« I
RMH REINIGINGSBEDRIJF MIDDEN NEDERLAND
Kostenallocatiemodel, tarievenbeleid en desintegratieregeling RMN 1. Uitgangspunten en rekenregels voor toerekening kosten aan door RMN geleverde producten en diensten 2. Mogelijke varianten en keuze tarievenbeleid 3. Desintegratieregeling voor (financiële) afwikkeling bij (geheel of gedeeltelijk) staken van basis- en/of additionele taken
Versie: 1 november 2015
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Toelichting op deze memo Profiel van RMN in relatie tot kosten en tarieven Kostenallocatie Tarievenbeleid Desintegratieregeling
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Kostenallocatiemodel Uitgangspunten kostenallocatie Middelen Activiteiten Kosten
5 5 7 9 12
3 3.2
Tarievenbeleid Uitgangspunten Tarieven weerspiegelen integrale kostprijs
14 14 15
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Desintegratieregeling Aanleidingen toepassing desintegratieregeling Uitgangspunten Onderbouwing en {reken)voorbeeld Voorbeeldberekening desintegratieregeling
17 17 18 19 23
" -r
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
3 3 3 4
1
TOELICHTING OP DEZE MEMO
1.1
Profiel van RMN in relatie tot kosten en tarieven RMN wordt getypeerd als een maatschappelijke onderneming: zij opereert bedrijfsmatig als een (verzelfstandigd) overheidsbedrijf, waarbij zij zich volledig richt op het belang en de maatschappelijke doelen van de deelnemende gemeenten. RMN heeft geen winstoogmerk en streeft naar een stabiele en doelmatige exploitatie. Daarbij is het uitgangspunt dat RMN en de deelnemende gemeenten een wederzijds exclusieve relatie aan zijn gegaan voor lange termijn. De gemeenten zijn zowel 'eigenaar7 als opdrachtgever voor de dienstverlening, waarbij sprake is van een exclusief leveringsrecht van RMN voor wat betreft de basistaken. Daarnaast kunnen deelnemende gemeenten indien zij dit wensen de uitvoering van additionele taken op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare ruimte bij RM N onderbrengen. Dit profiel is bepalend voor de keuzes met betrekking tot het kostenallocatie- en tarievenbeleid van RMN. Als (strategisch) uitgangspunt geldt dat R N alleen diensten verricht in opdracht van in RMN deelnemende gemeenten. Zowel het kostenallocatie- en tarievenbeleid als ook de desintegratieregeling bij het (geheel of gedeelte ijk) staken van door RMN uitgevoerde basistaken of additionele taken zijn dus uitsluitend (en op gelijke wijze) van toepassing op (alle) in RMN deelnemende gemeenten. De in deze mejirio beschreven regelingen zijn in overleg met de financiële specialisten van de gemeéjxten opgesteld en worden door RMN toegepast.
1.2
Kostenallocatie Kostenallocatie omvat het toewijzen van directe en indirecte kosten aan de uiteindelijke producten die door RMN worden geleverd aan de gemeenten. Het is voor RMN van belang om te weten voor welke producten welke kosten worden gemaakt. Door het kiezen van een bepaalde methode om de directe en indirecte kosten toe te rekenen aan de geleverde producten kan RMN de kostprijs van deze producten bepalen. De onderhavige handleiding (hoofdstuk 2) beschrijft de werking en uitgangspunten van dit model. Deze handleiding geeft systematisch aan hoe het kostenallocatiemodel is opgebouwd. Per onderdeel wordt een omschrijving gegeven en worden de kostenverdeelsleutels en de basis of de samenhang toegelicht.
1.3
Tarievenbeleid De tariefstructuur 'vertaalt' de kostenstructuur naar de tarieven die door de afnemen-
Kostenaliocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
3/24
de gemeenten betaald moeten worden voor de afgenomen producten. De tariefstructuur (c.q. het tarievenbeleid) kan op diverse wijzen worden ingericht. Daarbij is met name een keuze of en in welke mate sprake is van een directe relatie met de (werkelijke) kosten. In hoofdstuk 3 worden twee varianten uitgewerkt.
1.4
Desintegratieregeling Hoofdstuk 4 beschrijft de desintegratieregeling voor de (financiële) afwikkeling bij het door een gemeente (geheel of gedeeltelijke) staken van bij RMN ondergebrachte basistaken en additionele BOR-taken. De desintegratieregeling is beschreven en wordt toegelicht aan de hand van een (reken)voorbeeld.
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 112(
2
KOSTENALLOCATIEMODEL De tekst van dit hoofdstuk vormt een bijlage bij het Dienstverleningshandvest (DVH), en specifiek artikel 7 Vergoedingen en tarieven.
2.1 Uitgangspunten kostenallocatie 2.1.1
Inleiding Als uitgangspunt voor het kostenallocatiemodel en de tariefstructuur van RMN gelden de principes van activity based costing. Daarbij bestaat een duidelijke relatie tussen de (zichtbare en traceerbare) bedrijfsprocessen en de uiteindelijke producten (waarmee de inkomsten worden gegenereerd). De werkelijke (integrale) kostprijzen vormen het uitgangspunt voor de tarieven voor de geleverde dieristen. Voorts gelden voor gelijke/identieke producten gelijke/identieke tarieven. RMN hanteert een kostenallocatiemodel (gebaseerd op een heldere omschrijving van de werking en uitgangspunten) waarbij de werkelijke kostprijzen voor de geleverde diensten aan elke deelnemende gemeente is bepaald. Dit kostenallocatiemodel is
2.1.2
Hoofdstructuur Figuur: schema kostenallqcatie
C
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
5/24
Paraoneel (Xcategofiert) aar
fX
Tractie
Facititeiteren ovwïge 1:1 naar prodi
Uren tarief
Productgroep Afvalinzameling
Huisvesting Opslag producten
Productgroep Reiniging
Activl eiten
Tarief aansluting
Tarief aan si utJng
Koster» Gemeente X
2.1.3
KOSIun
Gemeente Y1
Kosten
Middelen In het kostenallocatiemodel worden alle productiemiddelen (en bijbehorende kosten) van RMN verantwoord. Hierbij is een onderscheid te maken naar direct aan de uitvoering gekoppelde middelen (personeel, tractie, faciliteiten en overige middelen, specifieke huisvesting) en middelen ter ondersteuning van de uitvoering (huisvesting en algemene kosten).
