Korte weergave TGPL Poland Dit studieonderzoek naar het vrije werkverkeer binnen de EU is uitgevoerd door Sander Nakken, student van de Fontys PTH in Eindhoven. Het vrije werkverkeer mbt de schildersbranche kent zijn voor- en nadelen. Er is eerder sprake van een etisch dilemma dan dat er vakinhoudelijk grote verschillen zijn. De vakbekwaamheidverschillen komen voort uit verschillen van landsbesturingssystemen en klimaatbeheersingen. Door deze verschillen ontstaat er een andere interpretatie van het vakgebied waar dan wel of niet vol- of deeltijd voor wordt geschoold. Klimaatbeheersingen welke per land of zelfs per regio kunnen verschillen, vereisen andere materialen en-/of gereedschappen dan wel werkmethodiek waardoor niveau en imago verschillen ontstaan. Iedere schilderscultuur kent zijn indelen in klassen namelijk: de amateur- gevorderde- en professionele schilder. Dit geldt wereldwijd. De verschillen uiten zich in het eindresultaat en deze is voor Nederland en Polen gelijk. Polen kunnen uitstekend vakwerk leveren wanneer hier voor wordt betaald zoals door grote winkelketens, internationale hotelketens, chique restaurants en clubs. Een welvaartsverschil oftewel een minder sterke economie in Polen die ook net als Nederland bezuinigd op onderhoud bij een dalende economie. Logische gevolgen en verklaringen van een land dat elders zijn inkomsten wil vergaren en vervolgens in eigen land uitgeven. Dit kan op de lange termijn overheidsinkomsten van de bouwnijverheid betekenen waardoor dit voor Nederland ook gevolgen kan hebben. Vakbekwaamheid De kennis/kunde en vaardigheden van een Pool zijn van een andere aard dan die van zijn Nederlandse collega. De Pool is een alles kunner dit is o.a. een oorzaak van cultuurverschillen. Nederlanders hebben ons systeem dermate vormgegeven dat er kaderlijnen zijn vastgelegd, kaderlijnen waardoor branches zijn ontstaan die ieder weer zijn of haar eigen specialisme hebben. Vervolgens is hier het volledige onderwijssysteem op aangepast waardoor enkel voor branches en-/of specifieke richtingen kan worden opgeleid. Dat betekent dat een schilder alleen zijn werkveld beheerst en geen muurtje metselt. Juist hier zitten de verschillen in de systemen die anders zijn vormgegeven waardoor verschillen ontstaan tussen Nederlandse en Poolse branches. Wij zijn echter van mening dat men uitsluitend binnen zijn beroepenveld opereert en verder andere specialismen inhuurt. In Polen zijn deze rollen anders verdeeld. Hier is sprake van een ander systeem. De staatsinrichting en democratie na de val van de muur en de tekortkomingen door de lidmaatschap van de EU en de gevolgen die dit met zich meebrengt. Nederlanders zijn van mening dat de Polen alles kunners zijn.
Dit gaat volgens ons ten koste van de kwaliteit van de werkzaamheden. Naar mijn mening is dit iets typische Hollands; altijd pessimistisch zijn en niet eens wetend waardoor men juist alles kan. Wanneer je alles kunt wil dat niet altijd zeggen dat je ook alle vaardigheden bezit. Het verschil van dat een Pool bijna alle werkzaamheden kan voltooien is ontstaan door het leren op de werkplek zelf. In Polen wordt men in de praktijk opgeleid, de praktijk die vorm is gegeven door het systeem in het land. In Polen is er geen sprake van sterke kaderlijnen die specialismen creëren enkel noch het verschil in een ruw en afbouw. Men kan uitstekend de ruw en afbouw door een Pool laten verrichten, hoogstens is er een elektricien die eraan te pas komt. Dit wil zeggen dat wij te maken hebben met een verschil in cultuur zowel branche afbakening als onderwijs. De Poolse arbeider vindt het evenmin vreemd dat wij branches hebben gecategoriseerd en uitsluitend ons eigen vak verstaan. Systeem- en cultuurverschillen die onderscheiden in wie we zijn, hoe we handelen en wat we denken. In Polen valt grof gezegd de ruw en afbouw onder een noemer. Dit omdat de afzetmarkt te klein is om alleen je brood met een specialisme te verdienen Verschillen Poolse en Nederlandse schilders De Poolse schilderscultuur is regionaal gebonden en afhankelijk van de verschillende bouwstijlen. Bij het merendeel is er