KUNSTEDUCATIE EN KUNSTBEOEFENING VOOR EEN STEVIGE BASIS WERKPLAN 2015
LOPCOS © Nick Ervinck
KUNSTEDUCATIE EN KUNSTBEOEFENING VOOR EEN STEVIGE BASIS
WERKPLAN 2015
Kunstbalie www.kunstbalie.nl 25 november 2015
z
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding
4
1.1 leeswijzer
2. Ontwikkelingen en speerpunten
5
2.1 landelijke ontwikkelingen
5
2.2 provinciale ontwikkelingen
7
2.3 lokale ontwikkelingen
8
2.4 trends in de maatschappelijke omgeving
9
2.5 Kunstbalie vanaf 2016
10
3. Programma’s en doelstellingen
11
3.1 projecten en dienstverlening
12
3.2 betrokkenheid partners
12
3.3 effecten en rendement
13
4. Samenwerkingspartners en doelgroepen
14
5. Programma’s
15
1. Verbinden van kunst en onderwijs
15
2. Bevorderen van de vitaliteit van de kunstbeoefening
39
3. Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem
55
6. Organisatie
66
3 Werkplan 2015 Kunstbalie
z
1. INLEIDING De wereld om ons heen beweegt en Kunstbalie beweegt mee. In de maatschappelijke omgeving is sprake van veranderingen en trends die bepalend zijn voor de positie van kunst en cultuur. Die veranderende positie in de samenleving en het streven naar een heldere functionele relatie met de provincie en onze partners heeft bij Kunstbalie geleid tot bezinning op de eigen positie en herijking van organisatie en dienstverlening. Aansluitend aan de reorganisatie in 2013 en de onderzoeken naar nut-en-noodzaak van de steunfuncties zijn wij gestart met een organisatie-ontwikkelingsproces. Binnen dit proces doorlopen wij een aantal vernieuwings- en verbetertrajecten op het gebied van bedrijfsvoering en bedrijfscultuur. Wij richten ons nog steeds op de brede basis van de Brabantse cultuursector en onze doelen zijn onveranderd gebleven: de cultuurdeelname vergroten en de culturele levensloop van alle Brabanders ondersteunen. De diensten en projecten clustert Kunstbalie vanaf 2015 in drie meerjarige programma’s: Verbinden van kunst en onderwijs; Bevorderen van de vitaliteit van de kunstbeoefening; Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem. De dienstverlening aan het veld krijgt hierdoor meer samenhang, effect en zichtbaarheid.
Leeswijzer De provincie gaat in de opdrachtverstrekking aan Kunstbalie voor 2015 uit van vijf aandachtsvelden: 1. kunsteducatie; 2. kunstbeoefening/amateurkunst; 3. inzet kunsten in het maatschappelijk domein; 4. uitvoering van subsidieregelingen kunsteducatie en kunstbeoefening in NoordBrabant; 5. verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening door samenwerking met andere steunfunctie instellingen. Kunstbalie behandelt deze vijf aandachtsvelden in het Werkplan 2015 aan de hand van haar drie programma’s. Aandachtsgebieden provincie 1. Kunsteducatie 2. Kunstbeoefening / amateurkunst 3. Maatschappelijk domein 4. Subsidieregelingen kunsteducatie en kunstbeoefening 5. Samenwerking steunfunctie-instellingen
Programma’s Kunstbalie 1. Verbinden van kunst en onderwijs 2. Bevorderen van de vitaliteit van de kunstbeoefening 2. Bevorderen van de vitaliteit van de kunstbeoefening 1. Verbinden van kunst en onderwijs 2. Bevorderen van de vitaliteit van de kunstbeoefening 3. Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem 3. Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem
4 Werkplan 2015 Kunstbalie
z
2. ONTWIKKELINGEN EN SPEERPUNTEN 2.1 Landelijke ontwikkelingen De cultuursector staat meer dan ooit in de belangstelling. In maatschappelijk verband en binnen aan cultuur verwante sectoren als het onderwijs bestaat al lang het besef dat cultuureducatie en -participatie onmisbaar zijn voor de ontwikkeling van ieder mens. Maar pas onlangs is duidelijk geworden dat alle overheidslagen het belang van cultuur onderkennen. Weliswaar is er nog geen sprake van consistent beleid verdeeld over de drie overheidslagen door het ontbreken van (wettelijke) kaders en adequate afstemming. Maar het belangrijkste: er is hoop. Het belang van cultuur staat niet meer ter discussie. Dat wordt op rijksoverheidsniveau onderstreept door de huidige minister die in dat opzicht enkele malen een daad heeft gesteld. Met name de culturele ontwikkeling, in de zin van cultuureducatie en talentontwikkeling, worden door de rijksoverheid in woord en daad zodanig gepropageerd en ondersteund dat zich nieuw, fris en van visie getuigend beleid aftekent. Dat heeft uiteraard zijn uitwerking op de twee andere overheidslagen. Er zijn voorbeelden van zowel provincies als gemeenten waar cultuur als expliciet aandachtsveld en soms zelfs als kerntaak wordt gezien, waardoor een impuls van de rijksoverheid bestaande visie en beleid op een welkome manier aanvullen en versterken. En we zien ook nieuwe initiatieven tot ontwikkeling komen die zonder de acties van het rijk mogelijk nooit zouden zijn opgebloeid. We hebben het dan niet over de al langer bestaande mogelijkheden zoals de inzet van de aan het rijk gerelateerde fondsen of de landelijke kenniscentra, maar met name over de stappen die recentelijk zijn gezet. Te beginnen met de brieven van de minister van OCW Cultuur beweegt (juni 2013) waarmee zij de maatschappelijke betekenis van kunst en cultuur benadrukt, Cultuur verbindt: een ruime blik op cultuurbeleid (juli 2014) over de relatie tussen cultuur en andere domeinen en Ruimte voor talent in het cultuurbeleid (september 2014) over talentontwikkeling. De basis, de ‘humuslaag’ van de cultuursector – kunsteducatie - is met name gebaat bij het Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs, een convenant tussen de drie overheidslagen. Recentelijk verscheen een surplus, een ‘impuls cultuuronderwijs’ in de vorm van een ‘campagne en regeling voor muziekonderwijs’ waarmee de minister goed muziekonderwijs in de basisschool bepleit, stimuleert en mede met een regeling mogelijk maakt.
Rol Kunstbalie, speerpunten De rol van Kunstbalie in het verlengde van landelijke ontwikkelingen en landelijk beleid is meer op kunst- en cultuureducatie gericht dan op kunstbeoefening. Dat vindt voornamelijk zijn reden in het feit dat de rijksoverheid in beleidsmatige zin veel meer gericht is op educatie, zeker ook in relatie tot onderwijs, dan op kunstbeoefening of amateurkunst.
5 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Voor alle duidelijkheid willen wij hier benadrukken dat de feitelijke verantwoordelijkheid voor (de kwaliteit van) het onderwijs uitsluitend gelegen is bij het onderwijs zelf, daarin gesteund maar ook gecontroleerd, door de rijksoverheid, niet door provincies of gemeenten. Dit neemt niet weg dat Kunstbalie overal waar mogelijk een verbindende en vaak initiërende rol speelt in het krachtenveld tussen de verschillende overheidslagen en zowel voorkomende ontwikkelingen en of kansen op landelijk niveau op Brabant projecteert als Brabantse initiatieven aandraagt voor de landelijke agenda. Niet voor niets wordt Brabant gezien als de provincie ‘waar nog licht brandt’ ook in dit opzicht: wij werken eraan om Brabant de provincie te laten zijn ‘waar nog wat gebeurt’ bijvoorbeeld op het gebied van amateurkunst, daar waar veel andere regio’s achterblijven. Wij denken daarmee op de langere termijn ook weer andere provincies te kunnen inspireren om te werken aan een levendig cultureel klimaat, door in te zetten op de basis, de humuslaag en op het vergroten van de participatie. Dat zal mede onze inzet zijn in onze betrokkenheid bij activiteiten in het kader van het Cultureel verdrag tussen Nederland en Vlaanderen, waarmee wij ons alleen al vanuit onze geografische positie nauw verbonden voelen. In het kader van het beleid van de rijksoverheid zet Kunstbalie onder meer in op de verdere uitrol van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK). De Brabantse vertaling daarvan heeft gestalte gekregen in De Cultuur Loper (DCL). De basis van het ronduit overweldigende succes van DCL wordt gevormd door initiatieven, de aanjagende en ontwikkelende rol en verantwoordelijkheid die wij in de eerste, nu lopende periode van CMK hebben genomen, en de materiële en immateriële inzet die, zowel door Kunstbalie als partners in het veld, is geleverd. In het verleden introduceerden wij het zogenoemde Kunstmenu in Brabant als een vraaggericht instrument om het onderwijs stelselmatig in contact te brengen met kunst-producties en –projecten in allerlei verschijningsvormen. Een model wat in korte tijd landelijk waardering ondervond en wat in de jaren daarop tot in alle uithoeken van ons land navolging kreeg, vaak in regionale varianten. Ook nu weer zien we grote waardering en vragen naar samenwerking bij onze aanpak van CMK in de vorm van De Cultuur Loper. Het is dan ook mede om die reden dat wij met volle overtuiging inzetten op de verdere uitrol van CMK/DCL. Dankzij maatregelen van het ministerie en in het verlengde daarvan het Fonds voor Cultuurparticipatie zijn de mogelijkheden daartoe verruimd tot 2020. (Programma 1) Kunstbalie sorteert voor op de nieuwe regeling voor muziekonderwijs in 2015, door het vormgeven van een werkwijze die leidt tot verbetering en verankering van het muziekonderwijs op de basisschool. (Programma 1) We volgen de ontwikkeling en geven zo nodig- ook advies aan FCP én maken formatie vrij om samen met partners (zoals centra voor de kunsten) direct op regeling in te kunnen spelen. Vanuit veel gezaghebbende partijen in het land, waaronder de Kunstconnectie en de KNM wordt zeer enthousiast gereageerd op de mogelijkheden die de minister van OCW met de regeling biedt. Daarin wordt tevens gewezen op het belang van goed muziekonderwijs in de basisschool en de positieve effecten daarvan op de algemene persoonlijkheidsontplooiing. Wij zien de mogelijkheid die het Fonds Cultuurparticipatie in het verlengde van OCW hier biedt vooral als een extra kans om, voorlopig op het deelterrein muziek, te komen tot “kwalitatieve verbetering van het aanbod kunsteducatie” en bij te dragen aan een “doorlopende leerlijn”, elementen die wij terugzien in de opdrachtverstrekking van de provincie aan Kunstbalie.
6 Werkplan 2015 Kunstbalie
z 2.2 Provinciale ontwikkelingen In een recent onderzoek zegt het LKCA (Landelijk Kenniscentrum voor Cultuureducatie en Amateurkunst) over de provincies: In de meeste provincies wordt in de praktijk een deel van het cultuurbeleid uitgevoerd door provinciale (uitvoerings-)instellingen of ‘steunfuncties’. De meeste provinciale instellingen voor cultuureducatie en -participatie bieden ondersteuning aan gemeenten, culturele instellingen, scholen en amateurverenigingen. De instellingen en de sectoren waarvoor zij werken zijn in meer of mindere mate getroffen door bezuinigingen. Vooral participatie in de vrije tijd werd daardoor getroffen, cultuureducatie is de meeste gevallen in meer of mindere mate gespaard. In de onlangs verschenen brief van Kunsten92, de bovensectorale belangenvereniging voor kunst, cultuur en erfgoed, wordt gesteld dat provincies zich bezig houden met het inrichten van de omgeving, een goede infrastructuur en sterke regionale economie, waarmee zij de voorwaarden scheppen voor goede kwaliteit van werk- en vestigingsklimaat, wonen en recreëren. Cultuur is een van de voorwaarden. Cultuur draagt niet alleen bij aan positief imago van de provincie, maar is ook daadwerkelijk van belang voor de leefbaarheid, gezondheid, sociale samenhang, veiligheid en economie. De brief typeert de provincie onder meer als spil in bovenlokale samenwerking, partner in cultuureducatie en draaischijf voor maatschappelijke ambities. Provincie Noord-Brabant wordt prominent genoemd in de bij de brief geleverde voorbeelden. Onder meer wordt gerefereerd aan het Brabant C Fonds, de impulsgeldenregeling (bkkc), het aanjagen van toerisme (Visit Brabant), het convenant met het rijk over cultuureducatie (Kunstbalie) en de realisatie van de Deelregeling Cultuureducatie met Kwaliteit (Kunstbalie, Erfgoed Brabant). Noord-Brabant staat landelijk bekend als provincie waar cultuur een kerntaak is, waar men zich realiseert dat een vitale en ondernemende cultuursector voorwaarde is voor een bloeiende provincie. Al in 2010 spreekt deze overtuiging uit de Agenda van Brabant en vervolgens in 2013 nog sterker uit de Cultuuragenda van Brabant voor 2020. Het niet behalen van de titel Europese Culturele Hoofdstad 2018 doet niets af aan de genoemde overtuiging en aan het ambitieus cultuurbeleid. Het is voor provinciale cultuurinstellingen, met name voor Kunstbalie, een positief gegeven dat Noord-Brabant zich als opdrachtgever en partner met overtuiging richt op de inzet van cultuur ten behoeve van het vestigings- en leefklimaat, zonder daarbij de waarde van kunst en cultuur voor de persoonlijke ontplooiing van de Brabanders uit het oog te verliezen.
Speerpunten en rol van Kunstbalie Op provinciaal niveau bestaat, anders dan landelijk, ook in beleidsmatig opzicht expliciet aandacht voor amateurkunst of kunstbeoefening in de vrije tijd. Dat is bepalend voor de insteek van Kunstbalie. Hierin is sprake van een meer proportionele verdeling van aandacht en middelen tussen de werkvelden educatie en kunstbeoefening en daar waar nodig of wenselijk de verbinding tussen die werkvelden. Om de vitaliteit en pluriformiteit van de
7 Werkplan 2015 Kunstbalie
z kunstbeoefening in Brabant te ondersteunen versterkt Kunstbalie met subsidies de provinciale partners, verbindt Kunstbalie diverse partijen met elkaar om zo een sterkere keten te realiseren binnen de kunstbeoefening maar ook met andere domeinen. Kunstbalie verstrekt expertise over onder andere het werkveld, bestuurlijke vernieuwing, financieringsmogelijkheden en bereik van nieuwe doelgroepen. Daarnaast jaagt Kunstbalie projecten en initiatieven aan die een bijdrage leveren aan de kunstbeoefening in Brabant. Kunstbalie werkt over de gehele breedte van haar dienstverlening mee aan het realiseren en ondersteunen van provinciaal beleid. Speerpunten in 2015 zijn onder meer: onze rol in het Brabant C Fonds (Programma 3); de ontwikkeling van een provinciaal platform voor community art (Programma 2); de ondersteuning van lokale/regionale cultuuraanjagers (Programma 2). Kunstbalie stelt geheel in lijn met het provinciaal beleid de Brabantse burger centraal en richt zich op het vergroten van de cultuurparticipatie van alle inwoners van Noord-brabant. Daarmee verstevigen wij het fundament voor de culturele levensloop in onze provincie. realiseren van een culturele loopbaan voor alle Brabanders is een van de belangrijkste ambities van Kunstbalie en vormt daarmee als het ware een permanent speerpunt
2.3 Lokale ontwikkelingen Op gemeentelijk niveau zien we weliswaar nog sporen van de eerdere kaalslag op het beleidsterrein cultuur, maar bezuiniging is niet meer de overheersende term. In een aantal gemeenten zijn eerder voorgenomen bezuinigingsplannen zelfs omgebogen of geschrapt. Helaas betekent dat niet dat daarmee in alle 67 Brabantse gemeenten sprake is van overtuigend cultuurbeleid. Veel cultuurinstellingen zoals kunstencentra verkeren nog in zwaar weer. Veel amateurclubs en –verenigingen in kunstbeoefening zijn door de bezuinigingen hard geraakt waardoor toegankelijkheid, diversiteit en kwaliteit van het aanbod worden bedreigd. De meer traditioneel georganiseerde verenigingen kampten in een aantal gevallen al met problemen als vergrijzing en gebrek aan goede voorzieningen. Tegelijkertijd zien we nieuwe initiatieven en organisatievormen ontstaan die het verdienen serieus genomen te worden als partner van het Brabantse cultuursysteem. We signaleren onder meer coöperatieve verbanden van kunstenaars/ docenten, particuliere kleinschalige ‘muziekscholen’ kunstaanbieders gericht op het onderwijs, nieuwe projectorganisaties voor (nieuwe vormen van) kunstbeoefening. Om de verschillende impulsen van de rijksoverheid en het beleid van de provinciale cultuurinstellingen tot daadwerkelijk effect te brengen, is het van belang dat gemeenten mede verantwoordelijkheid blijven dragen voor de culturele ontwikkeling van de eigen burgers.
8 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Speerpunten en rol Kunstbalie Overtuigd van de noodzaak tot krachtenbundeling, de behoefte aan gezamenlijke expertise en het aanboren van nieuwe financiële bronnen, biedt Kunstbalie partners als gemeenten, onderwijsinstellingen, kunstencentra en intermediairs cultuureducatie ondersteuning. In Programma 3 zijn deze partijen geen partners maar doelgroep. Kunstbalie zet daarbij in op het verankeren van kunstbeoefening en cultuureducatie in het gemeentelijk beleid. Kunstbalie werkt ook in dat opzicht nauw samen met centra voor de kunsten, culturele marktplaatsen en andere lokale partners. Ook op lokaal niveau werken wij mee aan het toekomstbestendig maken van onderdelen van het cultuursysteem zoals de amateurgezelschappen.
2.4 Trends in de maatschappelijke omgeving Voor de werkvelden cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie, waaronder amateurkunst, zijn naar onderzoek van LKCA/Futureconsult de meest invloedrijke trends, waarmee we voor nu en in de nabije toekomst rekening moeten houden in ons beleid: individualisering, economisering, digitalisering en deïnstitutionalisering. Individualisering: individuele mensen verzelfstandigen zich ten opzichte van de groep. Zij zijn zich meer bewust van hun eigen identiteit en willen die ook uitdragen. Voor de cultuursector betekent individualisering dat cultuur voorziet in de behoefte tot identiteitsvorming van mensen en dat cultuur in mindere mate universele waarden symboliseert. Dat leidt tot democratisering van cultuur: het verschil tussen hoge en lage cultuur verdwijnt en het verschil tussen professional en amateur verdwijnt. Economisering: onderwijs en cultuur worden meer beoordeeld op hun economische waarde. In welke mate dragen ze bij aan het economisch leven in een stad regio of land? Criteria zijn dan bijvoorbeeld de bijdrage van de culturele sector aan het vestigingsklimaat, de mate waarin cultuuronderwijs bijdraagt aan talentontwikkeling of excellentie, of de mate waarin kunst en cultuur creativiteit bevorderen en daarmee het innovatievermogen van het bedrijfsleven. Digitalisering: de grote innovaties in de ICT van de afgelopen decennia hebben tot nieuwe distributiekanalen geleid en bestaande kanalen veranderd. Daardoor is kennis en informatie beter, sneller en goedkoper toegankelijk geworden en mondiaal beschikbaar. Dat geldt zeker voor de cultuur- en onderwijssector. Deïnstitutionalisering: mede als gevolg van individualisering en digitalisering zien we dat bestaande instituties eroderen of verdwijnen. Bestaande samenwerkingsverbanden verdwijnen ook omdat overheidssteun minder vanzelfsprekend is door een terugtrekkende overheid. Onder de noemer participatiesamenleving beperkt de overheid zijn bemoeienis met de samenleving. Subsidies aan instellingen worden gekort of stopgezet, waardoor deze niet overleven. De herkenbaarheid van sectoren als cultuureducatie en amateurkunst wordt daardoor in veel gevallen minder.
