België – Belgique P.B. / P.P. 1700 Dilbeek Driemaandelijks contactblad van Natuurpunt Dilbeek – april, mei, juni 2010 Retouradres: Louis De Leeuw, Vlinderstraat 362, 1700 Dilbeek Verantw. uitgever: Marc Bruneel, Brusselsesteenweg 639, 1731 Zellik
De laatvlieger: een vleermuis die houdt van cultuur p. 6 Noteer alvast...
KotteeNatuur 2010
op zoek naar onvermoede natuurrijkdommen op onverwachte plaatsen van 18 april tot 13 juni om de 2 weken zondagnamiddag om 14 u
Dilbeek ondertekende het “Charter voor Biodiversiteit” p. 4
BC - 31151 Afgiftekantoor: Dilbeek P908098
24 april en 29 mei: beheerswerken p. 11
activiteitenkalender Kalenderwijziging Daguitstap naar Planckendael uitgesteld! Op 25 april stond een daguitstap naar Planckendael gepland, maar toevallig wordt het dierenpark net die dag overrompeld door een actie van het Jeugd Rode Kruis. Gezien de activiteitenkalender van het voorjaar verder al vol zat, vonden we het beter de uitstap te verschuiven naar het najaar. Nadere informatie volgt. zondag 11 april 2010 – 10 u
Inventarisatie Thaborberg Afspraak: Parking Zonnelied, Kattebroekstraat 199, 1700 Dilbeek, (Ring afrit 12, richting St-Agatha-Berchem) zondag 18 april – 14 u
Vroege voorjaarsklassiekers Afspraak: Jeugdclub Paddestoel, Gossetlaan 72, Groot-Bijgaarden zondag 2 mei – 14 u
KotteeNatuur: Wemelend water Afspraak: Saviocentrum, Stationsstraat 275, Dilbeek zondag 9 mei 2010
Gesmaakt aperitiefconcert De nieuwe formule om de jaarlijkse algemene vergadering te combineren met een aperitiefconcert bleek aan te slaan. Een vijftigtal leden maakte op 27 januari van de gelegenheid gebruik om even terug te blikken op het vorige jaar en kennis te maken met het nieuwe jaarprogramma. Het Consort van de muziekacademie van Sint-Agatha-Berchem vertolkte op een voortreffelijke manier enkele Japans geïnspireerde
stukken van Vic Nees. Koorleider Thomas Vanlede toonde zich met zijn boeiende en puntige tussenteksten een geboren entertainer. Om af te sluiten zorgde onze hofleverancier André Van Overberge voor een fijne bubbelwijn en de lekkere bio-aperitiefhapjes werden geleverd door Bio Planet tegen een vriendenprijsje, waarvoor hartelijk dank aan de zaakvoerder.
10 u - Inventarisatie Thaborberg 14 u - Wandeling Thaborberg Afspraak: Parking Zonnelied (zie 11/4) zondag 16 mei – 14 u
KotteeNatuur: Bezige beestjes Afspraak: Parking voetbalveld Wolfs putten, Stationsstraat, Dilbeek zondag 30 mei – 14 u
KotteeNatuur: Vliegensvlugge vorkstaarten Afspraak: Parking gemeentehuis, Gemeenteplein, Dilbeek zondag 13 juni – 14 u
KotteeNatuur: Precieuse pronkstukken Afspraak: kruispunt IJsbergstraatOude Geraardsbergsestraat zondag 18 juli 2010
10 u - Inventarisatie Thaborberg 14 u - Wandeling Thaborberg Afspraak: Parking Zonnelied (zie 11/4) zondag 5 september 2010
10 u - Inventarisatie Thaborberg 14 u - Wandeling Thaborberg Afspraak: Parking Zonnelied (zie 11/4) weekend 18 & 19 september
Natuurweekend in de Ardense bossen bij Saint-Hubert op zoek naar paddenstoelen, bevers en burlende herten... Bijdrage: te bepalen
Huismus blijft tuinvogel n° 1 5.121 Vlaamse gezinnen deden mee aan ‘Vogels voeren en beloeren’ op 6 en 7 februari. Dit jaar lokte de gemiddelde tuin 40 vogels van 11 verschillende soorten. De huismus blijft het talrijkst en nam licht in aantal toe. Koolmees en vink vervolledigen de top 3. De kauw is in opmars als tuinvogel. Hij komt nu voor in bijna 1 tuin op 3. In 2004 was dat nog maar in 1 op 6. Ook de houtduif vertoont zich alsmaar vaker in tuinen. De ‘speciale gasten’ van deze editie waren de kramsvogel en de zwartkop. De kramsvogel foerageert normaal in weidegebieden, maar door de sneeuw moest hij op zoek naar alternatieven. Hij werd in 2% van de tuinen genoteerd. De zwartkop is een kleine zangvogel die vooral in de landen rond de Middellandse Zee overwintert, hoewel er
hier altijd wel enkele blijven hangen. Deze winter vertoonde hij zich opvallend vaak op de voedertafels.Voor de eerste maal sinds de start van de tellingen neemt de halsbandparkiet in aantal en verspreiding af. In Dilbeek bleef de oogst beperkt tot 6 deelnemers. Het aantal vogels per tuin bedroeg 24: een flink stuk onder het Vlaamse gemiddelde! Ook lieten zich gemiddeld maar 7 soorten zien in plaats van 11. De Vlaamse top 3 was ook de Dilbeekse geweest als niet in één tuin een troep spreeuwen was geland die meteen de tweede plaats opeiste. De kauw blijkt nog geen vertrouwde verschijning in de Dilbeekse tuinen. De houtduif daarentegen wel. Ook in Dilbeek werd deze winter zwartkop gesignaleerd, maar dat was niet tijdens de tuinvogeltelling.
