Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader
Versie FZ 2011, 1.0
Utrecht, oktober 2010
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
1
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 2 3 3.1 3.2 3.3 4 4.1 4.2 5 6 6.1 6.2 6.3 7 8 8.1 8.2 8.3 9 9.1 9.2 9.3 10 10.1 10.2 11 11.1 11.2 11.3 12 13 14 14.1 14.2 14.3 15
Inleiding Doel van het kostprijsmodel Leeswijzer Wijzigingen ten opzichte van kostprijsmodel DB(B)C FZ 2010 versie 1.1 Gehanteerde uitgangspunten Kostprijsmodel Opdrachtformulering werkgroep Kostprijzen Door de werkgroep Kostprijzen DB(B)C FZ vastgestelde uitgangspunten Technische uitgangspunten voor de kostprijsbepaling Het kostprijsmodel op hoofdlijnen Schematische weergave van het kostprijsmodel Korte beschrijving van het kostprijsmodel Het kostprijsmodel in stappen Bepalen kostendragers (stap 1) De achtergrond van de kostendragers Categorieën kostendragers Vaststellen kostendragers per instelling in overleg met projectleider Bepalen totale instellingskosten, geordend naar het rekeningschema (stap 2) Uit te sluiten kosten uit de kostprijsberekening (stap 3) Waarom kosten uitsluiten? Hoe kosten uitsluiten? Welke kosten uitsluiten? Toerekenen kosten aan hulpkostenplaatsen (stap 4) Typen hulpkostenplaatsen Spelregels bij kostentoerekening aan hulpkostenplaats Kostentoerekening aan hulpkostenplaatsen I en II Toerekenen kosten aan hoofdkostenplaatsen/kostendragers (stap 5) Hoofdkostenplaatsen = kostendragers Aanwijzingen bij de kostentoerekening aan hoofdkostenplaatsen / kostendragers Toerekenen kosten specifieke hulpkostenplaatsen categorie I aan hoofdkostenplaatsen/kostendragers (stap 6) Soorten hulpkostenplaatsen Toewijzen kosten hulpkostenplaatsen (I) aan clusters kostendragers Toerekening van kosten hulpkostenplaatsen (I) via verdeelsleutels Toerekenen kosten generieke hulpkostenplaatsen categorie II aan kostendragers (stap 7) Totaliseren toegerekende kosten per kostendrager (stap 8) Kostprijzen per kostendrager (stap 9) Het relateren van kosten en productie Benadering productievolume Het uitvoeren van de delingscalculatie Kostprijs per DB(B)C (stap 10)
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
2
4 4 5 6 8 8 9 11 13 13 13 15 16 16 16 19 20 21 21 21 22 26 26 27 28 37 37 37 40 40 40 41 43 44 45 45 45 50 51
Bijlagen: 1. Begrippenlijst 2. Lijst kostendragers 3. Toelichting preventie en dienstverlening 4. Beroepsopleidingen opleidingsfonds 5. Kostprijsmodel zelfstandig gevestigde behandelaren 6. Overzicht toerekenen kostengroepen 7. Definities dagbesteding 8. Strafrechtelijke titels 9. Deelnemers werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
3
1 1.1
Inleiding Doel van het kostprijsmodel 1
Het project DB(B)C Forensische Zorg in strafrechtelijk kader (FZ) heeft onder andere tot doel het 2 ontwikkelen van een (kosten)homogene en medisch herkenbare productstructuur DB(B)C FZ, die bestaat uit de zogenaamde productgroepen. Deze productgroepen bestaan uit DB(B)C’s, Diagnose Behandeling (Beveiliging) Combinaties, met een vergelijkbaar zorgprofiel. DB(B)C’s bestaan uit twee onderdelen: ten eerste de typering van de patiënt en ten tweede de activiteiten en verrichtingen die voor deze patiënt uitgevoerd zijn. Voor de afzonderlijke uurtarieven (die via tijdschrijven worden gebonden aan de activiteiten) en verrichtingen kunnen er kostprijzen bepaald worden. De kostprijs van een DB(B)C bestaat uit de optelsom van de kostprijzen van de onderliggende activiteiten en verrichtingen. Doelstelling is dat zorgaanbieders en de inkooporganisatie van het ministerie van Justitie (hierna inkooporganisatie) in het eindmodel afspraken met elkaar maken over prijs, volume en kwaliteit van DB(B)C's. Voor een nadere toelichting op de DB(B)C-systematiek verwijzen wij u naar de website van het programma Vernieuwing Forensische Zorg (VFZ) ( www.vernieuwingforensischezorg.nl ). Uit bovenstaand doel van het project DB(B)C FZ zijn twee hoofdfuncties van kostprijsbepaling af te leiden: 1. Instellingen die forensische zorg in strafrechtelijk kader leveren zullen conform dit model kostprijsgegevens aanleveren. De kostprijsinformatie die door de instellingen wordt aangeleverd, wordt gebruikt bij het beoordelen van de productstructuur DB(B)C FZ op kostenhomogeniteit. Gedurende de doorontwikkeling van de productstructuur zal de nadruk liggen op de eenduidige toepassing van dit kostprijsmodel teneinde over vergelijkbare kostprijsgegevens te beschikken (opdat zinvolle analyses kunnen worden uitgevoerd). 2. Zorgaanbieders zullen bij invoering van de DB(B)C-financiering behoefte hebben aan inzicht in de kostprijzen van DB(B)C’s, teneinde zich goed voor te kunnen bereiden op de te maken afspraken met de inkooporganisatie. Het ontwikkelde kostprijsmodel vormt hiervoor in het eindmodel een hulpmiddel voor zorgaanbieders.
1
DB(B)C FZ geldt voor forensische zorg in strafrechtelijk kader welke valt onder de in bijlage 7 genoemde strafrechtelijke titels. 2 Zie definitie bijlage 2
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
4
1.2
Leeswijzer
De DB(B)C systematiek is opgesteld volgens het principe DBC GGZ tenzij… In het kostprijsmodel is dit principe ook gehanteerd. Slechts op enkele punten wijkt het model af. Deze rapportage bestaat uit de volgende onderdelen: Gehanteerde uitgangspunten Hoofdstuk 2 beschrijft de in het Kostprijsmodel gehanteerde uitgangspunten. Het kostprijsmodel op hoofdlijnen Hoofdstuk 3 beschrijft het kostprijsmodel op hoofdlijnen. Het kostprijsmodel in stappen De hoofdstukken 4 tot en met 14 bevatten een stapsgewijze, chronologische beschrijving van het kostprijsmodel.
Het kostprijsmodel voor Forensische zorg in strafrechtelijk kader Bij het ontwikkelen van het kostprijsmodel voor de DB(B)C systematiek voor de forensische zorg in strafrechtelijk kader is zoveel mogelijk aangesloten bij het kostprijsmodel DBC GGZ. Het belangrijkste verschil tussen de reguliere GGZ en de FZ is de beveiliging. De beveiliging komt tot uiting in de registratie en verantwoording over het door de zorgaanbieder geleverde beveiligingsniveau. De combinatie van het geleverde beveiligingsniveau en de verblijfsintensiteit is de verblijfssoort. De verblijfssoort is een aparte kostendrager en komt terug in het kostprijsmodel FZ. In aansluiting op de reguliere GGZ zijn voor de FZ de kapitaallasten vooralsnog uitgesloten van de kostprijsberekening. Het einddoel is om over te gaan op integrale tarieven. Wanneer dit besluit is genomen, zullen ook de kapitaallasten onderdeel gaan uitmaken van de kostprijsberekening. De werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ heeft de wijzigingen ten opzichte van het model DBC GGZ voorgelegd aan de klankborgroep bekostiging, waarna het kostprijsmodel wordt vastgesteld door de programmamanager VFZ. Wanneer de praktijktoets en/of de ontwikkelingen omtrent de kapitaallasten daar aanleiding toe geven, zal het kostprijsmodel bijgesteld worden.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
5
2
Wijzigingen ten opzichte van kostprijsmodel DB(B)C FZ 2010 versie 1.1
Het kostprijsmodel DB(B)C FZ 2011 is op vier onderdelen aangepast ten opzichte van het kostprijsmodel DB(B)C FZ 2010. De aanpassingen zijn ingegeven vanuit wijzigingen in het kostprijsmodel DBC GGZ 2011 en naar aanleiding van de werkelijke registratie van DB(B)C gegevens. Het kostprijsmodel is op de volgende punten aangepast: •
Ondersteunende beroepen als aparte generieke kosten onderscheiden; Binnen de FZ en GGZ is een aantal beroepsgroepen actief die zorgverlenend zijn, maar niet onder de CONO-beroepenlijst vallen. Het is voor deze beroepen niet mogelijk om binnen de DB(B)C tijd te schrijven voor de verrichtingen en behandelingen die zij uitvoeren. De inzet van ondersteuners is verdisconteerd in de uurtarieven van de tijdschrijvende CONO-beroepen. Dit zorgt voor een beperking in transparantie van zorgproductie, kosten en kwaliteit. Door de ondersteunende beroepen apart als indirecte kosten te onderscheiden, wordt inzicht verkregen in het kostenbeslag van de verschillende ondersteuners en op welke wijze zij aan CONO-beroepen worden toegerekend. Deze wijziging heeft met name invloed op het bepalen van de hulpkostenplaatsen (stap 4), toerekenen kosten hulpkostenplaatsen aan kostendragers (stap 6 en 7) en het totaliseren van toegerekende kosten per kostendrager (stap 8).
•
Klinisch neuropsycholoog opnemen in beroepen tabel In het model DB(B)C FZ 2011 wordt uitgegaan van de versie van de CONO beroepenstructuur die dateert van 9 februari 2010. In het kader van de DB(B)C registratie verantwoorden alleen die beroepen hun inzet in termen van tijdsregistratie die op de beroepentabel DB(B)C FZ zijn opgenomen. De klinisch neuropsycholoog is per februari 2010 als nieuw type beroep in deze beroepenstructuur onderscheiden. Deze wijziging heeft invloed op stap 1 ‘het bepalen van kostendragers’. Met de introductie van de klinisch neuropsycholoog op de DB(B)C beroepenlijst is tevens een kostendrager toegevoegd aan het kostprijsmodel. Hiermee wordt het voor zorgaanbieders inzichtelijk welke kosten door dit beroep gemaakt worden. Hierbij wordt aangesloten bij DBC GGZ waarbij in het kostprijsmodel DBC GGZ dit beroep op de beroepentabel is toegevoegd.
•
Wijziging subsidiebedrag opleidingskosten Sinds 1 januari 2007 is het opleidingsfonds geïntroduceerd voor het subsidiëren van zorgopleidingen. Dit fonds regelt de bekostiging van opleidingen tot bijvoorbeeld chirurg, radioloog, SEH-arts, jeugdarts, psychiater of psychotherapeut. De subsidiebedragen zijn terug te vinden in bijlage 4.
•
Aanpassing afbaking FZ-domein waarvoor de DB(B)C systematiek geldt Vanaf 1 januari 2011 wordt naast de DB(B)C-systematiek ook de ZZP-bekostiging/extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening van het domein waarvoor de DB(B)Csystematiek dan wel de ZZP-bekostiging/ambulante parameters van toepassing is, geldt het volgende:
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
6
Voor zorg in het kader van de behandeling van de patiënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DB(B)C-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan Sterk Gedragsgestoorde Licht Verstandelijk Gehandicapten. Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg mét behandeling geïndiceerd is. De ZZP-bekostiging/Extramurale parameters geldt voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: o Ambulante begeleiding (extramurale parameters) o Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s) o Zorg aan verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek De afbakening van het FZ-domein voor de DB(B)C systematiek is in het kostprijsmodel DB(B)C FZ 2011 ter verduidelijking toegevoegd. Deze kosten voor zorg die via ZZP’s of extramurale parameters wordt verleend, worden in stap 3 van de kostprijsberekening uitgesloten. Meer informatie over de afbakening van het domein van de DB(B)C FZ is te vinden in de spelregels DB(B)C FZ 2011.
Afwijkingen ten opzichte van kostprijsmodel GGZ •
Vrijheid in keuze verdeelsleutel: In het kostprijsmodel GGZ is er bij de toerekening van de specifieke hulpkostenplaatsen aan kostendragers een wijziging in het model. Een afwijking van de standaard verdeelsleutel is mogelijk als er een betere verdeelsleutel voorhanden is en is alleen gemotiveerd mogelijk. Deze moet leiden tot een zuiverder toerekening van kosten. Binnen de FZ is het niet mogelijk om af te wijken van de verdeelsleutels.
•
Preventie en dienstverlening: Preventie en dienstverlening zal als aparte NZa budgetparameter binnen de GGZ vervallen zodra de bekostiging via DBC’s gaat lopen. Door de continuering binnen de GGZ van het budget op basis van NZa-parameters kan het onderdeel preventie en dienstverlening in het kostprijsmodel op dezelfde wijze gehandhaafd blijven. Preventie en dienstverlening maakt (weliswaar tijdelijk en tekstueel) geen onderdeel meer uit van het kostprijsmodel DBC GGZ, maar in verband met de continuering van de budgetsystematiek is de tekst en bepaling nog wel opgenomen in het DB(B)C FZ kostprijsmodel.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
7
3 3.1
Gehanteerde uitgangspunten Kostprijsmodel Opdrachtformulering werkgroep Kostprijzen 3
Ten behoeve van de ontwikkeling van het kostprijsmodel heeft de adviescommissie DB(B)C FZ de werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ ingesteld. De werkgroep is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, toetsing en het onderhoud van het kostprijsmodel DB(B)C FZ. De opdracht aan de werkgroep kostprijzen is om een werkbaar kostprijsmodel te ontwikkelen waarmee zorgaanbieders in de FZ kostprijzen van DB(B)C’s kunnen berekenen. Het kostprijsmodel is gedefinieerd als een stelsel van begrippen, afspraken en rekenregels op basis waarvan op een eenduidige wijze kosten kunnen worden toegerekend aan de in het kader van de DB(B)C-systematiek in de FZ ontwikkelde activiteiten en verrichtingen (kostendragers). Ten behoeve van de ontwikkeling van het kostprijsmodel zijn door de adviescommissie DB(B)C FZ de volgende uitgangspunten vastgesteld: 1a. Het kostprijsmodel voor DB(B)C FZ moet zoveel mogelijk aansluiten bij het model dat in de GGZ is ontwikkeld Het te ontwikkelen kostprijsmodel dient omwille van de eenduidigheid zoveel mogelijk aan te sluiten bij het kostprijsmodel dat ten behoeve van de DBC’s in de geestelijke gezondheidszorg is ontwikkeld. Met deze 4 aansluiting wordt bewerkstelligd dat instellingen voor forensische zorg (FPA/FPK, TBS, GW, SGLVG , Verslavingszorg) zoveel mogelijk op dezelfde wijze kostprijzen kunnen berekenen. Afwijkingen van het model van DBC GGZ zijn uitsluitend gemotiveerd geoorloofd. 2. Het kostprijsmodel moet worden gebaseerd op de bij de gemiddelde zorgaanbieder gehanteerde wijze van kostprijsbepaling Er dient een uniform kostprijsmodel te worden ontwikkeld dat enerzijds kan voldoen aan de doelstelling van de kostprijsberekening in het kader van dit project en anderzijds met zo min mogelijk extra inspanning door zorgaanbieders kan worden gerealiseerd. Hierbij is aan de orde dat de ervaring met kostprijsbepaling in de GGZ beperkt is. Dit heeft als gevolg dat het model zo eenvoudig mogelijk van opzet moet zijn, waarbij de focus wordt gelegd op de hoofdlijnen van de kostprijsbepaling en niet op de details. 3. Aansluiting bij kostprijsmodel bij de opbouw tarieven voor AWBZ-functies Het deel van de GGZ-sector dat niet is overgeheveld naar het tweede compartiment, zal worden bekostigd op basis van de functiegerichte AWBZ-bekostiging. We streven daarom naar aansluiting in die zin dat het DBC-model en het kostprijsmodel aansluiten op (danwel converteerbaar zijn naar) productiecijfers en tarieven uitgedrukt in AWBZ-functies. 3
De adviescommissie bestaat uit de betrokken landelijke partijen die gezamenlijk opdrachtgever zijn van het project DB(B)C FZ: Ministerie van Justitie, GGZ Nederland, NZa, vertegenwoordigers uit het forensische domein (FPA/FPK, TBS, NIFP, GW, SGLVG, RIBW, Verslavingszorg). (De adviescommissie is in 2008 niet meer actief. De taken in relatie tot het kostprijsmodel zijn overgenomen door de klankbordgroep bekostiging). 4 Zorg aan verstandelijk beperkten die niet gericht is op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek valt buiten de DB(B)C systematiek.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
8
3.2
Door de werkgroep Kostprijzen DB(B)C FZ vastgestelde uitgangspunten
Met het ontwikkelen van het kostprijsmodel wordt een model nagestreefd dat voldoende flexibiliteit laat om lokale verschillen in bijvoorbeeld kostenplaatsen, functies of uitbestede activiteiten, tegemoet te kunnen treden. Gelijktijdig moet in het kostprijsmodel voldoende detaillering aanwezig zijn om vergelijking tussen de instellingen mogelijk te maken. Als aanvulling op de uitgangspunten geformuleerd door de Adviescommissie DB(B)C FZ, zijn bij de modelontwikkeling door de werkgroep Kostprijzen de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Het kostprijsmodel dient inzichtelijk en onderhoudbaar te zijn Dit uitgangspunt waarborgt dat de kostprijzen snel aan een veranderende situatie kunnen worden aangepast. Tevens maakt een dergelijke opzet het mogelijk dat zorgaanbieders die nog niet over kostprijzen beschikken, het kostprijsmodel op korte termijn kunnen invoeren. 2. Een kostprijs moet zoveel mogelijk integraal zijn Het streven is uiteindelijk dat de kostprijs van een DB(B)C integraal is, dus alle kosten bevat. Hierop gelden enkele uitzonderingen die in hoofdstuk 8 aan de orde komen. Daar wordt tevens beargumenteerd waarom de desbetreffende kostensoorten vooralsnog van de kostprijsbepaling worden uitgesloten. 3. Voor de rubricering van kostengegevens wordt gebruik gemaakt van het rekeningschema voor de zorginstellingen In het kostprijsmodel hanteren we de verdeling van instellingskosten in kostensoorten conform rubriek 4 van het rekeningschema voor de zorginstellingen uit 2003 (Prismant, publicatienummer 203.25). In Bijlage 6 is een overzicht opgenomen met de verdeling van kosten per kostengroep. Dit overzicht kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het toerekenen van kosten. Een punt van aandacht is dat er binnen het forensische domein zorgaanbieders zijn die gebruik maken van het DJI rekeningschema. In de tekst van het kostprijsmodel wordt conform het kostprijsmodel DBC GGZ de rubricering van het Prismant-rekeningschema aangehouden. Om de terminologie van beide rekeningschema’s op elkaar aan te laten sluiten is in bijlage 6 een vertaaltabel opgenomen van het Prismant en DJI rekeningschema. Indien een instelling één van de voorgaande rekeningschema’s niet volledig of eenduidig toepast, moet de instelling zelf de vertaalslag maken van het eigen rekeningschema naar de terminologie uit het kostprijsmodel. 4. Het uitgangspunt bij het bepalen van de kostprijzen zijn de feitelijke kosten en de feitelijke productie in een gegeven periode Bij de toepassing van het kostprijsmodel gaan we ervan uit dat de zorgaanbieder kostprijzen berekent op basis van de feitelijke kosten- en productiegegevens van het afgesloten boekjaar. Er worden derhalve nacalculatorische kostprijzen berekend en niet voorcalculatorisch op basis van een begroting.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
9
5. Aangepast kostprijsmodel vrijgevestigde De vrijgevestigde behandelaren komen niet voor binnen de forensische zorg. In de toekomst kan het mogelijk zijn dat vrijgevestigde behandelaren gaan toetreden. Voor de zelfstandig gevestigde behandelaren geldt een separaat en vereenvoudigd kostprijsmodel. Het kostprijsmodel van de zelfstandig gevestigde behandelaren bestaat uit drie componenten: - kosten in verband met onderhouden vakkennis - kosten in verband met uitoefenen vak - basistarief. De kosten in verband met het onderhouden van vakkennis en kosten in verband met uitoefening van het vak worden door iedere zelfstandig gevestigde praktijk berekend. Voor het basistarief wordt gekozen voor een praktische oplossing door uit te gaan van een basis uurtarief waarin de loonkosten op een fictieve wijze worden meegenomen. Immers, de ‘loon’-component (het inkomen) van een individuele, vrijgevestigde beroepsbeoefenaar laat zich minder eenvoudig toewijzen dan de kosten van iemand in loondienst. Dit is namelijk afhankelijk van de omzet (tarief * aantal), de praktijkkosten en lasten zoals de arbeidsongeschiktheid- en ziektekostenverzekeringen. Deze factoren zijn daarnaast weer afhankelijk van het bedrag dat de individuele zelfstandige onder aan de streep overhoudt. De vraag is vervolgens of dit bedrag dan het bedrag is dat als ‘loonkosten’ in het kostprijsmodel verwerkt zou moeten worden. Een normatieve benadering van de component biedt hierin geen uitkomst, simpelweg omdat een normatieve benadering niet de individuele werkelijkheid weerspiegelt. Voor de analyse is gekozen om het loonkostendeel aan te laten sluiten bij de resultaten zoals die zijn/worden berekend voor de psychiaters en de psychotherapeuten in loondienst bij de referentieinstellingen. Het betreft hier de mediaan over de directe kosten. Dit heeft tot gevolg dat de aangeleverde materiele kostprijsgegevens effect hebben op de landelijk gemiddelde kostprijzen en dat het inkomen van de zelfstandig gevestigde behandelaar hierin geen effect speelt. Op deze wijze is een heldere analyse mogelijk van de gegevens. Het gaat hier uitdrukkelijk niet om een inkomensdiscussie, alleen om de wijze voor een heldere data-analyse. Indien binnen een zelfstandige praktijk een andere dan hier opgenomen beroepsgroep actief is, kan voor de aanlevering van het uurtarief contact worden opgenomen met de projectorganisatie DBC GGZ. Het format voor kostprijsberekening van een zelfstandig gevestigde behandelaar is opgenomen in bijlage 5.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
10
3.3
Technische uitgangspunten voor de kostprijsbepaling
1. In het kostprijsmodel wordt ervan uitgegaan dat alle kosten variabel zijn De werkgroep Kostprijzen is zich bewust van het feit dat deze keuze niet de werkelijkheid weerspiegelt. Gezien de doelstelling van het gebruik van het kostprijsmodel in deze fase – het retrospectief bepalen van de kostprijzen om de praktische toepasbaarheid van het model te toetsen en om homogeniteitanalyses te kunnen uitvoeren – is dit uitgangspunt te rechtvaardigen. In het geval dat het kostprijsmodel, in de overgangssituatie van de huidige bekostigingssystematiek naar de DB(B)C-systematiek, dient als basis voor landelijke tarieven (zoals in de GGZ- en ziekenhuissector), is het gewenst dat wel rekening wordt gehouden met zaken als de reële bezettingsgraad, onderscheid vast/variabel en productiecijfers. 2. In het kostprijsmodel wordt een kostenplaatsmethodiek toegepast Met het gebruik van een kostenplaatsmethodiek wordt bewerkstelligd dat de toedeling van hele clusters van kosten aan kostendragers kan plaatsvinden en niet op het niveau van individuele kostensoorten hoeft te geschieden. 3. Kostendragers en hoofdkostenplaatsen Het bepalen van kostprijzen heeft allereerst betrekking op de personele en materiële kosten van de medewerkers en materiële voorzieningen die direct betrokken zijn bij het leveren van een activiteit of verrichting aan een patiënt en in direct contact met de patiënt staan: de primaire processen. Deze primaire processen kennen een causaal verband met de productie zoals die geregistreerd moet gaan worden. In een kostenplaatsmethodiek worden de afdelingen waar het primaire proces plaatsvindt (waar de productie wordt geleverd) meestal aangeduid als hoofdkostenplaatsen. In het DBC-kostprijsmodel in de somatische curatieve zorg is het goed mogelijk gebleken met een schema van hoofdkostenplaatsen te werken, aangezien tussen de ziekenhuizen weinig sprake was van verschillen in organisatie en naamgeving van patiëntgebonden afdelingen. In de GGZ blijkt dat ten aanzien van de hoofdkostenplaatsen (die organisatiedelen waar productie wordt gerealiseerd) door de diversiteit van instellingen tot op heden nauwelijks sprake is van uniforme toepassing van de kostenplaatsenstructuur. Naar het oordeel van de werkgroep Kostprijzen is het daarom niet haalbaar om tot een dusdanige grootste gemene deler in hoofdkostenplaatsen te komen die voor alle instellingen herkenbaar en toepasbaar zou zijn. Daarom wordt voor de kosten van het primaire proces gekozen voor een directe aansluiting tussen de kosten(soorten) en de kostendragers. Feitelijk komt dit erop neer dat de kostendragers als hoofdkostenplaats worden beschouwd. Deze systematiek zal tevens worden gevolgd in het kostprijsmodel voor de forensische zorg in strafrechtelijk kader. 4. In het kostprijsmodel wordt een tweetal typen hulpkostenplaatsen toegepast. Naast hoofdkostenplaatsen bestaan in een kostenplaatsenmethodiek hulpkostenplaatsen. Hulpkostenplaatsen zijn die organisatieonderdelen die ondersteunende of voorwaardenscheppende activiteiten uitvoeren ten behoeve van het primaire proces (en andere hulpkostenplaatsen). Het gaat hierbij derhalve om niet-patiëntgebonden afdelingen die niet rechtstreeks in contact met de patiënt staan. In het kostprijsmodel DB(B)C FZ worden twee typen hulpkostenplaatsen onderscheiden:
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
11
•
•
Hulpkostenplaatsen (specifiek) waarvan de kosten niet in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden, omdat ze slechts voor een cluster van kostendragers van toepassing zijn of niet voor alle kostendragers in een gelijke mate (hulpkostenplaatsen I). Hulpkostenplaatsen (generiek), waarvan de kosten in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden (hulpkostenplaatsen II).