2.1.4
Activiteiten De middelen worden naar rato van het gebruik van deze middelen (activiteiten) toegerekend naar de betreffende producten. Hiervoor wc rdt p< r middel eei
nduidige
versleuteling gehanteerd. Voor het kunnen toerekenen is een specifieke lijst van producten vastgesteld. In algemene zin zijn de producten te onderscheiden naar drie productgroepen: afvalinzameling en reiniging (basistaken) en BOR-taken (additionele taken). 2.1.5
Kosten Nadat per product de middelen zijn toegerekend, is een verdere versleuteling naar de gemeenten mogelijk. Dit gebeurt op basis van de (werkelijke) inzet (tijd) van mens en materieel.
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
6/24
2.2 2.2.1
Middelen Personeel Omschrijving: Onder 'personeel' valt al het direct productief personeel (inclusief inleen en leiding) en daaraan gekoppelde kosten. Indirect personeel wordt toegerekend via de middelencategorie 'algemene kosten'. De categorie 'personeel' sluit aan bij de be grote personeelskosten voor het betreffende uitvoeringsjaar. Sleutel: Direct personeel wordt toegerekend via uurtarieven. Hiervoor zijn per (perso neelscategorie uurtarieven gehanteerd. Het tarief is herleidbaar tot de volgende kos
A
tencomponenten: ■ Lonen en salarissen Pensioenlasten Overige sociale lasten Reis en verbl ijfkosten (en autokostenvergpedifljÉI;
§
■ Overige personeelskosten (o.a. vorming en ópleidift^ Basis: De uren betreffen de totaal begrote prodactiev#ören voo1| he^ betreffende uit voenngsjaar. % 2.2.2
Tractie
/ %
Omschrijving: Onder tractie vallen alle aan de uitvoering van dienstverlening verbon den voertuigen (inclusief opbouw) en daaraan gekoppelde kosten en stalling. De cate gorie 'tractie' sluit aan op de gemiddelde begrote tractiekosten (afschrijving en onder houd) van enkele jaren, vergelijkbaar met een zogenaamd ideaalcomplex1. Sleutel: De tractiekosten zijn gerelateerd aan een uurtarief per type tractie. In het kos tenmodel zijn de diverse typen gedefinieerd. Op hoofdlijnen betreffen deze: ■ Bestelwagens ■ Containerwagens ■ Zijladers ■ Kraakperswagens ■ Veegmachines ■ Overige specifieke voertuigen (bijvoorbeeld t.b.v. ongediertebestrij ling en on kruidverdelging) . Onder tractiekosten vallen alle begrote, aan de tractie toe te rekenen kosten. Het tarief per tractietype is herleidbaar tot de volgende kostencomponenten: ■ Afschrijvingskosten (met genormeerde afschrijvingsperiode en aanschafwaarde per tractiecategorie)
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
7/24
■ Rentekosten ■ Reparatie en onderhoudskosten ■ BK tdstofkosten ■ Waar sprake is van Diftar apparatuur is een aparte kostentoerekening voor af schrijving en onderhoud ■ Stallingskosten. Basis: De uren betreffen de totaal begrote productieve uren voor het betreffende uit voeringsjaar. Huisvesting
2.2.3
Omschrijving: Onder 'huisvesting' vallen alle kosten die betrekking hebben op de huisvesting, zoals: Huur gebouwen Elektriciteit Gas
>
Water Onderhoud Schoonmaakkos ten Tuinonderhoud en onderhoud parkeervakken Inbraakbeveiliging Daar waar mogelijk zijn de huisvestingskosten direct toegerekend aan een product. De overige huisvestingskosten zijn niet eenduidig direct toe te rekenen aan producten, en zijn als opslag op directe kosten verdeeld. Direct toe te rekenen huisvesting Omschrijving: Onder 'huisvesting' valt een deel direct aan producten door te belasten huisvesting en bijbehorende kosten. Sleutel: Deze middelen en kosten zijn niet versleuteld maar op basis van het gebruik direct toe te rekenen aan de producten. Het betreft huisvesting ten behoeve van: Overlaadsfation KCA Gladheid Inzameling Wijkpost Miliei Overslag Wagenparkbeheer
1
Bij een ideaalcomplex zijn de levensduur/afschrijvingstermijn en het moment van aanschaf zo gekozen dat over het geheel sprake is van een evenwichtige (leeftijd) opbouw en daarmee (doel) gelijkmatige exploitatiekosten per jaar.
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
8/24
Basis: Voor deze middelen en kosten is sprake van één op een toerekening vanuit de begroting. Te verdelen huisvesting Omschrijving: De te verdelen 'huisvesting' heeft betrekking op de totale resterende kosten na aftrek van direct toe te rekenen kosten per gemeente. Sleutel: Deze resterende kosten (na aftrek van de directe huisvestingskosten en stal lingskosten) worden toegerekend als (identieke) opslag op het tarief van de basistaken en additionele taken. Basis: Voor de toerekening vormt de omzet van de basistakenfh additionele taken de Jp
basis. 2.2.4
Algemene kosten
S<
Omschrijving: De 'algemene kosten' hebben betrekking op all#kosten in de indirecte sfeer. De categorie sluit aan op indirect personeel, overige bedrijfslasten en enkele aanvullende categorieën en betreft onder andere:
u,
^%..