9 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Kunstbalie herkent zich in de beschrijving van deze trends en de waarde die er, door partners op landelijke niveau, aan wordt toegekend. In ons werkplan sluiten wij met projecten en diensten aan op deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld door in te zetten op kennisontwikkeling ten aanzien van co-creatie, het ontwikkelen van online platforms en nieuwe distributiekanalen voor partners en het veld, het definiëren van indicatoren die het maatschappelijke rendement beter zichtbaar maken en door in samenwerking met bkkc projecten op te pakken waar zowel de amateurkunstbeoefenaar als professional ondersteund wordt.
2.5 Kunstbalie vanaf 2016 Kunstbalie wil zich ook in de periode na 2016 verder ontwikkelen als provinciaal expertisecentrum op het gebied van kunsteducatie en kunstbeoefening, met een sterke en betekenisvolle schakelfunctie in het Brabants cultuursysteem. Inspireren, investeren en verbinden zijn voor ons waardevolle en waardevaste sleutelbegrippen die ook in de komende beleidsplanperiode ons handelsmerk vormen. Wat vaststaat is dat Kunstbalie met een tot 2,9 miljoen teruggebrachte bijdrage van de provincie uiteraard niet de ondersteuning kan bieden aan zowel de culturele sector, het onderwijs en de amateurkunstbeoefening zoals nu het geval is. Daarbij heeft de afgelopen twee jaar een verbreding van taken plaatsgevonden (community arts, BrabantC, verkeersplein, Mestmagazine, De Cultuur Loper). Deze uitbreiding van taken hebben wij binnen onze organisatie opgevangen en vormgegeven en voor zover wij het kunnen beoordelen naar tevredenheid van veld, partners en opdrachtgever. Wij constateren dat als de provincie via Kunstbalie een rol wil spelen blijven spelen in de humuslaag van de cultuursector (motie 23, nut-en-noodzaakdiscussie, cultuuragenda 2020) in het verbinden van kunst en onderwijs, de amateurkunstbeoefening wil blijven ondersteunen en daarbij ook nog een verbreding wil aanbrengen richting het maatschappelijk domein dat dit niet op te vangen is binnen een dusdanig verkleinde begroting. Te meer ook omdat het merendeel van onze dienstverlening een combinatie is van inzet van uren (expertise) gecombineerd met financiële impulsen. Het marktplaatsenmodel, KunstSelect, De Cultuur Loper, subsidies provinciale amateurkunstspelers oa Brabantkoor maakt dat duidelijk zichtbaar. Wij dringen dan ook aan op gezamenlijk overleg over het financiële volume versus de inhoudelijke wens ten aanzien van kunsteducatie en kunstbeoefening op provinciaal niveau.
10 Werkplan 2015 Kunstbalie
z
3. PROGRAMMA’S EN DOELSTELLINGEN De dienstverlening van Kunstbalie komt tot stand op basis van ontwikkelingen op landelijk, provinciaal en lokaal niveau, de uitvraag van de provincie en de behoeften van het veld. Wij zetten onze deskundigheid en middelen in om projecten en diensten uit te voeren en doelen te bereiken. Onze dienstverlening krijgt meer samenhang, effect en zichtbaarheid door het voeren van drie programma’s die gelijk lopen met provinciale en landelijke beleidsperiodes (4 jaar). Ook kunnen wij hierdoor de opdracht van de provincie beter verbinden met de inhoudelijke vragen van partners en veld. Vanaf 2015 werkt Kunstbalie met drie programma’s: Programma’s 1. Verbinden van kunst en onderwijs
2. Bevorderen van de vitaliteit van de kunstbeoefening
3. Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem
Behoeften partners en veld Kennis over hoe om te gaan met kunsteducatie binnen het curriculum op school (Provinciaal en landelijk) kunsteducatief aanbod binnen alle kunstdisciplines, toegankelijk voor alle regio’s Expertise om leerlingen te volgen in hun culturele ontwikkeling Kennis over en praktische handvatten om te komen tot samenwerking met lokale culturele instellingen Kennis over hoe te komen tot beleid in school ten aanzien van cultuureducatie Financiële middelen om provinciale rol te spelen of bijzondere projecten te kunnen opzetten Kennis over onder andere community art aanpak, co-creatie, communicatie, bereik nieuwe doelgroepen en financiering. Collectieve promotie (positief imago en gezicht geven aan) Belangenbehartiging van amateurkunst naar andere domeinen, provinciale en landelijke partijen verbinding van amateurkunst met andere domeinen om zo nieuwe kansen te krijgen
Doelstellingen Ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal en referentiekader Verbeteren van de kwaliteit en borgen van de continuïteit van cultuureducatie Initiëren van vernieuwingen Optimaal gebruik maken van onze bovenlokale schaal
-
-
-
Kennis nodig om regierol ten aanzien van kennismaken, leren en doen op lokaal niveau op kunnen pakken Provinciale netwerkvorming (aanjager nodig) Financiële middelen om vernieuwing te realiseren Financiële middelen voor kunstbeoefening voor kinderen met minder financiële ruimte Extra financieringsmogelijkheden
-
-
-
-
-
Ondersteunen van provinciale partners bij de ontwikkeling naar slagvaardige en eigentijdse spelers in het amateur-kunstenveld Aanjagen van nieuwe (gespreks-) partners op provinciaal niveau daar waar die ontbreken Ruimte creëren voor nieuwe initiatieven Streven naar een pluriform en levendig klimaat voor actieve kunstbeoefening Leggen van verbindingen met andere domeinen Vergroten van de deskundigheid van partners Bevorderen van de lokale netwerkvorming Creëren van sterke provinciale spelers en bevorderen van hun onderlinge samenhang in het Brabantse cultuursysteem
11 Werkplan 2015 Kunstbalie
z 3.1 Projecten en dienstverlening
Bij de inhoudelijke invulling van de programma’s onderscheiden wij projecten en doorlopende dienstverlening. Een project is wezenlijk anders dan een continue dienstverlening namelijk een project heeft een beperkte looptijd met een duidelijk einddoel. Het is een eenmalige maximale prestatie binnen een bepaald budget en een bepaalde tijdspanne. Uitkomsten van een project kunnen op zichzelf staan bijvoorbeeld opleveren van een onderzoek, maar kunnen ook bedoeld zijn om daarna te implementeren in doorlopende dienstverlening. Voorbeeld het aanjagen van nieuwe gesprekspartners is een project, na afronding van dit project kunnen we een partnerschap aangaan met de partijen die deze rol op zich willen nemen in onze dienstverlening maatwerkondersteuning amateurkunst. Binnen doorlopende dienstverlening vervullen wij taken waarbij wij ook budgetten en doelen omschrijven maar na het realiseren van het einddoel (bijvoorbeeld verstrekken van subsidiemiddelen 2015) hoeft de dienstverlening niet klaar te zijn, deze taak kan elk jaar opnieuw op dezelfde wijze worden uitgevoerd. Belangrijk bij doorlopende dienstverlening is vanuit een meerjarenvisie continuïteit borgen. Wij werken binnen al onze activiteiten planmatig waarin we concrete resultaten, activiteiten, doelen, planning en budgetten benoemen.
3.2 Betrokkenheid partners en veld bij het opstellen van het werkplan In alle projecten en bij de dienstverlening werken wij nauw samen met partners voor het veld. Alle omschreven projecten en diensten komen dan ook voort uit praktijkvragen van onze partners. Voor programma 1 hebben wij de uitkomsten van de KPC monitor CmK, het klantentevredenheidsonderzoek Kunstmenu (2014), klantgesprekken met werkgroepen, de klankbordgroep De Cultuur Loper, klankbordgroep voortgezet onderwijs en reguliere overleggen met diverse partners zoals kunstencentra, lokale intermediairs meegenomen in het vormgegeven van de projecten en diensten. Voor programma 2 hebben wij in 2014 een uitgebreid onderzoek gehouden naar de provinciale infrastructuur amateurkunst. Uit dat onderzoek zijn concrete behoeften en aanbevelingen dienstverlening door het veld voor Kunstbalie benoemd die meegenomen zijn in het werkplan. Ook het klantentevredenheidsonderzoek muziekexamens is meegenomen in de vormgeving van de dienstverlening. Daarnaast hebben wij met provinciaal opererende amateurkunst partijen diverse gesprekken over ondersteuning, behoefte dienstverlening en is de dienstverlening maatwerkondersteuning amateurkunst zo ingericht dat ook toekomstige kansen en knelpunten samen opgepakt kunnen worden.
12 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Voor programma 3 hebben wij afgelopen jaar met alle lokale kunstencentra een strategisch overleg gevoerd over samenwerking en ondersteuning vanuit Kunstbalie. De realisatie van deze afspraken is vormgegeven in maatwerkondersteuning en bijvoorbeeld het project collectieve promotie. Samen met DOKe is in 2013 het investeringsprogramma lokale partners vormgegeven en die is duidelijk herkenbaar overgenomen in de subsidieregeling 2014. Ook vindt er frequent overleg plaats met de agendacommissie lokale intermediairs, het bestuur van DOKe en het JCFB over ondersteuning vanuit Kunstbalie.
3.3 Effect en rendement Kunstbalie kent verschillende manieren om het effect en rendement van de dienstverlening te meten. Wij passen eigen onderzoek naar klanttevredenheid en getalsmatig onderzoek naar bijvoorbeeld deelnemersaantallen toe. En we zetten, afhankelijk van de omvang van de activiteit of activiteiten, onderzoeksopdrachten uit bij externe partijen als het LKCA en het onderwijsadviesbureau KPC Groep. De onderzoeken gaan uitgebreid worden met het meten van het effect op de persoonlijke ontplooiing van de inwoners van Noord-Brabant en daarmee op hun kwaliteit van leven. Op die manier willen we het maatschappelijk rendement van investeringen in kunsteducatie en kunstbeoefening aantoonbaar maken. In samenwerking met de provincie en collega steunfunctie-instellingen werken wij mee aan een benchmark en onderzoeken om indicatoren ten aanzien van maatschappelijk rendement vorm te geven. Kunstbalie werkt dit jaar voor het eerst met een beschrijving van prestatie-indicatoren conform uitvraag provincie. Voor alle projecten en diensten hanteren wij, indien van toepassing, de volgende indicatoren: -
aantal activiteiten bereik (aantallen partners en doelgroepen) spreiding (geografische en inhoudelijk) samenwerking (kwaliteit partnerschap, inzet middelen en uren van partners) kwaliteit (innovatie, slagkracht organisatie, inhoud opgeleverde plannen/projecten) duurzaamheid (effect op langere termijn) klantentevredenheid
13 Werkplan 2015 Kunstbalie
z
4. SAMENWERKINGSPARTNERS EN DOELGROEPEN Partners en doelgroepen De uiteindelijke doelgroep van Kunstbalie wordt uiteraard gevormd door alle inwoners van Noord-Brabant. Dit is de groep die wij dusdanig willen ondersteunen dat zij zich optimaal kunstzinnig kan ontplooien, met als ideaal beeld een doorlopende ontwikkelingslijn. Dit doen wij niet rechtstreeks maar door het aangaan van diverse samenwerkingen en door ervoor te zorgen dat spelers in het Brabantse cultuursysteem hun taak nog beter op zich kunnen nemen. Deze spelers zijn afwisselend samenwerkingspartner en doelgroep (afnemer van onze dienstverlening). Op het moment dat wij deze partners ondersteunen, faciliteren, subsidiëren, scholen en adviseren streven wij in onze tweedelijnsrol doelen na die slechts kunnen worden behaald wanneer we deze partners als doelgroep benaderen. Onze belangrijkste partners zijn gemeenten, scholen in het primair en voortgezet onderwijs, kunstencentra, intermediairs (marktplaatsen cultuureducatie), kunstproducenten, cultuuraanbieders en provinciale projectorganisaties, koepels en bonden in de amateurkunst.
Collega-steuninstellingen Op provinciaal niveau bestaan al geruime tijd samenwerkingsrelaties met bkkc, Erfgoed Brabant en Cubiss. Doelgericht samenwerken was daarbij steeds de inzet van Kunstbalie. Een aantal projecten is door deze samenwerkingen gerealiseerd. Voor 2015 zijn meer dan ooit samenhang en samenwerking aan de orde. Mede in het kader van de provinciale opdracht voor 2015 wordt gericht gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van onze dienstverlening door samenwerking met in eerste instantie bkkc, Erfgoed Brabant en Cubiss, zowel in strategische zin als op project- en productniveau. Op termijn streven wij naar een verregaande vorm van samenwerking met en samenhang tussen de kunst- en cultuur gerelateerde provinciale steuninstellingen. Van daaruit zal ook worden gewerkt aan onder meer resultaat gerichte verbindingen en samenwerkingsvormen met de steuninstellingen die gericht zijn op andere aandachtsgebieden binnen het sociaal maatschappelijk en economisch domein.
Landelijke partners Kunstbalie is actief als samenwerkingspartner in het LKCA, Fonds voor Cultuurparticipatie, CALXL en de Raad van 12.
14 Werkplan 2015 Kunstbalie
z
5. PROGRAMMA’S 1. Verbinden van kunst en onderwijs Het onderwijs en de kunsten zijn niet van nature met elkaar verbonden. Door het verbinden van deze unieke werelden en de inhoudelijke kennis op elkaar af te stemmen wordt de kwaliteit van cultuureducatie binnen het onderwijs vergroot. Door het bevorderen van de deskundigheid in beide sectoren en het initiëren van projecten, programma's en instrumentaria worden verbindingen tussen kunst en onderwijs gelegd en wordt landelijk beleid verbonden met lokale realiteit. Kunstbalie werkt nauw samen met partners in zowel onderwijs als de kunstensector om wat lokaal aanwezig is optimaal te benutten en hetgeen bovenlokaal meerwaarde oplevert te organiseren. Doelstellingen: - het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal en referentiekader - verbeteren van de kwaliteit en borgen van de continuïteit van cultuureducatie - het initiëren van vernieuwingen en optimaal gebruikmaken van onze bovenlokale schaal De rol van Kunstbalie binnen het terrein van de kunsteducatie is die van expert, adviseur, initiator, coach, verbinder en investeerder. Projecten 1.1 Overdracht productontwikkeling extern 1.2 Kunstbende Scholenwedstrijd 1.3 Got2 Cultuurdagen 1.4 Netwerk Schoolbesturen (VO en PO) 1.5 Docenten platforms voortgezet onderwijs 1.6 Versterken regierol werkgroepen
Dienstverlening 1.7 De Cultuur Loper 1.8 KunstSelect 1.9 Scholing voortgezet onderwijs 1.10 Subsidieverstrekking voortgezet onderwijs 1.11 Provinciale Uitrol De Cultuur Loper 1.12 Actuele ontwikkelingen en advisering
15 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 1.1
2015 1: Verbinden van kunst en onderwijs Overdracht productontwikkeling extern
Samenvatting
Het kunstenveld activeren zodat voor alle disciplines passend aanbod ontwikkeld wordt voor het onderwijs. De rol van Kunstbalie verandert van aanbieder & ontwikkelaar (het oorspronkelijke kunstmenu, aanbod gestuurd) naar verbinder & expert (kunsteducatie/ KunstSelect: vraaggericht). Kunstbalie wil expertise en kennis (praktisch en theoretisch) overdragen zodat aanbieders beter in staat zijn hun projecten geschikt te maken voor het onderwijs.
Nut en Noodzaak
Het onderwijs krijgt steeds meer handvatten (De Cultuur Loper; overheidsbeleid; domeinen; competenties voor cultuureducatie) om een gefundeerde keuze te maken voor het cultuuraanbod in de afzonderlijke scholen. Kunstbalie biedt met KunstSelect ruimte voor een deel van dat aanbod, maar wil ook dat de scholen (via intermediairs/marktplaatsen) en door scholen benaderde aanbieders elkaar verstaan in de vraag naar hoogwaardige projecten (praktisch inzetbaar, didactisch onderbouwd, school en aanbieder spreken dezelfde taal). Kunstbalie ondervindt bij het scouten van educatieve projecten voor het onderwijs een gebrek aan: kwalitatief hoogstaande, innovatieve projecten (met name educatief) die direct inzetbaar zijn in het onderwijs (praktische inzetbaarheid op grotere schaal).
