Erasmus Magazine
#11
26 maart 2015
www.erasmusmagazine.nl
STUDENTENPARADIJS
KRALINGEN Private-equityfondsen: plaag of noodzaak?
Marli Huijer nieuwe Denker des Vaderlands
Het succes van Erasmus Volley
Morning update
www.erasmusmagazine.nl Elke dag iets nieuws
INHOUD
De Kwestie
26 maart 2015 | 03
14
06 | ‘Niemand heeft er baat bij een bedrijf te gronde te richten’ Het zijn sprinkhanen, zegt de een. Bedrijvendokters, zegt de ander. Vormen private-equity-fondsen een plaag, of is hun aanwezigheid noodzakelijk op de investeringsmarkt?
Coververhaal 14 | De student en zijn wijk: Kralingen Deel één uit een serie waarin studenten en andere bewoners vertellen over hoe zij met elkaar omgaan.
Achtergrond
21
24
21 | Het succes van Erasmus Volley Drie jaar na de start van Erasmus Volley gaat het goed met de club op allerlei fronten. Het eerste herenteam stoot door naar de regiotop, het ledenaantal is fors gegroeid en er is zelfs een jeugdafdeling. Hoog tijd voor een portret van deze ambitieuze vereniging.
24 | ‘De liefde heeft ook geen nut’ Bijzonder hoogleraar Filosofie in Rotterdam Marli Huijer is de nieuwe Denker des Vaderlands. Aan haar de taak om twee jaar lang het denken te promoten. Een gesprek over denken op en over de universiteit, het belang van wijsbegeerte en de bezetting van het Maagdenhuis.
06
En verder… 04 08 12 18 27 28 30 31 32
Uitvergroot Campus Ongehoord Leiden, Delft Rotterdam deel 3: de ondersteunende diensten De Toppublicatie Lifestyle EMuziek: Shicheng Yu Service Achterop
Erasmus Magazine/EM onafhankelijk opinieen informatieblad van de Erasmus Universiteit Rotterdam
Verkopen Erasmus met een blinddoek, een groot spandoek met ‘PlEURt op met je rendementsdenken’ erop, en een actiegroep onder de landelijke noemer Nieuwe Universiteit, die pleit voor minder rendementsdenken en meer inspraak op de universiteit. Oké, het is dan wel geen wekenlange bezetting van een bestuursgebouw zoals in Amsterdam, maar er gebeurt wel iets. En op z’n Rotterdams gaat het College van Bestuur hier meteen in gesprek met de actievoerende studenten en medewerkers. Op handige wijze weten ze de studenten aan hun zijde te krijgen: zij zijn immers óók voor goed onderwijs en toonaangevend onderzoek zonder dat studenten en wetenschappers worden opgejaagd. Maar ja, ze zijn wel gebonden aan regels en afspraken vanuit Den Haag. In een gezamenlijke brief van de voorzitter van het College van Bestuur en de Universiteitsraad pleiten ze voor ‘een goed gesprek’ om ondanks alles er samen het beste van te maken. En vooralsnog blijven bezettingen uit. Wat vindt ondertussen de niet-actievoerende student van de commotie? Nou, ruim driekwart van de Rotterdamse studenten vindt het helemaal niks. Nooit gehoord van de Nieuwe Universiteit, zo blijkt uit een rondgang van EM op deze campus. Grappig genoeg is wel ruim de helft van de ondervraagden voor minder rendementsdenken. Daar staat tegenover dat ruim 40 procent niet meer inspraak wil als student en 30 procent die dit hoegenaamd niets uitmaakt (je kunt je afvragen wat erger is). Toch is het bestuursgebouw van de EUR best mooi om eens een paar weken in te bivakkeren: hoge plafonds, vides, authentieke details, en op een gewilde locatie in Kralingen. Misschien moeten die actievoerders de Rotterdamse studenten hun ideeën beter verkopen, want voor verkooppraatjes zijn onze studenten wél gevoelig. Wieneke Gunneweg, Hoofdredacteur Erasmus Magazine & EM Online
[email protected]
UITVERGROOT
LUSTRUM LAURENTIUS HARKT € 81.200 BINNEN MET BENEFIETDINER Driehonderd in black-tie geklede leden en oud-leden van R.S.V. Sanctus Laurentius verzamelden zich in de Laurenskerk voor een viergangendiner en het steunen van een goed doel, in het kader van het honderdjarig bestaan. Van de € 81.200 die verzameld werd gaat de helft naar de Daniel den Hoed Stichting, een organisatie die zich inzet tegen kanker. Leden konden geld doneren door stoelen en tafels te reserveren, daarnaast was er een veiling. NB (foto: Ronald van den Heerik)
26 maart 2015 | 05
26 maart 2015 | 06
DE KWESTIE
‘Niemand heeft er baat bij een bedrijf te gronde te richten’ Het zijn sprinkhanen, zegt de een. Bedrijvendokters, zegt de ander. Vormen privateequity-fondsen een plaag, of is hun aanwezigheid noodzakelijk op de investeringsmarkt? Hoogleraar Finance Peter Roosenboom: ‘Een bedrijvendokter kan orde op zaken stellen, met alle risico’s van dien.’ tekst Geert Maarse beeld Unit20
Het lijkt slecht af te lopen met bedrijven die in handen komen van private-equityfirma’s. Eerst Hema en PCM, nu is V&D in grote problemen. Wat is hier aan de hand? “Bij V&D kun je je afvragen hoe het kan dat Sun Capital, dat sinds 2010 eigenaar is, de zaken zo lang op z’n beloop gelaten heeft. Er is geen nieuwe strategie geformuleerd. Er is onvoldoende ingespeeld op het veranderende consumentengedrag, waarbij consumenten steeds meer op zoek zijn naar goedkopere alternatieven: Action, Primark en H&M. En daarnaast heeft V&D te laat ingespeeld op het online winkelen.”
Prof. dr. Peter Roosenboom (1973) is hoogleraar Entrepreneurial Finance and Private Equity aan de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). Hij is het hoofd van de afdeling Finance en doet onderzoek naar corporate finance, private equity, corporate governance en financial accounting. Eind april is hij een van de wetenschappers die, samen met investeringsmaatschappijen en belangenorganisaties, in de Tweede Kamer is uitgenodigd voor een rondetafelgesprek over privateequityfondsen. Het doel (volgens Henk Nijboer, financieel woordvoerder van de PvdA): ‘het sprinkhanengedrag in Nederland onmogelijk maken’.
Is het typerend voor private-equityfondsen, dat ze er een zooitje van maken? “Het is de vraag in hoeverre de crisis bij V&D aan Sun Capital en eerdere investeerders te wijten is. Toen Anton Dreesmann eind jaren tachtig aftrad, zaten de warenhuizen al in de problemen. Gemiddeld genomen voegen privateequityfondsen waarde toe. Kijk naar opticien Pearle, dat onlangs, onder de naam Grand Vision, naar de beurs ging. Of naar Ziggo en Action. Bedrijven die onder de vlag van private equity groeiden, andere bedrijven overnamen, nieuwe markten betraden en efficiënter en productiever werden. Over het algemeen worden deze bedrijven weer met winst doorverkocht.”
Wat is het verschil tussen private equity, venture capital en hedgefondsen? “Hedgefondsen hebben over het algemeen een kortere horizon en investeren in beursgenoteerde bedrijven. Venture capital is het nemen van een belang in jonge, startende en snelgroeiende bedrijven. Het gekke is: venture capital werkt min of meer volgens hetzelfde model als private equity, maar daar is iedereen laaiend enthousiast over. Een belangrijk verschil is echter de schuldfinanciering.”
Wat is er zo uniek aan een investering door een private-equityfonds? “Private equity draait in essentie om het investeren van risicodragend vermogen in niet-beursgenoteerde bedrijven. Investeerders gaan schulden aan, of beter gezegd: ze laten het bedrijf een schuld aangaan. Ze halen geld op bij institutionele beleggers: pensioenfondsen, verzekeraars, banken. Het overgenomen bedrijf moet binnen een paar jaar dusdanig in waarde zijn toegenomen dat het met winst verkocht kan
Die financiering met vreemd vermogen is volgens velen onderdeel van het probleem. Hoe zit dat precies? “Bij een private-equityinvestering wordt veel meer geleend geld in een bedrijf gestoken dan normaal. Bedrijven die excessief met schuld financieren, hebben verhoudingsgewijs veel voordeel van de renteaftrek. Maar door die enorme schuldenlast worden bedrijven een stuk kwetsbaarder. Het probleem bij de bedrijven die in het nieuws komen, is dat de transacties tot
worden. Daartoe wordt met hulp van de private-equityfirma een nieuwe, soms agressievere strategie ontwikkeld.”
26 maart 2015 | 07
DE KWESTIE
Maar dit soort ‘asset stripping’ is dus op zich geen probleem? “Dat zeg ik niet. Maar soms is het – en dan wil ik de term asset stripping niet gebruiken – goed dat een bedrijf onderdelen van de hand doet die niet meer passen bij de strategie die je wilt volgen. Of die beter tot hun recht komen bij een ander bedrijf. Bovendien: deze strategie wordt maar in een op de drie gevallen toegepast.”
Ligt de nadruk niet veel te veel op de korte termijn? “Over het algemeen is de looptijd, dus de tijd dat een bedrijf in handen is van een private-equityfirma, vijf tot zeven jaar. Er zijn bedrijven die binnen een paar jaar weer worden doorverkocht, maar er is geen wezenlijk verschil met beursgenoteerde bedrijven. Daar regeert soms pas echt de waan van de dag, met dagkoersen, winstwaarschuwingen en kwartaalcijfers.”
Ook bij PCM ging het goed mis. Dat uitgeefconcern werd overgenomen door het Britse Apax, vervolgens uitgekleed, en in delen voor veel meer geld verkocht. “In dit uitzonderlijke geval is het inderdaad misgegaan. Er is tussen 2004 en 2007 sprake geweest van wanbeleid, stelde de Ondernemingskamer vast. Eigen belangen hebben geprevaleerd boven het vennootschappelijk belang.”
In uw analyse richt u zich op de macro- en meso-economische benadering. Maar verliest u hiermee niet de werknemer uit het oog, die bij dit soort transacties het onderspit delft? “Het ontslaan van werknemers leidt onherroepelijk tot maatschappelijke deining. Je moet je alleen afvragen: wat zou er met die bedrijven gebeurd zijn als ze niet overgenomen waren? Als je een massaontslag kunt voorkomen is het prettig, maar niet als het bedrijf twee jaar later alsnog bezwijkt aan de te hoog opgelopen loonkosten. Dat leidt tot pijnlijke keuzes. Voor de mensen die het betreft is het natuurlijk vreselijk, maar het is niet zo dat private equity op macroniveau bijdraagt aan een hoger werkloosheidscijfer.”
Blijft er in de meeste gevallen wel een gezond bedrijf achter? “Ja. Niemand koopt een bedrijf om het te gronde te richten en het met verlies te verkopen.”
‘Het geld wat daarmee opgehaald werd, is in de zak van de institutionele beleggers verdwenen’ > Prof. dr. Peter Roosenboom
stand gekomen zijn vóór de crisis, toen het makkelijker was om geld te lenen en de vooruitzichten beter waren. De gewijzigde economische realiteit heeft ze in de problemen gebracht.” V&D had een hoop vastgoed. Dat was, wordt nu gezegd, een appeltje voor de dorst geweest. Dan hadden de 5000 medewerkers niet hoeven vrezen voor hun baan of voor, zoals nu, korting op hun salaris. “Toen private-equityfonds KKR in 2004 Vendex KBB overnam, is besloten om het onroerend goed van V&D te verkopen. Het idee was: dit bedrijf is een warenhuis, geen vastgoedondernemer. Het geld wat daarmee opgehaald werd, is in de zak van de institutionele beleggers verdwenen. Met dat vastgoed had V&D het misschien iets langer kunnen uitzingen.”
Waarom is er dan toch zoveel kritiek op dit soort investeerders? “Er worden scherpe keuzes gemaakt, helemaal als het Angelsaksische fondsen betreft. Ze financieren agressief, doen grotere overnames dan de Nederlandse fondsen, en zijn niet bang te interveniëren en met de vuist op tafel te slaan. Kijk hoe bij V&D de vakbonden buitenspel worden gezet. Dan is er dat Oranjegevoel: buitenlandse bedrijven die onze Nederlandse trots overnemen. Maar het gaat vaak om bedrijven die al in zwaar weer zaten. Een stuurloos schip, met een slecht bestuur. Een bedrijvendokter kan dan orde op zaken stellen, met alle risico’s van dien. Private-equityinvesteerders zouden dat beter kunnen uitleggen. Vertellen wat ze doen en waarom. Daarom pleit ik al jaren voor meer transparantie.”
U bent door de financiële woordvoerders in de Tweede Kamer gevraagd voor een rondetafelgesprek over dit onderwerp. Ze gaan u natuurlijk vragen of het beleid veranderd moet worden. Wat zegt u dan? “Dat beleid is deels al veranderd. De schuldfinanciering is enigszins ingeperkt. En het is lastiger gemaakt om een greep uit de kas te doen.” Moet de overheid de investering door private-equityfondsen nog harder aanpakken? “Dat is een politieke keuze.” Geeft u de argumenten maar. “Een bedrijf dat grotendeels met vreemd vermogen gefinancierd wordt, is kwetsbaar. Je kunt er dus voor kiezen om dat te begrenzen. Op het niveau van de huishoudens heeft de overheid dat gedaan, kijk naar het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek. Maar daarmee verminder je ook de positieve effecten van private equity. De bedrijvendokter die slechtlopende bedrijven weer op de rails probeert te krijgen, eventueel met moeilijke saneringsprocessen en een nieuwe strategie. Ik zal mij tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer beperken tot het wetenschappelijke onderzoek. Want ophef over excessen zal er altijd blijven, welke maatregelen je ook treft.”
26 maart 2015 | 08
CAMPUS
Goedkope talencursus voor studenten Een talencursus op de campus kan na de zomer weleens veel goedkoper worden voor studenten aan de Erasmus Universiteit. Dan moet Erasmus Language Sharing (ELS) van start gaan, een talencursus voor en door studenten. Studenten Jan Radermacher en Florine Groenen zijn de bedenkers van het plan. Jan legt het uit: “Stel je bent van plan om in het najaar een master te gaan volgen in Brazilië. Even naar het Taal & Trainingscentrum voor een cursus Portugees is best duur. Terwijl hier op de campus allemaal mensen lopen die opgegroeid zijn met het Portugees. Het idee is om jou en zo’n native speaker bij elkaar te brengen.
