juli 2013
Kracht en talent op het Hoogeland juli 2013 opdrachtgever: LAG Hoogeland contactpersoon: Jan Beekman, Provincie Groningen analyse: mevr. Heike Aiello, Coreconnect met dank aan de leden van de focusgroep: mevr. Swanny Beukema dhr. Sietse Hielema dhr. Ivo Lochtenberg mevr. Carin van de Wal inhoudelijke begeleiding: dhr. Jan Hut, organisatieadviseur wetenschappelijke begeleiding: mevr. Eveline Hage, Rijksuniversiteit Groningen
2
Inhoud !"#$%&'''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''() !"*+,&,"- ''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''.) /$$-+*0"&)00")1+23)45$6+75+-,+),")4*0027)80")45$9+6200"40: '''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''';) <%,6:760" ''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''=>) ?"0*@7+AB+2#$&,+: '''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''=>) ?"0*@7+''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''=.) ?')C8+51,6#2)80")&+)45$9+62+"'''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''=.) D')E+)F+"7+")06#2+5)&+)45$9+62+" '''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''=;) G')H%66+7I062$5+")8$$5)#+2)JK+-+L*+,&+")80")45$9+62+" '''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''=M) E')/+2)/$$-+*0"&),")&+)$-+")80")&+)K+N$"+57''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''>.) O')E+):506#2)80")#+2)&$54)5+*02+5+")00")&+)$"2N,::+*,"-)80")#+2)/$$-+*0"& '''''''''''''''''''''''>;) H*$26$"6*%7,+7''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''>M) ?0"K+8+*,"-+" ''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''(=) D,9*0-+" '''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''(.)
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
3
Inleiding De regio Hoogeland is een ruraal gebied in het noorden van Nederland, dat wordt gekenmerkt door veel verschillende kleine dorpen. Dat wordt zichtbaar aan het grote aantal projecten dat in de afgelopen jaren die door LEADER gesubsidieerd werd. In de afgelopen vier jaar zijn zoʼn 219 1 projecten opgestart en/of gerealiseerd . Hierbij gaat het om uiteenlopende initiatieven met bijvoorbeeld een focus op toerisme, economie en/of cultuur. Soms duurde zo een project een avond (met uiteraard de nodige aanloop), soms meerdere jaren. De initiatieven leidden tot kennisuitwisseling, boeken, theatervoorstellingen, nieuwe verenigingen, websites, opgeknapt erfgoed, gerevitaliseerde bosranden, nieuw aangelegde speeltuinen, of dorpshuizen. Alle projecten hebben echter een ding gemeen: het inzetten en verbinden van kennis en talenten van de mensen in de regio.
In de afgelopen jaren is dankzij de LEADER projecten veel kennis in de regio ontwikkeld; er is een indrukwekkend aantal van initiatiefnemers en vrijwilligers betrokken geweest. Bij de afzonderlijke projecten is steeds gekeken naar de bijdrage van het project aan het versterken van het zelforganiserend vermogen van de betrokkenen. Volgens Jan Beekman, manager van LEADER Hoogeland, is er echter helaas nog te weinig sprake van een netwerk tussen de diverse projecten, de individuele projecten lijken eerder op ‘los zand’. Daarnaast wordt de kennis die opgedaan is in de regio niet of nauwelijks verder verspreid en wordt weinig naar andere regioʼs gekeken. Hierdoor beschikt de provincie bijvoorbeeld wel over feitelijke kennis – zoals de subsidieaanvraag, locatie van het project en de projectbeschrijving, maar heeft zij onvoldoende zicht op de ʻzachteʼ factoren die een positieve bijdrage aan het totstandkomen van de initiatieven hebben geleverd. Hoe werd er eigenlijk samengewerkt? Welke competenties werden gewaardeerd? De wens van de provincie is dan ook dat nieuwe initiatiefnemers laagdrempelig in contact kunnen komen met andere, ervaren initiatiefnemers voor tips en advies. Deze initiatiefnemers komen uit vergelijkbare regioʼs uit binnen- en buitenland. Daarnaast wil de provincie de resultaten van het onderhavige onderzoek delen met initiatiefnemers van buiten de regio. Hierdoor gelooft zij dat het zelforganiserend vermogen niet alleen binnen, maar ook buiten de regio zal worden versterkt. Dat is belangrijk omdat de rol van de overheid in de komende jaren nogal gaat veranderen. Er zal in de toekomst (nog) meer eigeninitiatief en samenwerking van de burgers gevraagd worden.
Op basis van deze constateringen heeft Jan Beekman in mei 2012 Jan Hut en Heike Aiello gevraagd om een proces vorm te geven met het doel om
- meer zicht te verkrijgen op de ʻkracht en manier van samenwerkenʼ op het Hoogelandʼ; - een geschikt platform te bedenken om elkaars kennis toegankelijk te maken; - advies te geven hoe het zelforganiserend vermogen in de regio versterkt kan worden. Uit deze wensen zijn een viertal initiatieven ontstaan: 1. ʻHoogeland aan zetʼ: een serie van netwerkbijeenkomsten met geïnteresseerde initiatiefnemers op verschillende locaties op het Hoogeland. Het doel hiervan is een open plek te creëren, waar burgers die ʻiets willenʼ elkaar kunnen ontmoeten om kennis en inspiratie met elkaar te delen en waar ervaring met ʻzelforganiserend vermogenʼ opgedaan kan worden. 2. Cordera (College On the Regional Development of Rural Areaʼs): een door de Europese unie gesteund project waarin de provincie Groningen en de LAG participeren; 1
4
Voor een compleet overzicht van alle projecten zie: www.leaderhoogeland.nl
3. Het oprichten van een Facebookpagina ʻHoogelandʼ. 4. Het uitzetten van een enquête om beter zicht te krijgen op de ʻzachte factorenʼ die bijgedragen hebben aan het realiseren van projecten. Dit document begint met een verslag van de ervaringen met het opzetten van Hoogeland aan zet. Vervolgens gaan wij in op het internationale project CORDERA en de betekenis van onderhavig onderzoek voor het project en vice versa. Vervolgens zetten wij de resultaten van de enquête op een rij en geven op basis van de uitkomsten aanbevelingen om de samenwerking en participatie in de regio een verder impuls te geven.
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
5
Hoogeland aan zet: procesregie in plaats van projectaanpak “Een beetje wennen was het wel in het begin”, vindt Carin van de Wal, initiatiefnemer van het in 2009 gestarte LEADER project van de (inmiddels) Stichting Blik op Uithuizermeeden. “Ik begreep niet meteen wat precies het doel van de bijeenkomst was. Iedere keer toen een van de deelnemers vroeg wat we eigenlijk precies moeten opleveren, was jullie antwoord ʻDe overheid gaat een stap terug, dat vraagt van jullie initiatiefnemers uit de regio dat jullie nog meer samenwerken en van elkaar leren, maar hoe jullie dat kunnen bereiken weten we ook niet.ʼ Jullie voorstel was om te beginnen met het uitwisselen van sprankelmomenten in onze projecten. Dat sprak mij zeker aan. En toch, ik heb het druk, ben een actiegericht, nuchter mens en moest daarom echt even wennen aan deze vorm. Ik vond het in het begin bijna wat doelloos. Maar het is leuk, ik ontmoet andere actievelingen uit de regio, doe ideeën op; er is zoveel energie en inspiratie dat ik terug blijf komen. Niet iedere keer, maar ik vind het leuk om hier af en toe bij te tanken.” De eerste bijeenkomst van Hoogeland aan zet was in alle eerlijkheid geen succes. De deelnemers, veelal ʻoude bekendenʼ, konden zich niet vinden in de ongewone aanpak, de begeleiders probeerden hun beste been voor te zetten, maar de vonk wou niet overspringen. “Gewoon praten over wat werkt in onze projecten? Kijken wat er verder tussen ons ontstaat?” Dat vonden veel van de deelnemers te vaag: “Waar is de Provincie nou toch mee bezig?” Gelukkig keerde het tij al in de eerstvolgende bijeenkomst. Deze keer kwamen de deelnemers van de eerste bijeenkomst terug die wel iets in de aanpak zagen. Zij namen ook hun buren en kennissen mee. Ook de begeleiders hadden hun les geleerd: minder is meer. De deelnemer staat centraal, niet de begeleider, niet de Provincie. Met zʼn allen moesten we leren het doel in eerste instantie los te laten om er te komen. Inmiddels vindt er sinds mei 2012 om de zes weken een bijeenkomst op het Hoogeland plaats, iedere keer met 30-40 deelnemers. Op het moment van schrijven wordt de 7e editie gepland. Iedere keer vindt de avond op een andere locatie plaats: in een vernieuwd dorpshuis (Onderdendam), een opgeknapt oud-station (Ulrum), in een jeugdsociëteit (Baflo) en in een tijdelijk dorpshuis (Winsum). In het begin werden de bijeenkomsten nog door twee externe procesbegeleiders, Jan Hut en Heike Aiello begeleid. Maar overeenkomstig het motto van het project, ʻHoogeland aan zetʼ, zijn zij steeds meer op de achtergrond getreden en begeleiden nu de Hoogeland-bewoners zelf de bijeenkomsten. Sinds het afronden van het traject op 13 juni jl. nemen de bewoners ook het organiseren voor hun rekening. Wat is bijzonder aan de aanpak van Hoogeland aan zet? Niet een projectaanpak, maar procesregie staat bij Hoogeland aan zet voorop. Dit vraagt zowel van de opdrachtgever als ook van de begeleiders een andere focus. Als projectleider ben je gewend de kar te trekken, misschien wil je zelfs ʻscorenʼ, je bent tenslotte aangenomen als de drijvende kracht die een initiatief tot een vooraf afgesproken resultaat zal brengen. Procesregie kun je het beste beschrijven als ʻaandacht voor relatie en sfeerʼ. Je zorgt er als begeleider voor dat mogelijke obstakels in de ʻonzichtbareʼ onderste laag van de communicatie piramide (zie afbeelding) of zichtbaar worden, of het proces niet in de weg staan. Om een voorbeeld te geven: bij de bijeenkomst in Pieterburen kwamen er veel vragen over de zin en het doel van Hoogeland aan zet. De begeleiders hebben deze niet beantwoord, maar hebben deze vraag door gegeven aan de zaal: ʻWie wil hier iets op zeggen?ʼ Een deelnemer beschreef in eigen woorden wat zijn persoonlijke wens t.a.v. de bijeenkomsten was en ontving spontaan applaus. Zo creëren de deelnemers al pratend door het vertellen van verhalen en delen van persoonlijke wensen hun eigen doel.
6
Voorbeeld van een typische bijeenkomst van Hoogeland aan zet De bijeenkomst begint om 19.30 uur. Er staan tafels voor 6-8 personen, de koffie/thee staat klaar. De avond begint met het zichtbaar maken van de kennisstructuur: wie is er voor de 7e keer, 6e keer, ... 1e keer? Het opstellen van de deelnemers op een imaginaire plattegrond van het Hoogeland werkt ook goed: in een oogopslag wordt duidelijk wie wiens buur is. Er zijn iedere keer twee begeleiders die een korte inleiding geven over de aanleiding van de bijeenkomst (ʻtalent en kracht op het Hoogeland zichtbaar makenʼ). Vervolgens worden twee projecten in de spotlights gezet: de gastheer/-vrouw vertelt over de eigen locatie en er is ruimte voor het presenteren van een ander project. Vervolgens wordt er iedere keer met een andere werkvorm geëxperimenteerd, zoals de ʻWereld Cafe Methodeʼ of ʻElevator Pitchesʼ. Het doel van de werkvormen is altijd om in kleine groepen op een ontspannen manier zowel over het eigen project te vertellen als ook van de ʻwerkende ingrediëntenʼ van andere projecten te leren. Soms is er een centrale vraag, soms verschillen de vragen per tafel. De avond wordt afgesloten door een korte plenaire samenvatting per tafel; inzichten of open vragen worden gedeeld. Ondertussen wisselen de deelnemers naast informatie ook visitekaartjes uit. We sluiten de avond af met twee nieuwe vrijwilligers en het vastleggen van een nieuwe locatie voor de volgende keer. Wat is proces regie? Het begeleiden van processen is een ambacht, vinden Jan Hut en Heike Aiello. De initiële begeleiders van Hoogeland aan zet hebben elementen vanuit hun verschillende ervaringsachtergronden met procesregie in Hoogeland aan zet ingebracht. Onderstaand komen beiden aan het woord om hun zicht op procesregie toe te lichten. Procesregie volgens Heike Aiello Appreciative Inquiry (AI, oftewel ʻwaarderend bevragenʼ) is de rode draad in de manier waarop Heike Aiello (1971) processen begeleidt. “Een proces op basis van AI begint met het zoeken naar ʻwerkende ingrediëntenʼ. Door mensen bewust te maken van wat werkt, voelen zij weer de energie en de inspiratie die tot het succes van hun initiatief heeft bijgedragen. Door mensen hier Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
7
samen over te laten reflecteren doet men al, waarnaar men op zoek is: samenwerken, verhalen delen, elkaar inspireren. Onderzoek en de gewenste verandering verlopen zo simultaan. Door de aandacht op de ʻwerkendeʼ factoren te richten ontstaat vanzelf een positieve sfeer van vertrouwen en openheid. Dat zijn de voorwaarden voor een verbinding waar mensen ook hun wensen en dromen ten aanzien van de toekomst durven formuleren.” Een traditioneel AI proces kent vier fasen (zie afbeelding). 1.ʻverwoordenʼ: het onderzoeken van ʻwat werktʼ; 2. ʻverbeeldenʼ: wensen en ambities ten aanzien van de toekomst met elkaar delen en hier patronen of verschillen in ontdekken. In een 3e stap, het vernieuwen, (in dit proces nog niet gezet) wordt de kern van de gedeelde gedroomde toekomst vertaald naar een ontwerp, een design, waarmee men in de 4e fase, verwezenlijken, stapsgewijs experimenteert en zo ervaring opdoet en het design al doende steeds verder uitdraagt. De focus van AI als veranderaanpak ligt op gezamenlijkheid en dialoog, in tegenstelling tot diagnostisch veranderen, waar een expert- of projectgroep een analyse uitvoert en vervolgens advies uitbrengt en acties aanbeveelt. In het proces rond Hoogeland aan zet zijn de vijf principes van AI terug te herkennen: 1. Het positieve principe: Als je onderzoekt wat fout gaat, leer je niet automatisch hoe het beter zou kunnen. Als je echter onderzoekt waar de energie zit, kom je meer te weten over wat een groep tot leven brengt. Actieve, waarderende vragen motiveren, geven energie en brengen het beste in mensen naar boven. 2. Het ʻpoëtischeʼ principe: de vragen die we stellen bepalen wat we zullen vinden en ontdekken. Tevens is het nodig om mensen de ruimte te geven hun verhaal te vertellen. 3. Het sociaal-constructionistische principe: Mensen creëren hun eigen werkelijkheid. Door ze te ondersteunen anders naar zichzelf / hun initiatief of samenwerking te kijken, start de verandering al. 4. Het simultaneïteitsprincipe: je kunt bij een AI-aanpak de analyse en het veranderproces niet van elkaar scheiden. Het verzamelen van informatie is daarom geen ʻvoorfaseʼ, maar een belangrijk deel van de interventie. 5. Het anticipatoire principe: de manier waarop we onze toekomst beschrijven is een belangrijke bron van inspiratie. Mensen veranderen richting hun gewenst toekomstbeeld. Als je de individuele beelden met elkaar deelt en aanscherpt ontstaat er een collectieve toekomst. Voor meer informatie over AI zie http://appreciativeinquiry.case.edu/ of www.coreconnect.nl.