Kottee Natuur 2010
Natuur laat zich niet opsluiten in reservaten. Elke plek heeft zo zijn natuurlijke kant. Dat is het uitgangspunt van KotteeNatuur. Op onverwachte plaatsen in Dilbeek ontdekken we onvermoede natuurrijkdommen. Van verkeerswisselaars tot boerenstallen, van (spoor)wegbermen tot het gemeentehuis. Een speurtocht die ogen opent! 18 april Jeugdclub Paddestoel, Gossetlaan 72, Groot-Bijgaarden
2 mei Saviocentrum, Stationsstraat 275, Dilbeek
Vroege voorjaarsklassiekers
Wemelend water
Wie zegt ‘voorjaarbloeiers’ denkt spontaan aan bossen. Maar ook de verkeerswisselaar van Groot-Bijgaarden fleurt aardig op in de lente. Met o.a. pinksterbloem, echte koekoeksbloem, waterviolier en misschien nog wat graslathyrus. Toch is het allemaal wat vergane glorie, want vijftig jaar geleden genoot deze zone een reputatie als orchideeënvindplaats.
Hoe verander je een banale maisakker op enkele jaren tijd in een groene natuuroase? Leg een poel aan. De Vallenbospoel is één van de paradepaardjes van het Dilbeekse Poelenplan. De oevers krioelen van de bijzondere soorten en het water wemelt van het leven: insecten, vlokreeftjes, slakken, amfibieën... We gaan het kleine grut eens goed bekijken onder loep en binoculair. 16 mei Parking voetbalveld Wolfsputten, Stationsstraat, Dilbeek
Bijzonder bezige beestjes
In de jaren 1980 lag langs de Stationsstraat een illegaal puinstort. Maar de natuur heeft het opnieuw veroverd en vandaag wonen er 400.000 bijen in de bijenstand van de Vlaams-Brabantse imkervereniging. We leren er de bijzonder bezige wereld van de bijen kennen én hun belangrijke rol in de natuur.
30 mei Parking gemeentehuis, Gemeenteplein, Dilbeek
Vliegensvlugge vorkstaarten De grootste gierzwaluwkolonie van Dilbeek nestelt sinds jaar en dag in het gemeentehuis. En het Neerhof is een geliefde pleisterplaats voor boerenzwaluwen. U verneemt alles over deze bijzondere soorten, hun problemen en de oplossing daarvan. Door de telescoop kan u ze van dichtbij gade slaan. 13 juni kruispunt IJsbergstraat-Oude Geraardsbergsestraat
Precieuse pronkstukken
Orchideeën zijn kieskeurig qua standplaats en daardoor zeldzaam. Dat ze sinds enkele jaren opduiken in de Dilbeekse wegbermen is de verdienste van een aangepast beheer. Maak kennis met deze prachtige planten en hun boeiende leefwereld.
Gemeente Dilbeek ondertekent als eerste in West-Brabant
Charter voor Biodiversiteit De Verenigde Naties riep 2010 uit tot het “Internationaal Jaar van de Biodiversiteit”. Dit jaar stelt alle bewoners van de planeet voor een uitdaging van formaat : de dringende noodzaak om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen. Dilbeek neemt de handschoen op: in het “Charter voor Biodiversiteit”, dat op 1 maart werd ondertekend, engagereren de gemeente en Natuurpunt zich om hier samen werk van te maken. Het Charter vertrekt van een aantal pertinente vaststellingen. In de eerste plaats dat de biodiversiteit ondanks ronkende verklaringen nog altijd achteruit gaat en niet alleen de natuur maar ook mens en maatschappij daar negatieve gevolgen van ondervinden. Het behoud van soorten is van cruciaal belang voor het behoud van gezonde ecosystemen en die zijn op hun beurt onmisbaar voor het voortbestaan van de mens. Een tweede belangrijke vaststelling is dat geen enkele instantie het probleem in zijn eentje kan gaan oplosssen. Alleen een wereldwijde gezamenlijke inspanning van burgers, verenigingen, bedrijfswereld en overheden kan het tij keren. Actie op het lokale niveau is daarbij heel belangrijk want gemeenten spelen een sleutelrol op een aantal essentiële domeinen – zoals ruimtelijke ordening en groenvoorziening – en beschikken over degelijke kanalen om een
groot publiek te sensibiliseren en te activeren. Een laatste vaststelling is dat voor een aantal soorten dringend actie vereist is, willen we ze niet verliezen. Vanuit deze vertrekpunten formuleert het Charter een reeks principiële doelstellingen (zie kader) en praktische acties die zijn ingedeeld in vijf thema’s: planologie, openbaar groen, het randstedelijk weefsel, het landelijk gebied en modelprojecten. Planologische ondersteuning van de biodiversiteit • Opstelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de regularisatie van zonevreemde natuurgebieden. In aanmerking komen onder andere zones in de valleien van de Plankenbeek, de Molenbeek, de Koebeek en de Broekbeek, gebieden op de Molenberg en rond het IJsbos. • Medewerking aan elk ruimtelijk uitvoe-
ringsplan dat streeft naar de versterking van de Groene Gordel. Daarbij wordt gezocht naar aansluiting bij initiatieven in de buurgemeenten, zoals het ontwikkelingsplan voor de Molenbeekvallei te Asse.