De Nieuwe Universiteit zegt EUR-student weinig In navolging van de studentenprotesten in Amsterdam kwam ruim twee weken geleden de protestgroep De Nieuwe Universiteit Rotterdam, die strijdt voor meer democratie en minder rendementsdenken op de EUR, bijeen. Voorlopig verwerft de beweging minder snel faam dan haar voorbeeld uit de hoofdstad, zo blijkt uit een peiling van EM over studentenprotesten op de campus. Van de 96 ondervraagden kennen 22 studenten het initiatief, terwijl de overige 74 geen idee hebben waar het over gaat: “De Nieuwe Universiteit, dat heeft toch te maken met al die nieuwe gebouwen die we hier op de campus krijgen?”, luidt een van de antwoorden. Hoewel de naam dus niet direct een belletje doet rinkelen, kunnen de ideeën van de hervormingsbeweging op behoorlijk wat sympathie rekenen. Ruim de helft van de studenten is het eens met de protesten tegen het rendementsdenken, hoewel daarbij wel regelmatig kanttekeningen worden geplaatst. “Zoveel mogelijk personen zo snel mogelijk door hun studie jagen is natuurlijk slecht, maar veel studenten lopen toch vooral uit omdat ze te veel aan het feesten zijn.” Van het vermeende gebrek aan democratie zeggen de meeste respondenten weinig te merken, zoals een derdejaars RSM-student aangeeft: “Er zijn allerlei zeggenschapsraden en -organen waar je als student lid van kan worden. Maar eerlijk gezegd leeft het bij veel van ons ook nauwelijks, we vinden het wel best zo.” MvS
MEER DEMOC
Hij een zakcentje, en jij een goedkope talencursus.” De prijs voor een cursus staat nu geraamd op ongeveer 45 euro per cursus. Bij het Taal- en Trainingscentrum (TTC) is dat ongeveer 280 euro. Toch ziet het TTC de nieuwe studentencursus niet als bedreiging. Het centrum gaat zelfs ondersteuning bieden, in de vorm van trainingen en advies bij administratief werk. Volgens Florine gaat het bij ELS niet alleen om de taal: “We willen ook lessen over de cultuur van een bepaald land in het programma stoppen. En dan moet er ook af en toe een themaavond komen, waarop bijvoorbeeld een groep Fransen een culturele avond over Frankrijk organiseert. De andere cursusgroepen worden dan uitgenodigd.” De ontwikkeling van ELS is nu nog in de opstartfase. Jan en Florine zijn op zoek naar iedereen die mee zou willen helpen. Heb je belangstelling, dan kun je mailen naar
[email protected]. ES
RATIE
30% JA
28% NEUTR A
A L
42% NEE
MINDER RENDEMENTSDENKEN
55% JA BEKEND MET DE
23% JA
NIEU W E UNIV ER
35% NEUTRAAL
10% NEE
SI TEIT
77 % NEE
Bron: enquête EM
De Nieuwe Universiteit Rotterdam Bijna driekwart van de EUR-studenten heeft geen idee wat De Nieuwe Universiteit Rotterdam is. Toch is er een vruchtbare voedingsbodem voor de kleine zusterorganisatie van de Amsterdamse protestbeweging: veel studenten steunen het protest tegen het rendementsdenken op de universiteit.
16 2 oktober 2014 | 09
CAMPUS
KORTAF PRIJS VOOR DISSERTATIE LISETTE WIJNIA Erasmuspromovenda Lisette Wijnia is in de prijzen gevallen met haar proefschrift over probleemgestuurd onderwijs (PGO). De Stichting Praemium Erasmianum reikt ieder jaar Studieprijzen uit aan talentvolle jonge onderzoekers in geesteswetenschappen en sociale wetenschappen die een uitzonderlijke dissertatie schreven. In haar onderzoek richtte ze zich op de motivatie en prestaties van studenten in PGO. Wijnia is één van de vijf winnaars. Ze krijgt een bedrag van € 3.000. NB
‘SCHONERE GANGEN, KANTOREN EN TOILETTEN’ Per 1 maart is ASITO verantwoordelijk geworden voor het schoonhouden van de campus. Het schoonmaakbedrijf neemt het stokje over van GOM. Projectmanager Richard van der Pot belooft schonere gangen, kantoren en toiletten. “We hebben de frequentie van het schoonmaken verhoogd op plekken van de campus waar veel mensen komen. Op rustige plaatsen komen we juist wat minder vaak.” Ongeveer 80 procent van het personeel van GOM is bij de overgang meegegaan naar ASITO, met behoud van de arbeidsvoorwaarden. ES
STUDENTENBLOG THE JEURNALIST WINT IBCOM- AWARD De IBCoM-award voor de beste startup is dit jaar binnengesleept door The jEURnalist, een blog voor en door Erasmusstudenten. The jEURnalist, opgericht door een groep van zeven studenten, is een platform waar verhalen gedeeld worden over studentencultuur en het leven op de campus. Dankzij een groeiende schare lezers en fans op sociale media wisten ze mensen warm te maken om op hen te stemmen. NB
Op de gin-tonic bij Jules Deelder en Elfie In het kader van de Boekenweek vond er op 12 maart een ontmoeting plaats tussen twee bijzondere TrompRotterdamse auteurs: Elfie Tromp en Jules Deelder. De één is jong, de ander vooral jong van geest. Beiden koesteren liefde – gemengd met een beetje haat – voor Rotterdam en een voorkeur voor opvallende kleding. Ze gingen met elkaar in gesprek in het Erasmus Paviljoen – een dialoog waar het publiek van smulde. Een uur vol oneliners (van Deelder onder andere: “De democratie is een wassen neus, laat je niks wijsmaken.”), voordrachten uit eigen werk en discussies over de pracht en lelijkheid van Rotterdam. Met op de achtergrond geprojecteerde beelden van de tentoonstelling ‘Rotterdam In The Picture’; momenteel te zien in het Fotomuseum. NB (foto: RvH)
ANALYSE
Universiteit heeft twee opties na plagiaatzaak Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) vindt dat de gang van zaken rond een plagiaatgeval op de Erasmus Universiteit ‘ernstige tekorten’ vertoont. De Erasmus Universiteit besloot vorig jaar om een promovenda te berispen en een herkansing te geven, nadat bleek dat ze plagiaat had gepleegd. Daarmee sloeg de EUR het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit, om de doctorsgraad af te nemen, in de wind. Dat het RSM-proefschrift plagiaat bevat, staat volgens het LOWI vast. Dat het onopzettelijk was, is niet vol te houden. Daarvoor is de omvang van het plagiaat en de wijze waarop bijvoorbeeld verbindingszinnen zijn aangebracht te ernstig. Interessant is vooral het oordeel over de opgelegde sanctie, een berisping en het voorlopige behoud van de titel. Hoewel het LOWI van mening is dat de universiteit dit oordeel moet heroverwegen, betekent dat niet per se dat de doctorstitel alsnog moet worden ingetrokken. De EUR voerde een aantal verzachtende omstandigheden aan in de motivering voor de berisping en herkansing. Zo wees de universiteit bijvoorbeeld op tekortschietende begeleiding (de promotor had het plagiaat moeten ontdekken en moeten bijsturen), maar volgens het LOWI is iedere wetenschapsbeoefenaar verantwoordelijk voor het eigen gedrag. Daarnaast houdt het besluit van de universiteit geen rekening met de belangen van de samenleving en de universiteit zelf. De samen-
leving moet er immers op kunnen vertrouwen dat proefschriften aan alle eisen voldoen. En ‘indien bekend zou worden dat men aan deze instelling gemakkelijk weg kan komen met een ernstige vorm van plagiaat en/of gemakkelijk een doctorsgraad kan verwerven, dan kan dit de naam en faam van de instelling ernstig schaden.’ De vraag blijft echter of enkel een berisping voldoende is om de belangen van instelling en samenleving te behartigen. Aangezien de promovenda geen medewerker van de universiteit is, kan het ‘worden beschouwd als een tandeloze sanctie en als stille goedkeuring van een ernstige vorm van plagiaat.’ De andere optie is om alsnog de doctorsgraad in te trekken. Voor zover bekend is dat nooit eerder voorgekomen in Nederland. De Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek zegt niets over hoe en wanneer een universiteit iemand de doctorsgraad mag ontnemen. In de nasleep van de affaire rondom Diederik Stapel vroeg de Tweede Kamer om een aanpassing van de wet, zodat universiteiten voortaan een middel zouden hebben om een gepromoveerde de titel te ontnemen. Stapel leverde zijn titel vrijwillig in, en de rectoren van de universiteiten zagen andere juridische mogelijkheden om de doctorsgraad te ontnemen, dus die wetswijziging kwam er nooit. Mocht de EUR er alsnog voor kiezen om de titel van de promovenda in te trekken, dan schept de universiteit een precedent dat de nieuwe juridische kaders zou kunnen bepalen voor toekomstige integriteitszaken. Tim Ficheroux
26 maart 2015 | 10
CAMPUS
Druk in de UB: voortaan toegang met pasjes? Sneller je tentamencijfer dankzij nieuwe EUR-app De Erasmus Universiteit introduceert in de komende weken een nieuwe app voor studenten met een smartphone. In de OSIRISapp kun je snel je cijfers, je rooster en het laatste nieuws terugvinden. Op het beginscherm staan overzichtelijk je laatste roosterwijzigingen, je tentamencijfers en het laatste nieuws uit SIN-online. Op de medische faculteit is de app sinds begin maart in gebruik. Sanne van de Walle is een van de ongeveer 200 geneeskundestudenten die de app al heeft geïnstalleerd. Ze is erg tevreden: “Je kan er heel snel je rooster en je cijfers mee zien. En je kan zelfs kijken waar het gebouw staat waar het vak gegeven wordt.” Dat blijkt op het Erasmus MC nog niet helemaal goed te werken: het hele ziekenhuis wordt als één locatie gezien. Medewerker Marian Prochazka van Erasmus MC heeft in de ontwikkelfase gesprekken gevoerd met groepjes studenten over de app en dat heeft nog aardig wat veranderingen opgeleverd. Het beginscherm bestond bijvoorbeeld oorspronkelijk uit icoontjes, maar nu zijn meteen na het openen van de app de laatste nieuwtjes, cijfers en roosters zichtbaar. Ook is er een klein privacyprobleem de nek omgedraaid. “Eerst hadden voldoendes en onvoldoendes verschillende kleurtjes, maar dat hebben we er weer uitgehaald. Anders kon je van grote afstand zien dat iemand allemaal onvoldoendes had”, zegt Prochazka. Er is al een kleine enquête gedaan onder de early adopters: 73 respondenten gaven de app gemiddeld een 7 als cijfer. ES
Hbo’ers en middelbare scholieren: het zijn geen graag geziene gasten in de UB. Toch schijnen ze hier regelmatig te bivakkeren, blijkt uit een klacht die ingediend is bij de Universiteitsraad. Cataline Sinnige, lid van de Universiteitsraad, legt uit: “Wanneer er geen tentamens zijn van de grote studies, zou het iets rustiger moeten zijn in de UB, maar eigenlijk is het altijd helemaal vol. Dat komt omdat ook anderen gebruikmaken van de bibliotheek, zoals scholieren. Die worden bijvoorbeeld herkend aan de wiskundeboeken van de middelbare school. Studenten vinden het vervelend dat scholieren en hbo’ers de toch al beperkte ruimte gebruiken.” De vraag is of de Erasmus Universiteit moet werken met pasjes om de toegang tot de bibliotheek te regelen. Op die ma-
Oud-studente fraudeerde met cijferlijst Een oud-studente van de Erasmus Universiteit is veroordeeld tot zestig uur taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken wegens valsheid in geschrifte. De 26-jarige vrouw diende een vervalste cijferlijst in, toen ze van de Erasmus Universiteit over wilde stappen naar de Universiteit Leiden. De Haagse wilde met de cijferlijst vrijstellingen krijgen voor haar bachelor Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht. Op de cijferlijst stond dat ze 36 vakken had gehaald, in werkelijkheid
nier werken universiteiten als Leiden en Groningen bijvoorbeeld. Volgens Matthijs van Otegem, directeur van de UB, heeft de bibliotheek zelf geen klachten ontvangen: “Het is inderdaad erg druk tijdens tentamenperiodes, maar we zijn niet van plan om hbo’ers actief te weren uit de UB. Dan zouden we controlemaatregelen moeten invoeren, zoals het controleren op collegekaart. Daar hebben onze eigen studenten ook last van en dat past bovendien niet bij hoe we met elkaar om willen gaan: leidt het vergeten van je collegekaart er bijvoorbeeld toe dat je dan de UB niet inkomt?” Studenten die balen van de drukte op piekuren, kunnen sinds 1 januari tot 00.00 uur werken in de bibliotheek. Otegem: “We kunnen er niet meer stoelen bij zetten, maar we zijn wel langer open.” NB
waren dat er slecht twintig. Onder de lijst stond een vervalste handtekening van een EUR-medewerker. Het had niet veel gescheeld of de studente had met haar vervalste lijst het bachelordiploma gehaald. Maar toen ze met dezelfde cijferlijst vrijstellingen voor de master probeerde te krijgen, liep ze tegen de lamp. De Leidse examencommissie deed navraag in Rotterdam, waar bleek dat de lijst vervalst was. Tijdens de rechtszaak bleek dat het om een vrouw gaat met psychische problemen. “Ik was steeds bang dat ik dood zou gaan”, zei ze tegen de rechter. “Ik was steeds zo ongelukkig en de studie halen leek de enige uitweg. Mijn gevoel was: de dood of een diploma.” Als ze binnen twee jaar weer de fout in gaat, moet de oud-studente twee weken de cel in. ES
26 maart 2015 | 11
CAMPUS
VRAGEN OVER... Een zitting op 16 maart bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) in Den Haag, tussen het Erasmus MC en twee islamitische geneeskundestudentes. De studentes willen uit geloofsoverwegingen een onderdeel van het vak Praktische Klinische Vaardigheden (PKV) niet uitvoeren, maar de opleiding wil ze daarvoor geen vrijstelling geven. Wat is er aan de hand? Bij PKV moeten studenten elkaar lichamelijk onderzoeken. Iedereen moet een man én een vrouw onderzoeken, en dus ook onderzocht worden. De twee studentes willen niet onderzocht worden door een man. Vanuit hun geloof mogen ze hun lichaam niet aan een vreemde man tonen. Ze beroepen zich op de vrijheid van godsdienst en de onaantastbaarheid van het lichaam, zoals vastgelegd in de grondwet. De vrijstelling kregen ze niet, waarna de twee in beroep gingen, eerst bij de universiteit en later bij het CBHO. Terwijl de zaak liep volgde een van de twee studentes het vak alsnog. Waarom weigert de opleiding een vrijstelling? De faculteit Geneeskunde beschouwt het ondergaan van een lichamelijk onderzoek als essentieel voor de opleiding. “Door het lichamelijk onderzoek te ondergaan leert de student welke gevoeligheden dit met zich meebrengt en wat een arts aan kundigheid in huis moet hebben om dit met respect en zorg uit te voeren”, aldus een vertegenwoordiger van de faculteit tijdens de zitting. Wat betekent het voor de opleiding als de studentes hun gelijk halen? Volgens de faculteit betekent dat wellicht het einde van PKV. “Als er op religieuze gronden een uitzondering mogelijk is, zou dat grote logistieke problemen opleveren: een flink deel van de studenten is islamitisch of orthodoxchristelijk. En bijna alle studenten vinden het onderzoek ongemakkelijk”, aldus de faculteit. Hoe komt het dat de zaak nu zo escaleert? Het lijkt erop dat de twee moslima’s de zaak voor eens en voor altijd duidelijk willen hebben. Een van de twee heeft het onderzoek al ondergaan, dus het gaat haar niet meer om haarzelf. Naar eigen zeggen is ze door het onderzoek ‘geestelijk verminkt’ geraakt. Als de twee gelijk krijgen, kunnen andere moslima’s zich op de uitspraak beroepen. ES > De uitspraak volgt binnen zes weken na de zitting.