5. De verdeling van kosten van hulpkostenplaatsen naar kostendragers vindt plaats volgens de methode van directe toerekening. Voor het onderzoek ten behoeve van het project DB(B)C FZ is ervoor gekozen om, in aansluiting op het project DBC Zorg en DBC GGZ, de methode van directe toerekening te kiezen; “de directe toerekening van kosten waarbij de kosten van ondersteunende diensten c.q. hulpkostenplaatsen rechtstreeks toegerekend worden aan de (directe) activiteiten en verrichtingen”.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
12
4
Het kostprijsmodel op hoofdlijnen
In dit hoofdstuk volgt een beknopte omschrijving van het kostprijsmodel en de te doorlopen stappen die in het vervolg van dit rapport uitgebreid beschreven worden.
4.1
Schematische weergave van het kostprijsmodel INSTELLINGSKOSTEN VOOR ZOVER MEE TE NEMEN IN DE KOSTPRIJS
Hoofdkostenplaatsen/ kostendragers Directe kosten
Hulpkostenplaatsen I
Hulpkostenplaatsen II
Indirecte kosten
Indirecte kosten
(specifiek)
(generiek)
Toerekenen aan kostendragers/ hoofdkostenpl.
Via verdeelsleutels toerekenen aan (clusters van) kostendragers
Gelijkmatig toerekenen aan alle kostendragers (fte)
Kostendragers Behandelaars Verblijfssoorten Dagbesteding
4.2
Korte beschrijving van het kostprijsmodel
Het kostprijsmodel is zo opgebouwd dat alle kosten (voor zover niet uitgesloten) worden toegerekend aan kostendragers. Daarmee wordt impliciet de aanname gedaan dat alle kosten als variabele kosten beschouwd worden. Het is duidelijk dat dit in de praktijk niet het geval zal zijn. Maar voor het doel van dit kostprijsmodel is het niet noodzakelijk een verdere verfijning in het model aan te brengen. Een instelling past het kostprijsmodel toe door middel van het doorlopen van tien stappen die in het vervolg van dit rapport beschreven worden. Van de totale instellingskosten – geordend volgens het Prismant-rekeningschema – worden de kostensoorten die buiten de kostprijsbepalingen vallen uitgesloten (stap 2 en 3). Dit betreft onder meer de kosten die via een andere financieringsbron dan Justitie worden gedekt, of wel door Justitie worden bekostigd maar via de ZZP/extramurale parameters en de kapitaallasten. Tevens moeten de totale instellingskosten gezuiverd worden van die kosten en opbrengsten van activiteiten die geen of een beperkte relatie hebben met de primaire functie van de zorgaanbieder, zoals de exploitatie van een winkeltje of een parkeergarage.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
13
Het kostprijsmodel omvat de toerekening van resterende kosten van de FZ-organisatie aan de kostendragers, die bij de desbetreffende zorgaanbieder voorkomen (stap 1). Deze kostendragers zijn de eenheden, waarin de productie wordt geregistreerd. De volgende categorieën kostendragers zijn bepaald: - Uurtarieven van verschillende typen behandelaars uit te drukken in kostprijs per uur (bijvoorbeeld: uurtarief van een psychiater, psycholoog, SPV-er, et cetera). - Verblijfssoorten uit te drukken in kostprijs per eenheid (verblijfssoort). - Dagbesteding van verschillende categorieën uit te drukken in kostprijs per eenheid (cliëntuur). In het kostprijsmodel wordt een kostenplaatsmethodiek toegepast. In de eerste plaats worden in het kostprijsmodel hulpkostenplaatsen – organisatieonderdelen die ondersteunende of voorwaardenscheppende activiteiten uitvoeren – onderscheiden, waaraan kosten moeten worden toegerekend (stap 4). De kosten van hulpkostenplaatsen worden in het model als indirecte kosten beschouwd. De kosten van de twee typen hulpkostenplaatsen worden op verschillende manieren aan kostendragers toegerekend (stap 6 en 7). Voorts moeten de directe kosten toegerekend worden. Directe kosten zijn alle kosten die niet aan hulpkostenplaatsen zijn toegerekend. Er is gekozen voor een directe toerekening van directe kosten aan kostendragers. Dit betekent dat de kostendragers als aparte hoofdkostenplaatsen beschouwd kunnen worden (stap 5). Als het goed is betreffen dit de kosten die rechtstreeks samenhangen met het primaire proces. De aldus toegerekende totale kosten aan kostendragers (stap 8) worden vervolgens gerelateerd aan het productievolume per kostendrager (aantallen uren behandelaar, aantallen verblijfssoorten en aantallen uren dagbesteding, zodat tarieven per kostendrager ontstaan (stap 9). Op basis van de DB(B)C-registratie is het mogelijk om vanuit de tarieven per kostendrager de volgende kostprijzen te bepalen (stap 10): - (Gemiddelde) kostprijs van afzonderlijke activiteiten. Door middel van de registratie van patiëntgebonden tijdsbesteding van behandelaars vindt toerekening van de uurtarieven aan de activiteiten plaats. - (Gemiddelde) kostprijs per DB(B)C door middel van het optellen van de kostprijzen van de bijbehorende activiteiten. Immers, in de registratie vindt altijd een koppeling plaats naar een DB(B)C van een bepaalde patiënt. Op deze kostprijzen van DB(B)C’s kunnen nadere analyses op bijvoorbeeld kostenhomogeniteit worden uitgevoerd. In de volgende hoofdstukken wordt het kostprijsmodel stapsgewijs uitgewerkt. In elk van deze stappen wordt tevens aangegeven op welke wijze de kostenplaatsmethodiek is toegepast.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
14
5
Het kostprijsmodel in stappen
In de volgende hoofdstukken wordt het kostprijsmodel beschreven. Als structuur voor de beschrijving is gekozen voor het chronologische proces dat een zorgaanbieder volgt bij het bepalen van kostprijzen. Waar nodig wordt een nadere toelichting gepresenteerd in de bijlagen. Samengevat behelst de toepassing van het kostprijsmodel de volgende chronologische stappen: Stap 1:
Bepalen van de kostendragers bij de zorgaanbieder (Hoofdstuk 6).
Stap 2:
Bepalen van de totale instellingskosten, geordend volgens het rekeningschema voor de zorginstellingen (Hoofdstuk 7).
Stap 3:
Bepalen van de kosten die van de kostprijsbepaling worden uitgesloten (Hoofdstuk 8).
Stap 4:
Bepalen van de hulpkostenplaatsen en het toerekenen van kosten aan deze hulpkostenplaatsen (Hoofdstuk 9).
Stap 5:
Bepalen van de directe kosten (de totale kosten minus de aan de hulpkostenplaatsen toegerekende kosten) en het toerekenen van directe kosten aan kostendragers/hoofdkostenplaatsen (Hoofdstuk 10).
Stap 6:
Bepalen van de relatie tussen specifieke hulpkostenplaatsen (I) en kostendragers en het vervolgens toerekenen van de kosten van hulpkostenplaatsen (I) aan kostendragers door middel van verdeelsleutels (Hoofdstuk 11).
Stap 7:
Het toerekenen van de kosten van generieke hulpkostenplaatsen (II) aan kostendragers door middel van een verdeling op basis van fte (Hoofdstuk 12).
Stap 8:
Het bepalen van de totale (directe en indirecte) kosten per kostendrager en het uitvoeren van een toets op de vraag of alle in de kostprijsbepaling mee te nemen kosten zijn toegerekend (Hoofdstuk 13).
Stap 9:
Bepalen van het volume c.q. de productie van iedere kostendrager en het uitvoeren van een delingscalculatie ten behoeve van de kostprijs per kostendrager (Hoofdstuk 14).
Stap 10:
Bepalen op basis van de tijdsregistratie van zowel de kostprijs van een afzonderlijke activiteit als voor afzonderlijke DB(B)C’s (Hoofdstuk 15).
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
15
6
Bepalen kostendragers (stap 1)
6.1
De achtergrond van de kostendragers
Het doel van kostprijsberekening is het toerekenen van kosten aan kostendragers. In de DB(B)Csystematiek voor de Forensische Zorg zijn de kostendragers direct afgeleid van de eenheden van activiteiten en verrichtingen die worden geregistreerd om de productie uit te drukken. Voor het overgrote deel bestaat de registratie van activiteiten en verrichtingen uit het feit dat afzonderlijke behandelaars hun ‘tijd schrijven’ op activiteiten. De kostendrager is hier een uur patiëntgebonden tijdsbesteding van de verschillende typen behandelaars. Dit betreft zowel direct als indirect patiëntgebonden tijd. Al deze behandelaars registreren hun tijd voor zover ze geen onderdeel van de verblijfsfunctie en hun kosten in de verblijfssoort(deel)prijs zijn begrepen. Daarnaast wordt nog een aantal andere activiteiten onderscheiden waarop geen tijd wordt geschreven maar die bestaat uit de aanwezigheidsregistratie van de patiënt (verblijfssoorten en dagbesteding). In bijlage 2 is een uitputtende lijst van alle mogelijke kostendragers opgenomen.
6.2
Categorieën kostendragers
Om kostprijzen van deze activiteiten te bepalen, moeten kosten worden toegerekend aan de kostendragers. In deze paragraaf beschrijven we de kostendragers. Daarbij lopen we soms vooruit op stappen in het kostprijsmodel die verderop pas uitgevoerd worden. We kunnen de kostendragers onderscheiden in: - Uurtarieven behandelaars (6.2.1) - Verblijfssoorten (6.2.2) - Uren dagbesteding (6.2.3)
6.2.1
Uurtarieven per soort behandelaar uit te drukken in kostprijs per uur
Dit betreft het uurtarief patiëntgebonden tijd (zowel direct als indirect) van de behandelaars, die voorkomen in de DB(B)C FZ beroepentabel én zijn betrokken bij de behandeling, begeleiding, verpleging of verzorging van de patiënt. Aan deze kostendragers worden naast de personele kosten van de behandelaars zelf alle overige personele en materiële kosten toegerekend die samenhangen met de behandelfunctie (b.v. directe ondersteuning van behandelaars, spreekkamers polikliniek). Ten opzichte van de Cono-beroepenstructuur zijn er in de DB(B)C FZ beroepentabel de volgende toevoegingen gedaan: 1. Een cluster Somatische beroepen (wet BIG); (conform GGZ) 2. Binnen het niveau specialisatie/functiedifferentiatie (SF) per beroepsgroep een groep “overige beroepen SF”. (Conform GGZ) 3. Toevoeging van de AVG arts voor verstandelijk gehandicapten onder medische beroepen specialisatie/functiedifferentiatie; Verpleegkundige beroepen op de kliniek die activiteiten doen voor klinische patiënten schrijven geen tijd. Deze kosten zijn opgenomen in de verblijfssoort. Voor de DB(B)C FZ geldt dat er bij de verpleegkundige beroepen en de beroepen/personen die 24-uurs continuïteitszorg leveren ook onderscheid gemaakt wordt tussen hun rol in het ambulante zorgproces en hun rol in de kliniek. In de ambulante zorgverlening
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
16
registreren deze beroepen zoals onderscheiden op de beroepentabel behorend bij het DB(B)C FZ model hun daadwerkelijk bestede tijd aan de hand van de opgestelde registratielijst voor activiteiten en verrichtingen. In de kliniek wordt de inzet van deze beroepen voor 100% versleuteld via de verblijfssoort. Dat betekent dat zij in het kader van de DB(B)C systematiek hun tijdsbesteding in de kliniek niet vastleggen volgens de registratielijst activiteiten en verrichtingen. Bijvoorbeeld op een klinische afdeling zijn altijd twee sociotherapeuten aanwezig, de één heeft als beroep verpleegkundige, de ander SPH (totaal zes personen in dienst om de volledige dag te vullen). Beide registreren hun tijd in de kliniek niet, aangezien het hier om 24uurs continuïteitszorg gaat. De DB(B)C FZ beroepentabel is opgenomen in hoofdstuk 14.2 en in bijlage 2.
6.2.2
Verblijf uit te drukken in kostprijs per eenheid (verblijfssoort)
In de DB(B)C’s voor forensische zorg in strafrechtelijk kader wordt niet zoals in de DBC GGZ gewerkt met verblijfsdagcategorieën, maar met verblijfssoorten. De categorieën forensisch (inclusief categorie 6, verblijf zonder overnachting) zijn per 1 januari 2009 vervallen. De verblijfssoorten zijn opgebouwd uit een combinatie van de verblijfsintensiteit en het niveau van beveiliging. Een patiënt kan een lage verblijfsintensiteit hebben gecombineerd met een hoog beveiligingsniveau. De volgende verblijfssoorten zijn gedefinieerd op basis van de definities van beveiligingsniveau en verblijfsintensiteit. De definities van verblijfsintensiteit en beveiligingsniveau staan beschreven in de spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in strafrechtelijk kader. Beveiligingsniveau
(Zeer) Laag (1)
Gemiddeld (2)
Hoog (3)
Zeer Hoog (4)
Laag (A)
A1
A2
A3
A4
Gemiddeld (B)
B1
B2
B3
B4
Hoog (C)
C1
C2
C3
C4
Verblijfsintensiteit
De verblijfssoort “A1” representeert dus een (zeer) laag beveiligingsniveau in combinatie met een lage verblijfsintensiteit. Evenzo representeert de verblijfssoort “C4” de combinatie tussen een zeer hoog beveiligingsniveau en een hoge verblijfsintensiteit. Verblijfssoorten worden geregistreerd in eenheden verblijfsdagen aanwezigheid. In een aantal uitzonderingsgevallen kunnen ook verblijfsdagen worden geregistreerd bij afwezigheid van de patiënt, zie hiervoor de spelregels DB(B)C registratie. De instelling registreert conform de eigen indeling en berekent daar een kostprijs van. Bijvoorbeeld, indien in een instelling de verblijfssoorten “A2” en “A3” voorkomen, worden twee kostprijzen berekend.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
17
Afbakening verblijf en behandeling Voor verblijfssoorten geldt dat de kosten van de inzet van alle sociotherapeuten moeten worden opgenomen in de kostprijs van de verblijfssoort. De beroepen van de beroepentabel verantwoorden hun inzet altijd via de activiteiten registratie en worden dus niet meeberekend in de kostprijs van de verblijfssoort.
6.2.3
Dagbesteding uit te drukken in kostprijs per eenheid (cliëntuur)
Van dagbesteding is sprake als de instelling voor de patiënt gelegenheden organiseert om de tijd door te brengen op een zinvolle wijze. Er is geen sprake van behandeling, begeleiding, verpleging of verzorging. Dagbesteding kan zowel voor klinische als ambulante patiënten geregistreerd worden. Er kan alleen geregistreerd worden als de patiënt ook daadwerkelijk aanwezig is. De kostprijs van dagbesteding wordt berekend in eenheden cliëntuur. De eenheid cliëntuur houdt in dat indien bijvoorbeeld gedurende één uur dagbesteding wordt gegeven aan een groep van 5 patiënten, er in totaal 5 uur dagbesteding wordt geregistreerd (voor iedere patiënt 1 uur). Als er dagbesteding wordt geregistreerd voor een bepaalde patiënt, kan door behandelaren voor die patiënt niet tegelijkertijd tijd worden geregistreerd op activiteiten. Direct patiëntgebonden tijd kan wel voor of na uren dagbesteding geregistreerd worden, maar dus niet gedurende de dagbesteding. In de activiteitenlijst worden de volgende categorieën dagbesteding onderscheiden (zie bijlage 7 voor definities): - Dagbesteding sociaal - Dagbesteding activering - Dagbesteding educatie - Dagbesteding arbeidsmatig - Dagbesteding overig. Afbakening dagbesteding en behandeling Hierbij geldt de volgende aanpak: - Dagbesteding en behandeling (inclusief begeleiding, crisisopvang, verpleging en verzorging) worden gescheiden. - Voor dagbesteding betekent dit dat behandelaars die werkzaam zijn op (en dus inbegrepen zijn in de prijs van) de dagbesteding niet tegelijkertijd activiteiten van de activiteiten - en verrichtingen lijst registreren. Een patiënt krijgt óf behandeling óf dagbesteding. De kosten en inzet van de betreffende behandelaar moeten dan verdeeld worden over behandeling en dagbesteding. - Bijvoorbeeld: Een patiënt krijgt op een dag gedurende zes uur in het kader van dagbesteding activering. De zes uur dat deze patiënt dagbesteding krijgt, wordt geregistreerd onder dagbesteding (in uren). Indien de patiënt op dezelfde dag binnen de 6 uur dagbesteding, niet alleen dagbesteding krijgt aangeboden, maar ook bijvoorbeeld één uur behandelgesprek met een psycholoog, wordt dit apart geregistreerd. Voor deze patiënt wordt in dat geval vijf uur dagbesteding geregistreerd en één uur behandeling. In de kostprijsbepaling dient hier, bij het toerekenen van de kosten en de bepaling van het productievolume, rekening mee te worden gehouden. - Dagbesteding en verblijfssoort kunnen wel tegelijkertijd worden geregistreerd. Een klinisch opgenomen patiënt kan namelijk op die dag dagbesteding krijgen.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
18
Het blijkt dat het onderscheid tussen dagbesteding, dagbehandeling en deeltijdbehandeling lastig is. De definities en werkwijzen zijn als volgt: Deeltijdbehandeling
Alle behandeling, en dus ook deeltijdbehandeling, wordt geregistreerd in termen van de bestede tijd door professionals, via de registratielijst A&V (activiteiten en verrichtingen). Deeltijdbehandeling is in feite een aantal uren behandeling. Deeltijdbehandeling komt in de FZ niet voor.
Dagbehandeling
Het verblijf van een patiënt voor een dagbehandeling bestaat niet binnen de DB(B)C FZ.
6.3
Vaststellen kostendragers per instelling in overleg met projectleider
De lijst met activiteiten en verrichtingen en de daarvan afgeleide lijst met kostendragers (bijlage 2) is niet volledig op alle instellingen van toepassing, omdat het op instellingsniveau zo kan zijn dat bepaalde activiteiten of behandelaars niet voorkomen. Zo kan het zijn dat een instelling slechts een beperkt aantal verblijfsvormen wil onderscheiden en niet alle genoemde soorten behandelaars in dienst heeft die in de DB(B)C-registratie worden onderscheiden. De eerste stap in de kostprijsberekening is daarom het bepalen van de kostendragers. Dit dient uiteraard in overeenstemming te zijn met de door de instelling gemaakte keuzes in de registratie. Onderwerpen die minimaal intern besproken moeten worden zijn: - Welke professionals zijn werkzaam in de instelling en registreren welke tijd in het kader van het DB(B)Csystematiek. Alleen de op de beroepentabel voorkomende beroepen schrijven tijd. Voor elk soort behandelaar die gaat registeren, moet een uurtarief worden berekend. - Welke categorieën verblijf en dagbesteding worden onderscheiden in de DB(B)C-registratie en kostprijsberekening? Welke formatie moet in welke categorie worden meeberekend? Wordt bij verblijfssoorten onderscheid gemaakt in verschillende kostprijzen per afdeling, of zijn de afdelingen volledig vergelijkbaar en hebben ze eenzelfde kostprijs? Wordt onderscheid gemaakt in verblijf met en zonder overnachting?
Resultaat van deze stap: een lijst met op de instelling van toepassing zijnde kostendragers.
