het stadbeeld en de weerstand die ze opriepen komen aan bod, afgewisseld met verhalen over het liefdesleven van bekende en minder bekende studenten en Leuvenaars. Gidsen voor deze wandeling kan je reserveren via de Dienst Toerisme
[email protected]
-
Op zoek naar lesmateriaal rond seksuele voorlichting? www.seksuelevorming.nl biedt een overzicht van thema's en lesmateriaal seksuele & relationele vorming voor leerkrachten in het basis- en voortgezet onderwijs (biologie, verzorging, maatschappijleer en levensbeschouwing). Via deze website stelt u een lesprogramma samen voor leerlingen van 4 tot en met 18 jaar.
-
Op zoek naar een spel rond seksualiteit of relaties? Neem een kijkje bij het centrum voor informatieve spelen of op http://www.spelinfo.be/
-
Wil je met je leerlingen de link maken naar de actualiteit? Neem een kijkje bij de krantenartikels over vondelingen, vermoorde baby’s, … Misschien ontstaan er wel boeiende discussies over de vondenlingenschuif of de abortuswet.
Lesmap Kwaad Bloed
51
Bibliografie DE KEYZER, D. (2004). De schaamte en de schrik, goesting en genot , Uitgeverij Van Halewyck, Leuven, 447 blz. Van Cauwenberghe, K. (2007) Schaamrood. De ervaring van menstruatie bij katholieke Vlaamse vrouwen (1920-1960), KULeuven Online geraadpleegd op http://www.fondspascaldecroos.org/uploads/documentenbank/d76a43c3a012684efca97da538c2e8 01.pdf http://nl.wikipedia.org/wiki/Vondeling http://www.vondelingenluik.be/index/be-nl/2936/
Illustraties http://home.tiscali.nl/~knmg1638/Figuur6K.gif http://www.fondspascaldecroos.org/uploads/documentenbank/d76a43c3a012684efca97da538c2e8 01.pdf
Tekstfragmenten De schuingedrukte citaten en de teksten in de witte kaders zijn fragmenten uit het boek ‘De schaamte en de schrik, goesting en genot’. De schuingedrukte teksten in de grijze kaders komen uit de theaterbewerking van ‘Kwaad Bloed’.
Lesmap Kwaad Bloed
52
Krantenartikels
http://www.crz.be/downloads/verborgen%20zwangerschap,demorgen131108.pdf
Lesmap Kwaad Bloed
53
Moeder gedumpt babylijk aangehouden wegens schuldig verzuim HLN UPDATE De moeder van de baby wiens lijkje zondagavond is gevonden in Kessel-Lo, is door de Leuvense onderzoeksrechter aangehouden. Dat meldt het Leuvense parket. Het gaat om een 21-jarig meisje dat haar zwangerschap had ontkend en alleen zou bevallen zijn. Kort na de bevalling zou het kind een natuurlijke dood gestorven zijn, zo verklaarde de moeder.
Chirolokaal Het baby'tje, een meisje, werd zondagavond gevonden in het materiaalhok van de plaatselijke chiro, toen de leiding het hok opruimde. Het lichaampje was in een doek gewikkeld en vervolgens in een plastic zak gestoken. Uit de eerste vaststellingen bleek dat het lijkje er al een enkele weken lag.
Uit vriendenkring chiro Buurtonderzoek en ondervraging van de chiroleiding bracht de speurders op het spoor van een 21-jarig meisje uit de vriendenkring van de jeugdbeweging. Haar omgeving was er lange tijd van overtuigd dat ze zwanger was, iets wat door het meisje zelf steeds was ontkend. Zelf sprak ze over gewichtstoename.
Volledige verklaring Het meisje is opgepakt en heeft bij haar verhoor een volledige verklaring afgelegd, zo zegt Patrick Vits, woordvoerder van het Leuvense parket. "Ze heeft toegegeven dat ze wel degelijk zwanger was en dat ze ook effectief bevallen is, alleen op haar kamer. De bevalling zou zeer zwaar geweest zijn en kort nadien zou het kindje overleden zijn." Omdat het meisje op geen enkel moment hulp heeft gezocht, noch tijdens de zwangerschap of tijdens de bevalling, noch nadien, is ze door de onderzoeksrechter in verdenking gesteld voor schuldig verzuim en is ze aangehouden.
Geen sporen van geweld Over de juiste manier waarop het baby'tje is overleden, bestaat ondertussen nog geen duidelijkheid. Een volledige autopsie moet daarover meer klaarheid scheppen, al zouden er op het eerste zicht geen sporen van geweld op het lichaampje vast te stellen zijn, aldus nog het parket. Ook wie de vader is van het kind, blijft nog een vraag die door het verdere onderzoek zal moeten beantwoord worden. Naar alle waarschijnlijkheid verschijnt de aangehouden moeder vrijdag voor de Leuvense raadkamer. Die zal zich dan verder uitspreken over haar aanhouding. (belga/lb) 11/11/08 15u01
http://www.hln.be/hln/nl/957/Belgie/article/detail/484129/2008/11/11/Vrouw-21-in-zaakgevonden-babylijkje-opgepakt.dhtml
Lesmap Kwaad Bloed
54
Baby te vondeling gelegd in Borgerhout ANTWERPEN - In de vondelingenschuif van de Antwerpse vzw Moeders voor Moeders in Borgerhout is zaterdag een baby aangetroffen. Het ging om een jongetje van vijf à zes dagen oud. Het kind kreeg intussen de naam Thomas Nicolaas De Kleine. OCMWvoorzitster Monica De Coninck is volgens de gangbare procedures aangesteld als voogd. De baby werd zaterdag om 11.45 uur in de vondelingenschuif gelegd. Het is de eerste keer dat gebruik gemaakt wordt van de schuif, die eind september 2000 in gebruik werd genomen. Via een alarmsysteem werden medewerkers van Moeders voor Moeders verwittigd, zodat het jongetje al na vijf minuten uit de schuif werd gehaald. Het kindje verkeerde in goede gezondheid, had geen honger, was gewassen en droeg nieuwe kleertjes. De baby bracht het weekend door bij vrijwilligers van de vzw. Enkele medewerkster van Moeders voor Moeders beslisten het kindje Thomas Nicolaas te noemen. OCMW-voorzitster Monica De Coninck, die volgens de gangbare procedures is aangesteld als voogd, koos de familienaam: De Kleine. 'Zo noemen we alle vondelingetjes die in Antwerpen worden gevonden', aldus De Coninck. Maandag werd Thomas overgebracht naar het Antwerpse kinderhome Good Engels. Daar werd hij bezocht door zijn voogd. 'Thomas wordt hier nu vier à zes weken opgevangen. Ondertussen wordt een pleeggezin gezocht. Als de echte ouders niet opduiken of het kindje niet terugwillen, kan dat pleeggezin de jongen adopteren', aldus De Coninck. Het is de eerste keer dat er een baby'tje in de vondelingenschuif wordt gelegd, maar de medewerksters van Moeders voor Moeders vinden dat de schuif met dit voorval zijn nut bewezen heeft. Zij vragen nogmaals dat het telefoonnummer van de vzw opgenomen zou worden in de lijst van noodnummers. 'We hebben moeite om de vondelingenschuif bekend en bespreekbaar te maken', luidt het. 'Als we door zo'n vondelingenschuif kunnen voorkomen dat er kinderen sterven, moet daarover gepraat worden', zo verklaarde De Coninck nog. Parket concentreert zich op zoektocht naar ouders ‘Ons onderzoek spitst zich toe op het traceren van de ouders die het kindje te vondeling hebben gelegd’, beklemtoont de Antwerpse parketwoordvoerster Dominique Reyniers. Bij de inhuldiging van de schuif, in 2000, heette het nochtans dat Moeders voor Moeders zich schuldig maakte aan mededaderschap. dsl (BELGA) http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?ArticleID=DMF19112007_043
Lesmap Kwaad Bloed
55
Antwerpse vondeling krijgt naam Michael De Kleine mee
20/07 De baby die zaterdag werd achtergelaten in de vondelingenschuif van Moeders voor Moeders in Borgerhout heeft de naam Michael meegekregen. Traditiegetrouw kreeg het inmiddels vier dagen oude jongetje zoals alle andere vondelingen die in de schuif worden gelegd de achternaam De Kleine toegewezen. Vandaag heeft Moeders voor Moeders het kind overgebracht naar de kinderhome Good Engels. Het parket is inmiddels gestart met een zoektocht naar de ouders. Als die zoektocht na zes maanden niets oplevert wordt Michael De Kleine definitief overgebracht naar een pleeggezin. Die pleegouders hebben het recht om de naam van het kind te wijzigen. Boete
Wie een minderjarig kind achterlaat, kan tot drie jaar cel en 1.650 euro boete krijgen, tenminste als het kind niets overkomt. Die straf geldt dus ook voor meisjes die hun kind in de vondelingenschuif droppen. Daarom werd in de Senaat gewerkt aan een alternatief voor de schuif: het discreet bevallen. Maar daar kwam tot op heden niets van terecht.
