REPELSTEEL lesmap PRODUCTIE 2014 – THEATER FROEFROE
Deze Repelsteel is anders. Iedereen weet dat hij Repelsteel heet. Elke vettige Repelsteel is er ene teveel!
LESMAP
THEATER FROEFROE Namenstraat 7 – 2000 Antwerpen Tel: 03 248 72 21
[email protected]
1
Inhoud 1. INLEIDING 2. DE VOORSTELLING 2.1 Korte inhoud 2.2 Wie werkte hieraan mee? 2.3 Het originele sprookje 2.4 Verschillen 3. OORSPRONG 4. ZONDEN EN DEUGDEN 5. POPPENSPEL 5.1 Poppen maken 5.2 Poppen spelen 5.3 Meer weten? 6. MUZIEK 6.1 Instrumenten 6.2 Liedjesteksten 7. ACHTERGRONDINFORMATIE 7.1 Theatercodes 7.2 Foto’s en tekst 2
1. INLEIDING
Beste Leraren,
Jullie komen met de klas kijken naar de nieuwe voorstelling REPELSTEEL. Deze voorstelling is gebaseerd op het sprookje dat onder meer door de gebroeders Grimm werd neergeschreven. Toch zullen jullie merken dat de voorstelling niet helemaal hetzelfde is als het oorspronkelijke verhaal. In deze lesmap reiken we enkele thema’s en ideeën aan waarrond jullie in de klas kunnen werken in de aanloop naar het stuk of in een nabespreking. In deze map vinden jullie tevens wat didactisch materiaal zoals liedjesteksten en repetitiefoto’s en –filmpjes. We stellen ook concrete opdrachten voor (aangeduid met een FroeFroe-icoontje) maar uiteraard zijn jullie vrij om daarmee te doen wat voor jullie en de klas het beste past. Op het einde geven we ook enkele theatercodes mee. Die kunnen de beleving van de schoolvoorstellingen enkel ten goede komen. We kijken samen met jullie uit naar de schoolvoorstellingen van REPELSTEEL!
Het FroeFroe-team
3
2. DE VOORSTELLING 2.1 Korte inhoud
REPELSTEEL Poppentheater met gouden hersenspinsels in muzikale overdrive Voor de oude koningin haar laatste adem uitblaast heeft ze nog één wens; laat mijn jongen toch trouwen met een rijk meisje. Haar zoon heeft ook maar één wens; laat mij een heel speciaal meisje trouwen waar ik mee kan lachen en kindjes maken. In sprookjes gaan wensen in vervulling, daarom zijn het ook sprookjes. De nieuwe jonge koning vindt een meisje, Marie, dat niet alleen speciaal is en lacht met zijn grapjes maar, volgens haar vader de molenaar, ook goud uit stro kan zingen. Marie is hopeloos en boos op haar vader omdat hij zo’n idiote leugens over haar aan de koning verteld heeft. Als de koning merkt dat zij helemaal geen goud kan zingen dan zal hij haar nooit meer willen zien en ze is echt verliefd op hem. Hopeloos en alleen zit ze tussen bakken vol stro. Zware voetstappen kondigen de komst van een Repelsteel aan. Deze Repelsteel moeder is heel boos. Ze komt naar de molen van de molenaar om wraak te nemen. Die idiote molenaar heeft haar baby gestolen. Niets is zo gevaarlijk als een boze Repelsteel. Marie wil vluchten maar de Repelsteel krijgt haar te pakken en wil haar vermoorden. De molenaar heeft zijn kind, nu wil hij de molenaar zijn kind. Marie is in paniek en beloofd de Repelsteel een ander kind, haar kind, het eerste koningskind. De Repelsteel is akkoord en tovert al het stro om in goud. Nu kan Marie trouwen met de koning van het land. Zo zijn deze koning en zijn koningin verliefd, rijk en zonder zorgen. Ze kussen en krijgen een baby. Willy heet hij. Ja, zo fijn kan het leven zijn in een sprookje. Spijtig dat er in het Zwarte Woud die levensgevaarlijke, vettige Repelsteel nog zit. Het blijft een wraakzuchtig en kom-uw-belofte-na monster, zonder genade… Hij wil nu maar één ding: baby Willy!
