KONINKLIJKE NEDERLANDSE DAMBOND Bondsbureau: Landjuweel 62, 3905 PH Veenendaal Postbus 326, 3900 AH Veenendaal Telefoon: (0318) 58 12 88 Fax: (0318) 55 93 48 E-mail:
[email protected] Rabobank: 16.11.61.588 ING: 140731
Aan:
Leden van de bondsraad Secretarissen van de provinciale en bijzondere bonden Ereleden KNDB Commissieleden Leden KNDB-bestuur, bondsbureau Veenendaal, 10 februari 2014
L.S. Namens het bestuur nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van de KNDBbondsraad, te houden op zaterdag 1 maart 2014. We starten om 10.30 uur. Ik ben mij ervan bewust dat de vergaderstukken strikt formeel gezien te laat aan u zijn verzonden. Dit hangt samen met de wijze waarop de vergadering tot stand is gekomen. Het bestuur had feitelijk na het verzoek van 7 bondsraadsleden een ruimere termijn moeten nemen zodat de vergaderstukken reglementair op tijd verzonden zouden kunnen worden. Maar omdat 1 maart oorspronkelijk al een vergaderdag was leek het het bestuur wijs aan die datum vast te houden: het lijkt een betere garantie voor een goede opkomst. Ik ga ervan uit dat u nog voldoende tijd heeft om de stukken door te nemen en dat dit derhalve geen problemen oplevert. Omdat alle bondsraadsleden inmiddels per email bereikbaar zijn, versturen we de uitnodiging digitaal. Mocht u als bondsraadslid prijs stellen op een papieren versie, dan kunt u dit aanvragen door een mail te sturen aan
[email protected]. De stukken kunt u desgewenst ook downloaden via de KNDB-website. De locatie is – net als in november – het Denksportcentrum Gouda, Nieuwe Gouwe Oostzijde 11b te Gouda. Voor bondsraadsleden die met het OV komen, verzorgen we de rit naar de vergaderlocatie. Wilt u hiervan gebruik maken, stuur dan een mail naar
[email protected] met uw naam en de aankomsttijd op Gouda CS. Voor alle zekerheid wijs ik u er nog even op dat berichten van verhindering gericht moeten worden aan het bondsbureau (
[email protected]). Wij rekenen op uw komst! Met vriendelijke groet, namens het bestuur Anne Oostra (secretaris)
BONDSRAADSVERGADERING KNDB – 1 MAART 2014 Adres :Denksportcentrum Gouda, Nieuwe Gouwe Oostzijde 11b, Gouda Start :10.30 uur
AGENDA VERGADERING (de met * gemarkeerde stukken zijn bijgevoegd) 1. Opening en vaststelling agenda 2. Mededelingen en ingekomen stukken - email van Yatsenkov inzake WK Vrouwen d.d. 8 november 2013 (in uw bezit) - email van bestuur aan Yatsenkov als antwoord inzake WK Vrouwen d.d. 13november 2013 (in uw bezit) Sindsdien heeft Yatsenkov niet meer gereageerd. De FMJD heeft laten weten dar er geen klacht bij de Ethische Commissie is binnengekomen. - diverse emails van William van den Broek inzake WK Junioren (rechtstreeks aan u toegestuurd) Voor klachten heeft het bestuur William van den Broek verwezen naar de Tuchtcommissie. 3. Notulen van de bondsraadsvergadering van 9 november 2013 4. Benoeming voorzitter Financiële Commissie 5. Dammen Olympisch* (ingediend door Ab Steenbergen) 6. Regeling vooruit spelen* (ingediend door Ab Steenbergen) 7. Topsportbeleid (ingediend door Daan van Os) a. Toelichting op besteding gelden t.b.v. mannen en vrouwen in kader van begroting 2014 b. Evaluatie keuzebeleid* (zie voor een toelichting de notitie van het bestuur in de bijlage) c. Discussie Topsportbeleid* (zie voor een toelichting de notitie van Daan van Os in de bijlage) d. Conclusies en aanbevelingen vanuit de BR 8. Evaluatie proces rondom WKjeugd (ingediend door Daan van Os) Daan van Os stelt drie vragen aan het bestuur: a. Het bestuur heeft onderhandeld. Waarom? b. Het bestuur heeft een contract opgesteld. Waarom? c. Het bestuur heeft de boete die door de Technisch Directeur aan Tijs van den Broek is opgelegd, overgenomen. Naar ik begrijp omdat dit in het contract zo staat. Is daarbij sprake geweest van hoor en wederhoor? 