■ Indirect personeel Kantoorkosten Telefoonkosten Advies en accountantskosten Automatisering Inkoop kosten In het kostenallocatiemodel van RMN geldt als uitgangspunt dat algemene kosten waar mogelijk en zoveel als mogelijk 'direct' worden gemaakt en worden toegerekend aan de diensten voor de betreffende gemeenten. Voor de toerekening van de algemene kosten in tarieven kunnen diverse varianten worden toegepast. Zie hoofdstuk 3 voor een nadere uitwerking hiervan. 2.2.5
Restcategorie: faciliteiten en overige taken Omschrijving: De restcategorie omvat faciliteiten en overige taken waarvan alle directe middelen en bijbehorende kosten niet reeds zijn toegerekend via 'personeel' of 'trac tie' aan de betreffende gemeente(n). Sleutel: De restcategorie 'faciliteiten en overige taken' is niet versleuteld maar wordt op basis van het gebruil direct toegerekend aan afnemers. Basis: De kosten betreffen de totaal begrote kosten voor het betreffende uitvoerings jaar.
2.3
Activiteiten In de administratie van R IN worden de activiteiten onderscheiden zoals beschrever
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
9/24
in deze paragraaf.
2.3.1
Productgroep Afvalinzameling Producten: De producten hebben betrekking op de afvalinzameling en zijn onder scheiden naar de volgende hoofd en subcategorieën: Afvalinzameling: ■
Inzameling haalvoorzieningen
■
Inz
■
Beheer afvalbrengstation
■
Kringloopcentrum
ing brengvoorzieningen
Activiteiten: Per product zijn de specifieke activiteiten weergegeven. Per activiteit is sprake van een inzet van personeel en/of tractie en/of faciliteiten en '%erige directe middelen. 2.3.2
Productgroep Reiniging Producten: De producten hebben betrekking op de straatreiging en zijn onderscheiden naar de volgende hoofd en subcategorieën: Straatreiniging ■
Straatreiniging (machinaal vegen)
■
Onkruidbestt'ijdingop verharding
■
B lad op ve rha rd ingen v erw ij d eren
■
Zwerfafval op verharding (inclusief prullenbakken)
■
Schonen hondenuitlatstroken
■
Opruimen vuurwerkresten
■
Marktvegen machinaal
"
Transporten reiniging/groen/civiel
■ > Huisontruimingen f^agongedieftebestrijding ■
KoifcëWeiiigmg
■
Gladheidbestrijding
■
Inzet op afroep voor straatreiniging of daaraan gerelateerde taken
Activiteiten: Per product zijn d
n wet
sn. Per act /iteit is
sprake van een inzet van personeel en/of tractie en/of faciliteiten en overige directe middelen. 2.3.3
Productgroep BOR-taken Producten: De producten hebben betrekking op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en zijn onderscheiden naar de volgende hoofd en subcategorieën: Beheer en onderhoud groen
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
10/24
■
Dagelijks onderhoud groen (zwerfvuil in groen): beplanting, bomen, gazon, bermen, hagen
*
Beheer en onderhoud Sportparken en sportvelden
Beheer en onderhoud str aatmeubilair ■
Beheer, dagelijks of serviceonderhoud Straatmeubi
Speervoorzieningen ■
Beheer, inspectie en onderhoud speelvoorzieningen
Uitsluitend onderhoud (klein civieltechnische wer kzaamheden): ■
Klein storingsonder houd (Half) Verhardingen Klein storingsonderhoud verkeersregelinstallaties (VRI'S)
•
Dagelijks/serviceonderhoud verkeers voorzieningen
■
Bediening Bruggen
".
Klein onderhoud civiele kunstwerken (bruggen, duikers, vlonders)
»
Beheer en onderhoud rioleringf schoonmaken openbare toiletten, schoonhou den handkolken, huisaansluitingen, riolering, pompen en gemalen
■
Beheer en onderhoud openbaar water (incl. verwijderen drijfvuil)
Activiteiten: Per product zijn de specifieke activiteiten weergegeven. Per activiteit is sprake van een inzet van personeel en/bf tractie en/of faciliteiten en overige directe middelen. 2.3.4
Overige producten Vragen, meldingen en klachten (aannemen, administratie en bewaking) •
Afvalinzameling
■
Openbare ruimte
Communicatie ■
Afvalinzameling (afvalkalender/internetpagina)
■
Openbare ruimte
Beleidsadvies generiek (gevr aagd en ongevraagd) ■
Afvalinzameling
■
Openbare ruimte
Beleidsadvies specifiek (pr ojectmatig) ■
Afvalinzameling
■
Openbare ruimte
Beheer beheer plannen ■
Opstellen en beheren beheerplannen Afval/gladheid
■
Opstellen beheerplannen Openbare ruimte
■
Verwerken mutaties beheerplan groen, speelplaatsen en straatmeubilair
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
11/24
2.4 2.4.1
Kosten Productkosten Het kostenalloc tiemodel leidt tot een overzie
kosten pi
et (en pro-
ductgroep). Het kostenmodel hanteert daarbij gelijke uitgangspunten bij toerekening (zie de versleuteling van middelen), waardoor de onderbouwing van producten uniform en traceerbaar is. Het is hierbij van belang zich e realiseren dat de producten aan de deelnemende gemeenten weliswaar gelijkluidend zijn, maar dat de onderliggende activiteiten kunnen verschillen. Verschillen kunnen wolden veroorzaakt door verschillen in de gevraagde kwali teit, k< nmerken van het veïzèfgingsgebied, et cetera. Het verschil in activiteiten (en bijbehorende inzet van middelen) is de oorzaak voor verschillen in kostenniveau per eenheid product. 2.4.2
Kosten per gemeente Per productgroep worden de kosten per gemeente weergegeven. Voor de reiniging en beheer en onderhoud van de openbajré ruimte wewden de totale Èfifegrale kosten gepresenteerd. Dit betreft: 1. De kosten zoals beschreven in dit kostenallucatiemodel Daarnaast worden de volgende kosten per gemeente gepresenteerd: 2. Kapitaalslasten met betrekking tot de inzamelstructuur (containers en andere inzamel faciliteiten), naar rato van het gebruik of de beschikbaarheid ervan per (betreffende) gemeente. 3. Verwerkingskosten: de kosten per gemeente voor het verwerken van (huishoudelijk) afval en de (eventuele) kosten voor transport. Op deze wijze worden de totale kosten van de dienstverlening per gemeente inzichtelijk remaakt. De desintegratieregeling (zie hoofdstuk 4) sluit aan op deze drie (kosten/omzet) categorieën.
