Korte gids voor de route door Historisch Dordrecht. Een stukje Roeigeschiedenis In 1845 richtte Prins Hendrik, zoon van Koning Willem II, de Koninklijke Nederlandse yachtclub op, naar Engels voorbeeld. Deze (landelijke) vereniging richtte zich als eerste op spelevaren. De uitgeschreven wedstrijden waren bedoeld om uit te groeien tot ’volksfeesten op het water’ ter stimulering van de scheepsbouw en om jongens uit de ‘mindere stand’ op te leiden in de roei- en zeilkunst. Als gevolg daarvan werd in 1852 door 100 leden de Koninklijke Dordrechtsche Roei- & Zeilvereeniging opgericht. Voor de roeiwedstrijden werden aanvankelijk beroepskrachten ingehuurd, maar verder was de roeisport - maar ook andere takken van sport- bedoeld voor ‘jongelingen uit den beschaafden stand’. Rond 1900 werden de eerste junioren en dames toegelaten. Thans telt de KDR&ZV zo’n 448 leden. In 1981 zag de Stichting Gehandicaptenroeien Dordrecht en Omstreken het licht. Drijvende kracht hierachter was Piet Stoon, die ook aan de basis had gestaan van de landelijke Stichting Roeivalidatie en een groot deel van zijn roeileven in dienst van het gehandicaptenroeien heeft gesteld. Momenteel zijn er ca. 26 roeiverenigingen waar mensen met een beperking kunnen roeien. De locatie De huidige roeiloods aan het Wantij werd in 2001 in gebruik genomen, na te zijn geopend door Koningin Beatrix, Beschermvrouwe van de vereniging. Het was de tweede loods op deze locatie. Eerdere drijvende botenhuizen lagen in de verschillende binnenhavens van de stad. Wantij is een plaats in de rivier waar twee vloedstromen elkaar ontmoeten. Ondanks de ligging ver landinwaarts is er een groot getijdenverschil ( ca. 70 cm), De stroomsnelheid kon oplopen tot ca. 4 km/uur. Na het doorsteken van de dijken rondom de Biesbosch ter hoogte van Sliedrecht, om meer ruimte te maken voor het water, is dat nog toegenomen.
1
Route richting historische binnenstad (bekeken vanuit de stuurstoel) Varend vanuit de loods in westelijke richting passeren we eerst aan de linker zijde (vanuit de stuurstoel) een jachthaven. Deze maakt deel uit van het Wantijgebied, dat ook een park, een plantsoen en een zwembad bevat. Dit alles werd in de jaren ‘30 aangelegd als werkverschaffingsproject naar een ontwerp van de tuinarchitect Dirk Versteegh. Wantij vanaf Pr.Hendrikbrug 1916
Recht vooruit ziet u de Prins Hendrikbrug aangelegd in 1910. Daarmee werd het gebied aan de overzijde, naar zijn vorm als uiteinde van de Biesbosch ‘De Staart’ genoemd, ontsloten als industriegebied. Voor de arbeiders die daar gingen werken werd in 1915-1916 het ‘Noorderkwartier’ gebouwd, de wijk rechts voor de brug. Het vormde een zelfstandig ‘tuindorp’ in het verder nog onherbergzame gebied. Er is vooral veel laagbouw en een aardig, gevarieerd straatbeeld. Het Noorderkwartier 1927
Het gebied na de brug is al vele jaren onderwerp van allerlei plannen. Links bevindt zich een uitgebreid gebied met de voormalige watertoren en diverse grote gebouwen van de elektriciteitsvoorziening. De watertoren werd in 2008 omgevormd tot een hotel met daarbij in het pomphuis een café-restaurant met een markt voor verse producten. Op het ommuurde terrein worden in een deel van de tuin groenten en bloemen gekweekt en aan de waterzijde bevindt zich een bijzondere siertuin. De ontwerpers en exploitanten zijn de voormalige eigenaars van Hotel New York in Rotterdam. Het succesvolle project ‘Villa Augustus’ is een bezoek meer dan waard. Men kan er ook komen per watertaxi. Aan de andere kant van het water moet een nieuwe stadswijk komen, de Stadswerven, die in verbinding moet komen met de oude stad. De plannen zijn al vele malen veranderd. Het is de bedoeling dat enkele elementen uit het industriële verleden, zoals de langshelling van de voormalige scheepswerf de Biesbosch, intact blijven. Of de sociale woningbouw aan de linker zijde overeind zal blijven is de vraag. Hier lag vroeger de Lijnbaan, waar touw werd gemaakt. Daarachter is de laatste van de ooit meer dan ca. 73 Dordtse molens te zien, de ‘Kijck over de Dijck’, gebouwd in 1713 op de plaats van een omgewaaide houten molen uit 1612 van dezelfde naam. Het had niet veel gescheeld of deze was er ook niet meer geweest , maar in 1999 begon men aan de restauratie van de scheefgezakte stellingmolen. Na twee jaar kon hij weer in bedrijf worden genomen en sindsdien draait hij weer regelmatig graan tot meel onder leiding van vrijwillige molenaars.