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Daarbij komt, dat onderwijs en aanbieders vaak niet dezelfde taal spreken: de behoeften van het onderwijs zijn bij aanbieders vaak niet bekend. Kwalitatief hoogstaande, innovatieve projecten (met name educatief) die: -‐ direct inzetbaar zijn in het onderwijs (praktische inzetbaarheid op grotere schaal). -‐ Creëren van eenzelfde taal (vraag en aanbod). Scholingsdagen voor kunstaanbieders; ondersteuning op maat aan kunstaanbieders (kunstenaar en educator verbinden); netwerk bijeenkomsten organiseren voor sectoren waar niet met impresariaten gewerkt wordt (sectoren: literatuur, mediakunst, beeldende kunst, fotografie en film;. -‐ Nieuw ontwikkeld aanbod zichtbaar en beschikbaar maken voor het onderwijs via opname in KunstSelect, informeren van intermediairs, DepotC, nieuwsbrieven en social media.structurele samenwerking met de Master Kunsteducatie (Tilburg). -‐ verankering van innovatieve en kwalitatieve projecten te waarborgen via de (grotere) kunstinstellingen in Brabant (zoals Artemis, Jeroen Bosch 500, SMs, philharmonie zuid nederland, Breda Photo, musea); Bereik Kunstaanbieders: 4 Brabantse gezelschappen, 3 musea, 2 bestaande initiatieven en individuele kunstenaars. Educatoren in de cultuursector. Samenwerking met: Master Kunsteducatie, BKKC Divers
-
2 Kwalitatief hoogwaardige projecten ontwikkeld voor het onderwijs.
16 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
onderzoek onder aanbieders kunsteducatie waarin de wensen en voorwaarden voor een netwerk worden opgehaald. organisatie van een eerste netwerkbijeenkomst of online platform een publicatie gekoppeld aan een scholingsactiviteit voor educatoren en aanbieders 4 nieuwe samenwerkingsverbanden met musea/kunstproducenten die concreet resulteren in nieuw productaanbod voor het primair onderwijs structurele samenwerking met Fontys master kunsteducatie Het onderwijs kan via KunstSelect tonen of zij tevreden is over het geleverde aanbod. Dit onderzoek moet een ruim voldoende opleveren. Voorwaarden: partnerschap in samenwerking -
17 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 1.2
2015 1: Verbinden van kunst en onderwijs Kunstbende Scholenwedstrijd voortgezet onderwijs
Samenvatting
De Kunstbende scholenwedstrijd is een pitch waarbij scholen succesvolle culturele activiteiten presenteren en zo kennis en ervaringen met elkaar uitwisselen. -‐ Verbinden binnen- en buitenschoolse activiteiten door samenwerking onderwijs met Kunstbende (wedstrijd voor individuele kunstbeoefening jongeren) -‐ Uitwisselen succesvolle culturele activiteiten -‐ Kennisdeling en ervaringen uitwisselen tussen scholen onderling -‐ Inspireren van andere scholen door goede voorbeelden -‐ Talentontwikkeling van jongeren door middel van cultuur Intake gesprekken met school Coachingsavonden voor scholen (pitch-vaardigheden) Generale repetitie (presentatie coach) De wedstrijd Voorbereiding vakjury Nazorg aan de winnaars in 2 a 3 bijeenkomsten (coaching en evaluatie) Bereik alle scholen in Noord-Brabant worden aangeschreven mee te doen 7 tot 14 deelnemende instellingen uit het voortgezet onderwijs docenten en leerlingen van deze scholen publiek van de Kunstbende wedstrijd Spreiding Hele provincie
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
7 tot 14 succesvolle cultuureducatieve activiteiten Provinciale en landelijke zichtbaarheid van succesvolle cultuureducatieve projecten binnen het voortgezet onderwijs Talentontwikkeling van jongeren Talentontwikkeling van scholen door het deelnemen aan een pitch Kennisdeling tussen scholen onderling en met experts Alle deelnemers ontvangen een evaluatieformulier. Verder zijn er evaluatiegesprekken met de winnaars van de wedstrijd. De resultaten worden verwerkt in de wedstrijd 2016. Risico’s: onvoldoende aanmeldingen; onvoldoende aansluiting van de projecten bij de aandachtsgebieden; tijdsinvestering van leerlingen en docenten. Voorwaarden: succesvolle samenwerking met Kunstbende; financiële ondersteuning Kunstbende voor partnerschap in de scholenwedstrijd. -
18 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 1.3
2015 1: Verbinden van kunst en onderwijs Got2…cultuurdagen voortgezet onderwijs
Samenvatting
Activiteiten
De Got2…cultuurdagen verbinden scholen duurzaam aan lokale en professionele culturele instellingen om nieuwe activiteiten te organiseren of bestaande te verbeteren. -‐ Ondersteunen van scholen bij het vormgeven van een kunstdiscipline binnen het curriculum of activiteitenplan. Adviesgesprekken om concrete vraag van de school helder te krijgen Adviesgesprekken waarin de school wordt verbonden aan culturele aanbieders Inhoudelijke ondersteuning van de culturele instelling bij de organisatie en uitvoer van een activiteit Evaluaties van de samenwerking tussen school en cultuuraanbieder
Prestatie indicatoren
Bereik
Doelstellingen
Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
5 scholen, 200 leerlingen per school 4 tot 8 cultuuraanbieders 4 lokale intermediairs Blijvend effect structurele samenwerking tussen school en culturele (duurzaamheid) instellingen kennis van organisatie en uitvoer nieuwe kunstprojecten Duurzame samenwerking tussen de school en lokale of provinciale cultuuraanbieders Kwalitatieve nieuwe kunstprojecten in het curriculum of activiteitenplan van de school Structurele ruimte binnen het activiteitenplan voor nieuwe kunst-educatieve projecten Versterkte positie van de intermediair (oa marktplaatshouder) door informeren over welke culturele instellingen er zijn voor het onderwijs en wat deze bij kunnen dragen aan de invulling van de vraag van de school, ondersteunen van de school bij het leggen van de verbinding met de culturele instelling, optreden als organisator van de activiteit. Bij elk project vindt een eindevaluatie plaats over tevredenheid samenwerking en ondersteuning door Kunstbalie. De klanttevredenheid wordt niet in een cijfer uitgedrukt. De ambitie is dat scholen zich committeren aan een meerjarige, duurzame samenwerking met een of meerdere lokale partners. Risico’s: de vraag van de school is onvoldoende concreet, waardoor men de samenwerking met een culturele instelling niet vorm kan geven; de vraag van de school sluit niet aan op de expertise van de culturele partijen de school zoekt een eenmalig project; de school zoekt een organisator van een project. -
19 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 1.4
2015 Verbinden van kunst en onderwijs Netwerken besturen voortgezet- en primair onderwijs
Samenvatting
Het opzetten van provinciale netwerken voortgezet- en primair onderwijsbesturen om het belang van kunsteducatie op de beleidsagenda’s te zetten en zo kunsteducatie te verankeren in het lokale onderwijsbeleid. De huidige dienstverlening t.a.v. het onderwijs is vooral gericht op leerkrachten en cultuurcoördinatoren (bottom-up). Dat heeft gezorgd voor veel draagvlak op de werkvloer. Op bestuurlijk niveau echter heeft beleid t.a.v. kunsteducatie weinig prioriteit. Dit blijkt uit onder andere: het advies van de Raad voor Cultuur en onderwijsraad (2012), en uit de eerste tussentijdse effectmonitor CmK Brabant (2014) en uit het feit dat in het bestuursakkoord primair onderwijs benoemd staat dat de betrokkenheid van het bovenschoolsbestuur een extra impuls behoeft. Door de beperkte betrokkenheid wordt de ontwikkeling van het kunstonderwijs geremd. Om weer een nieuwe stap te zetten richting duurzame verankering van het kunstonderwijs, willen we de besturen gericht benaderen om de aandacht voor kunstonderwijs te vergroten.
Hoe
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
Dit doen wij door Inventariseren van de schoolbesturen in Brabant en maken van korte analyse van hun beleid, gericht op het vinden van aanknopingspunten voor kunsteducatie. Kennismaken met 5 besturen die in hun beleid laten zien dat kunsteducatie voor hen belangrijk is. Afspraken maken over samenwerking (bijvoorbeeld op het gebied van scholing, of het gezamenlijk optrekken om middelen binnen te halen bij bijvoorbeeld het FCP, bij de regeling Muziekonderwijs). Oprichten van een klankbordgroep van bestuurders die meedenken over het vergroten van het draagvlak voor kunsteducatie. Het vergroten van het draagvlak voor het kunstonderwijs op scholen in Brabant. Kennismaken met de schoolbesturen van Brabant Kennis hebben van hun visie ten aanzien van kunsteducatie Zicht hebben op het gemeenschappelijk belang, met als doel kunsteducatie beter verankerd te krijgen in het onderwijs. Samenwerken met maximaal 5 besturen bij het ontwikkelen van beleid, activiteiten en financiering ten aanzien van kunsteducatie. Inventarisatie opstellen Verkennende en verdiepende gesprekken voeren met schoolbesturen Samenwerken met schoolbesturen bij het opstellen van beleid, subsidieaanvragen en activiteiten. De selectie tav samenwerking vindt plaats op basis van kennis over de meest concrete en kansrijkste samenwerking dit is bijvoorbeeld door aandacht hiervoor in het beleidsplan (formulering kwaliteitskader) Oprichten klankbordgroep (3 bestuurders) Bereik (aantal scholen, 5 schoolbesturen gemeenten, partners en eindgebruikers) Samenwerking met … Schoolbesturen, koepels, culturele veld, lokale intermediairs partijen (die wellicht al afspraken hebben met schoolbesturen) en mogelijk gemeenten, provincie (als vindplaats voor informatie ten aanzien van schoolbesturen). Blijvend effect Schoolbesturen bepalen het beleid van scholen. Een (duurzaamheid) succesvolle samenwerking met schoolbesturen kan ruimte creëren voor kunsteducatie in de komende jaren. Spreiding Brabantbreed Meer draagvlak bij besturen voor beleid en activiteiten op het gebied van de kunsteducatie. Via de klankbordgroep. Streefcijfer 7,5 Voorwaarde: De mate waarin schoolbesturen willen meebewegen is ons niet bekend.
20 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 1.5
2015 1: Verbinden van kunst en onderwijs Docentenplatform voortgezet onderwijs
Samenvatting
Het verbinden van lokale kunstvakdocentnetwerken om kennis, vragen en actuele zaken rondom kunsteducatie bovenlokaal uit te wisselen. -‐ Delen van kennis, informatie en contacten -‐ Inventarisatie van bestaande netwerken en daarbij horende sleutelfiguren -‐ Gemeenschappelijke vragen en behoeften oplossen -‐ Formuleren van een gemeenschappelijk doel van het netwerk Testgroep organiseren (25 personen) Netwerkbijeenkomsten (4) Online platform realiseren met 1.800 potentiële gebruikers on andere door het koppelen van de bestaande facebook-groepen van vakdocenten, met een online portal Database up to date maken 10 keer een digitale nieuwsbrief en andere communicatiemomenten en -middelen Bereik 180 scholen uit het voortgezet onderwijs, met 1.800 docenten 14 contactmomenten per jaar (nieuwsbrief/bijeenkomsten) lokale intermediairs collega steunfunctie-instellingen m.b.t. cultuureducatie vo Blijvend effect een bovenlokaal netwerk van kunstvakdocenten in het (duurzaamheid) vo dat jaarlijks groeit. Docenten die ambassadeur zijn van het netwerk Spreiding provinciaal (180 instellingen vo) 25 deelnemende docenten in 2015 aan de testgroep Up-to-date bestand met netwerken, docenten en stakeholders actief en vitaal netwerk (platform) platform is bekend bij het onderwijs (1.800 docenten) Informatievoorziening via een nieuwsbrief In 2015 vindt een evaluatie plaats met de testgroep leden over werkwijze en ondersteuning van Kunstbalie en over realisatie platform. Dit doen wij middels individuele uitvraag en een online enquête. Streefwaarde 7,5. Risico’s te weinig deelnemers door onvoldoende tijd en geld in het onderwijs
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
21 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 1.6
2015 Verbinden kunst en onderwijs Versterking regierol werkgroepen
Samenvatting
Het stimuleren van de ontwikkeling van de lokale werkgroepen die samen onder andere KunstSelect-producten afnemen. Kunstbalie heeft het kunstmenu omgevormd tot KunstSelect. Werkgroepen hebben nu de mogelijkheid onderdelen lokaal in te vullen en te combineren met door Kunstbalie geselecteerd en bemiddeld aanbod. Hiermee voorziet Kunstbalie in een groeiende vraag.
Nut en Noodzaak
Een werkgroep is de vertegenwoordiging van samenwerkende scholen (minimaal 1.000 leerlingen) met in de werkgroep een voorzitter (veelal directeur), de lokale intermediair en de interne cultuur coördinatoren van de deelnemende scholen. Kunstbalie constateert dat werkgroepen moeite hebben zelf daadwerkelijk vorm te geven aan een cultuureducatief programma waarin zowel lokale activiteiten als KunstSelect aanbod in. Daarom wil Kunstbalie samen met intermediairs en de lokale culturele omgeving een traject opstarten waarin werkgroepen worden ondersteund bij de invulling van KunstSelect. Daarbij maakt men gebruik van het theoretisch kader dat is ontwikkeld in De Cultuur Loper. Door het uitzetten van een traject waarbij stapsgewijs wordt gewerkt aan: het helder krijgen van de ambitie van de werkgroep; verkenning van de lokale culturele omgeving; scholing gericht op ‘culturele bagage’ en ‘de drie domeinen van de kunsteducatie’; concreet opzetten van het menu in een beknopt plan.
Doelstellingen
Activiteiten Prestatie indicatoren
Uitvoering van dit traject vindt idealiter plaats door de lokale intermediair, met ondersteuning van Kunstbalie. Wanneer er geen intermediair beschikbaar is, neemt Kunstbalie het voortouw. Werkgroepen zodanig toerusten en ondersteunen dat zij in staat zijn om hun lokale kunstprogramma weloverwogen in te vullen met een combinatie van lokaal en provinciaal aanbod. Lokale intermediairs ondersteunen bij het uitvoeren van bovenstaand traject. Maximaal 10 trajecten van ongeveer 4 dagdelen (zie “Hoe”) Bereik (aantal scholen, gemeenten, partners en eindgebruikers) Samenwerking met (aantal partijen)
Maximaal 10 werkgroepen (minimaal 1.000 leerlingen per werkgroep en hun culturele omgeving)
Klanttevredenheid
- Werkgroepen - Intermediairs - Lokale culturele veld (kunstencentra, musea, podia) Blijvend effect Kunsteducatie wordt beter verankerd in het onderwijs doordat (duurzaamheid) scholen steeds beter in staat zijn om weloverwogen keuzes te maken m.b.t. hun kunstonderwijs. Spreiding Brabantbreed De werkgroepen die dit traject doorlopen maken samen met hun lokale culturele omgeving weloverwogen keuzes ten aanzien van de invulling van hun lokale kunstprogramma. Evaluatie door de deelnemers tijdens reguliere bijeenkomsten met adviseurs kunsteducatie
Risico’s en voorwaarden
Risico: -
Resultaten
Op het platteland kan het lokale culturele aanbod minder groot zijn dan in stedelijke gebieden. Dit kan leiden tot problemen bij het invullen van de lokale component. Voorwaarde: er moet op voorhand wel een wens tot verandering bij een werkgroep zijn. In onze klantgesprekken (oa najaar 2014) blijkt dat bij een groot deel van de werkgroepen de wens aanwezig is lokaal en bovenlokaal aanbod te combineren. Daarnaast is deze ontwikkeling ook in gang gezet door de regeling CmK (zie De Cultuur Loper) waarin scholen meer zelf de regie moeten nemen op cultuureducatie.
22 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 1.7
2015 1: Verbinden van kunst en onderwijs De Cultuur Loper
Samenvatting
De uitvoering van Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK) in Brabant vormt een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit en de borging van cultuureducatie in het onderwijs. Kunstbalie ontwikkelt hiertoe De Cultuur Loper als Brabants model voor CmK. Daarnaast is Kunstbalie penvoerder voor de regeling en wordt bijgedragen aan de uitvoering ervan als aanjager, coach, expert en ontwikkelaar van scholing en activiteiten. In lijn met het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK) werken scholen en hun culturele partners met behulp van het speciaal daartoe ontwikkelde instrument ‘De Cultuur Loper’ aan de kwaliteit en de borging van cultuureducatie. De Cultuur Loper (DCL) is de Brabantse vertaling van het beleid van het ministerie van OCW om cultuureducatie meer in het onderwijscurriculum te verankeren. Hierbij staan vier doelen centraal: • ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van het curriculum; • vakinhoudelijke deskundigheid; • relatie van scholen met hun culturele omgeving; • beoordelen van de culturele ontwikkeling van leerlingen. Kunstbalie werkt hierbij nauw samen met het Fonds voor Cultuurparticipatie en vervult met DCL een landelijke voortrekkersrol. Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) volgt om die reden de Brabantse vertaling van CmK in een casestudy op de voet. De betrokken lokale partners onderschrijven het belang van cultuureducatie in het onderwijs en verbinden zich aan de uitgangspunten van de regeling CmK en de in dat kader geformuleerde doelstellingen.
Achtergrond
Hoe
Door de inhoudelijke en financiële samenwerking tussen het Fonds voor Cultuurparticipatie, Erfgoed Brabant, Kunstbalie en gemeenten worden scholen en hun lokale culturele partners (professionele kunstaanbieders, centra voor de kunsten, overige cultuuraanbieders en erfgoedpartners) geholpen de genoemde vier doelen te realiseren. De
23 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Cultuur Loper richt zich op 8 deelterreinen, waarmee de doelen worden gerealiseerd: A. CmK-matching met gemeenten B. Doel 1: ontwikkeling curriculum C. Doel 2: deskundigheidsbevordering D. Doel 3: samenwerking culturele partners E. Doel 4: volgsysteem culturele ontwikkeling F. Investeringsprogramma’s ‘De Provinciale Plus’ en ‘Professionele Kunsten’ G. Doorlopende lijn po naar vo H. Provinciale monitoring en evaluatie CmK Doelstellingen
A.
CmK-matching met gemeenten Deelnemende gemeenten investeren een vast bedrag per inwoner per jaar in CmK en stellen een intermediair aan om lokaal de vier doelen van het programma te realiseren i.s.m. scholen en cultuuraanbieders teneinde cultuureducatie duurzaam te verankeren in het onderwijs. B. Doel 1: ontwikkeling curriculum • Het realiseren van een samenhangend programma cultuureducatie, waarbij kwaliteit en deskundigheid centraal staan. • Het (door)ontwikkelen van het (online) instrumentarium om achtergrondinformatie te verstrekken en te delen, het traject en de domeinen te beschrijven, zicht te bieden op scholingsvormen en activiteiten, waarmee partners het curriculum cultuureducatie op school kunnen ontwikkelen, verdiepen en vernieuwen. C. Doel 2: deskundigheidsbevordering Het ontwikkelen en aanbieden van aanbod scholing, onderverdeeld in vier thema’s: samenhang in het curriculum; kennis en didactische vaardigheden; volgen van de culturele ontwikkeling; samenwerken in cultuureducatie. Kenmerkend hierbij is de praktijkgerichte aanpak, waarbij de vraag van de school leidend is bij het ontwikkelen van trainingen. Waar mogelijk wordt op een bovenlokale vraag aanbod op maat ontwikkeld. D. Doel 3: samenwerking culturele partners Het realiseren van een duurzame, intensieve relatie tussen scholen en hun culturele omgeving, waarbij de aan scholen aangeboden activiteiten beter aansluiten bij de kerndoelen van het leergebied kunstzinnige vorming, door het benoemen van de competenties cultuureducatie, zoals geformuleerd in de publicatie C-zicht. E. Doel 4: volgsysteem culturele ontwikkeling Het ontwikkelen van een systeem, waarmee de culturele ontwikkeling van leerlingen kan worden gevolgd, zodanig dat (mogelijkheid tot) groei gedeeld kan worden met leerling, team en ouders. F. Investeringsprogramma’s ‘De Provinciale Plus’ en ‘Professionele Kunsten’ • Ondersteuning van bijzondere Brabantse initiatieven voor cultuur op school met een bovenlokale potentie en dus interessant voor andere scholen of aanbieders. • Het stimuleren van een duurzame samenwerking tussen scholen en professionele Brabantse kunstgezelschappen binnen het DCL-domein ‘Uit de grote wereld’. G. Doorlopende lijn po naar vo Het realiseren van een kwalitatieve doorgaande leerlijn cultuureducatie van primair onderwijs naar de onderbouw van het voortgezet onderwijs, afgestemd op de behoeften van een vo-leerling. H. Provinciale monitoring en evaluatie CmK • Het uitvoeren van een proces- en effectevaluatie onder deelnemers aan CmK teneinde het project te kunnen bijsturen gedurende het verloop en inzicht te verkrijgen in de mate waarin de geformuleerde doelstellingen zijn bereikt. • Het uitvoeren van een brede provinciale monitor cultuureducatie onder scholen die niet deelnemen aan CmK, waarmee verschillen tussen 24 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Activiteiten
A.
B.
C.
D.
E.