sprake van gestuukte gevels die onderhouden moeten worden maar wat door geld gebrek niet wordt gedaan. Hierdoor ontstaat een grauw straatbeeld welke daarom kenmerkend maar aan de andere kant ook karakteriserend is voor de Poolse steden. De bezoeken die ik heb gebracht aan bouwplaatsen waren allerminst indrukwekkend. Opvallend is de beperkte wet en regelgeving die primitieve oplossingen als gevolg hebben. Net als in Nederland is de schilderscultuur onder te verdelen in een aantal klassen namelijk: de amateur-, gevorderde- en professionele schilder. In Polen is er geen verschil. De alles kunner die meer ruwbouw ambieert dan afbouw is dan ook een andere schilder. Logische verschillen die er overal ter wereld zijn. Dit neemt niet weg dat de verschillende materialen en gereedschappen die worden gehanteerd of de producten die worden verwerkt anders van aard zijn. Ieder product kent zijn beste verwerkingsmethodiek en de daarbij behorende gereedschappen. Verschillen in klimaatbeheersing en eisen van de schildersbranche Uit de online enquêtering van TGPL bij schildersbedrijven in Nederland is gebleken dat onze oosterburen enigszins moeite hebben met het verwerken van de westerse producten. Klimaatbeheersing van vastgoed verschilt nu eenmaal per land, zelfs per regio. Hiervoor zijn om deze reden producten ontwikkeld die voldoen aan de eisen van de markt. De
Mobiliteit Poolse schilders producten die dan weer de benodigde materialen en gereedschappen vereisen tot een zo optimaal verwerkingsproces en eindresultaat. Het is dus niet ondenkbaar dat er dus eventueel een opstartprobleem kan zijn. Draaien we de situatie om en dus gaat een Nederlandse schilder in Polen aan het werk dan is er hetzelfde ter sprake. Een cultuurverschil dat vervolgens naar voren komt is een hoge esthetische eis die wij als verwerker ons toe-eigenen aan het eindresultaat van het schilderwerk. Ondersteund door de vraag van de consument die door de jaren heen hogere eisen is gaan stellen. Wij kennen een goed ontwikkelde markt die duidelijke eisen kent, is het voorheen een uitsluitende beschermende eis geweest dan is het vandaag een hoge esthetische waarde waar de consument naar vraagt. Kijkend naar de ontwikkelingen van onze maatschappij na de oorlog, is de vorming die wij samen hebben doorgebracht het resultaat waar we vandaag staan. Onze overheid en samenleving hebben gevochten voor een goed functionerende democratie die heeft geresulteerd in goede opleidingen en voorzieningen waardoor primaire levensbehoeften voor iedereen eenvoudige te realiseren zijn. De vraag naar secundaire levensbehoeften is gestegen door het hogere percentage van de modale inkomens. De maatschappij die langzamerhand goed opgeleiden kende die meer te besteden hadden waardoor de welvaart en economie steeg. Hierdoor is meer vraag en aanbod ontstaan waardoor je jezelf als ondernemer meer moest gaan profileren. De verschillen die zijn ontstaan zijn niet alleen de verschillen naar de vraag van de bescherming van het vastgoed maar ook de verschillen van de verfraaiing ervan. Nu kijkend naar de neveneffecten van deze ontwikkeling is er in algemene zin momenteel sprake van veel vraag en aanbod waardoor de concurrentiestrijd hoger is. Welvaart die blijft ontwikkelen, eisen die zich verbreden, vraag naar bescherming-/ verfraaiing en de vraag naar de allerlaagste prijs is de normaalste gang van zaken. Hierdoor verdwijnt de ambacht en ontstaat er een ander soort schilder die, wel of niet geschoold, minder zijn vak verstaat. Nieuwbouw en onderhoudsschilders kennen we inmiddels, we kunnen zeggen dat er grote verschillen tussen kunnen zitten. Aannemers die de druk op de ketel zetten waardoor er gezocht moet worden naar alternatieven, de Polen. De Poolse arbeider die prima verschillende vakken verstaat, relatief minder kost dan zijn Nederlandse collega maar waarvan je dan ook weer zijn voor en nadelen kent. De Pool die veel te bieden heeft en een totaal andere achtergrond kent, heeft dan ook een verschil in arbeidsethos. Niet geheel de ambacht maar wel de instelling waar Nederlandse schilder nog wel eens tekort in schiet.