http://www.gva.be/antwerpen/borgerhout/antwerpse-vondeling-krijgt-naam-michael-de-kleinemee-3.aspx
Lesmap Kwaad Bloed
56
Twee rechercheurs geven naam aan stationskind dinsdag 28 november 2006/De Standaard Online Auteur: Van onze redactrice Christine De Herdt
Twee rechercheurs geven naam aan stationskind ESSEN. - De baby die zondag te vondeling werd gelegd aan het station van Essen, vlakbij de Nederlandse grens, heet voortaan Jasper Van Essen. Met dank aan rechercheurs Ludo Coutteau en Marc Jaspers. DIT hebben we nog nooit in onze carrière meegemaakt. Je mag nog zolang in het vak zitten, een onschuldig kind raakt je.'' Ludo Coutteau is al 24 jaar in dienst bij de politiezone Grens (Essen-Kalmthout-Wuustwezel). Marc Jaspers ietsje langer, 28 jaar. Beide collega's hebben hun steentje bijgedragen om de kleine jongen van een week oud, die zondag in een kartonnen doos op het perron werd achtergelaten, een nieuwe naam te geven. ,,We waren heel toevallig de rechercheurs van wacht'', zegt Ludo Coutteau. De officier van de gerechtelijke politie wil niet te veel in de kijker lopen, maar hij is wel bereid te praten over de eerste uren nadat een werkneemster van Infrabel, de Belgische spoorinfrastructuurbeheerder, de baby vond. ,,Ik kreeg onmiddellijk telefoon van mijn twintigjarige dochter. Ze wilde het kindje adopteren'', vertelt hij. ,,Haar vraag was niet eens zo verwonderlijk. Ze is het gewend pleegkinderen in de buurt te hebben. Vroeger brachten Kroatische kindjes, via de organisatie Eurochildren , hun vakantie bij ons door.'' Haar vurige wens kon hij niet inwilligen, aldus Coutteau. ,,We hebben naar een compromis gezocht. Ze mocht de naam kiezen. Jasper hoorde ze graag. In samenspraak met Mark Jaspers hebben we de knoop doorgehakt.'' Marc Jaspers vindt het prima. ,,Het is allemaal onverwacht gekomen, maar ik ben blij dat het jongetje Jasper heet. Het is een mooie naam.'' Terwijl Ludo Coutteau nu elk contact mijdt, brengt Marc Jaspers het kindje dagelijks een bezoekje.
Lesmap Kwaad Bloed
57
,,Ik probeer me er vanaf te schermen. Ik wil geen persoonlijke band. Het is al moeilijk genoeg'', zegt Coutteau. Marc Jaspers daarentegen is de enige die, buiten het personeel van het Klina-ziekenhuis in Brasschaat, de kleine spruit kon knuffelen. ,,Ik ben zijn maatschappelijke vader. Het is mijn plicht om ernaar om te kijken'', legt hij uit. ,,Ik word overstelpt met beertjes en kleertjes. Het is fantastisch dat een kleine gemeenschap als Essen zo betrokken is. Maar ik doe gewoon mijn job. Het is een van de vele dossiers.'' Toch raakt het hem. ,,Ik ben ook maar een mens. Ik ben zelf vader. Zo'n mooi en gezond kind ontroert me. Laat ons hopen dat de mama snel gevonden wordt. Al zal ze eerst voor de rechter moeten verschijnen.'' Volgens Jaspers mag ze niet met de vinger gewezen worden. ,,Je moet alles in een context plaatsen. We mogen haar niet te snel veroordelen. Misschien kan ze met de juiste begeleiding voor haar eigen zoon zorgen.'' Burgemeester Frans Schrauwen (CD&V) heeft het baby'tje gistermorgen, samen met Jaspers, aangegeven bij de burgerlijke stand. Volgens hem is het kind in goede handen. ,,Hij zal er zeer veel moeders hebben, met al die verpleegsters die zich maar wat graag over hem zullen ontfermen.'' De politie onderzoekt ondertussen alle mogelijke pistes. Dat de moeder van het kindje met de trein naar Essen kwam, is er daar een van. ,,Maar er zijn nog zoveel andere mogelijkheden'', besluit Schrauwen. Voorlopig blijft Jasper nog ter observatie in het ziekenhuis. De jeugdrechter zal binnen enkele dagen beslissen over zijn lot. Intussen herhaalt de vzw Moeders voor Moeders het verlangen om het nummer van hun vondelingenschuif onder de noodnummers te plaatsen. ,,Dan moest dat jongetje zondag misschien niet in de koude hebben gelegen", zegt voorzitster Monique Verdickt. Het vondelingenluik in de Helmstraat in Borgerhout bestaat zes jaar, maar werd nog nooit echt gebruikt. ,,Het probleem is dat we er geen promotie voor mogen maken", zegt Monique Verdickt. Ze vindt de kritiek dat het luik aan zou zetten tot het te vinden leggen van een kind, onterecht. ,,Natuurlijk is de vondelingenschuif ook geen oplossing voor een ongewenste zwangerschap. Maar het is wel het laatste noodmiddel voor een moeder die niet durft, wil of kan om hulp vragen. Het is soms het laatste redmiddel voor een kind dat anders mogelijk in een vuilniszak wordt gedumpt." In 2004 klopte een hopeloze Marokkaanse moeder aan bij de vzw. Ze wilde haar kind niet en stond het meteen na de geboorte af. Monique Verdickt nam Marie anderhalf jaar op in haar gezin. Maar toen eisten de grootouders het meisje op. Vandaag heeft Monique Verdickt geen contact meer met Marie. ,,En dat doet vreselijk veel pijn", zegt ze.
of kijk op http://www.youtube.com/watch?v=gaKy5ZpvvkQ
Lesmap Kwaad Bloed
58
Vondeling Jasper viert eerste verjaardag in kinderhome
Josée Elst, de voogd van vondeling Jasper Van Essen.