Biodiversiteit in het openbaar groen • Invoering van de basisregel dat bij de inrichting en het onderhoud van openbaar groen nooit biodiversiteit verloren mag gaan en opstelling van een bundel van richtlijnen ten behoeve van de interne en externe medewerkers om dit te garanderen. • Opmaak van een plan om biodiversiteitsbevorderende elementen als perkjes met nectar- en waardplanten voor vlinders, insektenhotels, vleermuiskasten, voederplanken... te integreren in het openbaar groen. Om de betrokkenheid van de burger te verhogen wordt onderzocht hoe deze infrastructuur in samenwerking met buurtbewoners of scholen kan worden beheerd (b.v. via peterschapsovereenkomsten) en kan worden gebruikt bij sensibilisering en educatieve acties. • Uitwerking van steunmaatregelen uit om school- en buurtprojecten rond biodiversiteit te stimuleren. Biodiversiteit in het randstedelijk weefsel • De burger informeren over de mogelijk-
Principiële doelstellingen heden om de biodiversiteit in de woonkernen zo goed mogelijk te handhaven of zelfs te verbeteren via communicatie en voorlichting over onderwerpen als natuurvriendelijk tuinieren, groendaken, stoeptuinen, nestkasten, wintervoedering van tuinvogels, tuinvijvers, enz. • De gemeente adopteert een of meerdere bedreigde soorten uit het urbane ecosysteem en voert specifieke beschermingsmaatregelen uit. Soorten die daarvoor in eerste instantie in aanmerking kom zijn de Provinciaal Prioritaire soorten* geselecteerd door de provincie VlaamsBrabant. • De gemeente gaat bij het verlenen van vergunningen na of het redelijkerwijs mogelijke is gedaan om de biodiversiteit te vrijwaren (cfr. de zorgplicht uit artikel 14 van het Decreet op het Natuurbehoud). Biodiversiteit in het landelijk gebied • De burger en inzonderlijk de landbouwers informeren over de mogelijkheden om de biodiversiteit in het landelijk gebied zo goed mogelijk te handhaven of zelfs te verbeteren via geregelde communicatie en voorlichting over onderwerpen als fauna-bufferstroken, leeuwerikvlakjes, hagen en houtkanten, poelen, effecten op de vegetatie van vraat en betreding door paarden, enz. • De gemeente adopteert een of meerdere bedreigde soorten uit het rurale ecosysteem en voert specifieke beschermingsmaatregelen uit. Soorten die daarvoor in eerste instantie in aanmerking kom zijn de Provinciaal Prioritaire soorten* geselecteerd door de provincie VlaamsBrabant. • De gemeente promoot preventie en treedt
waar mogelijk streng op tegen het storten van (groen)afval in natuurgebieden. • Verdere uitwerking van initiatieven om het gebruik van pesticiden terug te dringen. • De gemeente werkt haar bermbeleid verder uit met het oog op de optimalisering van de biodiversiteit. • De gemeente stelt een subsidiereglement op voor de ondersteuning van de aankoop van natuurgebieden door erkende terreinbeherende natuurverenigingen. Modelprojecten In iedere deelgemeente realiseert de gemeente een modelproject dat aantoont hoe biodiversiteit behouden kan blijven. Hierbij kan gedacht worden aan: • Dilbeek: de Broekbeek als groene ader in het stedelijk weefsel • Groot-Bijgaarden: gefaseerde heraanplant van de linden aan de Pelgrims de Bigardlaan • Sint-Ulriks-Kapelle : Kasteel La Motte: paddenstoelenvriendelijk beheer van bos- en grasland • Sint-Martens-Bodegem: Castelhof : een broedwand voor ijsvogel en nestkasten voor gele kwikstaart • Itterbeek: opmaak van een herstelplan voor de boomgaard aan het kerkje van Sint-Anne-Pede • Schepdaal: natuurinrichting van de graslanden achter het watermolendomein van Sint-Gertrudis-Pede Deze acties werden niet alleen onderschreven door de beleidsverantwoordelijken, maar ook haalbaar bevonden door de betrokken administraties die mee zullen instaan voor de realisatie. Nu is het kwestie van aanpakken en doorzetten. En daar gaat Natuurpunt zich voluit voor inzetten.
Vlaams-Brabant start biodiversiteitscampagne Onder de noemer ‘Je hebt meer buren dan je denkt’ lanceert de provincie een meerjaren-actie rond biodiversiteit. Daarin staan de ‘koesterburen’ centraal: soorten die omwille van hun zeldzaamheid of hun achteruitgang verdienen gekoesterd te worden. De ‘koesterburen’ voor Dilbeek zijn eikelmuis, veldleeuwerik, gierzwaluw, boerenzwaluw, bosorchis, fijngeschubde aardtong, papegaaizwammetje, ijsvogel, laatvlieger en sleedoornpage. Deze soorten zullen dan ook voorop staan in de uitwerking van het Charter.
De ondertekenaars engageren zich om: 1. zich aan te sluiten bij de door de IUCN gelanceerde en door de Europese overheid ondersteunde campagne ‘Countdown 2010’ met de doelstelling het verlies aan biodiversiteit tegen 2010 terug te dringen. 2. de nodige deskundigen en betrokkenen (waaronder Natuurpunt) te horen of samen te roepen om de nodige adviezen en kennis in te zamelen voor de bijsturing van lopende en de ontwikkeling van bijkomende initiatieven inzake biodiversiteit. 3. het maatschappelijk draagvlak voor de versterking van de leefgebieden en het soortenbeleid te bevorderen door gerichte communicatie met het publiek en door de betrokkenheid van de mensen t.o.v. de omgevende natuur en het landschap te vergroten. 4. het beleid en de maatregelen m.b.t. biodiversiteit af te stemmen op duidelijke en meetbare doelen m.b.t. leefgebieden en soorten, volgens vast te leggen prioriteiten en een concreet stappenplan. 5. voorrang te geven aan de meest bedreigde en kwetsbare leefgebieden, dier- en plantensoorten en kwetsbare ecosystemen waarbij een bovenregionale en (inter)nationale verantwoordelijkheid in het spel is. Hierbij worden de Vlaamse ‘rode lijsten’ en de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn als leidraad gebruikt. 6. voor het grondgebied van de gemeente de bestaande gegevens over de soorten en de leefgebieden van de Vlaamse ‘rode lijsten’ en de Europese habitatrichtlijn overzichtelijk samen te brengen, gebruik makend van de biologische waarderingskaart, de verspreidingsatlassen en de informatie van plaatselijke deskundigen (waaronder Natuurpunt). 7. biodiversiteit systematisch als een volwaardig criterium te hanteren bij alle beleidsplannen en –maatregelen. 8. de diverse voorgestelde acties met middelen en mensen door het bestuur te laten goedkeuren. Deze acties veronderstellen een versterkte samenwerking met de doelgroepen, waaronder de natuurbeweging en andere ruimtegebruikers. 9. de initiatieven ter versterking van de biodiversiteit uitgaande van burgers verenigd in organisaties van het middenveld (waaronder Natuurpunt) te ondersteunen. 10. het beleid te richten op de duurzame instandhouding van de bestaansvoorwaarden van de desbetreffende leefgebieden en soorten.