Onze cultuur kent een welgeschapen sociaalstelsel en gebondenheid met de herkomst van zijn omgeving, iets wat sterk verschilt met de Poolse collega die eerder door het sociale stelsel geen gebondenheid heeft met zijn omgeving van herkomst en dus mobiel georiënteerd is. Mobiel door verschillende argumenten die resulteren in inkomsten vergaring op andere wijzen dan de collega schilder uit een ander land. Als eerste gaven de Scandinavische landen, Ierland en het Verenigd Koninkrijk het startschot voor de Pool om bij hen te komen werken. Vervolgens door toetreding van de EU zijn ook andere landen voor hen in aanmerking gekomen. Hierdoor is het aanbod van werkgelegenheid voor de Pool vergroot, gezien de achtergrond van hen is de keus eenvoudig gemaakt en wordt er zowel tijdelijke- als gastarbeid verricht. Arbeid via de legale weg die volgens ons Nederlandse wet en regelgeving dan wel financiële systeem laag van sterk concurrerende aard zouden moeten zijn. Dit is echter het tegendeel, kijkend naar de import van goedkopere producten uit de VS of Azië gelden er regels die ook in de praktijk minder sterk van concurrerende aard zijn. De importrechten op de producten zijn vooraf vastgesteld en de fabrikant op de hoek in Nederland kan nog zijn beroep blijven uit oefenen. Het vrije werkverkeer binnen de EU zou zo een soort gelijke afdracht moeten leveren waardoor de overheidsinkomsten vanuit de bouwnijverheid niet dalen en de bijna onmogelijke concurrentie laat afnemen in de toekomst. Dat wil zeggen dat de Polen die momenteel op een legale wijze hun brood verdienen in ons land netjes alle belastingen en premies afdragen, met als gevolg dat zij hun inkomsten uitgeven in het land van herkomst waardoor onze economie in de toekomst zal stagneren. Wet en regelgeving Polen die in Nederland werken op een Nederlands arbeidscontract, zijn over het algemeen niet goedkoper dan Nederlanders. Wanneer Poolse werknemers worden gedetacheerd door een Pools bedrijf of wanneer Polen als zelfstandige werken, ontstaan er wel (aanzienlijke) kostenvoordelen. Deze voordelen worden vooral veroorzaakt door lagere afdrachten voor sociale zekerheid in Polen. Waarom juist Polen en waarom deze sectoren? Op de eerste plaats omdat veel Poolse burgers beschikken over (ook) een Duits paspoort, waardoor voor hen de opgeworpen beperking, een arbeidsmarkttoets en het moeten aanvragen van een TWV, niet geldt. Op de tweede plaats omdat al voor de toetreding veel Polen werden aangetrokken voor werk in de land- en tuinbouwsector, omdat werkgevers in de land- en tuinbouw al jaren kampten met personeelstekorten, met name in oogstperioden. Hierdoor was al een netwerk opgebouwd waarlangs het over en weer gemakkelijker was elkaar te
vinden op de arbeidsmarkt, en was er ervaring opgedaan met de inzet van Poolse werknemers. Vanuit de land- en tuinbouw zijn Poolse arbeidskrachten (én de partijen die voor hen bemiddelen of hen detacheren in ons land) uitgewaaierd over andere sectoren waar grote tekorten aan, vooral on- en laaggeschoold, personeel bestaan. Dat zijn overigens niet alleen de bouw- en de vleessector, maar ook andere sectoren met productie- en logistiek werk. Daarmee is niet gezegd dat alléén personeelstekorten de aanleiding zijn voor de toestroom van Poolse arbeidskrachten. Ook kostenvoordelen voor zowel de werkgever als de werknemer spelen zeker een rol. De eerste oorzaak is dat er Poolse burgers zijn die een dubbel paspoort hebben. Daardoor vallen zij als EU-Pool niet onder de overgangsmaatregel. Die geldt immers niet voor werknemers uit de oude lidstaten van de EU. Het is niet verwonderlijk dat veel Duitse Polen, behalve naar bijvoorbeeld Duitsland, ook naar Nederland komen. De werkloosheid in Polen is namelijk erg hoog en de lonen liggen lager dan in Nederland. Nu al wordt tussen intermediairs geconcurreerd om deze groep naar zich toe te trekken. Dit heeft een prijsopdrijvend effect én het stelt Duitse Polen in staat meer eisen te stellen aan de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van het aangeboden werk. Uitzendorganisaties concurreren bijvoorbeeld met elkaar door goede huisvesting en/of een lease-auto (per groep) beschikbaar te stellen. De concurrentie om Duitse Polen wordt nog versterkt doordat uitzendorganisaties en loonbedrijven vrijwel alleen gebruik maken van deze categorie.