2.4.3
Uitwerking Op basis van het kostenallocatiemodel worden de productietarieven bepaald. Zoals gezegd gelden voor gelijke/identieke producten gelijke/identieke tarieven. Dit wordt bewerkstelligd door het bepalen van de (integrale) productprijzen voor alle te onderscheiden productiemiddelen, waarmee RMN diensten levert. Dit leidt tot een tarievenblad voor arbeid en voor tractie. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de diverse arbeids- en tractiecategorieën. Aan de hand van dit tarieven-
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
12/24
blad wordt het tarief voor de geleverde dienst bepaald. Op deze wijze zijn de tarieven gebaseerd op de werkelijke kosten voor de productie en levering van diensten aan de gemeente. De opdrachtgevende gemeenten betalen op basis van dit model een reële prijs voor de diensten die zij afnemen.
\V
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
13/24
3
TARIEVENBELEID De tekst van dit hoofdstuk vormt een bijlage bij het Dienstverleningshandvest (DVH), en specifiek artikel 7 Vergoedingen en tarieven.
3.1
Uitgangspunten De tariefstructuur 'vertaalt' de kostenstructuur naar de tarieven die door de afnemende gemeenten betaald moeten worden voor de afgenomen producten. Voor de tariefstructuur (c.q. het tarievenbeleid) zijn twee hoofdprincipes denkbaar: 1. Tarieven gebaseerd op de werkelijke directe en indirecte kosten (eventueel vermeerderd met een marge). ïr zijn verschillende mogelijkheden zoals een tarief gebaseerd op de integrale kostenprijs, of een tarief voor diensten waarm alleen de directe kosten zijn verdisconteerd, en de algemene kosten s o l a i r , naar rato van het aantal huishoudens, door de gemeenten worden gelagen. 2. Tarieven gebaseerd op (markt^^ffs^qrrrifeg, dus onafhankelijk van de werkelijke kosten en kostenstructuur. Hierbij kan pe* saldo sprake zijn van een normale winstmarge, een negatieve Winstmarge of een (zeer) grote winstmarge. Voor RMN is de eerstgenoemde van toepassing: de tarieven welke in rekening worden gebracht bij de deelnemende gemeenten 0JR een weerspiegeling van de werkelijke kosten voor het leveren van de 4*^flf ten. Dit is conform de huidige situatie van RMN. Met dit uitgangspunt als aangrijpingspunt worden in het vervolg van dit hoofdstuk twee varianten voor de uitwerking van het tarievenbeleid beschreven.
3.2 Variant 1 (keuze): tarieven weerspiegelen integrale kostprijs De
it is in de hi
5 situatie van te
ing. Als uitg
oor het hui-
dig kostenallocatiemodel en de tariefstructuur van RMN gelden de principes van activity based costing. Daarbij bestaat een duidelijke relatie tussen de (zichtbare en traceerbare) bedrijfsprocessen en de uiteindelijke producten (waarmee de inkomsten worden gegenereerd). De werkelijke (integrale) kostprijzen vormen het uitgangspunt voor de tarieven voor de geleverde diensten. Zowel voor basistaken als ook voor additionele taken. Voorts gelden voor gelijke/identieke producten gelijke/identieke tarieven. Toerekening algemene kosten Het huidig kostenallocatiemodel voorziet erin dat algemene kosten zoveel als mogelijk direct worden toegerekend aan de betreffende producten. Voor de dan nog reste-
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
14/24
rende algemene kosten wordt geen onderscheid gemaakt in algemene kosten ten be hoeve van inzamel of reinigingstaken of adc itionele taken. Sleutel: De algemene kosten worden in totaliteit toegerekend als (identieke) opslag op het tarief van de basistaken en additionele taken. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een opslag op: •
De eigen productie: directe inzet van mens en materieel. In de huidige situatie bedraagt deze opslag 20%,
•
Kosten derden en overige directe kosten. Met het oog op de door RMN te geven aansturing en administratieve werkzaamheden gemoeid met werkzaamheden die door derden worden uitgevoerd, is een gedeeltelijke doorbelasting van alge mene kosten terecht. In de huidige situatie bedraagt deze opslag 5%.
•
Kosten afvalbe en verwerking. Met afvalbe èti verwerking zijn diverse werk zaamheden door de RMN organisatie gemoeid. Contraetbeheer, afstemming en regie, et cetera. Ook voor deze kostertis een gehele doorbelasting van algemene kosten daarom niet terecht. In de huidige situatie bedraagt deze opslag 5%.
De genoemde toerekeningpercentagës worden periodiek getoetst aan de werkelijke (algemene) kosten (als vast onderdeel van de jaarlijkse P&C cyclus) en indien nodig worden zij daaraan aangepast?
?.:
Basis: Voor de toerekening op grond van de totale kosten van de basistaken en additi onele taken per afnemer vóffMljgt de omzet van R IN voor basistaken en additionele taken de basis. ■ Met dit tarievenbeleid wordf een eerlijke verdeling van kosten voor geleverde dien sten bewerkstelligd, en wordt Me continuïteit (instandhouding) van RMN niet beïn vloed door fluctuaties (met name afname) van additionele diensten.