De laatvlieger houd Vleermuizen zorgen voor een enorme biodiversiteit. Met ongeveer een duizendtal soorten vormen ze ¼ van alle zoogdieren. In Vlaanderen komen een twintigtal soorten voor. De dwergvleermuis kan je omzeggens op elke straathoek tegenkomen, zelfs in redelijk dichte bebouwing. In groene buitenwijken en dorpen deelt hij zijn biotoop met een soort die zowel voor haar onderkomen als voor haar jachtgebieden is gebonden aan een cultuuromgeving: de laatvlieger. Om even bij cultuur te blijven: het eerste lid van zijn wetenschappelijke naam Eptesicus serotinus stamt uit het Grieks en betekent iets als ‘ik vlieg rond het huis’, het tweede is afgeleid van serus, het Latijnse woord voor laat. De naam is goed gekozen, want de laatvlieger verblijft vrijwel altijd in gebouwen – met een uitgesproken voorkeur voor grote zolders met houten balken – en vliegt later uit dan de andere soorten: zo’n drie kwartier na zonsondergang.
Winter- en zomerverblijven Veel vleermuissoorten zoeken ’s winters plaatsen op met een hoge luchtvochtigheid om verdroging te voorkomen: kelders, bunkers, grotten. De laatvlieger doet dit niet. Hij overwintert altijd bovengronds en vaak op vrij droge plaatsen zoals kerkzolders en spouwmuren van huizen. Op dit soort plaatsen is hij ook ’s zomers te vinden. Kolonies zitten dikwijls goed ver-
borgen tussen het timmerwerk en de dakpannen. Ze gebruiken vooral spleetvormige toegangen om in het gebouw te geraken, maar benutten ook grotere invliegopeningen. Ze delen hun onderkomen geregeld met dwergvleermuizen en grootoren. Laatvliegers bewonen een netwerk van verschillende huizen die op een afstand van hooguit en-
kele honderden meters van elkaar liggen. Ze verhuizen soms wel, maar zijn in principe erg plaats- en gebiedstrouw. Soms wordt hetzelfde huis jaar na jaar als verblijf gebruikt.
Voeding De laatvlieger foerageert in open en halfopen landschappen. Het is een soort die sterk gebonden is aan kleinschalige landbouwgebieden met veel landschapselementen en extensieve veeteelt. Ze jagen ook in parkachtige landschappen en moerassige gebieden. In dorpen en aan de rand van steden kan men in de schemering laatvliegers jacht zien maken rond lantaarnpalen, in tuinen en in parken. De jachtgebieden liggen op korte afstand van de kolonieplaats. De verplaatsingen verlopen langs landschapselementen, maar zijn hieraan niet strikt gebonden. Door kun krachtige bouw, kunnen ze beter dan de meeste soorten een vlucht over open terrein aan. Laatvliegers jagen zelfs liefst boven open terrein, maar wel in de beschutting van op-
gaande elementen, zoals bosranden, heggen en lanen. Ze vliegen in rechte banen met trage vleugelslag op een hoogte van 2 tot 10 meter. Met hun brede vleugels zijn ze zeer wendbaar en laten soms spectaculaire achtervolgingen zien met duikvluchten tot vlak boven de grond. Ze zijn ook in staat om praktisch ter plaatse te blijven wiekelen en insecten van de bladeren te grissen in een boomkruin. Ze blijven niet lang op dezelfde plaats rondhangen: van 20 minuten tot hooguit een uur. Het dieet bestaat vooral uit nachtvlinders en kevers – liefst grote, zoals mei- en mestkevers – die ze soms dicht bij de grond gaan opscheppen. Ook allerhande muggen en vliegen staan op het menu. Ze werken de prooi naar binnen in de vlucht.
De wijfjes verzamelen zich vanaf half april in kraamkolonies die doorgaans 40 à 50 dieren tellen. De jongen worden geboren vanaf de eerste helft van juni. In onze contreien krijgen ze één jong. Ze beginnen te vliegen vanaf 4 à 5 weken en in hun 6e levensweek zijn ze zelfstandig. Dat is dus eind juli/begin augustus. Eind augustus worden de kraamkamers verlaten.
Levensverwachtig Laatvliegers kunnen een hoge leeftijd bereiken voor zo’n kleine dieren. Het hoogste leeftijd bereikt in het wild was 19 jaar. Maar 20 tot 30% van de jongen overlijdt in de eerste maanden. Na het eerste levensjaar steigt de overlevingskans naar 73%.
dt van cultuur Sonar
Herkenning
Bij de jacht maken ze gebruik van echolocatie of sonar om zich te oriënteren en hun prooien te localiseren. Via hun mond stoten ze ultrasone, voor de mens onhoorbare, geluiden uit. Wanneer de geluidsgolven op een object botsen, dan ontstaat er een echo die wordt opgevangen door de gevoelige vleermuisoren. In de hersenen worden al deze signalen verwerkt en krijgt de vleermuis een ‘beeld’ van zijn omgeving. De laatvlieger heeft een zogenaamde fmQCF sonar. Dit is een sonar met korte pulsen met een steil frequentie verloop gevolgd door een gedeelte met een quasi constante frequentie. Bij de laatvlieger ligt de nadruk op het QCF-gedeelte. Dit type van sonar geeft vooral informatie over veraf gelegen voorwerpen. De frequentie van de geluidsgolven gaat van 25 tot 55 kHz. Op een bat detector is de laatvlieger het best te horen op 28 kHz: dat is lager dan bij de meeste soorten, maar hoger dan bij de rosse vleermuis. Het geluid klinkt als een hard en afgemeten redelijk rustig herhaald “tap”.
