Elsloo
Begin- en eindpunt: parkeerplaats bij kasteel Elsloo, Maasberg 1, 6181 GV Elsloo Waypoint: 181005-328728). Lengte: ongeveer 4 km Duur: 1,5 uur Bereikbaarheid NS-Station Beek-Elsloo ligt op 20 minuten loopafstand.
7 = Koffie/Café
Route
8 = Kapel/Kruis
Fietsrichting
9 = Treinstation
Julia naka naal
14
Paradijselijke xn wandeling langs de Hemelbeek
1 = Startpunt
2 = Parkeerplaats
3 = Groen aandachtspunt 4 = Uitzichtpunt 5 = IVN Home
>
10 = Steile helling (hellend)
>>
11 = Steile helling (fietsbaar)
>>>
12 = Steile helling (afstappen)
88
6 = Bijzonder gebouw Begaanbaarheid 13 = Station DB Deze route is niet geschikt voor kinderwagens e.d. Er zijn enkele flinke hoogteverschillen waarbij o.a. gebruik wordt geBelgië (NMBS) 14 = Station maakt van trappen. De wandeling voert grotendeels dóór of vlak langs een typisch hellingbos met bronnen en beekjes en langs bloemrijke natte graslanden en beemden met zeldzame flora.
Routebeschrijving We vertrekken vanaf een parkeerplaats bij het kasteel Elsloo [foto]. Even zuidwestelijk van dit kasteel bevindt zich de plaats, waar de Hemelbeek via een duiker onder het Julianakanaal door jaarlijks meer dan een miljoen m³ schoon bronwater naar de Maas afvoert (foto duiker onder kanaal). Het Waterschap Roer en Overmaas sluit deze duiker bij een hoge Maaswaterstand af, om terugstuwing vanuit de
104
Maas in de richting van de Hemelbeek te voorkomen. Het Waterschap pompt het water van de Hemelbeek dan in het kanaal, 3JN#FDLFST ,BSUPPOOM zodat er in deze omgeving geen wateroverlast kan ontstaan. 1BTUPPS4DIJQQFSTTUSBBU L
N.N
7-8FFSU JOGP!LBSUPPOOM
W.KA WW
RTOO
(SBmTDIWPSNHFWFS JMMVTUSBUPSDBSUPPOJT
We begeven ons naar de grote visvijver [foto] die vlak bij de parkeerplaatsen ligt en waarop enkele zwarte nepzwanen drijven die ervoor moeten zorgen dat de vijver niet wordt leeggevist door bijv. reigers en aalscholvers. Deze vijver wordt gevoed door bronwater dat hoge concentraties nitraat heeft, afkomstig uit de landbouw op het Plateau van Schimmert. Hierdoor, maar ook door het voeren van eenden en vissen, is de vijver erg troebel. • De vijver bevindt zich nu rechts van ons en we volgen het blauwe paaltje zuidwaarts. Links van het pad ontspringen verschillende bronnen. De begroeiing is typerend voor mineralenrijk grondwater. De markante naaldbomen zijn
105
hemekbeek elsloo
moerascypressen die goed bestand zijn tegen natte grond. We lopen al spoedig over een klein houten brugje dat over een bronbeekje ligt. Dit stroompje ontspringt links uit een bron, het zogenaamde ‘Terhagerputje’, waaruit men vroeger het drinkwater haalde. Voorheen werd deze vijver gevoed door de Hemelbeek, die destijds in een kaarsrechte bedding het bronwater aanvoerde. Men wilde vroeger alle bron- en hemelwater zo snel mogelijk afvoeren ten gunste van de landbouw of uit overwegingen van wateroverlast. • Tegenwoordig heeft men meer oog voor natuurwaarden: de graslanden langs de beek zijn uit productie genomen en er vindt nu natuurbeheer plaats. • We blijven de blauwe paaltjes volgen en bij het tweede bruggetje vlak vóór een vlonderpad, zien we een beekje langs het pad aan de linkerkant. Hier kunnen we mooi zien hoe de kalk uit het bronwater zich afzet op de steentjes die op de bodem van het beekje liggen. Het houten vlonderpad leidt naar twee bruggetjes: één over de oude loop van de Hemelbeek en één over de nieuwe loop hiervan. • Links en rechts van het pad zien we die meanderende Hemelbeek door vroeger weiland lopen, dat nu als gevolg van de herinrichtingsmaatregelen die het Waterschap Roer en Overmaas getroffen heeft een natuurlijk, drassig grasland is geworden. Het beheer en onderhoud van deze graslanden valt onder Staatsbosbeheer (SBB) dat hierbij o.a. de hulp krijgt van gallowayrunderen. [foto Galloways langs Hemelbeek]. • Vanaf deze plaats, maar eigenlijk gedurende deze hele wandeling, kunnen we in veel Canadapopulieren de altijd lichtgroene bollen van de maretak waarnemen. In Zuid-Limburg ligt de noordgrens van het verspreidingsgebied van deze halfparasiet. • Aan de T-splitsing van het pad - bij een infobord van SBB - slaan we linksaf. Na 500 meter zien we aan de linkerkant een zeggenmoeras. Hierin staat een rij peilbuizen om de grondwaterstand te meten van 100 tot 500 meter. Verder buigt het pad linksaf en loopt het een 100 meter parallel aan een oude (Maas)kade. Waar deze kade wordt doorsneden