dienstverband maximaal een half jaar. Eventueel kan het tijdelijke contract nog verlengd worden tot een jaar. Dat gebeurt echter niet vaak, want vrijwel al het werk waar Duitse Polen voor worden ingehuurd, is onregelmatig of seizoenswerk. Daarnaast willen zowel de ondernemer als de werknemer niet gebonden zijn aan vaste arbeidscontracten. De reden dat de Duitse Polen niet gebonden willen zijn aan een vast arbeidscontract, is dat ze het werk in West-Europa zien als een tijdelijke oplossing. Ze verwachten dat de welvaart in Polen zal toenemen. Het liefst werken ze in eigen land. Constructie 2: Poolse Polen met een arbeidscontract bij een Nederlandse werkgever Deze Polen hebben een arbeidscontract bij een Nederlandse werkgever en werken ook fysiek voor deze werkgever en dus niet via een bemiddelaar. Ze beschikken niet over een Duits of ander EU-paspoort en moeten in ieder geval nog tot 2011 beschikken over een TWV. Constructie 3: Duitse Polen met een arbeidscontract bij een Nederlands uitzendbureau Deze groep heeft een arbeidscontract bij een Nederlands uitzendbureau en werkt fysiek voor een werkgever die hen via het uitzendbureau inhuurt. De formele werkgever is het uitzendbureau. De Polen beschikken over een Duits of ander EU-paspoort. Deze constructie komt veel voor en is voor grote uitzendorganisaties een belangrijke markt. De Duitse Polen worden vooral bemiddeld naar sectoren productie en logistiek
De tweede oorzaak voor de instroom van Polen is gelegen in het feit dat voor sommige constructies op basis waarvan Poolse arbeidskrachten werkzaam kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld het werken als zelfstandige zonder personeel, de regulering door middel van tewerkstellingsvergunningen niet van toepassing is. Het gaat dan om het vrij verkeer van diensten en niet om het vrij verkeer van werknemers. Daarnaast kan er ook sprake zijn van informele arbeidsrelaties, maar in het onderhavige onderzoek is daar geen aandacht aan besteed.
Constructie 4: Poolse Polen met een arbeidscontract bij een Nederlands uitzendbureau Deze groep heeft een arbeidscontract bij een Nederlands uitzendbureau en werkt fysiek voor een werkgever die hen via een uitzendbureau inhuurt. De formele werkgever is het uitzendbureau. De Polen beschikken niet over een Duits of ander EU-paspoort. Deze constructie komt niet vaak voor. Als belangrijkste reden daarvoor noemen de uitzendorganisaties de tijdrovendheid van het verkrijgen van TWV s.
Een Poolse werknemer zou op 8 mogelijke wijze de Nederlandse arbeidsmarkt kunnen betreden
Constructie 5: Polen die werken in Nederland via een Pools uitzendbureau Deze groep heeft een arbeidscontract bij een Pools uitzendbureau en werkt fysiek voor een werkgever die hen via het uitzendbureau inhuurt. De formele werkgever is het uitzendbureau en er wordt gewerkt op basis van een Pools arbeidscontract. Volgens de laatste uitwerking van de detacheringrichtlijn hebben Polen zonder Duits paspoort die volgens deze constructie werken, een TWV nodig. Toch wordt er bij de beschrijving van deze constructie in de sectorhoofdstukken geen onderscheid gemaakt tussen Duitse en Poolse Polen, omdat dit voor de toepassing ervan minder relevant is.
Constructie 1: Duitse Polen met een arbeidscontract bij een Nederlandse werkgever Polen met een Duits paspoort kunnen, net als elke andere inwoner van de EU, (tijdelijk) bij een Nederlandse werkgever in dienst treden. Dit kan zonder dat er een TWV aangevraagd hoeft te worden. Duitse Polen werken zo al geruime tijd in Nederland. Een Duitse Pool die voor een Nederlandse werkgever wil werken kan zich direct melden bij de werkgever. Meestal zijn de dienstverbanden van Duitse Polen tijdelijk. Wanneer een werknemer een tijdelijk dienstverband aangaat, duurt het
Constructie 6: Polen die werken in Nederland via een Pools bedrijf dat een opdracht aanneemt in Nederland Deze groep heeft een arbeidscontract bij een Poolse werkgever die een opdracht aanneemt in Nederland. De Polen werken fysiek voor de Poolse werkgever. Het is voor Poolse werknemers gunstig om gedetacheerd te werken, gezien het uiteindelijke nettoloon. Ook blijven de gedetacheerde Polen aan het Poolse socialezekerheidsstelsel gebonden. Dit heeft voordelen omdat de Polen op deze manier hun pensioen in Polen uitbetaald krijgen. Dit soort bedrijven richten zich op het aannemen van werk in plaats van puur op het bemiddelen van personeel. Deze ontwikkeling zal steeds sterker worden. Poolse bedrijven die in Nederland een dienst uitvoeren, moeten een deel van de werkzaamheden in Polen zélf uitvoeren. In de Europese regels is niet nader gespecificeerd om welk deel van de werkzaamheden het gaat. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit vertaald in minimaal tien procent. Constructie 7: Poolse zelfstandige in Nederland gevestigd Zelfstandigen zonder personeel (zzp ers) zijn ondernemers die geen personeel in dienst hebben en die voor bedrijven of particulieren diensten uitvoeren. Een zelfstandige moet minimaal drie opdrachtgevers per jaar hebben. Deze groep Polen werkt als zelfstandige en is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel. Zelfstandigen hoeven niet te beschikken over een TWV. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen Poolse zelfstandigen met of zonder Duits paspoort. De verschillen in kosten zijn moeilijk te bepalen. Dat komt omdat zelfstandigen meestal geen uurloon maar een stukprijs hanteren.