F.
scholen die niet en wel deelnemen aan de regeling kunnen worden geduid. CmK-matching met gemeenten • Adviesgesprekken op maat per gemeente over de werkwijze, de vorderingen, het begroten en het verantwoorden van het lokaal beschikbare budget CmK • Administratie en registratie van budget, deelnemers en partners met het oog op een adequate verantwoording aan het FCP • Organisatie van een provinciale midterm-conferentie CmK voor alle partners: najaar 2015 • Organisatie van de jaarlijkse bijeenkomst over ‘begroting en verantwoording CmK’ voor betrokken ambtenaren, intermediairs en hun werkgevers: september 2015 Doel 1: ontwikkeling curriculum • Ontwikkeling en implementatie van het (online) instrumentarium • Coaching intermediairs en voorloperscholen • Organisatie van bijeenkomsten voor intermediairs, scholen en kennis- en ontwikkelgroepen • Intensiveren van provincie-brede kennisdeling • Publicaties ter informatie, ondersteuning en kennisdeling Doel 2: deskundigheidsbevordering De vakinhoudelijke deskundigheid van leerkrachten en educatief medewerkers van culturele instellingen bevorderen door scholingsactiviteiten die zowel de pedagogisch-didactische vaardigheden, vaardigheden in de diverse kunstdisciplines, als (kunst)historische kennis betreffen, waardoor men zich bewust wordt van de waarde van cultuureducatie voor de ontwikkeling van kinderen: • ontwikkelen en aanbieden van scholing: workshops, studiedagen, cursussen, trainingen; • scouten, adviseren en zichtbaar maken van extern scholingsaanbod. Doel 3: samenwerking culturele partners Het versterken van de relatie tussen scholen en hun culturele omgeving (domein 2 van DCL). De activiteiten zijn gericht op • ondersteuningstrajecten; • ontwikkeling lokaal aanbod binnen de kaders van DCL, aansluitend op de behoefte en de visie van scholen; • coaching van lokale aanbieders bij het ondersteunen van scholen bij de invulling van het eerste domein (wat heeft de school zelf in huis?) en de verbinding maken met het derde domein (de wereld van de professionele kunsten). Doel 4: volgsysteem culturele ontwikkeling • Het samenstellen van een kennis- en ontwikkelgroep, bestaande uit 6 experts • 5 inhoudelijke bijeenkomsten met de kennis- en ontwikkelgroep • Afstemming over het ontwikkelen van een volgsysteem met de intermediairs van cultuurstation Eindhoven en Cultuurwinkel Breda, als afvaardiging van de B5. • Deelname aan het landelijk kennisatelier • Onderzoek en ontwikkeling van het volgsysteem Investeringsprogramma’s door Kunstbalie uit het matchingsbudget van het FCP • De Provinciale Plus o Behandeling van projectverzoeken om een extra bijdrage uit het investeringsprogramma De Provinciale Plus o Begeleiden van de partners bij de ontwikkeling van het betreffende project o Beoordeling van de ontvangen verzoeken door de inhoudelijke commissie
25 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Het beschikbaar stellen van de opbrengsten op een wijze dat deze worden ontsloten en toegankelijk gemaakt voor derden • Professionele Kunsten o Behandeling van projectverzoeken voor een extra bijdrage door professionele gezelschappen/kunstinstellingen die een intensieve samenwerkingsrelatie met een school aangaan o Volgen van de school en gezelschap/kunstinstelling die een meerjarige overeenkomst met elkaar zijn aangegaan, waarbij één kunstdiscipline wordt uitgediept G. Doorlopende lijn po naar vo • Testscholen doorlopen het DCL-vo traject om een doorgaande leerlijn van po naar vo (t/m 15 jaar) te realiseren • Volgscholen haken aan en maken gebruik van de opgedane kennis om het traject bij te stellen, verbeteringen aan te brengen en deze verder uit te bouwen H. Provinciale monitoring en evaluatie CmK • Samenstellen van de Monitor CmK door KPC Groep in overleg met de Resonansgroep en in afstemming met het DCL-kernteam o Idem m.b.t. de Provinciale Monitor Cultuureducatie gericht op scholen die niet deelnemen aan CmK • Uitvoering van de Monitor CmK door KPC Groep in opdracht van Kunstbalie o Idem m.b.t. de Provinciale Monitor Cultuureducatie gericht op scholen die niet deelnemen aan CmK in opdracht van de provincie Noord-Brabant • Interpretatie van de resultaten door KPC Groep, de Resonansgroep en het DCL-kernteam en oplevering van de rapportage door KPC Groep aan de opdrachtgever Kunstbalie o Idem m.b.t. de Provinciale Monitor Cultuureducatie en oplevering van de rapportage aan de opdrachtgever provincie Noord-Brabant • Rapportage van de Monitor CmK aan het Fonds voor Cultuurparticipatie en de Provinciale Monitor Cultuureducatie aan de provincie NoordBrabant, waarna de rapportages beschikbaar worden gesteld aan de betrokken partners en respondenten o
Prestatie indicatoren
Bereik (aantal scholen, gemeenten, partners en eindgebruikers)
A.
B.
C.
CmK-matching met gemeenten • 27 gemeenten • 35 lokale intermediairs Doel 1: ontwikkeling curriculum • 250 scholen: 90 voorlopers en 160 volgers • 300 educatief medewerkers/cultuuraanbieders • 35 intermediairs Doel 2: deskundigheidsbevordering • 3 gemeenten • 23 intermediairs (vertegenwoordigen oa 9 centra) • 60 voorloperscholen • 45 volgerscholen • 40 ICC-ers • 5 centra voor de kunsten (hebben beperkt tijd beschikbaar voor deskundigheidbevordering) • 2 kinderopvangorganisaties • 80 individuele aanbieders/educatief medewerkers • 1 training voor schoolbesturen
26 Werkplan 2015 Kunstbalie
z D.
Samenwerking met … partijen
Doel 3: samenwerking culturele partners • 40 activiteiten i.s.m. individuele aanbieders/educatief medewerkers • 9 kunstencentra E. Doel 4: volgsysteem culturele ontwikkeling • 4 testscholen F. Investeringsprogramma’s • De Provinciale Plus’: 30 verzoeken van o 160 scholen o 30 cultuuraanbieders • Professionele Kunsten: 4 verzoeken van o 8 scholen o 4 professionele gezelschappen/kunstinstellingen G. Doorlopende lijn po naar vo • 3 pilotscholen vo • 3 volgscholen vo H. Provinciale monitoring en evaluatie CmK • Scholen, cultuuraanbieders, intermediairs, gemeenten die deelnemen aan CmK • Alle Brabantse scholen die niet deelnemen aan CmK A. CmK-matching met gemeenten • Ministerie van OCW • Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) • Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) • Provincie Noord-Brabant • Erfgoed Brabant • Gemeenten (27) • Intermediairs (35) B. Doel 1: ontwikkeling curriculum • ELM Concepts • Erfgoed Brabant • Collega provinciale instellingen • Scholen en lokale cultuuraanbieders C. Doel 2: deskundigheidsbevordering • Erfgoed Brabant • Scholen: ICC-ers, leerkrachten en teams • Medewerkers kunst- en erfgoedinstellingen (cultuurcoaches) • Cultuuraanbieders D. Doel 3: samenwerking culturele partners • Centra voor de kunsten: onderwijscoördinatoren en kunstvakdocenten • Intermediairs • Individuele cultuuraanbieders • Onderwijs E. Doel 4: volgsysteem culturele ontwikkeling • Collega provinciale • B5 (Noord-Brabant) • LKCA F. Investeringsprogramma’s ‘De Provinciale Plus’ en ‘Professionele Kunsten’ • Scholen/Schoolbesturen • Cultuuraanbieders • Intermediairs
27 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Brabantse professionele gezelschappen/kunstinstellingen G. Doorlopende lijn po naar vo • ELM Concepts • Lokale intermediairs • Directies, kunstvakdocenten en kunstcoördinatoren vo-scholen • Cultuuraanbieders H. Provinciale monitoring en evaluatie CmK • KPC Groep • Erfgoed Brabant • Provincie Noord-Brabant •
Blijvend effect (duurzaamheid)
A.
CmK-matching met gemeenten Cultuureducatie blijft als beleidsterrein meerjarig op de agenda van de deelnemende gemeenten B. Doel 1: ontwikkeling curriculum Het (online) instrument DCL ter verankering van cultuureducatie komt gaandeweg beschikbaar voor meer scholen en cultuuraanbieders C. Doel 2: deskundigheidsbevordering Scholen en cultuuraanbieders hebben een gemeenschappelijk referentiekader van waaruit cultuureducatie inhoud krijgt en in het curriculum wordt verankerd. D. Doel 3: samenwerking culturele partners • Aanbieders zijn in kaart gebracht en lokale netwerken zijn ontstaan i.s.m. centra voor de kunsten en intermediairs • Aanbieders zijn in staat om in co-creatie met de school gesprekken te voeren en passend aanbod te ontwikkelen E. Doel 4: volgsysteem culturele ontwikkeling In 2016 is een systeem beschikbaar waarmee de culturele ontwikkeling van leerlingen kan worden gevolgd op basis van een theoretisch kader dat uitgaat van domeinen en competenties voor cultuureducatie F. Investeringsprogramma’s ‘De Provinciale Plus’ en ‘Professionele Kunsten’ • Goede praktijkvoorbeelden worden voor overige geïnteresseerden in de provincie ontsloten en blijvend toegankelijk gemaakt via de website www.decultuurloper.nl • Scholen gaan op basis van een bewuste keuze een meerjarige relatie aan met een Brabants professioneel gezelschap en nemen de activiteiten structureel op in het curriculum G. Doorlopende lijn po naar vo • De implementatie van het traject door aanpassing van het curriculum n.a.v. opgedane ervaringen • Geborgde langjarige samenwerking binnen de lokale culturele infrastructuur in de regio en op provinciaal/landelijk niveau. Dit blijkt uit de in het curriculum geïmplementeerde werkplannen van scholen voor de langere termijn.
28 Werkplan 2015 Kunstbalie
z H.
Resultaten
Provinciale monitoring en evaluatie CmK • Gemiddeld wordt 90% van de scholen, intermediairs, cultuuraanbieders die deelnemen aan CmK bereikt met de Monitor CmK • Gemiddeld wordt 60% van de scholen die niet deelnemen aan CmK bereikt met de Provinciale Monitor Cultuureducatie Spreiding De activiteiten binnen alle 8 deelterreinen zijn gericht op de diverse betrokkenen in de 27 aan CmK deelnemende gemeenten, verspreid over de gehele provincie. De Provinciale Monitor Cultuureducatie richt zich op alle scholen die niet deelnemen aan CmK binnen de 27 deelnemende gemeenten én alle overige Brabantse gemeenten, minus de B5 A. CmK-matching met gemeenten • In 27 gemeenten wordt cultuureducatie verdiept en verankerd met behulp van DCL en het CmK-traject op maat gecontinueerd • In 2015 haken 160 scholen als volgers aan bij de 90 voorlopers B. Doel 1: ontwikkeling curriculum • Scholen hebben vanuit de eigen visie en mogelijkheden werkplannen voor 2015 geformuleerd, waarin contouren voor de opbouw van en samenhang binnen het curriculum zichtbaar zijn en waarbij Kunstbalie een coachende rol vervult. • Scholen hebben kennis, middelen, draagvlak en partners om hun activiteitenprogramma uit te voeren C. Doel 2: deskundigheidsbevordering • Scholingsaanbod van Kunstbalie zichtbaar gemaakt op de website DCL • DCL-proof scholingsaanbod van derden is zichtbaar gemaakt op de website DCL • Toegenomen deskundigheid bij medewerkers in het onderwijs en de cultuursector om de implementatie van cultuureducatie in het curriculum te kunnen borgen D. Doel 3: samenwerking culturele partners • Lokale/regionale netwerken van scholen en cultuuraanbieders waarin sprake is van structurele samenwerking en afstemming • Zichtbaar aanbod van lokale aanbieders, ontwikkeld in co-creatie met en aansluitend bij de visie van de scholen E. Doel 4: volgsysteem culturele ontwikkeling • Een proefversie van het systeem is in 2015 beschikbaar • 4 scholen melden zich als testschool aan F. Investeringsprogramma’s ‘De Provinciale Plus’ en ‘Professionele Kunsten’ • Goede praktijkvoorbeelden worden op de website DCL ontsloten voor derden • Scholen gaan een meerjarige samenwerking aan met een Brabants professioneel gezelschap G. Doorlopende lijn po naar vo • Beschrijving van het doorlopen traject waarbij wordt aangegeven wat de succesfactoren en mogelijke valkuilen zijn • Een meerjarige doorgaande leerlijn van po naar onderbouw vo, vastgelegd in het curriculum van de deelnemende scholen, waarbij sprake is van structurele samenwerking met de cultuursector H. Provinciale monitoring en evaluatie CmK • Rapportage van de Monitor CmK, inclusief conclusies en aanbevelingen • Rapportage van de Provinciale Monitor Cultuureducatie, inclusief conclusie en aanbevelingen • Rapportage waarin de verschillen tussen deelnemers en niet-deelnemers aan CmK worden geduid
29 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
De klanttevredenheid wordt gemeten over alle 8 deelterreinen en in kaart gebracht in de rapportages van de twee monitoren die deel uitmaken van de ‘Provinciale monitor en evaluatie CmK’ en die waar mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. Het streven is een vernieuwd curriculum bij 90% van de aan CmK deelnemende scholen. Het in verband brengen van de twee monitoren met elkaar brengt de verschillen tussen wel en niet deelnemende scholen in beeld en geeft zicht op de mogelijk te plannen activiteiten. • Gemeente Voorwaarden om als gemeente deel te nemen aan De Cultuur Loper is het beschikbaar stellen van (afgerond) € 0,49 per inwoner en het aanstellen van een lokale intermediair als schakel tussen scholen en cultuursector. Door cultuurbezuinigingen staat het budget en de positie van de intermediair onder druk, mede doordat de bijdrage in veel gevallen afkomstig is uit de begroting van lokaal betrokken centra voor de kunsten. Als een gemeente de bijdrage naar beneden bij zou stellen, wordt ook de matchingsbijdrage vanuit het FCP evenredig verlaagd. Naast een beperkter lokaal budget komen daarmee ook de kwaliteit van de lokale dienstverlening en de na te streven doelen in het geding. Mocht dit in 2015 actueel worden binnen een of enkele gemeenten, dan zal afstemming op maat met de betrokken gemeente en indien nodig het FCP plaatsvinden, met als doel het project t/m 2016 te kunnen vervolgen. • Onderwijs De door scholen beschikbaar gestelde tijd is vaak niet toereikend om de gestelde doelen te verwezenlijken. Dit betekent dat het traject langer duurt dan wordt beoogd. Het oormerken van voldoende tijd is voorwaarde voor het welslagen van het traject. • Centra voor de kunsten Centra voor de kunsten hebben de ambitie een centrale rol als aanbieder te spelen bij de implementatie van De Cultuur Loper en spreken dit ook uit. De realiteit geeft (vaak onder druk van bezuinigingen) echter aan dat de ambities hoger liggen dan men kan waarmaken. Vooralsnog zien de centra een toekomst in de onderwijsmarkt, waardoor de bezuinigingen zich nu (nog) niet richten op de intermediaire rol, maar wel op die van aanbieder. • Lokale culturele aanbieders Lokale culturele aanbieders geven aan graag samen te willen werken met het onderwijs. Vraag is hoe duurzaam men kan samenwerken met het onderwijs. Ook hier zijn bezuinigingen vaak leidend bij het al dan niet voortbestaan van dienstverlening van lokale aanbieders.
30 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 1.8
2015 1: verbinden van kunst en onderwijs KunstSelect
Samenvatting
Met name buiten de grote steden is niet voldoende Domein 3 aanbod om een volwaardig kunsteducatief programma samen te stellen op lokaal niveau. KunstSelect is door Kunstbalie gescout en bemiddeld aanbod, aangevuld met een educatief traject en voorziet in deze behoefte. KunstSelect wordt permanent gevoed door opbrengsten uit De Cultuur Loper. Nieuwe handvatten als: de indeling van activiteiten in 3 domeinen en het benoemen van de competenties cultuureducatie (onderzoekend, reflecterend en creërend vermogen) geven inzicht bij zowel onderwijs als cultuursector om beter vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.
Achtergrond
Voor domein 3 producten blijft gelden dat schaalgrootte noodzakelijk is voor een optimale prijs/kwaliteit verhouding. Daarbij geldt dat het lokaal lang niet overal mogelijk is om de diversiteit in kunstdisciplines te bieden. Tijdens klantgesprekken met de afnemers van KunstSelect wordt bovendien de (bewezen) continuïteit hoog gewaardeerd. Een provinciale rol ten aanzien van dit derde domein aanbod wordt door zowel onderwijs, culturele aanbieders en partners zoals lokale intermediairs en kunstencentra onderschreven.
Doelstelling Prestatie-indicatoren
KunstSelect hangt nauw samen met 1.1, 1.6 en 1.7, maar elk project of dienst vervult een ander doel in het verbinden van kunst en onderwijs. 1.1 is gericht op de kunstaanbieders, 1.6 gericht op de lokale samenwerking tussen scholen onderling tav het cultuureducatieve aanbod 1.7 gericht op de regierol van het onderwijs ten aanzien van cultuureducatie Landelijk gescout autonoom, innovatief en kwalitatief hoogwaardig kunstaanbod (=Domein 3) beschikbaar maken voor het onderwijs in alle regio’s in Brabant. Aantal activiteiten/ 1. Scouting en bemiddeling in 2015: aanvragen Gemiddeld vinden er 3 scoutingsbezoeken plaats om 1 product daadwerkelijk te kunnen bemiddelen
31 Werkplan 2015 Kunstbalie
z
Bereik (aantal scholen, gemeenten, partners en eindgebruikers)
Samenwerking met … partijen
Extra financiële middelen geactiveerd
• 33 unieke voorstellingen, 550 uitvoeringen • 36 unieke tentoonstellingen, 80 roulerende sets • 3 centrale tentoonstellingen op 6 locaties 2. Productontwikkeling (domein 3) • 8 nieuwe unieke tentoonstellingen: 2x beeldende kunst, • 2x foto/film, 2x literatuur en 2x mediakunst • 1 productie in samenwerkingsverband met philharmonie zuidnederland 3. Educatie • Ontwikkeling van educatietrajecten voor 21 nieuwe titels (voorstellingen en tentoonstellingen) 4. Programmabegeleiding • 43 werkgroepen • 3 bezoeken per werkgroep door de 2 adviseurs Kunsteducatie. • Telefonische en schriftelijke help desk functie • 43 werkgroepen verspreid over Brabant maken in 2015 de transitie naar de KunstSelect structuur. • 462 scholen nemen in 2015 KunstSelect producten af met een totaal bereik van: o 91.669 leerlingen; o 550 interne cultuurcoördinatoren (i.c.c-ers). • 20 marktplaatshouders cultuureducatie • 12 kunstencentra (Dok-e) • 30 gezelschappen, waarvan 8 Brabantse gezelschappen. • Diverse kunstenaars binnen en buiten Brabant • 32 unieke accommodaties binnen Brabant • Bestaande samenwerkingsverbanden worden gecontinueerd en uitgebreid in 2015: Theater Artemis, Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch, Dansgezelschap De Stilte, philharmonie zuidnederland, hetpaarddatvliegt, De Pont, Textielmuseum Tilburg, Jeroen Bosch 500, Breda Photo. 1. Scouting en bemiddeling • Stimulans museumbezoek €4000,2. Productontwikkeling €160.000,8 nieuwe unieke tentoonstellingen: • foto/film €30.000,- (onderbouw + groep 7/8) • beeldend € 36.000,- (onderbouw+ JB500 ) • literatuur € 49.000,- (groep 5/6 + groep 7/8) • mediakunst € 45.000,- (2x nieuw bovenbouw) • inkoop voorstellingen • activering tentoonstellingsprojecten 3. Educatie €12.500,In 2015 wordt geïnvesteerd in het toegankelijk maken van het educatiemateriaal online voor de leerlingen en leerkrachten op Klunky. Overig: overname educatie, ontwikkelingmaterialen, presentatiemateriaal, vakliteratuur. 4. Programmabegeleiding €10.000,• reiskosten/hotel 2.000,• workshops 4.500,• publicatiematerialen 1.000,• mutaties programmering 2.500,-
32 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Blijvend effect (duurzaamheid)
Zichtbaarheid (pers/vermeldingen/com municatie)
Spreiding Resultaten Activiteiten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
Met KunstSelect garandeert Kunstbalie hoogwaardige domein 3-projecten voorzien van innovatieve educatie. Door uit te gaan van de competenties voor cultuureducatie bestaat samenhang in het aanbod. Werkgroepen worden vanuit Kunstbalie begeleid in het maken van keuzes en het samenstellen van hun programma. Aanbieders ontwikkelen op lange termijn educatie die aansluit bij ontwikkelingen in het onderwijs en voldoen daarmee steeds concreter aan de vraag van het onderwijs. 1. Scouting en bemiddeling • In 2015 wordt het traject van de scout beschreven op een actieve wijze via Twitter of een blog. ‘Volg de consulent’. 2. Productontwikkeling • De nieuwe producten worden op kunstbalie.nl geplaatst onder ‘uitgelicht’. • KunstSelect producten worden gepresenteerd op DepotC. • Persuitnodigingen bij 3 voorstellingen en 3 tentoonstellingen. 3. Educatie • De nieuwe producten krijgen een plaats op klunky.nl met het bijbehorende educatiemateriaal. 4. Programmabegeleiding • In 2015 wordt een nieuwe brochure ontwikkeld voor KunstSelect. • Op www.kunstbalie.nl wordt de transitie gemaakt van Keuzemenu naar KunstSelect. • Er komt een nieuwsbrief primair onderwijs. • In 2015 wordt intensief samengewerkt met intermediairs voor het delen van informatie. Zie prestatie-indicatoren bereik en samenwerking. Kunstbalie werkt provincie breed.