9. Begroting 2014 (ingediend door Daan van Os) Daan van Os stelt twee vragen aan het bestuur over de in november geaccordeerde begroting: a. Welke keuzes zijn hierin gemaakt? b. Wat betekent dit voor het ‘gemiddelde’ KNDB-lid? c. Hoe zijn de contracten met de TD en de bondscoach opgesteld? Staat er een clausule in dat bij het terugtrekken van NOC*NSF de contracten opgeheven worden? 10. Samenstelling bestuur (ingediend door Cees de Jonge) Cees de Jonge: “Opstappen van Dik Vermeulen en Marcel Kosters. Eén keer kan toeval zijn, maar bij opstappen van twee bestuursleden in korte tijd is er sprake van een wetmatigheid dat er meer aan de hand is. Graag nadere uitleg van het bestuur.” 11. Hoe willen we als BR functioneren? (ingediend door Jelmer Martens en Gerhard Gerritsen) a. Wat is onze rol? (denk aan de uitleg van Theo van den Hoek in november) b. Denken we vanuit de hoofdlijnen of gaan we in op details? Uitwerking van plannen hoort bij het bestuur. c. Zelfreflectie van de BR is zinvol. Wat zouden we moeten doen om de BR in de ogen van de KNDB-leden zinvol te laten functioneren? 1
BONDSRAADSVERGADERING KNDB – 1 MAART 2014 Adres :Denksportcentrum Gouda, Nieuwe Gouwe Oostzijde 11b, Gouda Start :10.30 uur
d. Zowel de BR-leden als de KNDB-bestuurders zijn vrijwilligers. Het is belangrijk dat we allebei plezier houden. Kritisch zijn mag, maar “C’est le ton qui fait la musique”! e. Hoe kunnen we de KNDB-leden zo goed mogelijk vertegenwoordigen als BR? Dat binnen onze rol. Om desgewenst de regels omtrent bestuur en bondsraad na te slaan: klik hier voor de statuten en het HR van de KNDB. 12. Discussiestuk potentiële extra inkomsten* (ingediend door Erik van de Weerdhof) 13. Rondvraag en sluiting
2
VOORSTEL ‘DAMMEN ALS OLYMPISCHE SPORT’ Van : bestuur Aan : bondsraad Datum : september 2013 Op 18 augustus ontving het KNDB-bestuur via het bondsbureau het volgende voorstel van Ab Steenbergen. Onder het voorstel staat de visie van het bestuur beschreven. Voorstel: de KNDB en al haar geledingen zal zich via de FMJD tot het IOC wenden om aan de denksport dammen de status van Olympische sport te verlenen. Motivering: Wanneer het dammen een Olympische sport is kan dat leiden tot: 1. Een fikse KNDB‐ledentoename wanneer een Nederlander er in zou slagen een gouden, zilveren of bronzen medaille te veroveren; hierbij ware te denken aan Epke Zonderland bij het turnen en Nicolien Sauerbreij bij het snowboarden, maar ook aan Piet Roozenburg en bij het schaken aan Max Euwe toen die ná en vóór WO‐II wereldkampioen werden; 2. Een toenemende belangstelling voor het dammen over de hele wereld; 3. Een intensivering van de FMJD‐organisatie. Beargumentering voorstel: Dit zal niet eenvoudig te verwezenlijken zijn. Het vereist veel lobbywerk. Niettemin zijn grote landen en werelddelen damminded! Gewezen wordt op Afrika, Rusland en China. Wanneer een wat meewarige blik wordt ontmoet kan naast het verwijzen naar het dammen in opkomst in China en Afrika ook worden gewezen op andere sporten die wèl Olympische sporten zijn. Te noemen zijn dan boogschieten, het schoonspringen in de zwemsport en paardendressuur in de ruitersport (weliswaar is dressuur een combinatie van paard en ruiter, maar gekeken wordt naar de prestaties van het paard en wanneer een combinatie in de prijzen valt zie ik het paard niet op het erepodium staan). Misschien zijn er zo nog wel een paar sporten te noemen. Voor de goede orde. Er is niets mis met deze sporten, maar de damsport, erkend door nationale sportfederaties en die ook voldoet aan dopingcontroleregelingen etc, zou evenzogoed Olympische sport kunnen worden. Tegelijk zou dat ook voor het schaken als