3.3 Tarieven weerspiegelen integrale kostprijs Deze variant is in de huidige situatie van toepassing. Als uitgangspunt voor het hui dig kostenallocatiemodel en de tariefstructuur van RMN gelden de principes van acti vity based costing. Daarbij bestaat een duidelijke relatie tussen de (zichtbare en tra ceerbare) bedrijfsprocessen en de uiteindelijke producten (waarmee de inkomsten worden gegenereerd). De werkelijke (integrale) kostprijzen vormen het uitgangspunt voor de tarieven voor de geleverde diensten. Zowel voor basistaken als ook voor additionele taken. Voorts gelden voor gelijke/identieke producten gelijke/identieke tarieven. Toerekening algemene kosten Het huidig kostenallocatiemodel voorziet erin dat algemene kosten zoveel als moge
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
15/24
lijk direct worden toegerekend aan de betreffende producten. Voor de dan nog resterende algemene kosten wordt geen onderscheid gemaakt in algemene kosten ten behoeve van inzamel- of reinigingstaken of additionele taken. De alg !mene kosten worden in totaliteit toegerekend als (identieke) opslag op het tarief van de basistaken en additionele taken. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een opslag op: •
De eigen pi ductie: dii
inzet v,
en rr
In d huidige siti itie
bedraagt deze opslag 20%. •
Kosten derden en overige directe kosten. Met het oog op de door R M te geven aansturing en administratieve werkzaamheden gemoeid met werkzaamheden die door derden worden uitgevoerd, is een gedeeltelijke doótbelasting van algemene kosten terecht. In de huidige situatie bedraagt deze opslag 5%.
•
Kosten afvalbe- en verwerking. Met afvaibe- en verweïking zijn diverse werkzaamheden door de RMN organisatie; gemoeid. Contjactbeheer, afstemming en regie, et cetera. Ook voor deze kc?s|en isigen gehele doorbelasting van algemene kosten daarom niet terecht. Inïae huidige situatie bedraagt deze opslag 5%.
De genoemde toerekenïngpercentages worden periodiek getoetst aan de werkelijke (algemene) kosten (als vast onderdeel van de jaarlijkse P&C cyclus) en indien nodig worden zij daaraan aangepast.
%.
Basis: Voor de toerekening op grond van de totale kosten van de basistaken en additionele taken per afnemer vormt het de omzet van RMN voor basistaken en additionele taken de basis. t dit tarievenbeleid wordt éten eerlijke verdeling van kosten voor geleverde diensten bewerkstelligd, en wordt de continuïteit (instandhouding) van R M niet beïnvloed door fluctuaties (met name afname) van additionele diensten.
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
16/24
4
DESINTEGRATIEREGELING De tekst van dit hoofdstuk vormt een bijlage bij het Dienstverleningshandvest (DVH), en specifiek artikel 15 Duur, en de GR-tekst met betrekking tot het staken van basistaken en/of additionele taken (artikel 32 lid 3). De GR-tekst dient hierop te worden aangepast.
4.1 Aanleiding en toepassing desintegratieregeling Aanleiding In verband met de mogelijkheid voor een gemeente om additionele BOR-taken welke door RMN worden uitgevoerd (geheel of gedeeltelijk) weer af te bou#en / wordt in het 'handvest' een uitgangspunt vermeld voor ontstane desintegratiekosten. "Eventuele financiële of overige nadelige gevolgen voor Opdrachtnemer als gevolg van (gedeeltelijk) beëindigen van een additionele taak door een Opdrachtgever, worden door die Opdrachtgever gedragen en hebben geen financiële of overige nadelige gevolgen voor Opdrachtnemer noch voor de overige Opdrachtgevers resp. deelnemers.". Met betrekking tot fluctuaties in de omvang van de taken per gemeente is afgesproken (artikel 5.2 van het DVH) dat het volume van de basistaken en additionele taken van een volgend kalenderjaar nooit meer dan 110% bedraagt van het volume van het voorafgaande kalenderjaar en nooit minder dan 90% van het voorafgaande jaar. Ten aanzien van de basistaken kan alleen worden gestopt door uittreding uit te regeling. Eventuele additionele taken kunnen worden gestopt rekening houden met de afspraken ten aanzien van de (minimale) contractduur en opzettermijn. Bij zowel het staken van basistaken als van additionele taken dient de veroorzakende gemeente deze te dragen dan wel te vergoeden. De volgende paragraaf beschrijft de situaties waarin de desintegratieregeling van toepassing is. Toepassing Met deze desintegratieregeling wordt ermee rekening gehouden dat meer gemeenten additionele taken onderbrengen bij RMN. Indien het aantal gemeenten beperkt blijft tot uitsluitend gemeente IJsselstein, kan worden volstaan met het oormerken van de medewerkers, het materieel en andere faciliteiten welke benodigd zijn om de additionele diensten te kunnen leveren. Bij het staken van deze activiteiten wordt de daardoor vrijvallende (personele en materiële) capaciteit in principe overgedragen (de activa tegen boekwaarde) aan gemeente IJsselstein. Deze afspraak wordt in de dienstverleningsovereenkomst tussen RMN en IJsselstein bekrachtigd. Indien meer gemeenten additionele taken onderbrengen bij' vlN, is een objectief toepasbare regeling voor het bepalen van desintegratiekosten wenseli;
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
17/24
Deze regeling is van toepassing voor het bepalen van de desintegratiekosten en de afwikkeling ervan in de volgende situaties: 1. Het met meer dan 10% verminderen (ten opzichte van het vorige jaar) van het volume van de dienstverlening van een of meer producten in het basispakket en/of additionele pakket op aangeven van de opdracht gevende gemeente. Nb. Definitie volume DHV: de intensiteit en kwaliteit waarmee de taak wordt uitgevoerd. Definitie volume: de directe uitvoeringskosten welke zijn gemoeid met de levering van de gevraagde kwaliteit en omvang van de diensten in het basispakket dan wel de diensten in het additionele pakket. Eventuele efficiëntiemaatregelen welke door RMN zijn doorgevoerd op basistaken, en die leiden tot een verlaging van de directe kosten, worden niet meegeteld in het genoemde percentage. 2. Indien een gemeente additionele taken (en de daarvoor benodigde personele en materiele capaciteit) aan RMN overdraagt, en binnen de contractduur een andere werkwijze verlangt. Bijvoorbeeld in plaats van handmatig meer gemechaniseerd. Voox de daarmee gemoeide (eventuete) desintegratie is de regeling van toepassing voor de betreffende gemeente(n) 3. Het geheel staken van cfe levering van (een of meer) producten uit het additionele pakket. Dit geheel staken is toegestaan nadat de minimale contractduur (drie jaar) is verstreken met een opzegtermijn van 1 jaar. 4. Het stakeri varVÉïtjken uit het basispakket. De gemeente/opdrachtgever is als deelnemer van de gétneenschappelijke regeling verplicht het basispakket af te nemen. Het staken van taken uit het basispakket kan alleen in geval van uittreding uit de regeling.