Watertoren 1925
de molen Kijck over de Dijck
We naderen aan de linker zijde de Riedijkshaven, vroeger een houthaven waar grote houtvlotten werden afgemeerd om gesloopt te worden, evenals trouwens op het Wantij. In dit gebied stonden ooit heel veel molens. Nu is er een nieuw ‘landmark’ neer gezet, de torenhoge flats op het Noorderhoofd. Rond 1900 stonden er drie grote gashouders en een gasfabriek achter de haven. De Riedijkshaven met sleepboten en gasfabriek 1903
Het open water recht voor u is de Beneden Merwede, een uiterst druk bevaren en daardoor gevaarlijke rivier. Grote container- en ertsschepen met maximaal zes duwbakken varen hier 24 uur per dag heen en weer naar het Ruhrgebied. Iets verder stroomafwaarts (links) bevindt zich het drukste rivierenknooppunt van Europa waar de Noord- naar Rotterdamen de Oude Maas, -naar Europoort- op de Merwede aansluiten. Aan de overkant ligt Papendrecht. De rivieren hier worden fulltime elektronisch in de gaten gehouden vanuit een riviersverkeerstoren, te vergelijken met de verkeerstoren op Schiphol. Alle schepen die hier langs varen moeten zich melden met
2
naam, tonnage, afkomst en bestemming. De toren staat ten zuidwesten van Dordrecht. Voordat u de rivier opvaart wordt u tegengehouden door Rijkswaterstaat, die de roeiboten in konvooi naar de volgende insteekhaven zal begeleiden. Ook met de waterbussen die veerdiensten onderhouden met de Drechtsteden en Rotterdam en die afmeren aan de Merwekade, zal terdege rekening moeten worden gehouden. Zij varen snel en kunnen in het drukke vaarverkeer een roeiboot soms over het hoofd zien. Het PapendrechtseVeer vaart hier nog als vanouds. In het Oude Veerhuis krijgt u bij de koffie of de lunch het prachtige uitzicht cadeau.
Het Papendrechtsveer 1912, met onbebouwde oever
De Historische binnenstad Langs de Merwekade, vroeger een drukke scheepvaartkade waar nog verschillende slepersbedrijven te vinden zijn, vaart u onder de Boombrug de oude Wijnhaven in. Rechts van de brug bevindt zich het recent gerestaureerde Hotel-restaurant Bellevue, dat hier al heel lang een prachtig uitzicht op het drie rivierenpunt geeft. Dit water is waarschijnlijk het oudste gebied van de Stad. Het water heette rond 1200 de Thuredrith. Nadat er een dam was ingelegd ontstond langzamerhand de stad. De dijk links, de Voorstraat, vormt waarschijnlijk de oudste bewoonde plaats van de stad en is nog altijd de waterkering. Er staan nog enkele grote oude huizen uit vroeger tijden die op de begane grond nu veelal winkels herbergen. De meeste zijn nu monument. Verder zijn er vooral kleinere huizen uit alle tijden.