! Tip: Maak een overzicht met de van toepassing zijnde kostendragers en koppel deze aan informatiebronnen en coderingen van de financiële gegevens (grootboek) en personeels- en salarisgegevens. Om in de berekening van kostprijzen dubbeltellingen te voorkomen, geef per behandelaar aan of deze ook voorkomt in dagbesteding- en/of verblijfssoorten.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
19
7
Bepalen totale instellingskosten, geordend naar het rekeningschema (stap 2)
De analyse van de kosten start met het in kaart brengen van de totale instellingskosten van het meest recente afgesloten boekjaar. De kosten moeten worden ingedeeld naar kostensoort conform rubriek 4 van het rekeningschema voor de zorginstellingen (Prismant rekeningschema versie 2003). Instellingen waar het DJI rekeningschema van toepassing is kunnen gebruik maken van de vertaaltabel Prismant-DJI rekeningschema in bijlage 6. De instellingen die geen gebruik maken van het oude of nieuwe rekeningschema voor de zorginstellingen moeten zelf een interpretatie maken vanuit het eigen schema. Vervolgens dienen de totale instellingskosten gezuiverd te worden van die kosten die geen of een beperkte relatie hebben tot de primaire functie van de zorgaanbieder. Voorbeelden van dergelijke functies zijn de verstrekking van maaltijden aan anderen dan patiënten, het exploiteren of verhuren van een winkeltje of restaurant en de verhuur van ruimte. Voor alle opbrengsten van activiteiten voor derden dient één van de volgende stappen ondernomen te worden: 1. elimineren van kosten, opbrengsten en eventuele productie die met deze functies samenhangt; 2. in mindering brengen van de opbrengsten op de kosten waar de opbrengsten betrekking op hebben.
Resultaat van deze stap: een overzicht van de toe te rekenen instellingskosten.
! Tip: Maak een aansluiting tussen de toe te rekenen instellingskosten en de jaarrekening.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
20
8 8.1
Uit te sluiten kosten uit de kostprijsberekening (stap 3) Waarom kosten uitsluiten?
Bij de kostprijsbepaling is een aantal kostensoorten onderscheiden die van de kostprijsbepaling worden uitgesloten. Deze kosten behoren niet in de kostprijs en behoeven ook niet op een andere wijze aangeleverd te worden. Soms is dit een tijdelijke uitsluiting (zoals bij kapitaallasten) omdat het uiteindelijk wel de bedoeling is dat deze kosten in de (kost)prijs van de DB(B)C terecht komen. In de toekomst moeten nog enkele beleidsmatige besluiten worden genomen. Soms is dit een permanente uitsluiting omdat voor deze kosten een aparte financieringsstroom bestaat of zal ontstaan zodat deze kosten in de toekomst niet via de 5 DB(B)C-prijs “terugverdiend” hoeven te worden .
8.2
Hoe kosten uitsluiten?
Uiteindelijk wordt een kostprijs berekend doordat de totale kosten van een kostendrager (K) worden gedeeld door het productievolume van deze kostendrager (P). Bijvoorbeeld het uurtarief van psychiaters ontstaat doordat het totaal aan deze kostendrager toegerekende kosten (directe en indirecte kosten) worden gedeeld door het aantal patiëntgebonden uren van de psychiaters van dat jaar. Indien we bepaalde kosten willen uitsluiten uit de kostprijs (K/P) moet het resultaat zijn dat de kostprijs lager wordt. Hiervoor zijn grofweg twee methoden denkbaar: a) Kosten verminderen met de betreffende uit te sluiten kosten b) Productievolume verhogen met de productie die samenhangt met een activiteit die niet via DB(B)C’s bekostigd mag worden. Ad a. Het ligt het meest voor de hand om de totale kosten (K) te verminderen met deze kosten. In de meeste gevallen zullen wij in dit kostprijsmodel deze methode hanteren. Voorwaarde hiervoor is uiteraard wel dat deze kosten intra- of extracomptabel herleidbaar zijn vanuit de administratie. We weten bijvoorbeeld precies wat de kapitaallasten zijn en kunnen deze dus lokaliseren en uitsluiten van de kostprijs.
Ad b. Soms is het echter zo dat het bijzonder lastig is om bepaalde kosten te lokaliseren. Als we bijvoorbeeld zeggen dat de kosten van de zorg die wordt verleend in het kader van preventie moeten worden uitgesloten, kan het lastig zijn deze op te sporen in de boekhouding. Voor dergelijke gevallen hanteren we een andere benadering. In deze gevallen bestaan de kosten veelal uit de inzet van functionarissen ten behoeve van een bepaald doel. Het blijkt in sommige gevallen eenvoudiger om een inschatting te maken van deze tijdsbesteding dan van de bijbehorende kosten. Instellingen kunnen een inschatting maken van het jaarlijkse 5
De kosten voor zorgvernieuwing maken op het ogenblik deel uit van het budget aanvaardbare kosten van een instelling. In de DB(B)C-systematiek zijn de zorgvernieuwingactiviteiten niet meer concreet zichtbaar. In de nieuwe systematiek maken zorgvernieuwingactiviteiten deel uit van de afspraken tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
21
productievolume uitgedrukt in uren per functionaris. In de berekening van de kostprijs wordt hierdoor het productievolume verhoogd waardoor de kostprijs lager wordt. Op deze wijze worden deze kosten toch uitgesloten van de kostprijs.
8.3
Welke kosten uitsluiten?
De volgende kosten dienen (vooralsnog) niet opgenomen te worden in de (kost)prijs van de DB(B)C en moeten derhalve in mindering worden gebracht: 1. De kapitaallasten worden geparkeerd en vooralsnog buiten de kostprijs gehouden. Het is evident dat door historische verschillen de kapitaallasten tussen zorgaanbieders sterk kunnen verschillen en dat zou tot ongewenste concurrentievervalsing kunnen leiden. Aangezien over de vergoeding van de kapitaallasten nog geen besluit is genomen worden deze vooralsnog buiten de kostprijs gehouden. Dit betreft de kostenrubrieken uit de kostengroep 48 Afschrijvingskosten, interest en huur vaste activa. De volgende kapitaalslasten worden niet uitgesloten: • Afschrijvingskosten inventaris (4841) • Afschrijvingskosten vervoersmiddelen (4842) • Afschrijvingskosten automatisering (4843) • Huur en leasing inventaris (4866) • Huur en leasing vervoersmiddelen (4867) • Huur en leasing automatisering (4868) De niet uitgesloten kapitaallasten worden in stap 5 toegerekend. Het is duidelijk dat hier methode a wordt gehanteerd zoals besproken in paragraaf 8.2. De uitsluiting van huurkosten van vaste activa pakt echter verschillend uit voor instellingen als de ene instelling de gebouwen in eigendom heeft en de andere de gebouwen huurt. Door uitsluiting van de huur worden immers ook diverse andere kosten (b.v. onderhoudskosten) die bij de huur zijn inbegrepen uitgesloten die we in de eigendomssituatie niet uitsluiten. Dit dient te worden gecorrigeerd door middel van het opvoeren van een genormeerde vergoeding voor deze kosten. Het genormeerde bedrag is vastgesteld op 4% van de huurkosten van de vaste activa.
2. Enkele kostenrubrieken uit de FB-bekostiging van de NZa dan wel met een andere financiering dan Justitie (DB(B)C FZ): • nacalculeerbare samenwerkingsverbanden; • middelen ontvangen ter financiering van andere instellingen en/of behandelaars; • resultaten uit deelnemingen en samenwerkingsverbanden; • reclassering en jeugdstrafrecht; • door Justitie gefinancierde ZZP of extramurale parameters. Naar verwachting zijn dit kosten (of saldi van kosten en opbrengsten) die herleidbaar zijn uit de boekhouding of de rekenstaat van de NZa. Hiervoor kan dus methode a gehanteerd worden zoals besproken in paragraaf 8.2.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
22
3. Kosten waarvoor een aparte financieringsbron bestaat naast de huidige bekostiging (bijvoorbeeld subsidies). Deze kosten worden niet door middel van DB(B)C’s bekostigd en dienen derhalve geen onderdeel uit te maken van de DB(B)C-(kost)prijs. Er kunnen bijvoorbeeld in de verslavingszorg overige financieringsbronnen bestaan zoals bijvoorbeeld de gemeente. Een ander voorbeeld zijn de kosten van kenniscentra wetenschappelijk onderzoek. Gezien het grote aantal (soms ook kleine) aparte financieringsbronnen is het voor sommige instellingen ondoenlijk om voor al deze financieringsbronnen te gaan corrigeren. Het uitgangspunt is daarom dat de werkelijke kosten alleen gecorrigeerd worden voor aparte financieringsbronnen voor zover deze leiden tot grote vertekeningen ten opzichte van andere instellingen. Wij laten het aan de instellingen zelf over om te kiezen voor methode a of b, afhankelijk van de situatie en beschikbaarheid van gegevens. 4. OGGZ is per 1 januari 2007 overgeheveld naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De tijdsbesteding aan de functie openbare GGZ (OGGZ) valt niet onder de DB(B)C-bekostiging maar is een vorm van maatschappelijk zorgaanbod. Deze tijd wordt niet geregistreerd in het kader van de DB(B)Csystematiek en de kosten van OGGZ dienen daarom van de DB(B)C kostprijsberekening te worden uitgesloten. Dat betekent dat we ervan uitgaan dat ook hier methode a wordt toegepast zoals besproken in de vorige paragraaf. 5. De activiteiten in het kader van de functies preventie en dienstverlening (P&D), voor zover deze niet in het kader zijn van de behandeling van een individuele patiënt/DB(B)C, vallen niet onder de DB(B)C6 bekostiging . In de (kost)prijs van de DB(B)C dienen de daarbij behorende kosten dan ook niet meegenomen te worden. Indien de vergoedingen voor P&D traceerbaar zijn uit de financiële administratie en naar inschatting overeenkomen met de werkelijke kosten, kunnen de betreffende vergoedingen in deze stap worden uitgesloten (methode a). Indien de kosten direct samenhangen met de inzet van behandelaars en niet direct herleidbaar zijn uit de administratie, of de inschatting is dat de vergoeding niet overeenkomt met de werkelijke kosten, wordt voorgesteld om methode b te hanteren zoals toegelicht in paragraaf 8.2. Dit betekent dat niet de kosten worden gereduceerd, maar dat het productievolume wordt verhoogd met de bestede uren aan preventie en dienstverlening. Dit wordt vereenvoudigd door het feit dat zorgaanbieders thans de uren registreren voor preventie en dienstverlening in het kader van de NZa-bekostiging. Het is daarom mogelijk op basis van die registratie het volume van de aan deze functies bestede tijd af te zonderen. Voor zover deze registratie in 2004 niet heeft plaatsgevonden, kan hiervoor een zo goed mogelijke inschatting gemaakt worden. In de delingscalculatie (stap 9 uit het kostprijsmodel) worden (naast de patiëntgebonden ‘DB(B)C-uren’) 7 eveneens de uren voor preventie en dienstverlening meegenomen . Hierdoor wordt de kostprijs van een DB(B)C lager, aangezien de waarde van de noemer ook de uren voor de functies preventie en dienstverlening bevat. Indien gewenst kunnen de kosten voor preventie en dienstverlening vervolgens in kaart worden gebracht door middel van het vermenigvuldigen van het volume. In bijlage 3 zijn ter
6
Dienstverlening komt te vervallen als NZa-parameter zodra de bekostiging in DBC’s plaatsvindt. Er zal nader geïnventariseerd worden wat de ontwikkelingen voor P&D specifiek voor de financiering en bekostiging van de FZ betekenen en hoe hiermee kan worden omgegaan. 7 Bij het uitvoeren van de delingscalculatie (zie hoofdstuk 14.3) moeten derhalve de uren collectieve preventie en dienstverlening worden opgeteld bij de patiëntgebonden uren die op basis van de productiviteitscijfers (HHM-gegevens) zijn berekend.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
23
informatie definities van preventie en dienstverlening opgenomen. In het kostprijsmodel DBC GGZ is dit onderdeel vervallen. 6. Vergoedingen beroepsopleidingen. Onder de beroepsopleidingen vallen de kosten en vergoedingen van de opleiding tot psychiater, psychotherapeut, GZ-psycholoog en GGZ-verpleegkundig specialist. Ten behoeve van de vergelijkbaarheid wordt het gesubsidieerde bedrag in mindering gebracht op de werkelijke kosten. Het uitsluiten van deze kosten wordt in stap 4 van het kostprijsmodel beschreven. Zie verder paragraaf 8.3.1. 7. Beveiligd verlof. Het beleidskader van het Ministerie van Justitie geeft als mogelijkheden voor beveiligd verlof aan: - beveiligingspersoneel (bijvoorbeeld DV&O, maar kan ook via het opleiden van eigen personeel) - elektronische hulpmiddelen - begeleiders met speciale alertheidstraining In deze versie is alleen de optie van beveiligingspersoneel geïmplementeerd. De rest volgt eventueel in de toekomst. Betaling van beveiligd verlof Het beveiligd verlof in de vorm van beveiligingspersoneel zal op korte termijn direct door Justitie worden betaald, omdat de kosten momenteel niet in de verpleegtarieven zijn opgenomen. Een jaar na de implementatie vindt er een evaluatie plaats over de effectiviteit van ‘beveiligd verlof’. Dan zal besluitvorming plaatsvinden over het al dan niet continueren van de maatregel. Gezien bovenstaande noties lijkt het goed om het beveiligd verlof voorlopig niet in het kostprijsmodel op te nemen en de uitkomsten van de evaluatie af te wachten. Wanneer het beveiligd verlof een structurele maatregel wordt zal dit in de kostprijs tot uitdrukking komen en dus wel in het kostprijsmodel moeten worden opgenomen. 8. Ambulante methadon verstrekking De kosten voor de stof Methadon die ambulant door instellingen wordt verstrekt, maken geen deel uit van de productstructuur DB(B)C FZ en dient daarom uitgesloten te worden in het kostprijsmodel DB(B)C FZ. De kosten van de stof Methadon voor ambulante verstrekking kunnen via een andere financieringsvorm, een zogenoemd ‘overig product’ naast een DB(B)C gedeclareerd worden. De declaratie van de stof Methadon gaat per maand. Op termijn wordt er gestreefd naar een integraal DB(B)C product waarin de ambulante medicatie (i.c. Methadon) is opgenomen. Methadon die aan klinische patiënten wordt verstrekt, wordt niet via de activiteiten- en verrichtingenlijst geregistreerd. De kosten van klinische verstrekte Methadon worden net als de kosten van andere klinisch verstrekte geneesmiddelen via het kostprijsmodel versleuteld naar verblijfssoorten.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
24
In onderstaand schema is samenvattend weergegeven welke kosten bij welke stap in het kostprijsmodel worden uitgesloten: Uitsluiten in stap:
€ totale instellingskosten -/- 1. kapitaallasten -/- 2. enkele rubrieken uit FB-bekostiging dan wel andere financieringsbron
Stap 3
-/- 3. aparte financieringsbron
*
-/- 4. OGGZ -/- 5. Preventie en Dienstverlening
Stap 4
-/- 8 Beveiligd verlof Resultaat stap 3
Stap 9 -/- 7. Vergoeding beroepsopleidingen (8.3.1) Stappen 5 t/m 8 Totale kosten per kostendrager (stap 8) Eventueel verhogen productievolume (stap 9, Ad 4a en b) * Kostprijs per kostendrager (stap 9)
* Deze kosten worden indien mogelijk in stap 3 uitgesloten (methode a) en anders in stap 9 (methode b).
Met het uitvoeren van de eerste drie stappen van de kostprijsberekening is zowel in kaart gebracht welke kosten toegerekend moeten worden, als de kostendragers waaraan deze kosten moeten worden toegerekend. In de vervolgstappen wordt dit proces stapsgewijs uitgevoerd. Resultaat van deze stap: kostenoverzicht van de zorgaanbieder ten behoeve van de kostprijsbepaling.
! Tip: Maak nadat alle kostprijzen zijn berekend, een aansluiting tussen de uitkomst van deze stap en de kostprijzen vermenigvuldigd met de voor de kostprijzen toegepaste productiecijfers (stap 9).
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
25
9 9.1
Toerekenen kosten aan hulpkostenplaatsen (stap 4) Typen hulpkostenplaatsen
Zoals kort samengevat in hoofdstuk 3 wordt in dit model uitgegaan van de kostenplaatsmethodiek. Dit betekent dat de instellingskosten verdeeld worden over kostenplaatsen. Veelal loopt de afbakening van een kostenplaats parallel aan de afbakening van een afdeling zoals ook in de boekhouding onderscheiden. De kosten worden als eerste toegerekend aan de hulpkostenplaatsen (in hoofdstuk 9 gaan we in op de toerekening aan hoofdkostenplaatsen). Dit betreffen feitelijk de kosten van alle niet-patiëntgebonden afdelingen in de instelling. Dit zijn dus de kosten van ondersteunende of voorwaardenscheppende diensten die aan het primaire proces worden geleverd. Deze afdelingen worden in dit kostprijsmodel hulpkostenplaatsen genoemd. De kosten van deze afdelingen worden in dit model beschouwd als indirecte kosten, omdat ze niet rechtstreeks samenhangen met de behandeling of begeleiding van een individuele patiënt. In dit kostprijsmodel worden hulpkostenplaatsen op de volgende gebieden onderscheiden. 1. bestuur en beheer; 2. administratie en registratie; 3. facilitaire zaken; 4. overige ondersteuning; 5. ondersteunend personeel.
Deze gebieden zijn nader op te splitsen in een aantal hulpkostenplaatsen, zoals in de navolgende tabel is weergegeven. De afzonderlijke hulpkostenplaatsen worden in de toepassing van het kostprijsmodel verdeeld in een tweetal categorieën. • Hulpkostenplaatsen waarvan de kosten niet in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden, omdat ze slechts voor een cluster van kostendragers van toepassing zijn of niet voor alle kostendragers in een gelijke mate. Deze hulpkostenplaatsen zijn in de navolgende tabel onder I (specifiek) weergegeven. • Hulpkostenplaatsen, waarvan de kosten wel in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden. Onder II (generiek) in de navolgende tabel zijn deze hulpkostenplaatsen – het grootste deel van de totale hoeveelheid hulpkostenplaatsen – weergegeven. In de navolgende tabel is weergegeven tot welke categorie de verschillende hulpkostenplaatsen behoren.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
26
‘Gebied’
I (specifiek)
II (generiek)
Bestuur en beheer
1.
Beroepsopleiding (tot psychiater,
1.
RvB/directie
psychotherapeut, GZ-psycholoog,
2.
Bestuurssecretariaat
2.
Administratie en registratie 3.
GGZ-verpleegkundig specialist)
3.
Opleidingen algemeen
Management en Staf van
4.
PR & Communicatie
patiënt/bewonersgebonden functies
5.
Ondernemingsraad
6.
Cliënten-/familieraad
7.
Personeelszaken
8.
Organisatieontwikkeling
9.
Financiële administratie
Decentrale zorgadministratie
10. Centrale zorgadministratie 11. Salarisadministratie 12. Planning & Control 13. Informatisering 14. Automatisering 15. BSD/bevolkingsadministratie (DB(B)C FZ) Facilitaire Zaken
4.
Voeding
16. Post en receptie
5.
Linnenvoorziening
17. Inkoop
6.
Wasserij
18. Magazijn
7.
Huisvesting (Technische dienst,
19. Logistiek
8.
Huishouding
9.
Schoonmaak
onderhoud, energie)
10. Beveiliging Overige ondersteuning en
11. Geestelijke verzorging
20. Bibliotheek
producten (exclusief
12. Geneesmiddelen
21. Onderzoek
ondersteunend personeel)
13. Aanvullend Onderzoek
Ondersteunend personeel
14. Kosten (gespecificeerd) ondersteunend personeel 15. Overige kosten (niet-gespecificeerd) ondersteunend personeel
9.2
Spelregels bij kostentoerekening aan hulpkostenplaats
In het proces van kostprijsbepaling bepaalt de zorgaanbieder allereerst welke van de hierboven genoemde hulpkostenplaatsen op de instelling van toepassing zijn. Aan de van toepassing zijnde hulpkostenplaatsen moeten vervolgens kosten worden toegerekend, waarbij het volgende in acht wordt genomen: • Aan de hulpkostenplaatsen rekenen we alle personele en materiële kosten uit rubriek 4 van het rekeningschema (uitgezonderd de in stap 3 benoemde kostensoorten) toe die daarop betrekking hebben. (zie stap 7 van het kostprijsmodel)
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
27
•
•
Indien sprake is van uitbesteding van activiteiten worden de werkelijke kosten van de uitbestede activiteiten aan de desbetreffende hulpkostenplaats toegerekend. Zodoende wordt het model niet beïnvloed door make-or-buy-beslissingen. De totale kosten van een hulpkostenplaats moeten worden bepaald, ook indien een instelling de verantwoordelijkheid voor delen van kosten heeft gedecentraliseerd. Dit betekent dat deze gedecentraliseerde kosten eerst weer terug op de centrale hulpkostenplaats worden meegenomen, om ze vervolgens met behulp van dit model toe te rekenen. Reden hiervoor is dat zo meer vergelijkbare kostprijsresultaten ontstaan.
De vraag welke kostensoorten deel uitmaken van de onderscheiden hulpkostenplaatsen is grotendeels herleidbaar uit de opbouw van het rekeningschema. In de volgende paragraaf wordt kort stilgestaan bij de beschrijving van hulpkostenplaatsen en wordt een suggestie gedaan voor de kostensoorten uit het rekeningschema die aan deze hulpkostenplaatsen moeten worden toegerekend. Deze suggestie dient als referentie: de inrichting van de boekhouding van instellingen kan op onderdelen afwijken. Bij de toepassing van het kostprijsmodel is het daarom van groot belang dat op basis van de omschrijvingen de bijbehorende kostensoorten aan de desbetreffende kostenplaats worden toegerekend. Het is namelijk niet altijd mogelijk een eenduidig of oorzakelijk verband te leggen tussen de hulpkostenplaats en de onderscheiden kostensoorten in het rekeningschema. Een formatieplaatsenplan of gegevens uit de boekhouding of salarisadministratie van een individuele zorgaanbieder zijn instrumenten die bij de toedeling van kosten naar hulpkostenplaatsen behulpzaam kunnen zijn. Ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de kostprijzen is het van groot belang dat de kostentoerekening zoals beschreven in dit kostprijsmodel wordt toegepast. Het onderscheid tussen directe-, indirect I- en indirect II-kosten dienen conform het kostprijsmodel te worden gemaakt en aangeleverd.