8
Afbeelding: de 4-D cyclus van een AI proces.
Lessons learned volgens Heike Aiello: • Een procesaanpak vraagt lef, loslaten, geduld van de begeleiders, de deelnemers en, vooral, van de opdrachtgever. • Focus op interventies op het niveau van relaties, sfeer en emoties. • Waak er als begeleider voor dat je niet zelf ʻscoortʼ en aandacht trekt, maar zet de deelnemers in het zonnetje, waardeer hun bijdrage. • Breng structuur in het proces aan: bewaak de tijd, merk op of er (nonverbaal) nog iemand iets wil zeggen, zorg voor duidelijke communicatie over het proces (niet de inhoud!). • Het proces lijkt op een vliegwiel: in het begin vraagt het meer energie van de (externe) begeleiders, stap voor stap zijn er mensen die op hun beurt het vliegwiel doen bewegen, totdat het momentum bereikt. Een ander metafoor is de ʻfluisterpostʼ. Het doel is om de deelnemers in staat te stellen om op basis van de aanleiding van het initiatief in hun eigen woorden en op hun eigen manier invulling eraan te geven. De begeleiders zorgen er slechts voor dat de ruis in de omgeving minimaal is, zodat de deelnemers de boodschap op hun eigen manier kunnen vertalen en doorontwikkelen. • Geduld en vertrouwen. Dit geldt zowel voor de begeleiders als ook de opdrachtgever. Het herkennen van primair stressgedrag, zoals terugvallen in bekend projectgedrag, het heft in eigen handen willen nemen, controle willen houden, of het proces willen aanjagen werken allemaal averechts. • Een waarderende houding. Focus op de kiemen die je ziet: alles wat aandacht krijgt groeit.
Procesregie volgens Jan Hut Jan Hut (1956) is zelfstandig ondernemer en beweegt zich op het terrein tussen techniek en maatschappij. Daarnaast is Jan voorzitter van de vereniging voor dorpsbelangen in Zevenhuizen. Hij was ambassadeur van dit dorp tijdens de verkiezing van het leukste dorp van Groningen. Die verkiezing werd op een bijzondere wijze gewonnen door Zevenhuizen. Jan gebruikt dit proces als voorbeeld om zijn zicht op procesregie te illustreren: “Een van de succesfacturen was dat er geen centrale regie was. De regie lag bij de bewoners. Er was niet één leider maar op verschillende themaʼs namen verschillende mensen het voortouw. Door de informatie open te delen ontstond er een inspirerende omgeving waar mensen uitgenodigd werden hun bijdrage te leveren. Er was geen formele organisatie of groep die de controle of regie had. Verder ontstonden er acties die direct bijdroegen tot het uiteindelijke doel: het verzamelen van stemmen voor de verkiezing van het leukste dorp. Maar heel veel initiatieven hadden een indirecte bijdrage. Het maken van een dorpslied, de videoclip, het leukste dorp-gebakje, de klompentocht, de wensdag voor ouderen. Het draaide om betrokkenheid en energie. Sommige acties leverden niets op, mislukten maar waren vaak aanleiding om het anders te doen.” Procesregie gaat dieper dan een methode of aanpak. Het gaat over de micro bewegingen rond een thema. Het gaat over bundeling van energie, betrokkenheid, openheid, stille werkers op de achtergrond. Vaak is het onzichtbaar voor het oog. De kleine prins beschrijft het treffend: It is only with the heart that one can see rightly; what is essential is invisible to the eye. Proces regisseurs zijn volgens Jan in staat met het hart te kijken. Lessons learned volgens Jan Hut:
• •
Laat een startend initiatief alleen op enthousiasme drijven; Stel het praten over geld zo lang mogelijk uit;
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
9
• • • • • • •
Maak alle informatie beschikbaar aan betrokkenen; Betrek zoveel mogelijk mensen die het “kunnen laten gebeuren”; Het verdienen van geld kan nooit de motivatie zijn; Kijk niet naar de resultaten van acties maar meer naar de intentie van mensen; Waardeer de stille werkers gepast, zet ze niet op een podium; Let op de mensen die luisteren zij kunnen het misschien niet goed verwoorden maar weten vaak als de beste hoe de verhoudingen liggen; Betrek mensen met ervaring, beter dan mensen met kennis.
Conclusie Procesregie is een verfrissende, moderne en duurzame ʻbottom-upʼ aanpak bij vraagstukken waar de bewoners in een regio zelf ʻaan zetʼ zijn. Het vraagt een andere begeleiding dan het traditionele projectmanagement. Een lastig vraagstuk bij procesregie blijft de evaluatie. Hoe meet je de meerwaarde van de bijeenkomsten? In het geval van Hoogeland aan zet is er een groep ondernemers bij elkaar gekomen... maar lag dit niet al lang in de lucht? Is dit echt aan deze specifieke interventie toe te wijzen? Het succes van procesregie wordt vaak pas op de lange termijn zichtbaar, soms zelfs lang nadat de begeleiders en de opdrachtgevers ʻafgehaaktʼ zijn en de betrokkenen hun eigen draai aan het vliegwiel geven. Er zijn ook succesvolle voorbeelden van procesregie in het zakenleven, zoals van Ricardo Semler, de CEO van Semco (zie Tegenlicht, 21 januari 2013 http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2013/januari/RicardoSemler.html).
College on regional development European rural areaʼs (CORDERA) De regio Hoogeland en de provincie Groningen participeren in dit Europese project middels de Leader Actiegroep Hoogeland. In dit Grundtvig project werken partners uit rurale regioʼs uit zes verschillende landen (Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Schotland, Polen en Finland) samen door kennis uit te wisselen rondom projecten en processen op het vlak van economie, toerisme, cultuur, infrastructuur en sociale cohesie. Doel van het project is volwassenen in de rurale regioʼs het gereedschap in handen te geven om hun doelen te realiseren en van elkaar te leren. Om dit te bereiken zullen de partners in driedaagse conferenties elkaar 1) informeren over gerealiseerde projecten in de eigen regio, 2) excursies naar deze projecten te ondernemen en 3) daarnaast thematische avonden voor inwoners te organiseren waarin deze projecten worden besproken. Tenslotte worden gedurende het jaar bijeenkomsten gehouden waarin de resultaten van de Europese ontmoetingen worden gepresenteerd en in samenhang met de ʻeigenʼ projecten worden besproken. De Hoogeland aan zet bijeenkomsten zijn hiervan een goed voorbeeld. De uitkomsten van onderhavig onderzoek zullen zoals gemeld ook worden verspreid onder de Europese partners. Hierdoor zullen op een natuurlijke wijze veel inwoners van de regio in aanraking komen met een andere ʻaanpakʼ en worden mensen nog meer uitgedaagd ʻde vonkʼ in de eigen regio niet te laten doven. Daarnaast is elke partner verantwoordelijk voor een specifieke taak. De LAG Hoogeland zal bijvoorbeeld de evaluatie voor haar rekening nemen en tevens op basis van de uitkomsten van het onderzoek en de reflectie daarop door de Europese partners haar bottom-up aanpak en procesregie verbeteren. Eerste stap in dit proces, dat zal duren tot juni 2014 zijn de resultaten uit de enquête, die inzicht kunnen geven in de zachte factoren.
10
Enquête De enquête Hoogeland aan zet had als doel om zicht te verkrijgen op de zachte factoren, die het tot stand komen van de gesubsidieerde LEADER initiatieven hebben bevorderd. Tevens wilden wij informatie over de gedeelde waarden en wensen van de bewoners t.a.v. het Hoogeland verzamelen. De enquête is uitgezet in juni 2012. Het perspectief dat ten grondslag lag aan de opzet, is afkomstig van de Appreciative Inquiry (AI), oftewel waarderend onderzoeken. Zoals de naam al zegt, gaat het bij AI vooral om het zoeken naar factoren die het succes van een initiatief hebben bevorderd, in plaats van het analyseren van problemen. De achterliggende overtuiging is dat stilstaan bij wat wel werkt veruit meer praktische informatie oplevert dan het analyseren van wat er niet werkte. Deze, wellicht ongewone, aanpak hebben wij gekozen omdat hij breed 2 onderzocht is (Cooperrider et. al. AI Handboek 2004 ), die wereldwijd o.a. voor vragen omtrent regio-ontwikkeling gebruikt wordt (voor voorbeelden zie bv. http://appreciativeinquiry.case.edu/). Na de vragen over demografische informatie en over de projectleden zijn wij de 4 fasen van Appreciative Inquiry gevolgd: 1. Verkennen: vragen naar positieve sleutelmomenten in het project (verkennen van de samenwerking bevorderende factoren) met als doel om zicht op de aanwezige krachten op te doen; 2. Verbeelden: vragen naar de kracht van/ de ʻdroomʼ voor het Hoogeland (verbeelden van de gewenste toekomst, breder trekken dan het eigen project). Door middel van vragen over de toekomst wilden we te weten komen of er in de beelden die bij de respondenten m.b.t. het Hoogeland leven enig overlap zit. Waardeert men dezelfde dingen aan het Hoogeland, of ziet iedereen het anders? Het doel achter deze series vragen was om zicht op mogelijke verbindende beelden en wensen voor de toekomst op te doen; 3. Veranderen: vragen naar concrete voorstellen hoe deze droom gerealiseerd zou kunnen worden (stappen in richting van de gedroomde toekomst zetten). Wat precies vindt men moet aangepakt worden? Waar zit de eigen energie? 4. Verankeren: de respondenten werd een keuzemenu aangeboden met mogelijke actieve rol voor een concrete activiteit: het vormgeven van de Dag van de Regio op 6/7 oktober (concrete aanleiding en actie). Afsluitend was er ruimte voor vragen en voor een persoonlijke reactie op de enquête zelf. De enquête bevatte in totaal 17 vragen, gedeeltelijk met subvragen, op zes paginaʼs, en werd uitgezet via het online programma Surveymonkey (www.surveymonkey.com). Navolgend een korte ʻquickscanʼ met informatie over de verkregen data.
2
Zie o.a.: dr. D. Cooperrider et. al.: AI Handbook (2e ed.), Berrett-Koehler Uitgevers, 2008, 454 p; en op http://appreciativeinquiry.case.edu/. “One of today's most popular change methods, Appreciative Inquiry (AI) has been used to undertake transformational initiatives in dozens of organizations, ranging from McDonald's to the U.S. Navy to Save the Children. The assumption of AI is simple. Every organization (or ʻregionʼ - red.) has something that works right - things that give it life when it is vital, effective, and successful. AI begins by identifying this positive core and connecting visions, plans, and structures to it in ways that heighten energy and inspire action for change.” (beschrijving van het AI Handboek op Amazon.com) Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
11
Quickscan •
De enquête werd verstuurd naar 252 geregistreerde ontvangers van LEADER subsidies, en werd ingevuld tussen 11 juni en 16 juli 2012.
•
Totaal aantal geretourneerde enquêtes: 64, in tien gevallen hebben meerdere personen een enquête over hetzelfde project ingevuld, in totaal zijn 52 unieke projecten geënquêteerd (n=52). Totaal aantal voltooide enquêtes van unieke projecten: 36 (dit is 69% van alle geretourneerde enquêtes).
•
In totaal staan er 252 geregistreerde projecten op de website van LEADER Hoogeland. Dit rapport analyseert dus n=52 = 21% van deze projecten. De 36 volledig ingevulde enquêtes, van in totaal 252, is 14.3% van het totaal.