Jasper Van Essen, de baby die eind november 2006 te vondeling werd gelegd aan het NMBS-station van Essen in het noorden van Antwerpen, zal zijn eerste verjaardag in het OCMW-kinderhome Good Engels vieren. Een spoor naar de natuurlijke ouders van het jongetje is er volgens het OCMW van Essen en de voogd van het kind nog steeds niet. Binnen afzienbare tijd zou Jasper daarom dan toch naar een adoptiegezin verhuizen. Jasper is intussen een kerngezonde knaap geworden. Op 20 november mag hij officieel zijn eerste verjaardagskaarsje uitblazen. "Hij stelt het zeer goed", vertelt Josée Elst die kort na zijn vondst door het OCMW als voogd werd aangesteld. De vrouw bezoekt hem niet meer dagelijks omdat hij anders te gehecht aan haar zou geraken. "Ik hou wel goed contact met het home." Volgens Elst heeft het aangestelde adoptiebureau intussen een gezin op het oog dat Jasper zal adopteren. Details over dat gezin kan de vrouw niet geven, maar vast staat dat de vondeling goed terecht zal komen. "Het zal nu niet lang meer duren. Ik heb de mensen al ontmoet en ben er zeer gerust in." Volgens OCMW-secretaris Stefaan Denewet is de lange opvang van Jasper in het home een bewuste strategie geweest en was er allesbehalve een gebrek aan pleeg-of adoptiegezinnen die het jongetje met liefde en toewijding zouden opvoeden. "De ervaring leert ons dat, als er niet degelijk gezocht wordt naar de natuurlijke ouders en er te snel een vervanggezin wordt gekozen, de kinderen daar bij het opgroeien moeilijkheden mee kunnen hebben", aldus Denewit. Officieel loopt de zoektocht naar Jaspers ouders nog steeds. Als Jasper meerderjarig wordt heeft hij alvast een handig appeltje voor de dorst. De massale giften zijn intussen stilgevallen, toch heeft het jongetje zowat 3.000 euro op zijn rekening staan. (belga/dm) De Morgen 06/11/07 16u53
Lesmap Kwaad Bloed
59
Naar Frankrijk voor geheime bevalling zaterdag 07 juli 2007/De Standaard Online BRUSSEL - Discrete bevalling zou uitweg kunnen bieden. Zwangere vrouwen kunnen na de bevalling niet verdwijnen. Om daar verandering in te brengen, circuleert al een tijdje het plan om 'discreet bevallen' mogelijk te maken. Of dat de babymoord in Maldegem had kunnen voorkomen, is nog maar de vraag. Vrouwen die geen enkele mogelijkheid zien om in te staan voor de opvoeding, kunnen in België kiezen tussen abortus en afstand voor adoptie. In het laatste geval worden ze automatisch geregistreerd, zodat het kind later de biologische moeder kan achterhalen. Vrouwen voor wie dit geen optie is, kunnen anoniem bevallen in Frankrijk. De geboorte 'sous X' krijgt in Frankrijk en daarbuiten veel kritiek. 'Vrouwen nemen de beslissing om anoniem te bevallen in een crissisituatie', zegt Jo Labens van de adoptiedienst Gewenst Kind. 'Zowel moeders als kinderen gaan achteraf vrijwel altijd op zoek naar elkaar. Als we over gegevens beschikken, lukt het ons vaak hen samen te brengen. Maar er zijn veel hopeloze gevallen.' Daarom is hij tegen anoniem bevallen, maar 'discreet bevallen' is een ander verhaal. Het idee daarachter is dat een onafhankelijke instantie de gegevens van moeder en kind bewaart. Enkel als beide partijen akkoord gaan, krijgen ze elkaars dossier. Daarnaast kan het kind sowieso om een 'sluimerlijst' vragen. Daarin kan de moeder erfelijke gegevens in verband met ziektes en de reden voor adoptie achterlaten. Na de aandacht voor vondeling Jasper Van Essen dienden Guy Swennen en Magda De Meyer (SP.A) een wetsvoorstel in. Dat raakte deze regeerperiode niet meer op de agenda. 'Ik zal de zaak opnieuw naar voren duwen', zegt Swennen, die als gecoöpteerd senator naar het parlement gaat. In het wetsvoorstel staat dat de vrouwen psychologische begeleiding zouden krijgen. 'In Frankrijk is zeker de nazorg minder', zegt Vlaams adoptieambtenaar Dorine Chamon. 'Bovendien is Frans een struikelblok. Ik heb meegemaakt dat vrouwen die zeker waren van adoptie, tijdens gesprekken van mening veranderden.' Chamon is voorstander van de mogelijkheid tot discreet bevallen. 'Vrouwen willen het beste voor hun kind. Wanneer ze denken dat ze het zelf geen toekomst kunnen geven, kiezen ze er soms voor het af te staan, ook al kost hen dat veel verdriet.' Over de baby uit Maldegem wil ze niet te veel kwijt. 'Voor sommige vrouwen is een zwangerschap een levensbedreigende situatie. Bij de bevalling raken ze in paniek. Als ze dag en nacht naar een ziekenhuis buiten hun stad konden gaan om in alle discretie te bevallen, zouden sommige drama's wellicht voorkomen kunnen worden.' Gerechtspsychiater Rudy Verelst denkt niet dat de mogelijkheid tot discreet bevallen voor de baby uit Maldegem verschil had gemaakt. 'Bij babymoord gaat het om vrouwen die de zwangerschap bewust of onbewust ontkennen. Ze willen geen oplossing zoeken omdat ze het probleem niet erkennen.' (est)
Lesmap Kwaad Bloed
60
Vondeling donderdag 23 juli 2009/De Standaard Online Auteur: Jo Labens (voorzitter Erkende Vlaamse Adoptiediensten)
(VOORZITTER ERKENDE VLAAMSE ADOPTIEDIENSTEN) - Als gevolg van de situatie met 'Michaël De Kleine', het kindje dat dit weekend in het vondelingenluik werd achtergelaten, laait de discussie over het nut van dit luik en een anonieme bevalling weer zeer hoog op. Polls op krantenwebsites over het nut van dit vondelingenluik hebben als voorspelbaar resultaat dat een meerderheid van de lezers voor het luik en voor anoniem bevallen te vinden is. Als professionele adoptiewerkers, met ook zeer veel ervaring bij nazorg en begeleiding van geadopteerden bij het zoeken naar hun wortels, kunnen we dit enkel ten zeerste betreuren. Het plaatsen van een kindje in het vondelingenluik en elke andere vorm van te vondeling leggen of anoniem bevallen zijn uitingen van kortetermijndenken. Onze ervaring leert dat het overgrote deel van de geboortemoeders dit later ten zeerste betreurt, maar door de omstandigheden of door schaamte niet in staat is deze beslissing ongedaan te maken. Ook voor de geadopteerden is dit een drama op lange termijn. Ieder mens heeft het recht en de nood zijn afkomst te kennen, dit basisrecht wordt aan deze personen ontnomen. We pleiten dan ook dat het bestaan van een vondelingenluik ten strengste zou veroordeeld worden en er ook een ernstige straf op zou staan, wegens het uitlokken van een misdrijf. De enige verantwoorde oplossing is een vorm van discreet bevallen. Al diverse malen werden hier zeer goede wetsvoorstellen voor ingediend, tot op heden zonder een definitieve stemming in het parlement. We doen dan ook een oproep dat de mogelijkheid tot discrete bevalling in het Belgisch recht bij hoogdringendheid zou worden opgenomen en dat middeleeuwse toestanden, zoals een vondelingenluik, onmogelijk zouden worden gemaakt.