Een maffe voorstelling vol zot poppengeweld, schitterende acteurs en livemuziek rond het bekende sprookje.
Werk met de tekeningen. Binnenkort zullen er mooie tekeningen bij de voorstelling te vinden zijn op de website van FroeFroe. (onder “Voorstellingen” > Repelsteel, in de rechterkolom). Je kan ze natuurlijk ook zelf maken.
Geef de kinderen een tekening en laat ze er zelf het verhaal bij vertellen van Repelsteel. 4
Bij de tekening kunnen ze ook een vervolg en wat er net voordien gebeurde tekenen of vertellen. Geef de kinderen de tekeningen, laat ze er in tekstballonnen een conversatie bij schrijven. Deel de kinderen op in groepjes en geef elk kind een tekening. Ze moeten hun tekeningen in de juiste volgorde leggen en zo het verhaal reconstrueren. Ze kunnen dan in de juiste volgorde voor de klas gaan staan en om de beurt vertellen wat er op hun tekening gebeurt. Uiteraard zijn de tekeningen bij de ‘presentatie’ ook mooi ingekleurd.
5
2.2 Wie werkte hieraan mee? De Tekst is gebaseerd op het werk van Imme Dros, bewerkt door Jan Maillard en gespekt met improvisaties van de hele cast. Het acteursgeweld en poppenspel is van Dries De Win, Maarten Bosmans, Marianne Loots en Tania Kloek. De muziek wordt gecomponeerd en live gespeeld door Elko Blijweert (soms ook Milan Warmoeskerken) en Vincent Brijs. Tim Oelbrandt en Jonas De Wulf zitten aan de knoppen en staan in voor de techniek. Alles gebeurt onder leiding van Marc Maillard. De prachtige kostuums zijn van de hand van Astrid Michaelis. De poppen en het decor werden gemaakt en ontworpen door Janneke Hertoghs, Jonas De Wulf, Laurens D’Hooge, Bruno Smeyers, Ina Peeters, Jan en Marc Maillard.
Theater: Wie doet wat? Vraag de leerlingen wat er allemaal gemaakt moet worden voor een toneelstuk. Zoek bij elk element wie daarvoor zorgt. Enkele voorbeelden: De rok van de koning, de lichten, de tekst, enz. Rollen van de kostumière, auteur, acteur, poppenspeler, technieker, regisseur, muzikanten, decorbouwers
Hoe ziet een koning eruit? Lodewijk de 14e, de zonnekoning, vormt nog steeds het beeld dat we hebben van vroegere koningen. Astrid, onze kostumière heeft zich duidelijk ook door hem laten inspireren voor het kostuum van de koning. Hij draagt namelijk ook hakken en een rok. Dit is voor de kinderen soms verwarrend. Hoe ziet een koning er ni hun fantasie uit?