4.2
Uitgangspunten De financiële compensatie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: •
Bij beëindiging (of vermindering van meer dan 10%) van de betreffende dienst heeft RMN te maken met desintegratiekosten: incidentele tijdelijke dan wel blijvende ontvlechtings- of frictiekosten als gevolg van de boventalligheid van personeel, overcapaciteit productiemiddelen en een dekkingstekort voor de algemene (overhead) kosten.
•
Voorkeursregel: de ontstane boventall gheid (personeel) en/of overcapaciteit (materieel) wordt door de betreffende gemeente overgenomen.
•
Het (terug) plaatsen van medewerkers gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de 'latende' gemeente. Bij het bepalen van (de) medewerker(s) die worden teruggeplaatst gelden de bepalingen van het sociaal plan en de (eventueel) andere hieromtrent gemaakte afspraken.
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 112015
18/24
Indien niet duidelijk is welke medewerkers in aanmerking komen voor plaat sing bij de 'latende' gemeente, wordt een met de startsituatie vergelijkbare for matie gecreëerd, waarbij wat betreft de leeftijdsopbouw rekening wordt gehou den met het aantal inmiddels verstreken jaren. PM. Deze voorkeursregel dient juridisch bekrachtigd te worden in de DVO. •
Indien materieel of andere activa wordt overgenomen door de latende gemeen ten, dan gebeurt dit tegen de actuele boekwaarde.
•
Ondanks de voorkeursregel kan sprake zijn van overcapaciteit welke niet door de latende gemeente kan worden overgenomen. RMN zal proactief en zelfstandig zorg dragen voor maatregelen waarmee (de gevolgen van) boventalligheid, overcapaciteit en het dekkingstekort voor alge mene kosten, zo veel als mogelijk worden opgeheven.
■ De latende gemeente draagt zorg voor een financiële compensatie ter financie ring van deze maatregelen en ter financiering van niet (of niet direct, of niet ge heel) af te bouwen boventalligheid eft (overcapaciteit. •
Als uitgangspunt van de formule gefdt de gemiddelde orrtzet welke is gemoeid met de uitvoering van de betreffende taak in de drie laatste jaren.
•
De gemeente kan kiezen voor een jaarlijkse betaling (van het betreffende be drag) of een afkoopsom ineens, op%aj3is van0> netto contante waarde.
4.3 Onderbouwing en (reken)voorbeeld In de bijgevoegde spreadsheet wordt de nu volgende uitwerking en onderbouwing van de desintegratieregeling als voorbeeld cijfermatig uitgewerkt. 4.3.1
Omzetcomponenten
(X)
De desintegratieregeling maakt onderscheid in de volgende drie omzetcomponenten: X.l Uitvoeringskosten: arbeidskosten, productiemiddelen (materieel, werktuigen, et cetera) en algemene kosten (overhead). X.2 Kapitaalslasten inzamelinfrastructuur: Kapitaalslasten met betrekking tot inza melstructuur, containers en (overslag) faciliteiten, naar rato van het gebruik of de beschikbaarheid ervan voor de betreffende (latende) gemeente. X.3 Afvalverwerkingskosten: Kosten voor verwerking en eventueel transport en/of overslag, naar rato van de hoeveelheid afval van de (latende) gemeente.
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
19/24
Deze omzetcomponenten worden bepaald voor de betreffende diensten ten behoeve van latende gemeente. Daarbij geldt de gemiddelde omzet in de drie meest recente jaren als uitgangspunt. Voorbeeldberekening X Omzttcomponenten van de taak die komt te vervallen x 1 Ari ductiemiddelen jemene kosten x 2 Ka slen infra ructuur x.3 Verwerkingskosten | lotaai
4.3.2
t j.19ft 0Ö5)
A. Desintegratieregeling Uitvoeringskosten (omzetcomponent x.1) Zoals gezegd geldt de voorkeursregel: de ontstane boventalligheid (personeel) en/of overcapaciteit (materieel) wordt door de betreffende gemeente overgenomen. Voor het overige geldt de volgende formule, welke betrekking heeft op de volgende kostencategorieën: Al.
Directe arbeidskosten (inclusief flexibele inhuur).
A2.
Inzet productiemiddelen (tractie, voer- en werktuigen).
A3.
Algemene kosten (leidinggevenden, en de zogenaamde "PIOFAH" (personeelszaken, informatie en automatisering, financiële administratie, huisvesting).