•
36 projecten zijn aan een locatie toe te wijzen, omdat ze daar gerealiseerd zijn (bv. speeltuin, dorpshuis, optreden) en/of de initiatiefnemer daar gevestigd is (bv. buitengewoonleven.nu).
•
15 projecten hebben een Hoogeland-breed karakter. Dat wil zeggen dat het initiatief aan meer dan een geografische locatie en/of initiatiefnemer toe te wijzen is (bv. Waddenwandelen, men/ruiterpaden). 31 projecten zijn afgerond (per 1 okt. 2012), 23 projecten lopen nog.
•
Analyse-Methodiek De enquête ʻKracht en Samenwerking op het Hoogelandʼ werd online uitgezet, omdat er ook eerder succesvol via email/ internet met de initiatiefnemers gecommuniceerd werd. Uit de gegevens die we terug hebben ontvangen werden vervolgens per vraag steekwoorden verzameld. De steekwoorden hebben we letterlijk uit de antwoorden overgenomen. Deze woorden werden vervolgens gegroepeerd en beschreven. Op basis van die beschrijving kreeg elke categorie een naam die, volgens ons inzicht als onderzoekers, de steekwoorden het beste representeert. De herkenbaarheid van de categorieën is getoetst met een focusgroep, bestaande uit vier vrijwilligers - wel en niet ontvangers van LEADER subsidie - die op een oproep op de Hoogeland Facebook-pagina gereageerd hebben en mede-begeleider Jan Hut. Op 30 november 2012 is de groep bij elkaar gekomen, ook op de daarop volgende versie hebben zij opnieuw kunnen reageren. Hun feedback is in deze versie verwerkt. Onze analyse is gebaseerd op wat wij aan informatie van de respondenten terug hebben ontvangen, of online hebben kunnen vinden:
• •
252 LEADER projecten van 2008 t/m 2012: te vinden op www.leaderhoogeland.nl
•
De 36 volledig ingevulde enquêtes: antwoorden op alle 17 vragen (zie bijlage voor een overzicht van alle vragen).
De 52 deels ingevulde enquêtes: de verkregen informatie varieert tussen alleen het beantwoorden van de demografische informatie t/m het invullen van alle vragen min een.
Onze analyse zal hier en daar discussie oproepen, omdat wij niet voor alle projecten even veel informatie ter beschikking hadden. Graag nodigen wij de lezer uit de resultaten vanuit uw eigen kennis met een onderzoekend oog te beoordelen. Tevens kent de aanpak van het onderzoek de beperking, dat alleen onderzoek is gedaan onder deelnemers/vrijwilligers van projecten die in aanmerking gekomen zijn voor financiële ondersteuning. Het is daarom niet expliciet inzichtelijk geworden, welke spin off er buiten de projecten zichtbaar is geworden. Ook moeten wij kritisch zijn met betrekking tot de mogelijkheid dat sociaal wenselijke antwoorden zijn gegeven (donʼt bite the hand that feeds you). 12
De analyse is gestructureerd volgens vijf invalshoeken: 1. 2. 3. 4. 5.
Analyse van de projecten zelf (Welk soort project? Lokaal of regionaal?) De mensen achter de projecten. Succesvolle elementen, en succescompetenties voor het (bege)leiden van projecten Het Hoogeland in de ogen van de bewoners. De kracht van het dorp relateren aan de ontwikkeling van het Hoogeland
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
13
Analyse A. Overzicht van de projecten Door middel van een gestructureerde analyse hebben wij de antwoorden van de 36 volledig ingevulde enquêtes eerst gecategoriseerd. Deze indeling hebben wij voorgelegd aan de eerder genoemde focusgroep en deze op basis van hun input aangepast. Veel projecten kunnen wel in twee of meerdere categorieën geplaatst worden, dat maakte het categoriseren lastig. In vrijwel alle projecten is b.v. ʻverbindenʼ aan de orde, daarom hebben wij van verbinden geen aparte categorie gemaakt. Bij de indeling hebben we ons laten leiden door twee vragen: 1. Waar ging het de initiatiefnemers in eerste instantie om (volgens de project beschrijving)? 2. Waarin ligt het uiteindelijke succes, wat lijkt ons juist krachtig aan dit project ten opzichte van andere projecten? Om een voorbeeld te geven: Bij het Quiltfestival in de gemeente Eemsmond gaat het om cultuur (quilt-kunst), toerisme en economie. Tevens is dit project erin geslaagd om mensen en locaties met elkaar te verbinden: de tentoonstelling was verspreid over 14 kerken, 3 molens, 3 dorpshuizen, `t Schathoes bij Menkemaborg en het openluchtmuseum Het Hoogeland Warffum. Na bespreking vonden de leden van de focusgroep dat dit project een geslaagd voorbeeld is in de categorie ʻtoerismeʼ: het festival was vooral een grote bezoekerstrekker. Hier volgt een korte beschrijving en verantwoording van de gedefinieerde categorieën:
Deze categorie omvat alle projecten die volgens de beschrijving een expliciete focus op het verwerven van inkomsten en/of het aanzwengelen van de economie op het Hoogeland hebben. Iemand die een project met deze focus wil starten kan bij de initiatiefnemers van deze projecten terecht, zij hebben hier (volgens onze inschatting) ervaring mee opgedaan. Projecten, waar het commerciële aspect door de initiatiefnemers of niet expliciet genoemd, of als bijkomend effect gezien wordt, vallen dus niet in deze categorie. Steekwoorden: MKB, economie, in de markt zetten, promotie, stimuleren, financiële en strategische hulp, nieuwe onderscheidende diensten ontwikkelen, proeverij.
De projecten in deze categorie hebben een expliciete focus op het aantrekken van toeristen naar de Hoogeland-regio. Steekwoord: toerisme.
Projecten in deze categorie zijn of georganiseerd als voorstelling of festival, of geven een cultureel impuls aan de regio/ het dorp. In de aanloop ernaar toe is intensief samengewerkt met uiteenlopende partijen. Verbinden is dus een centraal leerpunt in alle projecten in deze categorie. Steekwoorden: muziektheater, tentoonstelling, dansavonden, festival, filmhuis, filmverslag en fotoʼs, boek.
14
Projecten in deze categorie hebben als hoofdthema het bouwen en/of revitaliseren van infrastructuur, cultuurhistorie en/of natuur. Hieronder vallen het realiseren, behoudt of revitalisatie van bijvoorbeeld speeltuinen, dorpsommetjes, bosranden, dorpspleinen en kerken, maar ook het realiseren van digitale infrastructuur (zoals websites). Steekwoorden: revitaliseren, vergroening, omvorming, herstel, aanbouw, verwijderen en plaatsen, oude traditie in ere herstellen, behouden en ontwikkelen van cultuur en cultureel erfgoed, digitaal, opzet website.
Hierbij gaat het om projecten die expliciet met de bouw of de renovatie van een dorpshuis/ centrum met dorpshuiskarakter en of het opzetten van een vereniging te maken hebben. Hoewel deze categorie een groot overlap toont met een of meerdere van de bovengenoemde categorieën, vonden wij dit een dusdanig grote subgroep dat wij ervoor gekozen hebben om er een eigen categorie van te maken. Steekwoorden: dorpshuis OF activiteitencentrum EN revitaliseren, (ver-) bouwen, modificeren, opknapbeurt, gemeenschappelijke ruimte, aanbouw, verbetering, in contact brengen, eenzaamheid terugdringen.
Gedetailleerd overzicht van de projecten die in de enquête genoemd werden, per categorie.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Streekproducten...uut Grunnen (Hoogeland-breed) Mkb-going (Hoogeland-breed) Coöperatie Noord-Groningen Proeverij (H)eerlijk Hoogeland, Kloosterburen Van precisielandbouw naar beslissingsondersteunende techniek (Hoogeland-breed) Realiseren Sloepen (loods) d.m.v. leer-werktrajecten, Zoutkamp Boeren, Burgers, Buitenlui (samenwerkingsverband van acht agrarische natuurverenigingen o.a. gericht op public relations)
9. 10. 11. 12. 13.
Hoogeland op de Kaart (Hoogeland-breed) Blik op Uithuizermeeden Waddenwandelen, meerdere locaties Dag van de Regio (Hoogeland-breed) Damespad Groningen, Loppersum Men - en ruiterpaden (Hoogeland-breed, 8 routes)
14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Stichting Quiltfestival, Gem. Eemsmond Opzetten filmhuis, Usqert Ouderen in beeld, Gem. Eemsmond De nacht van Electra, Oldehove Midzomernacht, Helwerd Hardtslag, Zeerijp De vliegende Hollander, Appingedam Gastendag APB 2012, Bedum Buitengewoonleven.nu , Zandeweer Monumentaal Usquert Podium voor ontmoetingen, Winsum Trek, Louwersmeer
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
15
26. 27. 28. 29.
Collectie Mader Lauwersland, Zuidhoorn Tuinen op Pootjes Warffum Boek: een pluim voor riet (Hoogeland-breed) Concert i.v.m. 45 jaar vrouwenkoor Sola Gratia, Uithuizermeeden
30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45.
Website: www.hoogelandinbeeld.nl, Zoutkamp Website www.regiohoogeland.nl (Hoogeland-breed) Website met verenigingen, Adorp Dorpsplein, Wirdum B(l)oeiende bosranden, vijf locaties op het Hoogeland Molenbiotoop, Zuurdijk Kerken in het Groen Noord Groningen, circa tien locaties op het Hoogeland Verbreding functie kerk - keuken/toilet, Termunten Renovatie/herinrichting speeltuin Priegeltoen, Spijk Aanleggen, ontsluiten dorpsommetjes in Groningen Project 2034, Ulrum Herinrichting speeltuin, Oosterwijtwerd Project Sint Jan, Kloosterburen Tweede klok in de toren Zuidwolde Realiseren van een scholbuurtplein cbs de Fontein, Ten Boer Nieuwbouw sportgebouwen, Uithuizermeeden
46. 47. 48. 49. 50. 51. 52.
Dorpshuis, Pieterburen Revitalisatie Dorpshuis, Weersterheem Renovatie Dorpshuis, Warfhuizen Project Agricola, Baflo Modificatie dorpshuis, Den Andel ScepU Oprichting jeugdschaakclub, Usquert Sint Jansmarkt, Kloosterburen
B. De mensen achter de projecten Om beter zicht te krijgen op wie nu eigenlijk de mensen achter de projecten zijn, hebben we aan de respondenten gevraagd om voor de vier meest betrokken groepsleden aan te geven of deze m/v zijn, hoe lang ze al in het dorp wonen, wat voor werk ze doen en waar dat werk is. Door deze vraag wilden wij achterhalen of de mensen die actief zijn in projecten eerder op het dorp gericht zijn, of eerder naar buiten. Zijn het de ʻoude Hoogelandersʼ of juist de ʻnieuwe bewonersʻ die actief zijn? Zijn het de ondernemers of de huismoeders? Is er een groep over- of ondervertegenwoordigd? Er mocht aangegeven worden wie welke functie in het project bekleedde, waaronder Voorzitter, Coördinator, Penningmeester, Fondsenwerver en Vrijwilliger. Tevens werd er gevraagd naar de kracht van de persoon. In totaal kregen wij data over 58 vrouwelijke vrijwilligers en 63 mannelijke vrijwilligers teruggekoppeld. In totaal gaat het dus om 121 rollen, waarvan dezelfde persoon soms twee of meerdere rollen op zich neemt (voorzitter en fondsenwerver bijvoorbeeld). Er is een goede balans tussen mannen en vrouwen in de projecten, hoewel er meer mannen als voorzitters en coördinatoren meegewerkt hebben en meer vrouwen als vrijwilligers (zie bijlage 2). 49 personen wonen 20 jaar en langer (t/m het hele leven) in het dorp waar het project uitgedacht/ uitgevoerd werd. Dit is de grootste groep. Gevolgd van de actieven die tussen de 10 en 19 jaar in het dorp wonen: 27 personen. 16 personen wonen tussen de vijf en negen jaar op 16
het dorp, slechts twee vrijwilligers korter dan 5 jaar. Daarentegen waren er 14 betrokkenen die niet in het dorp wonen waar het project plaats heeft gevonden. 6x werd ʻnvtʼ aangegeven. Wellicht, omdat er maar een of twee personen betrokken waren en wij in de enquête naar vier personen vroegen. 7x werd er of geen antwoord gegeven, of ingevuld dat het ʻonbekendʼ was waar de persoon woonde. (NB: Een enkele keer is een persoon twee keer genoemd, omdat zij bij twee projecten betrokken was. Deze persoon is maar een keer meegeteld.) Het betaalde werk dat de betrokkenen uitoefenen is zeer uiteenlopend. Het merendeel van de genoemde personen had of heeft werk dat als eigenverantwoordelijk en actief beschreven kan worden. Een aantal is met pensioen (7x genoemd). Het merendeel lijkt zeer mobiel en werkt niet alleen in het dorp, maar in de regio, de Noordelijke Provincies, stad Groningen, Assen, Drachten en/of in heel Nederland. Onderstaand een overzicht van beroepen van betrokken vrijwilligers op het Hoogeland:
Beroepen van vrijwilligers op het Hoogeland Acupuncturist Administratief/ huisvrouw Advies, Consulting, coaching (4x) Adviseur/landbouw-ketens Antiquariaat Assuranties en Finance B&b eigenaar Bank medewerker Belastingdienst (2x) Bestuurslid Boekhandelaar/organisator Boekverkoper Boer Communicatiedeskundige Controleur VWA Coördinatie boten Coördinatie koor Creatief therapeut Dirigent Docent (2x) Educatieve ondersteuning Eigen bedrijf, bezoekerstuin Eigen boerenbedrijf, B&B Eigenaar bedrijf Financieel Freelance/ ZZPʼer (3x) Geen (4x) Geestelijke gezondheidszorg Gepensioneerd/Vutter (7x)
Grafische industrie Humanistisch raadsvrouw Ict (-beheerder) (3x) Invullen subsidies Kantoor Klusgericht Kunstenaar (2x) Makelaar Manager (2x) Meldkamer politie/campinghoudster Metaalarbeid Monteur Ondernemer (2x) Onderwijs (3x) Ouderenzorg/ verzorging (2x) Overheid Personeelswerk Postbesteller Praktijkondersteuner HA zorg Projectleider Promotor duurzame vis Reisbureau Sociale woningbouw Stimuleren creativiteit jongeren (2x m/v) Stoffeerder Techniek Veehouder (2x) Webmaster/boekhandelaar
Conclusie Opvallend is de diversiteit van beroepen van de betrokken vrijwilligers. Het valt tevens op dat een groot aantal respondenten ʻgeboren en getogenʼ is in het dorp waarin het project plaats vindt. Tevens staan verhoudingsgewijs veel personen aan het einde van hun carrière/ zijn met pensioen. Meer dan de helft van de betrokken personen woont 20 jaar of langer in het dorp waarin zij actief zijn. Er werden slechts aan enkele actievelingen gerefereerd die ʻnieuwʼ in het dorp zijn en expliciet bij een project betrokken zijn. Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
17
Dit roept de vraag op of de ʻjongeʼ bewoners geen interesse hebben om betrokken te raken, zij niet bij de Provincie op het netvlies zijn en daarom de email niet ontvangen hebben, de enquete wel ontvangen maar niet ingevuld hebben, of er bovengemiddeld veel ʻoudere autochtoneʼ bewoners bij trajecten die LEADER-subsidie ontvangen, betrokken zijn. Interessant is dat onze conclusie aansluit bij het onderzoek van het CAP van 31 augustus 2012 (door Jan Dirk Gardenier, Hare van Rijn en Marije Nanninga) over Sociale Vitaliteit in NoordGroningen. Zij concluderen dat nieuwkomers weliswaar een grote rol spelen bij vernieuwende sociale vitaliteit: “Nieuwkomers blijken vaker de aanjagers te zijn van initiatieven, en vertonen dus vernieuwende sociale vitaliteit, waar autochtone bewoners vervolgens bij aanhaken.” Als het echter gaat om verbindende sociale vitaliteit scoren de autochtone bewoners hoger” (p. 17). Wat in ons onderzoek ook opviel is dat vrijwilligers vaak meerdere rollen in een project vervullen. De voorzitter is ook penningmeester, de uitvoerende vrijwilliger is tevens ook fondsenwerver (zie bijlage 2). Dit roept een beeld op van een familiaire aanpak: gewoon doen, de schouders eronder zetten. De vraag is: willen deze initiatiefnemers niet meer mensen betrekken, zijn er niet voldoende geïnteresseerden, of ontbreekt het aan vaardigheden om een groter project op te zetten? Wat is er dus nodig om de rollen te verspreiden en zo de betrokkenheid te verhogen? Deze vraag willen wij aan een van de volgende bijeenkomsten van Hoogeland aan zet aan de bewoners voorleggen.