Vouwen, werpen, vliegen maar! Zo’n 130 studenten waagden een poging het wereldrecord papieren vliegtuigjes werpen te verbeteren. Niemand kwam ook maar enigszins in de buurt van de 64 meter. Economiestudent Tim van Walen won de Red Bull Paper Wings-voorronde, die op dinsdag 10 maart in de C-hal van de Erasmus Universiteit gehouden werd. Zijn papieren vliegtuigje vloog 19,5 meter ver. Daarmee reisde het vouwsel van Tim 20 centimeter verder dan die van Stijn Houben. Die kwam tot 19,3 meter. Nummer 3 werd Shane Amier. De top 3-notering levert een ticket op naar de Nederlandse finale, op 19 april in Amsterdam. ES (foto: RvH)
BAS VAN DER SCHOT
26 maart 2015 | 12
ONGEHOORD
(ON)GEHOORD (On)gehoord is de brievenen opinierubriek van Erasmus Magazine. De pagina’s staan open voor iedereen die wil reageren op de inhoud van Erasmus Magazine of een opiniebijdrage wil schrijven over zaken die de Erasmus Universiteit in de meest brede zin, of het hoger onderwijs in het algemeen betreffen. Anonieme bijdragen worden niet geaccepteerd. Inzenders dienen hun naam, adres en telefoonnummer of emailadres bij de redactie bekend te maken. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, dan wel (in overleg) aan te passen. Wilt u reageren, stuur uw bijdragen dan naar
[email protected]
OPINIE
Wat nou democratisering? Het bedrijfsleven moet meer invloed krijgen op de universiteit! De roep om een democratischere universiteit is een gevaarlijke ontwikkeling, schrijft bedrijfskundestudent Arnoud-Jan Rand. Volgens hem zou juist het bedrijfsleven meer invloed moeten hebben op het universitair onderwijs. Daarom richt hij The New University op, als tegenhanger van de Amsterdamse actiegroep De Nieuwe Universiteit, die inmiddels ook in Rotterdam navolging heeft gekregen. Vol verbazing heb ik de afgelopen maanden gevolgd hoe een protest tegen bezuinigingen op een Amsterdamse faculteit veranderde in een landelijke roep om meer democratisering op de Nederlandse universiteiten. De actievoerders slaan mijns inziens de plank mis. Als studenten en docenten meer invloed krijgen op de kwaliteit en de inhoud van het onderwijs, krijg je een situatie waarbij de slager zijn eigen vlees keurt. Het is een gevaarlijke ontwikkeling, want de samenleving heeft juist een sterke behoefte aan meer inspraak van werkgevers. Het is hoog tijd dat we bedrijven een stem geven in het universitair onderwijs, dan pas kunnen we studenten écht voorbereiden op hun toekomst. De Erasmus Universiteit is 101 jaar geleden opgericht vanuit het bedrijfsleven, omdat er behoefte was aan goed opgeleide afgestudeerden in een bloeiende Rotterdamse economie. Die rol is de laatste decennia verwaterd, en dat is doodzonde. De EUR is teveel gaan lijken op een gewone universiteit, zoals we die in Nederland al meer dan genoeg hebben. Het lijkt soms wel alsof we ons schamen voor die geschiedenis. Ik begrijp de kritiek op het rendementsdenken dan ook niet. Wat is er mis met een goed functionerende koekjesfabriek? Zeker in tijden van economische crisis hebben studenten veel behoefte aan de perfecte aansluiting op de arbeidsmarkt en willen bedrijven afgestudeerden die nog makkelijk te vormen zijn naar hun corporate culture. Studievertraging en overal kritisch commentaar op leveren kunnen werkgevers daarbij niet gebruiken. Kritisch vermogen kan best nuttig zijn, maar dan moet het wel constructief zijn, en binnen bestaande kaders passen. Make it happen! Om dat te bereiken is er een aantal flinke veranderingen nodig. Evenementen als de Business Week en de Erasmus Recruitment Days zijn daar al mooie voorbeelden van. Maar het is zonde dat de student zijn blik slechts een paar weken per jaar richt op al die prachtige bedrijven waar je kunt gaan werken. De blik van de student moet vier jaar lang 24/7 gericht zijn op de naderende carrière. Het belangrijkste probleem is volgens mij dat de universiteit veel te veel gericht is op het bedrijven van wetenschap en te weinig op het voorbereiden op de toekomst. Het opdoen van academische vaardigheden, het schrijven van papers, en afstuderen met een scriptie, zou daarom optioneel moeten zijn. Natuurlijk moet er voor die 1 procent van de studenten die wetenschap werkelijk interessant vindt een mogelijkheid blijven om die carrièrekeuze te maken, maar de overige 99 procent wordt in dit systeem veel te wetenschappelijk opgeleid. Bedrijven hebben niets aan afgestudeerden die alleen maar wetenschap kunnen beoefenen. Voor een succesvolle carrière binnen een groot bedrijf hoef je echt niet de literatuur van een wetenschappelijk vakgebied te kunnen begrijpen. Geef bedrijven daarom meer invloed. Laat ze aangeven welke vaardigheden van een alumnus worden verlangd, zodat we die kunnen opnemen in het curriculum. Dan hebben we meteen ook een oplossing voor de gebrekkige overheidsfinanciering, waar universiteiten al langer over klagen. Dat is hard nodig, want de verbouwing van de campus heeft een flinke duit gekost en faculteiten als Sociale Wetenschappen en Wijsbegeerte betalen daar nu de rekening voor. En begrijp me niet verkeerd, die opleidingen moeten ook blijven bestaan, want we lezen immers allemaal graag een boek. Door bedrijven inspraak te geven in ruil voor een financiële vergoeding kunnen we ook dat soort opleidingen blijven aanbieden. Een systeem waarbij bedrijven tegen elkaar opbieden zou de universiteitskas flink spekken. Het bedrijf dat de grootste bijdrage levert mag bijvoorbeeld als eerste recruiters langssturen voor een gesprek met de beste afstudeerders, zoals de Amerikaanse Law Schools al jaren doen. Mind you, dit maakt de universiteit voor veel ambitieuze studiekiezers juist heel aantrekkelijk. Dit is slechts een eerste schets van hoe The New University eruit zou kunnen zien. Er zijn vast meer ideeën. Daarom heb ik de woensdag na publicatie van dit stuk een aantal grote Rotterdamse bedrijven uitgenodigd om over een belangrijkere rol voor het bedrijfsleven te praten. Studenten die een bijdrage willen leveren zijn van harte uitgenodigd om om 13.00 uur in The Faculty Club bovenin het H-gebouw mee te denken!
Arnoud-Jan Rand, student Bedrijfskunde en initiatiefnemer van The New University
26 maart 2015 | 13
ONGEHOORD EDDN
>EN DAN DIT NOG...
TIM DE MEY
…voor al het kleine nieuws dat niet onvermeld mag blijven. Tips?
[email protected]
Bonnetjesdebat Rotterdamse studente Lisa Splinter (onderste rij, tweede van links) poseerde ook voor het goede doel.
> Is er een dokter in de zaal? Dokters in de dop, allemaal actief bij IFMSA-NL, de internationale vereniging van geneeskundestudenten, lieten hun kleren uit toen ze poseerden voor een verjaardagskalender die uitkwam op Internationale Vrouwendag 8 maart. De opbrengst van de kalender gaat naar seksueel misbruikte vrouwen in Congo.
Koek en taart Ook enkele studenten van het Erasmus MC zijn naakt te bewonderen op de kalender. Zowel mannelijke als vrouwelijke studenten hebben hun medewerking verleend aan de kalender, waarop alle edele delen netjes zijn afgedekt met bijvoorbeeld armen, benen, muziekinstrumenten of stapels koek en taart tijdens een gezellige high-tea.
Echt een kick Erasmus MC-studente Lisa Splinter (21) is een van de modellen. Ze twijfelde geen moment toen ze werd uitgenodigd. “Ik vond het echt een kick. Alle duizend leden van de IFMSA Nederland zijn benaderd, en ik wilde meteen meedoen”, vertelt Lisa. “Maar mijn vriend was het er eerst niet zo mee eens. Uiteindelijk begreep hij het wel. Hij zei: ‘Als jij het fijn vindt, moet je het gewoon doen.’”
Spannend Toen ze bij de studio van de fotograaf naarbinnen liep, vond ze het wel een beetje spannend. “Maar het was een hele aardige fotograaf, het was echt gaaf. Ik deed het samen met de anderen van m’n vereniging, dus daardoor was het niet zo eng. Het
grootste probleem was dat ik gelijk goed moest zitten voor de foto. Toen moest de rest nog, dat duurde wel een halfuur. Door het lange stilzitten kreeg ik een slapend been.”
Classy Lisa is erg te spreken over het resultaat. “Ik vind het heel erg mooi geworden. Je ziet dat iedereen naakt is, maar het is toch classy.” De hele familie van Lisa heeft de kalender al besteld. De opbrengst gaat naar de Panzi Foundation, een organisatie die slachtoffers van seksueel geweld in Congo helpt, en naar een project voor vrouwen in Malawi. Volgens Lisa is de kalender een project dat goed past bij dit goede doel. “Het laat de kracht en schoonheid van de vrouw zien; en dat we gewoon vrij zijn om te doen wat we willen.” Advertentie
Zoals altijd wanneer een minister bungelt of moet opstappen, vormde ook de zogenaamde bonnetjesaffaire weer een buitengewoon spannend theaterstuk. Bij wijze van een deus ex machina namen minister Opstelten en in zijn kielzog staatssecretaris Teeven ontslag omdat de Tweede Kamer, achteraf gezien, verkeerd voorgelicht bleek te zijn. Tijdens het daaropvolgende bonnetjesdebat moest, in plaats van de protagonisten, minister-president Rutte niet alleen de tikken incasseren; ook werden bij zijn eigen functioneren – en dan met name zijn ‘regierol’ – vraagtekens geplaatst. Drama van de bovenste plank! Voor filosofen was het bonnetjesdebat smullen geblazen, want de oppositie riep zowaar op tot ‘reflectie’, en stelde het soort vragen dat daar onvermijdelijk bij hoort: de ‘wat als?’-vragen. Zowel Zijlstra, fractievoorzitter van de VVD, als Rutte dienden te reflecteren over wat zij of hun bewindslieden gedaan zouden hebben ‘Als Het Net Even Anders Was Gegaan’, conform het gelijknamige liedje van de jubilerende Herman van Veen. Beiden negeerden die vragen of wimpelden ze af. Dat was enerzijds jammer, want het gebeurt niet vaak dat men in de Tweede Kamer het juiste soort vragen stelt. Anderzijds was het ook begrijpelijk, want de concrete ‘wat als?’-vragen die Zijlstra en Rutte voor de voeten geworpen kregen, waren ‘al te pertinent’. Ze waren tendentieus! Ze informeerden niet naar een mogelijke gang van zaken, ze ventileerden afkeuring over de feitelijke gang van zaken. Om zo’n debat op niveau te krijgen – om tot echte reflectie te kunnen komen – dienen in principe twee voorwaarden vervuld te worden. Ten eerste moeten er open ‘wat als?’-vragen gesteld worden, in plaats van ‘wat als?’-vragen waarin de evaluatie, het morele oordeel al zit vervat. Pas wanneer de mogelijke werelden afdoende in kaart zijn gebracht, kan worden bekeken wat er beter was geweest en kunnen er lessen uit worden getrokken. Ten tweede mogen die open ‘wat als?’-vragen niet afgewimpeld worden. Natuurlijk weet je nooit zeker wie wanneer wat zou hebben gedaan in welbepaalde hypothetische of tegenfeitelijke omstandigheden, laat staan wat de effecten daarvan zouden zijn geweest en überhaupt hoe het verder zou zijn gelopen. Maar die zekerheid hebben we ook niet nodig om oprecht in onszelf of in onze eigen rangen te kijken en de relevante ‘wat als?’-vragen naar ons beste vermogen te beantwoorden. Natuurlijk is dat teveel gevraagd. Natuurlijk zal de verhardende politiek nooit die voorwaarden kunnen vervullen. Politiek is en blijft theater. Maar er is die, weliswaar verafgelegen, wenselijke, mogelijke wereld… Tim de Mey is docent Theoretische filosofie
26 maart 2015 | 14
COVERVERHAAL
Kralingen-Crooswijk Inwoners: 51.165 Percentage studenten: 12 Dit is de eerste aflevering uit de serie ‘De student en zijn wijk’, waarin studenten en andere bewoners vertellen over hoe zij met elkaar omgaan.
Hidde Terpstra (23), masterstudent Finance & Investments, voor zijn huis. Hij woont sinds een half jaar in de wijk en geeft ons een rondleiding.
1
‘Buren? Geef mij maar een student’ Zeg je Rotterdam, dan zeg je Kralingen. Althans, wat studenten betreft. De wijk geldt al jaren als dé studentenhotspot van de stad. Een profiel van een buurt waar de studentenkamer grenst aan een herenhuis. Welke prijs betalen Kralingers voor hun brallende buurtgenoten? tekst Eric Oosterom fotografie Ronald van den Heerik
T
ypisch Kralingen: stampij maken omdat er mogelijk een Aldi-supermarkt in de wijk geopend wordt. Alle protesten ten spijt, komt de discounter er uiteindelijk – pal naast de Albert Heijn aan de Lusthofstraat. Het paadje dat naar beide winkels leidt staat in studentenkringen bekend als the walk of shame. Sla je linksaf dan kies je voor Albert Heijn, rechts betekent Aldi en gêne. Hidde Terpstra staat met zijn sloffen aan in huis, net terug van een dispuutsweekend. “Ja, een beetje kak is Kralingen wel’’, concludeert hij na het vertellen van zijn walk of shameanekdote. Een half jaar woont de 23-jarige masterstudent Finance & Investments inmiddels in de wijk. “Binnen mijn vereniging in Tilburg had ik wat rondgevraagd, ik wist niks van Rotterdam. Iedereen zei dat ik in Kralingen moest gaan wonen.” Zijn huis, dat hij deelt met twee anderen, staat aan de Oostzeedijk Beneden. Onder hem huist snackbar de Gouden Wok1 , ernaast zit een kapper2 . Het bevalt Terpstra uitstekend hier. In de eerste plaats vanwege de locatie. “Die is top, omdat je precies tussen het centrum en de universiteit in zit. En
de studentenverenigingen bevinden zich bijna allemaal op loopafstand.” Ook prettig: de Kralingse Plas ligt om de hoek. “Geweldig om te hardlopen.”