Op basis van de kostenstructuur van RMN (gemiddeld over 2014) geldt hierbij de volgende verhouding tussen deze kostencategorieën: Al : A2 : A3 = 46% : 32% : 22%. De omzetcomponenten Al en A2 dienen te worden verminderd met respectievelijk de arbeidskosten en kosten voor productiemiddelen welke direct door de latende gemeenten worden overgenomen. Ad. Al. Directe arbeidskosten (inclusief flexibele inhuur). Voor directe arbeidskosten wordt uitgegaan van een (huidig) verhouding vast / tijdelijk personeel van 84% /16%. De financiële compensatie heeft alleen betrekking op vast personeel - voor zover dit niet is overgedragen aan de latende gemeente - en omvat in een periode van 5 jaar respectievelijk 90%, 70%, 50%, 30%, 10%. RMN ontvangt deze financiële compensatie. De resterende boventalligheid wordt door RMN opgevangen door natuurlijk verloop, outplacement, inzet elders (waaronder ook bij de 'latende' gemeente indien mogelijk). Ad. A2. Inzet productiemiddelen (tractie, voer- en werktuigen). De inzet van productiemiddelen wordt onderscheid gemaakt in vaste kosten (bijvoor-
Kostenallocatiemodel RMN eindconcept DB 18 11 2015
20/24
beeld kapitaalslasten) en variabele kosten (bijvoorbeeld brandstof). Bij R VIN geldt in 2014 een verhouding 45% 55%. De financiële compensatie heeft alleen betrekking op de vaste kosten van het materi eel dat niet wordt overgenomen door de latende gemeente, en omvat in een periode van 3 jaar respectievelijk 80%, 40%, 20%. RMN ontvangt deze financiële compensatie. Door RMN wordt de resterende overca paciteit opgevangen door onder meer afstoten (verkoop), expiratie afschrijving, alter natieve aanwending. Ad. A3. Algemene kosten Bij de algemene kosten wordt onderscheid gemaakt in de componenten arbeid en overige kosten. In 2014 bedraagt deze verhouding bij RMN 69% 31%. •
Arbeidskosten worden als afbouwbaar (op termijn) beschouwd. E r wordt uit gegaan van de verhouding vast tijdelijk personeel (in de ondersteunende functies) bij RMN in 2014. Deze bedraagt 93% 7%. De financiële compensatie heeft alleen betrekking op vast personeel en omvat in een periode van 5 jaar respectievelijk 90%, 70%, 50%, 30%, 10%.
•
De overige kosten worden als vast en niet afbouwbaar beschouwd. De financi ële compensatie omvat in een periode van 5 jaar respectievelijk 100%, 85%, 70%, 55%, 40%.
Voorbeeldberekening A
: .\ t- ■. i ■ ■ ij- ?JJ ■ i ■ ■ rw - -. cQ rnptirWLl ■<' ■ A i r t M r i -1 Cfc
tonen
waarop compensatie betrekking h e e t
aandeel in omzet
1
2
3
4
5
a 1 Aroew i»;
Product l e m i o w w n
*4
Algemene Kosten
arDetd (vast personeel)
■
overig ^ |
Onderdeel B in de spreadsheet presenteert het gewogen gemiddelde compensatieper centage per jaar. Voorbeeldberekening Algernon*
rakfflTV0«t
:: r^^^Hf^ .-L1 -fl p^ n:.-! nl i ^ ; -m adi I d« omzet «W' J'iJ.tilr^ aan Jifli jna r MKI slJUon)
!UV 1
inor2
JMT3
iaar4
JJJC S
ee%
48*.
34*.
20%
6%
Onderdeel C berekent de financiële compensatie voor omzetcomponent X.l. De ge meente kan kiezen voor een jaarlijks betalen (van het betreffende bedrag) of een af koopregeling ineens, op basis van de netto contante waarde (berekening bij D).
Kostenallocatiemodel R
f eindconcept DB 18 11 2015
21/24
Voorbeeldberekening C
Berekening van { • Flnanclftle compeneatle Component x.1 »tx.1 490.000] Aandeel in de kosten' Flninclllt tompnriamtlo waarop compensatie 1 i Arbeid 225 400" «139 338 £170 402 «132»$
4
■j
■■ ■-"■ i . i
€18 334
Producttemlddelen
156 800'
€70 560
€56 446
€28.224
€ 14 112
€0
?:■;
Algemene koslan
107 900 arbeid (vast personeel) overig
€69 176 €33.4 in
€62 256 €33419
€48 423 €28 405
€34.586 f 23 393
€20.753 €18360
E&913 €13 387
Ï36?4tl3
* 3 2 525
€ 237 ÖB7
* ion no
6 Si 933
€ 3 * ! 18
]Mr 1
jur;
€307.166
€215409
f ■-.:.!-■..
!»»2,o:B 1.76 Ï I ; do omzet
h.ijnl Ij.nr I « m i l FWor
D
3
«M.ees
I
a ntt VlSt ntt (NCW
rtx.1
NCW ()ier 1 Urn 6|
|
]ejf~
j.i.v ■:
jur 1
€144054
tJTB.373 1,55 maal de omzet
In het rekenvoorbeeld wordt ervan uitgegaan dat (een deel van de) dienstverlening wordt gestaakt waarmee een omzet van € 490.000, is gemoeid. Dit bedrag is zonder overname van boventallig personeel of materieel. De jaarlijkse c ompensatie gedurende vijf jaren bedraagt (afgerond) € 322.000,; € 237.000,; € 166.000,; € 95.000, en € 39.000,. Indien de latende gemeente kiest voor een eenmalige c ompensatie dan bedraagt deze € 776.000, 4.3.3
E. Desintegratieregeling Kapitaalslasten inzamelinfrastructuur
(omzetcomponent x.2)
De compensatie voor leegloop/vrijval van activa wordt gebaseerd op de daarmee ge moeide kapitaalslasten en afschrijving naar rato van het gebruik ten behoeve van de betreffende latende gemeente. Per activum (afvaloverslag, inzamelc ontainers, opslag en andere faciliteiten) wordt onderzocht of en op welke vrijvallende c apac iteit door de betreffende gemeente kan worden overgenomen. Dit is mede afhankelijk van de (on)deelbaarheid van het betref fende activum. Overname gesc hiedt tegen de actuele boekwaarde. Voor het resterend deel dat niet kan of wordt overgenomen door de latende ge meente worden de daarmee gemoeide kapitaalslasten en afschrijving gedurende 5 jaren door de betreffende gemeente gec ompenseerd. 4.3.4
F. Desintegratieregeling Verwerkingskosten (omzetcomponent x.3) Per contract/afvalstroom wordt onderzocht of en op welke wijze (c ontrac tuele) ver plichtingen door de latende gemeente (naar rato) worden overgenomen dan wel fi nancieel gec ompenseerd. Het overnemen van het contract dan wel het honorerend van de contractuele verplic h tingen door de latende gemeenten krijgt de voorkeur. Het dan nog resterend deel van contractuele verplic htingen komt voor rekening en risico van de latende gemeente.