106
door de Hemelbeek (ook hier staat weer een infobord), gaan wij rechtsaf en lopen we verder langs de dan weer kaarsrechte Hemelbeek links van ons, we gaan in de richting van Geulle. Links en rechts van de beek groeit hier in grote aantallen de vrij zeldzame reuzenpaardestaart. Dit is als het ware een levend fossiel, aangezien deze plant ook al voorkwam in de steenkool die ca. 300 miljoen jaar geleden werd gevormd. • Na een paar honderd meter zien we dat deze beek over een lengte van ongeveer 20 meter twee keer zo breed is gemaakt door het Waterschap Roer en Overmaas en zo fungeert als een zandvang [foto]. Door de hoge stroomsnelheid van de Hemelbeek wordt er nogal wat zand meegevoerd, wat verderop problemen kan veroorzaken. Omdat hier de beek breder wordt valt de stroomsnelheid duidelijk terug, dit is ook goed waar te nemen. Als gevolg hiervan zakt het meegevoerde zand naar de beekbodem en dit zand wordt nu vier keer per jaar door het Waterschap uit de beek gehaald en met een vrachtwagen afgevoerd. De zandvang voorkomst dus wateroverlast als gevolg van het dichtslibben van de beek. • We blijven de beek volgen, ook als deze een scherpe bocht naar links maakt, totdat we bij een steile verzinkte ijzeren trap komt, vlak voor we ligt dan een (donker) viaduct onder de spoorlijn Maastricht-Sittard (foto tunnel en steile trap). Het is best interessant (en griezelig, zeker voor kinderen) om deze tunnel eens door te lopen, aan de andere kant zien we dan de oorsprong, de bronnen van de Hemelbeek en hoe deze gevoed wordt door minstens drie snelstromende beken. • Als we dit gedaan hebben keren we terug door de tunnel want we moeten de ijzeren trap op, die uitkomt op een forse heuvel die tegen de spoordijk aanleunt. Dit is geen natuurlijke heuvel maar hij is door menselijk toedoen aangelegd. De bronnen die in deze omgeving oostelijk van de spoorbaan ontspringen, zorgden in 1892 voor een flinke spoorwegverzakking, ook nadien was de grondsituatie niet stabiel genoeg. Rond de eeuwwisseling van 19e naar 20e
107
hemekbeek elsloo
eeuw heeft men het probleem grootschalig aangepakt, waarbij grote hoeveelheden klei, zand en grind vrijkwamen die nu deze heuvel vormen. • Op de heuvel aangekomen volgen we het pad door dit (tweemaal) links aan te houden en we gaan dus weer richting Elsloo. Het pad loopt nu parallel aan de spoorlijn en we volgen hierbij de witte en groene paaltjes. We lopen nu langs de rand van het Maasdal, ongeveer halverwege de helling. Het lager gelegen bos met veel wilg en els is inmiddels overgegaan in een es-, esdoorn-, hazelaar-, kers- en een vlierbos. Het pad bereikt tenslotte een trap van 38 treden, bovenaan deze trap houden wij links aan. We bevinden ons nu bijna bovenaan de Maashelling, in dit hoger gelegen bos bevinden zich hoofdzakelijk beuken, eiken en berken. Links van ons kunnen we herhaaldelijk goed de diepte van de helling zien. Eeuwen geleden schuurde de Maas hier tegen deze helling aan en vormde een zogenaamde afbraakwand. Ook zien we geregeld dat in deze hellingen kleine bronnen ontspringen waarvan het water beneden aan de helling uiteindelijk in beekjes wordt afgevoerd naar de kasteelvijver. Als we bij een Y-splitsing komen, houden wij weer links aan, hierbij nog altijd de witte en groene paaltjes volgend waarbij we nog een trapje op moeten klimmen. • In de buurt van Kasteel Elsloo komen we op een 4-sprong, hier volgen we het pad dat wordt gemarkeerd met een groene witte en gele paaltje. Bij T-splitsing eerst nog groene en gele paaltjes rechts aanhouden, over het bruggetje