43 werkgroepen maken in 2015 de transitie naar KunstSelect 462 scholen nemen KunstSelect producten af, voor 91.669 leerlingen Scouting, productontwikkeling, ontwikkelen educatietrajecten en programmabegeleiding Educatiemateriaal online beschikbaar maken via Klunky Jaarlijks wordt een klankbordgroep met leerkrachten (incl. cultuurcoördinatoren) en werkgroepleden een aantal keer geraadpleegd over diverse onderwerpen die betrekking hebben op de inhoud van KunstSelect. Verder is er om de twee jaar een klantentevredenheidsonderzoek onder afnemers van KunstSelect. Ook vinden er partnerovereenkomst gesprekken plaats waarin de samenwerking, kwaliteit en ondersteuning vanuit Kunstbalie aan het onderwijs besproken wordt. Risico’s: een tekort aan klanten; te weinig aanbod Domein 3 uit het veld. (zie project Overdracht productontwikkeling extern) Voorwaarde: goed partnerschap met partijen uit de kunstensector en het onderwijs -
33 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 1.9
2015 1: Verbinden van kunst en onderwijs Scholing voortgezet onderwijs
Samenvatting
Organiseren van activiteiten die bijdragen aan de vakinhoudelijke deskundigheid van docenten uit het voortgezet onderwijs, op het gebeid van cultuureducatie. -‐ Deskundigheidsbevordering bij docenten in het voortgezet onderwijs, van kunstvakdeskundigheid naar kennis over integrale cultuureducatie binnen de school -‐ Verstevigen van het onderlinge netwerk tussen docenten -‐ Verbinden van kunstexperts en instellingen met dit netwerk uit het onderwijs Inspiratiedagen Voortgezet onderwijs Studiedag vmbo Training op maat
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Bereik
Blijvend effect (duurzaamheid)
-
Spreiding Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
-
-
90 docenten 10 lokale intermediairs 15 cultuuraanbieders / kunstproducenten (experts) vergrote deskundigheid zichtbaar door breder cultuuredactief programma onderling netwerk en kennisuitwisseling tussen docenten (zie project digitale netwerk vo) provinciaal (180 voortgezet onderwijs instellingen)
Sterk provinciaal netwerk van docenten voortgezet onderwijs Deskundigheidsbevordering 2 bijeenkomsten 1 training op maat
Na de bijeenkomsten van Kunstbalie wordt een klantentevredenheidsenquête ingevuld. Ook voor komend jaar richten wij ons op klantentevredenheid van 7,5. Uitkomsten van deze enquête implementeren wij in onze dienstverlening. Risico: te weinig deelnemers door onvoldoende tijd en geld in het onderwijs.
34 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 1.10
2015 1: Verbinden van kunst en onderwijs Subsidieverstrekking voortgezet onderwijs
Samenvatting
Door middel van subsidie het voortgezet onderwijs ondersteunen bij het realiseren van nieuwe initiatieven of scholing met de lokale culturele partners. Scholen missen vaak de financiële armslag om innovatieve en vernieuwende projecten of formats te ontwikkelen samen met (lokale) culturele partners.
Waarom Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
Initiëren van vernieuwing binnen scholen Versterken samenwerking tussen cultuur en onderwijs Bovenlokaal beschikbaar maken van ontwikkelde projecten zodat ook andere instellingen hier hun voordeel mee kunnen doen -‐ Bij aanjagen proberen we rekening te houden met spreiding in de provincie Verstrekken van subsidie Aanjagen en begeleiden aanvragen 10 innovatieve projecten ondersteunen Delen van kennis over ondersteunende projecten (formats, do’s/don’ts) Bereik 180 voortgezet onderwijs instellingen 20 intermediairs 1800 lezers nieuwsbrief voortgezet onderwijs 18 kunstencentra Blijvend effect Vergrote deskundigheid zichtbaar door breder (duurzaamheid) cultuureducatief programma 10 innovatieve projecten 10 overdraagbare verhalen of formats van deze projecten Correct afgehandelde aanvragen Na verstrekken subsidies volgt een terugkoppelingsgesprek over contact met Kunstbalie. Onderdelen in dat gesprek zijn informatieverstrekking, afhandeling en doelstellingen van de subsidie. Risico: onvoldoende tijd en geld in het onderwijs. -‐ -‐ -‐
35 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 1.11
2015 verbinden van kunst en onderwijs Provinciale uitrol De Cultuur Loper
Samenvatting
Uitrollen van de “De Cultuur Loper” in niet deelnemende gemeente aan de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. In 2013 is het project De Cultuur Loper van start gegaan met 88 scholen in 27 gemeenten in Brabant. Vanaf het begin is het de bedoeling geweest de methodiek van De Cultuur Loper verder te verspreiden, zowel op meer scholen binnen de deelnemende gemeenten als door het betrekken van meer gemeenten. Dit project is erop gericht om meer gemeenten te laten aanhaken bij De Cultuur Loper.
Hoe
Verschillende gemeenten hebben reeds belangstelling getoond. Met hen heeft al overleg plaatsgevonden. Ze zijn geïnformeerd over de inhoud van het traject en de voorwaarden voor deelname. Met deze gemeenten wordt een maatwerktraject uitgezet met als doel om hen te laten aanhaken bij het DCL-traject.
Doelstellingen
Activiteiten
De gemeente stelt als bijdrage een intermediair met voldoende uren als schakel tussen onderwijs en cultuuraanbieders beschikbaar. Kunstbalie levert ondersteuning door het delen van de informatie, het trainen van intermediairs en het beschikbaar stellen van binnen DCL ontwikkelde scholing en activiteiten (bijdrage kosten) de 10 geïnteresseerde gemeenten te laten aanhaken bij het DCL traject (Loon op Zand, Goirle, Son en Breugel, Bladel, Boxmeer, Cuijk, Reusel de Mierden, Best en Steenbergen). Maatwerktraject per gemeente, bestaande uit de volgende (mogelijke) elementen: algemene informatiebijeenkomsten voor ICC-ers trainingen verzorgen die zijn ontwikkeld ihkv DCL adviseren ambtenaren en bestuurders tav het koppelen van gemeentelijk beleid en De Cultuur Loper. verbindingen leggen met gemeenten die al verder zijn en zo voorkomen dat iedereen geïsoleerd aan dezelfde plannen werkt. Het traject wordt opgezet in samenwerking met de intermediairs en de gemeenten.
36 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Prestatie indicatoren
Bereik (aantal scholen, gemeenten, partners en eindgebruikers) Samenwerking met … partijen Blijvend effect (duurzaamheid)
10 gemeenten, 7 intermediairs en een nog niet te voorzien aantal scholen in deze gemeenten.
Resultaten
gemeenten, intermediairs en hun organisatie, ICC-ers van geïnteresseerde scholen. Deelname aan het DCL traject zorgt voor een planmatige en weloverwogen aanpak van het cultuuronderwijs in een school. Een geslaagd traject heeft een enorm positief effect op de kwaliteit van het cultuuronderwijs op een school. Spreiding Brabantbreed (zie voornoemde gemeenten) uitbreiding van het aantal deelnemende gemeenten met 10 naar totaal 37.
Klanttevredenheid
Evaluaties voor de verschillende onderdelen van het traject.
Risico’s en voorwaarden
voorwaarden voor deelname van gemeenten: - de gemeente stelt een intermediair beschikbaar. - voor de uitrol van het DCL traject dient een lokale intermediair beschikbaar te zijn. Risico daarbij is dat gemeenten wel graag willen maar om moverende redenen niet kunnen voldoen aan de voorwaarden
37 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programmalijn Dienstverlening 1.12
2015 verbinden van kunst en onderwijs Actuele ontwikkelingen en advisering
Samenvatting
Het beleid ten aanzien van kunsteducatie is voortdurend in beweging. Overheden zien steeds scherper het belang van kunsteducatie voor de ontwikkeling van het individu en de samenleving als geheel. Dit biedt het veld, zowel het onderwijs als de culturele instellingen, kansen om nieuwe initiatieven te nemen en het kunstonderwijs een impuls te geven. Kunstbalie benut nieuwe kansen, vanuit landelijk en provinciaal beleid, om kunstonderwijs een impuls te geven. Door: actief deel te nemen aan verschillende overlegstructuren bij verschillende organisaties zoals de provincie Noord-Brabant, Ministerie van OCW, LKCA, Raad van 12 en het FCP de opgedane kennis weer doorgeven aan provinciale en regionale partners. onderzoeken op welke manier optimaal gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden. Directe vertaling van nieuwe ontwikkelingen en kansen die zicht onverwacht aandienen naar concrete activiteiten in de regio.
Hoe
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Risico’s en voorwaarden
Momenteel tekenen zich de volgende landelijke mogelijkheden af met een start in 2015: FCP-regeling Impuls muziekonderwijs stimuleringsregeling om mediakunst een extra impuls te geven FCP project om meer aandacht te vragen voor het VO onderwijs. op de hoogte zijn van het landelijk en provinciaal beleid en de (financiële) mogelijkheden die dit beleid biedt teneinde uitrol in de regio mogelijk te maken. deze kennis omzetten in concrete aanvragen en projectplannen, mogelijkheden ter versterking van het cultuuronderwijs in Noord-Brabant deelnemen aan netwerken organiseren van netwerkbijeenkomsten ter verspreiding van onze kennis opzetten van samenwerkingsverbanden, (laten) opstellen van subsidieaanvragen Bereik (aantal afhankelijk van het aantal mogelijk te formuleren aanvragen, scholen, gemeenten, projecten etc. partners en eindgebruikers) Samenwerking met Ministerie van OCW, Provincie, LKCA, Raad van 12, FCP, … partijen schoolbesturen, culturele veld, gemeenten. Blijvend effect afhankelijk van het aantal mogelijk te formuleren aanvragen, (duurzaamheid) projecten etc. Spreiding afhankelijk van het aantal mogelijk te formuleren aanvragen, projecten etc. een goed overzicht van de (financiële) mogelijkheden die het landelijk en provinciaal beleid te bieden heeft. een goede informatievoorziening naar onze provinciale en lokale partners ten aanzien van dit beleid optimaal benutten van geboden kansen Het concreet benoemen van resultaten is lastig omdat dit afhankelijk is van de mogelijkheden. In deze dienstverlening positioneert Kunstbalie zich in de voorhoede van de landelijke en provinciale ontwikkelingen. Dat betekent dat niet alles al bekend is. Regelingen bijvoorbeeld kunnen vertraagd worden ingevoerd of toch anders uitpakken dan vooraf verwacht.
38 Werkplan 2015 Kunstbalie
z 2. Bevorderen van de vitaliteit van de kunstbeoefening Actieve kunstbeoefening is een omvangrijke en levendige sector in Brabant. Kunstbalie ondersteunt provinciale spelers in hun rol van belangenbehartiger, talentontwikkelaar of topensemble, zodat zij hun achterban en netwerk optimaal kunnen bedienen. Zo ontstaat een sterke keten. In partnerschap kunnen thema’s gericht op de vitaliteit en zichtbaarheid worden opgepakt. Daarnaast worden nieuwe provinciale spelers, die nu in de keten ontbreken of daar waar kansen liggen, geactiveerd. Doelstellingen: ondersteunen van provinciale partners bij de ontwikkeling naar slagvaardige en eigentijdse spelers in het amateurkunstenveld aanjagen ontbrekende (gespreks)partners op provinciaal niveau ruimte creëren voor nieuwe initiatieven streven naar een pluriform en levendig kunstbeoefeningsklimaat
Rol van Kunstbalie Om de vitaliteit en pluriformiteit van de kunstbeoefening in Brabant te ondersteunen versterkt Kunstbalie met subsidies de provinciale partners. Kunstbalie verbindt diverse partijen actief in en voor de kunstbeoefening met elkaar om zo een sterkere keten te realiseren binnen het werkveld maar ook naar andere domeinen toe. Kunstbalie levert expertise over onder andere het werkveld, bestuurlijke vernieuwing, financieringsmogelijkheden en het bereik van nieuwe doelgroepen. Daarnaast jaagt Kunstbalie projecten en initiatieven aan die een bijdrage leveren aan de kunstbeoefening in Brabant.