Kostenallocatiemodel RMN eindc onc ept DB 18 11 2015
22/24
. De n w r ' ( W É J * * *cki«i} n d l YQ&toccil A ^rtutfcnd ran de Jund van de k IMJ &\tf luamut
*Wi de Oric rrterKiH J » J I
X Omzetcooiponanbn van do taak dia kom x.1 Arbeid, productiemiddelen en algemene kosten x 2 Kapilaalslssleninfrastrucluui
*. *"
d n v r t e e n i n i r w w U M T f n v T O r d e h i e t ' " . i ^ i : v■>!■.■■.in-*'ifcL-r ([iwhKicmirytdfltfi, fcflrtJuvrrtHHit enrraï en atjc*n*nr Veulen [twurhtaJ)
vervallen
' . ^ . A K I - I T V t L^trr'*>nn t
o
K 3 Verwerkingskoster ttdafffl vxx j M * ) i T w t i k r v { e f t v M n t v W b o e t * * ( " ran^mfl ^ j W ortnfeg.
3-
Dt JnHrel Hfe JtLuefc rtrlhOWiPfl Uifc ïJJe^JtrjtllWf ((DmAmnt ■.!) *m HHH *i J 0 U hl öhjrt atbouwbaar te a^i (komt dieet te vervalen).
re H
i t t u ^ H i w d t v s f Kffften M need Lcttt-nrioehn tal n t n Je ^■J-T-JIDCI-IM.^-K-J M w M ) K l i b | f ^ 4 5 % , < t o i c « w c < : t 4 n { J i * , i b n i J i * W < n worden geacht dkect j f t o u w ï * * i # i j t i 4 tai*(i 4 t d EC Anti b j hel staken van taken)
[b^
a
C
Jila*jrnisp n f c u n e n e i
!■'
■Wl
HP|B)ïl n * :Jl>y L** EEfDa) ifflHT 00 o n i e t hOOTrfg«nrt ü i ra* . i l yir. t i l * a u
a;^
4 U
B a f a h a t i n g v a n de Financiële companiaür*Cflrtipn*w*rt <-T ■>» c»ü | A a i deel in de koslen r i n d ' l ^ l l e « m t p e p a t i . i l * Ifrnzali.l 4 + * J I I V m upaiiial'*
Productiemiddelen
(«SCO"
Algamsne koelen
107 B00
iMu
^FAfitt abeid (vaal personeel) overig
£*4 2*%
3 |flUU
Bh
QfftcrAtll wQnfrft
4
ra n
E irJïM
f 14 112
t « 5. f 33 iüB
€ 6 2 258 €3341B
€ 4 8 423 €28 405
r 367 LLG
(«?&?£
ÜS5/S3/
634.586 6 23 393
e iw
KU
CR € 2 0 753 €18380 <:■-,:;
:--^
foflrn ürmöcü met * t flr&:„ri
€ 13, « r €»*lfl
]TiJl#«tLl**T 1 Hm t | t . f g m i n DO om^ui
r^JTT
W t a r d a (NCW)
€307168 HGWljaar t ti
l.AB maal de omzet
n -l "'i WCl [HIIKY1L
ï €215499
j<^.j €144054
3 S CTQ D-
d e » ovHtyc hosten b*. rwl Haten ■ i'i t a t a i Orert Ee vervalen
^JrS
jtm
>wi H jQwrtne- w t c n JIÏ*
n
-**■' €78925
,-a^ !; €30729
|
n 3
^ R e g a l i n g m e t b e t r e k k i n g tot c o m p o n e n t x . 2 ^r__^—" E & n r f ? k M m n j yfirt ite l - i n ^ c i e j ü t?o m p u M :kt 1 ^ ^ o m p O t N M t l X 2 [Orneoix.3"""" 5 30Q.QP0|"
H O e o m « t component v.z van de taak/tijken d t fcomt/kamen t u us*v,iten '-■
e.1 D e c o m p e n s a t i e voor leegloop/vrijval van activa wordt g e b a s e e r d op de d a a r m e e gemoeide kapitaals l a s t e n en afschrijving naar rato van het gebruik ehoeve van d e betreflende ge sente e.2 Per activum (afvaloverslag. inzamelcontainers, o p s l a g - e n ai betreffende g e m e e n t e k a n worden overgenomen. Dit ts medi togen .ie d c l u a i o tKrfkwflardo.
cïliteiten) wordt onderzocht of e n o p w e l k e vrijvallende < keiijk van de (on)deelbaarheid van het betreffend
geschiedt
e-3 V o o r het resterend deel van c o m p o n e n t x . 2 worden d e d a a r m e e gemoeide kapitaals lasten e n afschrijving gedurende 5 jaren door d e betreffende g e m e e n t e gecomper
R e g e l i n g m e t b e t r e k k i n g tot c o m p o n e n t x . 3 F B a f o h n n l n f l v a n de FlnnncJelo c o m p o n w l i a C o m p o n e n t x.2 FOrr>zptK,3 €400.flD0l f. 1
P
it of en op welf
actuele) verplichtingen door d e latende g e m e e n t e (naar rato) worden
mseerd F.2
Het ovemem
f.3
Het d a n nog resterend deel van contractuele verplichtingen k o m t voor rekening en risico van de latende gemeente*
van het <
act dan wel het h
van de c mtractuele verplichtingen door de latende g e m e e n t e n krijgt de voorkeur
I f