9.3
Kostentoerekening aan hulpkostenplaatsen I en II
Bij de beschrijving van de kostensoorten uit het rekeningschema wordt een onderscheid gemaakt tussen personele en materiële kosten. Bij de beschrijving van de personele kosten hebben wij ons beperkt tot de rubriek salarissen (41-serie). Tot de salarissen worden de lonen volgens de CAO-tabel, de onregelmatigheidstoeslag (ORT) en ook vakantiegelden en eindejaarsuitkering gerekend. Hieraan moeten voor de kostprijsberekening nog de sociale lasten worden toegevoegd. Onder de sociale lasten rekenen we: • Eindheffing loonbelasting (4200) • Afdrachtvermindering loonbelasting (4201) • Berekende sociale kosten vakantiebijslag (4221) • Aandeel werknemers premies sociale verzekeringen (4223) • Aandeel werkgever premies sociale verzekeringen (4224) • Ziektekostenverzekering (4225) • Pensioenkosten (4226) • Overgeboekte sociale kosten (4229)
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
28
9.3.1
Hulpkostenplaatsen I
‘Gebied’
Hulpkostenplaats I (specifiek)
Bestuur en beheer
1.
Beroepsopleidingen (tot psychiater, psychotherapeut, GZ-psycholoog, GGZverpleegkundig specialist)
2.
Management en Staf van patiënt/bewonersgebonden functies
Administratie en registratie 3.
Decentrale zorgadministratie
Facilitaire Zaken
4.
Voeding
5.
Linnenvoorziening
6.
Wasserij
7.
Huisvesting (Technische dienst,
8.
Huishouding
9.
Schoonmaak
onderhoud, energie)
10. Beveiliging Overige ondersteuning
11. Geestelijke verzorging
en producten (exclusief
12. Geneesmiddelen
ondersteunend personeel)
13. Aanvullend onderzoek
Ondersteunend personeel
14. Kosten (gespecificeerd) ondersteunend personeel 15. Overige kosten (niet-gespecificeerd) ondersteunend personeel
Beroepsopleidingen Met de kostenplaats “beroepsopleiding” wordt gedoeld op de kosten van opleidingen tot psychiater, psychotherapeut, GZ-psycholoog en GGZ-verpleegkundig specialist. Alle overige opleidingen worden geschaard onder de kostenplaats “opleidingen algemeen”. De werkelijke kosten die samenhangen met deze opleidingen worden meegenomen in de kostprijsberekening. De werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ heeft er de voorkeur voor uitgesproken om in de eindsituatie de vergoeding voor deze opleidingskosten niet afhankelijk te maken van het productievolume maar in plaats daarvan te vergoeden op lumpsumbasis zoals momenteel ook gebeurt op basis van het opleidingsfonds. Tevens wil de werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ de vergelijkbaarheid van de kostprijsgegevens van de instellingen niet negatief beïnvloeden door opleidingskosten die niet voor alle instellingen aan de orde zijn. Hierbij wordt aangesloten bij de DBC GGZ. Van de totale werkelijke kosten van deze kostenplaats wordt het normatieve bedrag (te bepalen op basis van de opleidingsbevoegdheid en CONO-aanwijzing en de bijbehorende regeling opleidingsfonds, zie bijlage 4) in mindering gebracht op de werkelijke kosten. Het is mogelijk dat door deze benaderingswijze een positieve of negatieve kostenpost ontstaat op deze kostenplaats. Dit positieve of negatieve kostenbedrag wordt vervolgens toebedeeld aan de directe kosten van het betreffende beroep.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
29
Daarna wordt per opleidingsplaats het aantal fte van het betreffende beroep van de opleiding verminderd met 0,18 fte. Tevens wordt bij het begeleidende beroep 0,08 fte afgetrokken per opleidingsplaats. Dit wordt per opleiding in onderstaande tabel weergegeven. Indien in uw instelling nog andere opleidingen plaatsvinden dan in de tabel zijn weergegeven, kunt u indien nodig met de projectleider afstemmen bij welke beroepen de correctie plaats dient te vinden. Opleidingsplaats Gezondheidszorgpsycholoog GGZ Verpleegkundig Specialist K&J psychiater voor GGZ Klinisch psycholoog voor GGZ Psychiater voor GGZ-opleidingsinrichting-A Psychiater voor GGZ-opleidingsinrichting-B Psychiater voor ziekenhuiszorg Psychotherapeut voor GGZ
DBC-beroep opleideling Psycholoog (geen verdere specialisatie) Verpleegkundige Psychiater GZ-psycholoog Arts Arts Arts GZ-psycholoog
DBC-beroep begeleidende beroep Gezondheidszorgpsycholoog GGZ Verpleegkundige specialist Psychiater Klinisch psycholoog Psychiater Psychiater Psychiater Psychotherapeut
De gedachte hierachter is dat door deze correctie meer vergelijkbare kostprijzen tussen instellingen ontstaan. De correctie met de beleidsregelbedragen corrigeert voor zowel de daadwerkelijk gemaakte kosten als voor de meer afgeleide kosten zoals productieverlies van behandelaars die een begeleidende taak hebben. Deze benadering sluit aan bij de curatieve zorg waar een opleidingsfonds wordt overwogen voor die opleidingen die marktverstorend kunnen werken. Management en Staf van patiënt/bewonersgebonden functies De kosten van het management en staf van de patiënt/bewonersgebonden functies – in het rekeningschema geboekt onder code 4131 – wordt tot de indirecte kosten gerekend. Deze kosten moeten over de kostendragers (bijvoorbeeld de tijdschrijvende beroepsbeoefenaren), waar leiding aan wordt gegeven, worden verdeeld op basis van fte’s. Indien er sprake is van meerdere functies bij één persoon (zowel staf als behandelaar), dan moet er een schatting worden gemaakt van de verhouding staf – behandelaar. In bepaalde instellingen worden al specifieke codes gebruikt om activiteiten te registreren, zodat duidelijk is voor welk percentage de betreffende persoon staf of behandelaar is. Decentrale zorgadministratie De decentrale zorgadministratie heeft betrekking op de inzet van administratieve ondersteuning om de inzet van behandelaars in een bepaald decentraal onderdeel van het primaire proces compleet en correct te registeren.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
30
Voeding De hulpkostenplaats omvat alle voeding die door de instelling wordt verstrekt. Omwille van de eenvoud wordt in het kostprijsmodel ervan uitgegaan, dat alle voeding wordt verstrekt aan cliënten en patiënten die in de instelling verblijven (zowel verblijfssoorten als dagbesteding). Ook de koffie- en theevoorziening voor medewerkers wordt derhalve aan de kostendragers verblijfssoorten en dagbesteding toegerekend. In het rekeningschema zijn de personele kosten voornamelijk terug te vinden onder rubriek 4122 en de voedingskosten onder rubriek 43. Het betreft de volgende rubrieken; Personeel 4122 Productiepersoneel 4124 Personeel civiel onderhoud (voor wat betreft de afwas) inclusief leidinggevend personeel Materieel 431 Voedingsmiddelen 432 Keuken- en restauratieve apparatuur en benodigdheden 433 Voedingsgeld voor bewoners en afdelingen Linnenvoorziening en wasserij Aan deze hulpkostenplaats moeten de kosten worden toegerekend, die samenhangen met het gebruik van textiel en het wassen ervan. In het rekeningschema worden de personele kosten van de linnenvoorziening ondergebracht in rubriek 4124 en de materiële kosten in rubriek 442. Het gaat om de volgende rekeningschemanummers: Personeel 4124 Personeel civiel onderhoud (voor wat betreft linnen en wasserij) inclusief leidinggevend personeel Materieel 4421 Textiel 4422 Waskosten Huisvesting De hulpkostenplaats ‘huisvesting’ is een cluster van kostensoorten die in brede zin een relatie met huisvesting hebben. Onder de kosten van huisvesting worden de volgende kostensoorten geschaard: • de personele kosten van de technische dienst en de tuin- en plantsoenendienst; • de kosten van onderhoud van gebouwen, installaties en terreinen; • dotaties aan onderhoudsvoorzieningen; • energiekosten. In termen van het rekeningschema spreken we over de volgende rubrieken: Personeel 4151 Management technische functies 4152 Personeel tuin- en plantsoenendienst 4153 Personeel gebouwgebonden technische functies inclusief leidinggevend personeel Materieel 471 Onderhoud 472 Dotaties aan onderhoudsvoorzieningen 473 Energiekosten
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
31
Huishouding Onder de hulpkostenplaats huishouding wordt datgene verstaan dat samenhangt met het leefbaar maken en houden van de ruimten waar patiënten/cliënten verblijven. Deze kostenplaats omvat zowel personele als materiële kosten en wel de volgende rubrieken uit het rekeningschema: Personeel 4124 Personeel civiel onderhoud (voor wat betreft huishouding) Materieel 4412 Afvalverwijdering en -verwerking 4413 Toiletbenodigdheden 4414 Meubilair en stoffering 4419 Andere kosten van huishouding en inrichting 444 Huishoudgeld voor bewoners en afdelingen Schoonmaak Aan de hulpkostenplaats schoonmaak worden alle kosten van zowel inbestede als uitbestede schoonmaak toegerekend. Het gaat om de volgende rubrieken uit het rekeningschema: Personeel 4124 Personeel civiel onderhoud (voor wat betreft schoonmaak) Materieel 4411 Schoonmaakkosten Beveiliging De kosten voor beveiliging betreffen zowel de algemene beveiligingskosten als de meer afdelingsgebonden beveiligingskosten (bijvoorbeeld bij de gesloten afdelingen). Het betreft hier de volgende rubrieken uit het rekeningschema: Personeel 4125/4153 Personeel Materieel 445 Kosten bewaking en beveiliging Geestelijke verzorging Aan deze hulpkostenplaats worden de personele kosten van geestelijk verzorgers toegerekend, kostensoortnummer 4125 dienstverleningspersoneel. De desbetreffende materiële kosten maken in het rekeningschema deel uit van kostensoortnummer 4632. Geneesmiddelen De kosten van geneesmiddelen betreffen veelal de inkoopprijs en worden geboekt onder kostensoortnummer 4621. Aanvullend onderzoek Voor de kosten van aanvullend onderzoek (kosten onderzoeksfunctie: 461) gaan we uit van de inkoopprijs voor zover deze onderzoeken bij derden ingekocht worden. Indien een instelling beschikt over een eigen laboratorium moet deze beschouwd worden als een kostenplaats waarvan alle directe kosten buiten beschouwing blijven. De op te nemen kosten moeten dan worden gebaseerd op de inkoopprijs volgens de NZa-tarieven.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
32
Ondersteunend personeel Ondersteunend personeel dat wel een directe relatie heeft met het primaire proces, maar niet voorkomt op de beroepentabel (bijvoorbeeld stagiaires of beroepen die voor een bepaald tijdschrijvend beroep activiteiten uitvoeren zoals psychologisch testassistent) worden als indirecte kosten toebedeeld aan de beroepen waarmee zij een direct verband hebben. Per geval zal beoordeeld moeten worden of de kosten daarvan op de uurtarieven van alle behandelaars moeten drukken of op alleen een bepaalde groep (bijvoorbeeld de psycholoog). De desbetreffende kosten maken in het rekeningschema deel uit van onder andere kostensoortnummer 4136. Om ervoor te zorgen dat de omvang en de kosten van bepaald ondersteunend personeel inzichtelijk blijft is een splitsing aangebracht tussen (gespecificeerd) ondersteunend personeel en overige kosten voor (niet-gespecificeerd) ondersteunend personeel. Het gespecificeerd ondersteunend personeel omvat; Assisterende GGZ-functies* Psychologisch assistent Psychodiagnostisch werkende Testassistent Overig ______(zelf te definiëren)
Gezinsbegeleider * Gezinstherapeut werkende***Gezinshulpverlener Gezinsbegeleider Systeemtherapeut Overig ______(zelf te definiëren)
Activiteitenbegeleiders* Activiteitenbegeleider Sport(bege)leider Sport/ speltherapeut Overig ______(zelf te definiëren)
Arbeidsbegeleider/rehabilitatie* Arbeidstherapeut Arbeidsbegeleider Werkmeester Medewerker rehabilitatie Overig ______(zelf te definiëren)
VOV/ Verpleegkunidg personeel* Overige ondersteuners GGZ* Verpleger** Maatschappelijk Verzorger Psychomotorisch therapeut*** Overig Preventiemedewerker ______(zelf te definiëren) Casemanager Counselor Trajectbegeleider Ondersteuners spec. FZ**** Ervaringsdeskundige Overig ______(zelf te definiëren)
Toelichting: Indeling heeft een praktische insteek en verschuivingen in de toekomst zijn mogelijk. * Voor elke ondersteunersgroep kan men functienamen aanvullen (________zelf te definiëren). ** Onder verpleger vallen ook verwante zoals; verplegende, helper, etc. (dit personeel wordt toegewezen aan de kostendrager verblijfsdagen). *** Onder deze groep vallen NIET de maatschappelijk werkende/ psychotherapeuten met differentiatie ggz. **** Onder deze categorie behoren ondersteuners die ingezet worden bij niet-strafrechtelijke zorg en niet bij een andere groep te plaatsen zijn.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
33
9.3.2 Hulpkostenplaatsen II ‘Gebied’
Hulpkostenplaats II (generiek)
Bestuur en beheer
1.
RvB/directie
2.
Bestuurssecretariaat
3.
Opleidingen algemeen
4.
PR & Communicatie
5.
Ondernemingsraad
6.
Cliënten-/familieraad
7.
Personeelszaken
8.
Organisatieontwikkeling
Administratie en registratie 9.
Financiële administratie
10. Centrale zorgadministratie 11. Salarisadministratie 12. Planning & Control 13. Informatisering 14. Automatisering Facilitaire Zaken
15. Post en receptie 16. Inkoop 17. Magazijn 18. Logistiek
Overige ondersteuning
19. Bibliotheek 20. Onderzoek
Gebied: Bestuur en beheer Volgens de tabel aan het begin van dit hoofdstuk behoren tot dit gebied de hulpkostenplaatsen die zich met het besturen van de zorgaanbieder bezighouden. In concreto betreft dit taken op het terrein van bestuur, personeel en organisatie en PR en communicatie. Daarnaast worden tot dit gebied de hulpkostenplaatsen inzake de wettelijke organen (ondernemingsraad en cliëntenraad) en generieke opleidingen gerekend. Deze generieke opleidingen betreffen de deskundigheidsbevordering van alle medewerkers van een FZorganisatie die geen deel uitmaken van de specifieke opleidingsgroepen. Onder generieke opleidingen worden alle opleidingen geschaard, die niet tot de specifieke opleidingen behoren. In de volgende tabel wordt per hulpkostenplaats weergegeven in welke rubrieken van het rekeningschema de kostensoorten zijn terug te vinden die aan de desbetreffende hulpkostenplaats moet worden toegerekend. Doorgaans betreft het onderdelen van deze rubrieken: de tabel geeft derhalve een suggestie.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
34
Hulpkostenplaats RvB/directie Bestuurssecretariaat Opleidingen algemeen PR & Communicatie Ondernemingsraad Cliënten-/familieraad Personeelszaken Organisatieontwikkeling
Personele kosten 4111 4111 4114 4111 4111 4111 4116 4116
Materiële kosten 4511,452,4531,4532,4539 4511,452 4511,452,4232 4511,4512,452,4551,4539 4511,452,4539 4511,452,4539 4231,4233,4234,4235,4236,4237,4239,4511,452 4511,452
Gebied: Administratie en registratie Tot dit gebied behoren de hulpkostenplaatsen die globaal de volgende taakvelden uitvoeren: alle administraties, planning & control, automatisering en informatisering. Tot dit gebied behoort tevens de centrale zorgadministratie; deze is veelal bescheiden van omvang en heeft de aanwezigheidsregistratie van patiënten (verblijfssoorten) als belangrijkste taak. In de volgende tabel wordt per hulpkostenplaats weergegeven in welke rubrieken van het rekeningschema de kostensoorten zijn terug te vinden die aan de desbetreffende hulpkostenplaats moet worden toegerekend. Doorgaans betreft het onderdelen van deze rubrieken: de tabel geeft een suggestie. Hulpkostenplaats Financiële administratie Centrale zorgadministratie Salarisadministratie Planning & Control Informatisering Automatisering
Personele kosten 4112 4112 4112 4112 4112 4113
Materiële kosten 4511,4513,4514,4516,452,4593 4511,4516,452 4511,4516,452 4511,452,454,4599 4511,452 4511,4515,452
Gebied: Facilitaire zaken De hulpkostenplaatsen post en receptie, inkoop, magazijn en logistiek uit het gebied Facilitaire zaken worden in het kostprijsmodel behandeld als hulpkostenplaatsen II, aangezien alle kostendragers gebruik maken van deze hulpkostenplaatsen. In de volgende tabel wordt per hulpkostenplaats weergegeven in welke rubrieken van het rekeningschema de kostensoorten zijn terug te vinden die aan de desbetreffende hulpkostenplaats moet worden toegerekend. Doorgaans betreft het onderdelen van deze rubrieken: de tabel geeft een suggestie.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
35
Hulpkostenplaats Post en receptie Inkoop Magazijn Logistiek
Personele kosten 4117, 4125 4115 4123 4123
Materiële kosten 4511,452 4511,452 4511,452 4511,452,443
Gebied: Overige ondersteuning Onder het gebied overige ondersteuning worden de hulpkostenplaatsen bibliotheek en onderzoek geschaard. In de volgende tabel wordt per hulpkostenplaats weergegeven in welke rubrieken van het rekeningschema de kostensoorten zijn terug te vinden die aan de desbetreffende hulpkostenplaats moet worden toegerekend. Doorgaans betreft het onderdelen van deze rubrieken: de tabel geeft een suggestie. Hulpkostenplaats Bibliotheek Onderzoek
Personele kosten 4117 zie formatieplaatsenplan
Materiële kosten 4511,452 4511,452,4591
Resultaat van deze stap: overzicht met toegerekende personele en materiële kosten aan hulpkostenplaatsen onder verdeeld naar I en II.
! Tip: Controleer of de indirecte kosten conform de beschreven werkwijze zijn toegerekend aan de hulpkostenplaatsen I en II.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
36
10 Toerekenen kosten aan hoofdkostenplaatsen/kostendragers (stap 5) 10.1 Hoofdkostenplaatsen = kostendragers Nadat de totale toe te rekenen kosten (stap 3) voor een deel zijn toegerekend aan de hulpkostenplaatsen (stap 4), dient nu het resterende deel toegerekend te worden aan de hoofdkostenplaatsen. Het blijkt dat mede door de diversiteit van instellingen nauwelijks sprake is van uniforme vastlegging van de kostenplaatsenstructuur. Daarmee samenhangend blijkt dat de indeling en diepgang van de kostenplaatsen tussen instellingen sterk verschillen. Dit betekent dat zoveel mogelijk een directe aansluiting wordt gelegd tussen de kosten(soorten) en de kostendragers. Feitelijk komt dit erop neer dat alle kostendragers zoals eerder vastgesteld (stap 1) een afzonderlijke hoofdkostenplaats zijn. De kosten van de patiëntgebonden afdelingen (dat zijn alle kosten minus de aan de hulpkostenplaatsen toegerekende kosten) moeten hieraan toegerekend worden. Aangezien bij de toerekening blijkt dat dezelfde toerekensleutels gehanteerd worden voor groepen van kostendragers kunnen we deze op een samenhangende wijze als volgt groeperen: - Uurtarieven van de behandelaars (medische, psychologische, psychotherapeutische, vaktherapeutische, agogische en verpleegkundige beroepen) - Verblijfssoorttarief voor verblijf - Uurtarief voor dagbesteding
10.2 Aanwijzingen bij de kostentoerekening aan hoofdkostenplaatsen / kostendragers Aanwijzingen bij uurtarieven behandelaar Bij de uitvoering van deze stap is het nodig zicht te krijgen in de personele omvang en de samenhangende kosten (de rubrieken 41 salariskosten en 42 sociale lasten en overige personeelskosten uit het rekeningschema) van de behandelaars waarvoor een uurtarief berekend moet worden (zie stap 1). De salariskosten van behandelaars worden in het rekeningschema naar verwachting geboekt onder de volgende rubrieken: 4133 Personeel onderzoeksfuncties 4134 Personeel behandel- en behandelingsondersteunende functies 4135 Personeel psychosociale behandel- en begeleidingsfuncties 4136 Verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel 4137 Personeel medische en sociaal wetenschappelijke functies De indeling in rubrieken van kosten van de verschillende kostendragers behandelaars, zal tussen instellingen kunnen verschillen. Voor een goede kostentoerekening is de benodigde informatie naar verwachting te achterhalen uit het formatieplaatsenplan, de boekhouding of bij de salarisadministratie. Voor de sociale lasten (inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering) geldt dat het de voorkeur heeft om de sociale lasten zo specifiek mogelijk toe te rekenen aan de betreffende beroepen. Indien er sprake is van inhuur of uitbestede activiteiten (bijvoorbeeld huisarts of fysiotherapeut) moeten de in rekening gebrachte kosten van de uitvoerende instelling en eventueel medisch specialistische hulp als directe kosten worden meegenomen bij het betreffende beroep. De betreffende behandelaar dient ook tijd te
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
37
registreren op de betreffende DB(B)C. Bij het bepalen van het productievolume moeten de uren inhuur of uitbesteding worden meegenomen. Voor de materiële kosten en niet uitgesloten kapitaallasten zal per geval bezien moeten worden of daar een direct verband is te leggen met bepaalde beroepsgroepen. Aanwijzingen bij toerekening aan verblijf Voor toerekening aan verblijf zal bepaald moeten worden welke kosten aan de verblijfssoorten toegerekend moeten worden. Met behulp van de omschrijving van deze kostendrager in paragraaf 6.2.2 moet worden bepaald welke personele en materiële kosten daarop geboekt moeten worden. Dergelijke informatie is naar verwachting terug te vinden in het formatieplaatsenplan, de boekhouding of bij de salarisadministratie. Bij het bepalen van deze personele omvang moeten zowel de medewerkers met een dienstverband als de tijdelijke krachten worden gerekend. Indien de instelling hier meerdere verblijfssoorten onderscheidt, moet uiteraard nagestreefd worden om zo specifiek mogelijk toe te rekenen. De personele omvang (in fte hulpverlener) wordt tevens gehanteerd bij het toerekenen van indirecte kosten. In de DB(B)C voor de forensische zorg in strafrechtelijk kader worden de materiële en personele kosten die het beveiligingsniveau en de verblijfsintensiteit bepalen, toegerekend aan de betreffende verblijfssoort. Indien bijvoorbeeld het beveiligingsniveau laag is en de gemiddelde beschikbaarheid sociotherapeut per uur per cliënt op een afdeling is 0,5 , dan is de verblijfsintensiteit van de afdeling gemiddeld. De verblijfsoort is dan “B2”. Zowel de directe materiële als de personele kosten worden toegerekend aan de verblijfssoort B2. Aanwijzingen bij toerekening aan uren dagbesteding Hier geldt het uitgangspunt dat verblijf en behandeling worden gescheiden. Voor ‘dagbesteding’ betekent dit dat alle functionarissen die werkzaam zijn op (en dus begrepen zijn in de prijs van) de dagbesteding geen activiteiten van de activiteitenlijst registreren. Zie verder de beschrijving uit paragraaf 6.2.3. Indien bepaalde beroepen van de beroepentabel naast behandeling, tevens uitvoerend zijn bij dagbesteding dienen de kosten naar inzetverhouding te worden verdeeld over de beroepen en dagbesteding. De personele omvang moet worden bepaald. De personele omvang (in fte hulpverlener) wordt tevens gehanteerd bij het toerekenen van indirecte kosten.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
38
Samenvattend In de volgende tabel is een overzicht opgenomen van welke kosten(soorten) aan welke kostendrager moeten worden toegerekend. Voor wat betreft de materiële kosten moeten op deze plek die materiële kosten aan specifieke activiteiten worden toegedeeld, welke niet in de vorige stap aan hulpkostenplaatsen zijn toegerekend. Type kostendrager
Toe te rekenen kosten
Nr
Opmerkingen
Uren behandelaar
Salariskosten per type behandelaar
413
O.b.v. formatieplaatsenplan
Bijbehorende sociale lasten
42
Kosten therapieën
462
Verblijfssoorten
Niet uitgesloten kapitaallasten
4841,2,3
Salariskosten VOV-personeel
4136
Salariskosten overig niet VOV-personeel
413
Bijbehorende sociale lasten
42
Kosten ontspanning
467
Kosten activiteiten buiten instelling
468
Niet uitgesloten kapitaallasten Uren dagbesteding
O.b.v. formatieplaatsenplan
4841,2,3
Personeel ingezet op dagbesteding
41
Bijhorende sociale lasten
42
Kosten materialen
467
Niet uitgesloten kapitaallasten
Exclusief 4621
Niet behandeling, begeleiding, verpleging of verzorging Afhankelijk van type dagbesteding
4841,2,3
Resultaat van deze stap: toepassing van bovenstaand schema resulteert in de getotaliseerde directe kosten in € per kostendrager. ! Tip: Controleer of de directe kosten conform de beschreven werkwijze zijn toegerekend aan de kostendragers.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
39
11 Toerekenen kosten specifieke hulpkostenplaatsen categorie I aan hoofdkostenplaatsen/kostendragers (stap 6) 11.1 Soorten hulpkostenplaatsen Zoals aangegeven in stap 4 zijn twee categorieën van hulpkostenplaatsen te onderscheiden: I. Hulpkostenplaatsen waarvan de kosten niet in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden (hoofdstuk 11). II. Hulpkostenplaatsen waarvan de kosten wel in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden (hoofdstuk 12). In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op categorie I van hulpkostenplaatsen.