C. Succesfactoren voor het (bege)leiden van projecten In dit hoofdstuk analyseren wij vijf subvragen uit de enquête die allemaal gerelateerd zijn aan positieve sleutelmomenten: a. b. c. d. e. f.
Wat was het moment en hoe staat die in relatie tot uw project? Wat was uw specifieke rol binnen het project? Welke krachten/kwaliteiten heeft u ingezet, waardoor dit moment kon ontstaan? Wat deden anderen waardoor het een krachtig moment werd? Hoe werd er samengewerkt? Wat was de sleutel tot het succes?
Door middel van deze vragen wilden wij te weten komen waar de energie voor het doorgaan met de projecten zat en of er een patroon in de krachten/ talenten van de betrokken mensen te ontdekken is. Onderstaand een analyse van de elementen die door de respondenten als bevorderlijk bij het realiseren van een project gezien werden, onderverdeeld in: a.
een overzicht van elementen, waarvan de respondenten vonden dat deze hebben bijgedragen aan het succes van het project (subvragen a,e,f)
en b.
een overzicht van competenties die de respondenten bevorderlijk vonden bij het leiden van projecten (subvragen b,c,d).
Geïnspireerd door Appreciative Inquiry, waarbij de onderzoeksfocus uitgaat naar versterkende factoren, in plaats van naar hetgeen wat niet werkt, hebben wij naar positieve sleutelmomenten in de projecten gevraagd. Voor zover mogelijk hebben we echter het woord ʻsuccesʼ vermeden, 3 dit bleek niet aan te sluiten bij de belevingswereld van de respondent . 3
Ons bereikte na de eerste bijeenkomst van Hoogeland aan Zet in juni 2012 volgende email van een van de deelnemers: 18
In totaal werden er 45 sleutelmomenten binnen 25 unieke projecten genoemd. Veel van deze momenten gaan over een ʻkippenvelmomentʼ. Vaak was dit een officiële opening, het moment waarop het project praktisch werd, ʻgetoondʼ of ʻonthuldʼ werd en het publiek van de inzet kwam genieten, of er openlijk waardering voor de inzet van de bewoners uitgesproken werd. Soms was het sleutelmoment echter een intiem moment, waar juist de binding onderling gevoeld wordt, waar er echt contact tussen de betrokkenen was. Reflecteren op waar de kracht zit bleek voor veel respondenten ongewoon, dat kregen we ook als reactie op de enquête terug (ʻdit is wat vaagʼ). Tegelijk heeft deze manier van vragen mooie verhalen en voorbeelden opgeleverd, waarin de energie en sfeer terugkomen die tijdens de projecten gevoeld werd. In een alleen kwantitatieve enquête was dit veel minder naar voren gekomen. Ter illustratie twee voorbeelden van ʻkippenvelmomentenʼ: “Arnold Veeman op de voorkant van het eerste boekje Genieten van Marketing Groningen, waardoor het een hele andere uitstraling kreeg en liet zien dat we in Groningen niet alleen maar ʻoudereʼ interessante mensen hebben maar dat we hier net zo rijk en veelkleurig zijn als in andere delen van het land.” Bij het opknappen van het dorpsplein in Wirdum was er een “enorme bereidheid tot deelname aan de diverse plant- en snoeidagen” Mensen hebben “belangeloos meegewerkt en eensgezindheid laten blijken”. Het besef “daadwerkelijk met behulp van de gemeente lang gekoesterde wensen te kunnen realiseren” gaf energie.
ad a) Elementen, die hebben bijgedragen aan het succes van het project Onderstaand een overzicht van elementen, waarvan de respondenten vonden dat deze hebben bijgedragen aan het succes van hun project. In de onderstaande analyse hebben wij de letterlijke kernwoorden uit de reacties geclusterd en vervolgens hieruit categorieën gedefinieerd. I. Samenwerken: in de zin van teamgeest, netwerk, collectief, warme sfeer, groepsgevoel Deze categorie vonden wij het meest duidelijk, mede door het groot aantal reacties dat over ʻsamenwerkenʼ als succesfactor ging. Het beeld dat op basis van de steekwoorden ontstaat schetst een warme, persoonlijke manier van samenwerken, kleinschalig, informeel en gezellig. Het groepsgevoel - deel uitmaken van een groter geheel - lijkt een centrale rol in het slagen van een project te spelen. Binnen deze categorie was het woord ʻenthousiasmeʼ een van de meest genoemde termen. De indruk wordt gewekt dat deze manier van samenwerken bijzonder goed op het Hoogeland werkt: kleinschalig met een sterk ʻwij-gevoelʼ. Steekwoorden: samen, team, meehelpen, een persoon kan niets met elkaar kunnen we alles, het netwerk van contacten, netwerken, uitwisselingen tussen de verschillende deelnemers, “Ik zit al langer na te denken waarom er in Groningen zo moeizaam wordt samengewerkt tussen mensen en er zo weinig ontwikkeling is. [...] Om iets te begrijpen van mijn generatie en de valkuilen die ontwikkeling hier tegen houden kan ik het beste naar mijzelf en de mensen in mijn dorp kijken. Wij zijn opgevoed door de mensen die als kind in de oorlog zaten. Als ik drie dingen opnoem die mij het eerste te binnen schieten van mijn jeugd zijn het: • bescheidenheid als deugd (doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg) • onafhankelijkheid ( je moet je eigen broek ophouden) • vrijheid ( afkeer van leiderschap en regeltjes die je opgelegd krijgt van een ander) [...] Vanwege je bescheidenheid wil je geen parel zijn en ook geen parel gecreëerd hebben. Hoezo talenten, wat je doet of gedaan hebt is vooral heel gewoon, sterker nog, je hebt het gevoel dat je veel beter had gekund/ zou kunnen. Trots zijn op wat je bereikt met behulp van subsidies is er niet bij. Ik als ondernemer ervaar het eerder als een zwakte dat je iets niet met eigen geld voor elkaar krijgt, vervelend dat je je hand op moet houden en ergens om moet vragen. Ze zouden eens nee kunnen zeggen, bah! (Natuurlijk) Leiderschap is een vies woord, je associeert het met Hitler, Wilders etc, daar wil je niet bij horen.” Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
19
meedoen, de groep groeide naar elkaar, teamgeest, het belang inzien van vernieuwing en samenwerking zien als een middel dat daar toe leidt, gezellig, samen genieten van het eten, gezelligheid, enthousiasme (6x), samenzijn, betrokkenheid, eensgezindheid, met zijn allen de schouders eronder, interactie, een gedeelde belangstelling, wat zich als een olievlek verspreide, we hebben 2,5 jaar samen geklust: mooie ervaring, plezierig, als een eenheid, samen sterk met elkaar, kleinschalig en gezellig, met grote vreugde. Voorbeeld: De ʻimmense betrokkenheid van het hele dorpʼ was kenmerkend voor de revitalisatie van het dorpshuis xx. ʻDit blijkt wel uit de vele vrijwilligers die hebben meegeholpen en de grote opkomst bij de heropening. Meer dan 300 bewoners hebben deze bezocht. Iedereen heeft gedaan waar hij/zij goed in is. Een persoon kan niets, met elkaar kunnen we alles. Opmerkelijk was ʻhet enthousiasme wat zich als een olievlek verspreide en de prachtige, bijzondere acties die op touw werden gezet.ʼ
II. Het project openstellen voor participatie: mensen de ruimte geven om hun kracht/ervaring in te zetten, te mogen leren Deze categorie lijkt in eerste instantie enigszins op de vorige. Het verschil is echter de focus op het openstellen van het project en het betrekken van mensen en hun talenten. Het vermogen om individuele belangen te verbinden tot een gezamenlijk doel. Ons vermoeden is dat het warme gevoel van de bovenstaande categorie een gevolg is van deze belangrijke stap. Deze categorie gaat over de kunst van het activeren van een netwerk, over mensen een rol geven en laten participeren, over oog hebben voor en aanwakkeren van talenten. Steekwoorden: Iedereen heeft gedaan waar hij/zij goed in is, gebruik maken van elkaars ervaring en kracht, ondernemers zijn verantwoordelijk voor de bijeenkomst aan zich, ervaring opdoen, zichzelf zijn, taken verdelen, ieder zijn rol, meedoen, brainstormen over locatie - vorm activiteiten, de deelnemers waren volhardend en trekkers van het idee (het was hun droom), betrokkenheid, de kans zien en pakken, aansluiten en het idee omarmen. Voorbeeld: “Bij het project zijn nog een groot aantal ondernemers (> 40) betrokken, die dit vanuit hun eigen bedrijfsbelang doen, maar in het algemeen heel goed in staat zijn om ook het regiobelang hier in mee te nemen.” Het sleutel tot succes: “ondernemers waren volhardend en trekkers van het idee (het was hun droom)”. III. Strategie van de kleine stappen: kleine successen zichtbaar maken, het doel voor ogen houden “Wie het kleine niet eert...” zou een passende subtitel van deze categorie zijn. Het belang van het zetten, zichtbaar maken en vieren van kleine stappen lijkt een belangrijk element van succesvolle projecten. Het creëren van kleine momenten waarin het project ʻechtʼ wordt lijkt veel energie op te leveren, zoals bijvoorbeeld op tijd de toekomstige gebruikers van een pand uitnodigen. Een ander aspect van deze categorie is ook de lange adem, het geduldig aaneenrijgen van kleine stappen waarin eerst ervaring opgedaan werd zodat vervolgens stappen richting de projectrealisatie gezet kunnen worden. Een daarmee stopt het niet; bij succesvolle projecten wordt er ook al over de daarop volgende ʻkleine stappenʼ gesproken, zoals bijvoorbeeld :“we hopen nu op een eigen plek voor deze tentoonstelling en later mogelijk andere kunstenaars uit xx.” Steekwoorden: bijeenkomst met (toekomstige) gebruikers, rondleiding door het gebouw, het zien van hoe de mensen zelf ervaren dat hun project of bezigheden zichtbaar zijn voor een groter publiek, overzichtelijk, hou het doel voor ogen; voordat alles begon ervaring met schaaktraining opgedaan op basisschool Hoogeland, dan ʻhoe kunnen wij dit verder ontwikkelen?ʼ; het unieke moment, het plaatsen van films op de website, waardoor mensen en initiatieven gevolgd konden worden, we hopen op een eigen plek voor een tentoonstelling en later mogelijk andere kunstenaars; opening van informatiecafe xx. 20
Voorbeeld: “Xx groeit eigenlijk vanuit sleutelmomenten; het ene lokt het andere uit en daardoor krijgt het project ook z´n kracht.”