6
2.3 Het originele sprookje
Het stuk REPELSTEEL is gebaseerd op een libretto van Imme Dros: “Repelsteeltje”. Het verhaal bestond lang voor Imme Dros haar stuk schreef. De eerste sporen van dit verhaal leiden ons terug naar Frankrijk in de 18e Eeuw. Meer dan 100 jaar later is het door de gebroeders Grimm neergeschreven in hun sprookjesverzamelboek waar ook Assepoester, Hans en Grietje en Raponsje in staan. Er was eens een molenaar. Hij had een dochter waar hij ontzettend trots op was. Hij vertelde aan iedereen die het wou horen hoe geweldig zij was en wat ze allemaal kon, zelfs goud spinnen uit stro. Als de koning dit hoort, is zijn nieuwsgierigheid aangewakkerd. Dat wil hij wel eens zien! De koning sluit de molenaarsdochter op in een kamer vol met stro. Hij geeft haar één nacht tijd om al het stro tot goud te spinnen. Als ze faalt, zal ze worden gedood. De molenaarsdochter is ten einde raad want stro spinnen tot goud, dat kon ze helemaal niet! Die nacht verschijnt er een mannetje in haar kamer dat haar belooft te helpen in ruil voor haar halsketting. Ze geeft hem haar halsketting en hij tovert al het stro tot goud. Wanneer de koning de volgende ochtend bij haar komt kijken, is hij verrukt. Hij wil onmiddellijk meer. De molenaarsdochter wordt nog een nacht opgesloten en het mannetje verschijnt weer in haar kamer. Ditmaal vraagt hij de ring van het meisje in ruil voor zijn kunsten. Wanneer het meisje voor een derde nacht opgesloten wordt met bergen stro, vraagt het mannetje als wederdienst haar eerstgeboren kind. De dochter is wanhopig en stemt toe. Ze belooft het mannetje haar eerste kind als hij haar nog een laatste maal zou helpen.
De koning is zo blij met al het goud dat hij besluit met haar te trouwen. Na een jaar is de nieuwe koningin in blijde verwachting van een kind. Het kind wordt geboren maar belofte maakt schuld: het mannetje komt zijn loon opeisen. De koningin is ontroostbaar en het mannetje krijgt een beetje medelijden. Hij zegt dat hij het kind niet hoeft als ze kan raden hoe hij heet. De koningin laat hierop alle namen verzamelen die ze maar kan vinden maar geen van deze namen blijkt van het mannetje te zijn. Op een nacht ziet iemand in het bos een raar mannetje bij een vuur dansen. Het mannetje zingt “Niemand weet, niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet".
Als de koningin zijn naam noemt, scheurt het mannetje zichzelf in tweeën.
In het oorspronkelijke verhaal moet de molenaarsdochter goud uit stro spinnen. Waarschijnlijk zijn er niet veel leerlingen die kunnen vertellen wat dat precies is, spinnen.
7
Laat hen op internet zoeken wat spinnen is en hoe het in zijn werk ging. De kinderen kunnen allemaal (eventueel met gouden draad) een prent van Repelsteel of een molen op een gaas naaien.
Kennen de kinderen iets van Goud uit hun omgeving? Medailles, geld, juwelen, knopen, ... Zoek samen op (op het internet of in een ouderwetse encyclopedie) hoe goud wordt gevonden en hoe het eruit ziet als het uit de grond komt. Goud kan in de echte wereld dus niet worden gesponnen of gezongen maar in de fantasiewereld kan alles. Laat hen een machine of procedure uitvinden en tekenen die iets fantastisch kan maken. Een liefdesmolen of een gezelschapsspellengraafmachine bijvoorbeeld. Knutsel allemaal een prachtige koningskroon voor prins Willy
2.4 Verschillen Als je de korte inhoud van het originele en de FroeFroe-versie van Repelsteel gelezen hebt, vallen er ongetwijfeld al verschillen op. Ga met de klas op zoek naar verschillen in de verhaallijn en de personages. Je kan op basis van deze teksten al enkele verschillen zoeken voor je theaterbezoek of na de voorstelling een uitgebreide vergelijking maken.
Enkele voorbeelden: Verschillen in de verhaallijn:
Hoe ontmoeten de molenaarsdochter en Repelsteel elkaar? Wat geeft aanleiding tot hun ontmoeting? Hebben beide sprookjes een happy end?
Verschillen in de motieven en personages:
Waarom wil de koning met de molenaarsdochter trouwen? Wat voor een figuur is Repelsteel? De koningin en de molenaar komen niet in beide verhalen aan bod. Wat is hun bijdrage?
Er zijn natuurlijk nog veel meer verschillen te vinden maar dat is aan jullie!