11.2 Toewijzen kosten hulpkostenplaatsen (I) aan clusters kostendragers Categorie (I) van hulpkostenplaatsen omvat die hulpkostenplaatsen, waarvan de kosten niet in gelijke mate aan alle kostendragers toegerekend kunnen worden, omdat ze slechts voor een cluster van kostendragers van toepassing zijn of niet voor alle kostendragers in een gelijke mate. In stap 4 van dit kostprijsmodel zijn aan deze hulpkostenplaatsen kosten toegerekend. In deze stap van het kostprijsmodel is het van belang dat wordt aangegeven aan welke clusters van kostendragers de kosten van deze hulpkostenplaatsen moeten worden toegerekend. In het navolgende schema is weergegeven op welke clusters van kostendragers de desbetreffende kosten van toepassing zijn.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
40
11.3 Toerekening van kosten hulpkostenplaatsen (I) via verdeelsleutels Per kosten(soort) zijn verdeelsleutels bepaald voor de toerekening van de desbetreffende kosten aan kostendragers. Uit bovenstaande tabel blijkt dat sommige kosten(soorten) – bijvoorbeeld die van de hulpkostenplaatsen huisvesting en schoonmaak – aan meerdere clusters van kostendragers moeten worden toegerekend. Met een cluster van kostendragers wordt gedoeld op bijvoorbeeld uren behandelaar en etmalen verblijf. In dat geval zijn meerdere sleutels nodig voor het toerekenen van één kostenpost. Hiertoe onderscheiden wij een primaire en een secundaire sleutel. Deze dienen als volgt te worden geïnterpreteerd: • De primaire sleutel dient om een kostenpost te verdelen over bijvoorbeeld twee clusters van kostendragers (bijvoorbeeld verblijfssoorten en uren behandelaars). • De secundaire sleutel wordt gebruikt om binnen het cluster kosten te verdelen, bijvoorbeeld binnen de behandelaars op basis van fte hulpverlener. In het navolgende schema zijn voor zover van toepassing de primaire en alle secundaire sleutels weergegeven. Daar waar geen primaire sleutel hoeft te worden toegepast, is uitsluitend een secundaire sleutel in de tabel opgenomen.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
41
Hulpkostenplaatsen I Beroepsopleidingen Management en staf
Verdeelsleutel Directe toekenning
Decentrale zorgadministratie Voeding
Voedingsdagen
Linnenvoorziening en wasserij Huisvesting
m2
Huishouding
m2
Schoonmaak
m2
Beveiliging *
m2 Directe toekenning
Geestelijke verzorging Ondersteunend personeel Geneesmiddelen Aanvullend onderzoek
Specifieke afspraak FTe Hulpverlener Verblijfssoorten Dagbesteding Fte hulpverlener Verblijfssoorten Dagbesteding Verblijfssoorten Fte hulpverlener Verblijfssoorten Dagbesteding Verblijfssoorten Dagbesteding Fte hulpverlener Verblijfssoorten Dagbesteding Fte hulpverlener Verblijfssoorten Dagbesteding Verblijfssoorten Fte hulpverlener Verblijfssoorten Verblijfssoorten
Behandelaren Verblijfssoorten Dagbesteding Behandelaren Verblijfssoorten Dagbesteding Behandelaren Verblijfssoorten Dagbesteding Verblijfssoorten Dagbesteding Behandelaren Verblijfssoorten Dagbesteding Behandelaren Verblijfssoorten Dagbesteding Behandelaren
* Bij beveiliging kan, indien voor een instelling een betere verdeelsleutel voorhanden is, van de primaire sleutel worden afgeweken. In het vastgestelde kostprijsmodel DBC GGZ 2009 mag er van bovenstaande verdeelsleutels worden afgeweken indien voor een instelling een betere verdeelsleutel voorhanden is. Hier geldt dat afwijken alleen gemotiveerd geoorloofd is en dat afwijken moet leiden tot een zuiverdere toerekening van kosten.
Resultaat van deze stap: toepassing van bovenstaand schema resulteert in de getotaliseerde indirecte kosten van hulpkostenplaatsen (I) in € per kostendrager.
! Tip: Controleer of de specifieke indirecte kosten van de specifieke hulpkostenplaatsen conform de beschreven werkwijze zijn toegerekend aan de kostendragers. Controleer of het totaal van de specifieke indirecte kosten overeenkomt met de in stap 4 berekende kosten van de betreffende hulpkostenplaatsen.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
42
12
Toerekenen kosten generieke hulpkostenplaatsen categorie II aan kostendragers (stap 7)
Voor de toerekening van kosten van deze hulpkostenplaatsen geldt dat de kosten aan alle kostendragers in gelijke mate worden toegerekend, aangezien het hulpkostenplaatsen betreft die vanwege hun aard niet aan specifieke of clusters van kostendragers zijn toe te rekenen. Als verdeelsleutel voor de verdeling van de generieke hulpkostenplaatsen is gekozen voor de verdeelsleutel fte’s. Hiervoor geldt de personele omvang (in fte’s) zoals bepaald in stap 5 van het kostprijsmodel. Er is voor een verdeling op basis van fte’s gekozen omdat op deze wijze de kosten evenredig worden toegerekend. Indien de indirecte kosten op basis van bijvoorbeeld de hoogte van de directe kosten zou worden toegerekend, zou iemand die twee keer zoveel als gemiddeld kost, twee keer zoveel als gemiddeld de kosten van faciliteiten toegerekend krijgen terwijl deze daar niet twee keer zo veel gebruik van maakt. De totale generieke kosten zoals berekend in paragraaf 8.3.2 worden dus op basis van fte’s versleuteld over alle in hoofdstuk 5 bepaalde kostendragers.
Resultaat van deze stap: de getotaliseerde indirecte kosten van hulpkostenplaatsen (II) in € per kostendrager.
! Tip: Controleer of het totaal van de generieke indirecte kosten overeenkomt met de in stap 4 berekende kosten van de betreffende hulpkostenplaatsen.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
43
13 Totaliseren toegerekende kosten per kostendrager (stap 8) Als laatste stap in het kostprijsmodel worden de directe kosten en de indirecte kosten van de beide typen hulpkostenplaatsen per kostendrager bij elkaar opgeteld. In het volgende schema is dat globaal weergegeven, waarbij omwille van de overzichtelijkheid slechts een beperkt aantal kostendragers is opgenomen. Kostendrager (voorbeelden)
(1) (2)
(3)
(4)
Psychiater
Gedragstherapeut
Verblijfssoort FZ
Dagbesteding sociaal
Kosten Directe kosten
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
(stap 5) Indirecte kosten Hulpkostenpl. I (stap 6) Indirecte kosten Hulpkostenpl. II (stap 7) Ondersteunende beroepen (stap 6) Totaal (1+2+3)
Resultaat van deze stap: de totale toegerekende kosten per kostendrager.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
44
14 Kostprijzen per kostendrager (stap 9) 14.1 Het relateren van kosten en productie De resultaten van het kostprijsmodel tot nu toe leiden tot inzicht in de totale directe en indirecte kosten op het niveau van kostendragers. Voor het berekenen van kostprijzen is het noodzakelijk dat een delingscalculatie wordt uitgevoerd, waarbij de totale kosten per kostendrager worden gedeeld door het productievolume per kostendrager. De kosten (meest recent afgesloten boekjaar) en de productie moeten dezelfde periode betreffen. Uiteindelijk zal het zo zijn dat de DB(B)C-registratie tot de productie informatie leidt. Immers behandelaars registreren tijd zodat de hoeveelheid cliënt/patiëntgebonden tijd over de betreffende periode bekend is. Per activiteit en verrichting wordt alle direct en indirect cliënt/patiëntgebonden 8 tijd geregistreerd die samenhangt met het uitvoeren van de betreffende activiteit . De niet-patiëntgebonden tijd wordt niet geregistreerd. Voor verblijfssoorten geldt dat alleen de aanwezigheidsdagen worden geregistreerd, ook al blijft het bed beschikbaar voor de betreffende patiënt. In de forensische zorg is een aantal uitzonderingsgevallen benoemd waarbij de instelling een verblijfssoort mag registreren, ook al is de patiënt niet aanwezig. Deze specifieke uitzonderingsituaties zijn beschreven in de spelregels DB(B)Cregistratie voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader. Dagbesteding wordt per uur per patiënt geregistreerd. De kostprijzen dienen volgens de wijze van registratie te worden bepaald (behandelaar per uur, verblijfssoort per etmaal/dag, dagbesteding per uur).
14.2 Benadering productievolume Voor dit moment is er het probleem dat er nog geen sprake is van volledige DB(B)C-registratie in voorgaande jaren waarop teruggegrepen kan worden. Dit gegeven zal dus benaderd moeten worden door een raming te maken van de productiegegevens (volumes per kostendrager). Voor wat betreft het gerealiseerde aantal van de onderscheiden soorten verblijf en uren dagbesteding geldt dat dit mogelijk te achterhalen is uit de administratie.
14.2.1 Productievolume uren behandelaar Voor de bepaling van het productievolume van de kostendragers ‘uren behandelaar’ hanteren we de volgende werkwijze. 1. Bepaal per soort behandelaar (die als kostendrager zijn benoemd) de formatie over de financiële periode 2. Bepaal het aantal netto werkbare uren 3. Bepaal het aandeel van patiëntgebonden tijd (direct en indirect) in de netto werkbare uren (de teller van de delingscalculatie) 4. Verhoog het productievolume (patiëntgebonden tijd) teneinde de in hoofdstuk 7 benoemde kosten uit de kostprijs te filteren. Dit betreft a) Tijdsbesteding in relatie tot preventie en dienstverlening (geldt voor alle instellingen). b) Tijdsbesteding in relatie tot aparte financieringsbronnen (vrijwillige keuze van instellingen).
8
Voor nadere informatie zie de spelregels van de DB(B)C-registratie.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
45
Ad 1. Bepaal formatie behandelaars Bepaal de formatie (op basis van het formatieplaatsenplan, de boekhouding of bij de salarisadministratie) van de behandelaars waarvoor een uurtarief berekend moet worden. Daarbij dient gecorrigeerd te worden 9 10 voor dat deel van de formatie dat eventueel aan verblijf en dagbesteding wordt toegerekend.
Ad 2. Bepaal het aantal netto werkbare uren Wij hanteren hiervoor een berekening zoals toegepast is in het rapport met betrekking tot het 11 tijdsbestedingsonderzoek van HHM . Per fte zijn volgens het tijdsbestedingsonderzoek op basis van een werkweek van 36 uur gemiddeld 1.496 werkbare uren beschikbaar. Per beroepsgroep zal de instelling moeten bepalen of moet worden uitgegaan van een werkweek van 36 uur of bijvoorbeeld 38 of 48 uur. Leidend hiervoor is de CAO die op de instelling van toepassing is. Onderstaand voorbeeld geeft de berekening van het aantal netto werkbare uren (bij 36 uur) weer zoals deze voor de DB(B)C FZ (cf DBC GGZ) is opgebouwd. 52 weken x 36 uren -/- 24 vakantiedagen -/- 7 feestdagen -/- 2 dagen bijzonder verlof -/- 2 dagen 55+-regeling -/- 6,9% ziekteverzuim
= 1.872,0 uur per jaar = 172,8 uur per jaar = 50,4 uur per jaar = 14,4 uur per jaar = 14,4 uur per jaar = 123,7 uur per jaar
Totaal beschikbaar
= 1.496,3 uur per jaar 12
Ad 3. Het aandeel van patiëntgebonden tijd in de tijdsbesteding Wij moeten nu bepalen/benaderen welk aandeel van deze beschikbare uren aan patiëntgebonden (direct en indirect) activiteiten is besteed. Aangezien we nog niet kunnen beschikken over reële en volledige tijdsregistraties, gebruiken we hiervoor de resultaten van het eerder genoemde tijdsbestedingsonderzoek dat in 2002 is uitgevoerd zoals hieronder weergegeven. Deze percentages zijn exclusief preventie en dienstverlening. In deze tabel is per circuit, per soort behandelaar aangegeven welk percentage van de totale tijd is besteed aan patiënt/cliëntgebonden activiteiten. In het tijdsbestedingsonderzoek waren deze cijfers niet beschikbaar op het exacte detailniveau dat we hanteren in de DB(B)C-registratie. Dat betekent dat niet voor alle door ons onderscheiden behandelaars (kostendragers) een percentage beschikbaar was. De werkgroep kostprijsmodel heeft op basis van de in het rapport vermelde percentages aannames gemaakt voor de ontbrekende percentages. De door de werkgroep kostprijsmodel aangevulde percentages zijn vet gedrukt. De tabel is weergegeven op de volgende pagina. De percentages zijn per circuit aangegeven. Indien een instelling met meerdere circuits mee doet kan er toch maar één tarief per soort professional (bijvoorbeeld psychiater) worden aangeleverd. In dat geval kunnen de percentages van de verschillende circuits gemiddeld worden. Voor de DB(B)C FZ zijn alleen de productiviteitscijfers van het circuit forensisch 9
Kan alleen verpleegkundige beroepen betreffen (zie hoofdstuk 6.2.2). Kan alle beroepen van de beroepentabel betreffen (zie hoofdstuk 6.2.3). 11 Eindrapportage Tijdsbesteding en kostencomponenten ambulante GGZ, Hoeksma, Homans & Menting Organisatieadviseurs, september 2002. 12 Indien er sprake is van inhuur (bijvoorbeeld huisarts of fysiotherapeut) moet de werkelijk patiëntgebonden tijd als productie worden meegenomen bij het betreffende beroep. 10
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
46
MB medische beroepen Arts (waaronder AGIO/AGNIO) Arts verslavingszorg AVG arts Sociaal Geriater Overig medisch sf Psychiater PT Psychotherapeutische beroepen Psychotherapeut AG Agogische beroepen Maatschappelijk werkende (MWD) Sociaal Pedagogisch Hulpverlener (SPH) GGZ-agoog Agoog verstandelijk gehandicapten Agoog K&J psychiatrie Overig Agogisch SF PB Psychologische beroepen Pedagoog (waaronder orthopedagoog) GGZ gezondheidskundige Psycholoog (geen verdere specialisatie) GZ-psycholoog Gedragstherapeut K&J-therapeut Overig psychologisch sf Klinisch psycholoog Klinisch neuropsycholoog VK vaktherapeutische beroepen Vaktherapeut psychomotorisch (PMT) Vaktherapeut creatief (CT) GZ-vaktherapeut GGZ vaktherapeut Overig vaktherapeutisch sf VB Verpleegkundige beroepen Verpleegkundige (art. 3) Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV) Consultatief Psychiatrisch Verpleegkundige(CPV) Forensisch Psychiatrisch Verpleegkundige (FPV) Overig verpleegkundig sf GGZ Verpleegkundig specialist Overige Somatische beroepen Fysiotherapeut Ergotherapeut Diëtist Logopedist Neuroloog Huisarts Kinderarts Klinisch Geriater Arts maatschappij en gezondheid
74,4 75
74,8 75
78,9 75
75 75
70 70 72
70 70 71,9
62,7 70 71,5
76,3
74,6
72,4 69,5 75 75 75 75
75 75
70 70 86,2
75 75 75 70 70 76,6
79
79
84,7
79
78,7 79,2 75 75 75 75
68,8 75 75 75 75 75
62,3 75 75 75 75 75
85,5 75 75 75 75 75
75 75 75 75 75 75
75 73,5 73,7 73,5 75 75 75 80 75
84,9 77,3 81,5 77,3 75 75 75 91,4 75
80 64,4 66,7 64,4 75 75 75 80 75
80 75 72,9 74 75 75 75 80 75
73,1 78,4 81,1 78,4 75 75 75 71,8 75
80 75 75 74 75 75 75 80 75
73,9 79,6 75 75 75
76,8 71,4 75 75 75
75 75 75 75 75
75 75 75 75 75
72,6 75 75 75 75
75 75 75 75 75
75 69,5 75 75 75 75
75 79,2 75 75 75 75
75 72,7 75 75 75 75
75 76,5 75 75 75 75
75 72,5 75 75 75 75
75 74 75 75 75 75
75 79,6 75 75 75 75 75 70 75
75 71,4 75 75 75 75 75 70 75
75 75 75 75 75 75 75 62,7 75
75 75 75 75 75 75 75 70 75
75 75 75 75 75 75 75 70 75
75 75 75 75 75 75 75 70 75
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
47
In verblijfsdag
Verslavings zorg
Forensisch
Ouderen
K&J
Volwassenen
Productiviteitcijfers op basis van HHMonderzoek
Volwassenen lang
van toepassing. De productiviteitscijfers zijn bruikbaar omdat voor het DB(B)C-model grotendeels dezelfde definities van directe en indirecte patiëntgebonden tijdsbesteding zijn gehanteerd.
70 70 76
* * * * * *
Ad 4a. Verhogen productievolume voor uren collectieve preventie en dienstverlening Indien de vergoeding voor preventie en dienstverlening niet bij stap 3 van het kostprijsmodel is uitgesloten, moet per behandelaar waarvoor een tarief berekend wordt, achterhaald worden hoeveel uren zijn geschreven voor (besteed aan) activiteiten in het kader van collectieve (danwel in de forensische zorg voor individuele) preventie en dienstverlening. Zoals eerder vermeld kan hier wellicht terug gegrepen worden op de registratie ten behoeve van de WMG-bekostiging. Zo niet, dan zal een inschatting gemaakt moeten worden. Uit het onderzoek van HHM bleek dat over alle beroepen heen een gemiddeld percentage van bijna 4% wordt besteed aan preventie en dienstverlening. Toelichtend voorbeeld Voor het jaar 2004 zijn de volgende gegevens beschikbaar: •
Formatie psychiaters in circuit kinder- en jeugd: 5,0 fte
•
Kosten van deze behandelaars: € 600.000,-
•
Totaal patiëntgebonden uren op basis van cijfers van het tijdsbestedingsonderzoek (zie stap 9) 5 fte x 1.496 uren x 72% = 5.386 uren
•
Aantal uren (collectieve) preventie en dienstverlening: 220 uren (4%)
Op basis van deze gegevens kunnen uurtarieven van de desbetreffende psychiaters worden berekend, zowel wel als niet rekening houdend met de uren preventie en dienstverlening. -
Uurtarief zonder rekening te houden: € 600.000 / 5.386 = € 111,40
-
Uurtarief conform kostprijsmodel (wel rekening houden): € 600.000 / (5.386+220) = € 107,03
Door rekening te houden met de uren collectieve preventie en dienstverlening is een reële uurprijs bepaald voor de psychiater. Tevens is bekend dat voor het bedrag van € 23.547,- (220 uren x €107,03) een aparte bekostiging gevonden moet worden.
Uit eerdere ervaringen met referentie-instellingen in DBC GGZ is gebleken dat de werkwijze van een voorgeschreven productiviteit met daarboven een inschatting van het percentage preventie en dienstverlening tot onrealistische productiviteitscijfers kunnen leiden. Immers, indien door een instelling een hoog aandeel voor preventie en dienstverlening is afgesproken, is het aannemelijk dat een lager percentage voor individueel patiëntgebonden tijd resteert. In deze gevallen kan contact worden opgenomen met de projectorganisatie DB(B)C FZ om in overleg eventueel van de voorgeschreven productiviteitspercentages af te wijken. Ad 4b. Verhogen productievolume in verband met tijdsbesteding voor aparte financieringsbronnen Hiervoor geldt eenzelfde redenering als hierboven. Berekenen productie per beroep over meerdere circuits Het aanleveren van uurtarieven behandelaar kan alleen per behandelaar. Er kan in de aanlevering geen nader onderscheid worden gemaakt naar circuit. Aangezien voor behandelaars per circuit verschillende productiviteitscijfers kunnen gelden, dient een gewogen gemiddeld uurtarief te worden bepaald. Indien bijvoorbeeld het uurtarief psychiater moet worden aangeleverd en het beroep psychiater komt zowel binnen het circuit ouderen (71,5%) als volwassenen lang (86,2%) voor, is de werkwijze als volgt:
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
48
1. bereken per circuit het productievolume, rekening houdend met de verschillende productiviteitscijfers, en tel deze bij elkaar op 2. controleer of de kosten (direct, indirect 1, indirect 2) voor de psychiater in totaliteit (over de circuits heen) zijn benaderd 3. voer in de volgende stap van het kostprijsmodel de delingcalculatie uit door de totale kosten van de behandelaar, te delen door het totale productievolume van de betreffende behandelaar. Het resultaat is een gewogen gemiddeld uurtarief voor de psychiater.