het in dienst hebben van Nederlandse werknemers. Maar is dit in werkelijkheid ook zo? In deze paragraaf is een beschrijving gegeven van een onderzoek door het RWI. Het RWI heeft een onderzoek gedaan naar de verschillen in loonkosten, premies en belastingen. Zoals uit voorgaande paragrafen is gebleken zijn er verschillende constructies waarop een werknemer aan de Nederlandse arbeidsmarkt deel kan nemen. Deze verschillende constructies met daarbij de aanhangende loonkosten staan in onderstaand stuk weergegeven. Voor de loonkosten per uur geldt, dat indien een Poolse arbeidskracht in vaste loondienst is van een Nederlands bedrijf, er geen kostenvoordeel voor de Poolse arbeidskracht aanwezig is. Dit geldt ook voor de belastingen en premies. Indien de Poolse arbeidskracht werkzaam is voor een in Nederland gevestigd uitzendbureau kunnen er enkele kleine kostenverschillen ontstaan ten opzichte van de Nederlandse collega´s. Indien een Nederlands uitzendbureau Poolse arbeidskrachten inzet, dient overeenkomstig de Waadi het uitzendbureau aan de Poolse arbeidskracht loon en vergoedingen te betalen die gelijk zijn aan die van arbeidskrachten die voor dezelfde onderneming werkzaam zijn in vergelijkbare functies. Ook met betrekking tot belastingen en premies, die in Nederland voldaan moeten worden, zijn geen kostenverschillen aanwezig. Een verschil kan ontstaan op het gebied van toeslagen voor nacht- en ploegendiensten. Maatschappelijke kwestie conclusie aanbevelingen
Constructie 8: Poolse zelfstandige in Polen gevestigd Deze groep Polen werkt als zelfstandige en heeft in Polen de status van zelfstandige verkregen. Zelfstandigen hoeven niet te beschikken over een TWV en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen Poolse zelfstandigen met of zonder Duits paspoort. Loonkosten Er blijken vrijwel geen verschillen te bestaan tussen de loonkosten van Nederlandse en Poolse arbeidskrachten in dienst van Nederlandse bedrijven. Op vaste en tijdelijke buitenlandse medewerkers is de Nederlandse CAO van toepassing. Ook de toeslagen voor overwerk, prestaties en reistijd zijn op hen van toepassing. Er zijn wel methodes om de loonkosten laag te houden. Zo kunnen buitenlanders soms ingeschaald worden als minder ervaren krachten, omdat ze nog geen ervaring in Nederland hebben. Verschillen in loonkosten Uit velen reacties en verhalen komt naar voren dat het in dienst hebben van Poolse werknemers goedkoper zou zijn dan
Wanneer je nu kijkt naar de hiervoor beschreven feiten dan kun je hieruit op opmaken dat voornamelijk de illegaals Poolse schilders veruit de goedkoopste zijn. De goede moeten dus leiden door de slechten want als je verder kijkt behalve naar de prijs maar ook naar de cultuureigenschappen, kwalificaties en sociale eigenschappen dan zou je bijna kunnen zeggen dat het voor een schildersbedrijf eenvoudiger is en makkelijker is om een Nederlandse schilder te nemen. Wanneer men niet gaat voor de illegale optie die dus als enige kostenvoordeel draagt. Wanneer men dus negatieve invloeden op de Nederlandse arbeidsmarkt wil voorkomen moet eerst hard worden opgetreden tegen illegale arbeid. Illegale arbeid veroorzaakt deels het negatieve imago van de Poolse arbeiders maar ook die van de Nederlandse omdat zij dan wel weer in dit geval als te duur worden beschouwd. Hard optreden is hierbij noodzakelijk, in feite heeft dit niets te maken met het openstellen van de grenzen en de nasleep ervan. Cultuurverschillen zijn er en ook meer zichtbaar maar is dit een negatieve invloed op het geheel? Gewoontes heeft men aangeleerd maar dit zijn ook de aspecten die men zou kunnen veranderen maar wie investeert hier de tijd en energie in? De overheid?