Lesmap Kwaad Bloed
61
1961 Voor Emma in Kwaad Bloed is 1961 het jaar dat ze de kostschool invliegt. Ze is dan 15. In 1961 zag de wereld er helemaal anders uit dan nu: mensen droegen andere kleren, richtten hun interieur anders in en hadden heel wat andere gewoontes. Aan de hand van onderstaande foto’s1 én verhalen van (groot)ouders kunnen de leerlingen zich misschien al het één en ander voorstellen en informatie uitwisselen. Om even te tellen bij wijze van instap: mensen (ouders van leerlingen?) geboren in 1961 zijn nu 48.
1
Alle foto’s zijn van de volgende website genomen:
http://sites.google.com/site/vriendenkringmannenvan1961/fameuze-historische-feitenvan-1961
Lesmap Kwaad Bloed
62
Lesmap Kwaad Bloed
63
Leerlingen kunnen ook brainstormen rond enkele grote thema’s (verliefd zijn, uitgaan, trouwen, media en communicatie tussen jongeren (gsm edm.), puberteit, . . .) en in groepjes nadenken over toen en nu, en tot een vergelijking komen. Lkr. kan hierrond een zoekopdracht geven (op de computer). Wie is er geboren in 1961?
Kennen de lln. deze beroemdheden, BV’s uit verschillende disciplines en landen? Er kan gewerkt worden vanuit foto’s of beeldmateriaal (YouTube). 16 februari 1961: Joëlle Milquet (Waalse politica) 26 maart 1961: Phara de Aguirre (journaliste VRT) 1 april 1961 : Susan Boyle (kandidate Britain’s Got Talent) 25 april 1961 : Frank De Winne (Belgisch astronaut) 6 mei 1961: George Clooney (Amerikaanse acteur) 25 juni 1961: Ricky Gervais (Brits acteur in en schrijver van o.a. The Office) 1 juli 1961: Lady Di (Lady Diana Spencer - princes of Wales, overleden in 1997) 4 augustus 1961: Barack Obama (president van Amerika) 25 oktober 1961: Chad Smit (Amerikaans drummer van de Red Hot Chili Peppers) De volgende platen zijn grote hits in 1961 en kunnen gebruikt worden als sfeerschepper: Let’s Twist Again van Chubby Checker I'm Gonna Knock On Your Door van Eddie Hodges Non, Je Ne Regrette Rien van Edith Piaf Can't Help Falling in Love van Elvis Presley Walking Back To Happiness van Helen Shapiro Hello Mary Lou van Ricky Nelson Crying van Roy Orbison
Lesmap Kwaad Bloed
64
Hieronder volgen een aantal feiten en weetjes uit het (wereld)nieuws: In 1961 wordt J. F. Kennedy president van Amerika. Een zekere Barack Obama die in dat jaar geboren wordt, is nu president van Amerika. De anticonceptiepil kwam op de Vlaamse markt in 1961. Aanvankelijk vond de pil moeilijk zijn weg naar de Vlaamse vrouw. Verspreiding en informatie waren bij wet verboden en veel huisartsen weigerden om ideologische redenen de pil voor te schrijven. Toch zagen steeds meer vrouwen in de pil een eenvoudige manier om controle te krijgen over hun vruchtbaarheid en vonden zij langzaamaan hun weg naar de medische consultatiebureaus. De vrouwenbewegingen doorbraken het taboe en spraken openlijk over seksualiteit en anticonceptie. Een traditionele vrouwenbeweging als de Socialistisch Vooruitziende Vrouwen (SSV) pleitte in haar tijdschrift De Stem der Vrouw in 1961 voor het opschorten van de wettelijke beperkingen rond anticonceptie. Pas in 1973 [sic!] werd het wettelijk verbod op de verspreiding en de reclame voor voorbehoedsmiddelen opgeheven.2 In 1961 was ruimtevaart een hot item en zeker de wedloop tussen USA en USSR. De Amerikaanse chimpansee Ham is het eerste Amerikaanse dier dat op 31 januari een ruimtevlucht maakt met een Redstone-Mercury capsule. Op 12 februari wordt de allereerste ruimtesonde, Venera-1, naar de planeet Venus gelanceerd. Yuri Gagarin is de eerste mens die op 12 april voor het eerst een ruimtereis maakt. Alan Shepard is de eerste Amerikaan die op 5 mei een ruimtereis maakt met zijn Mercury ruimtecapsule.3 Amnesty International is opgericht in 1961 in het Verenigd Koninkrijk door de Britse advocaat Peter Benenson.4 De Berlijnse Muur die Duitsland brutaal in twee stukken verdeeld wordt opgetrokken.
2
Letterlijk overgenomen van volgende website: http://www.rosadoc.be/joomla/index.php/het_geheugen/het_geheugen_in_thema_s/seksualiteit_en_ouderschap.h tml 3 Letterlijk overgenomen van volgende website: http://sites.google.com/site/vriendenkringmannenvan1961/fameuze-historische-feiten-van-1961
4
Zie website Amnesty International
Lesmap Kwaad Bloed
65
Voor meer historische feiten, mooie foto’s en een filmpje (Nederlands) verwijzen we naar onderstaande websites waar ook alle andere informatie van komt: http://nl.wikipedia.org/wiki/1961 Extra: De 2 artikels hieronder kunnen als extra gebruikt worden om met de lln. de tijdsgeest te bespreken. Vooral het eerste artikel leent zich hiertoe (betoging van jongeren tegen gevestigde orde – begin seksuele/culturele revolutie). Er kan eventueel ook een link gelegd worden met gedichten van Hans Andreus, Hugo Claus, . . . rond thema’s van liefde, seksualiteit, . . .
Lesmap Kwaad Bloed
66
Parool, 8-12-'615
Anti A-bom-betogers fors aangepakt Demonstratie in drukste deel van Amsterdam Amsterdam, maandag.- Ongeveer dertig jongelui hebben zaterdagmiddag naar Engels voorbeeld een zit-demonstratie gehouden tegen het gebruik van atoombommen. De politie heeft de demonstranten, die het verkeer op de Heiligeweg blokkeerden, hardhandig verwijderd. In deze straat werden de jongelui tijdens hun protestmars met spandoeken door politiewagens ingesloten. Toen gingen zij met hun spandoeken op de grond zitten. Het waren hoofdzakelijk studenten; ongeveer vijftien jongens en tien meisjes. De politie maakte gebruik van de gummistok. Een aantal deelnemers aan het geweldloos verzet en een aantal omstanders, dat zijn verontwaardiging over het politieoptreden niet onder stoelen of banken stak, werden meegenomen. Een omstander, een jongen, werd met een gummistok zodanig gehavend, dat hij naar een ziekenhuis moest worden gebracht. De demonstranten waren al eerder op de middag met de politie in aanraking geweest, nadat zij zich voor de eerste keer om half drie op de hoek van Kalverstraat en Heiligeweg verzamelden. Met hun leuzen 'Nederland geen Hiroshima, een mensheid of geen mensheid. Beter nu actief dan straks radioactief', liepen zij door de drukste winkelstraat naar de Dam. De stoet ging vervolgens naar het Damrak, maar bij de Oudebrugsteeg werden de demonstranten aangehouden door de politie. Daar gingen zij voor de eerste keer op straat zitten. De politie nam hen toen, af en toe hardhandig, kartonnen leuzen en spandoeken af. Eenzelfde tafereel herhaalde zich later op de Heiligeweg. Daar werd een meisje, dat zich verzette toen de politie haar pamfletten uit de hand wilde nemen, over straat naar een politieauto gesleept. Een achttienjarige jongen uitte in onvervalst Amsterdams zijn afschuw over het politie-optreden en gaf een agent een duw. Daarna werd hij door vier agenten met gummiknuppels geslagen. Hij werd ernstig aan het hoofd gewond. Even later werd een 22jarige studente uit Amsterdam door zes agenten tegen de straat geslagen, nadat zij "schoften" tegen de dienaren der wet had geroepen. Een agent zette zijn knie vlak onder haar keel, terwijl andere agenten sloegen. Uit het publiek, waaronder enige buitenlanders, klonken in vele talen verwensingen aan het adres van deze agenten.