8
3. OORSPRONG Repelsteel is gebaseerd op een heel oud sprookje en is terug te vinden in het werk van de gebroeders Grimm. Laat de kinderen kennis maken met dit genre en deze creatieve vertellers. Vraag welke sprookjes ze kennen en lijst ze op. Welke zijn allemaal door de gebroeders geschreven? Laat hen een tekening maken over hun lievelingssprookje en het verhaal voor de klas vertellen. Laat de kinderen kennis maken met de minder bekende sprookjes van de gebroeders Grimm (Mevrouw Holle, de drie spinsters enz. ) De gebroeders Grimm hadden duidelijk ontzettend veel fantasie. Naast sprookjes verzinnen ze nog en heleboel andere dingen. Je kan ter ontspanning een aflevering van Kulderzipken kijken waarin de Grimms worden voorgesteld als creatieve warhoofden. Meer info over de broers: http://www.sprookjes.org/index.php?option=com_content&view=article&id=76&Itemid=41 0 Lees samen verschillende korte sprookjes en haal de kenmerken eruit. Begin- en slotspreuk Karakteristieken van de personages Tovenarij: draken, heksen, tovenaars Moraal van het verhaal … Meer info over sprookjes: http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/32435-volksverhalen-mythe-legende-sage-sagasprookje-fabel.html#sprookje
Teken jezelf als sprookjespersonage: ben jij een prins, een kabouter of liever een grote draak? Een fee, een elf of een pratend hert? Vertelketting: De juf/meester begint een sprookje te verzinnen. Elke leerling mag een stukje aan het verhaal breien tot we door heel de klas zijn. De laatste weet al hoe hij moet eindigen!
9
4. ZONDEN EN DEUGDEN Net als in zovele sprookjes, wordt er in Repelsteel geflirt met de dunne lijn tussen goed en kwaad. Wie handelt vanuit zuivere motieven en wie durft toe te geven aan een zonde? Laat de leerlingen los op het internet en laat hen op zoek gaan naar de oorsprong van zonden en deugden. Geef hen een woordenboek om de betekenis van de woorden te verhelderen. Zoek naar sporen van de zonden en deugden in Repelsteel. Enkele voorbeelden:
De molenaar liegt over wat zijn dochter kan maar zij wordt daar heel ongelukkig van! Wie liegt er wel eens? Een verteller uit de klas vertelt 3 verhalen: de rest moet raden welk verhaal waar is en welke verzonnen.
De koning wil steeds meer goud! Laat de kinderen 3 simpele dingen opnoemen die hen gelukkig maken. Vraag hen: Stel dat je de lotto wint, wat zou je graag willen? Of andersom: Wat heb je nu dat je eigenlijk niet echt nodig hebt?
De molenaar heeft vooral aandacht voor zijn eigen problemen en geluk. Laat de kinderen nadenken over wat hun gedrag voor effect heeft op anderen.
Leer de personages uit Repelsteel beter kennen. Wat zijn hun kwaliteiten en gebreken? Welke hobby’s houdt hen bezig? Wat is het lievelingslied van Marieke? Welke woorden passen bij de personages: vb. Koning: Bang / kan goed dansen / verliefd / hebberig / grappig / zorgzaam vb. Repelsteel: Eng / hulpvaardig / lief / eenzaam / vrolijk / vettig / griezelig vb. Molenaar: moedig / energiek / vriendelijk / kletskous / trots / verstandig vb. Marieke: grapjas / verliefd / dapper / bang / sterk/ slim / stoer / suf
Destilleer de moraal/les uit meer gangbare sprookjes. Probeer daarna de moraal van het verhaal bij Repelsteel te formuleren. Is die hetzelfde als in het originele sprookje?