denksport kunnen gelden. Advies van het bestuur Naar aanleiding van het voorstel van Ab zijn wij in contact getreden met NOC*NSF, het nationale aanspreekpunt voor Olympische kwesties. In overleg met een aantal sleutelpersonen van de afdeling Topsport hebben wij vastgesteld dat het lobbyen voor de damsport voor de korte termijn (tot 2020) geen resultaten zal opleveren, omdat de selectie van de sporten tot aan de volgende twee Olympische spelen al is vastgesteld. Voor de termijn daarna achten de medewerkers van NOC*NSF de kans dat een denksport een Olympische status krijgt nihil. Binnen het IOC is men gericht op takken van sport met een fysieke component. Voor de denksporten zijn de Sport Accord Mind Games opgericht. De beweging van de FMJD richting een Olympische erkenning (NB: dat is niet hetzelfde als een Olympische status!) van de damsport wordt door het KNDB-bestuur (Oostra) gevolgd. Hieraan zal de KNDB haar medewerking verlenen, mits wordt vastgesteld dat het initiatief een redelijke kans van slagen heeft. De KNDB-organisatie wordt geconfronteerd met vele grote uitdagingen. Het is ongetwijfeld juist daarom dat Ab heeft gezocht naar een manier om de damsport te versterken. Het bestuur is echter van mening dat het hierboven beschreven voorstel onvoldoende kansrijk is om daar in deze fase middelen (tijd, geld en expertise) in te steken. Het bestuur adviseert de bondsraad dan ook het voorstel niet over te nemen.
1
VOORSTEL ‘ AFSCHAFFING REGELING VOORUITSPELEN’ Van : bestuur Aan : bondsraad Datum : oktober 2013 Op 18 augustus ontving het KNDB-bestuur via het bondsbureau het volgende voorstel van Ab Steenbergen. Onder het voorstel staat de visie van het bestuur beschreven. Voorstel: de ‘Regeling vooruit spelen van partijen in de nationale competitie’ af te schaffen. Motivering: Het toepassen van de Regeling heeft de volgende voordelen: 1. Spelers die aan alle wedstrijden van de Nationale Competitie kunnen deelnemen hebben de meeste kans om in de betreffende klasse topscorer te worden; 2. Een team heeft de mogelijkheid om in de sterkste opstelling aan te treden; 3. Vaak gaat het om spelers die ‘duur’ aangetrokken zijn, waardoor een vereniging ook ‘waar voor haar geld’ kan krijgen; 4. Fricties in de damkalender waarbij een ronde van de NC samenvalt met een officieel internationaal titeltoernooi kunnen worden verholpen. Het toepassen van de Regeling heeft de volgende nadelen: 1. Er wordt door het vooruit spelen afbreuk gedaan aan een teamoptreden; mèt elkaar wordt de strijd tegen een ander team aangegaan; 2. De buitenwacht c.q. een niet-dammer kijkt vreemd aan tegen het fenomeen dat een teamwedstrijd, normaliter bestaande uit bijvoorbeeld 10 partijen, op een eerder tijdstip dan het teamtreffen wordt voorafgegaan door het uit het teamtreffen lichten van 1 of 2 partijen; 3. De uitslag c.q. uitslagen van die partij(en) kan bij winst of verlies een invloed hebben op het eigenlijke teamtreffen (er zal maar met een 0-4 achterstand moeten worden begonnen!); 4. De wedstrijdleiding heeft veel werk met het vaststellen van de datum, plaats en tijdstip van de vooruit te spelen partijen; 5. het bondsbestuur moet veelal breedvoerig beraadslagen over het toepassen van de Regeling; 6. De regeling kan alleen worden gebruikt door verenigingen die uitkomen in de nationale competitie; een vereniging, uitkomend in een provinciale competitie, met een zeer sterke speler in haar gelederen – in theorie kan dat - kan geen gebruik maken van de Regeling; de doorsnee-dammer in de lagere regionen kijkt vreemd aan tegen die mogelijkheid van vooruit spelen in de nationale competitie; 7. De niet-aanvragende vereniging, die verplicht is medewerking te verlenen aan het vooruit spelen van (een) partij(en), zit met de vraag wie ze in die partij(en) zullen opstellen; 8. De vooruit te spelen partijen zijn afwijkend van de damkalender; spelers houden de speeldata van de teamwedstrijden veelal vrij en dan ineens moeten ze op een ander tijdstip spelen, en dan vaak ook nog in een achterkamertje; 9. Wedstrijdverslaggevers in de media hebben het moeilijk met eventueel vooruit gespeelde partijen; 10. Het toepassen van de Regeling is competitievervalsing (zie punt 3); 11. Al heel snel komen er protesten naar voren wanneer de bond partijen vooruit laat spelen. Beargumentering voorstel: Het zal niet vreemd zijn dat de indiener van dit voorstel tot afschaffing van de Regeling meer nadelen dan voordelen heeft weten te bedenken. Sommige punten zijn misschien ook wel een beetje tè gezocht. Niettemin vindt de doorsnee-dammer èn de buitenwacht de Regeling een gedrocht, waar we als dammers niet trots op moeten willen zijn. Bij het afschaffen van de Regeling zullen grote, sterke clubs hun soms met veel geld aangetrokken spelers niet kunnen opstellen, waardoor bijvoorbeeld hun kampioenskansen zullen slinken, maar is het niet veel beter dat clubs bij tientalwedstrijden een ‘selectie’ aanhouden van bijvoorbeeld 12 spelers? Mogelijk moet een sponsor dan meer duiten in het zakje doen, maar het komt dan wellicht toch niet meer op de laatste centen aan? Afschaffen die regeling!
1
Consequenties afschaffen regeling: Wanneer het door individuele spelers vooruit spelen van partijen voor teamwedstrijden niet meer mogelijk is kan aan een andere vorm van niet-spelen op de vastgestelde datum voor de Nationale Competitie worden gedacht: de hele tientalwedstrijd een week verschuiven, hetzij een week later, hetzij een week eerder. Bij barre winterse weersomstandigheden worden zo nu en dan ook wel eens hele wedstrijden uitgesteld. Advies van het bestuur De voor- en nadelen van de Regeling Vooruit Spelen zijn tijdens de bondsraadsvergadering van juni 2013 uit en te na besproken. Op basis van de discussie is het voorstel dat het bestuur daar voorlegde door de bondsraad overgenomen. Het bestuur adviseert de bondsraad dan ook het bovenstaande voorstel van Ab Steenbergen niet over te nemen.
2
EVALUATIE KEUZEPLAATSEN (BIJLAGE BIJ A.P. 6B) Van : bestuur Aan : bondsraad Datum : februari 2014
TOELICHTING/VERANTWOORDING KEUZEPLAATSEN- EN VOORKEURSBELEID KNDB INLEIDING Op verzoek van de bondsraad deze toelichting/verantwoording. Doel is om kritisch terug te kijken om te bepalen of alles gegaan is volgens de afgesproken beleidskaders. Doel is ook om lessen te trekken voor de nabije toekomst. De vier vragen/voorbeelden van bondsraadslid Daan van Os worden besproken. GESCHIEDENIS KNDB heeft een lange geschiedenis van het zoeken naar evenwicht tussen spelen (eindstand) en kiezen (keuzeplaats). In het wedstrijdgebouw van de KNDB zitten van oudsher mogelijkheden ingebouwd om soms af te wijken van een eindstand. Door de hele geschiedenis heen, geeft dit soms felle discussies. Soms ook niet, omdat er zo ook rekening kon worden gehouden met ziekte, met een plaatselijke organisatie, met het jonge talent, met de topspeler die terugkomt, met pure pech, of met onverwachte omstandigheden zoals het WK dat vóór het NK gehouden wordt en zoals ook onlangs bij de HF 2014 senioren algemeen. Het is door de hele geschiedenis van de KNDB altijd het doel geweest om voorzichtig te zijn met keuzeplaatsen. Er is steeds gezocht naar evenwicht tussen spelen en kiezen. Kijk eens naar de halve‐finale oude stijl en hoe het deelnemersveld werd opgebouwd: terugvallers uit de finale, hangplaatsen gewonnen in de halve‐finale, plaatsen die werden verdiend via de provincie en ook keuzeplaatsen. Die keuzeplaatsen werden bijvoorbeeld