IV. Structuur/ manier van samenwerken afspreken en je eraan houden, helderheid Projectafspraken zijn niet alleen belangrijk in zakelijke projecten, maar de antwoorden laten zien dat dit ook als een cruciaal - zelfs prettig - aspect voor het slagen van projecten met vrijwilligers gezien wordt. Helderheid in de communicatie, het afspreken van een overlegstructuur, een projectmatige aanpak werden in bijna alle succesvolle projecten expliciet genoemd als sleutel tot succes. Steekwoorden (en tevens voorbeelden): handelen volgens gemaakte afspraken en actieplan(lijst), bereidheid optimaal mee te werken, attent zijn, het plan financieel haalbaar maken, een gedeelde belangstelling, conflictjes werden meteen opgelost/uitgepraat, in korte krachtige bijeenkomsten, interactief zijn, allerlei ideeën verzameld voor wat er allemaal kan en mogelijk is en wat daar voor nodig is, regelmatig overleg, intensief, informeel, lijst opgesteld: taken verdeeld, tijdsplan en communicatie; via dagelijkse leiding (elke week), het dorpsoverleg (elke maand) en via de werkgroepen, er werden agenda punten aangedragen en actiepunten verdeeld, door taakstelling en delegeren, constructief, het idee werd overgenomen, weinig afspraken: los en doen wat er gedaan moet worden, projectmatig.
Conclusie Wat in deze vier categorieën opvalt is de precieze verdeling tussen ʻsoft skillsʼ aan de ene kant, zoals motiveren, mensen betrekken, sfeer creëren. Aan de andere kant zijn er de ʻharde skillsʼ, zoals een degelijke projectaanpak in kleine stappen met heldere communicatie en een gestructureerde manier van overleggen. Deze informatie kan helpen om focus aan het toekomstige aanbod van training en ondersteuning vanuit bv. de provincie aan te brengen. Het kan ook een toetssteen voor het verlenen van subsidie zijn: zijn deze elementen in voldoende mate aanwezig in de projectaanpak van de aanvrager?
ad b) Succescompetenties voor het (bege)leiden van projecten We hebben ook een overzicht van competenties opgesteld die de respondenten bevorderlijk vonden bij het leiden van projecten (ad b). Hierbij hebben wij aan de respondenten gevraagd wat zij vinden wat zij zelf hebben gedaan wat een belangrijke bijdrage had aan het succes van het initiatief. Tevens vroegen wij wat anderen deden wat het project tot een succes maakte. Op basis van de antwoorden hebben wij de volgende categorieën gedefinieerd. Het is als het ware een soort competentieoverzicht voor het leiden van sterke projecten. I. Samenbindend leiderschap Net als ʻsamenwerkenʼ in het vorige katern is het creëren van gezamenlijkheid het meest genoemde aspect bij deze vraag. Wij hebben dit ʻsamenbindend leiderschapʼ genoemd, omdat de respondenten er blijkbaar in geslaagd zijn om een team te vormen, mensen te verbinden, de samenwerking op gang te brengen. Hiermee bedoelen wij niet de vaardigheden als projectleider, maar meer een houding als inspirator en facilitator die mensen motiveert en aan het initiatief bindt. Steekwoorden: gezamenlijkheid creëren en mensen aanspreken op hun competenties, samenwerkingsbereidheid, vooral om er samen voor te blijven gaan, team vormen, andere mensen motiveren om mee te doen, contact maken, samenbinden, mijn kracht tot verbinden, Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
21
binding/netwerken vrijwilligers het gevoel geven dat zij het verschil maken, samenwerking tot stand brengen en verder brengen, de kracht tot verbinden, gastvrijheid en servicegericht zijn. Een ander succes gunnen en de ander niet afbranden als er iets mis gaat, empathie.
II. Doorzetten, de vonk erin houden Doorzettingsvermogen was een van de meest genoemde woorden in deze categorie. Een lange adem, vasthoudendheid, geduld, een resultaatgerichte houding en de moed erin blijven houden zijn volgens de respondenten belangrijke competenties om een project naar een succesvolle afronding te begeleiden. Maar verrassend vaak werden er ook blijmoedigheid, charme en enthousiasme bij de krachten genoemd. Steekwoorden: optimisme, vasthouden aan het uiteindelijke doel, geïnspireerd blijven, motiveren, enthousiasmeren (6x), doorzettingsvermogen (6x), daadkracht, actiegerichtheid, energie en het zien van mogelijkheden, dankbaar zijn dat het mag, bijdragen in organisatie, positieve energie van organisatoren, doel voor ogen houden, wat er ook gebeurt, handig, charmant, blijmoedig, vergevingsgezind.
III. Netwerken, de context kennen Deze categorie onderscheid zich van samenbindend leiderschap door de nadruk op netwerken en kennis hebben van de context: het slim mobiliseren van (financiële) middelen, het onderhouden en inzetten van contacten. Weten waar wat waar te halen/brengen is en je weg door de diverse overheidsinstanties weten te vinden. Steekwoorden: contacten met allerlei mensen die het proces positief kunnen beïnvloeden, relatienetwerk, Zoveel mogelijk kanalen aangeboord, contacten binnen akkerbouwsector in Noord-Nederland, contacten bij provinciale overheden, goed overleg met diverse instanties/partijen, deskundigheid mobiliseren, toegang tot financiële middelen, verbindingen coördineren en uitlichten van onderwerpen en initiatieven, werkervaring die ik eerder in deze regio het opgedaan, kennis van het gebied, ervaring, fondsenwerving.
IV. Overzicht houden/organisatievermogen Naast netwerken is het volgens de respondenten bevorderlijk als de initiatiefnemers projectmatig kunnen werken en structuur in een project kunnen aanbrengen. Steekwoorden: organiseren, organisatietalent, project op een goed manier voorbereiden en inbrengen, conceptontwikkeling, bijeenkomsten organiseren, visieontwikkeling begeleiden, onderzoek naar haalbaarheid, inschattingsvermogen wat er mogelijk en haalbaar was
V. Communicatie Het vermogen om helder te communiceren wordt door een groot aantal respondenten als een belangrijk onderdeel van het slagen van een initiatief gezien. Dit betekent niet alleen actief communiceren, maar ook actief luisteren. Dit zou ook een onderdeel van ʻsamenbinden leiderschapʼ kunnen zijn, maar omdat ʻcommunicatieʼ zo vaak expliciet genoemd werd en verder gaat dan alleen het leiden van projecten leek ons een aparte categorie belangrijk. Steekwoorden: communicatie, informeren, betrekken en gedachten vorming van allen kanaliseren, kennis overdragen, luisteren en actie ondernemen op de juiste momenten, goed luisteren, taalvaardigheid (brieven opstellen).
VI. Visie 22
Om te kunnen volhouden is het begrijpelijk dat de initiatiefnemer zelf een duidelijke visie heeft en dit plaatje weet te communiceren: “Als je een schip wil bouwen, roep dan geen mannen bij elkaar om hout te verzamelen, het werk te verdelen en orders te geven. In plaats daarvan, leer ze verlangen naar de enorme eindeloze zee.” zei Antoine de Saint-Exupéry. Maar dit lijkt ook de manier te zijn om mensen op het Hoogeland in beweging te brengen. Steekwoorden: idee-ontwikkeling, creativiteit, intuïtie, mogelijkheden zien, gemeenschappelijk doel weten te benoemen.
VII. Praktisch, vakmanschap Uiteindelijk helpt het als er mensen met verstand van zaken en expertise bij een project betrokken zijn. Steekwoorden: cijfermatig, precies, zelfstandig werken, deskundig, creatief, actiegericht, voorlichting, vakmanschap, PR, administratie.
Conclusie Hoe uiteenlopend de genoemde projecten ook zijn, er worden telkens een zevental eigenschappen genoemd die de respondenten vooral aan de projectleider(s) gewaardeerd hebben. Deze eigenschappen werden meer of min onbewust ingezet. In de toekomst kan nu bewust hierop ingespeeld worden. Hierbij hoeven deze eigenschappen of vaardigheden niet per se in een persoon verenigd zijn, maar zou het kunnen helpen om zich als project team bewust te zijn, of deze elementen voldoende in het team aanwezig zijn.
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
23
D. Het Hoogeland in de ogen van de bewoners “Het Hoogeland. Een stil avontuur..... kracht is de authenticiteit, de stilte en de donkerte. Dat is het landschap, maar wat het verder bijzonder maakt zijn de mensen die er wonen in de prachtige wierdedorpen. Het valt me iedere keer weer op hoeveel mensen zich belangeloos inzetten, bijvoorbeeld voor het behoud van een molen of het organiseren van een leuk evenement!” Met volgende vier vragen wilden wij de blik wijder trekken dan alleen het eigen project. • Wat is voor u de kracht van het Hoogeland? • Hoe ziet het ʻidealeʼ Hoogeland er voor u uit? • Wat is voor uw gevoel de kracht van uw dorp? • Hoe zou die kracht kunnen bijdragen aan de kracht van het Hoogeland? Wij begonnen met een vraag over wat men in het heden aan de regio waardeert. De anders zo nuchtere respondenten gaven op deze vraag bijna lyrische antwoorden. De passie en verbondenheid met de regio worden duidelijk. De antwoorden spreken voor zich, bij het lezen ontstaat een beeld van ruimte, stilte, ʻechteʼ mensen... Het lied van Ede Staal “Dat is mien laand, mien Hogelaand...” lijkt op de achtergrond mee te klinken. Wij vinden het bijzonder hoe congruent dit beeld, ondanks de diversiteit van de dorpen in de verschillende beschrijvingen is:
-
Natuur, cultuur en aandacht voor elkaar en de eigen leefomgeving
-
De nuchterheid in een prachtige omgeving
Wijds, rustig, ontspannen Ieder dorp heeft haar eigen kracht. Het behoud van de eigen cultuur De omgeving van betrokken mensen die iets maken van dit gebied en mogelijkheden zien samenwerking, betrokkenheid Innovativiteit, kunstenaarschap, doorzettingsvermogen van individuele mensen Sociale cohesie en goed wonen, leven Historie, samen gebruik maken van de cultuur mogelijkheden, blijven bij eenvoud en rust, de menselijke maat hanteren
- De schoonheid van het landschap en de enorme creativiteit van zijn bewoners - Grote verscheidenheid van gemotiveerde "micro" ondernemers die in staat zijn op samen te werken
-
24
Het landschap, de omgeving, de bedrijvigheid en passie van bewoners en ondernemers De nuchterheid van de mensen De frisheid van de wijde ruimte , de schilderachtige plekjes Rust, ruimte, basis voor inspiraties De kleinschaligheid, waardoor mensen betrokken zijn bij hun omgeving. Staat open voor verandering in combinatie met traditionele waarden Ruimte, weidsheid, openheid (ook in mensen) Gastvrijheid, puurheid, stoer landschap Prachtig gebied Wijdse zichten, oriëntatie op Groningen Gastvrijheid, puurheid, stoer landschap Ongereptheid noordwest Hoogeland Pootaardappelteelt als 'verdienmodel', in wisselwerking met het karakteristieke cultuurlandschap
Op de vervolgvraag “Hoe ziet het ʻidealeʼ Hoogeland er voor u uit?” was het eerste antwoord “Het Hoogeland is al ideaal!” Een ander, gedetailleerder antwoord legt uit waarom: “In feite zoals het nu is: prachtige authentieke dorpen op wierden met mooie middeleeuwse kerken (die vrij toegankelijk zijn!). Er is ruimte voor stilte en donkerte. Er is veel sociaal samenhang in de dorpen.” Ook hier spreken de antwoorden het beste voor zichzelf:
-
Het bestaat al
-
Open, vernieuwend, inspirerend en economisch sterk
-
Onderdeel van de Waddenregio, sterke verbinding met Wereldergoed Waddenzee, een gilde van gelijkgestemde ondernemers
-
Ruim, toch levendig door verenigingsleven; toegankelijkheid en bereikbaarheid
-
Moderne akkerbouwbedrijven, behoud van karakteristiek landschap, dunbevolkt maar met moderne oplossingen voor leefbaarheid, tweede tak van economische bedrijvigheid in de vorm van kleinschalige en kwalitatief hoogwaardige vormen van recreatie en toerisme en cultuur; ontwikkelen en toepassen van nieuwe vormen van (bijvoorbeeld) ouderenzorg in de kleine kernen.