Enquête schilders-/ detacheringsbranche Wat vind schilderend Nederland van het vrije werkverkeer binnen de EU? Hoe ziet men de toekomst en wat vindt men hinderlijk? De enquête is door verschillende leeftijdscategorieën beantwoord. De onderliggende verschillen zijn vrijwel leeftijdsongebonden. De deelnemende bedrijven variëren in omvang van klein, middel/groot tot een groot schildersbedrijf. Juist de middel/grote en grote schildersbedrijven geven aan in de toekomst bereid te zijn tot het inhuren van Poolse arbeidskrachten. Slechts een laag percentage en juist de kleinere ondernemers zeggen dit niet te zullen doen. Deze categorie geeft ook aan het meest te leiden onder de gehele situatie. Uit de enquete is gebleken dat de bedrijven die juist Poolse werknemers in dienst hebben van middel/grote en grote aard zijn Een hoog percentage hiervan geeft aan geen integratiebeleid te willen. Uit de enquête is tevens gebleken dat wanneer Poolse werknemers in dienst zijn dat zij vaak voor een korte periode worden ingehuurd en vaak laat men hen uitsluitend in de nieuwbouw werken. Dit kan een gegronde reden zijn van waarom men geen integratiebeleid wil toepassen. Door de korte duur van de aanwezigheid van de betreffende Poolse werknemers kan de meerwaarde van het integratiebeleid belemmerd worden. De Nederlandse schildersbranche is een traditioneel vak welke een rijke Historie kent. Een historie van eigen bodem en met weinig invloeden vanuit andere landen. Zij zijn altijd de laatste die de deur sluiten van een bouwproject en zien zichzelf geen invloeden vanuit andere landen accepteren. Een groot gedeelte van de personen heeft aangegeven dat het ambachtelijke schildersvak zonder Europese invloeden doorgevoerd dient te worden. Men is van mening dat de Nederlandse schilder door betere scholing meer kwaliteiten levert, en vind dat de financiële voordelen van een Pool niet afwegen tegenop de kennis en kunde van Nederlandse eigenschilders Er wordt massaal aangegeven dat men voor een kwaliteitscontrole is van buitenlandse schilders die de Nederlandse arbeidsmarkt betreden. Als eerst staat men er sceptisch tegenover maar aan de andere zijde wanneer de buitenlandse schilder dus kan voldoen aan de gestelde eisen van de markt vindt men dan ook dat de situatie anders is? Juist dan wanneer men als ZZp´ers andere collega s ZZp´ers inhuurt en opdrachten aan gaat nemen is er sprake van oneerlijke concurrentie. Een oneerlijke concurrentie die op alle niveaus voelbaar zijn omdat men prijzen kan hanteren die voor
onze schilders nooit te evenaren zijn. Juist hierdoor wordt de kans op oneerlijke concurrentie vergroot. Men is voor een kwaliteitscontrole, stemt voor waarborging van het Nederlandse schildersvak en zegt dat ongeacht de kostenvoordelen die kunnen ontstaan bij het aannemen van een Poolse arbeider dit niet afweegt tegenop de kennis en kunde van de Nederlandse schilder. Men staat vrijwel niet open voor het feit dat het vrije werkverkeer binnen de EU verder zal worden ontwikkeld en ontplooid. Het is inmiddels al meer dan duidelijk dat de Poolse werknemers lange dagen maken, hard werken en geen negatief beeld hebben van de werkzaamheden. Dit in tegenstelling tot zijn Nederlandse collega die in arbeidsethos/werklust anders is. Het typerende is dan wel weer dat men juist verwacht dat een Poolse werknemer geen onlogische werkwijze heeft wanneer deze zelfstandig werkt. Er is een klein percentage van Poolse schilders die problemen ondervinden met de west Europese schildersproducten, opstart problemen zijn er altijd. Ook is schilderend Nederland van mening net als de detacheringsbranche dat de Poolse werknemer zijn vak groot en deels op de werkplek verder bijleert. De Nederlandse schildersbranche wil de Poolse collega niet veel beter leren kennen. Een laag percentage voelt iets voor een integratiebeleid of enige vorm van bijscholing. Of in de toekomst dan ook maar iets meer willen weten van de concurrent. Ook is men van mening dat juist de bouwnijverheid het meest te leiden heeft van de problematieken die worden gevormd door het vrije werkverkeer binnen de EU. De gespecialiseerden in de detacheringsbranche in Nederland welke zich richten op internationale arbeidsbemiddeling hebben verassende resultaten opgeleverd bij de online enquêtering van TGPL. Verschillende nationaliteiten worden gedetacheerd zoals: 1. Nederlandse 2. Poolse 3. Poolse Duitse 4. Hongaarse 5. Tsjechische De detacheringsperiode is variërend van 2 tot 6 maanden en van 6 tot 12 maanden. De voorspellingen vanuit deze branches is dan ook dat in de toekomst het aantal oost Europese werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt zal gaan stijgen. 100% van de ondervraagden zegt niet te willen concurreren tegen de Poolse ZZp´ers omdat zij tegen lagere loonkosten kunnen werken. Juist hierdoor willen zij zich profileren om op een zo eerlijk mogelijke wijze te kunnen detacheren. Het grootste gedeelte is van mening dat wanneer de kennis en