In de vlucht valt in de eerste plaats de grootte op: de vleugelspanning bedraagt wel 38 cm en de vleugels zijn breed. De laatvlieger vliegt in lange banen met wijde bochten en plotselinge uitvallen. In de hand vormen de bijzonder donkere kop en oren een duidelijk kenmerk, net als de staart die een vijftal mm buiten de vlieghuid uitsteekt. De rug is donkerbruin met een pruim- of kastanjekleurige zweem.Vaak zijn haartoppen iets bleker of goudkleurig. De buik is lichter van kleur.
Voortplanting Over het paargedrag is vrijwel niets bekend. In gevangenschap gehouden laatvliegers paarden in september/oktober. Na de paring worden de eicellen niet direct bevrucht, de zaadcellen worden door het vrouwtje de hele winterslaap in de baarmoeder opgeslagen. De rijping van de eicel, de eisprong, de bevruchting en de daarop volgende ontwikkeling van de vrucht gebeurt pas na het ontwaken uit de winterslaap in het voorjaar.
Beschermingsmaatregelen De laatvlieger houdt – net als de grootoor en de zeldzame ingekorven vleermuis – van grote open zolders en schuren met houten constructies. Om de toegankelijkheid te verbeteren of te herstellen, kunnen speciale vliegopeningen worden ingericht, best aan de donkere kant van het gebouw om te vermijden dat de vleermuizen een makkelijke prooi worden voor uilen of katten. De lichtinval binnen het vleermuisverblijf minderen maakt het aantrekkelijker. Door de ruimte te compartimenteren met tussenschotten of deuren ontstaan micro-klimaten waaruit de dieren kunnen kiezen naargelang de omstandigheden. Ook speciale vleermuiskasten kunnen hierbij helpen. Kerktorens afsluiten voor duiven is goed voor vleermuizen, tenminste als dat niet gebeurt met kippengaas want daar raken ze makkelijk in verstrikt. En bij een eventuele behandeling van het hout moet altijd gekozen worden voor vleermuisveilige produkten. Er is dus heel wat mogelijk om de laatvlieger te helpen.
Vleermuisonderzoek in Dilbeek: doe mee! In 2007 zijn we gestart met een grootscheeps vleermuisonderzoek in Dilbeek. De ambitie is het hele straten- en padennet van Dilbeek af te lopen met de bat detector om te luisteren waar de beestjes zich ophouden. Zo ontdekken we in de eerste plaats hun jachtterreinen en de routes die ze volgen om die te bereiken. Door die in omgekeerde richting te volgen – wat wel makkelijker is gezegd dan gedaan – moeten we in een tweede fase dan hun vaste verblijfplaatsen op het spoor komen.Vooral het vinden van kraamkolonies is belangrijk. Het doel van dit project is de nodige informatie bijeen te rijven om een gemeentelijk vleermuisbeschermingsplan uit te werken. Tot nu toe is ongeveer een derde van de gemeente aan bod gekomen. Als we er met een groepje gemotiveerde mensen serieus werk van maken, moeten we dit jaar het overige gedeelte afgewerkt krijgen. Om mee te doen is geen enkele voorkennis vereist. De methodiek is heel eenvoudig en je kan ze op een uurtje leren.
Demo-wandeling Wie graag wil meedoen, komt best naar de demo-wandeling van zaterdag 14 mei. Samenkomst op de parking van het station van Dilbeek om 21 u. Geef vooraf wel een seintje aan Marc Bruneel (gsm 0474 41 48 25 of info@natuurpuntdilbeek. be) om je komst te melden
Interessante insecten op de Thaborberg
Op 9 mei 2009 organiseerde Natuurpunt Dilbeek een planteninventarisatie op de Thaborberg. Ik was van de partij, maar aangezien fauna mij meer interesseert dan flora, ging mijn aandacht meer naar de insecten en andere ongewervelden die ik waarnam tijdens de inventarisatie, dan naar de planten. Gewapend met mijn fototoestel met macrolens maakte ik op vrij korte tijd foto’s van ongeveer 35 soorten insecten, slakken en spinnen. Vooral twee grote rode kevers sprongen in het oog: de zwartkopvuurkever (Pyrochroa coccinea) en de rode boktor (Pyrrhidium sanguineum). Van deze beide kevers leeft de larve in dood hout. In tegenstelling tot de larve van de rode boktor, die net zoals die van andere boktorren het hout vreet waarin ze leeft, lust de larve van de zwartkopvuurkever geen hout. Het zijn daarentegen echte jagers met stevige kaken en zes kleine pootjes die zich voeden met de larven van andere hout etende insecten (zoals boktorren) en andere diertjes zoals wormen. Een ander interessant insect dat een beetje lijkt op een kever, maar er geen is, is de bloedcicade (Cercopis vulnerata). Cicaden behoren samen met de wantsen, bladluizen en schildluizen tot de orde