-
Meer werk in de regio
Rust, recreatie, natuur, wonen, werken Wijds, groen en water Wijds, rustig, ontspannen Natuur, puurheid, genieten, eerlijkheid Groen/zee/binding bewoners/actief Natuur, cultuur en aandacht voor elkaar en de eigen leefomgeving Mooie boerderijen, wandelingen, zichtbaardere aansluiting op het Wad, meer kleine bedrijvigheid Kleinschalig, betrokken, leefbaar, innovatie Gastvrij, rustig, schoon Creativiteit, verdraagzaamheid, ondernemen, pionieren Samenwerken, kennis delen met andere dorpen Een krachtige samenwerkingsverband. En niet naast elkaar. Zichtbaarheid in balans met de omgeving Duurzaam op gebied van landbouw, bouw, energie en vervoer, meer kleinschalige activiteiten die werk Opleveren, evenwichtige opbouw bevolking en een beter bestuur,
Versterkt met enkele centra waar basisvoorzieningen aanwezig zijn (winkels, sport, cultuur)
Meer werk in de regio zou mooi zijn bijv. ICT-cluster, toerisme Meer uitwisseling en een minder vlakke behandeling van de natuur
Conclusie Naast een weergave van waardering van de regio die voor een deel identiek is in de antwoorden op beide vragen, zoals bijvoorbeeld de wijdsheid, ruimte en puurheid, gaan veel
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
25
antwoorden over samenwerken, zichtbaarheid en duurzaamheid, over de wens naar balans tussen: 1. de mensen (actief, aandacht voor elkaar, divers) 2. de leefbaarheid (meer werk, zichtbaarheid van de regio, levendige regio) 3. in eenklank met de natuur (duurzaamheid, balans, minder vlakke behandeling van het landschap). Opvallend is dat het in de antwoorden eerder om een wens naar zorgzaam behoud, dan om radicale ontwikkeling gaat. Een antwoord dat ons op de vraag naar de kracht van het Hoogeland bijzonder intrigeerde was: de “grote verscheidenheid van gemotiveerde ʻmicroʼ ondernemers die in staat zijn op samen te werken”. Dit is wat wij ook in de bijeenkomsten van Hoogeland aan zet zien: de trots en de hoge mate van autonoom zelfstandigheid en ondernemerschap van de bewoners op het Hoogeland. Ons inziens zit er - ondanks alle diversiteit in de dorpen - veel overlap in de ʻdroomʼ voor het Hoogeland. Dit zou een verbindende, herkenbare factor zijn om de samenwerking op het Hoogeland in de toekomst verder te stimuleren. De droom als motor voor zelfredzaamheid.
E. De kracht van het dorp relateren aan de ontwikkeling van het Hoogeland Navolgend op de vraag naar de ʻdroom voor het Hoogelandʼ vroegen wij naar ʻde kracht van het dorpʼ. De reden voor deze vraag was dat veel dorpen op het Hoogeland van oudsher weinig met elkaar te maken hebben. Is er dan wel een patroon te zien in de manier waarop zich initiatieven ontplooien, vroegen wij ons af. Zijn er parallellen te zien van wat mensen als ondersteunende factoren in hun dorp ervaren? Er zijn vier themaʼs die wij in de antwoorden terug hebben kunnen zien: 1. De band tussen de mensen, saamhorigheid 2. Praktisch organiserend vermogen 3. Open houding, ruimte voor ideeën 4. Je bewust zijn van wat je dorp bijzonder maakt. Thema een en vier hebben niet alleen overeenkomsten, maar ook de verschillen: elk dorp heeft een eigen historie, mede ontstaan door de geografische ligging die het bijzonder maakt. Deze authentieke kracht te kennen en te waarderen werkt blijkbaar als een krachtige motor voor ontwikkeling. Dit wil nog niet zeggen dat er door dit inzicht ook daadwerkelijk samenwerking tussen de dorpen ontstaat. Echter zouden deze inzichten een interessant vertrekpunt kunnen bieden voor het debat over ʻzelforganiserend vermogenʼ in de regio. Maar eerst de antwoorden op een rij: I. De band tussen de mensen, saamhorigheid Door bijna alle respondenten werd het gevoel van saamhorigheid als de grote kracht van het dorp gezien. Antwoorden: Sociale cohesie, veel mensen die zich belangeloos inzetten voor het algemeen belang, veel interactie en verenigingen wat zorgt voor levendigheid en vele activiteiten, hechte gemeenschap, samenwerking, bijvoorbeeld via de dorpsbelangenvereniging. Met veel vrijwilligers kun je er iets van maken!, samenwerking, daadkracht, creativiteit, saamhorigheid in verscheidenheid, samenhang, denken buiten de dorpen, samenwerken met andere dorpen, mensen zien als mensen ipv dorpen, de band tussen de mensen. II. Praktisch organiserend vermogen
26
De antwoorden laten zien dat mensen in het dorp niet alleen een band met elkaar hebben, zij houden ook van praktisch aanpakken. Antwoorden: Organiserend vermogen en enthousiasme, organiserend vermogen: er zijn vier kerken met hun organisaties en verder veel levendige verenigingen, maar daarboven zijn diverse mensen actief in het organiseren van evenementen e.d., tijdens dit project hebben we laten zien dat het goed is dat je niet (volledig) afhankelijk hoeft te zijn van subsidies. Naast de professionele aannemer/installateur zijn er vele (echte) vrijwilligersuren gegaan in dit project, projectleiding, metselen, verven, subsidieaanvragen, schrijven van nieuwsbrieven, soep maken en broodjes smeren voor de zaterdagmiddaglunch (elke week!).
III. Open houding, ruimte voor ideeën In die dorpen waar activiteiten van de grond komen wordt door de respondenten de open houding van de mede-dorpsbewoners geroemd. Antwoorden: Dat zijn de mensen met een creatief idee, ondernemend, creatief, zelfredzaam, eigenzinnig, open, tolerant, eigenzinnigheid, creativiteit, ondernemerschap, enorme diversiteit aan mensen en competenties, Uithuizermeeden (het dorp van mijn koor) is - voor zover ik dat meemaak - een gemeenschap waar plaats is voor initiatieven, open houding naar anderen, gastvrijheid.
IV. Bewustzijn van wat je dorp bijzonder maakt: ligging/ historie Ten slotte beschreven de respondenten de bijzondere geografie als de kracht van hun dorp, zij het akkerbouw of juist de fraaie ligging. Het waarderen en koesteren hiervan lijkt als een activerend element te werken. Antwoorden: De ligging (centraal) in combinatie met de talentvolle ondernemers, ons dorp heeft toeristisch historische potentie, florerende akkerbouwbedrijven, fraaie ligging, karakteristieke bebouwing, redelijk stevig dorpsgevoel (alhoewel wijzelf van oudsher meer georiënteerd zijn op het buurdorp). Naast de vraag naar de kracht van het dorp wilden wij te weten komen hoe de krachten vanuit het dorp zouden kunnen bijdragen aan de kracht van het Hoogeland. De respondenten werden met deze vraag uitgenodigd om mee te denken en tips en ideeën te opperen die voortkomen uit de kracht van hun dorpsgemeenschap. • De ene helft van de antwoorden gaat inderdaad over voorstellen vanuit het eigen succesverhaal: bij de een was dit een projectmatige insteek, bij de ander gastvrijheid, bij een derde de weg via kunst en cultuur. • De andere helft ging echter over samenwerken en kennisuitwisseling tussen de dorpen en initiatieven heen, bijvoorbeeld “kennis delen met andere (toekomstige) projecten over onze aanpak” en “als we al die krachten kunnen bundelen en zichtbaar maken” of “niet jij en zij, maar initiatieven ontplooien”. Een antwoord geeft de onderliggende driver weer, waarom het aantrekkelijk zou zijn om in de samenwerking te investeren: “Een hecht Hoogeland creëren levert zichtbaarheid!” Conclusie Het valt op dat er verhoudingsgewijs weinig antwoorden op deze vraag gegeven werden. Het lijkt lastig om hier invulling aan te geven. Echter zien wij dat de antwoorden ons vermoeden bevestigen: er wordt veel in ʻzij en wijʼ gedacht. Niet voor iedereen is duidelijk wat het zou opleveren om ʻechtʼ samen te werken. Men is vooral op het eigen initiatief gericht. Helemaal logisch dus dat de LEADER initiatieven nog als ʻlos zandʼ voelen.
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
27
Slotconclusies De categorieën uit de enquête vergeleken met de LEADER-criteria Onderstaand leest u een overzicht van de categorieën en succeselementen die in de enquête naar voren kwamen. Deze relateren we aan LEADER-criteria die eerder door de LAG 4 Hoogeland gedefinieerd zijn. Samengevat kwamen volgende categorieën uit de enquête: Project categorieën: 1. Economie; 2. Toerisme; 3. Cultuur; 4. Bewaren, verbeteren of opzetten van infrastructuur; 5. Dorpshuizen/ Ontmoetingscentra/Verenigingen met als doel het verhogen van sociale cohesie en leefbaarheid. Bevorderlijke elementen bij het opzetten van projecten: 1. Samenwerken: in de zin van teamgeest, netwerk, collectief, warme sfeer, groepsgevoel; 2. Het project openstellen voor participatie: mensen de ruimte geven om hun kracht/ervaring in te zetten, te mogen leren; 3. Strategie van de kleine stappen: kleine successen zichtbaar maken, het doel voor ogen houden; 4. Structuur/ manier van samenwerken afspreken en je eraan houden, helderheid. Succescompetenties voor het (bege)leiden van projecten: 1. Samenbindend leiderschap; 2. Doorzetten, de vonk erin houden; 3. Netwerken, de context kennen; 4. Overzicht houden/organisatievermogen; 5. Communicatie; 6. Visie; 7. Praktisch, vakmanschap. De kracht van de dorpen: 1. De band tussen de mensen, saamhorigheid; 2. Praktisch organiserend vermogen; 3. Open houding, ruimte voor ideeën; 4. Je bewust zijn van wat je dorp bijzonder maakt: ligging/ historie. De LAG Hoogeland heeft eerder onder de noemer ʻkernpunten plattelandsontwikkelingʼ een aantal succeselementen gedefinieerd, op basis waarvan nu subsidies verleent worden. De vraag is of er een lijn tussen onze onderzoeksresultaten en deze categorieën te zien is, of dat onze uit de praktijk gegenereerde onderzoeksresultaten afwijken. De eerder door het LAG in het LEADER actieplan vastgelegde categorieën zijn:
• • 4
bottom-up (co-productie) betrokkenheid bevolking
Voor de conclusies van de vijf deelaspecten A t/m E verwijzen wij naar de deel-conclusies aan het einde van elk hoofdstuk: A. Analyse van de projecten. B. De mensen achter de projecten. C. Succesvolle elementen, en succescompetenties voor het (bege)leiden van projecten. D. Het Hoogeland in de ogen van de bewoners. E. De kracht van het dorp relateren aan de ontwikkeling van het Hoogeland. 28
• • • • • • • • •
mobiliseren bevolking experimenteel innovatief kleinschalig voorbeeldfunctie specifieke groepen (jongeren, vrouwen, ouderen, beperkten) overdraagbaar integrale benadering duurzame ontwikkeling
Er is zit inderdaad duidelijk overlap tussen bovengenoemde categorieën en de uitkomsten uit ons onderzoek. Slechts drie categorieën zijn niet in de enquête terug te vinden. Herkenbaar zijn met name de themaʼs ʻbottom-upʼ, ʻbetrokkenheidʼ en ʻkleinschaligheidʼ. Deze komen terug in de succesfactoren ʻsamenwerkenʼ, ʻhet project openstellen voor participatieʼ en ʻkleine stappenʼ uit onze enquête. Tevens is ʻhet mobiliseren van de bevolkingʼ herkenbaar (correspondeert met de succeskwaliteit ʻnetwerkenʼ en ʻhet project openstellen voor participatieʼ). ʻEen duurzame, integrale aanpakʼ is terug te vinden in de antwoorden op onze vraag naar de ʻkracht van het Hoogelandʼ. ʻInnovatiefʼ en ʻexperimenteelʼ vinden wij terug in de leergerichte, ondernemende aanpak waarmee veel projecten zijn ontwikkeld. Daarentegen hebben wij voor de punten ʻspecifieke groepenʼ, ʻvoorbeeldfunctieʼ en ʻoverdraagbaarheidʼ in deze enquête onvoldoende informatie gevonden. Dat kan te maken hebben met de focus op het eigen project, waarbij LEADER ook overkoepelende doelen mee laat wegen. M.b.t. het punt ʻspecifieke groepenʼ kwam weliswaar naar voren dat vooral mensen die lang in de dorpen wonen actief betrokken zijn bij LEADER-projecten, maar of dit een succesfactor is durven wij op basis van de antwoorden niet te concluderen. Misschien is deze doelgroep het meeste vertrouwd met LEADER en maken ʻnieuweʼ bewoners minder gebruik van subsidie? Voor het aspect van ʻoverdraagbaarheidʼ sluiten wij ons aan bij de inzichten van het eerder 5 genoemde, zeer lezenswaardige, onderzoek van het CAB , waarin de onderzoekers een grote diversiteit tussen de dorpen in Noord-Groningen constateren en in plaats van een focus op overdraagbaarheid juist ʻmaatwerkʼ aan de Provincie aanbevelen.
Wat leren wij van de enquête? De voornaamste conclusie mag zijn dat het begrip ʻHoogelandʼ niet ter discussie blijkt te staan. In tegendeel, het lijkt een sterk verbindende factor. Dat het bruist op het Hoogeland en niet alleen van de wind, mag duidelijk zijn. Naast een betaalde dagtaak zijn er meer dan 200 initiatiefnemers met LEADER gelden aan de slag gegaan met een project om de leefbaarheid van hun omgeving te verbeteren. Duidelijk te zien in de antwoorden is de persoonlijke verbondenheid met, en de trots op de regio, maar ook de wens naar ʻmeer van wat er al isʼ: meer samenwerking, meer overzicht, meer ondernemen, met een balans tussen commercieel succes en behoud van hetgeen wat het Hoogeland uitmaakt. Het laatste zou je ook ʻduurzaam ondernemenʼ kunnen noemen. Tegelijk speelt er telkens ook de toets ʻwhatʼs in it for me?ʼ, de initiatiefnemers lijken ondanks de gedeelde passie voor hun Hoogeland erg bedacht op hun eigen belang. Terugkerende drivers door alle categorieën heen zijn samenwerken, echtheid (of authenticiteit), trots op de eigen kracht, waardering voor elkaar en de omgeving. Tevens zien we de openheid van het landschap, het genieten van de kleinschaligheid, de ʻHoogelandseʼ manier van organiseren door ʻgewoonʼ doen en de schouders eronder te zetten, in de antwoorden terug. Ondanks deze nuchterheid schuilt er toch de behoefte aan waardering voor de eigen inzet door 5
ʻSociale Vitaliteit in Noord-Groningen: J. D. Gardenier et.al., 31 augustus 2012.