Hotel Bellevue naast Groothoofdspoort 1903
Wijnhaven met botenhuis 1905
Rechts ligt de Wijnstraat. De naam zegt al wat er verhandeld werd. In Dordrecht werden wonen en werken in grote huizen gecombineerd. Op de begane grond bevonden zich de wijnkelders. Erboven werd gewoond. De zolders waren in gebruikt als opslagruimte voor bijvoorbeeld graan. Wijn en hout waren in Dordrecht al in de 14 en 15de eeuw de belangrijkste handelswaren en zorgden, mede vanwege het ‘stapelrecht’(alle handelswaren die de stad passeerden moesten eerst in Dordrecht op de markt worden gebracht), voor een heel vroege bloeiperiode. Haar positie als belangrijkste handelsstad van Holland heeft Dordrecht later verloren aan Rotterdam en Amsterdam. De Voorstraat en de Wijnstraat lopen in een bocht met het water mee tot de andere kant van de stad. De Voorstraat was vroeger aan de uiteinden een winkelstraat en in het middendeel stonden flinke woonhuizen.. Nu zijn er vrijwel alleen nog winkels. De Wijnstraat was vooral de buurt van de patriciërs, regenten en kooplieden. Het hoge pand aan de linker zijde is nog een van de grote pakhuizen uit de vroege 17de eeuw. Het is niet afgebroken of verlaagd, zoals veel andere oud huizen. De gevel aan de voorzijde is na een brand zodanig ‘gerestaureerd’ dat het meer een 19de-eeuws huis lijkt. De oorspronkelijke eigenaar was handelaar in Rijnwijn en later brouwer. De kade ervoor is de Taankade. Hier stond vroeger een taanhuis, voor het tanen van netten bestemd voor de haringvangst. Iets verder aan de andere kant (Wijnstraat) staat een groot patriciërshuis met twee kanonslopen als schoorstenen. Het is gebouwd rond 1650 door de stadhouderlijke architect Pieter Post in opdracht van een van de regenten uit de toen belangrijke familie Van Beveren. Het huis heet ‘De Onbeschaamde’ naar het blote manneke in het timpaan op dakhoogte.
Hoge Pakhuis aan de Voorstraat
Huis de Onbeschaamde
Gevelsteen der Onbeschaamde
3
U vaart onder de gietijzeren ‘Nieuwbrug’ door. Deze tweede versie werd de gebouwd in het midden van de 19 eeuw door stadsarchitect Itz. Vroeger bevond zich tussen de twee brugdelen een luik over de gehele breedte van de brug, het zogenaamde mast- of oorgat. Dit kon worden opengezet zodat een schip met de mast omhoog kon passeren
de Nieuwbrug over de Wijnstraat
Het is nu ook nog belangrijk met het passeren van de bruggen goed het midden te houden. Door de enorme trek die de duwboten op de Merwede veroorzaken, kunnen onverwachte stromingen ontstaan. De volgende brug is een voetgangersbrug genaamd Wijnbrug. Daarna vaart u aan op de overkluizing van het Scheffersplein. Op het plein, dat vroeger Beurs heette, staat het standbeeld van Ary Scheffer die in 1795 in Dordrecht werd geboren, maar al op jonge leeftijd naar Parijs verhuisde en daar een beroemd society-schilder werd. Het Dordrechts museum, dat na een jarenlange verbouwing dit najaar heropend wordt, heeft een grote collectie van zijn werk ooit als legaat verkregen. Nadat u het plein achter u gelaten heeft, krijgt u zicht op de achterkant van het stadhuis. Aan deze kant is het nog in originele (maar uiteraard wel gerestaureerd) 14de-eeuwse staat. In 1383 werd het door lakenhandelaren gebouwd als lakenhal en in 1544 door de toenmalige burgemeesters, schout en schepenen in gebruik genomen als stadhuis. De al eerder genoemde stadarchitect Itz zette er in 1835 een neoclassicistische gevel voor en verbouwde ook de rest van het gebouw ingrijpend. Op zolder vindt u nog de originele middeleeuwse cellen, die iedere eerste zondag van de maand te bezichtigen zijn. Verder