ingezet voor provincies met weinig plaatsen in die halve‐finale, of voor een topspeler die wilde terugkomen in de cyclus. Kijk, bijvoorbeeld, naar de vele EjK’s van de afgelopen jaren: je kon je altijd plaatsen via een jeugd NK door te spelen en hoog te eindigen, maar er was soms (!) ingebouwd dat er een keuzeplaats gegeven kon worden aan een talent met een door NOC*NSF ondersteunde status. TOPSPORTBELEID Met hulp van NOC*NSF is topsport KNDB gericht op de beste spelers en de beste talenten. Het vrouwen topdammen wordt niet meer ondersteund door NOC*NSF. Resultaatdoelen: de hoogste titels veroveren. Een bekende kreet: Roel Boomstra wereldkampioen 2015. Kern van topsport KNDB en van veel andere bonden is focus: beschikbare middelen en beschikbare faciliteiten worden alleen gericht ingezet. Bondscoach Rob Clerc traint en coacht daarom alleen de mannelijke sporters met een status bij NOC*NSF, zoals Boomstra en Meurs. Talentcoach Rik Keurentjes traint en coacht daarom alleen de talenten met een status bij NOC*NSF, zoals Van IJzendoorn en Groenendijk. Het beschikbare budget wordt ingezet voor de ontwikkeling van die groep spelers. Het zijn ook die spelers waarvan de belangrijkste resultaatdoelen zijn vastgelegd en waar we op worden afgerekend door NOC*NSF. Het topsportbudget gaat daarom vooral naar de ontwikkeling van topspelers, toptalenten, technische staf. Een deel van het budget gaat trouwens ook naar de ondersteuning door het bondsbureau, naar het NK algemeen en NK vrouwen en naar de centrale trainingen. CRITERIA KEUZEPLAATSEN EN GELD Criteria voor mogelijke keuzeplaatsen en financiële keuzes zijn hetzelfde. Onze financiële middelen zijn beperkt. Topsportgeld wordt ingezet voor een kleine groep. Niet alleen zijn onze financiële middelen beperkt, de subsidie is ook bedoeld voor een kleine groep. Deze twee keuzes worden door de commissie training (jeugd) of commissie topsport (senioren) ingevuld op basis van de volgende criteria, plannen en afspraken: 1. Goedgekeurde beleidsplannen en het daarin vastgelegde voorkeursbeleid voor Boomstra en Meurs. 2. Goedgekeurde beleidsplannen met daarin de vastgelegde resultaatdoelen van bepaalde spelers zoals Boomstra, Meurs, Van IJzendoorn en Groenendijk voor de komende jaren. 3. Vastgelegde afspraken met NOC*NSF over de resultaatdoelen van bepaalde spelers in de komende jaren en de koppeling van die resultaten met de topsportsubsidie. 1
4. Controle door NOC*NSF of onze subsidie zo besteed wordt zoals is afgesproken, en of het gevoerde beleid kansrijk is om de afgesproken resultaatdoelen te behalen, zowel bij de jeugd als bij de senioren (mannen). 5. Statussporter (A, B, HP, IT of NT) bij NOC*NSF, die “ja” hebben gezegd tegen een trainings‐ en wedstrijdprogramma en die ondersteuning krijgen van NOC*NSF. 6. Topsporter bij de vrouwen die “ja” heeft gezegd tegen een trainings‐ en wedstrijdprogramma. 7. Sporters waarin de technische staf, de commissie training en de commissie topsport vertrouwen hebben op basis van: ‐ Talent (lange termijn) ‐ prestaties (internationaal) ‐ uitslag selectiedag (jeugd) ‐ motivatie ‐ ondersteuning opleiding (jeugd) ‐ ondersteuning ouders (jeugd) ‐ ratingontwikkeling ‐ “ja” zeggen tegen een programma en “ja” doen in de praktijk. VIER VOORBEELDEN/VRAGEN DAAN VAN OS Daan van Os heeft vier voorbeelden genoemd: Challenge Korbach 2012, Alex Ketelaars EjK 2013, Thijs van den Broek EjK 2013 en WK vrouwen 2013. Alle vier voorbeelden worden hieronder besproken: 1. Challenge Korbach 2012 Het voorkeursbeleid voor Boomstra/Meurs is vastgelegd in de verschillende beleidsplannen die zijn goed gekeurd door bestuur en bondsraad. Een belangrijk onderdeel van de verschillende beleidsplannen zijn ook de