Organisch meegegroeid In stadsdeel Kralingen-Crooswijk wonen 6010 studenten. Tezamen vormen zij 12 procent van alle inwoners. Het gros van de studenten – 2030 stuks – woont in KralingenWest; straten als de Aegidiusstraat, 1e Jerichostraat en Oostzeedijk Beneden zijn daar populair. In Kralingen-Oost en rondom het Kralingse Bos wonen zo’n 880 studenten. Degelijk onderzoek ontbreekt, maar Kralingen geldt officieus als de populairste studentenwijk van Rotterdam. Volgens Rens van Overdam, voorzitter gebiedscommissie Kralingen-Oostwijk, is dat het geval sinds de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH), het instituut dat aan de basis stond van de universiteit, in 1968 verhuisde van de Pieter de Hoochweg in Delfshaven naar de Burgemeester Oudlaan in Kralingen. Daar ontstond campus Woudestein, de plek waar tegenwoordig alle faculteiten, met uitzondering van de medische, gehuisvest zijn.
Studenten verhuisden met de NEH mee en kwamen voornamelijk te wonen in de wat oudere arbeiderswoningen in Kralingen. Met de uitbreiding van de universiteit en de komst van studentensociëteiten naar de wijk kwamen er nog meer studenten naar Kralingen. Chique herenhuizen3 raakten omringd door smoezelige studentenpanden, een unieke situatie. Sinds de jaren zeventig is het aantal studenten in Kralingen, volgens Van Overdam, ‘organisch’ met de universiteit meegegroeid. De laatste vijf jaar betekent dat vooral een toestroom van internationale studenten. Het in 2012 geopende Student Hotel aan de Willem Ruyslaan alleen al herbergt ruim 800 ‘internationals’. Van Overdam: “Je merkt het om je heen. In de supermarkt hoor je steeds meer verschillende talen.”
Veel oud geld Terpstra heeft inmiddels zijn schoenen aan, klaar voor een rondje door de wijk. Hij wijst nog even op de ongeveer honderd foto’s die boven de eettafel onder het bordje ‘wall of fame’ hangen4 . “We proberen iedere dag een dinner guest te hebben. Vaak is dat iemand
2
26 27 maart 2015 2014 | 15 19
COVERVERHAAL 4
‘Van Kralingen vind ik het zo mooi dat er ondanks grote verschillen tussen de bewoners toch harmonie heerst’ > Hidde Terpstra
3 5
uit de wijk, een vriend van een van ons. Eten moet je toch, waarom zou je het dan niet gezellig maken?” Terpstra en zijn huisgenoten gaan daar ver in: “We hebben burgemeester Aboutaleb al eens gevraagd. Hij heeft toen persoonlijk laten weten geen tijd te hebben, maar hij beloofde wel om in de toekomst een keer aan te schuiven.” Voor de deur van zijn huis staat Terpstra even stil. Hij kijkt naar snackbar de Gouden Wok: “Inmiddels is-ie met pensioen, maar daar stond altijd ene meneer Pang achter de balie. Onder studenten beter bekend als generaal Pang, vanwege zijn norse uitdrukking. Voordat ik wat bij hem ging halen, belde ik vanaf boven. Dan wist generaal Pang meteen wat ik wilde bestellen: altijd een mexicano met een frietje saté.’’ Al lopend door de wijk merkt Terpstra op hoe mooi het er is. De herenhuizen – “veel oud geld hier denk ik” – vindt hij sfeer geven. Het gemêleerde van Kralingen spreekt hem aan. “Als je op donderdagavond langs de supermarkt gaat, zie je allemaal van die mannetjes in jasjes op weg naar de soos. Dat maakt de buurt levendig.” Natuurlijk, studenten houden wel van een
feestje en kunnen daarmee voor overlast zorgen. Terpstra zegt er weinig van te merken. En een beetje spanning in de wijk vindt hij juist goed: “Ik was op uitwisseling in Singapore en daar was alles zó perfect geregeld dat je je MacBook onbeheerd op een terrastafel kon laten staan, zonder dat-ie gestolen werd. Dat is heel fijn, maar het maakt het leven minder spannend. Van Kralingen vind ik het bovendien zo mooi dat er ondanks grote verschillen tussen de bewoners toch harmonie heerst.”
Minder feestjes Maar is die harmonie er wel echt? Ja, zeggen wijkagenten Dirk Meijndert en Fer van der Stam5 . “De overlastcijfers zijn niet om van te schrikken”, vindt de eerste. Sterker nog: het politieduo ziet duidelijke verbeteringen, vergeleken met pakweg vijftien jaar geleden. “Toen kregen we iedere donderdag vijftien tot twintig klachten binnen. Tegenwoordig vaak niets. De laatste Eurekaweek bijvoorbeeld, toch wel een evenement dat het straatbeeld verstoort, leverde geen enkele klacht op.” Hoe anders was dat in de jaren zeventig, tachtig en negentig, weten de heren nog.
Meijndert herinnert zich een incident waarbij bewoners zich dermate stoorden aan het getrompetter van een student dat één van hen de trompet letterlijk om de nek van de student probeerde te vouwen. Het was ook de tijd dat er regelmatig door brievenbussen ‘gezeken’ werd, geluidsoverlast aan de orde van de dag was en vechtpartijen op straat veelvuldig voorkwamen. Van Overdam noemt het een ‘sociologisch probleem’ dat ontstond in de jaren zeventig – “toen het tennisballen van iemands hoofd slaan nog bij de ontgroening hoorde”. Hij vertelt: “De Kralingers, overdag werkend en ’s nachts slapend, werden ineens geconfronteerd met studenten die er een omgekeerd leefritme op nahielden. De komst van studenten gaf een zekere druk op de burgerij.” De problemen kwamen voornamelijk vanuit de studentenverenigingen. Na wéér nieuwe incidenten besloten gemeente en politie daarom vijftien jaar geleden de verenigingen aan strenge regels te onderwerpen. Feesten dienden voortaan aangekondigd te worden en vergunningen werden minder makkelijk verstrekt. Dat leidde tot een sterke afname van het aantal incidenten en tot professiona- >
26 maart 2015 | 16
COVERVERHAAL
6
7
lisering van de verenigingen. Van der Stam: “Laatst werd ik gemaild door de preses van Laurentius met de mededeling dat er een vechtpartijtje op de vereniging was geweest. Dat hoéft-ie niet eens te melden6 .” Ook de ‘harde knip’ speelt volgens de twee wijkagenten een rol bij de verminderde overlast. Meijndert: “Het aantal feestjes neemt af, er wordt minder gefreewheeld.” Tot slot is gewenning belangrijk. Kralingers weten inmiddels dat ze in een studentenbuurt wonen en nieuwe bewoners beseffen waar ze terechtkomen. Een aandachtspunt van Van Overdam zijn de ‘weesfietsen’ 7 : fietsen die zijn achtergelaten door vertrekkende studenten. “Dat zijn er behoorlijk wat, en het is juridisch lastig ze te verwijderen. Dan moeten we stickeren en nog een keer stickeren, daar gaat veel tijd overheen.” Maar het grootste ‘gevaar’ zit hem volgens Van Overdam in de trend dat studenten
steeds vaker eigen panden in plaats van kamers huren. De schuld daarvan ligt bij de crisis 8 . “Leegstaande eengezinswoningen werden tijdens de crisis door creatieve ondernemers opgekocht en tot studentenhuis gemaakt. Dat kan link zijn, want wie vervangt straks bijvoorbeeld de fundering? Niet de studenten. Dat heeft onze aandacht.”
Bescheiden contact Wat merken omwonenden en winkeliers van het studentenvolk? Mevrouw Lujee woont al dertig jaar in de Aegidiusstraat. Voor haar deur staan tientallen fietsen en de rode RVSV-banners zijn in de straat goed vertegenwoordigd. Lujee zegt zich geen betere buren te kunnen wensen. “Ja, ze hebben af een toe een feessie, maar dat moet toch kunnen? Een tijdje terug woonde hiernaast een gezin met twee puberkinderen. Dat was iedere dag oorlog.” Iets verderop, in de Lambertusstraat, staan
8
prachtige herenhuizen. Hoe is het voor de bewoners van deze huizen om tussen de studenten te wonen? 9 Prima, zo blijkt: de woorden ‘jeu’, ‘afwisseling’ en ‘levendig’ vallen vaak. Van overlast lijkt geen sprake te zijn. Ook niet voor Deirdre Noten. “Ik ben zelf student geweest en wat ik zie, is herkenbaar. De studenten ontplooien zich, daar is niks mis mee. Ook heb ik het idee dat de mix tussen Kralingers en studenten goed werkt. Mijn zus woont hier verderop en haar kinderen voetballen wel eens met de studentenburen.” Dat laatste is toch wel een zeldzaam verschijnsel te noemen, want zowel studenten als omwonenden vertellen dat er weliswaar onderling contact is, maar dat dit hoegenaamd bescheiden is. Verenigingen organiseren af en toe wat voor de buurt en betrokken studenten wagen zich soms aan een buurtbarbecue of borrel. “Maar het contact kan beter”, vindt ook Hidde Terpstra. Daarom is hij bezig een ‘flatwhatsappgroep’ op te
26 27 maart 2014 2015 | 19 17
COVERVERHAAL
‘Ja, ze hebben af een toe een feessie, maar dat moet toch kunnen?’ > Mevrouw Lujee woont al dertig jaar in de Aegidiusstraat
10
9
11
‘Het is dat m’n vrouw in de zaak was, anders had ik zo’n studente mee naar huis genomen’ > Cor van café Lusthof
12
richten. “Voor af en toe een borreltje bijvoorbeeld.”
Laveloos voor de deur Gevraagd naar akkefietjes met studenten haalt eigenaar Cor van café Lusthof aan de Lusthofstraat zijn schouders op.10 “Tja”, zegt hij, “ze hebben wel eens m’n terras in de fik gestoken, dat is vervelend. Maar weet je wat het is? Dan stop ik gewoon de sponsoring van hun almanak voor een jaar. Bovendien ben ik er alleen maar op vooruit gegaan, het was een verzekeringskwestie.” Hij lacht: “Als er zo’n themafeestje is, komen die studenten zich hier verzamelen. Ik weet nog dat de dames een keer een strandthema hadden. Natuurlijk is dat leuk. Je wordt botergeil van die toppies.” Bulderend: “Het is dat m’n vrouw in de zaak was, anders had ik zo’n studente mee naar huis genomen.” Mede-eigenaresse Kiki ‘zo noemen ze me, lekker makkelijk’ – van de tegenovergelegen
snackbar Eet Goed is jong en heeft Chinese wortels. Ze houdt van de gesprekken die ze met haar leeftijdgenoten kan voeren. “Maar wanneer ze teveel gedronken hebben, maken ze soms vervelende grapjes. Een keer zei een jongen de hele tijd ni hao, ni hao (hallo, hallo). Dat vond ik op een gegeven moment wel irritant.” Wat opvalt: ondernemers zitten maar wat graag tussen de studenten.11 Ze genieten van hun verhalen en vinden het niet erg om hen af en toe ‘laveloos voor de deur’ aan te treffen. Eventuele overlast nemen ze voor lief. Otto Ghaddioui van de nachtwinkel De Dijk: “Last heb ik nauwelijks van ze. Spannender vond ik het toen Peter R. de Vries laatst in de winkel stond.” De student is zelfs een graag geziene klant. Ron Erkelens van seksshop 4Myself schat dat zo’n 15 procent van zijn omzet aan studenten te danken is. “Vooral de buitenlandse studenten kijken hier hun ogen uit. Chinezen
bijvoorbeeld. Thuis mag bij hen niks, terwijl dáár juist al die dildo’s en toys gemaakt worden.” Populaire producten onder studenten? “Speeltjes voor de dames en kunstvagina’s voor de mannen.”
Boodschappen Terpstra gaat op huis aan, de scriptie wacht. Op de terugweg loopt hij door de Lusthofstraat, daar waar Albert Heijn en Aldi om de student vechten en de student om zijn eer. Waar hij zijn boodschappen doet? 12 “Aldi”, antwoordt hij. “Ik blijf een student.”
26 maart 2015 | 18
ACHTERGROND
Universiteitsblad Delta van de TU Delft en Erasmus Magazine maken een serie over de samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam, afgekort als LDE (Leiden, Delft, Erasmus). Deel 3 gaat over de samenwerking van de ondersteunende diensten, met als voorbeeld het LDE-traineeship.
Jasper Meeuwissen (27) werkt nu bij het Center for Education and Learning in Leiden. Hiervoor was hij trainee bij de University Graduate School aan de TU Delft.
Universiteiten kunnen in ieder geval veel van elkaar leren De samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam krijgt vorm op onderwijsen onderzoeksgebied, maar hoe staat het met de ondersteunende diensten? Een selecte groep van twaalf trainees leert twee of drie LDE-universiteiten van binnenuit kennen. Een gesprek met vier van hen. tekst Saskia Bonger (Delta) en Erik van Rein (Erasmus Magazine) fotografie Levien Willemse
E
én voor één druppelen de vier LDE-trainees de StationsHuiskamer op Rotterdam Centraal binnen. Het is geen toeval dat we hier afspreken, de trainees reizen veel tussen de drie steden. Hoewel de Erasmus Universiteit, de TU Delft en de Universiteit Leiden op een afstand van maximaal 50 kilometer liggen, is het toch al gauw een uur reizen van de ene naar de andere universiteit. Desalniettemin zijn Charley van Veen, Jasper Meeuwissen, Stijn Overkamp en Matthijs den Otter, die vandaag aanschuiven, blij om deel uit te maken van het gezelschap van LDEtrainees. Ze hebben allemaal een verschillende opleiding gevolgd, niet per se aan een LDE-universiteit. De trainees hebben ongeveer vijfhonderd andere sollicitanten achter zich gelaten die ook oren hadden naar een van de twaalf traineeplaatsen. De groep is hecht, houdt nauw contact via e-mail en een whatsappgroep en spreekt elkaar vaak van-
wege een gezamenlijke opdracht en een opleidingsprogramma. Om de acht maanden wisselen de trainees van afdeling en universiteit. Op dit moment zijn ze aanbeland op de tweede werkplek, hierna volgt nog een derde termijn van acht maanden en dan zit het traineeship erop.
Nieuw Hadden jullie ook gesolliciteerd als het traineeship plaatsvond op één universiteit? CHARLEY: “Dat weet ik niet. Maar ik vind juist het bijdragen aan de samenwerking heel uitdagend. Het sparren met andere universiteiten kan nuttig zijn bij het aanpakken van problemen.” STIJN: “De meerwaarde is ook dat je mensen leert kennen bij de verschillende universiteiten, waardoor je makkelijker verbindingen legt. Als ik in mijn werk, nu bij het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de EUR, tegen bepaalde problemen aanloop,
26 maart 2015 | 19
ACHTERGROND
Stijn Overkamp (26) is trainee bij het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de EUR. Zijn eerste plek was bij het Financial Shared Service Center aan de Universiteit Leiden.
weet ik dat het bijvoorbeeld ook in Leiden of Delft heeft gespeeld. We hebben als trainees veel contact en we weten van elkaar wat we doen. Dan kunnen we elkaar helpen en lossen we problemen sneller op.” Jullie zijn de eerste groep LDE-trainees. Merken jullie dat? MATTHIJS: “Je merkt dat vooral aan de details. We werken bij verschillende universiteiten, maar zijn aangesteld bij één universiteit. De universiteiten hanteren hun eigen voorwaarden. De TU Delft geeft bijvoorbeeld geen reiskostenvergoeding en in Rotterdam krijg je dat wel. Mijn eerste plek was in Delft, mijn aanstelling ook. Nu ik op de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de EUR werk, krijg ik geen reiskostenvergoeding. Dat scheelt behoorlijk, want ik woon in Amsterdam. We volgen allen hetzelfde traineeship, dus het is gek dat dit verschilt per universiteit.” CHARLEY: “Ook het wisselen naar de twee-
de plek was lastig. Rotterdam heeft twee traineeplekken beschikbaar, Delft zes en Leiden vier. Die verdeling is dus een enorme puzzel voor de coördinatoren.” MATTHIJS: “Ook al is er ontzettend veel vraag naar trainees op één universiteit, er is slechts een beperkt aantal plekken. Dat financiële modelletje moet steeds kloppen, waardoor sommigen bij de derde ronde niet terecht zullen komen bij de universiteit naar keuze.” JASPER, glimlachend: “Maar het is niet rampzaliger dan een gemiddeld HR-proces op een universiteit hoor.”