5
http://home.hetnet.nl/~rpn60/Provokrant1.htm
Lesmap Kwaad Bloed
67
De arrestanten werden naar het bureau Singel gebracht, waar zij een proces-verbaal kregen: twee meisjes wegens belediging, twee anderen wegens verzet tegen de politie en de rest wegens ordeverstoring. Commissaris De Ruiter, chef van het politiebureau Singel, deelde ons vanmorgen mede, dat hij het optreden van zijn personeel niet kan beoordelen, aangezien hij er niet bij was geweest. "Ik heb echter de indruk gekregen", zei hij, "dat men bij dit soort demonstraties kennelijk in de eerste plaats op relletjes uit is. Men ontziet zich niet een agent af te drogen, als men de kans krijgt; bij vorige gelegenheden heeft men zelfs eens geprobeerd een politieman in een gracht te gooien".
13 augustus 1961. Berlijn ontwaakt als verdeelde stad6 • •
donderdag 13 augustus 2009 Auteur: bvb
13 augustus 1961. Berlijn ontwaakt als verdeelde stad rr Op 13 augustus 1961 begon het DDR-regime met het afsluiten van de grenzen naar West-Berlijn. In alle vroegte rolden 40.000 Oost-Duitse soldaten en politiemensen prikkeldraad uit om de stroom vluchtelingen te stoppen. De Berlijners ontwaakten en vonden zichzelf afgesloten van hun familie, vrienden en werk. De Muur zal bijna 30 jaar lang het stadsgezicht van Berlijn bepalen, maar zal even plots verdwijnen als ze gekomen is. Begin 1989 verklaart de sterke man van communistisch Oost-Duitsland, Erich Honecker, nog dat ,,de Muur ook over vijftig of honderd jaar nog overeind zal staan''. Tien maanden later lag het meest absurde bouwwerk van Europa tegen de vlakte. Gebouwd in 1961, 3,60 meter hoog, met een streng bewaakte Todesstreifen om vluchtende DDR-burgers te doden. ,,We mochten schieten tot ze bovenop de Muur waren geraakt'', vertelde een grensbewaker later aan De Standaard . ,,Dan niet meer. Misschien werden ze gefilmd vanuit West-Berlijn en een dode vluchteling zou slechte propaganda zijn voor onze staat.''
6
De Standaard Online
Lesmap Kwaad Bloed
68
Berenklauw In België bestaan er twee soorten BERENKLAUWEN, namelijk de reuzeberenklauw (Heracleum mantegazzianum) en de gewone of inlandse berenklauw (Heracleum sphondylium). De reuzeberenklauw, die oorspronkelijk uit het Kaukasisch gebergte komt, wordt 5 meter hoog en heeft tussen juli en september paraplugrote, witte bloemschermen met een diameter tot 50 cm. De enorme bladeren zijn behaard en de stengel is roodgevlekt. De gewone berenklauw heeft geen rode vlekken op de stengel en wordt slechts 2 meter hoog. Oorspronkelijk werd de reuzeberenklauw vanuit de voormalige USSR naar de Europese siertuinen en borders gebracht wegens zijn decoratieve uiterlijk. Vandaag is de plant verwilderd en de zaden verspreiden zich via dewind zodat de reuzenbereklauw in grotehoeveelheden wordt teruggevonden langsheende autosnelwegen en de spoorlijnen en in verwaarloosde tuinen en bossen. Een zeer gevaarlijke plant ! Al vlug ontdekten de natuurliefhebbers dat ze deze indrukwekkende plant niet mogen aanraken. Het sap bevat een bijtende stof die in combinatie met de ultraviolette stralen van de zon reageert als een zuur en ernstige brandwonden veroorzaakt op uw huid. Bij regenweer irriteert de plant veel minder. De artsen noemen de reactie op uw huid fytofotodermatitis. In het sap zitten furocoumarinen, die uw huid overgevoelig maken voor zonlicht (fotosensibilisatie). Ongeveer 24 uur na het contact met het sap ontstaan rode, jeukende vlekken, die enkele uren later overgaan in een scherp begrensde ontsteking van de huid met zwelling en blaarvorming. Deze letsels kunnen er uitzien als echte brandwonden en genezen pas na 1 à 2 weken. Na genezing kunnen ze een bruinverkleuring (hyperpigmentatie) van de huid achterlaten. Als het sap in de ogen terechtkomt, kan in sommige gevallen permanente blindheid ontstaan. Het sap van de berenklauw is ook giftig! Er zijn al mensen gestorven nadat een kleine hoeveelheid van het giftige berenklauwsap in hun lichaam terechtkwam via hun mond. www.zorg-en-gezondheid.be
Lesmap Kwaad Bloed
69
Theater Theatertekens in Kwaad Bloed Als je een theatervoorstelling goed wil begrijpen, moet je in de eerste plaats goed observeren. Om je hierbij te helpen, krijg je een overzicht van een aantal theatertekens die bij elke productie aanwezig zijn. Uiteraard krijgen bepaalde tekens in een voorstelling meer belang dan andere. Om je even op weg te helpen bij het observeren van onze voorstelling ‘KWAAD BLOED’ staan er bij elk theaterteken wat richtvragen. Denk erover na en bespreek je antwoorden nadien met de regisseur, actrices, je vrienden en vriendinnen en met je leerkracht. • LICHAMELIJKHEID Lichamelijkheid slaat in de eerste plaats op de keuze van de acteurs: wie speelt welke rol. De keuze van de acteurs is uiteraard bepalend voor de manier waarop de rol wordt ingevuld. Vind je de rolverdeling geslaagd? Lukt het je om achter de actrices het personage te zien? Waarom (niet)? • KOSTUUM De keuze van de kledij bepaalt mee de visie op het personage en op de betekenis van het stuk. De kleding kan naar een sociale, historische of professionele context verwijzen. De grime en het gebruik van maskers behoren ook tot dit theaterteken. Past de kostumering bij het stuk, bij het verhaal? Waarop hebben we ons gebaseerd om deze kostumering te kiezen? • MIMIEK en GESTIEK Mimiek en gestiek zijn de meest directe tekens om een personage te karakteriseren, om bepaalde gevoelens te uiten. Mimiek en gestiek hangen ook rechtstreeks af van de gekozen acteerstijl. Opvallend in theater is dat dit theaterteken vaak gecontrasteerd wordt met de gesproken tekst. Als een personage iets anders bedoelt dan wat hij werkelijk zegt, ontstaat er subtekst en dus spanning. Hoe maakt Gina (Bie en de zusters) gebruik van mimiek en gestiek om de verschillende rollen die ze speelt gestalte te geven? Ook Wendy (Emma) legt in haar spel veel nadruk op dit theaterteken. Hoe doet ze dat? Waarom? • NABIJHEID De houding van de personages tegenover elkaar verduidelijkt hun relatie. Personages kunnen elkaar al dan niet aankijken, aanraken, hun rug naar elkaar toedraaien. Waarom is dit theaterteken erg belangrijk in onze voorstelling?