resultaatdoelen voor de komende jaren. Bij die resultaatdoelen zijn namen genoemd. Duidelijk is dat NOC*NSF de KNDB beoordeelt op het behalen van die vastgelegde resultaatdoelen. Uitvoering van de goede gekeurde beleidsplannen, inclusief de vastgelegde resultaatdoelen, komt vervolgens in handen van de technische staf (technisch directeur, bondscoach, talentcoach), de commissie topsport en de commissie training. De technische staf kan natuurlijk worden afgerekend op de resultaatdoelen. De technische staf en de commissie topsport hebben het voorstel gedaan aan het bestuur van de KNDB om Boomstra en Meurs een beschermde positie te geven in het NK 2012. Zij hebben ook het voorstel gedaan dat het NK 2012 in zekere zin al bijna de Nederlandse WK 2013 kwalificatie was, en niet de Challenge 2012 in Korbach. Dit alles is zo geformuleerd in het programmaboekje voor het NK 2012. Een complicatie werd het ziek terugtrekken door Boomstra vlak voor Korbach. Het was wijs geweest als de technische directeur in een eerder stadium overwogen had om een vervanger op te roepen, maar hij hoopte tot het laatst op de deelname van Roel Boomstra. Conclusie: Op grond van het beleidsplan is gekozen voor deze aanpak. 2. Alex Ketelaars en het EjK 2013 Alex Ketelaars en het EjK 2013 is een keuze wat betreft geld en geen keuze wat betreft spelen of niet. Voor het NK 2013 aspiranten was bekend gemaakt dat er alleen betaald zou worden voor NT, en Alex Ketelaars is geen NT. Ook voor de jeugd staan resultaatdoelen genoemd in de verschillende goedgekeurde beleidsplannen. Om die resultaatdoelen te behalen worden er ook financiële keuzes gemaakt. En natuurlijk worden er ook keuzes gemaakt omdat we geen onbeperkte financiële middelen hebben. En hoewel de KNDB vindt dat het mooi zou zijn als voor alle kampioenen van Nederland betaald zou worden voor EjK en WjK, is dat in de praktijk niet haalbaar. Dus maken we keuzes, zie de vorige paragraaf. Middelen en faciliteiten worden daarom ingezet om topspelers met een status en talenten met een status te ondersteunen in de weg naar de wereldtop. Dit is conform onze plannen en conform afspraken met NOC*NSF. Een status krijgt een speler niet zomaar, daar liggen internationale (!) prestaties onder en een “ja” voor een trainings‐ en wedstrijdprogramma dat gevolgd wordt. De selectie voor een NT status of een IT status bij de jeugd wordt zeer zorgvuldig gemaakt, gekeken wordt naar een breed scala aan aspecten (zie punt 7 in de vorige paragraaf). De commissie training maakt die keuzes bij de jeugd en de commissie topsport bij de senioren. Het is nooit een keuze van één enkele persoon. Hierdoor kon het zo zijn dat de kampioen van Nederland aspiranten Alex Ketelaars zijn EjK 2013 niet betaald kreeg en de nummer 2 Jan Groenendijk wel: die laatste is NT, zit in het topsportprogramma en er zijn resultaatdoelen aan zijn naam gekoppeld. Conclusie: Op grond 2
van beleidsplan, ondersteuning van sporters met een status, beperkte financiële middelen, is gekozen voor deze aanpak. 3. Thijs van den Broek en het EjK 2013 Wat voor Alex Ketelaars geldt, geldt grotendeels ook voor Thijs van den Broek. Thijs van den Broek is geen NT en er zijn aan zijn naam geen resultaatdoelen gekoppeld in de KNDB plannen en de afspraken met NOC*NSF. Met wel een verschil: Alex Ketelaars werd kampioen bij de aspiranten en Thijs van den Broek werd derde bij de junioren achter NT Martijn van IJzendoorn en NT Jan Groenendijk. Ook hiervoor geldt dat vooraf bekend was dat er alleen betaald zou worden voor NT. De titel kampioen van Europa 2013 junioren is geen reden geweest om achteraf af te wijken van dit beleid: daarvoor was ook geen geld. Conclusie: Op grond van beleidsplan, ondersteuning van sporters met een status, beperkte financiële middelen, is gekozen voor deze aanpak. 