Charley van Veen (25) koos voor haar tweede traineeplek de communicatieafdeling van de Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de TU Delft. Eerder werkte ze op de HR-afdeling van de Erasmus Universiteit.
die concurrentie dan wel een beetje.”
MATTHIJS: “Wat bedoel je dan?” CHARLEY: “Ik heb het idee dat niet alle trainees
het onderling delen als ze gesprekken hebben lopen voor een volgende plek. Ik weet niet of jullie dat ook zo ervaren?” JASPER, na een stilte: “Nee, ik niet.” CHARLEY: “Dan ben ik de enige. Ik wil in ieder geval graag het traineeship volgen op alle drie de universiteiten. Dat is goed voor mijn netwerk en het lijkt me interessant om de drie verschillende organisaties mee te maken.”
Samenwerking?
Er is dus een beperkt aantal plekken op elke universiteit. Zijn jullie elkaars concurrenten?
Hoe merken jullie precies de verschillen tussen de universiteiten?
MATTHIJS: “Als de belangen botsen, dan wel. Maar het valt nog mee hoe erg dat misgaat, vind ik. Als iedereen precies hetzelfde wil, dan zou het een drama worden.” CHARLEY: “Maar ik merk wel dat veel mensen dezelfde dingen interessant vinden en ik voel
CHARLEY: “Voor mijn gevoel is Delft qua orga-
nisatie wat ‘platter’. Dan heb ik het over het aanspreken en benaderen van mensen. Toen ik bij de EUR een medewerker van een andere afdeling wilde betrekken in mijn project, moest ik dat via de leidinggevende gaan vragen en >
26 maart 2015 | 20
ACHTERGROND
Matthijs den Otter (26) werkt op de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de EUR. Hij begon het LDE-traineeship bij het Delft Global Initiative van de TU Delft.
Wat is het lde-traineeship? Het LDE-traineeship is een project om het samenwerkingsverband tussen de Erasmus Universiteit Rotterdam, de TU Delft en de Universiteit Leiden te benadrukken. Maximaal twaalf trainees krijgen in een tweejarig traject de kans om werkervaring op te doen binnen meerdere universitaire organisaties. Ze kunnen helpen om de universiteiten beter samen te laten werken en bouwen daarnaast een groot netwerk op. Bovendien krijgen de trainees ook een opleidingsprogramma aangeboden en moeten ze een gezamenlijke opdracht maken die te maken heeft met de samenwerking tussen de LDE-universiteiten. > Op ldetrainees.wordpress.com houden de trainees een blog bij over hun werkervaringen.
niet direct. In Delft kan dat prima informeel.” STIJN: “Ik kan me niet helemaal in dat verhaal vinden. Waar ik zit, in Rotterdam, zijn de lijntjes ook kort en ik kan bij wijze van spreken zo bij de decaan naarbinnen lopen. Het is moeilijk universele uitspraken te doen over de verschillen.” JASPER: “Op onderwijsgebied is het proces in Delft centraler georganiseerd dan in Leiden of Rotterdam. En in Rotterdam zijn de faculteiten veel sterker, waarbij de RSM, de ESE en het Erasmus MC ook nog eens sterk hun eigen gang gaan; de rest hobbelt daar wat achteraan. Nog een voorbeeld is de docentprofessionalisering. De drie universiteiten hebben daar instituten voor, maar alleen Delft heeft geen verdienmodel. Dus als er wordt samengewerkt, is dat financieel lastig. Leiden en Rotterdam moeten namelijk de eigen broek ophouden en producten in de markt zetten.” Belemmeren zulke verschillen de samenwerking? MATTHIJS: “Niet echt. Als duidelijk is dat voor elke universiteit een inhoudelijke rol is weggelegd, dan loopt het vaak als een tierelier. Dat zie je bij sommige onderzoekscentra. Als iets vooral organisatorisch een leuk idee is, maar inhoudelijk niet echt interessant, dan kiezen onderzoekers er vaak voor hun eigen onderzoek voor te laten gaan.” JASPER: “Maar wat is samenwerking? Je hoeft ook niet per se iets nieuws te maken. Er komen bijvoorbeeld ook Franse agenten naar Neder-
land om te kijken hoe het softdrugsbeleid hier is, terwijl dat in Frankrijk natuurlijk nooit gedoogd gaat worden. Ze kunnen echter wel wat leren over drugsbestrijding. Zo kunnen de universiteiten ook van elkaar leren, als ze bij de buren op bezoek gaan.” CHARLEY: “Mijn eerste opdracht bij de EUR was om te onderzoeken en te adviseren hoe de informatievoorziening vanuit HR richting de medewerkers van de universiteit beter kan. Ik ben toen ook in Leiden en Delft geweest om te kijken hoe zij dat doen. Het is vaak lastig om echt iets samen op te pakken, ook gezien de afstand en reistijd. Maar je kunt wel van elkaar leren.” STIJN: “En je kunt verder denken over de zaken waarop je elkaars concurrent niet bent. Neem bijvoorbeeld studentinformatiesystemen zoals Osiris. Als je daarin samen optrekt en naar de leverancier gaat, dan zie ik wel in dat samenwerking heel erg kan helpen.” Zouden meer medewerkers een tijdje van universiteit moeten wisselen? CHARLEY: “Ja, dat is een goed idee. Ik vind het
sowieso een goed idee om eens ergens anders te kijken. Daarna kun je het werk ook weer veel beter doen, omdat je andere inzichten hebt opgedaan. Het bevordert ook de samenwerking op microniveau, omdat je nieuwe contacten opdoet die je bij problemen om advies kunt vragen.” JASPER: “Maar als je kijkt naar alle ondersteuners: is het voor mensen in salarisschaal 7 net zo interessant als voor mensen in schaal 16?” MATTHIJS: “Dat denk ik wel en je hoeft ook niet meteen een hele afdeling te switchen. Als je op een soortgelijke positie terechtkomt, leer je ervan. Het kan ook inspiratie opleveren.” Dan lachend: “Of je ziet dat het er op een andere plek juist heel amateuristisch aan toegaat.”
26 maart 2015 | 21
ACHTERGROND
Het eerste herenteam van Erasmus Volley.
Het succes van Erasmus Volley
‘Je trekt sportschoenen aan en begint’ Drie jaar na de start van Erasmus Volley gaat het goed met de club op allerlei fronten. Het eerste herenteam stoot door naar de regiotop, het ledenaantal is fors gegroeid en er is zelfs een jeugdafdeling. Hoog tijd voor een portret van deze ambitieuze vereniging. tekst Lindemarie Jongste fotografie Levien Willemse
D
onderdagavond in het Erasmus Sportcentrum. Rond een uur of negen hangt er een scherpe zweetlucht in de grote sporthal boven – niet zo gek na twee uur fanatiek trainen. Vrijwel alle leden van Erasmus Volley komen op donderdagavond samen voor een training of een wedstrijd, en na het sportieve gedeelte volgt ‘de derde helft’ in café Pardoen
in de Oude Haven. De dames zijn veruit in de meerderheid op deze trainingsavond half maart. De meiden plukken veel aan hun strakke korte broekjes. Voorzitter Joyce Spoon lacht erom. “Het gaat ongemerkt, het hoort bij het spelen. Even een moment van concentratie.” Tegelijkertijd gooien volleyballers in de benedenzaal de armen los. Het tweede heren-, en
het vierde damesteam spelen om half tien een competitiewedstrijd. Ook strijden het derde en vierde gemengde team van Erasmus Volley tegen elkaar. Na de warming-up steken de leden van elk team de koppen bij elkaar voor een korte peptalk. Een krachtige yell klinkt, waarna ieder z’n positie in het veld opzoekt. Fuuut! De scheidsrechter fluit en de pot kan beginnen. Op de tribune zitten her en der wat mensen die hun clubgenoten aanmoedigen.
Promoveren Die tribune is een week later een stuk voller als het eerste herenteam in actie komt tegen het vierde team van Sliedrecht Sport. De Heren 1 winnen de pot en veroveren daarmee de eerste plek in de competitie. Met nog drie >
26 maart 2015 | 22
ACHTERGROND
‘Ik zocht een sport met gezelligheid en dat is bij Erasmus Volley perfect in balans. Het was hier gelijk gezellig’ > Yme Brantjes, derdejaars Economie & Bedrijfseconomie, en Filosofie
Erasmus Volley in het kort De studentenvolleybalverenigingen Snoopy (recreatief) en Alcazar (regulier) zijn in 2012 gefuseerd tot Erasmus Volley, onderdeel van Erasmus Sport. Op dat moment werd het een prestatiesport: er kwam een betaalde trainer die het niveau zou verbeteren. De vereniging heeft 250 leden. Er zijn drie herenteams en vijf damesteams die reguliere competitie spelen. Zij trainen op maandagavond en thuiswedstrijden spelen ze op donderdagavond. Twaalf gemengde, en vier damesteams spelen op recreatief niveau: zij trainen elke donderdagavond, of spelen een wedstrijd. Elk jaar worden de teams opnieuw ingedeeld, maar de leden kiezen zelf of zij regulier of recreatief willen spelen.
wedstrijden te gaan, hebben de volleyballers goede kans om te promoveren naar de hoogste regionale klasse. Mocht dat lukken, dan speelt Erasmus Volley volgend jaar tegen clubs uit het gebied tussen Rotterdam en Maastricht (regio Zuid-Nederland); een behoorlijke promotie. En het succes van deze jongens heeft veel invloed op de rest van de vereniging. Het geheim van Heren 1 is volgens hem de vaste kern van vijf vrienden. Die spelen al zes jaar samen, en gaan ook buiten de sport met elkaar om. Wie nu denkt dat deze jongens een afgeschermd kliekje vormen, heeft het mis. Trainer Richard de Kogel: “Ik voelde meteen een klik toen ik voor de eerste keer ging kijken.” Dat geldt ook voor nieuwe spelers, weet hij; die worden meteen opgenomen in de groep. En de professionele trainer heeft ook zijn bijdrage geleverd. Bij zijn aantreden stond Heren 1 op de op één-na-laatste plek in de competitie. Dat seizoen eindigde het team op de derde plaats, en het seizoen erna ook. De mannen zaten dus al twee keer dicht tegen promoveren aan, en dit jaar moet het er van komen. Dat vindt ook speler van het eerste uur William Klaver, student Economie en Bestuurskunde. Hij schat hun kansen positief in, want in het bekertoernooi hebben ze al ploegen uit de hogere klasse uitgeschakeld. “Dat geeft aan dat we het niveau aankunnen.” In dat bekertoernooi speelt Klavers team op 4 april de halve finale, wederom tegen Sliedrecht Sport, maar ditmaal tegen het derde team. Een geduchte tegenstander, want volgens Klaver is Sliedrecht een echte volleybalstad. “Het is qua niveau het Ajax van het volleybal.” De Kogel traint de heren al tweeënhalf jaar, en ziet dat het team nog meer potentie heeft. Dat is voor hem een reden om ook volgend jaar nog aan te blijven, als het team dat ook wil. “Ongeacht of ze de stap naar een hogere klasse gaan maken.” Hij houdt lol in het vak zolang zijn spelers zich ontwikkelen. “Meestal zie ik na een jaar geen rol meer voor me weggelegd, maar met dit team kan ik nog steeds vooruit. Dat is bijzonder, helemaal voor een studententeam.”
Hechte vereniging Door de goede prestaties is Heren 1 een uithangbord voor Erasmus Volley, maar beter dan de rest voelen de spelers zich niet. Integendeel. Juist doordat zij de luxe genieten van een betaalde trainer, willen zij iets terugdoen voor de vereniging. De meeste spelers van Heren 1 trainen daarom op hún beurt andere damesof herenteams. En trapsgewijs geven spelers uit deze teams weer training aan de lagere recreatieve teams. Volgens Klaver is dit de basis voor de hechtheid van
de vereniging. Doordat iedereen dezelfde manier van trainen hanteert is er eenheid binnen alle teams en is het algehele niveau van Erasmus Volley in de afgelopen jaren gestegen. “De tweede teams hebben nu hetzelfde niveau als de eerste teams vier jaar geleden.” Bovendien zorgt het delen van kennis voor een verenigingscultuur waarbinnen het normaal is dat je iets terugdoet voor je club. De Kogel ziet deze verantwoordelijkheid sterk bij Heren 1: “Zij voelen zich verbonden met heel Erasmus Volley en willen dat iedereen profiteert van hun privilege.” Klaver benadrukt dat zijn team absoluut niet hiërarchisch aan de top staat, maar zich juist mengt met de rest. Spelers die in de kantine een biertje drinken na de training onderschrijven dat. Zij merken tijdens borrels of andere activiteiten niets van enige afstand met de betere spelers. “In Pardoen is iedereen gelijk”. En dat sluit aan op nóg een voordeel van de trainingsformule van Erasmus Volley: door actief te zijn in alle lagen van de vereniging leer je meer mensen kennen; dat is gezellig, en het zorgt bovenal voor dat typische clubgevoel. De band tussen de leden wordt verder versterkt tijdens andere activiteiten, zoals het jaarlijkse gala,het ledenweekend en de extra toernooien. Leden roemen het internationale toernooi, dat komend weekend plaatsvindt. Kort samengevat betekent dat drie dagen volleyballen en feesten met zo’n veertig teams uit Europa. Dan is er ook nog een Nachttoernooi – gaap - , het open Familie-en-Vriendentoernooi, en in de zomermaanden kunnen studenten beachvolleyballen, zodat de leden ook tijdens de zomerstop met elkaar in contact blijven.