Wie is de held van het verhaal? De Molenaar brengt Repelsteeltje terug maar stal hem ook in de eerste plaats…
10
Marieke is ongelooflijk dapper maar beloofde Willy ook eerst aan Repelsteel… De koning rijdt wel stoer op een paard maar waar is hij als Marieke hulp nodig heeft…
Heb je je zelf al eens een held gevoeld? Wie is jouw persoonlijke held? Laat iedereen zijn held op een papiertje schrijven en stop ze allemaal in een kom. Elk kind mag een kaartje uit de kom nemen en raden van wie die held is. De andere mag dan vertellen waarom hij die held heeft gekozen.
De liefde vormt ook een belangrijk motief in Repelsteel. Speel met een handpop de koning, die aan de kinderen vertelt dat hij verliefd is. Hij weet niet zo goed wat hij moet doen en vraagt hulp van de kinderen: Hoe voel je je als je verliefd bent? Hij is ook wel bang… waarvoor kan hij bang zijn? Hebben jullie dat ook al eens gehad? Laat de kinderen een liefdesbrief schrijven van de koning naar Marieke waarin hij vertelt wat hij zo geweldig aan haar vindt.
11
5. POPPENSPEL In de voorstelling wordt eenzelfde personage soms door een acteur en soms door een pop belichaamd. Soms zijn er dan nog meer poppen voor één personage (een grote, kleine en mini versie bijvoorbeeld). 5.1 Poppen maken Bekijk de filmpjes van de repetities en de voorbereidingen: http://www.youtube.com/watch?v=pW4z4NX8wec http://www.youtube.com/watch?v=jm5Q3laN7Q0 In het tweede filmpje zie je waar en hoe de poppen van FroeFroe gemaakt worden. FroeFroe gebruikt meestal 2 manieren: uit mousse of uit latex. Als je een pop uit mousse maakt, kan je dat doen zoals een beeldhouwer: beginnen met een groot blok en stukjes afsnijden tot je de gewenste vorm krijgt. Je kan het ook andersom doen: beginnen met kleine stukjes mousse en die aan elkaar kleven. Mousse poppen zijn stevig maar zijn beperkt in beweegmogelijkheid. In de meeste gevallen kan je enkel de mond open en dicht klappen, terwijl je bij een pop uit latex meer opties krijgt. De tweede manier, werken met latex, vraagt iets meer tijd maar levert wel erg flexibele poppen op. Dan boetseer je eerst de gewenste vorm (een hoofd of een torso bijvoorbeeld) uit klei. Daarrond leg je lagen gips tot het volledig bedekt is. Als de gips helemaal droog is, maak je die los van je boetseerwerk, dat gebruik je verder niet. In de gipsen vorm, de mal, leg je dunne laagjes latex over elkaar. Om de pop een kleur te geven, kan je de latex mengen met verf. Als die latex weer droog is, haal je die uit de mal en is je pop klaar! Om elk deeltje van het hoofd goed te kunnen zien en ervoor te zorgen dat er zeker overal een stevige laag latex ligt, werken we met een mal in twee helften. Het gelaat is de ene helft, het achterhoofd de andere. Als de vormen uit latex gedroogd zijn, kleven we die 2 helften aan elkaar en krijg je een volledig hoofd.Natuurlijk kan je de pop daarna nog opmaken, haar en een outfit geven enzovoort. Werken met latex heeft 2 grote voordelen: ten eerste heb je een mal die je eindeloos kan hergebruiken en ten tweede krijg je een erg beweeglijke pop. Met dit materiaal kan je emoties sterk uitbeelden omdat ook ogen, oren, neus en wangen expressief en beweeglijk zijn.
Ga aan de slag in de klas: maak een pop uit mousse of papier marché. Het kan een personage uit Repelsteel zijn of een zelfverzonnen karakter. Bouw samen het kasteel van de koning uit karton. De kinderen kunnen ook tekeningen van de personages op voetjes zetten en in en rond het kasteel plaatsen. Dan kan je een scene uit het verhaal naspelen of een alternatieve versie verzinnen. Maak een Repelsteel Maak samen een pompon van wol. Dan kunnen de kinderen (bewegende) oogjes, 12
een neus en een mond uit karton knippen en op de pompon kleven. Een knuppel kan ook als accessoire.