kunde van een detachist die van zijn Nederlandse collega overschrijd dat zij ervoor willen zorgdragen dat zij hoger worden ingeschaald. De invloeden van de ZZp constructie wordt als negatief aanschouwd. Zij kunnen hun eigen lonen bepalen waardoor zelfs de detacheringsbranche zich bedreigt voelt. Het aanbod van faciliteiten door de detacheringbranche is van zorgwekkende aard. Een groot deel bied huisvesting, een TWV en vervoer aan. Dit wil zeggen dat het ontzettend eenvoudig is voor een Poolse werknemer om de Nederlandse arbeidsmarkt te betreden. De ondervraagde Polen geven aan dat men via mond op mond op het idee zijn gebracht om elders te gaan werken. Slechts enkelen die via internet in contact komen met arbeidsbemiddelaars. Door de publiciteit die gegeven wordt aan deze problematiek ervaart 100% van de ondervraagden dit als een negatief effect. Er is volgens hen geen sprake van omzetdaling of stijging. Het imago heeft volgens hen hier zwaar onder te leiden. Volgens het verwachtingspatroon van TGPL zou de detacheringsbracnhe het opnemen voor hun detachisten en geen enkel negatieve klank luiden. Vakinhoudelijke stellingen/vergelijkingen van tussentijdse resultaten van de enquêtering binnen de schildersbranche is dan ook positief beantwoord. Waar de schildersbranche nee spreekt, zegt de detacheringsbranche ja. Veel verschillen maar ook overeenkomsten. De sterkste is dan ook dat men beide juist voor kwaliteitsmetingen is van de arbeiders die de Nederlandse arbeidsmarkt gaan betreden. 96% van schilderend Nederland is voor kwaliteitscontrolle van buitenlandse werknemers om kwaliteit te kunnen waarborgen. 78% van de detacheringsbranche is het hier mee eens. Duidelijke signalen die het eens zijn met elkaar hieruit kan je opmaken dat juist dit een aanknopingspunt zou kunnen zijn om gezamenlijk kwaliteitscontrole in te voeren bij detacheringswerken binnen de Nederlandse Bouwnijverheid. Juist het SKIA dat de keurmerken verschaft aan de gespecialiseerde arbeidsbemiddelaars zouden zich hierdoor beter kunnen profileren tot het echt leveren van kwalitatief goede arbeidskrachten. Door de Europese eenwording ontstaan snel groeiende branches die volop in ontwikkeling zijn. Enkele nadelen moeten in de toekomst verholpen worden, juist het creëren van bijscholingsmogelijkheden is dan ook een optie voor beide branche s om gezamenlijk te investeren.
dat er zelfs daar oplossingen zijn gevonden voor de gevolgen die in de toekomst verdere onmogelijke concurrentie kunnen vermijden. Juist wij als westerlingen die de kennis en kunde heb ben tot het uitvoeren van specialismen moeten ons dan ook toespitsen op deze mogelijkheid. Juist nu wanneer de kleinere ondernemer het op dit moment het moeilijkst heeft is en men er van overtuigd is dat er sprake is van een oneerlijke concurrentie en nu door overgangsfase van de EU de bureaucratie meer om de hoek komt kijken moeten de ondernemers de krachten bundelen en juist alleen de Polen inschakelen waar zij goed in zijn. Door het draaien van productie onderbegeleiding van een specialist, wanneer we dan een nieuwe vorm van prijsafspraak hanteren kunnen we de toestroom in de hand houden. De particuliere sector zit niet te wachten op een Pool de industrie daarentegen wel. Laten we onze hersens eens gebruiken als we echt niet willen dat men onze boterham afpakt. Ten slotte zijn we goed in wat we doen niet alleen het vak maar ook de bedrijvigheid binnen de Nederlandse cultuur die als nekslag de negativiteit te groot inziet maar geen oplossingen wil invoeren omdat de gevolgen hiervan niet van traditionele aard zijn. Zoals ik al eerder zij het traditioneel aangelegde Nederlandse schildersvak welke nu open moet gaan staan voor globalisering en zijn negativiteit moet omzetten in een positieve aanpak die zal leiden tot het sterk tegen gaan van de ondergang van onze kleine collega´s. Het ligt volledig in de handen van de markt. Als je ziet dat er nu zelfs Nederlandse ZZp´ers zijn die Poolse ZZp´ers inhuren, deels opleiden en langzamerhand uitbouwen met aanname van werken dan zijn de gevolgen van groei een allerminst van positieve aard voor onze afzetmarkt. Ieder moet een boterham verdienen, de schilderswereld is klein en dat weten we allemaal alleen is het geen goed idee om dit teveel over de rug van een ander te doen. Nederland vormt zich mede door de doelstellingen van de EU meer tot een kenniseconomie. De economische groei komt voort uit kennis en minder uit de drie traditionele productie factoren zoals arbeid, natuur en kapitaal. Door de toepassing van kennis is innovatie mogelijk waarmee nieuwe producten en of diensten worden ontwikkeld die economische groei mogelijk maakt. De verschuivingen die ontstaan zijn het goedkoper produceren in lage loon landen, deze ontwikkeling is ontstaan vanuit de multinationals in de jaren 70. Vandaag de dag zijn het ook kleinere ondermeningen die hier een voorbeeld aan nemen. Het goedkoop produceren van producten met de daarbij behorende factoren en gevolgen zijn inmiddels bekend, de nieuwe verschuiving is echter van een omgekeerde aard.