Rondvliegende hormonen De leden beamen dat Erasmus Volley een hechte club is; ze hoeven niet lang na te denken als ze gevraagd wordt waarom ze lid zijn. Een bloemlezing: ‘Het is de perfecte combinatie van sport en gezelligheid.’ ‘Er is geen ontgroening.’ ‘Iedereen kan instappen; voor iedereen is er een team.’ ‘We zijn hartelijk voor nieuwe leden, je voelt je zo thuis.’ ‘We zijn net een familie, het is vertrouwd en bekend omdat iedereen student is en van volleybal houdt.’ ‘Het lijkt een soort dorp, ons kent ons.’ Kortom, de leden van de club zijn gelijkgestemd, houden van sport én een lolletje, en vinden het leuk om nieuwe mensen te leren kennen. Het is daarom niet gek dat er veel hechte vriendschappen zijn ontstaan, én relaties. Hoeveel stellen er precies zijn binnen de vereniging is onduidelijk, maar het Heren 1-team scoort hoog: zes van de tien mannen hebben een volleybaldame geschaakt. De mannen bij Erasmus Volley hebben dan ook genoeg keus, want er lopen twee keer zoveel vrouwen rond als mannen. Verder is één op de vijf sporters niet-Nederlandstalig. De internationale studenten weten de club ook goed te vinden voor een portie sport en gezelligheid. Aangezien de internationals in bijna elk team vertegenwoordigd zijn, worden de trainingen in het Engels gegeven. Mateusz Bochenczak uit Polen was meteen verkocht toen hij een kijkje nam bij Erasmus Volley. Ervaring
26 maart 2015 | 23
ACHTERGROND
met de sport had hij niet, maar hij vindt de vereniging heel vriendelijk voor internationals. “Ik raad iedereen aan om lid te worden.” De student International Business Administration speelt in een gemengd team en heeft daar veel lol in. “We hebben vorig jaar zelfs de competitie gewonnen. Om dat te vieren, gingen we gemengd douchen”, lacht hij.
‘Donderdagavond is heilig voor me. Hier voelt sporten helemaal niet als moeten. Iedereen kent elkaar; het is net een grote familie’ > Brit Broeken, masterstudent Accounting
Ledenstop Dat Erasmus Volley veel mensen aanspreekt, blijkt ook uit de ledengroei van de afgelopen jaren. Na de fusie tussen de volleybalverenigingen Alcazar en Snoopy in 2012, begon Erasmus Volley met 150 leden. Nu zijn dat er 100 meer, en is er een ledenstop ingesteld. Daarmee hoopt voorzitter Spoon het hechte verenigingsgevoel te behouden. Bovendien wil ze graag dat iedereen op donderdagavond sam en kan blijven komen in het sportcentrum. “Het is niet leuk als enkele teams op een andere dag moeten trainen.” Qua capaciteit heeft Erasmus Volley op donderdagavond momenteel de maximale ruimte in het sportcentrum in gebruik, dus daar is de rek eruit.
Jeugdvolleybal Voorzitter Spoon is trots op haar vereniging, waar ze pas voor het tweede jaar lid is. “Ik baal ervan dat ik niet eerder lid ben geworden”, bekent de masterstudent Management. Ze ziet dat Erasmus Volley een
grote groep actieve leden heeft, die meedenkt over hoe de vereniging nog beter kan worden. “Mensen geven feedback op hoe we het doen als bestuur, ze komen met ideeën voor activiteiten, en voeren die ook uit.” Dat geeft haar de ruimte om zich bezig te houden met het beleid: waar willen we naartoe en hoe komen we daar? Dat Erasmus Volley sinds september 2014 een jeugdafdeling heeft, geeft de vereniging volgens Spoon iets extra’s. Initiatiefnemer was William Klaver; die vond het een groot gemis dat er in het gebied tussen Kralingen, Centrum en Noord geen volleybal werd aangeboden aan de jeugd. Samen met de gemeente Rotterdam zette hij een samenwerking op. Nu geven studenten elke vrijdagmiddag volleybaltraining aan kinderen in Rotterdam-Noord. Klaver: “Het is mijn droom om volleybal te laten groeien.”
ACHTERGROND
26 maart 2015 | 24
Marli Huijer en haar hond Milan
26 maart 2015 | 25
ACHTERGROND
‘De liefde heeft ook geen nut’ “Er moeten altijd mensen zijn die Aristoteles, Kant en Nietzsche opnieuw lezen en vertalen naar het heden.” Aan de nieuwe Denker des Vaderlands en bijzonder hoogleraar Filosofie in Rotterdam Marli Huijer de taak om twee jaar lang het denken te promoten. Een gesprek over denken op en over de universiteit, het belang van wijsbegeerte en de bezetting van het Maagdenhuis. tekst Tim Ficheroux fotografie Michel de Groot
E
r zijn niet veel mensen die live in de uitzending van De Wereld Draait Door bij Matthijs van Nieuwkerk op schoot kruipen. Bijzonder hoogleraar Filosofie van cultuur, politiek en religie Marli Huijer deed het, op vrijdag 13 maart. Ze was net begonnen met de uitleg van het begrip ‘tussendenken’, dat ze de komende twee jaar als nieuwe Denker des Vaderlands centraal wil stellen. ‘Tussendenken’ gaat over hoe mensen de publieke ruimte tussen hen in vormgeven. “Mensen staan altijd in contact met hun omgeving”, zei Huijer. “De tafel tussen ons in creëert een afstand in ons gesprek. Het voorkomt dat we bij elkaar op schoot kruipen.” “Zou u bij mij op schoot willen?”, vroeg Van Nieuwkerk. Het begrip ‘tussendenken’ komt niet uit de lucht vallen. De eerste Denker des Vaderlands, Huijers leermeester Hans Achterhuis, concentreerde zich twee jaar lang op ‘tegendenken’. En haar onlangs overleden voorganger René Gude had als thema ‘meedenken’. Eerder zei ze tegen Erasmus Magazine: “Als er iets ernstigs gebeurt, zoals de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs, zijn wij geneigd om de aandacht te vestigen op datgene wat ontwricht. Mijn interesse gaat juist uit naar het tegenovergestelde: hoe kunnen we ervoor zorgen dat er in een steeds diversere samenleving een publieke ruimte is waar mensen, met al die verschillende achtergronden, met elkaar in gesprek kunnen blijven gaan?” De recente bezetting van het Maagdenhuis is een ‘exemplarisch voorbeeld’ van dat ‘tussendenken’, zegt Huijer, gezeten op de vijfde verdieping van het H-gebouw, in het kantoor dat ze deelt met een aantal andere bijzonder hoogleraren. Terwijl ze haar bruine boterhammen met kaas eet – ‘als ik het druk heb, vergeet ik vaak te eten’ – vertelt ze dat haar dochter het concert van Typhoon bezocht in het Maagdenhuis. “Het is ongelooflijk knap dat de aanwezige studenten zo’n bezetting, met zoveel potentiële momenten van chaos, in goede banen weten te leiden.” Huijer is duidelijk onder de indruk van wat de Maagdenhuisbezetters teweegbrengen. “Ze creëren een publieke ruimte die veel groter is dan alleen de hal van het Maagden-
huis. Er worden lezingen, debatten, en general assemblies gehouden, maar het is de studenten ook gelukt om nieuwe ideeën op de agenda te krijgen.” Hoe verklaart u de protesten die de afgelopen maanden op verschillende universiteiten ontstonden? “Er is jaren geleden een sudderpan
voor op het vuur gezet. Wetenschappers uiten al langer hun onvrede, ook in kranten. Studenten voelen dat en beginnen zich ook zorgen te maken. Het is niet verwonderlijk dat ze hevig gechoqueerd zijn door de grote bezuinigingen, de reorganisaties en het mogelijk verdwijnen van vakgebieden. Stel je voor, dat je 18 of 19 bent, vol vuur aan de filosofiestudie bent begonnen, en ineens hoort dat je opleiding mogelijk verdwijnt. Dan krijg je het gevoel dat je toekomst in het water valt. Dat de samenleving daar tegen in opstand komt is logisch, want een samenleving komt in gevaar wanneer er wordt bezuinigd op cultuur en humanities.”
Wetenschappers roepen dit al langer. Waarom lukt het studenten nu wel om een momentum te creëren? “Michel Foucault beschrijft het als
discoursen. Op een gegeven moment is er iemand die de kritiek op een nieuwe manier formuleert. Die zee van golven die eraan voorafgaat, maakt dat het niet vanuit het niets komt. Er zit veel onvrede onder, die opeens tot een eruptie leidt. Dat moment is geheel toevallig.”
Doet u zelf, als nieuwe Denker des Vaderlands, mee aan het protest? “Zodra ik in het publieke
domein ben, kan ik het belang van de filosofie benadrukken.”
Wat is dat belang? “Dat is moeilijk uit te drukken in termen van economisch nut. Maar er zijn een hoop dingen die geen nut hebben: bloemen, de liefde. We hebben het denken nodig om mens te zijn. De mens heeft het vermogen om complex te denken. We kunnen denken over goed en kwaad. Over schoonheid. Over hoe we ons tot elkaar verhouden. Over hoe we onze samenleving willen inrichten, of hoe we willen liefhebben. We hebben dat vermogen ook om het menselijk leven te verrij-
ken.” En een filosofiefaculteit bevordert dat? “Onder andere. Een filosofiefaculteit onderhoudt ook de kennis over al die filosofische geschriften en gedachten. Je kunt niet iedere generatie opnieuw het wiel laten uitvinden, dus er zullen altijd mensen nodig zijn die opnieuw Aristoteles, Kant en Nietzsche lezen. Daarnaast leer je hier echt te denken over het heden. Filosofie is voor een deel speculatief: hoe zou het leven eruit zien als we andere keuzes hadden gemaakt? Je maakt je de instrumenten eigen waarmee je een diagnose van het heden kunt maken, waarmee je kunt laten zien hoe de actualiteit in elkaar zit, en vooral hoe het ook anders kan.” Waarom is dat niet in termen van nut of rendement uit te drukken? “Dat kan op zich wel, door
te kijken waar filosofen terechtkomen. Ik was laatst in een boekwinkel in Amsterdam-Noord. Een van mijn studenten is een boekwinkel begonnen, in een wijk waarvan je denkt dat niemand er een boek leest. Heb je daar specifiek filosofie voor nodig? Het is in ieder geval wel handig. Filosofen komen terecht in de journalistiek, in het onderwijs, in beleidsfuncties. We zorgen ervoor dat een land als Nederland in staat blijft om te denken. “Filosofie doet het in Nederland goed in het publieke domein. Andere landen kijken daar verlekkerd naar. Het kan geen toeval zijn dat we tegelijk ook een van de meest welvarende landen zijn. Ik zal niet zeggen dat je van filosoferen rijk wordt, maar de mens die vrijgesteld wordt – en dat is de Nederlander, want we hebben de meeste vrije tijd van heel Europa – moet zich niet kapot vervelen.” Deelt u de zorgen die de actievoerders van De Nieuwe Universiteit uiten over het rendementsdenken? “Vijf jaar geleden waren er nog ge-
noeg studenten voor studies als filosofie en de kleine talen. Binnen een paar jaar slaat dat om en wordt er geroepen: opheffen die vakken. Universiteiten zouden ook meer reclame voor die opleidingen kunnen maken, zodat er vanzelf genoeg studenten komen. Het wordt nu aan het publieke domein of aan de media overgelaten of een studie al dan niet kan blijven be- >
26 maart 2015 | 26
ACHTERGROND
staan. Dan ben je niet goed bezig. We hebben toch een politieke visie nodig over wat we doceren op universiteiten?”
U gaf onlangs een lezing in het Maagdenhuis. Wat heeft u daar verteld? “Tijdens die lezing
ben ik ingegaan op de visie van minister Bussemaker. Goed onderwijs is volgens haar kleinschalig en responsief, met brede academische vorming. Het moet studenten uitdagen en worden ingevuld door hoog gekwalificeerde docenten. Toen ik dat las, dacht ik: ‘Dit komt rechtstreeks uit een brochure van een university college.’ Het specifieke aan een university college is de ingebouwde structuur van discipline. Het begint al bij de toelating: dat is in wezen een toets op zelfdiscipline, op motivatie en ambitie. Het wonderlijke is dat wanneer studenten die zelfdiscipline op hun achttiende niet hebben, ze door een universiteit worden gedisciplineerd tot gehoorzame studenten.”
Hoe zou die visie eruit moeten zien? “Een rijk land als Nederland moet zeggen: deze vakken doceren we op een universiteit, ongeacht het aantal studenten dat afstudeert. Hoe meer soorten studies, hoe beter. Je moet als overheid zorgen dat al die vakken er zijn. Daarom is het ook zo belangrijk dat de EUR haar filosofiefaculteit koestert en filosofische reflectie stimuleert.” Waar komt dat rendementsdenken vandaan?
“Het is een vorm van denken die inherent is aan de moderniteit, aan de opkomst van de wetenschappelijke economie. Foucault beschreef het al in zijn analyse van het strafrechtelijk systeem eind achttiende eeuw. Hoe kun je zoveel mogelijk uit de tijd halen? Hoe zorg je ervoor dat het je zoveel mogelijk nut oplevert? Met de economische crisis is die vorm van denken weer sterk teruggekomen. Rendement wordt in dat denken vooral in financiële termen uitgedrukt, niet in milieuwinst, of gezondheidswinst.” Is ons denken over de universiteit gereduceerd tot die termen? “Alleen kijken naar hoeveel stu-
denten een studie met een voldoende afronden binnen de tijd die ervoor staat, is puur rendementsdenken. Maar wat het rendement ervan is, is mij een raadsel. Volgens mij kun je pas van rendement spreken als mensen vervolgens een leuke baan krijgen. Als iemand na twee jaar stopt en vervolgens mooie romans schrijft of politicus wordt, is het rendement bijzonder hoog. “Het is vreemd dat het universitair onderwijs niet is meegegaan in de trend van het nieuwe werken, flexibeler werken. In plaats daarvan zijn we terug bij een begin twintigste-eeuws, bijna Fordiaans model, met hele korte modules en meteen examens. Dat heeft niets met laatmodern denken te maken, het is ouderwets kapitalistisch rendementsdenken.” In wat voor termen zouden we dan over een universiteit moeten denken? Na lang naden-
ken: “Zelf ben ik ook gevoelig voor de perverse prikkels van het rendementsdenken. Ik geef vooral mastercolleges en aan het begin van een reeks denk ik: ‘Hoera, er zitten vijftien studenten in de zaal’. Ik ben schoolser geworden de laatste jaren. Toen ik tien jaar geleden in Groningen college gaf over al het werk van Martha Nussbaum hield ik me totaal niet bezig met hoeveel studenten een voldoende haalden.
In uw laatste boek, Discipline, noemt u maatregelen als ‘Nominaal is Normaal’ en een negatief bindend studieadvies een roep om hernieuwde tucht. “Ja en komt puur voort uit
‘We hebben het denken nodig om mens te zijn’
> Marli Huijer
“Het is misschien geen groot verhaal over de universiteit, maar als docent zou je ook de ambachtelijkheid van de filosofie over willen dragen. Ik zou graag meer tijd willen besteden aan hoe studenten kunnen lezen, hoe ze filosofie kunnen bedrijven, hoe ze geïnspireerd kunnen raken.”
rendementsdenken. Het leert studenten alleen om gehoorzaam te zijn, het leert ze niet om te leren. Een universiteit heeft de taak om studenten te leren te leren.” Opgelegde discipline helpt daar volgens u niet bij. Wat dan wel? “Een uitbestede vorm, zoals
je bij de university colleges ziet. Een university college biedt een omgeving die heel veel structuur biedt. Dat is architectonisch: de studenten wonen samen op een campus. Ze ontmoeten elkaar voortdurend, ze stimuleren elkaar om te studeren. Docenten en tutoren spreken de studenten aan; vragen ook hoe het met ze gaat. Er is continu responsiviteit. Al die vormen van uitbestede discipline ontbreken in het gewone onderwijs. Als Bussemaker werkelijk meent dat dit haar beeld van goed onderwijs is, dan zal ze deze structuren ook in het onderwijs moeten aanbrengen.”