daarna komt het rode paaltje in zicht. Bij rode paaltje linksaf slaan. Dit brengt ons langs het Terhager putje naar het Kasteelpark. Op de driesprong bovenaan de helling gaan we linksaf en op de volgende driesprong lopen we rechtdoor. Rechts ligt het Tennispark van Elsloo dat in 2010 is verplaatst. Links komen we bij het oude theehuisje nr. 95 met een schitterend uitzicht over het Julianakanaal en de Belgische Maasoever. Doorlopend komen we bij het dal van de Slakbeek. Deze beek voedt - voordat hij uitmondt in de Hemelbeek - een stuwvijver achter het kasteel, waarvan het water een bovenslagwatermolen aandrijft. Op de splitsing gaan we linksaf terug, in de richting van de visvijver. Bij de vijver gaan we rechtsaf naar
108
de parkeerplaats, waar we rechts naar het Kasteel kunt gaan. De naast het Kasteel gelegen Botanische Tuin is elke zondagmiddag van mei t/m september geopend en tevens wanneer de tuinman aanwezig is. De watermolen (de Slakmolen) bevindt zich in het Kasteel en is in de zomerperiode elke eerste en derde zaterdag van de maand in werking. Dan kan hij ook bezichtigd worden, van 13.00 tot 17.00 uur. In de winterperiode kan men hier op de eerste zaterdag van de maand op genoemde tijd terecht voor een bezoek. Van het kasteel kunnen we terug naar de weg via een voetpad dat over een bergbezinkbassin voert. In dit bassin wordt bij hevige neerslag het overtollig rioolwater tijdelijk geborgen, om te voorkomen dat dit vieze rioolwater direct geloosd wordt op de Hemelbeek. Zo wordt de kwaliteit van het beekwater niet aangetast.
Extra informatie
Het boscomplex Bunderbos (bronnenbos) Het grootste gedeelte van de wandeling loopt door het Elslooërbos dat een onderdeel is van het Bunderboscomplex dat o.a. alle Maashellingbossen tussen Bunde en Elsloo omvat. Het bos ligt op de helling waar het plateau van Schimmert de grens vormt met het Maasdal. Door de speciale geologie van dit gebied ontspringen op een hoogte tussen de 50 en 70 meter ontelbare kleine bronnen. Hier ontmoet het water dat in de bodem zinkt, kalkrijke lagen waarbij een gedeelte van de kalk wordt opge-
109
hemelbeek esloo
lost. Bij het bereiken van ondoordringbare grondlagen, zoekt het zich een weg naar buiten. Soms is die uitweg niet groter dan enkele liters per uur. Deze kleine stroompjes worden via grotere beken verzameld en uiteindelijk afgevoerd naar de Maas. Per jaar wordt in dit gebied ca 6 miljoen m³ bronwater afgevoerd. Tijdens de aanleg van de spoorlijn Maastricht-Sittard van en het Julianakanaal zijn diverse voorzieningen getroffen om het water vrije doorgang te geven naar de Maas. Het stabiel maken van de helling en de kanaaldijken vereiste flinke inspanningen. In het kader van duurzaam waterbeleid is de Hemelbeek - als een van de belangrijkste afvoerstromen van dit bronwater - in 1995 door het Waterschap Roer en Overmaas opnieuw ingericht en stroomt het weer meanderend in de richting van de Maas. Typische flora in de omgeving van de Hemelbeek De eerste helft van de wandeling langs de Hemelbeek ligt aan de onderkant van het hellingbos op ca 40 meter boven NAP. De terugweg loopt via het hoger gelegen pad langs het spoor naar het Kasteelpark. De planten die we op de heenweg tegenkomen zijn voornamelijk kalkminnende soorten en deze vinden we dus in de directe omgeving van de bronnen en beekjes. Aan de voet van de helling overheersen elzenbronbossen. Dit bos groeit op een venige bodem met een hoge waterstand en met horizontaal bewegend grondwater. Op de natte groeiplaatsen waar het water doorsijpelt staat voornamelijk de zwarte els. Langs de beekjes treffen we het niet alledaagse paarbladig- en verspreidbladig goudveil aan. Een bijzondere plant is de relatief zeldzame reuzenpaardenstaart die massaal groeit op de linkeroever van de Hemelbeek, waar verder kalkminnende soorten als de gewone dotterbloem, de bosbies en de holpijp staan. Hogerop langs de helling groeit een ander vochtig bostype, het essenbronbos. Dit bos heeft in