Projecten 2.1 Ontwikkeling indicatoren 2.2 Aanjagen nieuwe partners 2.3 Co-creatie toolkit jongeren en community art 2.4 Versterken keten instrumentale muziek 2.5 Collectieve promotie 2.6 Versterken Community Art Brabant
Dienstverlening 2.7 Subsidieverstrekking Amateurkunst 2.8 Maatwerkondersteuning amateurkunst 2.9 Muziekexamens 2.10 Kennisdeling: werkconferentie en nieuwsbrieven 2.11 Kunstbalie Fonds Amateurkunst
39 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 2.1 Samenvatting
Nut en noodzaak Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Onderzoek indicatoren vitaliteit Om de sector kunstbeoefening gerichter te kunnen ondersteunen, ontwikkelt Kunstbalie een methodiek voor het meten van de vitaliteit van de sector. Op basis daarvan kunnen we op termijn het maatschappelijk rendement van de ondersteuning beter zichtbaar maken. Het ontbreekt aan landelijk en provinciaal beleid ten aanzien van kunstbeoefening. De behoefte aan meetbare indicatoren van vitaliteit is groot. Onderzoeken en bepalen indicatoren vitaliteit m.b.t. kunstbeoefening Verankeren van deze indicatoren in provinciale dienstverlening (bijvoorbeeld in meting effect subsidieverstrekking en maatwerkondersteuning) Verbinding indicatoren met o.a. benchmark, KPC monitor onderwijs Expertmeetings Bronnenstudie (extern bureau), in kaart brengen wetenschappelijke informatie en bestaande modellen en uitgangspunten Partner en veldonderzoek (stakeholders) Realisatie indicatorenlijst Plan van aanpak ten aanzien van implementatie van indicatoren (=meetmethode) Implementatie in interne werkwijze/ICT-systeem Communicatie amateurkunst organisaties en stakeholders Bereik (aantal scholen, Alle amateurkunstorganisaties in het netwerk van gemeenten, partners en Kunstbalie en alle stakeholders (provincie, gemeenten) eindgebruikers) zijn op de hoogte van bestaan indicatoren en meetmethode Samenwerking met … Onderzoekspartner (volgt uit inventarisatie) partijen Afstemming met PON ten aanzien van andere (provinciale) onderzoeken en mogelijk als onderzoekspartner Amateurkunst veld: koepels en bonden, samenwerking in testen van methode Inhoudelijke verkenning relatie indicatoren kunstbeoefening en het programma ‘vitale kernen’ van Stichting Zet. Blijvend effect Daadwerkelijk implementeren van meetmethode (duurzaamheid) Op termijn beter inzicht in verandering in vitaliteit en daar betere sturing aan kunnen geven Spreiding en kwaliteit Inventarisatie van minimaal 3 bestaande meetmethoden/modellen en 3 expertmeetings Indicatoren op het gebied van minimaal 5 thema’s Meetmethode is getest op minimaal 3 typen organisaties. Validiteit van meetgegevens: representatieve steekproeven en/of voldoende meetgegevens (methode big data) Keuze voor een set van minimaal 5 indicatoren op gebied van financiën, organisatie, artistieke inhoud, bereik en samenwerking Meetmethode is verankerd in de processen van Kunstbalie en is bekend bij amateurkunstsector en stakeholders De organisaties waarop de meetmethode getest is, hebben hier zo weinig mogelijk ‘last’ (tijd en moeite) van gehad. De methode moet gebruiksvriendelijk zijn. Risico’s: kwalitatieve indicatoren minder makkelijk te meten (effectmeting); het verkrijgen van gegevens nodig voor een valide uitkomst, is lastig. Voorwaarde: een inhoudelijke verbinding met onderzoeken benchmark en ‘waarde van cultuur’
40 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 2.2
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Aanjagen nieuwe partners amateurkunst
Samenvatting
Het aanjagen van een nieuwe provinciale partner op het gebied van amateurtheater, schrijven en urban culture, om gezamenlijk de diverse sectoren te kunnen versterken. Het behoefteonderzoek 2014 in de amateurkunstsector wijst uit dat er geen provinciale spelers actief zijn voor de sectoren theater, schrijven en urban culture. De betrokken organisaties en individuen hebben geen belangenbehartiger, en er is geen gemeenschappelijke aanpak van gedeelde vraagstukken. In het veld is duidelijk behoefte aan belangenbehartiging. Kunstbalie ontvangt diverse vragen en verzoeken uit het veld voor ondersteuning die niet (meer) passend zijn bij de dienstverlening van Kunstbalie. Ook mist het veld een vooruitgeschoven post om partner te zijn in provinciale en landelijke initiatieven. Aanjagen provinciale partners theater, schrijven en urban culture Verbeteren van de provinciale ‘voelsprieten’ in drie sectoren om zo een goede belangenbehartiging van de amateurkunst door Kunstbalie te kunnen realiseren Ondersteunen van partners op gebied van o.a. coaching, advies, plan van aanpak Versterken netwerkvorming binnen de drie sectoren Verbinden van de partners (sectoren) met andere disciplines, werkvelden en (provinciale) partijen Op termijn: gezamenlijk partnerschap vormgeven door deelname aan provinciale projecten of kansen (bijvoorbeeld collectieve promotie) Veldonderzoek en verkennende gesprekken naar stakeholders per sector Start bijeenkomsten met stakeholders uit het veld Formeren kernteams/voorlopers die de partnerrol op zich willen nemen Ondersteunen van deze kernteams bij het realiseren van een koepelrol Ondersteuning bieden bij zichtbaar maken van nieuwe partners (website, communicatieplan) Indien nodig verbinden van de partners aan de subsidieregeling amateurkunst voor continuïteit Bereik 40 stakeholders in het theaterveld (aantal scholen, minimaal 3 partijen op het gebied van schrijven, onder gemeenten, partners en anderen Tilt, Cubiss, bkkc en vereniging bibliotheken eindgebruikers) minimaal 6 partijen binnen de urban culture omvang achterbannen van deze sectoren Samenwerking met … Bkkc, Cubiss, landelijke urban culture organisaties en partijen kenniscentrum LKCA (kwaliteit van samenwerking, inzet uren) Blijvend effect Drie gesprekspartners en belangenbehartigers die (duurzaamheid) deelnemen aan het provinciale cultuursysteem Zij kunnen op hun beurt ook de verbinding aangaan met andere domeinen bijvoorbeeld BrabantC Spreiding Theater, schrijven en urban culture (provinciaal) (inhoudelijke spreiding of geografisch) 3 provinciale partners belangenbehartiging van de sectoren theater, schrijven, urban culture (verbinding met indicatoren vitaliteit) versterken van de amateurkunstsector in de basis door deze partners met ondersteuning van Kunstbalie Geen klantentevredenheidsonderzoek. Wel doen wij onderzoek in het kader van onze subsidieregeling (dienstverlening) waar deze partijen op termijn onderdeel van kunnen worden. Risico’s: versnipperde belangen bij de stakeholders in een sector; voldoende tijd van deelnemende vrijwilligers
Nut en noodzaak
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
41 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 2.3
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Co-creatie toolkit jongeren en community art
Samenvatting
Het ontwikkelen van een toolkit waarmee community art- en amateurkunstorganisaties activiteiten in co-creatie met nieuwe doelgroepen kunnen ontwikkelen. De amateurkunstsector en culturele partners vinden moeilijk aansluiting bij sommige nieuwe doelgroepen, waaronder ‘jongeren’. De traditionele wijze van communiceren werkt onvoldoende. Op basis van eigen onderzoek naar het succes van urban productiehuizen voor jongeren en vanuit het onderzoek project ‘Cultuur en Leefbaarheid’ ontwikkelt Kunstbalie een toolkit om in co-creatie met gebruikers of nieuwe doelgroepen tot projecten, producten of diensten te komen. Toetsen van de tool-kit bij drie pilots (jongeren, community arts en zorg) Doelstelling binnen deze projecten is: aanwas jongeren, nieuwe type dienstverlening, bereik nieuwe doelgroepen Ontwikkelen van de toolkit co-creatie om beter aan te sluiten op doelgroepen en daarmee vitaliteit van de sector te vergroten. Uitdragen en delen van de toolkit bij o.a. amateurkunstsector en culturele partners Drie pilots in 2015 waarin het co-creatie wordt getest: bij Mik Veghel (subsidieproject kunstencentra); bij Art-Fact (subsidieproject buurtcultuurfonds); nieuw project met een zorginstelling Uitwerken van de toolkit op basis van onderzoek en praktijkervaringen Opleveren toolkit Uitdragen toolkit Monitoring inzet toolkit bij nieuwe gebruikers (aanscherping en doorontwikkeling indien nodig) Bereik (aantal scholen, 3 pilotprojecten met deelnemers (Tilburg, Veghel en gemeenten, partners en nnb) eindgebruikers) uitrol naar alle geïnteresseerde partijen in Brabant Samenwerking met … Mik Veghel, Art-Fact, DOKe partijen Blijvend effect Verbinding dienstverlening en projecten aan jongeren (duurzaamheid) en nieuwe doelgroepen Kennis in het veld over opzetten co-creatie proces Participatie gebruikers en deelnemers vergroten ten aanzien van cultuuractiviteiten Spreiding Tilburg, Veghel, (later heel Brabant) co-creatie (getoetst m.b.v. drie succesvolle projecten = pilots) Toolkit co-creatie Bekendheid toolkit bij potentiële gebruikers Een score van minimaal 6,5 bij testgroep (pilots) op gebruikersvriendelijkheid, overdraagbaarheid, aansluiting op praktijk van jongerencultuur en community arts, meetmethodiek en evaluatiemethode. Voor samenwerking en ondersteuning vanuit Kunstbalie is het streefgetal een 7,5. Na de doorontwikkeling van de toolkit kan deze opgenomen worden in de reguliere dienstverlening van Kunstbalie, het streven naar klantentevredenheid op inhoud is dan een 7,5. Risico’s: uitloop van pilotprojecten
Nut en noodzaak
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
42 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 2.4
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Versterken keten instrumentale muziek
Samenvatting
Aanjagen van een landelijke of provinciale partner die de afname van muziekexamens in Brabant op zich neemt, met behoud van kwaliteit en continuïteit. Brabant is de provincie met de grootste populatie muziekverenigingen. Naast de omvang is ook de kwaliteit van deze muziekbeoefening in Brabant hoog. Dit komt onder andere door de samenwerking tussen muziekverenigingen, kunstencentra, conservatoria en bijvoorbeeld Philharmonie Zuidnederland. Maar ook de investering in kaderopleidingen voor dirigenten en afname van landelijke muziekexamens hebben bijgedragen aan de groei van kwaliteit.
Waarom
Kunstbalie heeft een aantal beleidsperioden zelf zorggedragen voor het organiseren van deze kaderopleidingen. In goed overleg is deze taak overgedragen aan de BVO&I (landelijke bond voor orkestdirigenten en instructeurs). Ook voor het afnemen van muziekexamens zou de sector zelf zorg moeten kunnen dragen. Het aanjagen van een nieuwe partner in de keten van instrumentale amateurkunstmuziek (blazers, strijkers en slagwerkers) draagt dan ook bij aan een sterke sector. Nu is er nog geen duidelijke structuur (nu meer een eilandenstructuur). Door het wegvallen van de plaatselijke kunstinstellingen is de roep om een exameninstituut (vooral een onafhankelijk exameninstituut) alleen maar groter geworden. Dit blijkt ook uit het aantal deelnemers wat toeneemt dit terwijl het aantal jeugdleden van muziekverenigingen licht afneemt. Daarnaast is er sterke ontwikkeling en opkomst van privé muziekopleidingen. Genoemde opleidingsinstituten willen graag onafhankelijke toetsingen via een exameninstituut. Kunstbalie biedt dit aan. (2.9 muziekexamens) -
-
Doelstellingen
Activiteiten
Naast de KNMO (koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie heeft ook de Faso (Federatie van amateur symfonie- en strijkorkesten) raamleerplannen mbt de opleiding en examinering laten ontwikkelen. Het implementeren en faciliteren van deze examens wordt voor de provincie Noord-Brabant vanaf 2015/2016 door Kunstbalie verzorgd via hetzelfde traject dat Kunstbalie Brabant breed reeds heeft voor de blazers en slagwerkers. Tevens zijn er gesprekken gaande met Centra voor de kunsten om deze examens te faciliteren in samenwerking met juist deze kunstencentra en hun omgeving. Verder zijn er gesprekken geweest met verschillende gemeentes waar de kunsteninstelling is verdwenen om daar tot een centraal punt te komen waar examen kan worden afgelegd. Gemeente participeert hierin middels financiële middelen Kunstbalie organiseert en faciliteert.
Door deze genoemde ontwikkelingen ontstaat er een gestructureerde infrastructuur waar onafhankelijk examen kan worden afgelegd nu nog uitgevoerd door Kunstbalie. Kunstbalie spant zich in om, in samenwerking met de diverse partners, een passende speler te organiseren die het afnemen van muziekexamens op zich kan nemen. Daarvoor werken we nauw samen met landelijke organisaties zodat hetgeen in Noord-Brabant wordt ontwikkeld landelijk kan worden opgepakt en worden uitgebreid door bv een KNMO. Aanjagen provinciale of landelijke partner voor het afnemen van muziekexamens Verder uitbouwen van het inhoudelijke en facilitaire netwerk t.a.v. instrumentale amateurmuziek, met kunstencentra, particuliere muziekscholen en verenigingen Gesprekken met landelijke en provinciale bonden (strijkers, blazers, slagwerkers) Mede opzetten examenbureau, met garantie op het gebied van kwaliteit, continuïteit en spreiding in de provincie Noord-Brabant
43 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Prestatie-indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
Samenwerking met … partijen
Landelijke bonden (KNMO en FASO) LKCA 40 kunstencentra en muziekscholen Blijvend effect Provinciale of landelijke partner die zorgt voor een (duurzaamheid) versterkte keten instrumentale muziek Looptijd Tijdpad ten aanzien van besluitvorming In 2017 is er een provinciale of landelijke partner Partner die conform raamleerplannen LKCA examens afneemt voor zowel individuele leerlingen, verenigingen alsook samenwerkt met kunstencentra en muziekscholen in heel Brabant. Afname muziekexamens a, b, c en d door deze partner conform de landelijke raamleerplannen Niet van toepassing (meting wordt gedaan bij afname muziekexamens) Risico’s: geen bereidheid van provinciale en landelijke bonden om samen te werken; afbrokkeling van lokale culturele infrastructuur (en daarmee lokale partners), ten aanzien van muziekeducatie. Voorwaarden: tijd nodig voor samenwerking en opzet landelijk of provinciaal bureau. Inhoudelijke verbinding met dienstverlening muziekexamens (2.9) deze kunnen op termijn worden overgedragen. -
44 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 2.5
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Collectieve promotie van de amateurkunst
Samenvatting
Collectieve promotie van de Brabantse amateurkunst samen met de provinciale partners (koepels en bonden, kunstencentra en gemeenten). Het doel: een gezicht geven aan de amateurkunstsector zodat zij steviger op het netvlies komt van potentiele bezoekers, deelnemers, pers en politiek. Dit komt ten uitvoer tijdens de Week van de Amateurkunst. Amateurkunstorganisaties lukt het vaak niet om aandacht te genereren voor hun activiteiten. Door het organiseren van collectieve promotie wordt de amateurkunst provinciaal voor het voetlicht gebracht. Dit zorgt voor een vitalere sector met voldoende deelnemers, bezoekers, en aandacht van politiek en pers.
Nut en Noodzaak
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Op landelijk niveau is een overleg gestart met Jeugdcultuurfonds, VSB fonds, LKCA, FCP, Manifestgroep, Kunstconnectie en Kunstbalie om de landelijke promotie kunstbeoefening gezamenlijk vorm te geven. Om voor te sorteren op een landelijke aanpak en op basis van de uitkomsten van het Kunstbalie onderzoek ‘Een infrastructuur voor de Brabantse amateurkunst’ maart 2014- ‘geef een gezicht aan de provinciale amateurkunst’ is er aantoonbaar behoefte aan een collectieve inspanning ten aanzien van promotie. Daarbij krijgt Brabant de kans om de WakWeek (site, toolkits) voor 2015 over te nemen van LKCA en provinciaal vorm te geven. Landelijke planvorming en samenwerking ten aanzien van collectieve promotie (inhoudelijk plan en begroting) Samenwerking tussen de provinciale partners (centra en amateurkunst) m.b.t. promotie Verbinden van Brabantse gemeenten aan de WAKweek Grotere zichtbaarheid van de provinciale partners op het gebied van amateurkunst Positief imago van kunstbeoefening in Brabant Zichtbare projecten Deelname van gemeenten in Brabant aan de WAKweek Organiseren van bijeenkomst(en) waar provinciale partners en Kunstbalie samen invulling geven aan de Week van de Amateurkunst (WAKweek). Ondersteunen van de lokale culturele partners en de provinciale amateurkunstpartners om de achterban te stimuleren deel te nemen aan collectieve promotie. Bieden van een communicatie toolkit aan de provinciale partners om activiteiten tijdens de WAK te promoten. Advertentie in provinciale dagbladen en free publicity via Omroep Brabant Organiseren van een provinciale manifestatie tijdens de WAK, waar de provinciale partners hun amateurkunstparels kunnen laten zien Plaatsen van innovatieve en in het oog springende amateurkunst op de website DepotC Samenwerking met VisitBrabant ten aanzien van communicatie rondom de WAKweek en in de toekomst andere collectieve promotie Bereik (aantal scholen, 3 koepels en bonden in voorbereiding (daarna uitrol gemeenten, partners en naar alle provinciale koepels en bonden) eindgebruikers) 3 gemeenten in voorbereiding (daarna uitrol naar alle gemeenten) 3 kunstencentra in voorbereiding (daarna uitrol naar alle kunstencentra) 40 Amateurkunstverenigingen betrokken bij WAK en manifestatie aantal uitingen in de pers aantal deelnemende gemeenten (aan WAK week) aantal bezoekers aan activiteiten (lokaal gemeten) Samenwerking met … Provinciale koepels en bonden, gemeenten, partijen kunstencentra Provinciale pers: dagbladen en Omroep Brabant Landelijke partners op het gebied van promotie amateurkunst
45 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Blijvend effect (duurzaamheid)
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
Samenwerking tussen de provinciale partners op het gebied van promotie van amateurkunst Promotie van de amateurkunst in Brabant via de Week van de Amateurkunst Spreiding Provinciale spreiding via verenigingen en netwerken 9 tevreden provinciale partners die zijn betrokken bij de voorbereiding 40 beter zichtbare amateurkunstverenigingen 1 succesvolle provinciale manifestatie Persaandacht voor Brabantse amateurkunst Een klantentevredenheidonderzoek wordt meegenomen in de uitwerking van het projectplan samen met onze partners in 2015. Risico’s: Minder enthousiasme voor de Week van de Amateurkunst Te veel partijen die gebruik willen maken van de provinciale promotie Te weinig slagkracht bij landelijk overleg ten aanzien van de collectieve promotie -
46 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 2.6
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Versterken community art Brabant
Samenvatting
Het uitbouwen van het platform Community Art Brabant, ondersteunen van de lokale cultuuraanjagers en vergroten van de kennis ten aanzien van community art bij
Nut en noodzaak
netwerkpartners en in het veld, op provinciaal niveau. In 2011 is het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant samen met de provincie en woningcorporaties gestart met Buurtcultuurfondsen. Hierdoor zijn vele projecten in buurten gefinancierd en heeft community art in Brabant een flinke boost gekregen. Voor een verdere professionaliseringsslag zijn in 2013 (met subsidie van de provincie) bij 9 centra voor de kunsten cultuuraanjagers gestart. Hun doel: de samenhang en kwaliteit van de projecten stimuleren op lokaal niveau. De transformatie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving is in volle gang (ontwikkeling Wmo en Participatiewet). De burger wordt aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht. In diverse sectoren wordt samenwerking en cocreatie nagestreefd tussen burgers, overheid en professionals. Deze participerende samenleving is niet altijd vanzelfsprekend. Community art projecten blijken een effectieve werkvorm om zowel de participatiesamenleving te activeren als een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke vraagstukken ten aanzien van leefbaarheid. Er is de afgelopen drie jaar hard gewerkt aan een goede ‘community art praktijk’ door de diverse spelers, o.a. met de oprichting van Buurtcultuurfondsen en het aanstellen van de cultuuraanjagers. Het proces is echter nog zeer kwetsbaar, vooral door de decentralisaties naar gemeenten en de ontwikkelingen bij woningcorporaties. Een ander actueel thema is het stimuleren van crossovers van cultuur naar andere beleidsdomeinen zoals vrijetijdseconomie, educatie, zorg en welzijn. Deze integrale aanpak is inherent aan de werkwijze van community art. Een infrastructuur is in ontwikkeling, maar het proces is nog kwetsbaar, omdat: vraag en aanbod elkaar nog niet vinden; er nog grote onbekendheid is over community art in verschillende sectoren; het inzichtelijk maken van effecten nog in de kinderschoenen staat; bezuinigingen en decentralisaties nog in volle gang zijn; er nog veel versnippering is en het ontbreekt aan één aanspreekpunt; er gemeenschappelijke vraagstukken spelen, waarbij geen individuele oplossing past. Een ontbrekende schakel is een sterk provinciaal systeem waarin de kennis, financiële middelen, vaardigheden ten aanzien van community art worden geborgd. Door het samen met partners investeren in een platform kan de ontwikkeling van community art in Brabant ondersteund worden en de verworvenheden verankerd. De uiteindelijke vorm van het platform en netwerk hangt af van keuzes gemaakt in het te doorlopen traject. Kunstbalie neemt graag de rol van verbinder op zich om deze schakel in samenwerking met partners vorm te geven. Het platform is nodig om gezamenlijke en urgente thema’s op te kunnen pakken. De keuze van de thema’s vindt plaats bij de opstart en is ook bepalend voor de vorm en werkwijze van het platform. De selectie wordt in gezamenlijkheid bepaald.
Doelstellingen
Het onderzoeken en ontwikkelen van de meest geschikte vorm van een platform draagt bij aan een sterk cultuursysteem, omdat het partijen (ook buiten de sector) aan elkaar verbindt en zo de kansen voor community art vergroot en de kwaliteit verbetert. Naast het platform komt er een netwerk met een (online) database en halfjaarlijkse bijeenkomst voor verbinden, ontmoeten, inspireren en kennisdelen. Opbouwen community art platform in samenwerking met partners 47 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Beter netwerk ten aanzien van kennis, kunde en financiële middelen om community art in Brabant te ondersteunen Zichtbare partner voor andere provinciale partijen en spelers Behoefteonderzoek voor vorm en thema’s van het platform Netwerkopbouw met huidige partners werkzaam voor community art (provincie Noord-Brabant, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Zet, bkkc, Cal XL, VNG en overige stakeholders) Kennisdeling door: contentcreatie, ontwikkeling en positioneren website communityartbrabant.nl Opzetten en uitvoeren communicatieplan Inhoudelijk ondersteunen cultuuraanjagers bij de centra Organiseren sector overstijgende bijeenkomsten Ontwikkelen concrete dienstverlening op basis van visieontwikkeling en beleid op provinciaal niveau en in aansluiting bij beleid Motie 23 Bereik (aantal scholen, 3 Karrentrekkers platform gemeenten, partners Aantal deelnemers per bijeenkomst en eindgebruikers) o Overheden o Fondsen o Cultuuraanjagers (centra voor de kunsten) o Culturele instellingen o Woningcorporaties o Zorg- en welzijnsinstellingen o Makers Aantal partijen / achterban / eindgebruikers bereikt (via activiteiten en communicatie) Aantal Aantal thema’s (ten minste drie) die effectief opgepakt zijn (realisatie, concreet) Aantal zichtbare activiteiten van community art brabant (off en online) Aantal uren en middelen ingezet door partners Blijvend effect Sterk provinciaal netwerk ten aanzien van community art, (duurzaamheid) men weet elkaar te vinden en thema staat op de eigen agenda Zichtbaarheid platform (sites en uitingen partners en veld) Kennisuitwisseling (netwerkvorming met inhoud) Maatschappelijk effect In overleg met de provincie en andere instellingen overleggen hoe we de maatschappelijke effecten gaan meten van community art (verloedering, leefbaarheid). Ten minste 3 partners actief als karrentrekker van het platform, met middelen en formatie Alle sectoren vertegenwoordigd in het platform (overheid, zorg, welzijn, volkshuisvesting, fondsen en cultuur), ten minste 3 per sector met daarbij in het kielzog de achterban. Gedegen werkplan van het platform / netwerk met thema’s, werkwijze en commitment Database ter ondersteuning van het netwerk en platform Bijeenkomsten Zichtbaar platform (communicatie plan uitgevoerd) Bijdragen aan de website Community Art Brabant Verbinding platform met dienstverlening in lijn met beleid van de provincie -
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
48 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
De tevredenheid van de partners wordt gedurende het traject op diverse momenten gemeten. Evaluaties van bijeenkomsten, metingen van bezoekers aan bijeenkomsten en kwaliteit van de output. Risico’s: te weinig commitment van de diverse deelnemende partijen; onvoldoende ontschotting op overheidsniveau waardoor samenwerking, financiële stromen en beleid hindernissen kunnen opwerpen voor vormgeving thema’s. Voorwaarden: heldere opdracht voor Kunstbalie vanuit de Provincie (nav visieontwikkeling leefbaarheid, wie doet wat, gewenste rol e.d.) inzet van tijd bij partners; verbinding van thema met de lokale politiek.