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
29
derden. Tevens constateren wij een behoefte aan focus, oftewel een gedeelde visie, waaraan men het eigen belang kan relateren. Wij willen kort ingaan op de schijnbare tegenstrijdigheid tussen de wens naar kleinschaligheid aan de ene en ʻ(meer) samenwerkenʼ aan de andere kant. In het beroepenoverzicht (zie pagina 11) zien wij dat er op het Hoogeland veel ondernemers en individualistische professionals wonen die hun autonomie koesteren. Blijkbaar is een deel van het succes van de initiatieven juist gestoeld op het eigengereide en de korte, informele lijnen. Vertaald naar het doel van de enquête - hoe kan de zelfredzaamheid in de regio verhoogd worden? - rijst de vraag of wij het aspect van samenwerken moeten interpreteren als letterlijk ʻsamen met zʼn allenʼ, of eerder vanuit een focus op hetzelfde toekomstbeeld, van waaruit vervolgens iedereen op zijn eigen manier en authenticiteit er invulling aan kan geven. Wij denken het laatste. De uitdaging zal liggen in het verbinden van bevlogen individualisten.
30
Aanbevelingen Welke concrete stappen zien de bewoners zelf? Op de vraag in de enquête “Wat zou volgens u een volgende, logische stap zijn richting uw ʻdroombeeldʼ van het Hoogeland?” kwamen veel concrete, gepassioneerde antwoorden. Ligt dit aan “het aangeboren innovatieve van de Hoogelander?” (een respondent)? Een andere kernzin die ons aansprak was “Meer samenwerking en minder sturing.” De wens dus naar een beweging vanuit de bewoners. Tegelijk valt op dat er ook de wens naar “aanjagers”, “mensen die opstaan”, een “promotieteam”, of “voorbeelden laten zien” uitgesproken wordt. Dit lijkt in contrast te staan met de zelfredzaamheid en de creativiteit die uit de vorige vragen naar voren kwam, wij interpreteren het echter als de wens naar een overheid dit stimuleert, informatie toegankelijk maakt en enthousiasmeert, in plaats van regisseert. Hier een lijst van de concrete ideeën en wensen om de kracht van het Hoogeland te versterken van de respondenten, die best voor zichzelf spreekt:
-
Voorbeelden laten zien en kansen bieden
-
Het aangeboren innovatieve van de Hoogelander meer creatief in beeld te brengen levert ook een andere kijk op het benutten van de natuurlijke rijkdommen van het Hoogeland op.
-
Investeren in recreatie in toerisme op natuurlijke wijze
-
Krachten bundelen, ook naar de toekomst naar de zogenaamde krimp.
-
Een actieve regio
-
Het opzetten van een Waddengoud gastengilde
-
Ondernemers aantrekken om zich te vestigen in dit gebied en bestaande ondernemers te versterken om krachtige en succesvolle bedrijven te worden en te blijven.
-
Bewoners en organisaties betrokken houden bij de eigen omgeving via een gebiedscoöperatie of andere regionale structuur
-
Ontwikkeling van ecotoerisme
-
Meer politieke wil en daadkracht er echt iets van te maken/ faciliteren/mogelijk maken
Laat vrijwilligersorganisaties meer met elkaar delen om van elkaar te leren en te verbeteren.
Meer samenwerking en minder sturing. Maar ook: een of meerdere aanjagers in het gebied die bezig zijn met het algemeen belang, met verbinden, met samenwerken en die gaan voor het algemeen belang ipv eigen belang. Samenwerking met andere initiatieven Samenbindend - samenwerken. een promotieteam vanuit de samenwerking WaddenArt stelt economisch ontwikkeling als een gevolg van drijvende krachten die zelf een idee ontwikkelen. Dat is vaak niet direct een economisch idee, maar ook een enthousiast idee. Daarover meer uitwisseling tot stand brengen, meer uitwisseling tussen verschillende culturele lagen, zou een volgende stap kunnen zijn Mensen die anderen kunnen inspireren moeten opstaan en hun rol gaan vervullen, schroom afgooien en verbindingen tot stand brengen Een vorm vinden waarin de bovengenoemde kwaliteiten van het gebied vastgehouden en nog beter benut kunnen worden; opzetten gebiedscoöperatie, e.d.
Duurzaamheid verder uitbouwen Hoogeland meer profileren in de rest van het land. Activiteiten en attracties ontwikkelen die dicht bij de natuur staan (survivalpark, vogelpark, puur eten, etc. Voorkomen dat er banen verloren gaan door reorganisaties in de zorg. Het idee dat het Oldeheem uit Kloosterburen zou gaan verdwijnen baart me zorgen. Voor Kloosterburen is dat nu nog een belangrijke bron van werk en levendigheid, maar als de zorg op
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
31
termijn geconcentreerd wordt in Ulrum of Leens, bloedt Kloosterburen dood. Ook het opschalen en concentreren van winkels in Leens vind ik om die reden een slechte ontwikkeling. Op basis van onze inzichten uit de analyse en de reacties vanuit de focusgroep geven wij drie aanbevelingen.
Aanbeveling 1: Empowerment: informatie ontsluiten en versterken van proces- en projectvaardigheden In de bovenstaande antwoorden wordt duidelijk dat er volop ideeën leven. Ons inziens zou het daarom nuttig zijn zich als Provincie te richten om initiatiefnemers te faciliteren door informatie toegankelijk te maken, en de initiatiefnemers, op verzoek, toe te rusten met de proces- en project-vaardigheden die in dit onderzoek naar voren kwamen. Ter inspiratie een paar voorbeelden. De kernwoorden hierbij zijn ʻmaatwerkʼ en ʻop verzoekʼ: a. Korte (avond-) workshops op uitnodiging van initiatiefnemers: Processen begeleiden (bv: Hoe zet ik mensen aan tot samenwerken? Hoe faciliteer ik een groep? Hoe kan ik een project insteken als leerproces?) Mensen inzetten op hun talenten (bv: Hoe zie ik het talent van mensen? Hoe maak ik het ook ʻhunʼ project? Hoe creëer ik betrokkenheid? Coaching vaardigheden.) Projectvaardigheden (bv: Hoe komen wij van visie tot resultaat?) Communicatievaardigheden (bv: presentatievaardigheden, heldere communicatie) b. Op uitnodiging begeleiding door een ervaren initiatiefnemer die (bv. in de startfase) als sparringpartner een groep nieuwe initiatiefnemers ondersteunt. c. Kennisoverdracht, d.m.v. workshops/ lezingen/ web-info over het organiseren van gezonde financiële fundering (dus niet alleen over subsidie-bronnen). d. Informatie over strategische samenwerking, ook met niet-gesubsidieerde initiatieven. Voor alle aanbevelingen geldt: er zijn volop kennis en vaardigheden aanwezig op het Hoogeland. Deze kunnen echter beter toegankelijk gemaakt worden. Hierover gaat aanbeveling 2. Aanbeveling 2: Investeer in netwerken, inspirerende ontmoetingen, waardering voor elkaar a. Investeer in ontmoetingen en netwerken (ook tussen diverse groepen, zoals kunstenaars en wethouders, tussen nieuwe en oude bewoners, nieuwe en ervaren initiatiefnemers). Dat creëert binding, begrip en inspiratie. De Provincie sluit op uitnodiging aan bij deze bijeenkomsten, zo kan men een vinger aan de pols houden en op wens informatie verstrekken, maar organiseert deze niet (meer) zelf. Te denken valt aan bestaande initiatieven als de Open Coffee Club, Vitaal Hoogeland, Hoogeland aan Zet. b. Ondersteun en promoot een digitaal kennisplatform om zo laagdrempelig de uitwisseling tussen initiatiefnemers op het Hoogeland te ondersteunen. Breng dit platform vervolgens goed onder de aandacht (maak reclame), zodat het ook gevonden wordt. Voorbeelden uit andere regioʼs laten zien dat het plaatsen van filmpjes van succesvolle initiatieven erg gewaardeerd wordt, omdat zich de website bezoeker op die manier in korte tijd letterlijk een ʻbeeldʼ kan maken. c. Sluit aan bij de wens naar kleinschaligheid en individualisme, informeer over het gedachtengoed van ʻduurzaam ondernemenʼ. d. Organiseer zichtbaarheid en ʻschouderklopjesʼ. Het is motiverend om gezien en gewaardeerd te worden. 32
Aanbeveling 3: Aanpassen subsidiestructuur - ʻalles wat je aandacht geef groeitʼ Graag noemen wij in onze aanbevelingen het vriendelijke, toch dringend advies van de focusgroep om de huidige LEADER-subsidiestructuur kritisch onder de loep te nemen. Dit gaat verder dan de resultaten uit de enquête. Volgens de focusgroepleden heeft de huidige subsidiestructuur juist een averechts effect op de samenwerking in de regio. Dit sluit aan bij eerdere gesprekken bij Hoogeland aan zet, waarin het beeld ontstond dat men ʻmet zʼn allen uit hetzelfde potje vistʼ en er een ʻrituele dans rond de subsidiepotʼ ontstaat, wat eerder tot concurrentie dan tot samenwerking aanzet. Soms lijkt het dus dat de heersende subsidiestructuur de autonomie en volwassenheid, waaraan de bewoners zo gehecht zijn, 6 eerder ondermijnt dan bevordert . Het advies van de focus-groep is: a. Verleen (financiële) hulp op een manier die aansluit bij de volwassenheid van de bewoners. Stuur dus niet alleen op subsidie, maar informeer mensen ook over andere manieren van fundraising. b. Maak initiatiefnemers accountable voor hun projecten. Dat wil zeggen dat zij na het toekennen van subsidie, of andere steun, op hun beurt hun kennis doorgeven, zoals bv. een enquête invullen, als coach ter beschikking staan, hun gegevens op een centrale website zetten. Dit zou een onderdeel kunnen worden van de subsidie-eisen. c. Herzie de subsidie criteria. De focusgroep denkt dat dit een belangrijke rol bij het versterken van het zelfredzaam vermogen speelt. Dat betekent dat de subsidiecriteria herzien moeten worden om de aandacht te vestigen op wat de regio/Provincie ʻechtʼ wil bereiken, zoals samenwerking, zelfredzaamheid, kennis delen. Dat betekent een verschuiving van het sturen op ʻresultaatʼ naar het sturen op ʻmaatschappelijk impactʼ. Praktisch kun je ook sturen op een verplichtte combinatie met andere financiële (nietsubsidie) bronnen (bv. crowd-funding) en het zoeken van samenwerkingspartners in de eigen omgeving.
We willen bovenstaande beschouwingen beëindigen met de opmerking van een respondent, die in een zin alle ingrediënten voor een succesvol project samenvat - het is eigenlijk heel simpel: “De sleutel tot een krachtig concept ontstaat uit kennis en visie, verder wordt het dan al of niet opgepakt en zijn enthousiasme en het netwerken de sleutels.” Bij het stukje ʻverder wordt het dan al of niet opgepaktʼ helpen, zo hopen wij, de inzichten en aanbevelingen uit deze enquête om een verschuiving naar ʻwel oppakkenʼ te genereren.
6
Aan deze beschouwingen willen wij een onderzoek van Mathijs van Druten, student Saxion, toevoegen, die in 2011 onderzoek naar de sociale en economische effecten van LEADER projecten in Overijssel heeft gedaan. Hij heeft in vijf LEADER-gebieden in totaal 50 projecten geënquêteerd en drie interviews afgenomen. Volgens de enquêtes levert een LEADER project gemiddeld het volgende op:
• • • • • • •
1,5 nieuwe arbeidsplaatsen 9 vrijwilligers 117 extra bezoekers per week 4 nieuwe activiteiten Sterke betrokkenheid en sociale samenhang Versterking zakelijk netwerk in de regio Meer omzet, extra inkomsten
De vraag blijft wat de groei buiten de LEADER projecten om is en of de huidige subsidiestructuur deze bevordert of juist remt. Bij de focusgroepleden leeft de wens naar meer dialoog met de Provincie. Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
33
Bijlagen
34
Bijlage 1 Slotbeschouwing: communicatie op het Hoogeland Het thema ʻcommunicatieʼ zit verweven in de gehele bovenstaande analyse. In deze bijlage willen we dit onderwerp echter centraal stellen en uitdiepen. Het doel is om antwoord te geven op de vragen wat ʻwerktʼ m.b.t. communicatie op het Hoogeland? wat zijn de wensen t.a.v. communicatie van de bewoners? tips en valkuilen t.a.v. communicatie. Het vermogen om helder te communiceren werd door een groot aantal respondenten als een belangrijk onderdeel van het slagen van een initiatief gezien. Dit werd beschreven als niet alleen actief communiceren, maar ook actief luisteren. Typische steekwoorden uit de antwoorden waren: communicatie, informeren, betrekken en gedachten vorming van allen, kanaliseren, kennis overdragen, luisteren en actie ondernemen op de juiste momenten, goed luisteren, taalvaardigheid (brieven opstellen). Helderheid in de communicatie werd ook als een belangrijk communicatie punt genoemd in verband met het afspreken van een overlegstructuur en een projectmatige aanpak. Deze werden in bijna alle succesvolle projecten expliciet genoemd als sleutel tot succes. Wat verder in de antwoorden opvalt is dat projecten vaak vriendschappelijk starten (iemand heeft een idee en trekt mensen aan). Later, als de groep groter wordt, wordt de communicatie geformaliseerd (projectplannen). In weer een later stadium komt er ook PR bij kijken: gebruikers en stakeholders moeten geïnformeerd en betrokken worden. Dit wordt ook zichtbaar in de verdeling van de antwoorden tussen, aan de ene kant, communicatie- ʻsoftskillsʼ, zoals motiveren, mensen betrekken, sfeer creëren. Aan de andere kant worden de ʻharde communicatie-skillsʼ, zoals een degelijke projectaanpak in kleine stappen met heldere communicatie en een gestructureerde manier van overleggen gewaardeerd. Regelmatig werd op de bijeenkomsten de wens naar een overkoepelend, eenduidig (en niet te ingewikkeld) platform geuit, waar initiatiefnemers op een laagdrempelige manier hun kennis kunnen delen, maar ook vragen aan elkaar kunnen stellen. In het kader van Hoogeland aan zet is er een Facebookpagina aangemaakt die op het moment van schrijven 47 leden telt. Daarnaast is www.platformhoogeland.nl opgezet als kennisplatform voor de regio.