van de Hemiptera of snavelinsecten. De bekendste cicaden zijn de zangcicaden, die vooral in Zuid-Europa voorkomen en een luide krekelachtige ‘zang’ laten horen. De bloedcicade is geen zangcicade, maar een schuimcicade. De witachtige nimfen ontwikkelen zich onder de grond op verschillende soorten plantenwortels en leven meestal in groepen bijeen. Bij de voedselopname wordt rijkelijk veel vocht opgezogen dat met eiwitten wordt vermengd. Bij de uitscheiding wordt er van achteren uit lucht in het mengsel gepompt waaruit schuim ontstaat, dat snel stevig wordt. Het schuim dient tegen verdroging en als beschermde omgeving tegen natuurlijke vijanden. De vierde foto is er een van de gewone oorworm (Forficula auricularia). Oorwormen vormen een aparte orde in de insectenwereld: de Dermaptera. Dit zijn langwerpige insecten die aaseters zijn of leven van plantenresten. Ze hebben tangachtige cerci achteraan het achterlijf. Bij de mannetjes zijn deze meestal sterk gebogen, en meer recht bij de wijfjes. Het exemplaar op de foto is dan ook een vrouwtje. Lieven Roesems
1
2 3 4
1. rode boktor (Pyrrhidium sanguineum) 2. zwartkopvuurkever (Pyrochroa coccinea) 3. bloedcicade (Cercopis vulnerata) 4. oorworm (Forficula auricularia)
Sleedoornpage gevonden in de Wolfsputten De sleedoornpage staat op de Vlaamse Rode Lijst als bedreigd aangemerkt. Het is dus raadzaam de populaties goed op te volgen. In 2007 waren eitjes gemeld in de Wolfsputten in de buurt van het infobord aan de d’Arconatistraat. Daarom kamde een groepje speurders op een frisse februaridag dezelfde omgeving af. Met succes: er werden 5 eitjes ontdekt. De sleedoornpage houdt dus blijkbaar stand in de Wolfsputten. Andere vindplaatsen zijn voor Dilbeek (nog) niet bekend. Het loont dus zeker de moeite om hier wat meer onderzoek aan te wijden.Te meer daar het een eenvoudige, maar spannende, bedoening is waar ook kinderen veel plezier aan kunnen beleven.
Nieuwe aankoop in het Begijnenborrebos Op 19 maart verkochten het OCMW van Dilbeek en de kerkfabriek Sint-Martinus een perceel van 29,60 are aan Natuurpunt. Het gaat om een interessant stukje met veel dood hout en zwammen. De kruidlaag is zeer gevarieerd met daslook naast narcis, boshyacint, bosanemoon, muskuskruid enzomeer. Het geplande beheer bestaat uit... niets doen, behalve zonodig de opslag van exoten wat terugdringen. Natuurpunt heeft in het Begijnenborrebos nu 7 percelen in beheer met een totale oppervlakte van 2,197 ha. Het hele bos beslaat 11,5 h. We danken de voormalige eigenaars voor hun aanbod en redelijke prijs.
Opnieuw illegale uitbreiding forellenkwekerij De forellenkwekerij die grenst aan het Begijnenborrebos is een nieuwe kweekvijver aan het aanleggen nabij een perceel in beheer bij Natuurpunt. Bij navraag op het gemeentehuis bleek geen vergunning te zijn afgeleverd. Het bedrijf is hiermee niet aan zijn proefstuk toe. Natuurpunt legt klacht neer.
De rode kelkzwam: een echte wintergast De winter is niet echt het paddenstoelenseizoen bij uitstek, maar sommige soorten verschijnen exclusief in dit barre jaargetijde. De zeldzame rode kelkzwam is er een van. Deze soort is duidelijk in opmars. Voor het jaar 2000 waren de vindplaatsen in Vlaanderen op één hand te tellen.Vandaag zijn er al 30 bekend, met de hoogste concentratie in Vlaams-Brabant. Dilbeek kent twee vindplaatsen: de Thaborberg en de Wolfsputten.
Op de lokatie waar de soort het eerst werd aangetroffen in de Wolfsputten, verschijnt ze al een paar jaar niet meer. Maar deze winter dook een nieuwe vindplaats op enkele honderden meter verder. Een derde Dilbeekse vindplaats op het spoorwegtalud te Sint-Anna-Pede ging verloren bij de GEN-werken. Deze winter poseerde de rode kelkzwam heel fotogeniek op het sneeuwtapijt.
Gemeentehuis klaar voor gierzwaluwen De voorbije maanden kreeg de voorgevel van het gemeentehuis een uitgebreide opknapbeurt. De dienst Patrimonium en de aannemer verdienen een pluim voor de stipte naleving van de maatregelen om daarbij de
gierzwaluwkolonie te vrijwaren. De schermen aan de voorgevel van het gemeentehuis verdwijnen begin april en zullen de terugkeer van de gierzwaluwen dus zeker niet hinderen.
Award voor natuur•contact Ter gelegenheid van de Algemene Vergadering van Natuurpunt te Mechelen op 27 maart laatstleden sleepte afdeling Dilbeek de award “Topteam Communicatie” in de wacht. Een toekenning die in de eerste plaats te danken is aan het lokale ledenblad dat u nu in handen hebt. Elk van de provinciale coördinatoren had twee lokale publicaties voorgedragen en uit die tien kandidaten pikte de award-commissie er zowaar de uwe uit! De combinatie van een geslaagd grafisch concept met een sterk accent op het visuele en de beknopte, heldere teksten kon de jury bekoren. Ook de website van Natuurpunt Dilbeek viel in de smaak. Uiteraard zijn de samenstellers bijzonder in hun hum met deze erkenning en vormt dit een mooie aansporing om het in de toekomst minstens zo goed of nog beter te doen.