‘René Gude lijkt op Socrates’ De vorige Denker des Vaderlands, René Gude, overleed op 13 maart aan de gevolgen van botkanker. Die avond stuurde hij nog een tweet de wereld in om Huijer aan te moedigen in De Wereld Draait Door: ‘Zet ‘m op Marli, spring ertussen. Dat gaat goed zo!’ Huijer omschrijft Gude als ‘een enorm retorisch talent’. “Hij heeft een aantal boeken geschreven, maar vooral veel gesproken. In die zin lijkt hij op Socrates. Omdat hij het medium goed wist te gebruiken, kennen we ook veel van zijn gesproken gedachtegoed.” Terugkerende thema’s in zijn werk zijn humeurmanagement, het gebruik van je verstand en intellect om emoties die je kunnen meesleuren meester te zijn, en het zoeken van de balans tussen erbij willen horen en erboven uit willen steken. “Gude wilde meedenken met anderen. Door de filosofie publiek te maken, en door het publiek te voeden met filosofie.” Ter nagedachtenis aan haar voorganger is Huijer bezig met een stuk over het werk van Gude. > Op vrijdag 27 maart, bij de aftrap van de Maand van de Filosofie in Donner, wordt Marli Huijer ingehuldigd als de nieuwe Denker des Vaderlands.
26 maart 2015 | 27
WETENSCHAP
> TOPPUBLICATIE Onderzoekers van de EUR publiceren heel wat. Zo nu en dan zit er een toppublicatie tussen. Alexander Hogenboom onderzocht verschillende technieken om het sentiment van teksten te achterhalen. Zijn artikel is onlangs geaccepteerd door het prestigieuze tijdschrift over informatietechnologie Communications of the ACM.
Slimme techniek herkent sentiment van teksten
E
en op de vijf tweets en een derde van alle blogs bespreekt een product of een merk. “Mensen produceren heel veel tekst op het internet”, vertelt Alexander Hogenboom. “Die teksten bevatten ontzettend veel informatie, die bijvoorbeeld interessant kan zijn voor marketingdoeleinden.” Door middel van sentimentanalyse kunnen meningen in die grote hoeveelheden tekst snel achterhaald worden. In hun onderzoek bekijken Hogenboom en zijn collega’s verschillende technieken om automatisch informatie uit teksten te halen. “De standaardmodellen, die het intuïtiefst zijn, kijken naar de woorden die in zo’n tekst staan. Ze hakken een tekst op in woorden en tellen vervolgens op basis van bestaande woordenlijsten hoeveel positieve en negatieve woorden er in een zin staan.” Die aanpak biedt echter lang niet altijd het gewenste resultaat. Beschouw de volgende zin: While always complaining that he hates this type of movies, John bitterly confessed that he enjoyed this movie. Hoewel deze zin uiteindelijk positief oordeelt over de besproken film, staan er drie negatieve woorden (complaining, hates, bitterly) en maar een positief woord (enjoyed) in. Een opsomming van de positieve en negatieve woorden zal niet altijd de uiteindelijke mening van een tekst weergeven. Rhetorical Structure Theory biedt een oplossing voor dit probleem. Deze benadering houdt rekening met het belang van een deel van een tekst, op basis van de retorische relaties tussen stukken tekst: wanneer is een deel van een zin achtergrondinformatie, en in welke paragraaf wordt een concluderend oordeel geveld? Hogenboom en zijn collega’s stellen een benadering voor die hiermee rekening houdt. Om de mening in bovenstaande voorbeeldzin te achterhalen, moet het model het laatste deel (he enjoyed this movie) het meeste gewicht toekennen – en het eerste deel (while always complaining) weinig tot geen gewicht.
Om te achterhalen welk model het best in staat is om de mening van een tekst te achterhalen, lieten de onderzoekers verschillende modellen los op een dataset met duizend positieve en duizend negatieve Engelstalige filmrecensies. De best presterende modellen houden rekening met een gedetailleerde analyse van de retorische structuur van een zin en kennen een gedifferentieerd gewicht toe aan iedere retorische relatie binnen die zin. “Het blijkt niet alleen belangrijk te zijn wát mensen zeggen, maar vooral hóé ze het zeggen”, aldus Hogenboom. Maar hoe goed is zo’n model nu? Hogenboom: “In 70 tot 80 procent van de teksten komt ons model overeen met het uiteindelijke positieve of negatieve oordeel dat in de recensie wordt gegeven.” Een blijvend probleem van dit soort modellen is, volgens Hogenboom, het herkennen van humor of sarcasme. “Onderzoek heeft al uitgewezen dat modellen dat tot op zekere hoogte wel kunnen. Het zal nooit 100 procent correct zijn, maar het herkennen van sarcasme is ook voor mensen moeilijk.” TF Using Rhetorical Structure in Sentiment Analysis, van Hogenboom, Flavius Frasincar, Franciska de Jong en Uzay Kaymak verschijnt binnenkort in Communications of the ACM. Het artikel zal online te raadplegen zijn op cacm.acm.org.
'Herkennen van sarcasme is ook voor mensen moeilijk' > Alexander Hogenboom
26 maart 2015 | 28
LIFESTYLE
> CÉLINE’S CHOICE
Céline studeerde in Amsterdam, maar kwam acht jaar geleden naar 010. Inmiddels is ze een grote bekende bij de lokale horeca. Voor elke EM selecteert ze voor jullie de mooiste voorstellingen, de leukste exposities en de tofste party’s in de stad.
Parra
Ei Ei Ei
Vintage & Hand Made
Tot en met 7 juni is er in de Kunsthal een expositie van de jonge Nederlandse kunstenaar Parra te zien. In de stad ben je vast weleens iets van hem tegengekomen, want hij is zeer opvallend aanwezig, met zijn absurdistische en pop-upachtige stijl. Bekend werd hij onder andere door zijn kleurrijke tekeningen van mannen met een vogelkop. Parra komt uit de skateboardscene en begon op jonge leeftijd te tekenen. Hij maakte dessins voor ‘Viktor & Rolf’, voor de cover van het boek ‘De Figuranten’ van Bret Easton Ellis, en voor omslagen van Volkskrant Magazine. Daarnaast zit hij in het collectief Le Le, waarvan ook Faberyayo van De Jeugd van Tegenwoordig deel uitmaakt, en ontwerpt hij kleding.
Pasen komt er weer aan en dat betekent lentekriebels, een waterig zonnetje en eieren zoeken. Na de verplichte paasbrunch met je familie zijn er genoeg feestjes in de stad om stoom af te blazen en het nieuwe seizoen te vieren. Zoals het feest ´Ei Ei Ei´ van de organisatoren van de afterparty van Zomercarnaval ´Vai Vai Vai´, en de inmiddels beruchte closingparty van Hollywood, met de passende titel ´Bye Bye Bye´. Verwacht een goed feest met dj’s als Roop, Jeff Solo, Slick, Nino & Frankie en Alain de Lon. Er zijn maar liefst drie locaties: hoofdpodium BAR, de Hofpoort op de twintigste verdieping van het Shellgebouw, en de Luchtsingel waar een Silent Disco op het programma staat.
Zin in een nieuwe outfit? Kom dan op zaterdag 28 en zondag 29 maart naar Vintage Kilo Shoppen op de Blommesteynweg 75 in Rotterdam. Tijdens dit weekend vind je hier zo’n drie ton aan vintagekleding en kun je losgaan tussen de duizenden vintage-items voor hem en voor haar. Het idee is simpel: je zoekt mooie spullen uit, loopt naar de weegschaal en je betaalt naar gewicht. De prijs per kilo is vijftien euro. Een andere aanrader is de Swan Market die op 6 april neerstrijkt in het Museumpark. De Swan is een lifestylemarkt vol handgemaakte kleding, sieraden en kunst; en je kunt er ook nog eens heerlijk eten bij een van de vele foodtrucks.
> Wanneer: t/m 7 juni 2015. Toegang: student: € 6,-
> Wanneer: zondag 5 april. Toegang: € 12,-.
> Wat: Vintage Kilo Sale & Swan Market. Toegang: gra-
regulier: € 12,-. Info: www.kunsthal.nl
Info: Facebook Ei Ei Ei
tis. Info: check Facebook
Eindhalte Cultuurpodium Perron, door fans ook wel ‘de bunker’ genoemd, gaat er na vier succesvolle jaren mee stoppen. De club, gevestigd in een slooppand, heeft stiekem al meer feestjes mogen geven van de gemeente dan in eerste instantie de bedoeling was, maar aan alles komt nu eenmaal een einde. De club, bekend om zijn steenharde techno en brute afterparty’s gaat er met een hele week feest een knallend einde van maken. Van zondag 12 april tot en met zondag 19 april is het elke dag raak! De kaarten worden in fases verkocht, zodat iedereen de kans krijgt een kaartje te bemachtigen en de laatste eer te bewijzen aan Perron. Hou
Facebook dus in de gaten wanneer er weer een verkoopronde is. Over de line-up wordt zeer mysterieus gedaan, wat zorgt voor grote ergernis bij de fans. Je weet namelijk niet waar je precies een kaartje voor koopt. Eerder heb ik in Perron al nachten doorgehaald op de beats van Speedy J, Chris Liebing, Sterac en Drumcell, dus ik verwacht in de allerlaatste week dan ook grote artiesten en een groot sentimenteel feest. Kaartjes swappen via Ticketswap kan altijd nog, dus grijp je kans op een legendarisch feest!
> Wanneer: zondag 12 t/m zondag 19 april. Info: Facebook Perron
LIFESTYLE
SG ERASMUS AGENDA
BRIAN DUNPHY: BINGE WATCHING | LEZING Binge watching: een heel seizoen van een televisieserie in één keer bekijken. Brian Dunphy (Brooklyn College, New York) legt uit wat er verandert in de kijkervaring als je een complete serie in één keer consumeert. Met daarna binge watchen naar House of Cards! Dinsdag 7 april van 16.00 tot 17.30 uur Erasmus Paviljoen
HOUSE OF CARDS | BINGE WATCHING Spelend in het Washington van heden ten dage vertelt House of Cards het verhaal van Frank Underwood (Kevin Spacey), een Democraat uit South Carolina die een uitgekiend plan uitwerkt om een hogere machtspositie voor zichzelf te bereiken. Dinsdag 7 april van 20.00 tot 23.00 uur Erasmus Paviljoen
> UIT/GAAN Speciaal voor bourgondiërs en bierkenners Rondom het University College wemelt het van de goede restaurants volgens culinaire kenners. Met een levendig terras en een bourgondische menukaart past restaurant Bokaal daar prima tussen. Bokaal Nieuwemarkt 11 Sfeer 8 Sjanskansen 6 Studentikoosheid 7 Biertje € 2,60
Of er een causaal verband is weten we niet, maar opmerkelijk is het wel: min of meer tegelijk met de komst van het Erasmus University College is het gebied rond de Nieuwemarkt vruchtbare grond geworden voor horecaondernemers. Te midden van jonge, goedlopende zaken als Level, De Pasta Kantine en snackbar Tante Nel is een plein ontstaan dat zich volgens gezaghebbende horecajournalisten kan meten met de hippe Londense buurt Soho. Nog relatief kort geleden ging hier Bokaal open, een prachtig industrieel vormgegeven restaurant met een bruisend terras. Vooral op zomerse dagen is het heerlijk toeven aan het einde van de Gedempte Botersloot, waar het historische standbeeld van de Maagd van Holland (officieus ook wel het ‘Rotterdamse Vrijheidsbeeld’ geheten) pronkt. De houten picknicktafels geven het terras een informele sfeer, waarin zowel groepen studenten, als gepensioneerden en gezinnen zich op zonnige (na)middagen als een vis in het water voelen. Ook wanneer het terrasweer een minder hoog cijfer krijgt, is er echter alle reden om een avondje lekker te genieten van al het lekkers dat Bokaal te bieden heeft. Het interieur van de zaak – veel hout, glanzend staal, beton en tl-verlichting – oogt industrieel, maar de bourgondische sfeer wordt daar allerminst negatief door beïnvloed. Zowel de goedlachse, jonge bediening als de originele menukaart versterken het ruimhartige karakter van Bokaal. Zo prijken op het menu fraaie Franse kaas- en worstplateaus, terwijl ook hoofdgerechten als steak tartare en tartiflette (een gegratineerde aardappelschotel) een duidelijk Franse signatuur hebben. De warme spijzen zijn kwalitatief dik in orde, maar de variatie in hoofdgerechten is enigszins beperkt. Dat geldt niet voor de bierkaart: die is met ruim 90 verschillende speciaalbieren gerust imposant te noemen. Met name het zoetige kandijbiertje Pauwel Kwak, geserveerd in een koetsiersglas (voorzien van een houten bierstandaard, zodat het glas ondanks de bolvormige onderkant kan blijven staan) is het proberen meer dan waard. En hoewel het met zo’n waslijst aan goudgeel gerstenat eigenlijk not done is om een regulier pilsje te bestellen, hebben ze die uiteraard ook. MvS (foto: MB)
CULTUREEL PLATFORM PRESENTEERT: GENERATION Y Elk jaar verenigen de culturele verenigingen hun krachten voor een spetterende show. Dit jaar is het thema Generation Y (Why): Hoe moet je omgaan met alle mogelijkheden en keuzes die je iedere dag moet maken. Een avond vol dans, theater en levende muziek. Donderdag 9 april van 20.00 tot 22.00 uur Eramus Paviljoen
STUDIO ERASMUS | TALKSHOW Maandelijkse talkshow over wetenschap en actualiteit. Met interviews, minicolleges en live muziek. Met o.a. de nieuwe Denker des Vaderlands: arts, filosoof en feministe Marli Huijer. Dinsdag 14 april van 20.00 tot 21.30 uur Rotterdamse Schouwburg, Rotterdam
DE UNIVERSITEIT ALS FABRIEK | DENKCAFÉ Over de rol van de universiteit in de samenleving: de toekomst van de geesteswetenschappen in Nederland, de verdeling van onderzoeksgeld en de groeiende nadruk op toegepast onderzoek. Met o.a. prof.dr. Wiep van Bunge en dr. Dap Hartmann. Woensdag 15 april van 20.00 tot 21.30 uur Arminius, Museumpark 3, Rotterdam > Meer informatie? www.eur.nl/sgerasmus of www.facebook.com/sgerasmus. Alle programma’s zijn gratis toegankelijk tenzij anders vermeld. Reserveren, aanmelden en kaartverkoop via onze website
26 maart 2015 | 30
LIFESTYLE
> EMuziek
‘De trombone is een deel van mijn lichaam’
Shicheng Yu (22) uit Shanghai is derdejaarsstudent International Business Management aan de Hogeschool Rotterdam. Hij speelt trombone en toerde onlangs met het Nederlands Studenten Orkest (NSO) door Nederland. tekst Gert van der Ende fotografie Michel de Groot
Afgelopen maand had Shicheng Yu – geboren en getogen in Shanghai – de tijd van zijn leven: amper een jaar in Nederland was hij met het NSO op tournee door Nederland. Op het programma stonden werken van onder anderen Sergej Rachmaninov, George Gershwin en Benny Goodman. Tien universiteitssteden werden aangedaan, met als hoogtepunt een concert in het Concertgebouw in Amsterdam. “Echt fantastisch”, blikt hij terug. “Helaas waren mijn ouders er niet bij. Ze zijn namelijk erg trots op me.” Inderdaad jammer, want het waren zijn ouders – en dan vooral zijn moeder – die hem, toen hij nog op de kleuterschool zat
op muziekles stuurden. Shicheng mocht kiezen: tuba, trompet, percussie of trombone. De keuze viel vrij gemakkelijk op de laatste. “De tuba was veel te groot voor mij, percussie veel te zwaar en het geluid van de trompet vond ik verschrikkelijk. Ik hield trouwens meteen van de trombone.” Overigens was zijn eerste trombone er natuurlijk wel eentje van kinderformaat. De jaren daarna versleet hij vier leraren, allemaal van de klassieke stempel. “Mijn eerste leraar bijvoorbeeld vertelde me op een gegeven moment dat hij me echt niets meer kon leren, en zei: You have to move on.” Na de middelbare school sloot hij zich aan bij de Shanghai RJ Jazz Big Band, een band van ruim twintig man sterk. Shicheng houdt namelijk – net als zijn vader, een grote Chet Baker-fan – veel meer van jazz, een genre dat nu langzaamaan terrein wint in China. De band kon rekenen op een vaste schare fans in Shanghai en omgeving. Trombone spelen is een kwestie van zowel kracht als techniek, legt Shicheng uit. Waarom hij nu juist dit instrument zo prachtig vindt, is moeilijk in woorden te vatten, maar hij doet desalniettemin een poging. “Ik zie de trombone niet als een apart ding. Het instrument is echt een deel van mijn lichaam. Ik kan met het geluid van de trombone precies mijn gedachten uitdrukken, en dat vind ik het mooiste dat er bestaat. Met woorden kan ik dat niet. Ook als ik naar andere trombonespelers luister, heb ik het gevoel dat ik helemaal begrijp wat ze voelen en bedoelen.” Ondanks zijn grote voorliefde voor het instrument, heeft Shicheng geen professionele muziekcarrière voor ogen. “Het is niet makkelijk om een goede baan te krijgen in de muziek. Dat is ook de reden waarom ik besloot International Business Management te gaan studeren. Maar ik weet wel dat het mijn hele leven een grote hobby zal blijven.” Zijn eerstvolgende stap: proberen een plekje te verwerven in het Nederlands Studenten Jazzorkest, dat komend najaar door Nederland toert.