14.2.2 Productievolume verblijfssoorten Per gedefinieerde verblijfssoort moet het productievolume over het meest recent afgesloten boekjaar worden bepaald. De eenheid van het productievolume voor verblijfssoorten is per dag (in- of exclusief overnachting). Gedurende de periode dat er nog geen DB(B)C-productie van verblijfssoorten beschikbaar is, moet een inschatting worden gemaakt. Bij de inschatting kan de beschikbare productie in termen van NZaparameters een leidraad vormen. Echter een één op één vertaling van bekostigingsparameters naar de betreffende verblijfssoort is niet mogelijk. In tegenstelling tot de NZa-parameters wordt binnen de DB(B)Csystematiek alleen de aanwezigheid van de patiënt geregistreerd. De productie moet dan ook zijn gebaseerd op aanwezigheid. Voor DB(B)C FZ zijn de verblijfssoorten zonder overnachting per 1 januari 2008 komen te vervallen. Hiermee moet met de bepaling van het productievolume rekening worden gehouden. Indien de instelling reeds een periode DB(B)C’s registreert, kan bij de bepaling van het productievolume de DB(B)Cregistratie worden gehanteerd.
14.2.3 Productievolume dagbesteding Per categorie dagbesteding moet het productievolume over het meest recent afgesloten boekjaar worden bepaald. De eenheid van het productievolume voor dagbesteding is cliëntuur. De eenheid cliëntuur houdt in dat indien bijvoorbeeld gedurende één uur dagbesteding wordt gegeven aan een groep van 5 patiënten, dit geldt als 5 uur dagbesteding. Er wordt dus voor iedere patiënt één uur dagbesteding geregistreerd. Gedurende de periode dat er nog geen DB(B)C-productie van dagbesteding beschikbaar is, moet een inschatting van het aantal cliënturen worden gemaakt. Bij de inschatting kan de beschikbare productie in termen van NZa-parameters een leidraad vormen. Binnen de NZa-parameters wordt dagbesteding echter alleen geregistreerd voor ambulante zorgtrajecten (in cliënturen). In de DB(B)C-systematiek kan dagbesteding ook bij klinische zorgtrajecten voorkomen. De beschikbare NZa-productie kan worden gebruikt bij het bepalen van het totale productievolume voor dagbesteding, waarbij (mogelijk op basis van roostergegevens) een inschatting moet worden gemaakt voor dagbesteding in de kliniek. Van de totale productie dagbesteding (ambulant en klinisch) moet een onderverdeling worden gemaakt naar de categorieën dagbesteding. Indien de instelling reeds een periode DB(B)C’s registreert, kan bij de bepaling van het productievolume de DB(B)C-registratie worden gehanteerd.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
49
14.3 Het uitvoeren van de delingscalculatie Na afronding van alle stappen resulteert een tabel, die er globaal als volgt uitziet:
(1) (2)
(3)
(4)
(5)
€
VerblijfsGedragstherapeut dag Ouderen € €
Verblijfssoort forensisch €
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€∑
€∑
€∑
€∑
€∑
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal ∑
Aantal ∑
Aantal ∑
Aantal ∑
Aantal ∑
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
€/aantal
Kosten
Psychiater
Directe kosten (stap 5) Indirecte kosten Hulpkostenpl. I (stap 6) Indirecte kosten Hulpkostenpl. II (stap 7) Ondersteunend personeel (stap 6) Totaal (1+2+3) (stap 8)
Dagbesteding sociaal
Eenheden (6) (7)
(8)
Eenheden kostendrager (Eenheden collectieve preventie, collectieve dienstverlening) (Eenheden i.v.m. aparte financierings bronnen) Totaal eenheden kostendrager DBC-model (6+7+8)
(9)
Kostprijs (10) Directe kstn. per kostendrager (1/8) (11) Indirecte kstn, I per kostendrager ((2+4)/8) (12) Indirecte kstn.II per kostendrager (3/8)
Voor de aanlevering van de kostprijzen tijdens de testfase wordt het onderscheid gevraagd tussen directe kosten, indirect kosten I en indirect kosten II. Hiertoe dient de delingscalculatie te worden uitgevoerd op de betreffende kosten gedeeld door het totale aantal eenheden (8). De totale kostprijs is de optelling van deze kosten. ! Tip: Controleer of de productie is bepaald volgens de beschreven werkwijze. Maak voor zover mogelijk een aansluiting met beschikbare productiecijfers en geef aan hoe de bepaling van de productiecijfers tot stand is gekomen. Controleer of er een aansluiting is tussen enerzijds een optelling van de berekende kostprijzen vermenigvuldigd met de voor de deling gehanteerde productie, en anderzijds de totaal toe te rekenen kosten zoals bepaald in stap 3.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
50
15 Kostprijs per DB(B)C (stap 10) Op basis van de DB(B)C-registratie is het mogelijk om de volgende koppelingen te maken: • (Gemiddelde) kostprijs per activiteit. • (Gemiddelde) kostprijs per DB(B)C door middel van het optellen van de kostprijzen van de bijbehorende activiteiten.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
51
Bijlagen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Begrippenlijst Lijst kostendragers Toelichting preventie en dienstverlening Beroepsopleidingen opleidingsfonds Kostprijsmodel zelfstandig gevestigde behandelaren Overzicht toerekenen kostengroepen Definities dagbesteding Strafrechtelijke titels Deelnemers werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
52
Bijlage 1: Begrippenlijst Kostprijsmodel Het kostprijsmodel bevat een theoretische beschrijving van de wijze waarop kostprijzen berekend kunnen worden. Het betreft een geheel van begrippen, definities, rekenregels, verdeelsleutels en praktische aanwijzingen voor de toepassing van dit model in en door de instellingen voor forensische zorg in strafrechtelijk kader. Kostprijs Voor elke DB(B)C wordt een kostprijs berekend. De kostprijs van een DB(B)C is de optelsom van de kostprijzen van bij de DB(B)C behorende activiteiten en verrichtingen. Een kostprijs van een DB(B)C is de optelsom van alle hieraan toe te rekenen kosten per activiteit en/of verrichting. Kostensoort Een specifieke aanduiding van (clusters van) bepaalde kosten, zoals die in het rekeningschema van Prismant in rubriek 4 worden onderscheiden en volgens welke codering in de boekhouding plaatsvindt. Directe kosten Alle kosten die worden gemaakt op de organisatiedelen die direct betrokken zijn bij het leveren van een activiteit of verrichting aan een patiënt. Het betreft derhalve de kosten die in het primaire proces ontstaan, ofwel op de organisatiedelen die in direct contact met de patiënt staan. Indirecte kosten De kosten die worden opgemaakt op organisatiedelen die ondersteunend of voorwaardenscheppend zijn ten behoeve van het primaire proces. Het gaat om de kosten van organisatiedelen die niet direct in contact met de patiënt staan. Hoofdkostenplaatsen Die organisatiedelen die taken hebben op het gebied van behandeling, begeleiding, crisisopvang, verpleging/verzorging et cetera van een patiënt. Wij beschouwen de kosten die door deze organisatiedelen (hoofdkostenplaatsen) zijn gemaakt als directe kosten. Hulpkostenplaatsen Die organisatiedelen die ondersteunende of voorwaardenscheppende activiteiten uitvoeren ten behoeve van het primaire proces. Op hulpkostenplaatsen worden de indirecte kosten veroorzaakt. Verdeelsleutel De eenheid op basis waarvan toerekening van kosten van (een) hulpkostenplaats(en) aan (een) hoofdkostenplaats(en) plaatsvindt. Kostendrager Een eenheid waarvan een kostprijs moet worden berekend. De kostendragers zijn de activiteiten en verrichtingen (ook wel de elementen van het zorgprofiel genoemd) die voor de GGZ dan wel forensische zorg in strafrechtelijk kader worden gedefinieerd of afgeleid daarvan. Kostenhomogeniteit Kostenhomogeniteit wil zeggen dat er sprake is van vergelijkbare kosten en inzet per DB(B)C. Uitgangspunt van de DB(B)C-systematiek is dat er in het eindmodel onderhandeld wordt tussen zorgaanbieders en Justitie over voor de professional in de praktijk herkenbare én kostenhomogene groepen van DB(B)C’s.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
53
Bijlage 2: Lijst met kostendragers FUNCTIE CODE MB
KORTE FUNCTIE BESCHRIJVING Medische beroepen
UITGEBREIDE FUNCTIE BESCHRIJVING Medische beroepen
MB.BG MB.BG.basis MB.SF MB.SF.vslarts MB.SF.sger MB.SF.AVG MB.SF.overig MB.SP MB.SP.psych PT PT.BG PT.BG.psth AG AG.BI AG.BI.mwd AG.BI.sph AG.BG AG.BG.agoog AG.SF AG.SF.vrstgeh AG.SF.kjpsych AG.SF.overig PB PB.BI PB.BI.ped PB.BI.gzkd PB.BI.psy PB.BG PB.BG.gzpsy PB.SF PB.SF.gedrth PB.SF.kjth PB.SF.overig PB.SP PB.SP.klinps PB.SP.klinneurops
Basisberoep Gezondheidszorg (BG) MB - Arts Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) MB - Arts versl MB - Soc.geriater MB - AVG MB - SF overig Specialisme (SP) MB - Psychiater Psychotherapeutische beroepen Basisberoep Gezondheidszorg (BG) PT - Psychoth Agogische beroepen Basisberoep initieel (BI) AG - MWD AG - SPH Basisberoep Gezondheidszorg (BG) AG - Agoog Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) AG - verst.gehand. AG kj.psychiatrie AG - SF overig Psychologische beroepen Basisberoep initieel (BI) PB - Pedagoog PB - Gezondheidskundige PB - Psycholoog Basisberoep Gezondheidszorg (BG) PB - GZpsycholoog Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) PB - gedragsth PB - kj.therap PB - SF overig Specialisme (SP) PB - klinpsych PB - klin.neurpsych
Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Arts (waaronder Agio/Agnio) Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) Arts verslavingszorg Sociaal geriater Arts voor verstandelijk gehandicapten (AVG) Overig medisch SF Specialisme (SP) Psychiater Psychotherapeutische beroepen Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Psychotherapeut Agogische beroepen Basisberoep initieel (BI) Maatschappelijk werkende (MWD) Sociaal Pedagogisch Hulpverlener (SPH) Basisberoep Gezondheidszorg (BG) GGZ-agoog Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) Agoog verstandelijk gehandicapten Agoog K&J psychiatrie Overig Agogisch SF Psychologische beroepen Basisberoep initieel (BI) Pedagoog (waaronder orthopedagoog) GGZ gezondheidskundige Psycholoog (geen verdere specialisatie) Basisberoep Gezondheidszorg (BG) GZ-psycholoog Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) Gedragstherapeut K&J-therapeut Overig psychologisch SF Specialisme (SP) Klinisch psycholoog Klinisch neuropsycholoog
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
54
VK VK.BI VK.BI.pmt VK.BI.ct VK.BG VK.BG.vakth VK.SF VK.SF.vakth VK.SF.overig VB
Vaktherapeutische beroepen Basisberoep initieel (BI) VK - PMT VK - CT Basisberoep Gezondheidszorg (BG) VK - GZ vakth Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) VK - GGZ vakth VK - SF overig Verpleegkundige beroepen
Vaktherapeutische beroepen Basisberoep initieel (BI) Vaktherapeut psychomotorisch (PMT) Vaktherapeut creatief (CT) Basisberoep Gezondheidszorg (BG) GZ- vaktherapeut Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) GGZ-vaktherapeut Overig vaktherapeutisch SF Verpleegkundige beroepen
VB.BG VB.BG.vrplk VB.SF VB.SF.spv VB.SF.cpv VB.SF.fpv VB.SF.overig VB.SP VB.SP.vrplsp OV OV.BG OV.BG.fysio OV.BG.ergo OV.BG.diet OV.BG.logo
Basisberoep Gezondheidszorg (BG) VB - verplk Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) VB - SPV VB - CPV VB - FPV VB - SF overig Specialisme (SP) VB - verplk.spec. Somatische beroepen (wet BIG) Basisberoep Gezondheidszorg (BG) OV - Fysioth OV - Ergoth OV - Dietist OV - Logopedist
Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Verpleegkundige (art.3) Specialisatie / functiedifferentiatie (SF) Sociaal Psych. Verpleegkundige (SPV) Consultatief Psych. Verpleegkundige (CPV) Forensisch Psychiatrisch Verpleegkundige (FPV) Overig verpleegkundig SF Specialisme (SP) GGZ Verpleegkundige Specialist Somatische beroepen (wet BIG) Basisberoep Gezondheidszorg (BG) Fysiotherapeut Ergotherapeut Dietist Logopedist
OV.SP OV.SP.neur OV.SP.harts OV.SP.karts
Specialisme (SP) OV - Neuroloog OV - Huisarts OV - Kinderarts
Specialisme (SP) Neuroloog Huisarts Kinderarts
OV.SP.kger OV.SP.artsmg
OV - Klin.geriater OV - Arts maatsch.gzh
Klinisch geriater Arts maatschappij en gezondheid
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
55
Indir. Kst. I
Indir. Kst. II € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Indir.kst. II
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Indir.kst. I
Dagbesteding (per uur) Dagbesteding sociaal (ontmoeting) Dagbesteding activering (dagactiviteiten) Dagbesteding educatie Dagbesteding arbeidsmatig Dagbesteding overig
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Directe kst
Verblijfssoorten forensisch Verblijfssoort A1 (intensiteit laag, beveiliging laag) Verblijfssoort A2 (intensiteit laag, beveiliging gemiddeld) Verblijfssoort A3 (intensiteit laag, beveiliging hoog) Verblijfssoort A4 (intensiteit laag, beveiliging zeer hoog) Verblijfssoort B1 (intensiteit gemiddeld, beveiliging laag) Verblijfssoort B2 (intensiteit gemiddeld, beveiliging gemiddeld) Verblijfssoort B3 (intensiteit gemiddeld, beveiliging hoog) Verblijfssoort B4 (intensiteit gemiddeld, beveiliging zeer hoog) Verblijfssoort C1 (intensiteit hoog, beveiliging laag) Verblijfssoort C2 (intensiteit hoog, beveiliging gemiddeld) Verblijfssoort C3 (intensiteit hoog, beveiliging hoog) Verblijfssoort C4 (intensiteit hoog, beveiliging zeer hoog)
Directe kst
Verblijf forensisch (per verblijfssoort)
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
56
Bijlage 3: Toelichting preventie en dienstverlening NZa circulaire GGZ/08/101c geeft aan dat het de bedoeling was om het budgetonderdeel dienstverlening per 2009 te beëindigen. Echter, door het continueren van het garantiebudget is besloten ook het onderdeel dienstverlening in 2009 op dezelfde wijze als in 2008 voort te zetten. Omdat het product dienstverlening wel uit de beleidsregel definities (CA-293) is verwijderd, is in beleidsregel invoering DBC’s (CU-5002) onder paragraaf 4.2 toegevoegd dat de afspraken voor dienstverlening worden gebaseerd op de oude prestaties voor dienstverlening uit 2007. Ook in het budgetmutatieformulier 2009 staat deze parameter nog vermeldt. De preventie met code F128 en dienstverlening zonder code.
Het onderscheid tussen de begrippen preventie en dienstverlening is volgens de (vervallen) NZabeleidsregel CA-266 als volgt te duiden.
Preventie Preventie valt uiteen in individuele en collectieve preventie. Individuele preventie De tijd die wordt besteed aan directe activiteiten, de preventie betreffend (exclusief overhead) ten behoeve van individuele cliënten. Dit zijn: de uitvoering van directe preventieactiviteiten; overleg (intern/extern) direct deze activiteiten betreffend; voorbereiding, rapportage, literatuurstudie met betrekking tot deze activiteiten; reizen ten behoeve van deze activiteiten.
Onder preventie wordt verstaan: het geheel aan activiteiten (verband houdend met individuele cliënten) gericht op het voorkomen in brede zin van (ernstige) psychosociale problemen, veroorzaakt door persoonlijke, intermenselijke en/of maatschappelijke factoren die als zodanig kunnen worden gesignaleerd. Tot de preventie behoren: de signalering, het doorgeven van signalen, het voorbereiden van preventieve activiteiten, de uitvoering ervan, de bewaking van de continuïteit en de complementariteit, de evaluatie en de verslaglegging. Tot 'tijdsbesteding aan preventie' wordt gerekend: tijd besteed door preventiewerkers of hulpverleners, dat wil zeggen niet door administratie of management.
Dienstverlening De tijd die wordt besteed aan directe activiteiten, de dienstverlening betreffend (exclusief overhead). Dit zijn: de uitvoering van directe dienstverleningsactiviteiten; overleg (intern/extern) direct deze activiteiten betreffend; voorbereiding, rapportage, literatuurstudie met betrekking tot deze activiteiten; reizen ten behoeve van deze activiteiten. Onder dienstverlening wordt verstaan: alle activiteiten (niet verband houdend met individuele cliënten, exclusief Openbare GGZ) gericht op andere werkers buiten de instelling door middel van voorlichting, advies, consult, (ad hoc) consultatie, overleg met verwijzers. Hiertoe wordt ook gerekend: het leveren van bijdragen aan opleidingen, aan onderzoek, aan stagebegeleiding, deelnemen aan overlegsituaties e.d.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
57
Bijlage 4: Beroepsopleidingen opleidingsfonds De kosten die zorgaanbieders mogelijk extra maken als gevolg van opleidingen zijn: 1. salariskosten van assistenten in opleiding of psychologen/psychotherapeuten/verpleegkundigen in opleiding (eigenlijk zijn dit geen extra kosten, omdat ze ook productie draaien en daarmee opbrengsten genereren); 2. productieverlies vanwege instructietijd; 3. inefficiëntie; 4. grotere behoefte aan ruimtelijke voorzieningen. In het kostprijsmodel staan afspraken verwoord over de wijze waarop met de kosten van deze (specifieke) opleidingen wordt omgegaan. Eén van de punten hieruit is de toepassing van de subsidieverstrekking vanuit het opleidingsfonds. De beroepsopleidingen voor de psychiatrie zijn opgenomen in de tweede tranche van het opleidingsfonds en van toepassing vanaf 1 januari 2008. In de tweede tranche zijn de volgende opleidingen met betrekking tot psychiatrie opgenomen: • Psychiater • GZ-psycholoog • Psychotherapeut • Klinisch psycholoog • GGZ verpleegkundig specialist Zorginstellingen kunnen jaarlijks een subsidie aanvraag voor beroepsopleidingen indienen. De toegekende en ontvangen beschikking kan per instelling variëren. De instellingssubsidie bedraagt per opleidingsplaats het bedrag dat in tabel 1 vermeld is.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
58
Categorie
Nummer
Opleiding tot
Subsidiebedrag (afgerond) per fte opleidingsplaats in euro’s prijspeil 2008
A
B
2
Arts verstandelijk gehandicapten
52.600
9
Jeugdgezondheidszorgarts
61.700
10
Psychiater voor GGZ
14
Psychiater voor ziekenhuis
18
Verpleeghuisarts
66.700
Arts infectieziektebestrijding, Arts TBC bestrijding en Medische
71.000
1
42.600 115.600
milieukundige 3
Gezondheidspsycholoog voor epilepsie-inrichting
25.800
4
Gezondheidspsycholoog voor gehandicaptenzorg
25.800
5
Gezondheidspsycholoog voor GGZ
25.800
6
Gezondheidspsycholoog voor revalidatiecentra
25.800
7
Gezondheidspsycholoog voor ziekenhuiszorg
25.800
8
GGZ Verpleegkundig specialist
30.200
11
Klinisch psycholoog voor GGZ
31.500
12
Klinisch psycholoog voor gehandicaptenzorg
31.500
13
Klinisch psycholoog voor ziekenhuiszorg
31.500
15
Psychotherapeut voor GGZ
42.700
16
Psychotherapeut voor gehandicaptenzorg
42.700
17
SEH-arts
115.600
De in de tabel vermelde GGZ verpleegkundig specialist is niet een verpleegkundig specialist zoals bedoeld in artikel 14 wet BIG. e
Tabel 1: Subsidieregeling zorgopleidingen 2 tranche, 14 juli 2008, nr. MEVA/NBO-2859147
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
59
Psychotherapeuten
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
Kosten i.v.m. onderhouden vakkennis: · Congressen en cursussen (incl. reis- en verblijfskosten) (1) · Vakliteratuur · Lidmaatschapsgelden beroepsorganisaties · Overig, te weten …………..
€ 1,00
€ 1,00
€ 1,00
€ 1,00
Kosten i.v.m. uitoefening vak: · Verzekeringen zoals aansprakelijkheid, rechtsbijstand, inboedelverzekering (2) · Kosten accountant · Kosten voor management, administratie, secretarieel (3) · Reiskosten ten behoeve van uitvoering praktijk (niet woon-werk) · Afschrijving apparatuur (b.v. computer, printer, fax) (4) · Energie (elektriciteit, gas, water) · Onderhoud ruimte/gebouw · Schoonmaak · Kantoorartikelen, drukwerk · Porti · Telefoon / internet · Contributie op regionale initiatieven Representatiekosten · Overig, te weten ………….. Totaal kosten Aantal directe + indirect patiëntgebonden uren per jaar (5)
1
1
Totaal kosten gedeeld door aantal patiëntgebonden uren (6)
€ 1,00
€ 1,00
Basistarief (7)
€ 1,00
€ 1,00
Totaaltarief
€ 2,00
€ 2,00
60
Noten 1) Alleen de werkelijk gemaakte kosten opnemen 2) Niet sociale lasten zoals ziektekosten, arbeidsongeschikheid, pensioen 3) Hier de kosten opnemen voor zover de werkzaamheden tegen betaling worden uitgevoerd danwel uitbesteed 4) Kapitaalslasten (rente, afschrijvingskosten of huur van het gebouw) worden net als bij de instellingen buiten beschouwing gelaten 5) Indien u deze uren niet hebt geregistreerd, zult u hier een inschatting van moeten maken. Wellicht af te leiden uit uw declaratiegegevens. 6) Het resultaat is het uurtarief over de werkelijk praktijkkosten. Alleen dit bedrag dient te worden aangeleverd. 7) Voor het basistarief wordt ten behoeve van de analyse gerekend met de mediaan over het betreffend beroep bij de instellingen (alleen de directe kosten).