Verhuur uw dak voor groene stroom Natuurpunt zet z’n schouders onder de promotie van zonne-
energie. Sinds de start van het project ‘Zonnen voor meer natuur’ in oktober 2008 plaatsten ruim 650 leden via Natuurpunt en Linea Trovata zonnepanelen op hun woning. Nu komen we met een originele formule voor eigenaars van gebouwen met grote dakoppervlakten: verhuur uw dak. Gratis zonnepanelen op grote gebouwen Heel veel daken van scholen, bedrijven, boerderijen, ziekenhuizen, parochiezalen, enz. zijn prima geschikt om zonnepanelen op te plaatsen. Op dergelijke locaties is er plaats voor grote zonne-installaties die grote hoeveelheden groene stroom kunnen produceren. Natuurpunt wil zoveel mogelijk eigenaars van dergelijke gebouwen overtuigen om zonnepanelen te plaatsen. Ongeveer alle soorten daken komen in aanmerking. Belangrijk is wel dat de constructie sterk genoeg is om de installatie te dragen. Uiteraard moet de kwaliteit van de dakbekleding voldoende goed zijn zodat de zonne-installatie er minstens 25 jaar kan blijven staan. Maar investeren in dergelijke grote zonne-installaties is niet evident. Hoe begin je daar aan? Hoe raak je wegwijs in alle technische aspecten.
En hoe zit dat financieel? Linea Trovata en Natuurpunt hebben hiervoor een volledig uitgewerkt aanbod! Mogelijkheid 1: puur verhuur Je investeert zelf niets, maar laat dat over
aan Linea Trovata. Je verhuurt alleen je dak en krijgt hiervoor jaarlijks een huurprijs uitbetaald. Linea Trovata plaatst op zijn kosten de installatie en wordt eigenaar van de groene-stroomcertificaten én de stroom die deze zonne-installatie genereert. Linea Trovata verkoopt die stroom bij voorkeur aan de eigenaar van het gebouw en dat tegen een tarief dat heel wat lager ligt dan bij je gewone elektriciteitsleverancier. Mogelijkheid 2: gedeelde investering Je investeert samen met Linea Trovata in een zonne-installatie Bij deze formule verdelen de eigenaar van het dak en Linea Trovata onderling de investering. Het verdeelpercentage is af te spreken. De opbrengst van de groenestroomcertificaten en van de verkoop van elektriciteit wordt evenredig verdeeld.
Geïnteresseerd? Ben je geïnteresseerd in zonnepanelen op jouw gebouw? Of ken je iemand die interesse heeft? Bezorg ons alle gegevens via de website www.natuurpunt.be/zonnen. We nemen met jou contact op voor een plaatsbezoek om de mogelijkheden te bekijken. Heb je vragen? Neem contact op met Natuurpunt op 0478- 95 71 70.
Doe mee met het beheersklusteam! Voor beheerswerken op grote schaal is heel wat mankracht vereist, maar in de loop van het jaar vallen er ook heel wat kleinere klussen te klaren. Soms gaat het om noodinterventies,zoals een gevallen boom wegruimen, maar meestal om nietdringende kleine ingrepen: een tiental meter haag aanplanten, een afsluiting herstellen, een pad vrij maken voor een wandeling... Met een man of twee, drie is zo’n klus op enkele uren geklaard. Daarom zoeken we mensen die willen meewerken aan het beheersklusteam. De bedoeling is dat het team zelfstandig opereert en op een informele manier zijn eigen afspraken regelt. Wie wil meedoen contacteert Marc Bruylandt (0486 73 69 70 –
[email protected])
maak zelf uw
fruitwijn Fruit eigen tuin is gezond en lekker, maar wat als het een goed fruitjaar is met een overvloed aan bessen, appelen, peren of rabarber – al is dat dan geen fruit? Geen probleem: in vier lessen maakt Milieu Overleg Dilbeek u wegwijs in de kunst van de fruitwijnbereiding. Het Pajottenland heeft een lange traditie op dit vlak. Hendrik Dewalheyns is als lid van de Wijnmakersgilde een oude rot in het vak. Tijdens vier avondlessen onthult hij de geheimen van het vak: welk fruit is geschikt, wat met suiker, hoelang en onder welke omstandigheden laten gisten, overhevelen, filteren of niet, op flessen trekken. Om de grijze theorie wat op te fleuren wordt tijdens de lessen ook geproefd van verschillende fruitwijnen. De lessen gaan door in de Pedemolen op donderdag 22 april, 29 april, 6 mei en 20 mei telkens van 19 tot 21 uur. De deelname in de kosten bedraagt 20 €. Inschrijving liefst vóór 7 april bij Marieke Leemans 02 569 05 79 of door overschrijving van 20 € op rekening 979-3243711-36 van Milieu Overleg Dilbeek met mededeling ‘fruitwijncursus’.
Beheerswerken 24 april en 29 mei
Vrijwilligers gezocht! Natuurpunt Dilbeek beheert een tiental ha natuur. Een flink stuk daarvan is bos en vraagt weinig werk. Wat wèl inspanning vraagt zijn de graslanden en ruigtes. En toch is dat precies het soort terrein dat Natuurpunt het liefst in beheer neemt. Bossen zijn immers relatief goed beschermd en vereisen weinig onderhoud vanuit een natuurbeheersstrategie, want ze vormen het stabiele eindpunt van de ontwikkeling van de vegetatie in onze contreien. Graslanden en ruigtes daarentegen zijn tussenstadia in de evolutie en zonder beheer evolueren ze naar bos. Dat is niet altijd wenselijk, want hoe rijk een bos ook is, andere vegetatietypes hebben hun eigen specifieke natuurwaarden en dragen bij tot de verscheidenheid. Ze vormen een essentieel element van de natuurrijkdom en verdienen daarom wel een flinke inspanning.