Lesmap Kwaad Bloed
70
• DECOR Het decor is niet zomaar het bijeenplaatsen van een aantal voorwerpen, maar het bepaalt sterk de betekenis van het stuk. Waar speelt het stuk zich af? Is het decor een realistische weergave van de setting waarin het stuk plaatsvindt of dient het decor eerder tot symbool? Is het decor bij Kwaad Bloed realistisch of eerder symbolisch? Waarom? • REKWISIETEN De rekwisieten kunnen realistisch worden gebruikt om aan te tonen waar een personage mee bezig is, maar hebben ook vaak een symbolische functie. Geef een voorbeeld van symbolisch gebruik van rekwisieten in onze voorstelling. • LICHT De belichting kan het aanwezige gevoel op scène versterken, maar kan ook een tegengestelde functie hebben. Is de belichting een opvallend theaterteken in onze voorstelling? Werkt het versterkend? • VERBALE MIDDELEN In veel theaterstukken is de tekst nog steeds een centraal theaterteken. Bij een analyse van de tekst gaat de meeste aandacht vooral naar de thema’s en motieven. Welke thema’s/motieven werden benadrukt in deze voorstelling? Voor wie het boek las: in hoeverre sluiten deze thema’s/motieven aan bij de thematiek van het boek? Welke thema’s/motieven uit het boek komen minder duidelijk naar voor in deze theatervoorstelling?
• PARAVERBALE MIDDELEN Hier gaat de aandacht naar de manier waarop de tekst wordt uitgesproken: ironisch, pathetisch, zenuwachtig. Geef één voorbeeld van een scène uit de voorstelling waarin de paraverbale middelen erg opvallend zijn.
• MUZIEK en GELUID De muziek kan door de acteurs zelf geproduceerd worden of op scène weerklinken. In dat laatste geval kan de muziek, net als de belichting, sfeerscheppend zijn of net contrasterend. Weet je waarop we ons gebaseerd hebben om de ‘vuile liedjes’ te integreren in de voorstelling?
Lesmap Kwaad Bloed
71
Een dramales over personages Kwaad Bloed is een muzikale voorstelling waarin verschillende personages uit het kloosterleven aan bod komen. Een aantal van deze personages wordt vertolkt door dezelfde actrice. Hun typische kenmerken, tics, eigenschappen worden geaccentueerd en overdreven gespeeld. De les is opgebouwd rond een combinatie van eigenaardigheden van zusters en broeders en hun alledaagse handelingen. Dramalessen vinden bij voorkeur plaats in een lege ruimte met een goede akoestiek. Voor je start met een dramales maak je met de leerlingen duidelijke afspraken: − de leerkracht geeft een teken, wanneer de leerlingen mogen beginnen spelen. Met een tweede teken wordt de improvisatie stil gelegd. − Als de leerkracht een opdracht uitlegt, mogen de leerlingen nog niet spelen. Leerlingen zijn vaak zo enthousiast, dat sommigen dit wel doen. Daardoor zijn er weer anderen die de opdracht niet begrijpen. - wanneer een aantal leerlingen spelen, luisteren de anderen. Door te kijken leer je veel. − Als leerlingen wat langer naar een opdracht moeten luisteren, dan laat je ze best even (op de grond) zitten.
Opwarming en inleiding : De oefeningen die aan bod komen hebben te maken met het kloosterleven. Aan de leerlingen wordt gevraagd of ze al ooit een klooster hebben bezocht. Of ze in de familie een tante nonneke of nonkel pater hebben. Wat ze typerend vinden. Wat er in een klooster allemaal gebeurt. Films en boeken kunnen soms ook een inspiratiebron zijn. Daarna zegt de leerkracht dat de leerlingen tijdens de les zelf kloosterlingen gaan spelen met hun typische kenmerken. De leerkracht vraagt de leerlingen om een aantal handelingen op te noemen die geassocieerd worden met het kloosterleven. De leerkracht kiest 4 handelingen. Deze 4 handelingen worden gekoppeld aan 4 getallen De docent roept de getallen luidop – de leerlingen voeren de handeling uit die hierbij horen. De docent doet eerst zelf de handelingen (acties) voor die bij elk getal horen. Bij het roepen van de getallen kan er gevarieerd worden in snelheid.
Lesmap Kwaad Bloed
72
Voorbeeld van handelingen : 1 – bidden (geknield – handen gevouwen naar de lucht) 2 – tuin omspitten 3 – de mis opdragen 4 – kruis op schouders voortslepen
Kern: 1. Inleefverhaal : De leerkracht vraagt de leerlingen te stappen door het lokaal. Tijdens het stappen vertelt de leerkracht een verhaal dat de leerlingen tegelijkertijd uitbeelden. Gebruik zoveel mogelijk beeldspraak, dat prikkelt de fantasie van de leerlingen. Voorbeeld : “Stel je voor dat je door de gangen en de zalen van het klooster stapt. Alles verloopt heel sereen. Het is muisstil. Hier en daar staan er heiligenbeelden. Steeds als je langs zo’n beeld passeert sta je even stil. Je bekijkt het beeld, slaat een kruisteken, knielt. Je gaat de immense bibliotheek van het klooster in. Overal waar je kijkt staan boeken. Je neemt de bijbel van de bovenste plank van de kast. Het boek weegt heel zwaar. Je draagt het boek naar een bank en gaat heel plechtig zitten. Heel voorzichtig sla je het boek open...” De leerkracht kan de leerlingen daarna vrij laten rondstappen en het klooster zelf laten ontdekken.
2. Spelen terwijl de anderen kijken. De leerkracht vraagt aan de helft van de klas om even aan de kant te gaan zitten en te kijken naar wat de anderen doen.Zij zijn het publiek. De leerlingen die spelen krijgen een bepaalde situatie opgelegd. Na het spelen vraagt de leerkracht aan het publiek wat ze gezien hebben of het juist gespeeld was of niet. Daarna wisselen spelers en publiek van rol. De nieuwe spelers krijgen een andere situatie aangeboden. Dan volgt er opnieuw een korte bespreking.
Lesmap Kwaad Bloed
73
De situatie kan zijn : - je bent een kloosterling, je zit in je kamertje en je maakt je klaar om naar de mis te gaan. - kloosterlingen moesten naast hun liturgische plichten (bidden ) ook handenarbeid verrichten zoals gewassen verbouwen. Denk eraan dat je een habijt draagt tijdens dit zware werk.
3. Eigenaardigheden in gedrag verzamelen. De leerlingen gaan in een kring zitten. De leerkracht vraagt of ze een aantal eigenaardigheden in het gedrag kunnen benoemen van mensen uit hun naaste omgeving. Deze eigenaardigheden moeten duidelijk zichtbaar zijn, anders zijn ze niet speelbaar genoeg. (Enkele voorbeelden zijn: iemand die voortdurend in zijn handen wrijft, iemand die zijn handen door zijn haren strijkt, iemand die zijn schouders ophaalt, iemand die mankt bij het stappen.)