tegenstelling tot het elzenbronbos een voorkeur voor kalkhoudend tot kalkrijk water en komt slechts op enkele verspreide plekken in het Bunderbos voor. Het water komt hier veel minder diffuus te voorschijn, maar borrelt uit een aantal bronnen op en vormt al snel een klein beekje. De boomlaag van de essen-bronbossen bestaat grotendeels uit gewone es. In de kruidlaag kunnen verder nog de reuzenpaardenstaart, de hangende zegge en de slanke zegge worden gevonden. Verder worden nog de meer algemenere soorten aangetroffen zoals de bloedzuring, de bosereprijs, de boswederik, het groot springzaad,de ijle zegge, de moerasspirea, het groot springzaad,
110
de ruwe smele, de goudveil en de bittere veldkers. Op de beekoevers met zijdelings uittredende bronnen vinden we verder nog moerasstreepzaad en de kwelsoorten uit het elzenbronbos. Op de iets hogere, en dus drogere delen, vinden we op plekken daslook. [foto] De weiden langs de Hemelbeek worden in oktober / november paars gekleurd door de bloeiende herfsttijloos. [Foto] Op de natte gedeelten hiervan groeien een aantal bijzondere planten zoals de slanke sleutelbloem, de dotterbloem, de echte koekoeksbloem en de moerasrolklaver. Deze weiden worden jaarlijks gemaaid vóór de bloeitijd. In het gedeelte onder het Hoge Bos grazen galloway-runderen die de vegetatie kort houden.
Fauna in het Bunderbos (Hoge Bos) Zoogdieren In de omgeving van de bronbeekjes die de Hemelbeek vormen ziet de opmerkzame wandelaar in de helling gaten en holen. Zeer waarschijnlijk dat dit de ingangen zijn van de burcht van een dassenfamilie. Deze grootste van de marterachtigen leeft nog met een aantal families in het Bunderbos. Om dassen te kunnen bekijken moeten we ofwel vroeg in de morgen of laat in de avond in de buurt van de burcht zijn. De das is een alleseter doch hij leeft voornamelijk van regenwormen en slakken. Bessen en fruit staan ook op zijn menu. In een dassenburcht die wel uit tientallen meters gangen bestaat is de vos soms onderhuurder. Beide zoogdieren leven vredig naast elkaar. In de beken wordt een enkele keer de zeldzame waterspitsmuis
111
gezien. Deze kleine muizensoort zoekt daar o.a. kleine waterdiertjes als kokerjuffers en slakjes. Verder kunnen we hier algemeen voorkomende zoogdiersoorten zoals muizen, wezels, hermelijnen, eekhoorns en bunzings aantreffen. Amfibieën Een van de zeldzaamste Nederlandse amfibieën is de vuursalamander. Deze zwart-geel gevlekte salamander is in het Bunderbos een regelmatig geziene amfibie. Vuursalamanders leven voornamelijk van slakken en regenwormen. In de zomerperiode vergaren ze hun kostje in het begin van de nacht langs de beken. Overdag trekt hij zich terug in spleten of kleine holen. In de koude periode van november / februari houdt de vuursalamander vaak een winterslaap. Komen we deze prachtige salamander tegen, raak hem dan niet aan. Want vuursalamanders zijn bedekt met een giftig slijm dat dienst doet als afweer tegen natuurlijke vijanden. Bij aanraking hiermee kan de huid ernstig geïrriteerd worden. In de bronpoelen zet de kleine watersalamander en de alpenwatersalamander zijn eitjes af. De bruine kikker [foto] en de gewone pad kunnen langs het gehele wandeltraject worden aangetroffen. Tijdens een vroege wandeling in het voorjaar is de kans op een ontmoeting met een hazelworm groot. Deze koudbloedige ’pootloze’ hagedis warmt zich hier dan op. Vogels Het bos herbergt een groot aantal vogels. De meest kenmerkende voor dit gebied is de grote gele kwikstaart. Deze vogel is zeer kenmerkend voor biotopen met stromend water. Hier leeft hij van alles wat hij vindt boven en in de beek. Met name plaatsen waar het water in beweging is genieten zijn voorkeur. Verder de ijsvogel. De ijsvogel is zoals de grote gele kwikstaart gebonden aan kleine heldere beken. IJsvogels kunnen dan gedurende lange tijd op een tak of steen boven de beek turen naar een stekelbaarsje of een kikkervisje. Deze worden met een ferme duik buitgemaakt.
112
113