gaat het langs de achterkant van huizen die aan de voorkant vaak in een heel andere tijd gebouwd lijken te zijn. Achterzijden van huizen zijn vaak het meest authentiek. Aan deze kant van de Voorstraatshaven is er de laatste eeuw niet zo erg veel veranderd. Nadat we Pelserbrug gepasseerd zijn, naderen we de Grote Kerk. Zoals bij alle grote oude stadskerken heeft men ook hier eeuwenlang gebouwd aan deze gotische kerk naar Frans model. Bijzonder zijn het stenen gewelf en de prachtige 15de-eeuwse, rijk versierde houten koorbanken. Met de toren is men begonnen rond 1440, maar omdat hij tijdens de bouw steeds verder uit het lood raakte, is hij nooit afgebouwd en kreeg in de 17de eeuw vier wijzerplaten. Na twee ingrijpende restauraties staat hij nu stabiel, maar nog altijd ruim 2,25 meter uit het lood. Het uitgebreide carillon is beroemd vanwege zijn heldere, zuivere klanken en wordt regelmatig bespeeld door onze eigen stadsbeiaardier maar ook door binnen- en buitenlandse gasten. U kunt daarboven een kijkje nemen als u bereid bent 194 treden te beklimmen. Vanaf het water gezien vóór de kerk vindt u de Pottenkade, vanwege de authentieke uitstraling van de haven een geliefde plaats voor filmopnamen. O.a. voor de film ‘Zwartboek’ werden hier scènes opgenomen. We naderen het eind van de Voorstraatshaven, passeren de Leuvebrug en kijken uit op de Oude Maas. Rechts kijkt u nog in de vroegere houthaven, het Maartensgat , genoemd naar de toenmalige (1650) stadsbouwmeester Maarten van der Pijpen. Links van de ingang van de haven staat het Mazelaarshuisje. Het was het onderkomen van het ‘Gilde van de Mase’, de zakkendragers die de schepen laadden en losten. Zij verdeelden het werk door te dobbelen. Het opvallende gebouw met de zuilen links, achter de steiger aan de Bomhaven, is de voormalige korenbeurs, wederom in neoclassicistische stijl rond 1835 gebouwd door stadsarchitect Itz. Wanneer wij rechtsaf de Oude Maas op gaan, komen we ook hier weer een waterbus tegen en is grote voorzichtigheid geboden.
StandbeeldHet Ary op het Scheffersplein 1941
Het stadhuis rond 1700, vòòr de verbouwing
Kerkbanken Grote Kerk
Pottenkade en Grote Kerk
Hooikade, veerpont naar Zwijndrecht 1935
4
De kade rechts is de Hooikade. De huizen werden hier gebouwd op de opgeworpen grond die afkomstig was uit het Maartensgat. In de tijd van de bouw waren het min of meer gelijkvormige blokken, meestal zonder deur- de ingang was aan de andere kant- en met ramen en daklijsten op een zelfde voorgeschreven hoogte en grootte. Dat was voorgeschreven omdat deze rij huizen in de plaats kwam van een stukje stadsmuur en dus verdedigbaar moest zijn. Als u goed kijkt kunt u nog zien dat er hier en daar ‘halve’ huizen staan waarvan de andere helft is verdwenen. Voor we de eerstvolgende haven weer in gaan, krijgen we zicht op de Catharijnepoort uit 1652, één van de twee overgebleven stadspoorten. Aan de andere kant van de Hooikade heeft ooit een identieke poort gestaan, de Annapoort. Het zouden de namen van twee burgemeestersvrouwen zijn geweest. Bij de volgende haven, de Nieuwe Haven, aangelegd in de vroeg 15de eeuw, gaan we rechts weer de stad in. Eerst varen we onder de Engelenburgerbrug door. Deze is genoemd naar het ronde gebouw, iets verder naar achteren aan de rechter kant. Het is het laatste zichtbare deel van de oude stadsmuur en tegenwoordig woonhuis en kantoor en in bezit van de Vereniging Hendrick de Keijser. Vanwege zijn ronde vorm is het vernoemd naar de Engelenburcht in Rome. De jachthaven is in beheer bij de K.D.R.