5.2 Poppen spelen Een verhaal vertellen door middel van een pop is niet zo gemakkelijk als het lijkt! Laat de leerlingen met deze technieken experimenteren. Dit kan met een zelf verzonnen verhaal, een ander sprookje of het verhaal van Repelsteel.
Gebruik de zelfgemaakte poppen. Laat de leerlingen elkaar als pop bespelen, beweeg elkaars armen en benen. Laat een leerling de tekst zeggen en een andere leerling enkel “bekken”, dus exact dezelfde tekst zeggen zonder klank. Doe eens een broodrooster na: De kinderen kunnen zelf vrij in de ruimte een aantal voorwerpen nadoen, die door de leerkracht worden voorgesteld. Bv: Als opwarmers: Eiffeltoren, boterham die uit een broodrooster springt, een ladder beklimmen, … Voor gevorderden: een banaan, een voetbal, een boom, op een onzichtbare fiets rijden, …
5.3 Meer weten? Kom met je klas eens een kijkje nemen in het atelier te Antwerpen! Dit is een kosteloos bezoek en duurt ongeveer 30’. FroeFroe biedt ook workshops aan. Vanaf 8 jaar kan je leren poppen maken of spelen onder begeleiding. Klik op “Workshops” op www.froefroe.be voor meer info!
13
6. MUZIEK 6.1 Instrumenten In Repelsteel spelen maar 2 muzikanten maar als je enkel luistert, lijken het er veel meer. Ze spelen elk verschillende instrumenten en maken gebruik van elektronische hulpmiddelen. Laat de leerlingen raden welke instrumenten ze hebben gehoord. Laat wijsjes van een saxofoon, fluit of klarinet horen afgewisseld met klanken van andere instrumenten. Laat hen opzoeken wat een sampler is en hoe het werkt. Probeer zelf eens een woord achterstevoren te zeggen of een liedje achterstevoren te zingen. Speel dirigentje: Zet de kinderen in een grote cirkel zodat iedereen elkaar goed kan zien. Eén leerling wacht op de gang, als die wordt binnengeroepen moet hij/zij proberen raden wie de dirigent is. Ondertussen spreekt de groep binnen af wie de dirigent wordt. Als de dirigent luchtgitaar begint te spelen, moet de hele klas hem nadoen. Wanneer hij overschakelt naar luchtsaxofoon doet de groep hetzelfde. De kinderen moeten de dirigent zo snel mogelijk volgen en niet te opvallend naar hem kijken, anders heeft de zoeker de dirigent heel snel gevonden.
6.2 Liedjesteksten In Repelsteel wordt er ook heel wat gezongen en gescandeerd. Zitten er kinderen van de klas in de jeugdbeweging? Dan zijn ze zeker vertrouwd met het scanderen van kreten.
“Elke vettige Repelsteel is er ene te veel”
Verzin samen voor elk personage uit Repelsteel een rijmende strijdkreet. Verzin samen een klas-kreet
Je kan ook zelf een Repelsteelrap maken in de klas: Het ritme is het volgende: twee keer kloppen op je benen en dan één keer in je handen. Dit blijf je de hele tijd aanhouden. Rap de volgende tekst: Ik ben Repelsteel en ik wil mijn kind Ik lust graag prinsessen en ben niet vaak goedgezind! WRAAAAAAH Laat de kinderen deze tekst mee rappen en de onderlijnde woorden vervangen.