49 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 2.7
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Subsidieverstrekking amateurkunst
Samenvatting
Het verstrekken van subsidie voor provinciaal opererende koepels, bonden en projectorganisaties op het gebied van kunstbeoefening. Door het verstrekken van subsidies kunnen deze provinciale partijen een belangrijke rol spelen bij het organiseren van talentontwikkelingstrajecten, het behartigen van belangen van de achterban, het opbouwen van netwerken, en het organiseren van provinciale projecten of activiteiten. Het uitvoeren van de subsidieregeling conform de richtlijnen van de ASV en AWB Het in stand houden van provinciaal opererende amateurkunstorganisaties Het ondersteunen van uitmuntende en onderscheidende provinciale projecten Het stimuleren van vernieuwing bij de provinciale partners amateurkunst Correcte afhandeling van de aanvragen Aanjagen en binnenhalen van goede subsidieaanvragen Afhandelen van de maximaal 30 aanvragen (beoordeling, beschikking) Verantwoorden en zichtbaar maken resultaten Bereik (aantal scholen, 28 provinciaal opererende amateurkunstinitiatieven gemeenten, partners en achterban van deze initiatieven (1,2 miljoen eindgebruikers) beoefenaars en 4.500 verenigingen) Samenwerking met … Provincie Noord-Brabant (subsidieverstrekking) partijen BrabantC (leggen van verbindingen) Bkkc, Erfgoed Brabant en anderen (verkeersplein) Blijvend effect Continuïteit activiteiten provinciale amateurkunst (duurzaamheid) Spreiding Alle sectoren (minus literatuur, theater en urban – zie project aanjagen nieuwe provinciale partners) zijn vertegenwoordigd in het subsidieprogramma Provinciale dekking 20 tot 30 subsidieaanvragen gehonoreerd 20 tot 30 provinciaal opererende amateurkunstinitiatieven Eind 2015 voeren wij een klantentevredenheidonderzoek (streven 7,5) uit. De uitkomsten implementeren wij in dienstverlening 2016. Risico’s: te veel of te weinig aanvragen (onder of overbesteding); geen realisatie van de subsidiebudgetten. Voorwaarden: transparante werkwijze; goede samenwerking met de provincie.
Nut en noodzaak
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
50 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 2.8
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Maatwerkondersteuning amateurkunst
Samenvatting
Het ondersteunen van de provinciale partners amateurkunst, zodat deze zich organisatorisch en artistiek verder kunnen ontwikkelen. Amateurkunstorganisatie zijn afhankelijk van de inzet van vrijwilligers. Dit maakt ze kwetsbaar. Meerdere provinciale partijen kampen met een tekort aan vrijwilligers, (bestuurs)leden en artistieke ontwikkeling. Door het coachen en adviseren van deze partijen versterken we hun organisatiekracht, zodat ze slagvaardiger worden in het ondersteunen van hun achterban. Sterke organisatorische partners (coaching n.a.v. subsidieverstrekking) Versterkte netwerken binnen de sectoren (dans, instrumentale- en vocale muziek, fotografie, beeldende kunst, film) Verbinding tussen de amateurkunstsectoren op provinciaal niveau (samenwerking Kunstbende, Popsport) Grotere zichtbaarheid amateurkunstpartners zelf (zie ook 2.5 collectieve promotie) Verbinding met dienstverlening Kunstbalie: scholing (deelname werkconferentie en scholing) 28 partijen krijgen ondersteuning van adviseur van Kunstbalie (telefonisch contact 2x per jaar en een of twee gesprekken) 4 partners (Tiuri, BFO, Maestro, Carte Blanche) krijgen maatwerkondersteuning in 2015 van Supportpunt 4 bijeenkomsten van sectoren in 2015 (instrumentale muziek, vocale muziek, dans en beeldende kunst) Bereik (aantal scholen, 28 partners (subsidieregeling amateurkunst) gemeenten, partners en 6 partijen vocale muziek (daarna uitrol naar 642 koren) eindgebruikers) 8 partijen instrumentale muziek (daarna uitrol naar 493 verenigingen hafabra en slagwerk) 5 partijen beeldende kunst (daarna uitrol naar 80 beeldende kunstverenigingen) 6 partijen dans (daarna uitrol naar 190 dansinitiatieven) Samenwerking met … Organisatorisch en bestuurlijk: Supportpunt, SESAM partijen Academie 28 provinciale partners Blijvend effect 4 provinciale partners die organisatorisch sterk staan (duurzaamheid) en op hun beurt de achterban kunnen ondersteunen 28 provinciale partners amateurkunst die kansen zien, en projecten kunnen oppakken met elkaar Sterke ketens per sector (2015) en sterke sector integraal (2016) Spreiding Provinciaal werkende partijen, dus provinciale spreiding via verenigingen en netwerken 28 tevreden provinciale partners 4 beter zichtbare provinciale partners amateurkunst 4 concrete plannen voor de sectoren dans, beeldende kunst, vocale en instrumentale muziek. Eind 2015 voeren wij een klantentevredenheidonderzoek (streven 7,5) uit. De uitkomsten implementeren wij in dienstverlening 2016. Risico: vergrijzing van de sector; wisseling van de besturen; weinig prioriteit bij het versterken van de eigen organisatorische organisatie.
Hoe
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
51 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 2.9
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Muziekexamens
Samenvatting
Resultaten
Talentontwikkeling stimuleren van muzikanten (blazers, slagwerkers en strijkers), door het afnemen van landelijk erkende muziekexamens. Met ruim 400 verenigingen en meer dan 35.000 muzikanten vormt Brabant de provincie met de meeste muziekverenigingen van Nederland. Op verzoek van het veld organiseert Kunstbalie in samenwerking met landelijke, provinciale en lokale partners een provinciaal dekkend systeem voor het afnemen van muziekexamens voor harmonie, fanfare, brassband, slagwerkers op a, b, c en d niveau. Dit vooral in gebieden waar geen muziekscholen aanwezig zijn, of waar muziekscholen zich beperken tot het afnemen van examens voor eigen leerlingen. Afnemen van landelijk erkende muziekexamens theorie en praktijk voor blazers, strijkers en slagwerkers Samenwerking met lokale partners voor het afnemen van de muziekexamens Op termijn (2.4 versterken keten instrumentale muziek) overdragen afname muziekexamens aan nieuwe partner. 11 bijeenkomsten in Tilburg, Budel, Woudrinchem, Eindhoven, waarvan 9 praktijkexamens en 3 theorie examendagen Verbeteren inschrijfsoftware op basis van klanttevredenheidsonderzoek 2014 Bereik (aantal scholen, 750 kandidaten gemeenten, partners en 350 verenigingen waar kandidaten spelen eindgebruikers) 80 muziekdocenten in Brabant Samenwerking met … LKCA (raamleerplannen) partijen Landelijke bonden, Faso, BVO&I, KNMO etc. DOKe Kunstencentra Professionele examinatoren disciplines hafabra, slagwerk en strijkers. Blijvend effect Talentontwikkeling van de deelnemers (duurzaamheid) Afname muziekexamens bij culturele partners in het veld Spreiding Provinciaal 750 afgegeven muziekexamens op a, b, c of d niveau
Klanttevredenheid
Klantentevredenheidonderzoek 2014 => eindresultaat 7,7. Nieuw onderzoek in 2016
Nut en Noodzaak
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
52 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 2.10
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Kennisdeling: werkconferentie amateurkunst en nieuwsbrief
Samenvatting
Het bevorderen van de kennis in de sector door een jaarlijkse werkconferentie en maandelijkse nieuwsbrieven. De amateurkunstsector, bestaande uit mensen die in de vrijetijd met hun passie bezig zijn, heeft beperkte toegang (tijd/netwerk) tot ontwikkelingen, vernieuwingen en nieuwe netwerken. De kunstbeoefening zelf is niet continue aan verandering onderhevig. De context waarbinnen de amateurkunst plaatsvindt op dit moment wel. Vanuit provinciaal niveau kunnen wij verbindingen leggen tussen netwerken, kennis en kansen. Kennisdeling met partijen die werken voor en in de amateurkunstsector. Netwerken versterken (ontmoeting) Behoefte van het veld centraal: expertise op het gebied van de veranderende samenwerking en de effecten daarvan op amateurkunst, communicatie, financiering, co-creatie en nieuwe doelgroepen. Verbinden landelijke en provinciale ontwikkelingen met lokale realiteit 10 nieuwsbrieven per jaar 1 werkconferentie in samenwerking met LKCA, DOKe, Kunstbalie en een lokaal kunstencentrum voor het amateurkunstenveld Bereik (aantal aantal kunstencentra (18) scholen, gemeenten, aantal medewerkers kunstencentra (ongeveer 1.000) partners en aantal lezers amateurkunst nieuwsbrief Kunstbalie per eindgebruikers) keer (10 x 2.564) Samenwerking met LKCA, DOKe, Kunstencentrum (locatie) en VSBfonds, … partijen Blijvend effect Sterkere netwerken binnen de amateurkunst door de (duurzaamheid) ontmoeting Nieuwe inzichten inzetbaar voor de dagelijkse realiteit Spreiding Provinciaal en landelijk 10 nieuwsbrieven (2.564 lezers per keer) 1 werkconferentie (140 deelnemers die kennis uitrollen in de eigen achterban of organisatie) Jaarlijks klantentevredenheidonderzoek n.a.v.de conferentie (streefgetal 8,0): in 2013 –> 8,1 en in 2014 –> 8,2 Uitkomsten van de evaluatie worden geïmplementeerd. Voorwaarden Conferentie in samenwerking met DOKe, LKCA en een lokaal kunstencentrum
Nut en noodzaak
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
53 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 2.11
2015 2: Versterken van de vitaliteit van de kunstbeoefening Kunstbalie Fonds Amateurkunst
Samenvatting
Investeren in een fonds op naam bij het Prins Bernhard Cultuurfonds om subsidiebudget voor vernieuwende of onderscheidende lokale projecten mogelijk te maken. Door het matchen van 100.000 euro met het Prins Bernhard Cultuurfonds in het fonds op naam ‘Kunstbalie Fonds Amateurkunst’, komt 200.000 euro beschikbaar voor bijzondere lokale amateurkunstinitiatieven in Brabant. Het stimuleren van goede lokale projecten (met een regionale uitstraling op innovatie of artistiek onderscheidend niveau) 200.000 euro voor de Brabantse amateurkunst goed besteden Een goede samenwerking tussen Kunstbalie en het Prins Bernhard Cultuurfonds Matching van middelen Inhoudelijk preadvies op de 200 aanvragen Het delen van goede voorbeelden, ter inspiratie van het veld, via DepotC (zie programma 3) Opstellen en uitvoeren communicatieplan Aanjagen subsidieaanvragen uit sectoren waar dit achterblijft Adviseren van niet gehonoreerde aanvragers naar andere financieringsbronnen (verkeersplein) of bieden van expertise ten aanzien van subsidieaanvragen Bereik (aantal Aantal aanvragen (ongeveer 200) scholen, gemeenten, Aantal aanvragers partners en Type aanvrager (discipline / geografisch) eindgebruikers) Aantal deelnemers/bezoekers gehonoreerde projecten Samenwerking met Prins Bernhard Cultuurfonds … partijen Blijvend effect Continuïteit ten aanzien van financiële middelen voor (duurzaamheid) innovatieve en onderscheidende initiatieven binnen de amateurkunst, op lokaal en regionaal niveau Kwaliteit Steekproeven door bezoeken van aantal activiteiten. Monitoring realisatie projecten door binnenhalen informatie van projecten voor DepotC Spreiding Alle sectoren: dans, instrumentale en vocale muziek, theater, literatuur, fotografie, beeldende kunst en urban. Geografisch: provinciale dekking 140 subsidieaanvragen gehonoreerd Afhandeling aanvragen binnen 3 weken (preadvies) Zichtbare eindresultaten op DepotC Klantentevredenheidonderzoek in overleg met het Prins Bernhard Cultuurfonds Risico’s: te veel of te weinig aanvragen (onder of overbesteding); geen realisatie van de subsidiebudgetten. Voorwaarden: transparante werkwijze en samenwerking met het Prins Bernhard Cultuurfonds conform overeenkomst tbv jaarlijkse schenking stichting dd 25 januari 2013 (ondertekend door Kunstbalie (J. Stoffels) en PBCF (J. Post en A. Esmeijer).
Hoe
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
54 Werkplan 2015 Kunstbalie
z 3. Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem Een sterk cultuursysteem op het gebied van kunsteducatie en kunstbeoefening draagt bij aan een hoogwaardig woon-, leef- en vestigingsklimaat in Brabant. Door het versterken van provinciale partners en actoren wordt de slagkracht van onze werkvelden vergroot. Door het verbeteren van de samenhang wordt ook het effect van kunsteducatie en kunstbeoefening meer zichtbaar. Het cultuursysteem kan zo verbindingen aangaan met andere domeinen zoals onderwijs, welzijn en zorg. Een sterke lokale culturele infrastructuur zorgt voor een toegankelijk en pluriform aanbod, dichtbij de eindgebruiker. Door het verbinden van partijen op lokaal niveau kan de culturele levensloop van de Brabander optimaal worden ondersteund (kennismaken, leren, doen). De lokaal aanwezige energie en kwaliteiten zijn uitgangspunt bij dit programma. Lokale sterke culturele infrastructuren dragen op hun beurt weer bij aan een sterk Brabants cultuursysteem.
Doelstellingen: sterke provinciale spelers in het Brabantse cultuursysteem samenhang tussen de provinciale spelers in het cultuursysteem verbindingen met andere domeinen verbindingen tussen landelijk, provinciaal en lokaal beleid en realiteit. vergroten van de deskundigheid van de partners bevorderen van de lokale netwerkvorming
Projecten 3.1 BrabantC fonds / Verkeersplein 3.2 Netwerk intermediairs (N.I.C.E.) 3.3 Samenwerking steunfunctie instellingen
Dienstverlening 3.4 Mest magazine 3.5 Subsidieverstrekking Partners 3.6 Maatwerkondersteuning culturele partners
55 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 3.1
2015 3: Bouwen aan een sterk Brabant cultuursysteem Brabant C: netwerkvorming, verkeersplein en fonds
Samenvatting
Samen met partners bijdragen aan een provinciaal netwerk en verkeersplein, om (onder andere) projectinitiatieven voor Brabant C Fonds aan te jagen. Het verbinden van netwerken kunsteducatie en kunstbeoefening aan een netwerk ten behoeve van Brabant C. Het aanjagen van goede projectinitiatieven en/of doorverwijzen van partijen naar andere beschikbare fondsen, in samenwerking met bkkc, erfgoed Brabant, Cubiss, Provincie Noord-Brabant en Brabant C. Het vooraf begeleiden van projecten kunsteducatie of kunstbeoefening ten behoeve van het Brabant C Fonds. Verkeersplein met collega steunfunctie-instellingen en de provincie Provinciaal netwerk ten behoeve van Brabant C Goede artistieke projectaanvragen voor Brabant C en andere fondsen Deskundigheidsbevordering in het veld t.a.v. fondsenwerving en financieringsmogelijkheden Bijeenkomsten verkeersplein (0,2 fte) Aanjagen en binnenhalen projecten door het spreken met partners uit het veld (basisdienstverlening: maatwerkondersteuning culturele partners en amateurkunst) Coaching en inhoudelijke begeleiding van projecten ten behoeve van Brabant C Fonds Ontwikkelen kennisdeling voor het veld (scholingsaanbod of een ‘FAQ financieringsmogelijkheden’) Bereik Kunstbeoefening veld (amateurkunst en community arts) Culturele partners en instellingen (centra, projecten) Kunstproducten (kunsteducatie) Samenwerking met … Collega steunfunctie-instellingen partijen Provincie Noord-Brabant Brabant C Fonds Andere fondsen (op termijn) Blijvend effect Kennisdeling tussen provinciale partners over (duurzaamheid) financieringsmogelijkheden Kennisplatform ‘financieringsmogelijkheden in de provincie’ Spreiding Provinciaal Professionele kunsten, amateurkunst, literatuur, erfgoed en cultuur Zichtbaar verkeersplein (aanpak in overleg met collega instellingen en provincie) Kwalitatief advies, waardoor projecten succesvol doorstromen naar financieringsbronnen 2 of 3 aanvragen kunstbeoefening of kunsteducatie voor het Brabant C Fonds Klanttevredenheid is in het eerste jaar nog niet aan de orde. Dit geven we in onderling overleg vorm. Risico’s: mogelijk te hoge financiële instap van het Fonds voor de basis (amateurkunst en community arts); aanjagen van projecten of initiatieven waar uiteindelijk geen adequate financiering voor is; te beperkte kennis en kunde (organisatorisch/financieel) bij projecten, waardoor investering uren Kunstbalie te omvangrijk wordt. Voorwaarden: goede samenwerking met collega instellingen, fonds en de provincie. -
Hoe
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
56 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 3.2
2015 3: Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem NICE Brabant (Netwerk Intermediaire functies CultuurEducatie)
Samenvatting
Organiseren van een provinciaal netwerk, ten behoeve van kennisuitwisseling, voor intermediaire functies cultuureducatie. In Brabant zijn diverse lokale intermediaire functies cultuureducatie actief. Zij hebben een coördinerende schakelfunctie tussen het onderwijs en de cultuursector, maar functioneren vaak als ‘eenpitters’ in de eigen regio. Ze worden uit wisselende bronnen gefinancierd en zijn bij uiteenlopende organisaties ondergebracht. Het bijeenbrengen en ondersteunen op provinciale schaal versterkt het provinciale cultuursysteem. -‐ Een sterk netwerk waarbinnen men elkaar weet te vinden -‐ Uitwisselen van kennis en informatie -‐ Informatie over landelijke en provinciale ontwikkelingen -‐ Kennisnemen van ontwikkelingen in andere sectoren/deelgebieden die indirect te maken hebben met het werk van de intermediairs -‐ Inspiratie en nieuwe inzichten bieden (externe input) 2 maal per jaar een provinciale bijeenkomst - Doorlopende advisering en ondersteuning voor individuele intermediairs en gemeenten Monitoring dienstverlening vindt plaats in andere projecten en diensten (onder andere KunstSelect en De Cultuur Loper) Bereik 35 intermediairs, werkzaam in 50 gemeenten Erfgoed Brabant, Cubiss Blijvend effect Sterk provinciaal netwerk (duurzaamheid) Verbeterde kwaliteit van dienstverlening Spreiding Provinciaal
Nut en noodzaak
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
57 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
Sterk provinciaal netwerk van intermediairs Inzicht in alle intermediaire functies in Brabant Verbeteren deskundigheid van de intermediairs Jaarlijks zijn er meerdere evaluaties ten aanzien van tevredenheid of behoefte. In 2014 heeft een behoefteonderzoek en herijking intermediairs plaatsgevonden. Eind 2015 komt er een tevredenheidsonderzoek over ondersteuning Kunstbalie. Risico’s: bezuinigingen van gemeenten waardoor formatie van de intermediairs wegvalt; inkrimpen werkgevers (kunstencentra) waardoor formatie onder druk komt.