4. Zelf eigenaardigheden verzinnen en spelen. De leerlingen werken per twee. Op basis van de eerder gespeelde situaties (of nieuwe) wordt er aan de leerlingen gevraagd of ze bij hun personage (zuster/broeder) een bepaalde eigenschap/ eigenaardigheid kunnen verzinnen. Elk groepje van twee moet er drie bedenken en die even spelen.
5. Tonen aan de groep Van de drie situaties die ze geoefend hebben laten ze er één aan de andere leerlingen zien. Niet de hele klas moet hier aan bod komen. Als de klas te groot is gaat dit te lang duren.
6. De eigenaardigheid uitvergroten Er worden terug nieuwe groepjes gemaakt, deze keer met drie leerlingen. Ze bedenken een nieuwe situatie met een nieuwe eigenaardigheid. Er wordt aan de leerlingen gevraagd de eigenaardigheid groter uit te spelen en te kijken wat het effect is op hun hele lijf. Misschien krijgt de handeling nu de vorm van een dwangneurose. Voorbeeld : iemand die voortdurend in zijn handen wrijft, kan zijn hoofd en schouders intrekken, zodat het net een oud mannetje wordt
Lesmap Kwaad Bloed
74
7. Tonen aan de groep. Ook hier wordt weer de situatie getoond aan het publiek en nabesproken. Wat voor type zag je ? Kan er nog iets verbeterd/aangepast worden ?
8. Introductie stemgebruik. De vorige oefeningen gebeurden allemaal zonder gebruik te maken van de stem. Toch kan stem een bepaalde houding veel sterker maken. En dan met name stemverandering of toontje. De leerlingen gaan in een kring staan. De leerkracht geeft een geluid door aan de persoon links van haar. Die neemt het geluid over en geeft deze op zijn beurt weer door. Zo gaat het geluid een aantal keer de kring rond.
9. Geluid variëren Het geluid wordt doorgegeven maar ze variëren met veranderende stemmen/toontjes. Het geluid mag ook een woord of korte zin zijn. Voorbeeld : op een enge toon ‘bijbel’ zeggen
10. Stemgebruik koppelen aan hun eigenaardigheid Enkele leerlingen tonen hun personage met hun karakteristieke eigenaardigheid opnieuw en de leerkracht laat anderen bedenken en voordoen hoe de stem van dit personage zou kunnen klinken .. Dit kan met eenvoudige zinnetjes. De leerling die het personage speelt, kiest daarna welke stem hij zelf het best vindt passen.
Lesmap Kwaad Bloed
75
Eindopdracht: 1. Scène uitspelen. Per groepje van drie wordt een scène gespeeld waarin de personages aan bod komen. De leerkracht kan een situatie schetsen of de leerlingen vrij laten in het bepalen van de scène. De scène speelt zich af op één plaats en de drie personages moeten verschillen in houding (eigenaardigheid) en in stemgebruik. De scène mag max. 2 minuten duren. Ze krijgen 10 minuten de tijd om te oefenen.
2. Toonmoment De groepjes laten elk hun scène zien. (Eventueel kan er voor het toonmoment nog een oefenmoment ingelast worden waarbij ze aan een ander groepje hun scène laten zien. Zij geven dan eventuele tips om de scène te verbeteren.) Tijdens het toonmoment zegt de leerkracht dat hij de tijdslimiet strikt wil nakomen. In functie van de tijd laat hij een scène al dan niet stilleggen. De leerlingen mogen bij het stilleggen van hun scène, wel even het einde vertellen.
Nabespreking: In de nabespreking overloopt de leerkracht de verschillende scènes en haalt hij de meest opvallende keuzes of meest opvallende momenten eruit. Wat vonden de leerlingen er zelf van ?
Lesmap Kwaad Bloed
76
Muziek Vuile liedjes En rijen is plezant! Diane de Keyzer in gesprek met Marita de Sterck 'Zing je van sloten en sleutels, violen en fluiten, rozen en pruimen, iets!'
dan klikt er
Vuile liedjes zijn van altijd en overal. Ook Vlaanderen heeft een rijke traditie van erotische liederen. Maar wat ooit op ieders lippen lag en uit volle borst gezongen werd, dreigt geruisloos te verdwijnen. Om ervoor te zorgen dat we ze niet vergeten, verzamelde Marita De Sterck 69 pikante liedjes. 'En... de Jan kwam thuis, de Jan kwam thuis, de Jan kwam zat naar huis. En wa vond 'em op zijn kamerken, ne vremden hoed in huis...' Ik zie nog mijn nonkel Jan, op een stoel, met de pint in de hand, de 'vremden' hoed op zijn kop en zingen maar. En iedereen zong mee. Als kind verkneukelde ik mij in het verhaal van de man die ietwat beschonken thuiskomt en daar zijn vrouw vindt, maar ook die hoed. Naarmate het lied de coupletten aan elkaar rijgt, blijkt het niet enkel over een hoed te gaan, maar ook over een jas, die een opneemdoek met knopen en een kous die een koffiezak blijkt te zijn. Tot uiteindelijk de hoed schijnt te horen bij een kindeke met een snorrebaard... Begrijpe wie begrijpe kan. De kinderoren hoorden één laag, volwassenen de hele lading en ze hadden er plezier in. Het ene liedje is al gewaagder of explicieter dan het andere. Een enkele keer lijkt het zelfs de gezongen onschuld zelve te zijn. Wat is er 'vuil' aan het voor mijn oren wel zeer onschuldige 'Twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen'? "Op het eerste gehoor is dit inderdaad een braaf kinderliedje, maar je moet niet alleen naar de naakte tekst kijken. Ook de reactie van de volwassen omstanders zegt veel. Te vaak en te lang moest je dit liedje niet zingen. Uit het eerste deel weten we al dat er jongens en meisjes in het spel zijn. Vooral het tweede deel zit vol beeldspraak. Die koning die door de plas rijdt. 'Van je rood, rood, rood rijdt de koning door de poort.' De beeldspraak laat toe om dit tweelagig, onschuldig of erotisch getint, te interpreteren. Het begint heel braaf, maar dan krijg je woorden en symboliek die er niet zo maar toevallig in die combinatie staan. "Dat decoderen vind ik wel prettig. Het is een spel en de metaforen zijn eindeloos. Er is een wezenlijk verschil tussen deze liedjes en de platte liederen die je hoort op cantussen. Het is de gelaagdheid die het doet. Als kind zing je de twee emmertjes zonder meer. Als puber heb je iets van 'ja, ja' en als volwassene knoop je het wel aan elkaar. Deze liedjes werden altijd in gezelschap gezongen en dan heb je het hele plaatje. Je krijgt er de mimiek, de accenten en de bewegingen en niet zelden ook de illustraties bovenop. "Toen ik op de kleuterschool zat, had ik echt niet door wat er mis was met 'Rijen is plezant'. Zuster Rigoberta catalogiseerde het liedje bij de 'vuile manieren'. Er bleek dus meer aan de hand te zijn met het 'karreke zonder wielen'. Gezongen in combinatie met 'en hedde gij meubelen, en hedde gij
Lesmap Kwaad Bloed
77
huisgerief, dan kunde gij trouwen met uw lief' was het verhaal rond en gaf het karreke zijn geheimen al iets meer prijs. Het is net zoals met literatuur, waar je ook maar laag na laag in doordringt." Waarom wilde u deze verzameling in een boek? "Mijn laatste roman Kwaad bloed speelt in de jaren vijftig. Meisjes wisten toen op hun veertiende van niets en ze mochten ook niets. Veel kwamen ze destijds te weten via moppen en liedjes. Ik documenteerde mij over de liedjes. Via de organisatie Muziekmozaïek en het Muziekinstrumentenmuseum, waar Wim Bosmans volksliedjes onderzoekt, kwam ik bij Roger Hessel terecht. Die man is een ware encyclopedie op het vlak van het volkse lied. Hij leerde mij liederen kennen waar ik het bestaan niet van vermoedde. Sommige teksten zijn zo gebald dat ze in acht lijnen alles vertellen wat er te vertellen is. Neem nu de tekst van 'Ieder jongen moet het weten': Ieder jongen moet het weten, Dat een meisj' een roos bezit, Die van binnen is gespleten, Rondom rond met haar bezet. Alle maanden moet ze bloeien. Bloeit ze niet, dan is ze ziek. Komt z' een jongen te besproeien, Bloeit ze negen maanden niet.