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
35
Bijlage 2 Samenvatting ʻtalent en kracht op het Hoogelandʼ volgens de enquête Op deze pagina vindt u een puntsgewijze samenvatting van de antwoorden uit de enquête m.b.t. ʻtalent en kracht op het Hoogelandʼ.
Krachtige elementen bij het opzetten van projecten: 1. Samenwerken: in de zin van teamgeest, netwerk, collectief, warme sfeer, groepsgevoel; 2. Het project openstellen voor participatie: mensen de ruimte geven om hun kracht/ervaring in te zetten, te mogen leren; 3. Strategie van de kleine stappen: kleine successen zichtbaar maken, het doel voor ogen houden; 4. Structuur/ manier van samenwerken afspreken en je eraan houden, voor helderheid zorgen.
Krachtige competenties voor het (bege)leiden van projecten: 1. Samenbindend leiderschap; 2. Doorzetten, de vonk erin houden; 3. Netwerken, de context kennen; 4. Overzicht houden/organisatievermogen; 5. Communicatie; 6. Visie; 7. Praktisch, vakmanschap.
De kracht van de dorpen: 1. De band tussen de mensen, saamhorigheid; 2. Praktisch organiserend vermogen; 3. Open houding, ruimte voor ideeën; 4. Je bewust zijn van wat je dorp bijzonder maakt: ligging/ historie.
De kracht van het Hoogeland: 1. de mensen; 2. de leefbaarheid; 3. in een klank met de natuur. Een antwoord dat ons op de vraag naar de kracht van het Hoogeland bijzonder intrigeerde was: de “grote verscheidenheid van gemotiveerde ʻmicroʼ ondernemers die in staat zijn op samen te werken”. Dit is wat wij ook in de bijeenkomsten van Hoogeland aan zet hebben gezien: de trots en de hoge mate van autonoom zelfstandigheid en ondernemerschap van de bewoners. Ons inziens zit er - ondanks alle diversiteit in de dorpen - veel overlap in de ʻdroomʼ voor het Hoogeland. Dit zou een verbindende, herkenbare factor kunnen zijn om de samenwerking op het Hoogeland in de toekomst verder te stimuleren. Gedeelde beelden als motor voor samenwerking.
36
Bijlage 3 Evaluatie van het proces ʻWerken met talentʼ Het begeleidingstraject duurde van mei 2012 t/m juni 2014. Voor een beschrijving van het traject verwijzen wij naar de inleidende tekst op paginaʼs 5 t/m 9. In totaal hebben er acht bijeenkomsten plaatsgevonden, te weten in: Ten Boer - Plattelandshuis Zuidwolde - Rietland Onderdendam - Dorpshuis Pieterburen - Dorpshuis Ulrum – Exspoor (voormalig Station Ulrum) Baflo - Jeugdsoos De Eagle Winsum –De Tijd (tijdelijk dorpshuis) Den Andel - Cultuurerf Andelon Op de laatste bijeenkomst vond een evaluatie plaats, er is ook een filmpje gemaakt waarin de deelnemers op het traject terugblikken. Hier een korte samenvatting van de uitspraken van de geïnterviewde deelnemers: Wat viel op?
-
Er hebben verhoudingsgewijs veel vrouwen deelgenomen;
-
Veel creatieve mensen;
Wat zijn we voor een diverse groep mensen!; Iedereen zit er vanuit zijn/haar eigen ding maar is geïnteresseerd in contact en zoekt verbinding; Allemaal mensen die de wereld mooier willen maken; Er was veel positieve energie; Een relaxte sfeer; Het was gezellig; Veel herkenning; Ik kreeg er energie van om door te zetten met mijn project.
Wat is je bijgebleven?
-
Er was een eerste kantelpunt, in Pieterburen, toen de begeleiders ʻonsʼ als groep hebben aangesproken. Toen ging er bij mij een knop om. Dit traject is dus ʻonzeʼ verantwoordelijkheid.
-
Er was een tweede kantelpunt, in Ulrum, toen er opeens andere begeleiders waren, niet meer Jan Hut en Heike Aiello, maar twee deelnemers uit de groep die de avond gingen begeleiden. Het werd dus steeds meer van ons.
-
De verwarring en verbazing aan het begin: waar gaat dit over? Het gezamenlijke zoeken: waar gaat dit proces naartoe? Het proces kwam voor het doel. Dat was nieuw voor mij. Achteraf had ik graag wat meer ijkpunten gehad.
Wat heeft het je opgeleverd?
-
Veel connecties en nieuwe contacten; Diepgang;
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
37
-
Samen zoeken naar nieuwe mogelijkheden;
-
Mijn ideeën delen en toetsen, en omzetten in iets tastbaars;
Betrokkenheid bij elkaar; Positieve energie; Gezellige, leuke avonden; Het heeft me geholpen om oude patronen te doorbreken die ik bijna reflexmatig gevolgd ben; De inzicht dat je er zelf iets van moet maken; een succesvol project ʻoverkomtʼ je niet.
Wat is je wens?
-
Dit moeten we bewaren. Dit willen we verder door laten groeien!
De laatste bijeenkomst op 13 juni werd door Johanna Arend (Cultuurerf Andledon) en Carin van der Wal (Het Behouden Blik) georganiseerd. De volgende bijeenkomst na de zomer organiseren Geertje Karstens en Ursula Appolt. Een vraagstuk voor de eerste bijeenkomst staat al vast: zal er voor de bijeenkomsten een bijdrage gevraagd worden of niet?
38
Bijlage 4 De vragenlijst Pagina 1: demografische informatie 1. Wat is de naam van uw project? 2. In welk dorp / gebied heeft het project plaatsgevonden? 3. Geef een korte omschrijving van uw project. 4. Wanneer is het project gestart, en wanneer is het afgesloten? Indien het project nog loopt, vul dan het verwachtte einddatum in. Pagina 2: informatie over de projectleden 5. Geef voor de vier meest betrokken groepsleden aan hoe lang ze al in het dorp wonen, wat voor werk ze doen en in welke plaats dat werk is. Deze informatie is van belang om te zien of de mensen die actief zijn in projecten eerder op het dorp gericht zijn of eerder naar buiten. NB: u hoeft geen namen in te vullen. Tevens willen we graag weten wat u de kracht van die personen vindt. NB: met kracht bedoelen we een sterk punt, bv. geduldig, enthousiast, cijfermatig, creatief, volhardend, kan goed luisteren, geeft ruimte, actiegericht etc. 6. Persoon A: a. V/M
f. g. h. i.
Woont hoe lang in het dorp (aantal jaren). Soort werk. Werkt in. Kracht
7. Persoon B 8. Persoon C. 9. Persoon D. 10. Welke rol vervulden deze vier personen in het project? (Een persoon kan ook meerdere rollen vervullen.) Keuze uit: Voorzitter, Coördinator, Penningmeester, Fondsenwerver, Vrijwilliger. 11. Is er nog andere informatie over de projectleden die u voor deze enquête van belang vindt? Pagina 3: sleutelmomenten 12. Welk moment van uw project op het Hoogeland steekt er voor u persoonlijk uit, in de positieve zin? Kies in gedachten een specifiek moment, iets waarop u echt trots bent. a. b. c. d. e. f.
Wat was het moment en hoe staat die in relatie tot uw project? Wat was uw specifieke rol binnen het project? Welke krachten/kwaliteiten heeft u ingezet, waardoor dit moment kon ontstaan? Wat deden anderen waardoor het een krachtig moment werd? Hoe werd er samengewerkt? Wat was de sleutel tot het succes?
13. Geïnspireerd door de vorige vraag komt er bij u wellicht nog een tweede sleutelmoment op? (zelfde vragen als bij 11). Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
39
Pagina 4: vooruit kijken 14. De kracht van het Hoogeland. a. b. c. d.
Wat is voor u de kracht van het Hoogeland? Hoe ziet het ʻidealeʼ Hoogeland er voor u uit? (Kernbegrippen) Wat is voor uw gevoel de kracht van uw dorp? Hoe zou die kracht kunnen bijdragen aan de kracht van het Hoogeland?
15. Wat zou volgens u een volgende, logische stap zijn richting uw ʻdroombeeldʼ van het Hoogeland? Pagina 5: het Hoogeland laten schitteren 16. Op 6/7 oktober willen we de kracht en samenwerking op het Hoogeland vieren. De eerstvolgende bijeenkomst is op maandag 25 juni, van 19.00-21.30 uur (locatie volgt). U kunt uiteraard ook meedoen als u op 25 juni niet kunt. Ik heb interesse om meer informatie te ontvangen over (aanvinken wat van toepassing is). a. b. c. d. e. f.
de rol van interviewer (bevraag mensen uit andere dorpen over hun kracht en samenwerking) de werkgroep 'vormgeven 6/7 oktober' de werkgroep onderzoek (de uitkomsten van deze enquête met een onderzoeker van de RUG analyseren) de werkgroep communicatie (innovatieve communicatie op het Hoogeland) algemeen, eerst even kennismaken geen tijd/ interesse
17. Indien u al een eerste idee/tip heeft hoe u het thema 'kracht en talent op het Hoogeland' op 6 en 7 oktober zichtbaar wilt maken of wilt vieren, beschrijf dat hier. Pagina 6: het balletje laten rollen 18. Kent u nog andere mensen die goede dingen op het Hoogeland doen en die volgens u deze vragenlijst ook zouden moeten ontvangen? Indien ja, wilt u hier hun naam/ emailadres invullen of deze enquête email rechtstreeks naar hun doorsturen? 19. Mocht u nog een afsluitend commentaar kwijt willen, of uw emailadres willen achterlaten, kan dat hier.
40
Bijlage 5 Informatie mbt vagen 1 t/m 8 Persoon A: 14v/ 20m Persoon B: 18 v/ 15m Persoon C: 17v/ 14m Persoon D: 10 v/ 14m A: 20 jaar t/m hele leven: 14 pers (met nadruk op 20 jaar in het dorp) 10-19: 10 pers 5-9: 4 korter dan 5 jaar: 0 Woont niet in het dorp waar het project plaats heeft gevonden: 4 Nvt: 2 B: 20 jaar t/m hele leven: 13 pers 10-19: 5 pers 5-9: 5 pers korter dan 5 jaar: 1 Woont niet in het dorp waar het project plaats heeft gevonden: 5 Nvt: 2 C: 20 jaar t/m hele leven: 12 pers 10-19: 6 pers 5-9: 5 pers korter dan 5 jaar: 0 pers Woont niet in het dorp waar het project plaats heeft gevonden: 2 Nvt: 2 Onbekend: 2 D: 20 jaar t/m hele leven: 10 pers 10-19: 6 pers 5-9: 2 pers korter dan 5 jaar: 1 pers Woont niet in het dorp waar het project plaats heeft gevonden: 3 Nvt: 2 Onbekend: 1 Totaal: 20 jaar t/m hele leven: 49 pers 10-19: 27 pers 5-9: 16 pers korter dan 5 jaar: 2 pers Woont niet in het dorp waar het project plaats heeft gevonden: 14 Nvt: 6 Onbekend: 7
Analyse Enquête Hoogeland, juli 2013
41
Bijlage 6 Informatie mbt vraag 9. 9. Welke rol vervulden deze vier genoemde betrokken personen in het project? (Een persoon kan ook meerdere rollen vervullen.) Voorzitter Coordinator Penningmeester Fondsenwerver Vrijwilliger Reactie telling
Persoon A
51,4%(18)
48,6% (17)
14,3% (5)
42,9% (15) 51,4% (18)
35
Persoon B
12,1% (4)
30,3% (10)
24,2% (8)
33,3% (11) 66,7% (22)
33
Persoon C
3,2% (1)
29,0% (9)
29,0% (9)
29,0% (9) 61,3% (19)
31
Persoon D
18,2% (4)
31,8% (7)
9,1% (2)
27,3% (6) 72,7% (16)
22
Overige (geef nadere toelichting)
15
beantwoorde vraag
37
overgeslagen vraag
27
42