&Z.V., waarvan we het clubhuis in de bocht recht vooruit zien. Het is de andere locatie van onze vereniging. Jaarlijks doen heel veel passanten deze haven aan. Vroeger lag in deze haven de oude drijvende botenloods voor roeiboten. We varen verder en zien aan de linker kant, even voorbij de Lange IJzeren Brug- u raad het al, van stadsarchitect Itz- een groot statig herenhuis, Museum Huis van Gijn. Het was de handelaar in natuursteen Johan van Neurenberg die het in 1927 lieten bouwen . De laatste bewoner was de bankier en groot Dordts verzamelaar Simon van Gijn, die het na zijn dood in 1922 naliet aan de Vereniging OudDordrecht om in te richten als museum. Op haar beurt droeg OudDordrecht het in 1949 over aan de Gemeente. In 2008 werd Huis Van Gijn uitgeroepen tot Museum van het Jaar. Het is een volledig ingericht woonhuismuseum met vertrekken uit verschillende perioden. Voor kinderen is vooral de fantastische speelgoedzolder heel aantrekkelijk. Bijzonder de moeite waard om een keer te bezoeken. Via de doorgang onder de Roobrug komen we in de historische Wolwevershaven. Vroeger stonden hier vooral veel pakhuizen en was het een echte werkhaven waar naar goed Dordts gebruik natuurlijk ook gewoond werd. Tegenwoordig komen er steeds meer appartementencomplexen, wat voor Dordtenaren die belang hechten aan het behoud van de oude stad, een gruwel is. Op het ogenblik wordt er veel moeite gedaan om nr 152, de oude scheepssmederij die te koop staat aan de rechter zijde even na de scheepslift, aangewezen te krijgen als gemeentelijk Monument. De scheepslift is dat al. Hier worden nog steeds, zij het minder vaak dan vroeger, schepen met de achterzijde uit het water getild om de schroef te kunnen repareren. In het grote pakhuis Stockholm moesten de zakkendragers vroeger met de zware balen op de rug tot aan de bovenste zolder lopen! Nu huizen er bedrijven en is er een comfortabele lift.
De Catharijnepoort uit 1652
Botenhuis KDR&ZV Nieuwe Haven 1920
KDR&ZV Nieuwe Haven
Lange IJzerenbrug, Nieuwe Haven
Museum Huis Van Gijn,
Straatman lift, Kuipershaven
Bij de volgende brug, de Damiatebrug, die de Kuipershaven( de kade rechts) verbindt met het Damialtebolwerk, waarvandaan men ooit zicht had op de galgen die aan de Zwijndrechtse kant van de Maas stonden opgesteld. Rechts staan nog een aantal fraaie oude pakhuizen, sommige met een galerie op de begane grond, zoals ’ De Compagnie’, de galerie van presentator Victor DeConinck. We komen nu weer op het drukste drie-rivierenpunt van Europa. Goed uitkijken dus, ook als u nog even aan uw rechter hand de belangrijkste nog behouden middeleeuwse stadspoort van Dordrecht - de Groothoofdspoort- bewondert. De Dordtse Stedenmaagd zit in haar
Kuipershaven 5,
5
gesloten tuin omgeven door de stadswapens van allemaal steden die ook aan het water liggen zoals o.a. Muiden, Medemblik, Naarden, Hoorn en Schoonhoven en net als Dordrecht, verplichtingen hadden aan de graven van Holland. Deze graven, prinsen, koningen en zelfs keizers zijn hier ooit vanaf het water de stad binnen gekomen. De poort de werd waarschijnlijk gebouwd rond 1450 en in de 17 eeuw aangepast. Hotel Bellevue, het hotel dat al sinds jaar en dag deze naam draagt en de afgelopen jaren vervallen stond te verkommeren, is recent ingrijpend gerestaureerd en weer geopend. Langs de Merwekade varen we terug naar de ingang van het Wantij en van daar naar de roeivereniging.
Dordrecht, augustus 2010 Auteur: Elisabeth van Heiningen. Dordrecht, augustus 2010 Foto's: Herman A. van Duinen, J.G. Pegels en stadsarchief Dordrecht
Damiatenbrug met pakhuizen uit de de 17 eeuw
Groothoofdpoort
6