26 maart 2015 | 31
SERVICE
PERSONALIA Berichten voor deze rubriek kunt u sturen naar:
[email protected] Nadere informatie? Bel 010-4081115.
per 1 april a.s. benoemd tot
new role as Dean of RSM Exe-
hoogleraar Public Institutions
cutive Education, Hartmann is
aan de Universiteit Utrecht.
a Statutory Director of RSM
COLOFON
BV. Hartmann joined RSM in Lisenne Giel, psychologe bij
2005.
de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de EUR, heeft voor haar scriptie ‘The
Dr. Mahmoud Messkoub, Seni-
Impact of Induced State
or Lecturer at the ISS Faculty
Achievement Goal Orientation
has been successful in win-
on Performance, Motivation,
ning an EU grant under its Ho-
Self-efficacy, and Enjoyment:
rizon 2020 call. The research
A Meta-Analysis’ de derde
Prof.dr. Aurélien Baillon (1980), hoogleraar Gedragseconomie aan de Erasmus School of Economics, heeft van de European Research Council (ERC) een Starting
project is called RE-InVEST.
prijs van de David van Lennep
Karen Maas, wetenschappe-
The research project will take
Scriptieprijs ontvangen van de
lijk directeur van de postaca-
four years to complete and
Nederlandse Stichting voor
demische MVO-opleidingen
starts in 2015. The RE-InVEST
Psychotechniek (NVsP). Zij
van ESAA (Erasmus School for
grant is for €53.000.
krijgt een bedrag van € 3.500.
Accounting & Assurance),
De sectie die de student heeft
neemt per 2015 zitting in de
begeleid krijgt € 1.500.
Programmaraad van MVO Neden van het Sustainable Fi-
vangen. Hij zet de subsidie in
nance Lab (SFL).
voor een project naar ‘niet-verifieerbare waarheden’, zoals vragen over geluk.
Dr. Nettie Wiebe – organic farmer, social movement activist, and academic – joins the Frank Hartmann, Professor of
ISS Research Group Political
Management Accounting and
Economy of Resources, Environment and Population Stu-
Management Control at RSM Erasmus University was ap-
Dr. Lisette Wijnia, psychologe
dies (PER) as a regular visiting
pointed Dean of RSM Execu-
bij de Faculteit der Sociale
researcher. Over the next
Dr. Judith van Erp, universitair
tive Education. Hartmann will
Wetenschappen van de EUR,
three years, she will visit ISS
hoofddocent Criminologie bij
embark in his new role on 1
heeft de studieprijs van de
on a regular basis for collabo-
de Erasmus School of Law, is
April 2015. In addition to his
Stichting Praemium Erasmi-
rative initiatives with some
anum gewonnen voor haar
PER staff and PhD resear-
proefschrift ‘Motivation and
chers.
IN MEMORIAM
Achievement in ProblemBased Learning: The Role of
Erasmus MC
Interest, Tutors, and Self-Directed Study’. De prijs bestaat uit een bedrag van
Jacqueline Baars Op maandag 2 maart 2015 is onze collega Jacqueline Baars
€ 3.000.
ISS Ernst Kuipers, bestuursvoorzitter van het Erasmus MC,
Jacqueline werkte sinds 2007 als stafjurist bij de afdeling
vicevoorzitter van de Neder-
verschillende taken, waarvan het griffierschap van de
landse Federatie van Univer-
Universiteitsraad het meest in het oog sprong. De EUR jurist. Jacqueline laat een man en drie zonen achter. Zij is 52 jaar oud geworden. Ton van der Pijl Directeur Algemene Bestuursdienst Jerimi van Laar Hoofd afdeling Juridische Zaken
Telefoon / e-mail 010-4081115
[email protected]
Redactie Wieneke Gunneweg, hoofdredacteur, Gert van der Ende, eindredacteur Nisse Benhaddaoui redacteur Tim Ficheroux, wetenschapsredacteur Elmer Smaling webcoördinator José Luijpen redactieassistent Medewerkers Fotografie: Ronald van den Heerik, Levien Willemse, Michel de Groot, Milan Boonstra Cartoons: Bas van der Schot Columns: Tim de Mey, Daniël Lambrichts Teksten: Saskia Bonger, Najat Chaatouf, Inge Janse, Lindemarie Jongste, Britte Kastelein, Anne Kielman, Geert Maarse, Céline Maessen, Sanne van der Most, Eric Oosterom, Erik van Rein, Matthijs van Schie, Cherish Wirabangsa International Pages: Daniël Boonstra, Kate Sytnik, Ernest Thiesmeier Vertalingen: Business Translation Services B.V. Adverteren Interne advertenties en EM Lokaaladvertenties bij Erasmus Magazine: 0104081115 of
[email protected] www.erasmusmagazine.nl/advertenties Overige advertenties via Bureau van Vliet B.V., Zandvoort, tel.: 023-5714745 of www. bureauvanvliet.com
Druk De Bondt, Barendrecht
wordt per 1 september 2015
Juridische Zaken van de Algemene Bestuursdienst. Zij had
verliest in Jacqueline een zorgvuldig, integer en betrokken
Postadres Erasmus Magazine Postbus 1738 3000 DR Rotterdam
Vormgeving Unit20, Yoe San Liem, Maud van Velthoven
overleden. Jacqueline was al geruime tijd ziek. Haar overlijden kwam desondanks onverwacht.
Bezoekadres EM Erasmus Magazine Gebouw E, kamers ET 41-48 Burg. Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam
Em.Online EM Online bevat actueel nieuws, en Erasmus Magazine verschijnt in zijn geheel ook op de website: www.erasmusmagazine.nl
derland. Ook is zij lid gewor-
Grant van 1,5 miljoen euro ont-
Uitgave EM 11 – 26 maart 2015 Uitgave Jaargang 18, 2014-2015 Erasmus Universiteit Rotterdam ISSN: 0922 – 713x Oplage: 10.000
HOP Erasmus Magazine is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau
sitair Medische Centra (NFU). Dr. Andrew Fischer, Associate
Kuipers is vanaf 2012 lid van
Professor in Population, Po-
de Raad van Bestuur van het
verty and Development Stu-
Erasmus MC, sinds maart 2013
dies at the ISS Faculty, has
als voorzitter. Na een jaar vi-
joined the Tibet Governance
cevoorzitterschap zal Ernst
Project at the Elliot School of
Kuipers het voorzitterschap
International Affairs George
van de NFU op zich nemen.
Washington University, Wa-
Redactieraad Charles Boucher (voorzitter), Brigitte Hoogendoorn, Pieter Kuijt, Michael Rabbers, Arthur de Ruiter, Natasha Schön, Marijke de Vries. Cover Ronald van den Heerik Volgende editie EM EM 12 verschijnt op 16 april 2015.
shington DC as a research associate.
© Erasmus Magazine Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur overgenomen worden.
DIT BEN IK DANIËL LAMBRICHTS
PROFESSIONEEL Het is iets over half acht ’s ochtends als je bezweet en net iets te laat de overdrachtskamer binnenstormt. Je hebt je verslapen en dus voeg je je snel met verwarde haren, een gekreukt hemd en een ongeschoren gezicht bij de andere coassistenten. Als je net op je stoel zit, vraagt één van de artsen zich hardop af of de co’s van tegenwoordig zich nog wel eens scheren en douchen. Iedereen in de ruimte kijkt je aan en te midden van alle hilariteit krimp je even weg in je witte jas. Mooi is dat: blijkbaar word je niet enkel op je kennis en kunde beoordeeld, maar ook op je uiterlijk. Toch is het voor een arts in spe, zoals ik, niet geheel ondenkbaar dat ik in de toekomst vaker narrige opmerkingen naar mijn hoofd krijg geslingerd of dat ik zal worden aangesproken op mijn voorkomen. Eigenlijk ook wel logisch, want het uiterlijk van een dokter wordt door patiënten en collegae gevoelsmatig nog maar al te vaak rechtevenredig verbonden met het niveau van kennis en kunde. Met een kekke tattoo in je nek of een knotje op je verder kale achterhoofd, maak je het jezelf een stuk lastiger. Want zeg nou zelf: wil je liever geopereerd worden door een chirurg met een blauwgeverfde kuif, of door een even zo kundige collega-chirurg wiens haar in een keurige scheiding is gekamd? Qua resultaat zullen ze misschien dan wel niks voor elkaar onderdoen, maar ik denk dat chirurg nummer twee bij velen de voorkeur geniet. Met een goede uitstraling valt dus heel veel te winnen. Op die manier wordt de arts (in wording) wél onopgemerkt een soort standaardkloffie ‘aangemeten’: een overhemd met de mouwen opgestroopt, een nette broek en een paar goede bruine leren schoenen vatten de artsenlook doorgaans goed samen. Terecht ook, want uiteindelijk ben je als dokter het gezicht van de gezondheidszorg en ook verantwoordelijk voor het vertrouwen daarin. Vroeg of laat zal je je als clinicus in wording dus ook moeten overgeven aan deze vorm van uniformiteit. Noem het een gerechtvaardigde eenheidsworst in een witte jas. Daniël Lambrichts is geneeskundestudent
Anneline van Dijk (21) Derdejaars student Psychologie
Stijl? “Ik zal nooit twee weken achter elkaar dezelfde outfit dragen. Ik onthoud dus ook wat ik aanhad vorige week in een werkgroep. Mijn broertje verklaart me regelmatig voor gek; alsof anderen bijhouden wat ik die dag droeg. Maar ik heb gewoon heel veel kleding, dus ik probeer zo creatief mogelijk te zijn. Vroeger was ik meer bezig met wat anderen van mijn kleding vonden. Dat heb ik laten varen. De één komt naar college in een trainingspak en ik kom in een leren broek met hoge laarzen; dat vind ik leuk.”
Zweden.“Ik heb vorig jaar vier maanden in Zweden gewoond. Het was de beste tijd van mijn leven. Ik heb mezelf daar heel goed leren kennen. Op dag één kwam ik mezelf al zo hard tegen: mijn ouders hadden me gebracht en we gingen nog één keer eten voordat ze me alleen zouden achterlaten. Ik begon heel hard te huilen. Maanden had ik geroepen dat ik er zoveel zin in had, maar uiteindelijk was ik ook gewoon heel bang. Mijn kamer was heel stom, het stonk er en daar liet ik me door uit het veld slaan. Nu kan ik er hard om lachen, want dat zal me nu niet meer gebeuren. Ook heb ik geleerd om niet te snel te oordelen over mensen. Het is juist leuk om verschillende mensen te leren kennen. Nu wil ik alleen nog maar meer reizen. Ik zou graag Vietnam, Bali en Australië willen zien.”
Make-upmeisje. “Mijn uiterlijk is mijn hobby. Dat klinkt een beetje oppervlakkig maar beauty en fashion zijn mijn grote interesses. Ik vind het bijvoorbeeld heel leuk om YouTubefilmpjes te kijken over make-up. Mijn favoriete filmpjes zijn van een Amerikaans meisje, Jackelyn Hill. Zij is een professionele make-up artist en laat in haar filmpjes allerlei technieken zien. Jackelyn heeft rood haar en dat vond ik zo mooi dat ik mijn haar ook heb geverfd.”
CM (fotografie: RvdH)
Shopping Queen. “Vroeger ging ik naar de H&M en gaf ik in één keer tweehonderd euro uit. Nu houd ik meer van kleine winkeltjes. Ik volg deze winkels op Facebook, dus dan weet ik precies wanneer er een nieuwe collectie in de winkel hangt. In Kralingen zit bijvoorbeeld ‘Lof’, dat altijd op maandag inkoopt. Dan ga ik op dinsdag even kijken. De Lusthofstraat vind ik sowieso leuk om te winkelen, en op de Zwaanshals in Noord zit een winkel genaamd ‘Hippie’, waar ik ook graag kom.”
Jurk: Most Wanted Horloge: Michael Kors Schoenen: Nike
“Sinds mijn dertiende “Deze zonnebril is van
“Ik ben dol op shirts met
ben ik helemaal gek van
“Ik ben helemaal gek van
mijn moeder geweest.
rare teksten. Deze past
de geur Flowerbom van
de kleur roze-goud, zoals
Zij had hem gekocht
erg bij me, want ik ben
Victor & Rolf. Ik kocht al-
de kleur van mijn koffie-
toen ze mijn leeftijd had
heel sarcastisch. Mensen
tijd de nepvariant, maar
beker. Ik mag van mezelf
en al die tijd bewaard.
die mij nog niet kennen,
met kerst heb ik van
twee latte macchiato’s per
Nu is dit model weer
moeten daar vaak aan
mijn broertje de echte
dag drinken, anders is het
prima te dragen.”
wennen.”
gekregen.”
echt too much.”