58 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Project 3.3
2015 3: Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem Gerichte samenwerking met provinciale (steun-)instellingen.
Samenvatting
Gerichte samenwerking met provinciale instellingen om de gehele culturele loopbaan van de Brabander optimaal te ondersteunen. Gezamenlijke huisvesting op termijn Vergroten samenwerking en samenhang op provinciaal niveau Vergroten zichtbaarheid samenwerking (MestMagazine en Brabant C zijn opgenomen in twee separate projecten) Het bijdragen aan een roadmap t.b.v. samenwerking culturele instellingen i.s.m. provincie ihkv Motie 23 (plan opleveren voor 1 juli 2015). Bijeenkomsten op strategisch (directie/management) niveau ten behoeve van intensivering samenwerking op het gebied van cultuureducatie Het in samenwerking met bkkc, Erfgoed Brabant, Cubiss, stichting ZET, PON, bibliotheek Midden Brabant en gemeente Tilburg investeren in (de voorbereiding van) gezamenlijke huisvesting, te beginnen met gezamenlijke programmering (Braintrain) Bijeenkomsten op strategisch (directie/management) niveau ten behoeve van gezamenlijke huisvesting Het samen met Cubiss en Erfgoed Brabant opzetten van een plan voor (grotere zichtbaarheid van) gezamenlijke activiteiten en/of functies (loketfunctie) op het gebied van cultuureducatie (plan opleveren voor 1 juli 2015). Participatie in programmering Spoorzone (operationeel niveau) Bereik (aantallen) Kunstbeoefening veld (amateurkunst en community arts) Culturele partners en instellingen (centra, projecten) Kunstproducten (kunsteducatie) Samenwerking met … Collega steunfunctie-instellingen partijen (kwaliteit van Provincie Noord-Brabant samenwerking, Brabant C Fonds opgeleverde resultaten) Andere fondsen (op termijn) Bibliotheek Midden-Brabant Gemeente Tilburg Blijvend effect Onderlinge kennisdeling tussen provinciale partners (duurzaamheid) over financieringsmogelijkheden Kennisplatform t.a.v. financieringsmogelijkheden in de provincie Noord-Brabant Gezamenlijke programmering Gezamenlijke toekomstbestendige huisvesting Gezamenlijke dienstverlening op termijn
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Spreiding
Resultaten
Klanttevredenheid
Provinciaal Cultuur, professionele kunsten, amateurkunst, literatuur, kunst-, erfgoed- en media-educatie. Concreet plan (+roadmap) samenwerking i.h.k.v. Motie 23 Concreet plan samenwerking educatie Grotere zichtbaarheid samenwerking provinciale partners Klanttevredenheid is in het eerste jaar nog niet aan de orde. Dit geven we in onderling overleg vorm. -
59 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Risico’s en voorwaarden
Risico’s: Besluitvorming Motie 23, provinciale verkiezingen Ontbreken concrete klantvraag voor een gezamenlijk loket culturele levensloop/cultuureducatie financieringsprobleem gezamenlijke huisvesting of terugtrekken partners in gezamenlijk huisvestingsplan. Voorwaarden: goede samenwerking met collega instellingen en de provincie; samenwerkingsconvenant t.b.v. huisvesting; medewerking en financiële ondersteuning gemeente Tilburg (Spoorzone)
60 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 3.4
2015 3: Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem MEST Magazine en platform
Samenvatting
Het zichtbaar maken van innovatieve culturele activiteiten in de provincie Noord-Brabant voor landelijke, provinciale en lokale stakeholders in cultuur. Dit in samenwerking met onze collega steunfunctie-instellingen MEST Magazine en Mestmag.nl vormen samen de community voor cultuur in NoordBrabant. Vier keer per jaar in de vorm van een papieren magazine en op mestmag.nl wekelijks met nieuwe artikelen. Beide willen bijdragen aan de zichtbaarheid van cultuur in Brabant en maken daarmee ook de waarden van cultuur zichtbaar. Mestmag.nl, de cultuuretalage, is een rechtstreeks gevolg van de wens in de Cultuuragenda van Brabant voor 2020 om een platform te creëren waarop voorbeelden van bijzondere kunst en cultuur uit Brabant een podium krijgen en waar door het veld gediscussieerd kan worden over kunst en cultuur in Brabant. MEST Magazine wordt verspreid in controlled circulation naar ongeveer 2500 adressen, binnen en buiten Brabant en heeft daarnaast een groeiend abonneebestand. Het wordt door de partners (bkkc, Kunstbalie, Erfgoed Brabant, PON, VisitBrabant) gedragen, aangevuld met een bijdrage van Prins Bernhard Cultuurfonds. Waarden van cultuur zichtbaar maken (magazine en platform) Informeren (magazine en platform) Signaleren (platform) Discussie stimuleren (platform) Publiceren magazine (via bkkc) Aanleveren artikelen uit kunsteducatie en kunstbeoefeningsveld Melden trends en ontwikkelen t.b.v. online magazine Bijdragen aan verspreiding en zichtbaarheid MEST Magazine en platform Bereik Aantal magazines, controlled cirulation en losse verkoop, abonnementen) Aantal bezoekers aan de website/volgers twitter en likes facebook Discussiebijdragen op de site. Samenwerking met … Collega steunfunctie-instellingen partijen Provinciale partners binnen kunsteducatie en -beoefening Blijvend effect Meer zichtbaarheid van culturele activiteiten in Brabant (duurzaamheid) Spreiding Landelijk, provinciaal en lokaal MEST Magazine (4 x per jaar) Mestmag.nl (minimaal 2 x per week nieuwe artikelen en 1 x per week trends en ontwikkelingen) Klanttevredenheid wordt niet expliciet gemeten, maar afgeleid uit aantal abonnees en bezoekers. Risico’s: onderwijs (kunsteducatie) is een moeilijk te profileren werkveld binnen het magazine, zichtbaarheid in eigen sector beperkt; inzet en inhoudelijke bijdrage collega-instellingen; Voorwaarden: personele bezetting in uren bij bkkc en andere steunfuncties.
Nut en noodzaak
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
61 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programma Dienstverlening 3.5
2015 2: Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem Subsidieverstrekking culturele partners
Samenvatting
Het verstrekken van subsidie aan DOKe, Kunstencentra, het Jeugdcultuurfonds Brabant (JCFB) en deelnemende gemeenten aan JCFB. We versterken de basis van de cultuursector door het verstrekken van subsidies aan provinciaal opererende partners en aan lokale culturele instellingen die een regierol vervullen ten aanzien van de culturele levensloop van de Brabander. Het uitvoeren van de subsidieregelingen conform ASV en AWB Het verzelfstandigen van het Jeugdcultuurfonds Brabant Het stimuleren van gemeenten (< 100.000 inwoners) om deel te nemen aan het provinciale Jeugdcultuurfonds. Het realiseren van een sterke onafhankelijke positie van DOKe om in partnerschap kansen op te kunnen pakken Het stimuleren van kunstencentra bij de ontwikkeling van de organisatie naar een culturele onderneming die lokaal de regie heeft op cultuurparticipatie (manifest van Veghel) Het ondersteunen van uitmuntende en onderscheidende provinciale projecten Het stimuleren van vernieuwing bij de kunstencentra Correcte afhandeling van de subsidieaanvragen Aanjagen en binnenhalen van goede subsidieaanvragen Afhandelen van de maximaal 30 aanvragen (beoordeling en beschikking) Verantwoording en zichtbaar maken resultaten Bereik (aantal scholen, 2 provinciale partijen (DOKe en JCFB) gemeenten, partners en 62 gemeenten eindgebruikers) 18 kunstencentra, waarvan 6 met een project Samenwerking met … Provincie Noord-Brabant (subsidieverstrekking) partijen Brabant C (leggen van verbindingen) Jeugdcultuurfonds Brabant, Jeugdcultuurfonds Nederland Blijvend effect Continuïteit ten aanzien van activiteiten van de (duurzaamheid) provinciale amateurkunstpartijen Spreiding Provinciale dekking 2 subsidieaanvragen gehonoreerd t.b.v. DOKe en JCFB 6 aanvragen gehonoreerd t.b.v. kunstencentra 5 tot 15 subsidieaanvragen gehonoreerd t.b.v. gemeenten JCFB Zichtbare successen (verbinding MEST, verkeersplein, DEPOT C) Klantentevredenheidonderzoek vindt plaats eind 2015. De uitkomsten implementeren wij in dienstverlening 2016. De subsidieafdeling bij gemeenten JCFB nemen wij hierin niet mee. Risico’s: te veel of te weinig aanvragen (onder of overbesteding); geen realisatie van de subsidiebudgetten. Voorwaarden: transparante werkwijze; goede samenwerking met de provincie en met Jeugdcultuurfonds Brabant
Hoe
Doelstellingen
Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid Risico’s en voorwaarden
62 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Periode (jaar) Programmalijn Dienstverlening 3.6
2015 3: Bouwen aan een sterk Brabants cultuursysteem Maatwerkondersteuning culturele partners
Samenvatting
Het op maat ondersteunen en begeleiden van culturele partners. Doel: komen tot een optimale ondersteuning van de culturele levensloop van de Brabander. Het cultuursysteem moet daarbij verbindingen kunnen aangaan met andere domeinen, zoals onderwijs, welzijn en zorg. (Ondersteuning hangt nauw samen met subsidieverstrekking.) Met scholing, coaching en advies op maat, vergroten we de deskundigheid van partners op het gebied van cultuureducatie in het onderwijs, amateurkunst en community art. Zo ontstaan sterke partners die provinciaal of lokaal een stevige regierol vervullen en in samenwerking met elkaar het systeem versterken. De advisering en coaching van Kunstbalie is gericht op uiteenlopende thema’s, veelal vormgegeven in concrete projecten of diensten. Deze ondersteuning is niet gericht op kunsteducatie of kunstbeoefening maar op de partners zelf die dit mogelijk maken. Partner is doelgroep.
Hoe
Doelstellingen
De ondersteuning richt zich op: projectaanvragers kunsteducatie of kunstbeoefening ten behoeve van crowdfunding kunstencentra en culturele instellingen of organisaties die een lokale regierol op zich nemen ten aanzien van kennismaken, leren, doen. vereniging directeurenoverleg kunsteducatie (DOKe) Jeugdcultuurfonds Brabant Deskundigheidsbevordering in het veld ten aanzien van crowdfunding (dienstverlening in samenwerking met bkkc) Sterke lokale partners die een regierol vervullen Optimale realisatie van verstrekte subsidies aan JCFB, gemeenten, Kunstencentra, DOKe en crowdfundinginitiatieven. Afstemming provinciale en lokale dienstverlening. Strategisch partnerschap met provinciale partijen zoals het Jeugdcultuurfonds Brabant en DOKe.
63 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Activiteiten
Prestatie indicatoren
Resultaten
Klanttevredenheid
Risico’s en voorwaarden
Individuele lokale werkafspraken met 18 kunstencentra, (document opstellen, realisatie afspraken gedurende het jaar, evaluatie, bijstelling afspraken voor 2016) Inhoudelijk begeleiden 6 nieuwe subsidieaanvragen van de kunstencentra 2015 indien nodig Intervisiebijeenkomsten organiseren ten behoeve van de subsidieprojecten Scholing en themabijeenkomsten om kennis met elkaar te verbinden Organisatorisch ondersteunen van het Jeugdcultuurfonds Brabant om te komen tot verzelfstandiging Adviseren culturele partners op maat, gedurende het hele jaar Opzetten projecten in samenwerking met DOKe Bereik (aantal scholen, aantal kunstencentra met lokale werkafspraken gemeenten, partners en aantal gesubsidieerde projecten gerealiseerd eindgebruikers) aantal deelnemers aan projecten (zangkoren, zorginstellingen, jongeren) aantal deelnemende gemeenten Blijvend effect Kunstencentra die een lokale regierol vervullen ten (duurzaamheid) aanzien van kennismaken, leren, doen (talentontwikkeling en artistieke ontplooiing) Zelfstandig Jeugdcultuurfonds met voldoende deelnemende gemeenten Spreiding 24 gemeenten (kunstencentra) 62 gemeenten (Jeugdcultuurfonds Brabant) 6 gerealiseerde projecten die regierol van de centra versterken (coaching t.a.v. realisatie project) 18 lokale werkafspraakdocumenten met in totaal 70 tot 90 concrete werkafspraken 90% van deze werkafspraken realiseren Ophalen provinciale vraagstukken en afstemmen met DOKe. Vormgeven provinciale thema’s in nieuwe provinciale projecten of diensten 1 onafhankelijk Jeugdcultuurfonds Brabant met voldoende deelnemende gemeenten 10 partijen die inhoudelijke deskundigheid hebben opgebouwd ten aanzien van crowdfunding Klantentevredenheid bij de centra heeft al veelvuldig plaatsgevonden. Voor komend jaar zoeken wij inhoudelijk afstemming ten aanzien van deze doelgroep. Voor de lokale werkafspraken hebben wij een jaarlijkse tussentijdse evaluatie (inhoudelijk), daar wordt geen cijfer aan toegekend, omdat het gaat over partnerschap. Wij voeren een tevredenheidsonderzoek uit naar aanleiding van de subsidieregeling (zie programma 3: subsidieverstrekking culturele partners). Risico’s: grote bezuinigingen bij de centra waardoor beperkte slagkracht bij de centra om nieuwe projecten op te pakken en afspraken na te komen; te weinig deelnemende gemeenten aan het Jeugdcultuurfonds Brabant; slagkracht van DOKe voor nemen van provinciale rol en oppakken van kansen. Voorwaarden: onderschrijven van het manifest van Veghel door alle kunstencentra, voor het bouwen aan nieuwe ambities en partnerschap; subsidierelatie is voorwaarde, een basis om op samen te werken; te veel partijen (ook niet deelnemers subsidieregeling) die gebruik willen maken van de maatwerkondersteuning. -
64 Werkplan 2015 Kunstbalie
z
6. ORGANISATIE Kunstbalie baseert zich als organisatie op de Code Cultural Gouvernance. In het besturingsmodel is gekozen voor een Raad van Toezicht, de bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij de directeur-bestuurder. Deze vormt samen met de twee afdelingshoofden, van respectievelijk de afdeling Kunsteducatie en de afdeling Kunstbeoefening, en het hoofd bedrijfsbureau het managementteam van de instelling. Kunstbalie kent daarnaast een bedrijfsbureau met daarin opgenomen functies op het gebied van financiën automatisering en facilitaire dienst, in totaal 4,95 Fte verdeeld over 7 medewerkers Hoofd afdeling Fte 1 medewerker 1 Medewerker Financiën Fte 0,8 medewerker 1 Medewerker Personeelsadministratie Fte 0,3 medewerker 1 (verdeeld met P&O) Afdeling Facilitaire dienst Fte 2,84 medewerker 4 Kunstbalie heeft een aparte functionaris Personeel en Organisatie. Een P&O functionaris Fte 0,6 Fte medewerker 1 (verdeeld met personeelsadministratie) De tweede stafbureau is het Bureau communicatie met 3,42 Fte verdeeld over 6 medewerkers. Senior medewerker Fte 0,8 medewerker 1 Medewerker communicatie Fte 0,7 medewerker 1 Senior medewerker productie Fte 0,5 medewerker 1 Medewerker productie Fte 1,42 medewerkers 3 Het overgrote deel van de personeelsformatie is ondergebracht bij de dienstverlenende afdelingen voor Kunsteducatie en Kunstbeoefening en betreft twee afdelingshoofden, (senior) consulenten, (senior) adviseurs en medewerkers. Hoofd afdelingen Fte 1,6 medewerkers 2 Senior Consulenten Fte 2,58 medewerkers 3 Consulenten Fte 10 medewerkers 14 Senior Adviseurs Fte 3,5 medewerkers 4 Adviseurs Fte 1,4 medewerkers 2 Medewerkers Fte 2,78 medewerkers 3 Tot slot kennen we nog 1 medewerker die in een ondersteunende functie wordt ingezet op detacheringsbasis (Diamant-groep).
65 Werkplan 2015 Kunstbalie
z Middelen De begroting 2015 van Kunstbalie is gebaseerd op een vijftal inkomstensoorten: een provinciale bijdrage van € 4.261.705 een bijdrage van het Fonds Cultuur Participatie (CmK) van € 897.410 een bijdrage van het Fonds Cultuur Participatie (Muziek) van € 50.000 opbrengsten uit Programma 1 € 539.550 opbrengsten uit Programma 2 € 24.500 opbrengsten facilitaire dienst (tot 01/01/2016) ad. € 80.000 overige baten € 25.000 totaal inkomsten 2015
€ 5.878.169
Dit werkplan schetst de besteding van deze inkomsten zowel op hoofdlijnen als op project niveau. Kunstbalie streeft, na een periode van forse bezuinigingen met noodzakelijke reorganisatie(-kosten) als gevolg, met een sluitende begroting naar het handhaven van een gezonde financiële positie met proportionele reserves, binnen de toegestane grenzen. In dit werkplan vermelden wij per project het budget. Hierin zijn de formatie-uren (46 euro per uur) van de medewerkers meegenomen die werkzaam zijn in de afdeling Kunsteducatie en Kunstbeoefening. Formatie van de afdeling communicatie, de afdelingshoofden, directeur en het bedrijfsbureau worden (zie kostenverdeelstaat) verdeeld over de drie programma’s en zijn niet meegenomen in dat budget. Naast formatie zijn ook uitgaven benoemd. De uitgaven zijn onder andere: inhuur van externe partijen voor het leveren van kennis of onderzoek ontwikkeling provinciale kennis instrumenten of tool-kits zoals websites, platforms of databases. kosten voor huren van locatie, sprekers en dergelijke ten behoeve van netwerkbijeenkomsten en scholing ontwikkeling en uitvoering van scholingsactiviteiten in het kader van De Cultuur Loper inkoop van tentoonstellingen, voorstellingen en projecten voor het onderwijs bij kunstproducenten
66 Werkplan 2015 Kunstbalie