24 april: Eerste werken op Fluxys terrein Eind vorig jaar kon Natuurpunt Dilbeek een nieuw perceel huren in de Zibbeekvallei. Het gaat om een stukje broekbos waar een gasleiding van Fluxys doorheen loopt. Op de kaalslag ter hoogte van de leiding ontwikkelde zich een vochtige ruigte met zegges, kattenstaart, moesdistel en moerasspirea (foto boven). Op zich is dit al een interessante vegetatie, maar misschien is er nog meer te vinden. Daarom gaan we over hele lengte van het terrein een strook van een tiental meter heel vroeg maaien om te zien of er nog andere soorten opduiken. Gezien het terrein is doorkerfd met diepe sporen van zware machines, gebruikt bij de aanleg of het onderhoud van de leiding, kan de maaibalk niet gebruikt worden en moet er worden
gewerkt met zeis en bosmaaier. Dit betekent dat er heel wat mankracht nodig zal zijn. Dus alle hens aan dek! Afspraak: 10 u, Steenbergstraat, Sint-Martens-Bodegem (kijk uit naar het Natuurpunt-spandoek)
29 mei: Maaibeheer op de Thaborberg Sinds 2003 maait Natuurpunt Dilbeek twee percelen op de Thaborberg. Tot nu toe helaas zonder spectaculaire resultaten. Wel is de stifstofminnende vegetatie al heel sterk afgenomen. Dat is bemoedigend. Ook de verschijning van agrimonie toont aan dat het de goede kant op gaat.Vorige winter zijn een aantal bomen aan de rand van één van de percelen geveld om méér zonlicht toe te laten op het grasland en te vermijden dat het perceel in de herfst overdekt raakt met vallende bladeren, die bij het verteren weer stikstof vrijgeven.Voor de beheersdag zoeken we zoals gewoonlijk vooral mensen die het maaisel bijeenharken en afvoeren. Afspraak: 10 u, Parking Zonnelied, Kattebroekstraat 199, Dilbeek Meedoen? Seintje naar Lien van Besien (0497/83 43 39 – lien.vanbesien@gmail. com). ’s Middags kan je rekenen op een versterkende hap als je je aanmeldt.
Kijk altijd op http://www.jnm.be/pajottenland/ voor het laatste nieuws over deze activiteiten
Lentewandeling in de Wolfsputten
natuur•ketten bezochten Darwin Op 6 februari beleefden de natuur•ketten het avontuur van de evolutie in de speciaal ingerichte galerij van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Leerrijk, maar vooral plezant vonden ze.
Leuk was ook dat ze Benjamin Smeets tegen het lijf liepen, een van onze trouwste natuur•ketten van de voorbije jaren die een fervent bezoeker van het KBIN blijkt te zijn en heel wat wist te vertellen.
Méér natuur•ket avonturen! 10/4 Moord in de Poel Er is een moord gepleegd in de poel! Hoe? Waarom? Door wie? We verdiepen ons in het slachtoffer, de doodsoorzaak én de moordenaar. Al speurend leren we het leven in en rond de poel kennen. 15/5 Kriebels in pijama Geel-zwart gestreepte beestjes steken gemeen. Waar of niet waar? Maken alle bijen honing? Hoe weten ze waar er nectar zit? En wat zijn die rare zespoters in een rood/ zwart-gestreept pakje? Een tochtje door de wondere wereld van de insecten.
5/6 Zoek een bloempje! In ons landje groeien er wel bijna 1500 soorten planten. Om ze te herkennen moet je op de juiste kenmerken letten. Dat gaan we leren en we maken ook een wetenschappelijke tekening maken van een bloem, want zo leer je goed te kijken. O, ja... we krijgen bij deze laatste activiteit ook nog ons natuur•ket-diploma. Telkens op zaterdag van 14 tot 17 uur. Bijdrage 5 € per activiteit voor wie nog niet was ingeschreven. Méér info bij Ignes Verstraete (02 466 55 85 of
[email protected])
Zaterdag 10 april 2010, 14-17u Afspraak: ingang Westrand Wie: piepers (7-12 jaar) Info: Hannes Van Haver (hannes_van_haver@hotmail·com, 0497/37 43 04, 054/56 81 98) Vandaag ziet het gras nog net iets groener dan enkele dagen geleden, staan er al heel wat bloemetjes in bloei, je ruikt een frisse en vernieuwende geur, je zag enkele lammetjes buiten huppelen: de lente weer is ingetreden. Tijd om buiten te komen! Na deze activiteit kennen jullie alles van de planten en beestjes die in de lente in de Wolfsputten voorkomen!
Fietsuitstap Doode Bemde Vrijdag 16 april, 8u45 - 19u Afspraak: rondpunt in Gooik Wie: gewone leden en ini’s (+ 12 jaar) Info: Stien Van Liedekerke (stienvanliedekerke@gmail·com, 0476/71 59 84, 054/56 80 88) De Doode Bemde bij Oud-Heverlee is zonder meer het meest waardevolle natuurgebied in dit deel van de Dijlevallei. De naam betekent zoveel als onbruikbare graslanden. Het is een natuurlijk alluviaal rivierecosysteem zodat de ecologische rijkdom logischerwijze meegroeit. We fietsen tot Erasmus. Daar springen we in de metro die ons naar Stokkel voert. Dan fietsen we nog een laatste 15km tot aan “the place to be”.
Contacten Natuurpunt Dilbeek Algemene zaken Marc Bruneel, voorzitter, 0474/41 48 25 –
[email protected] of Eric De Jonge, secretaris, 02/567 04 38 –
[email protected] Natuur•ket (jongerenwerking): Ignes Verstraete 02/466 55 85 –
[email protected] Beheerswerkgroep Lien van Besien 0497/83 43 39 –
[email protected] Beheersklusteam Marc Bruylandt 0486/73 69 70 –
[email protected] Vogelwerkgroep Elisabeth Godding 02/649 00 90 –
[email protected] Inschrijving voor activiteiten Louis De Leeuw 02/569 27 28 –
[email protected] rekening: 000-3250101-19 Natuur•contact, website, natuurstudie Marc Bruneel (zie hoger) Website www.natuurpunt-dilbeek.be