"Toen Hessel dit zong, kreeg ik kippenvel. Hij vertelde mij over hoe hij dit op zijn tiende voor het eerst zong en prompt een draai om zijn oren kreeg!" Wat was de betekenis van deze liedjes toen en nu? "In een Vlaanderen met een zeer strakke door de kerk gestuurde moraal, moet er een grote behoefte geweest zijn om grenzen te bespelen en er af en toe eens over te glijden. De orale cultuur met het vertellen van sprookjes, het zingen van liederen vind je overal en in alle tijden. Het gesproken of gezongen woord is per definitie sterker, meer geladen, subversiever, minder pakbaar dan wat op papier stond. Je zong in groep en je kon lachen, ook al wist je in je jonge jaren niet helemaal goed waarmee. Er was de ontlading, de bevrijding in het zingen van wat niet echt mocht. "Het verbloemende van de tekst is spannend. Maar de liedjes passen ook in de initiatie van jonge mensen. Vaak zit er een waarschuwing in. Het 'Pas op!' is nooit ver weg. De oudere generatie licht de jongere in en geeft ze beelden om datgene waarover niet wordt gesproken toch een taal te geven. "Als antropologe heb ik dit ook gezien in andere culturen. Vrouwen stampen maïs en zingen hun liederen. Ik zag aan hun mimiek en samenzweerderig lachen dat wat ze zongen, pikant was. Ik voelde mij weer als een kind dat nog ingewijd moest worden in de erotische symboliek, die, hoe universeel ook, toch erg cultuurgebonden is.
Lesmap Kwaad Bloed
78
"De stamper en de pot staan symbool voor het mannelijke en het vrouwelijke. Die verbondenheid van lichaamssymboliek met objecten uit het dagelijkse leven is alom aanwezig, ook in onze Vlaamse liedjes. Zing je van grendels en klinken, sloten en sleutels, violen en fluiten, rozen en pruimen, een vlieger, een vogel en een kooitje,... dan klikt er iets! "De liedjes hebben in ieder geval een niet te onderschatten historisch-documentaire waarde. Ze geven een inkijk in hoe onze voorouders de lichamelijke liefde beleefden en bezongen. Maar dat betekent niet dat ik ze nu als gedateerd zie. Ze zijn nog altijd sexy, grappig en origineel. "Jongeren van nu zien ook de waarde van het suggestieve en impliciete versus het expliciete. De suggestie is zoveel krachtiger en past beter bij het kwetsbare van een leeftijdsgroep die ondanks alle internetinformatie bepaalde dingen (nog) niet wil weten." Ik kende nog amper negen van de 69 liedjes. Hoe groot is het gevaar dat ze voorgoed verloren gaan? "De generatie die deze liedjes echt onder haar vel heeft zitten, is bijna weg. Onze leeftijdgenoten kennen nog een fractie ervan. De jongeren van nu zingen er nog een aantal in de jeugdbeweging, maar ze dreigen te verdwijnen, zeker de liederen met vele coupletten. Groepen zoals Laïs ontdekten hoe mooi die liedjes zijn. Jongere zangers zouden er iets moois en actueels mee kunnen doen. "Er is nood aan een goeie documentaire. Een café chantantzanger als Karel Waeri of de marktzanger Tamboer zijn boeiende figuren, maar over hun leven en werk weet het grote publiek zogoed als niets. Ik heb in ieder geval een boek in mijn hoofd over die Karel Waeri. Daarnaast denk ik ook aan een nieuwe bloemlezing met prenten en beelden die destijds getoond werden bij het zingen van de liedjes. Alles werd immers voor de toehoorders aanschouwelijk gemaakt met rolprenten en vliegende blaadjes. Voor deze bundel zag ik van bij het begin de prenten van Gerda Dendooven voor me." U maakte een boek over iets wat altijd gezongen werd. Waar is de cd? "We hebben overwogen om een cd met een selectie van de liedjes bij het boek te voegen, maar om praktische redenen is dat niet gelukt. De muzikanten die ik sprak, hebben mij wel overtuigd om de muzieknotaties op te nemen en dit was zeer terecht. Wilfrid Moonen van 't Kliekske heeft ze speciaal voor dit boek uitgewerkt. Ze moeten immers gezongen worden, die liedjes. "Maar je hebt een punt, want nu staat op papier wat altijd oraal was. Ik heb plezier beleefd aan de samenstelling van dit boek en ik zou zeer blij zijn, mochten we goesting krijgen om weer te gaan zingen. Want de liedjes werken nog altijd!" Diane de Keyzer http://boek.veterpro.net/rec/dm08/bb_lu275.htm
Lesmap Kwaad Bloed
79
Lesidee?!
-
Vinden de leerlingen de dubbele bodem in de liedjes? Laat ze eerst zoeken zonder de betekenissen van de woorden.
-
Luister naar oude en moderne versies van de liedjes. Merken de leerlingen verschillen?
-
Laat de leerlingen in hun eigen muziekcollectie op zoek gaan naar ‘vuile’ liedjes. Gelijkenissen of verschillen?
-
Laat de leerlingen zelf een ‘vuil’ liedje tot leven brengen. Vertrek van de geschreven melodie. Kiezen ze voor stemmen of instrumenten? Bedenken ze passende percussie?
-
Kunnen de leerlingen zelf een tekst met een dubbele bodem schrijven? Componeren de leerlingen een eigen ritme of een eigen melodie? Voegen ze er drama of beweging aan toe?
Lesmap Kwaad Bloed
80
Enkele fragmenten uit ‘En rijen is plezant’
Marita de Sterck Gerda Dendooven (ill.) En rijen is plezant 69 Vuile Vlaamse volkse liedjes, tot lering en vermaak van jong en oud
Van Halewyck, Leuven, 248 p., € 17,50 ISBN: 9789056178536 vanaf 13 jaar
Lesmap Kwaad Bloed
81
Lesmap Kwaad Bloed
82
Lesmap Kwaad Bloed
83
Lesmap Kwaad Bloed
84
Lesmap Kwaad Bloed
85
Lesmap Kwaad Bloed
86
Lesmap Kwaad Bloed
87
Lesmap Kwaad Bloed
88
Theater Tuinhuis bedankt Marita de Sterck Ria Christens (archivaris Zusters Annuntiaten Heverlee) Zr. Rom (Zusters Annuntiaten Heverlee) Zr. Smal (Zusters Annuntiaten Heverlee) Els Claeys Ilse Van Roy Margriet Blok De Reynaertghesellen Leuven
Lesmap Kwaad Bloed
89