Bijlage 5: Kostprijsmodel zelfstandig gevestigde behandelaren
Psychiaters Kosten over meest recent afgesloten boekjaar
Bijlage 6: Overzicht toerekenen kostengroepen FZ In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen met de kostengroepen en hoe de betreffende kosten verdeeld worden naar de kostendragers. Het overzicht dient als hulpmiddel. Prismant rekeningschema
DJI rekeningschema
KS omschrijving GrBkRek. Omschrijving 41 Salarissen en vergoedingen en niet in loondienst verrichte arbeid 4111 Management en staf algemene en administratieve functies
4242710
Organisatieadviseurs intern DJI
4242800
Landsadvocaat
4242910
Overige deskundigen intern
4242300
Juridische adviseurs
4642100
Kosten DVO SSC intern DJI
4101000
Salarissen van personeel
Stap 3 Stap 4 Uitsluiten Indirecte kosten van kosten Specifiek I Generiek II
4112 Administratief personeel 4117 Personeel algemene ondersteuning 4121 Management civiele functies 4122 Productiepersoneel 4123 Distributiepersoneel 4124 Personeel civiel onderhoud 4125 Dienstverleningspersoneel 4131 Management en staf patiënt- c.q. bewonergebonden functies 4132 Personeel medische elektronica en revalidatietechniek 4133 Personeel onderzoeksfuncties 4134 Personeel behandel- en behandelingsondersteunende functies
X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X
4137 Personeel medische en sociaal-wetenschappelijke staf 4141 Verpleegkundigen in opleiding (niveau 5) 41411 Verpleegkundigen in opleiding (niveau 4) 4142 Verpleegkundigen in opleiding (niveau 3) 4143 Opvoedkundig personeel in opleiding 4145 Helpenden in opleiding (niveau 2) 4148 Ander leerling-verpleegkundig,-verzorgend en -opvoedkundig personeel
X
X X X
4151 Management technische dienst 4152 Personeel tuin- en plantsoenendienst 4153 Personeel gebouwgebonden technische functies 4113 Automatiseringspersoneel
4242610
Automatiseringsdeskundigen intern DJI
4114 Opleidingspersoneel
4199920
Directe loonkosten Opleiders
4199922
Dekking personeelskosten Opleiders
4242400
HRM-deskundigen
4234700
Verwervingskosten arbeid
4116 Personeel i.z. personeel en/of organisatie
4199921 4199923
Dekking personeelskosten Planning & Organisatie
4135 Personeel psychosociale behandel- en begeleidingsfuncties
4242000
Psychiaters extern
4242010
Psychiaters intern DJI
4242100
Geneeskundigen extern
4242110
Geneeskundigen intern DJI
4160 Andere vormen van honorering
opmerking
X X X X X X X X
4136 Verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel
4115 Personeel verwerving
Stap 5 Directe kosten
X X X X X X X
Directe loonkosten Planning & Organisatie
4192000
Honoraria niet ambtenaren
4103100
Zittings- en vakatiegelden ambtenaren
4121100
Gratifikatie ambtsjubileum
4121200
Uitkering bij overlijden
4121900
Overige gratifikaties
4192200
Honoraria niet-ambtenaren O.I.
4192300
Honoraria acteurs O.I.
4192400
Honoraria Justitie-ambtenaren O.I.
4181000
Kosten nog te betalen BTZR
4182000
Kosten nog te betalen EJU
4183000
Kosten nog te betalen TOD/Overwerk
4171 Stagiaires 4181 Vergoedingen voor uitzendkrachten
4193000
Inhuur personeel op formatieplaatsen
4182 Vergoedingen overig personeel niet in loondienst
4193050
Inhuur externe beveiligingsdiensten op formatie
4193100
Inhuur personeel boven de formatie
4193200
Interim functievervulling extern DJI (kosten)
4193300
Detachering extern DJI ingeleend (kosten)
4196000
Detachering intern DJI ingeleend (kosten)
4196050
Detachering intern DJI uitgeleend (opbrengsten)
4196150
Detachering extern DJI uitgeleend (opbrengsten)
4196200
Interim Functievervulling intern DJI (kosten)
4196250
Interim Functievervulling intern DJI (opbrengsten)
4196300
Interim Functievervulling extern DJI (opbrengsten)
4151000
Personeelskosten niet-regulier personeel
4151100
Sociale lasten niet-regulier personeel
4161000
Personeelskosten niet-actief personeel
4161100
Sociale lasten niet-actief personeel
4242600
Automatiseringsdeskundigen extern
4242700
Organisatieadviseurs extern
4242900
Overige deskundigen extern
4293000
Kosten tolken en vertalers
4293700
BTW tolken en vertalers
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X
61
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X
Afhankelijk van soort discipline
X X X X X X X X X X X X X X X
Afhankelijk van soort discipline
X X
Afhankelijk van soort discipline
Prismant rekeningschema
DJI rekeningschema
KS
GrBkRek. Omschrijving
omschrijving
Stap 3 Stap 4 Uitsluiten Indirecte kosten van kosten Specifiek I Generiek II
Stap 5 Directe kosten
42 Loonbelasting, sociale kosten en andere personeelskosten 4200 Eindheffingen loonbelasting
4102100
Toelage onregelmatige dienst
4102200
Vaste inconveniententoelage
4102900
Overige vaste toelagen
4103000
Overwerkgelden
4103600
Arbeidsmarkttoelage en bindingspremie
4103900
Overige variabele toelage
4104000
Overhevelingstoeslag
4122000
Kortingen op niet-actief personeel
4123005
Wachtgelden voor 1/1/1997
4123010
Wachtgelden na 31/12/1996
4123100
Functioneel leeftijdsontslag
4123500
WWV-vervangende uitkering overheidspersoneel
4123600
(Boven)wettelijke WW
4191 Salarissen tijdens ziekte 4192 Salarissen i.v.m. zwangerschapsverlof
4123405 4123410
Uitkeringsregeling 1966 voor 1/1/1997 Uitkeringsregeling 1966 na 31/12/1996
4201 Afdrachtvermindering loonbelasting
4111100
Afdracht premie ouderdoms- en nabestaandenpensioen
4111200
Afdracht premie FPU
4111300
Afdracht premie invaliditeitspensioen
4112000
Afdracht loonheffing spaarloon/kerstpakketten
4112100
Vermindering afdracht loonheffing
4112500
Afdracht premie WW
4112600
Afdracht premie UFO
4113300
Verhaal premie WAO
4113400
Verhaal premie WW
4221 berekende sociale kosten vakantiebijslag
4102000
Vakantietoelagen
4223 Aandeel werknemer premies sociale verzekeringen
4112400
Afdracht premie WAO
4112800
Afdracht bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW)
4113100
Verhaal premie ZFW
4114000
Besluit Tegemoetkoming Ziektekosten Rijksambt.
4113600
Verhaal premie ouderdoms- en nabestaandenpensioen
4113700
Verhaal premie FPU
4113800
Verhaal premie invaliditeitspensioen
4206005
Wervingskosten
4206010
Selectiekosten
4199100
Opleidingen en kursussen extern DJI
4199110
Opleidingen en kursussen intern DJI
4299105
Directe exploitatiekosten Opleiders
4299115
Dekking exploitatiekosten Opleiders
4207000
Tegemoetkoming studiekosten A-faciliteit
4207100
Tegemoetkoming studiekosten B-faciliteit
4221000
Uitrusting, dienst- en werkkleding
4224 Aandeel werkgever premies sociale verzekeringen 4225 Ziektekostenverzekering
4226 Pensioenkosten
4229 Overgeboekte sociale kosten 4231 Kosten werving en selectie 4232 Kosten opleiding en vorming
4233 Kosten voorgeschreven kleding
4221099
Overig uitrusting, dienst- en werkkleding
4234 Gezondheidszorg
4199905
Kosten contract ARBO-diensten
4235 Vergoedingen
4131000
Reiskosten woon-/standplaats
4131010
Reiskosten detacheringen extern DJI
4131011
Reiskosten detachering intern DJI
4203100
Reis- en verblijfskosten buitenland
4203900
Overige reiskosten
4234715
Reiskosten arbeid
4293800
Reiskosten tolken en vertalers
4192100
Zittings-en vakatiegelden niet ambtenaren
4239900
Overige vergoedingen en tegemoetkomingen derden
4237 Kinderopvang door derden
4207500
Kosten ten behoeve van kinderopvang
4239 Andere personeelskosten
4207400
Kosten personeelsvereniging
4223600
Sportbeoefening personeel
4199900
Overige personeelskosten extern DJI
4199901
Overige personeelskosten intern DJI
4199915
Overige personeelskosten ARBO diensten
4207610
Personeelsattenties
4207620
Cadeaubonnen
4199925
Indirecte loonkosten O.I.
4234900
Overige kosten arbeid
4232005
Voeding justitieel ingeslotenen
4232015
Voeding personeel
4232010
Voeding extra verstrekkingen
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
4236 Kosten uitplaatsing
43 kosten van voeding 4330 Voedingsgeld voor bewoners en afdelingen 4311 Ingrediënten en producten 4313 Bijzondere voedingen en producten 4320 Keuken- en restauratieve apparatuur en benodigdheden
4312 Maaltijden bereid door derden
4214010
Onderhoud en exploitatie keukenapparatuur
4231005
Kosten legering bestek en serviesgoed
4231025
Kosten legering keukenmaterialen
4281000
Cateringkosten personeelskantine
4281005
Cateringkosten ingrediënten
4281099
Cateringkosten overig
4232600
Kantinegoederen tbv justitieel ingeslotenen
4232099
Voeding doorbelasting intern
4232698
Opbr. kantinegoederen t.b.v. just. ingeslotenen
4299000
Exploitatie consumptieautomaten
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
X X X X X X X X X X X X X X
62
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
opmerking
Prismant rekeningschema
DJI rekeningschema
KS omschrijving 44 andere hotelmatige kosten
GrBkRek. Omschrijving
Stap 3 Stap 4 Uitsluiten Indirecte kosten van kosten Specifiek I Generiek II
4412 Afvalverwijdering en -verwerking
4201400
Schoonmaakkosten
4201405
Schoonmaakartikelen
4201410
Schoonmaakbedrijven
4201499
Overige schoonmaakkosten
4214030
Onderhoud en exploitatie schoonmaakapparatuur
4231020
Kosten legering huishoudelijke artikelen
4232500
Hygiënische zorg
4232100
Bewassing
4201015
Afvoer groente-, fruit- en tuinafval
4201030
Afvoer papier afval
4201040
Afvoer diverse afval
4414 Meubilair en stoffering
4219005
Onderhoud meubilair
4219010
Onderhoud stoffering
4419 Automaten, kosten van huishouding en inrichting
4207300
Verhuis- en inrichtingskosten
4421 Textiel
4231015
Kosten legering linnen- en beddegoed
4131005
Kosten vervoerplan
4234600
Vrachtkosten arbeid
4232905
Reiskosten justitieel ingeslotenen
4621500
Overplaatsingsvervoer DV&O
4621515
Overplaatsingsvervoer overigen
4621600
Vrachtvervoer DV&O
4621700
VN-vervoer DV&O
4441 Uitgekeerd huishoudgeld voor bewoners
4233300
Leefgelden tbv zelfstandige (kamer)bewoning
4451 Kosten beveiliging en bewaking door derden
4201700
Bewakings- en beveiligingsdiensten extern
4452 Kosten eigen beveiliging en bewaking
4196400
Beveiligingskosten DV&O en DJI Pool
4214025
Onderhoud en exploitatie beveiligingsapparatuur
4422 Waskosten 4431 Intern vervoer 4432 Extern vervoer (niet nacalculeerbaar)
X X X X X X X X
4433 Extern vervoer (nacalculeerbaar)
4490 Andere hotelmatige voorzieningen
4201905
Sleutels en sloten
4232910
Verblijfskosten justitieel ingeslotenen
4207200
Pensionkostenvergoeding
4231099
Overige kosten legering
4621300
LBB garantie DV&O
4511 Kantoorbenodigdheden en -apparatuur
4202000
Kantoorbehoeften
4512 Drukwerk
4202600
Drukwerk
4202300
Kopieerkosten
4202310
Kopieer- en printerpapier
4514 Kosten betalingsverkeer
4202700
Kosten betalingsverkeer
4515 Kosten van automatisering
4212800
Kosten lease computerapparatuur
4212900
Overige automatiseringskosten
4212000
Onderhoud en exploitatie kantoormachines
4212100
Onderhoud en exploitatie computerapparatuur
4212110
Onderhoud en exploitatie infrastructuur
4212200
Onderhoud en exploitatie programmatuur
4212201
Onderhoud en exploitatie programmatuur intern DJI
4212205
Aanschaf programmatuur (niet zijnde activa)
4212210
Licenties
4212300
Abonnementen en verbruik telematikadiensten
4212400
Huur computerapparatuur
4212500
Hulpmaterialen overig
4212505
Toner en inkt computerapparatuur
4212700
Abonnementen en verbruik datakomm.transport.
4521 Porti
4202200
Porti- en verzendkosten
4522 Telefoon
4202105
Abonnementskosten mobiele telefonie
4202110
Gesprekskosten mobiele telefonie
4202115
Abonnementskosten telefoon inrichting
4202120
Gesprekskosten telefoon inrichting
opmerking
X X X X X X X X X X X X X X X X X
4413 Toiletbenodigdheden 4411 Schoonmaakkosten
Stap 5 Directe kosten
X X X X X X X X X
45 algemene kosten X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
4513 Inningskosten
4516 Kosten administratieve diensten door derden
4202125
Reparatie en onderhoud telefooninstallaties/fax
4202145
Telefoonkosten declaraties personeel
4529 Andere communicatiekosten
4202199
Overige communicatiekosten
4531 Accountants- en advieskosten
4242500
Accountants extern
4642200
Kosten contract R&A advies
4532 Bijdragen, lidmaatschappen en vakliteratuur
4203905
Arrangementkosten cursisten O.I.
4204000
Boeken, tijdschriften en dagbladen
4204100
Vakliteratuur
4204105
Vakliteratuur abonnementen
4232400
Lektuur justitieel ingeslotenen
4203000
Verblijfskosten/openbaar vervoer binnenland
4203200
Vergoeding gebruik vervoermiddelen (hoog)
4203300
Vergoeding gebruik vervoermiddelen (laag)
4202500
Representatiekosten
4234705
Representatiekosten arbeid
4202900
Overige bureaukosten
4642000
Vergaderkosten intern DJI
4299100
Directe exploitatiekosten Planning & Organisatie
X
4532xx Bijdrage Patientenvertrouwenspersoon 4533 Dienstreizen
4539 Andere kosten algemeen beheer
4299110 4541 Belastingen
Kassiersfunctie
X
X X X X X X X X
Dekking exploitatiekosten Planning & Organisatie
4223500
Kosten ondernemingsraad
4211005
Belastingen en verzekeringen
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
63
Prismant rekeningschema
DJI rekeningschema
KS
GrBkRek. Omschrijving
omschrijving
Stap 3 Stap 4 Uitsluiten Indirecte kosten van kosten Specifiek I Generiek II
4629 Andere kosten behandel- en behandelondersteunende materielen 4631 Agogie 4632 Pastoraal werk
4232300
Geestelijke verzorging
4451000
Kosten inkoopplaatsen
4232700
Kleding justitieel ingeslotenen
4621900
BONO bijdrage DV&O
4631900
BONO bijdrage OI
4641900
BONO bijdrage DUBA
4611900
Kosten BONO bijdrage ICTS
4201750
Kosten doorber. lev. detentiecapaciteit aan GW
4232900
Overige kosten verzorging
4639 Andere kosten psychosociale-, behandel- en begeleidingsfuncties 4641 Persoonlijke voorzieningen cliënten c.q. bewoners
4642 Verplaatsingshulpmiddelen 4643 Incontinentiemateriaal 4649 Andere kosten verpleging en verzorging 4651 Toedings- en afnamesystemen 4652 Katheters en sondes 4653 Handschoenen 4654 Tandartsbenodigdheden 4659 Andere kosten niet specifiek voor onderzoek, behandeling, begeleiding etc.
4232210
Geneeskundige verzorging tandarts
4232915
Begrafeniskosten justitieel ingeslotenen
4239100
Tegemoetk. arbeidsong. ex-justitieel ingeslotenen
4660 Instrumentarium en apparatuur 4671 Kosten ontspanning en recreatie van cliënten en bewoners
4672 Zakgeld voor bewoners
4232805
VEMI: recreatie
4232810
VEMI: sport
4232815
VEMI: educatie
4232820
VEMI: muziek
4232825
VEMI: bibliotheek
4232830
VEMI: creatief
4232840
VEMI: pupil gebonden bijz. kn onderwijs&pedag.act
4232899
VEMI: overig
4233400
Kosten van derden bij semi/extramurale fase
4233500
Kosten school en vrije tijd semi/extramurale fase
4235000
Lonen en zakgelden justitieel ingeslotenen
4680 Kosten van activiteiten buiten de instelling
Stap 5 Directe kosten X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
47 Terrein en gebouwgebonden kosten 4711 Onderhoud terreinen 4712 Onderhoud gebouwen
4713 Onderhoud installaties
4714 Materialen, machines en gereedschappen t.b.v. onderhoud
4201100
Onderhoud terreinen en installaties
4201150
Onderhoud groenvoorziening
4201135
Onderhoud gebouwen
4211500
Onderhoud en exploitatie schepen
4201200
Huisvestingskosten t.b.v. de Rijksgebouwendienst
4201201
Doorbelasting huisvestingskosten
4201220
Doorbelaste huisvesting RGD intern DJI
4201900
Overige huisvestingskosten
4211599
Overige kosten schepen
4236000
Kosten huisvesting arrestanten op politiebureaus
4236100
Kosten huisvesting vreemdelingen op politiebureaus
4236110
Kosten huisvesting jeugdigen op politiebureaus
4214000
Onderhoud en exploitatie d. hulpmiddelen en hulpm.
4214035
Onderhoud en exploitatie onderhoudscontracten
4219900
Onderhoud en exploitatie overig
4211000
Onderhoud en exploitatie motorvoertuigen
4211010
Facturatie DJI Ond. en expl. motorvoertuigen
4211095
Facturatie DJI Ov. Ond en expl. Motorvoertuigen
4234100
Grond- en hulpstoffen arbeid
4234200
Hulpmaterialen arbeid
4234300
Gereedschappen arbeid
4234400
Onderhoud en exploitatie DPM arbeid
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
4720 Dotaties aan voorziening groot onderhoud 4731 Olie
4211300
Brandstof, olie en smeermiddelen motorvoertuigen
4211305
Fact. DJI Brandstof, olie en smeermiddelen Motorv.
4733 Electriciteit
4201305
Electriciteit
4734 Gas
4201315
Gas
4735 Stadsverwarming
4201320
Stadsverwarming
4736 Water
4201310
4732 Kolen
4739 Andere kosten van energie
Water
4201399
Overige energiekosten
4211550
Brandstof schepen
4234500
Energie machines arbeid
48 afschrijvingskosten, interest en huur vaste activa 4800 Afschrijvingskosten aanloopkosten 4801 Afschrijvingskosten aanloopverliezen 4805 Afschrijvingskosten goodwill 4806 Afschrijvingskosten licentiekosten
4310600
Afschrijvingskosten licenties/programmatuur
4809 Afschrijvingskosten overige te verrekenen verliezen
4309600
Afschrijvingskosten Lage waarde activa
4812 Afschrijvingskosten terreinvoorzieningen
4301400
4821 Afschrijvingskosten gebouwen
Afschrijvingskosten voorzieningen aan terreinen
4302400
Afschrijvingskosten verbouwingen
4323000
Afschrijvingskosten eigenaarszaken RGD
4309200
Afschrijvingskosten overige materiële vaste activa
4309400
Afschrijvingskosten overige activa arbeid
4310800
Afschrijvingskosten overige immateriële vaste act.
4302600
Afschr.kosten semi-permanente gebouwen/kontainers
4822 Afschrijvingskosten verbouwingen 4823 Afschrijvingskosten semi permanente gebouwen 4824 Afschrijvingskosten houten paviljoens 4831 Afschrijvingskosten installaties
4841 Afschrijvingskosten inventaris
4842 Afschrijvingskosten vervoersmiddelen
4305200
Afschr.kosten techn. inst. en geb. voorz. (inr.)
4305400
Afschr.kosten videoapp. en audiovisuele hulpm.
4305600
Afschr.kosten DPM (machines arb)
4308200
Afschrijvingskosten inventaris
4308400
Afschrijvingskosten inventaris cellen
4306600
Afschrijvingskosten kantoormachines
4307400
Afschrijvingskosten wapens en toebehoren
4223400
Schietoefeningen
4304200
Afschrijvingskosten motorvoertuigen
4302800
Afschrijvingskosten Opleidingsschepen
4304400
Afschrijvingskosten overige vervoermiddelen
4304600
Afschrijv. kosten (Pers.gebonden)dienstauto's DV&O
4304605
Fact.DJI Afschr. kstn (Pers.gebonden)dienstauto's
4307200
Afschrijvingskosten levende have
X X X X X X X X X X X X X X X X X
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
X X X X X X X X X X X
64
opmerking
Prismant rekeningschema
DJI rekeningschema
KS
GrBkRek. Omschrijving
omschrijving
4843 Afschrijvingskosten automatisering
4306200
Afschrijvingskn. datacomm. en automatiseringsapp.
4306800
Afschrijvingskosten ontwikkeling programmatuur
4851 Interest langlopende schulden
4295100
Rentekosten RC Inrichting/Dienst
4852 Interest leasingcontracten
4295200
Rentekosten lening Inrichting/Dienst o/g
4853 Interest kortlopende schulden
4854 Afschrijving betaalde boeterente bij vervroegde aflossing 4859 Ontvangen interest
4295300
Rentekosten lening Ministerie van Financiën o/g
4295400
Rentekosten lening Concern o/g
4295500
Rentekosten RC Hoofdkantoor
4295700
Boete kosten vervroegd aflossen
4295800
Facturatie DJI Rentekosten voertuigen
8510000
Renteopbrengst RC Inrichting/Dienst
8520000
Renteopbrengst lening Inrichting/Dienst u/g
8530000
Renteopbrengst lening Minister van Financiën u/g
8540000
Renteopbrengst lening Concern u/g
4861 Huur terreinvoorzieningen
4201000
Huren en vaste lasten
4862 Huur gebouwen
4201060
Huur gebouwen en ruimtes
4863 Huur semi permanente gebouwen 4864 Huur houten paviljoens 4865 Huur installaties
Stap 3 Stap 4 Uitsluiten Indirecte kosten van kosten Specifiek I Generiek II
4211600
Kosten lease vervoermiddelen
4211605
Facturatie DJI Kosten lease vervoermiddelen
X X X X
4184000
Dotatie FLO
4185000
Dotatie FPU Plus
4186000
Dotatie reorganisatievoorziening
4520100
Dotatie voorziening dubieuze debiteuren
4520200
Dotatie voorziening afkoop boekwaarde
8110000
Bijdrage hoofdkantoor p * q
8110010
Bijdrage hoofdkantoor toeslagen
8110020
Bijdrage hoofdkantoor bono-toeslagen
8110030
Bijdrage hoofdkantoor bono-toevoegingen
8110040
Bijdrage hoofdkantoor penitentiair product
8612500
Rente en afschrijvingen ICTS
8825300
Verpleegvergoedingen AWBZ
8829916
Opbrengst co-financiering OCW
8829990
Opbrengst Regeling Vervoerdersaansprakelijkheid
8845000
Bijdragen Kerndepartement
8611900
BONO bijdrage DJI/PLD ICTS
8612400
Landelijke norminventaris ICTS
4868 Huur en leasing automatisering 4891 Dotaties egalisatierekening afschrijvingen instandhoudingsinvesteringen 4892 Overige dotaties
opmerking
X X X X X X X X X X X X X X X X
4866 Huur en leasing inventaris 4867 Huur en leasing vervoersmiddelen
Stap 5 Directe kosten X X
X X X X X X
49 hulpbedrijven 4990 Overboekingsrekening
X
n.v.t.