Conclusie en aanbevelingen Wanneer je kijkt naar de transportsector en ziet dat hier al jaren een zware concurrentiestrijd gaande is dan kun je zien
Wij als westerse samenleving met een uitstekende economie waarbinnen veel mogelijkheden zijn hebben nu te kampen met de andere zijde van de medaille.
De lage loon landen binnen de EU die nu profijt maken van de economie en wet en regelgeving van de verder ontwikkelde landen binnen de EU. Doordat de rollen nu zijn omgedraaid voelt de MKB het als eerst de spanningen aan. Juist wij als Nederlanders die innovatief zijn in het vinden van oplossingen laten ons gevoel het meest spreken en kijken met pessimistische ogen toe, wat niet tot een bruikbare oplossing zal leiden. Juist de vorming van de kenniseconomie de overgangsfase van de EU hebben gevolgen voor de eerst de arbeidersklasse en later andere klassen in Nederland. De toekomst gaat ons vertellen dat we ermee moeten leven en er oplossingen voor moeten ontwikkelen. De vrije arbeidsmarkt is in 2011 een feit. Op dit moment wordt er naar gekeken hoe de huidige sutuatie in elkaar steekt. Er wordt hier vaak met niet onderbouwde argumenten een mening op gebaseerd, geformuleerd en naar buiten gebracht. Men is vaak gericht op het vakgebied en daarbij de persoonlijke situatie. Vanuit deze eenzijdige belichting wordt een algemeen beeld geschetst. Het betreft in dit geval een maatschappelijke kwestie met een maatschappelijk dilemma. Wanneer men hierover een mening wil uiten zal men zich ook meer maatschappelijk moeten richten. De problematiek ligt immers niet alleen binnen de schilderswereld maar ook daarbuiten. Wanneer je hierover wilt discusseren en een mening wilt uiten zul je gebasseerd hierop dus ook argumenten moeten kennen en dus achtergrondinformatie moeten hebben. Achtergrond informatie welke ik in dit project verstrek. In plaats van stil te staan bij de huidige situatie en hier voortdurend de negatieve aspecten uit te belichten, te bespreken en te publiceren zou je deze nagatieve aspecten ook op een andere manier naar voren kunnen brengen en deze juist benutten om naar de toekomst te kijken en te analyseren hoe we dit zouden kunnen vormgeven zodat dit een plaats krijgt binnen de maatschappij waarin een ieder zich kan vinden. Vandaag de dag zijn er ontwikkelingen gaande tot het ontplooien van gedegen oplossingen die ons klaar maken voor 2011 wanneer de grenzen volledig opengaan en meldingsplicht geen vereiste meer zal zijn. De gespecialiseerde internationale detacheringbranche die zich wil profileren en oplossingen bied door keurmerken in het leven te roepen is een ontwikkeling waarmee we verder kunnen werken in de toekomst. Alleen de schildersbranche zelf moet meer om zich heen kijken en vanuit brancheorganisaties in de vorm van een aparte divisie oplossingen ontwikkelen wat zal leiden tot wellicht een andere indeling van de schildersbranche. Het ambachtelijk vak kun je namelijk deels laten overnemen door eventueel Poolse werknemers en men kan zich meer richten op de kennis van de Nederlandse werknemers en deze meer benutten. De pool speelt een belangrijke rol in de uitvoering, de Nederlander heeft de kans meer gebruik te maken van zijn kennis en kunde
en deze eventueel overbrengen naar een ander. Het integratiebeleid en de kwaliteitscontrole zal hierbij dan zeker zijn vruchten kunnen afwerpen. Wanneer men op zoek gaat naar kwaliteit dan is dit een goede tool om de mindere kwaliteit eruit te filteren en over te blijven met de beste. Naar mijn mening zou hier op dit moment al meer gebruik van gemaakt kunnen worden. Men behoudt klanttevredenheid, voorkomt problematische situaties en men krijgt meer zekerheid voor de toekomst.
This document was created with Win2PDF available at http://www.win2pdf.com. The unregistered version of Win2PDF is for evaluation or non-commercial use only.