14
Hieronder vind je de liedjesteksten uit het stuk. Jullie zullen de melodieën niet herkennen want de muziek is speciaal voor dit stuk gecomponeerd. Het lied van Repelsteel En wat zei Jan de Molenaar? Mijn kind spint haverstro tot goud. Het was niet waar. En wat zei koning Hartedief? Gelukkig ben ik niet getrouwd. Hij vond haar lief. En wat zei meisje Schattebout? Help, Noordenwind, help, Oostenwind! Ze spon geen goud. En wat zei stemmetje Aardenacht? Geef mij het eerste koningskind. Ik spin, ik wacht. En wat zei monster Dikkebult? Geef hier of raad hoe ik heet. Betaal je schuld. En wat zong mannetje Geefteveel? Ik heb een naam die niemand weet. Repelsteel. Meisjes snel snel snel Meisjes snel, snel, snel, haast je, vlug, vlug, vlug Leg uw mooiste kleren klaar Zet je beste beentje voor Poets je tanden Verf je haar Smink je ogen Stift je lippen Steek een tietje bij Want hier komt de koning aan Hij wil een kind Hij wil een koningin
Marie kan alles Kan die vliegen Die vliegt naar de maan en tikt de sterren aan Kan die radslag Ons Marie die radslagt tot ver over de horizon Kan die zwemmen 15
Ja die zwemt naar Amerika en terug in een half uurtje Kan die koken Marie dat is een keukenrot, honderd pannekoeken bakken in dertig seconden - PING Kan die sterk zijn Marie, die kan huizen en bergen verzetten Kan die hard lopen Marie loopt de 9 meter in honderd seconden Kan die dansen Als Marie danst dan is ’t zomer in de winter Ken die ver spuwen Marie die spuwt u omver als ze wind mee heeft Kan die klimmen Dat is een klimop Kan die skaten Die kan skaten - in line Kan die haar adem inhouden Die houdt haar adem vijf dagen haar een adem in Kan die liegen Marie die kan liegen dat ge niet meer geloofd dat ze aan ’t liegen is Kan die vuile woorden zeggen Marie die kent woorden, zo vuil dat ge drie weken stinkt Kan die zingen Zingen, ons Marie, die zing goud uit stro
Stro blijft stro Stro blijft stro en stro wordt nooit nooit goud, maar ik verlang naar jou, verlang naar jou. Dit is mijn laatste nacht, ik heb het koud, maar ik verlang naar jou, verlang naar jou. De kaars brandt op, dit is mijn laatste nacht, maar ik verlang naar jou, verlang naar jou. De tijd gaat traag omdat ik op je wacht en ik verlang naar jou, verlang naar jou. Goud uit stro, wie zingt mijn stro tot goud? Alleen een wonder maakt dat jij met me trouwt, maar ik verlang naar jou, verlang naar jou…
16
7. ACHTERGRONDINFORMATIE 7.1 Theatercodes Een uitgebreide versie van de theatercode vindt u op: http://www.cchetloo.be/images/Theatercode%20Basis.pdf . Deze theatercode is een handleiding waarmee u het theaterbezoek met uw leerlingen vlot kan laten verlopen. Het focust vooral op de spelregels en gedragscodes en de organisatorische kant van het theaterbezoek. De belangrijkste spelregels en gedragscodes in het theater zijn hier opgelijst: -
Jassen en tassen horen aan de kapstok. Mobiele telefoons worden uitgeschakeld. Tijdens de voorstelling blijft het publiek zitten. Er wordt ook niet meer naar het toilet gegaan. Tijdens de voorstelling is het publiek stil. Er mag natuurlijk wel gelachen worden als iets grappig is, maar het is niet de bedoeling dat je je medeleerlingen gaat storen. Tijdens de voorstelling wordt er niet gegeten of gedronken.
Voor de begeleider: -
-
Wees op tijd (10 minuten voor aanvang van de voorstelling) De begeleider gaat bij de eigen klasgroep zitten. Zo kan er ingegrepen worden als ze blijven roepen of rumoerig blijven. Dit betekent echter niet dat ze niet mogen meeleven met wat er op de scène gebeurt! Mobiele telefoons worden uitgeschakeld. Als een leerling toch naar het toilet moet, gaat er altijd een begeleider mee.
7.2 Foto’s en tekst Op de website vind je nog foto’s en de volledige tekstbrochure onder “Voorstellingen” > Repelsteel in de rechterkolom.
17