X X X X X
N.v.t. ter dekking van kosten
8 Opbrengsten 8110 Toegekend wettelijk budget
8210 Subsidies
4411000
Projectsubsidies
4421000
Exploitatie subsidies
4421100
Nabetalen explotatiesubsidies
4431000
Bouwsubsidies
4431100
Nabetalen bouwsubsidies
4441000
Overige subsidies
8829910
Opbrengst ESF-subsidies
8829915
Opbrengst co-financiering DJI ESF project
8828000
Ontvangen subsidies en bijdragen niet DJI
8220 Eigen bijdragen cliënten 8250 Zorgprestaties tussen instellingen
8829180
Doorbelasting O.L. resultaat ICTS aan Hoofdkantoor
8829181
Doorbelasting O.L. resultaat DV&O aan Hoofdkantoor
8829182
Doorbelasting O.L. resultaat O.I. aan hoofdkantoor
8829940
Overige opbr. expl. eigen bijdrage voertuigen
8829941
Facturatie DJI Opbrengst motorvoertuigen
8829960
Opbrengst verkoop aan domeinen
8829966
Overige opbrengsten exploitatie SOV
8829970
Overige opbrengsten exploitatie VN-cellen
8829975
Opbrengst expl. externe dienstverl. Detentiecentra
8829980
Opbrengst expl. externe dienstverl. Uitzetcentra
8829985
Opbrengst exploitatie politiecellen
8829995
Opbrengst levering capaciteit GW -> Part. TBS
8829998
Opbrengst justitieel ingeslotenen diversen
X X X X X X X X X X X X X X X X
8260 Zorgprestaties derde compartiment 8270 Overige zorgprestaties
N.v.t. ter dekking van kosten
X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X
Afhankelijk van soort activiteit
X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X
Afhankelijk van soort activiteit
Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit
X
8280 Overige dienstverlening 8290 Overige opbrengsten
Uitgesloten kosten
8829620
Opbrengsten vreemdelingenvervoer niet DJI
8829621
Opbrengsten sociaal/medisch transport niet DJI
8829622
Opbrengsten vrachtvervoer niet DJI
8829625
Opbrengsten verhuur voertuigen niet DJI
8829640
Doorberekende opleidingskosten niet DJI
8829650
Doorberekende IT-kosten ICTS niet DJI
8829955
Opbrengst verhuur ruimte en gebouwen extern DJI
8612100
Omzet uren ICTS
8612200
Bijdrage servicedesk ICTS
8612300
Doorbelaste materialen ICTS
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
65
Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit Afhankelijk van soort activiteit
Prismant rekeningschema
DJI rekeningschema
KS
GrBkRek. Omschrijving
omschrijving
8290 Overige opbrengsten
8229201
Kostprijs verkopen textiel
8229200
Kostprijs verkopen hout
8229202
Kostprijs verkopen metaal
8229203
Kostprijs verkopen montage/assemblage
8229204
Kostprijs verkopen bakkerij
8229205
Kostprijs verkopen speelgoedfabricage
8229206
Kostprijs verkopen wasserij
8229207
Kostprijs verkopen spuiterij
8229208
Kostprijs verkopen celarbeid
8229209
Kostprijs verkopen drukkerij
8229210
Kostprijs verkopen boekbinden
8229211
Kostprijs verkopen kunststof
8229212
Kostprijs verkopen brocheren
8229213
Kostprijs verkopen krimpen en sealen
8229214
Kostprijs verkopen recycling
8229215
Kostprijs verkopen blancheren
8229216
Kostprijs verkopen garage
8229217
Kostprijs verkopen fietsherstelplaats
8229218
Kostprijs verkopen bos- en tuinbouw
8229219
8290 Overige opbrengsten
Kostprijs verkopen akkerbouw
8229220
Kostprijs verkopen kwekerij
8229221
Kostprijs verkopen poedercoating
8229222
Kostprijs verkopen keramiek
8229223
Kostprijs verkopen elektronica
8229224
Kostprijs verkopen leerbewerking
8229225
Kostprijs verkopen kartonnage
8229226
Kostprijs verkopen verpakken
8229227
Kostprijs verkopen zeilmakerij
8229228
Kostprijs verkopen schoonmaak
8229229
Kostprijs verkopen groenvoorziening
8229230
Kostprijs verkopen keuken
8229231
Kostprijs verkopen diversen
8229245
Kostprijs emballage
8229249
Kostprijs verkopen handelsgoederen
8229251
Kostprijs verkopen locatie 1
8229252
Kostprijs verkopen locatie 2
8229253
Kostprijs verkopen locatie 3
8229254
Kostprijs verkopen locatie 4
8229255
Kostprijs verkopen locatie 5
8229256
Kostprijs verkopen locatie 6
8229257
Kostprijs verkopen locatie 7
8229258
Kostprijs verkopen locatie 8
8229259
Kostprijs verkopen locatie 9
8229260
Kostprijs verkopen locatie 10
8229261
Kostprijs verkopen locatie 11
8229262
Kostprijs verkopen locatie 12
8229263
Kostprijs verkopen locatie 13
8229264
Kostprijs verkopen locatie 14
8229265
Kostprijs verkopen locatie 15
8229266
Kostprijs verkopen locatie 16
8229267
Kostprijs verkopen locatie 17
8229268
Kostprijs verkopen locatie 18
8229269
Kostprijs verkopen locatie 19
8229270
Kostprijs verkopen locatie 20
8229299
Kostprijs emballage
8829100
Doorbel.onderlinge lev. hout
8829101
Doorbel.onderlinge lev. textiel
8829102
Doorbel.onderlinge lev. metaal
8829103
Doorbel.onderlinge lev. montage/assemb
8829104
Doorbel.onderlinge lev. bakkerij
8829105
Doorbel.onderlinge lev. speelgoedfabriek
8829106
Doorbel.onderlinge lev. wasserij
8829107
Doorbel.onderlinge lev. spuiterij
8829108
Doorbel.onderlinge lev. celarbeid
8829109
Doorbel.onderlinge lev. drukkerij
8829110
Doorbel.onderlinge lev. boekbinden
8829111
Doorbel.onderlinge lev. kunststof
8829112
Doorbel.onderlinge lev. brocheren
8829113
Doorbel.onderlinge lev. krimpen en sealen
8829114
Doorbel.onderlinge lev. recycling
8829115
Doorbel.onderlinge lev. blancheren
8829116
Doorbel.onderlinge lev. garage
8829117
Doorbel.onderlinge lev. fietsherstelpl.
8829118
Doorbel.onderlinge lev. bos- en tuinbouw
8829119
Doorbel.onderlinge lev. akkerbouw
8829120
Doorbel.onderlinge lev. kwekerij
8829121
Doorbel.onderlinge lev. poedercoating
8829122
Doorbel.onderlinge lev. keramiek
8829123
Doorbel.onderlinge lev. elektronica
8829124
Doorbel.onderlinge lev. leerbewerking
8829125
Doorbel.onderlinge lev. kartonnage
8829126
Doorbel.onderlinge lev. verpakken
Stap 3 Stap 4 Uitsluiten Indirecte kosten van kosten Specifiek I Generiek II X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
66
Stap 5 Directe kosten X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
opmerking
Prismant rekeningschema
DJI rekeningschema
KS
GrBkRek. Omschrijving
omschrijving
8829127
Doorbel.onderlinge lev. zeilmakerij
8829128
Doorbel.onderlinge lev. schoonmaak
8829129
Doorbel.onderlinge lev. groenvoorziening
8829130
Doorbel.onderlinge lev. keuken
8829131
Doorbel.onderlinge lev. diversen
8829149
Doorbel.onderlinge lev. handelsgoederen
8829151
Doorbel.onderlinge lev. locatie 1
8829152
Doorbel.onderlinge lev. locatie 2
8829153
Doorbel.onderlinge lev. locatie 3
8829154
Doorbel.onderlinge lev. locatie 4
8829155
Doorbel.onderlinge lev. locatie 5
8829156
Doorbel.onderlinge lev. locatie 6
8829157
Doorbel.onderlinge lev. locatie 7
8829158
Doorbel.onderlinge lev. locatie 8
8829159
Doorbel.onderlinge lev. locatie 9
8829160
Doorbel.onderlinge lev. locatie 10
8829161
Doorbel.onderlinge lev. locatie 11
8829162
Doorbel.onderlinge lev. locatie 12
8829163
Doorbel.onderlinge lev. locatie 13
8829164
Doorbel.onderlinge lev. locatie 14
8829165
Doorbel.onderlinge lev. locatie 15
8829166
Doorbel.onderlinge lev. locatie 16
8829167
Doorbel.onderlinge lev. locatie 17
8829168
Doorbel.onderlinge lev. locatie 18
8829169
Doorbel.onderlinge lev. locatie 19
8829170
Doorbel.onderlinge lev. locatie 20
8829199
Doorbelasting onderlinge leveringen emballage
8829200
Opbrengst hout
8829201
Opbrengst textiel
8829202
Opbrengst metaal
8829203
Opbrengst montage/assemblage
8829204
Opbrengst bakkerij
8829205
Opbrengst speelgoedfabricage
8829206
Opbrengst wasserij
8829207
Opbrengst spuiterij
8829208
Opbrengst celarbeid
8829209
Opbrengst drukkerij
8829210 8290 Overige opbrengsten
Opbrengst boekbinden
8829211
Opbrengst kunststof
8829212
Opbrengst brocheren
8829213
Opbrengst krimpen en sealen
8829214
Opbrengst recycling
8829215
Opbrengst blancheren
8829216
Opbrengst garage
8829217
Opbrengst fietsherstelplaats
8829218
Opbrengst bos- en tuinbouw
8829219
Opbrengst akkerbouw
8829220
Opbrengst kwekerij
8829221
Opbrengst poedercoating
8829222
Opbrengst keramiek
8829223
Opbrengst elektronica
8829224
Opbrengst leerbewerking
8829225
Opbrengst kartonnage
8829226
Opbrengst verpakken
8829227
Opbrengst zeilmakerij
8829228
Opbrengst schoonmaak
8829229
Opbrengst groenvoorziening
8829230
Opbrengst keuken
8829231
Opbrengst diversen
8829249
Opbrengst handelsgoederen
8829251
Opbrengst locatie 1
8829252
Opbrengst locatie 2
8829253
Opbrengst locatie 3
8829254
Opbrengst locatie 4
8829255
Opbrengst locatie 5
8829256
Opbrengst locatie 6
8829257
Opbrengst locatie 7
8829258
Opbrengst locatie 8
8829259
Opbrengst locatie 9
8829260
Opbrengst locatie 10
8829261
Opbrengst locatie 11
8829262
Opbrengst locatie 12
8829263
Opbrengst locatie 13
8829264
Opbrengst locatie 14
8829265
Opbrengst locatie 15
8829266
Opbrengst locatie 16
8829267
Opbrengst locatie 17
8829268
Opbrengst locatie 18
8829269
Opbrengst locatie 19
8829270
Opbrengst locatie 20
8829299
Opbrengst emballage
8829623
Opbrengsten LBB niet DJI
8829624
Opbrengsten TEO niet DJI
8829630
Opbrengsten DVO SSC extern DJI
8829900
Overige opbrengsten exploitatie extern DJI
8829903
Overige opbrengsten exploitatie intern DJI
8829904
Overige opbrengsten exploitatie intern DJI
8621300
LBB garantie DJI/PLD
8621500
Overplaatsingsvervoer OM/PLD
8621505
Overplaatsingsvervoer LCA/PLD
8621510
Overplaatsingsvervoer DJI/PLD
Stap 3 Stap 4 Uitsluiten Indirecte kosten van kosten Specifiek I Generiek II X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
67
Stap 5 Directe kosten X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
opmerking
Prismant rekeningschema
DJI rekeningschema
KS
GrBkRek. Omschrijving
omschrijving
8621515
Overplaatsingsvervoer Overig
8621600
Vrachtvervoer DJI/PLD
8621700
VN vervoer DJI/PLD
8621900
BONO bijdrage DJI/PLD
8622100
TEO DJI afnemers
8622200
Bijstand DJI afnemers
8622300
LBB DJI afnemers
8622500
Vrachtvervoer DJI afnemers
8622800
Sociaal medisch transport DJI afnemers
8632100
Doorberekende opleidingskosten DJI afnemers
8641900
BONO bijdrage DJI/PLD
8642100
Opbrengst DVO SSC intern DJI
8642200
Opbrengst contract R&A advies
8642300
Opbrengst verhuur vergadercentrum intern DJI
8642400
Opbrengst lunches e.d. vergadercentrum intern DJI
8642500
Opbrengst faciliteiten vergadercentrum intern DJI
8652100
Opbrengst doorber. kap.goederen en diensten derden
8656100
Opbrengst doorber. levering detentiecapaciteit GW
8819500
Opbrengsten bonus in het kader van de WTAV
8819600
Inhouding in het kader van vervoerplan
8811000
Inhoudingen op salarissen
8819000
Verhaal van personeelskosten
8819100
Opbrengsten werkgelegenheidsgelden
8819200
Restitutie WAO- / Ziektegelden
8819300
Verhaal financieringsgelden (P.C./fietsplan)
8819400
Inhouding eigen bijdrage kinderopvang
8819900
Overige opbrengsten personeel
8826000
Verhaal van schade
8827000
Ontvangen ouderbijdragen
8560000
Afsluitprovisie opbrengsten
8570000
Boete opbrengsten vervroegd aflossen
8829950
Opbrengst exploitatie catering
9998000
Correctie resultaat voorgaand boekjaar
8310 Opbrengsten algemene en administratieve diensten 8320 Opbrengsten maaltijden en andere consumpties 8330 Opbrengsten andere hotelmatige diensten 8350 Opbrengsten technische en/of agrarische diensten 8910 Correctie budgetafrekeningen voorgaande jaren
Stap 3 Stap 4 Uitsluiten Indirecte kosten van kosten Specifiek I Generiek II X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
9 Andere baten en lasten 9010 Rentebaten 9020 Resultaat deelnemingen 9030 Waardeverandering financiële vaste activa en effecten 9040 Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten 9050 Dotaties aan voorzieningen 9110 Zakelijke lasten en verzekeringen 9120 Onderhoud 9130 Afschrijvingen 9140 Rente 9150 Andere kosten 9190 Baten 9200 Buitengewone baten
8699999
9210 Buitengewone lasten 9300 Bijzondere baten 9310 Bijzondere lasten 9990 Overboekingsrekening
Resultaat vorig boekjaar onderlinge leveringen
X X X X X X X X X X X X X X X X
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
68
Stap 5 Directe kosten X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
opmerking
Bijlage 7: Definities dagbesteding (FZ) Onderstaand zijn de definities van de verschillende categorieën dagbesteding opgenomen. De definities komen voort uit de spelregels DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie 2. 2009. Dagbesteding sociaal (ontmoeting). De meest basale functie van een dagactiviteitencentrum is de ontmoetingsfunctie. De inloopfunctie wordt beschouwd als de meest "laagdrempelige" functie in het kader van dag- en arbeidsmatige activiteiten. Het gaat hierbij dan ook vooral over de beschikbaarheidfunctie. Dat betekent onder meer dat aan deelnemers over het algemeen geen stringente eisen worden gesteld voor wat betreft de deelname aan de inloop. Dagbesteding activering gaat verder dan alleen anderen ontmoeten en betreft deelname aan recreatieve, creatieve of sportieve activiteiten. Tekenen en schilderen bijvoorbeeld, maar ook gipsgieten, kleding maken, tuinieren, voetballen, zwemmen of sjoelen. (Re-)creatieve activiteiten worden over het algemeen groepsgewijs aangeboden. De deelname is niet verplicht, maar wel minder vrijblijvend dan bij de inloop. Het aantal patiënten varieert per type (re-)creatieve activiteit van enkele patiënten tot wel twintig. Voor incidentele activiteiten, bijvoorbeeld jaarlijkse uitstapjes, kan het aantal patiënten nog groter zijn. Dagbesteding educatie. Te denken valt aan een computercursus, een cursus boekbinden, lijsten maken, gitaarspelen, tekenen, bloemschikken, drama en toneel, enzovoorts. Het gaat hier ook om volledige beroepsopleidingen (bijvoorbeeld voor het behalen van een Havo diploma). Voorwaarde is dat de opleiding wordt gegeven door onderwijs bevoegd personeel. Ook bij de educatieve activiteiten is er over het algemeen sprake van een vast weekprogramma en een groepsgewijs aanbod. Ook hier is de deelname niet verplicht, maar omdat het de bedoeling is dat de patiënten er iets van opsteken, is de deelname minder vrijblijvend dan bij de recreatieve activiteiten. Dagbesteding arbeidsmatig. Arbeidsmatige activiteiten zijn gestructureerde activiteiten. Begeleiders en deelnemers maken afspraken over de werkzaamheden die verricht zullen worden. De activiteiten zijn gericht op het opdoen van arbeidsvaardigheden en -ervaring. De zorginstelling kan een functie vervullen in de begeleiding van patiënten die aan het werk willen in het reguliere arbeidsproces. De volgende punten zijn hierbij van belang: - arbeidsmatige activiteiten hebben betekenis in het kader van persoonlijke ontplooiing en verkenning van individuele mogelijkheden (bijvoorbeeld gericht op het opdoen van arbeidservaring of gericht op het toeleiden naar een (on-)betaalde baan); - arbeidsmatige activiteiten zijn gericht op het aanleren en/of onderhouden van arbeidsvaardigheden (het DAC als stimulerend oefenmilieu); - arbeidsmatige activiteiten zijn gericht op persoonlijk en maatschappelijk herstel van mensen met psychiatrische en/of psychische problemen en dragen op die manier bij aan de bevordering van maatschappelijke (her-)integratie; - arbeidsmatige activiteiten hebben een stabiliserend effect op het dagelijks leven van de patiënten en dragen op die manier bij aan het voorkomen van isolement, terugval en decompensatie. Essentieel voor arbeidsmatige activiteiten is:
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
69
-
dat er een overeenkomst (mondeling dan wel schriftelijk) bestaat tussen de individuele patiënt en de organisatie waarin geregeld is wat er van elkaar wordt verwacht; dat er sprake is van activiteiten die gericht zijn op een toeleidingstraject naar (betaalde of onbetaalde) arbeid in een andere setting of dat er sprake is van arbeidsmatige activiteiten als dagbesteding die plaats blijven vinden in het activiteitencentrum.
Dagbesteding overig. Alle dagbesteding die niet onder dagbesteding sociaal, activering, educatie of arbeidsmatig valt, maar wel wordt ingezet in het kader van de behandeling van een patiënt met een GGZ diagnose, kan onder dagbesteding overig worden geregistreerd.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
70
Bijlage 8: Strafrechtelijke titels Forensische zorg in strafrechtelijk kader betreft geestelijke gezondheidszorg (inclusief verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg binnen de volgende strafrechtelijke titels:
1.
Niet toerekeningsvatbaar (art. 37 lid 1 Sr)
2.
TBS met dwangverpleging (art. 37a Sr)
3.
Overplaatsing vanuit TBS-kliniek (art. 14 Bvt)
4.
Plaatsing ter observatie (art. 13 Bvt)
5.
TBS met proefverlof (art. 51 Bvt)
6.
Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege (art. 38 g Sr)
7.
TBS met voorwaarden (art. 38a Sr)
8.
Voorwaardelijke veroordeling (art. 14a Sr)
9.
Sepot met voorwaarden (art. 167/ 244 lid 3 Sv)
10. Schorsing voorlopige hechtenis met voorwaarden (art. 80 Sv) 11. Voorwaardelijke gratieverlening (art. 13 Gratiewet jo. 558 Sv) 12. Plaatsing t.b.v. pro-justitia rapportage (art. 196/ 317 Sv) Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis van een gedetineerde met toepassing van artikel 15 lid 5 13 13. van de Pbw 14. Overbrenging van een gedetineerde op basis van artikel 43 lid 3 van de Pbw
14
15. ISD met voorwaarden (art. 38p lid 5 Sr) 16. ISD (art. 38 m Sr) 17. Penitentiair programma met zorg (art. 15 lid 2 Pbw) 18. Interne overplaatsing op zorgafdeling in het gevangeniswezen 19. Poliklinische verrichtingen door GGZ in het gevangeniswezen 20. Voorwaardelijke Invrijheidsstelling met bijzondere voorwaarden (art. 15a Sr) 21. Strafbeschikking met aanwijzingen (art. 257A lid 3 Sv) 22. Voorgenomen indicatiestelling
De bovenstaande strafrechtelijke titels komen voort uit vier wetten: • Wetboek van strafrecht (Sr) • Wetboek van strafvordering (Sv) • Beginselenwet verpleging terbeschikking gestelden (Bvt) • Penitentiaire beginselenwet (Pbw)
13 14
Hieronder valt ook overplaatsing in verband met detentieongeschiktheid. Deze plaatsingen vinden voor het merendeel plaats in het kader van detentiefasering.
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
71
Bijlage 9: Deelnemerslijst werkgroep kostprijzen DB(B)C FZ
Naam
Organisatie
De heer A. Mulder
Van der Hoeven Stichting
De heer H. Driessen
De Rooyse Wissel
De heer M. Schipperheijn
Forum GGZ Nijmegen
De heer S. Bon
Arkin
De heer P. Veldkamp
Arkin (Inforsa)
De heer J. Kersaan.
SSC Noord
Mevrouw M. van Es
GGZ Nederland
De heer J. de Vries
Tactus Verslavingszorg
De heer P. Müller
NZa
De heer B. de Wind
Hoeve Boschoord
De heer S. Oostenbrink
Altrecht
De heer D. de Wilde
Ipse de Bruggen
Mevrouw C. van der Hulst
Ministerie van Justitie
De heer H.J. van Gulik
Ministerie van Justitie
De heer C. Slippens
Ministerie van Justitie
De heer R. van Ham
DJI-Hoofdkantoor-GW
De heer B. Disco
Capgemini Consulting
Kostprijsmodel DB(B)C voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader Versie FZ 2011, 1.0
72