4. WK vrouwen 2013 Onze inzet en onze hoop was dat Nina Hoekman zou kunnen spelen. Toen helaas bleek dat Nina Hoekman niet spelen kon, kwam het verzoek van de FMJD om haar plaats in te vullen. Er was geen plaatsingsrecht verbonden aan het voorafgaande NK vrouwen 2013. Commissie topport koos unaniem voor Heike Verheul op basis van de punten 6 en 7 uit de paragraaf criteria keuzeplaatsen en geld. Conclusie: Op grond van de criteria is gekozen. CONCLUSIES EN (NABIJE)TOEKOMST KNDB poogt consistent topsportbeleid te voeren. Op basis van de plannen. Op basis van een taakverdeling tussen bondsraad, bestuur, technische staf en de verschillende commissies. Terugkijkend naar de vier voorbeelden concluderen wij dat het beleid consistent is uitgevoerd en zo wil de KNDB graag verder, samen met NOC*NSF. Uitzondering is de Challenge in Korbach: de technisch directeur had eerder moeten overwegen om een vervanger op te roepen voor de zieke Boomstra. In principe telt de eindstand van de verschillende kampioenschappen van Nederland bij de jeugd en bij de senioren (algemeen en vrouwen) voor plaatsing voor titeltoernooien. Tenzij vooraf op basis van beleidsplannen en afspraken met NOC*NSF (zie paragraaf Criteria keuzeplaatsen en geld) duidelijk is dat een speler beschermd wordt of een keuzeplaats zal krijgen. Een duidelijk voorbeeld is Roel Boomstra. In principe zal topsportgeld alleen ingezet worden voor de ontwikkeling van de topspelers en toptalenten met een status bij NOC*NSF. In principe zal topsportgeld voor de vrouwen alleen worden ingezet voor speelsters die “ja’ zeggen tegen een trainings‐ en wedstrijdprogramma. In de zeer nabije toekomst van 2014 zal er een financiële koppeling zijn tussen de verschillende NK’s 2014 (blitz, algemeen, vrouwen) en het (open) EK blitz 2014 en (open) EK 2014 algemeen.
In dit stuk is verwezen naar veel plannen zoals: ‐ Verschillende jaarplannen van de afgelopen jaren. ‐ MJP 2013‐2016. ‐ Investeringsplan voor NOC*NSF (gebaseerd op het MJP 2013‐2016). Deze documenten zijn te raadplegen via de KNDB-website.
3
TOPSPORTBELEID KNDB (BIJLAGE BIJ A.P. 6C) Van : Daan van Os Aan : bondsraad Datum : februari 2014
Aanleiding De reden dat ik het topsportbeleid van de KNDB op de agenda wil zetten is drieledig
Het huidige beleid van de Topsportcommissie/TD lijkt speelsters/spelers te schaden Door de TD wordt er ‘slordig’ omgegaan met KNDB-geld Het huidige beleid van de Topsportcommissie/TD lijkt schadelijk voor het imago van de KNDB
Functioneren/beleid Topsportcommissie/Technisch directeur 1. Financiën Zowel bij Topsport vrouwen (bijlage 1) als bij Topsport algemeen (zie damspel, interview Johan Krajenbrink) wordt er veel KNDB-geld uitgegeven aan enkele spelers / één speelster 2. Keuze- / toewijzingsplaatsen In 3 situaties zijn er klachten: ‘Korbach’/Ufa, WK Vrouwen Mongolië en WK Junioren. Daarnaast is het staand beleid spelers/speelsters die niet binnen het KNDB team vallen te negeren. 3. Organisatieconstructie Beleid is onduidelijk / vaag. Functieomschrijvingen, reglementen van commissies zijn er niet. Transparantie is niet optimaal. 4. In begeleidende tekst van onze voorzitter (mail na BR november), wordt gewag gemaakt dat bestuur aan de slag is gegaan met suggestie van mij omtrent mogelijke invulling van WKplaats Mongolië. Dat was in maart, t/m september echter geen terugkoppeling gekregen. Wel m.i. onduidelijke antwoorden gekregen, bij navraag van mij in april, mei en juni. Zie ook de mailwisseling tussen Marcel Kosters en Daan van Os, die Marcel in het kader van de transparantie ons mailde. Conclusies en aanbevelingen Aan de hand van bovenstaand (inleidend) betoog van mij en de verdere discussie die hieruit ontstaat, bij de bondsraadsvergadering van 1 maart te komen tot conclusies en daaraan gekoppeld aanbevelingen voor de Topsportcommissie/Technisch directeur. Met vriendelijke groet, Daan van Os
1
Bijlage 1 Beste Daan, Je hebt nog een antwoord van mij tegoed. Het plan voor Topvrouwen 2014 is op dit moment: - Substantieel bedrag voor NK vrouwen 2014. - Ondersteuning trainingen/toernooien Heike Verheul. - Koppeling NK blitz vrouwen 2014 en EK 2014 blitz vrouwen. - Koppeling NK vrouwen 2014 en EK 2014 vrouwen. - Koppeling NK meisjes junioren en EjK meisjes junioren 2014 of WjK meisjes junioren 2014. Er zullen geen andere speelsters worden ondersteund (alleen dus Verheul). Reden: onvoldoende mogelijkheden tot wezenlijke groei op dit moment. Via het NK 2014 blitz vrouwen en het NK 2014 vrouwen, zal worden bepaald, voor wie er betaald wordt voor genoemde twee EK's. Hoeveel betaalde plaatsen er zullen zijn in de genoemde EK's, moet nog worden bepaald, maar zal in ieder geval voor de genoemde NK's bekend zijn. Het is doorgaans wijs dat ik iets budget poog over te houden,mocht er toch nog een ander toernooi bijkomen, zoals misschien een World Cup. tot zover, met vriendelijke groeten, Johan Krajenbrink Technisch directeur KNDB
2
DISCUSSIESTUK (BIJLAGE BIJ A.P. 11) Van : Erik van de Weerdhof Aan : bondsraad Datum : februari 2014
Het KNDB-bestuur is er met enkele bezuinigingen eind vorig jaar in geslaagd de begroting voor 2014 sluitend te krijgen. Daarbij is vooralsnog echter geen actie ondernomen om tegemoet te komen aan leden die nauwelijks tot geen gebruik maken van de diensten van de KNDB, maar die wel de volledige bondscontributie betalen. Daarom hierbij enkele ideeën om de KNDB van extra inkomsten te voorzien uit de portemonnee van degenen die veel geld aan dammen willen uitgeven. 1. Het belasten van transfers van spelers van een dusdanig niveau dat betaling vermoed kan worden. Deze regel maakt het duurder om kortstondig succes te kopen met spelers die geen binding met hun club hebben en werkt zo in het voordeel van verenigingen die investeren in de damsport en nog daadwerkelijk een basis als vereniging hebben. 2. Het invoeren een minimum aantal wedstrijden dat relatief sterke spelers in een seizoen dienen mee te spelen. Wanneer het minimale aantal wedstrijden niet wordt gehaald volgt een boete. Dit voorkomt competitievervalsing door het voor enkele wedstrijden inzetten van sterke, ingehuurde spelers. 3. Het verplichten van door de KNDB gesteunde spelers om te schrijven voor het damspel of om vaker deel te nemen aan activiteiten voor het ‘gewone’ damvolk. Dit zal geen extra inkomsten genereren, maar kan bij gewone leden wel zorgen voor een grotere acceptatie van de bijdrage die zij worden gevraagd te leveren aan de topsport. Omdat het hier een discussiestuk betreft zijn vooralsnog geen bedragen, ratings, dagen, etc. genoemd. Ook heeft nog geen uitwerking plaatsgevonden van accenten of uitzonderings-situaties als verhuizing, niveauverbetering of overmacht. (Een accent kan bijvoorbeeld worden gelegd op spelers die relatief weinig wedstrijden, die voor de KNDB-rating meetellen, spelen ten opzichte van het aantal wedstrijden dat zij spelen, dat voor de FMJD-rating meetelt.) Indien men de ideeën ziet zitten zal in de junivergadering een concreet voorstel volgen op basis van de meningen die in de maartvergadering worden geuit. Het gaat in dit discussiestuk om ideeën die vrij eenvoudig in te voeren zouden moeten zijn. Het financiële effect van deze maatregelen zal evenwel beperkt zijn. Wat dat betreft zou het mooi zijn als dit discussiestuk in de schaduw zou blijken te staan van nieuwe ideeën van het bestuur. Erik van de Weerdhof
1